Net even een account aangemaakt voor dit verhaal, ben er al even mee bezig, maar zal een gedeelte posten. Als er positieve reacties zijn heb ik nog meer

Hoofdstuk 1
Hij was onzichtbaar. Wie zou hem kunnen zien in deze gewaden? Zelfs al was iemand naar hem op zoek, en die kans achtte hij gering, dan nog zouden zijn gecamoufleerde kleren bijna onwaarneembaar zijn in de schemering. Hij droeg een donkerbruin, lederen vest, schoenen en een broek in dezelfde kleur en een lange cape, zo donker als de nacht. Geluid was iets wat hem meer zorgen baarde. Daarom liep hij in een gestaag tempo, want haast had hij niet. Nee, hij had alle tijd van de wereld. Al zou het uren duren; zolang de opdracht werd uitgevoerd zou er geen haan naar kraaien.
Zijn plaats in de Orde zou voorgoed zijn veiliggesteld en rijkdom zou hem ten deel vallen, zoveel was zeker. Nog maar een paar uur, dan was alles voltooid en kon hij zich voortaan onthouden van dit soort duistere praktijken. Het was, zoals zijn Meester het noemde, ‘De Laatste Test’, de unieke kans om voor eens en altijd zijn waarde te laten blijken. Hij zou de Meester niet teleur stellen, al zou zijn slachtoffer de hele nacht gillen. De Meester was de leider, hij de volger. Daar zou uiteindelijk verandering in komen, natuurlijk, maar nu moest hij gehoorzamen. Hij verheugde zich al op de volgende dag; de uitdrukkingen van verbazing en verwondering op de gezichten van zijn kompanen, en de wijze woorden van zijn Meester die de toekomst veilig zouden stellen. Nog een uur of twaalf, dan was het zover.
Het pad slingerde en was op geen enkele plaats makkelijk begaanbaar. Het was onmogelijk om geen geluid te maken, aangezien er meerdere takken braken bij elke stap die hij zette. Het Dorre Woud was nu eenmaal een onheilzame plek, en hij was blij dat hij wist welke kant hij op moest. Het was niet ver meer. Om hem heen waren de geluiden van wilde dieren duidelijk waarneembaar. Voor uilen was het nog te vroeg, gelukkig, maar er waren meer dan genoeg andere vogels die hun herkenbare deuntje schalden. Voor hem was dat alleen maar gunstig; hoe meer geluid er om hem heen was, hoe minder hijzelf zou opvallen. Niet dat hij verwachtte iemand tegen te komen, zo vlak voor het invallen van de avond. Maar hij had niets te zoeken op deze plek en op dit uur; vragen waren daarom onvermijdelijk.
Hij trok zijn muts nog wat dichter over zijn hoofd. De dagen werden nu echt kouder. Het zou niet lang meer duren voordat er sneeuw ging vallen. Hij haatte sneeuw; niet alleen vanwege de extreme kou die het met zich meebracht, maar voornamelijk omdat voetsporen niet uit te wissen waren als er sneeuw was. Vaak genoeg had hij daar de narigheden van ondervonden en hij wist dat het nog vaker zou gebeuren. Dat waren echter geen missies van extreme noodzaak, zoals deze. Vandaag zat alles mee.
Hij kuste zijn duim, een gewoonte die hem in de loop der jaren eigen was geworden, en vervolgde zijn pad. In de verte was nu het lastig waarneembare silhouet van de hut te zien. Zijn hart begon sneller te kloppen en onbewust legde hij zijn linkerhand op het gevest van zijn zwaard. Het zou niet lang meer duren voordat hij bloed zou vergieten, iets waar hij van tevoren altijd tegenop zag; De daad zelf viel hem echter nooit tegen. Hij vond de intense opwinding van het moment geweldig; het gevoel van onoverwinnelijkheid was met niets op de wereld te vergelijken. De meeste mensen zouden zijn daden verafschuwen, maar de Meester niet. Nee, de Meester wist precies wat een moord inhield. Elke dimensie ervan. Lieve hemel, hoe vaak had de Meester al een moord gepleegd? Als hij de verhalen mocht geloven zeker vijftig keer. De trots om voor zo een man te werken overweldigende hem weer. Hij zou de Meester niet teleurstellen.
Hij vertraagde zijn pas. Als zijn doelwit hem zou zien alvorens hij het zwaard door zijn borst zag steken, had hij gefaald. De schrik in de ogen van zijn slachtoffer wilde hij niet missen. Bovendien, het kon nogal eens rommelig worden indien de ander zich verweerde. Niet dat zijn slachtoffer enige kans maakte tegen hem, maar het kon zorgen voor onvoorzienbare incidenten. Een wond bijvoorbeeld. Nee, hij moest tot op het laatste moment ongezien blijven. Morgen wilde hij zich ongedeerd voor de Meester vertonen.
Behendig omzeilde hij enkele grote maar lastig waarneembare takken, waarna hij voor het eerst goed zicht had op de hut. Deze was nog precies zoals een paar maanden geleden, toen hij ook al eens op deze plek naar het huisje stond te kijken. De hut was klein, vervallen, maar nog altijd in gebruik en het straalde bovendien een zekere gezelligheid uit; waarschijnlijk vanwege de rook die uit de schoorsteen kringelde. Aan de voorzijde zat een enkele deur, en aan drie zijdes was een klein raam aanwezig. Een vierde, korte zijde, was massief. Natuurlijk zou hij zich aan die kant een tijdje schuilhouden, zodat hij de bewegingen in de hut kon waarnemen. Niet dat hij dat echt hoefde te doen, maar hij wilde alle risico’s vermijden. Zelfs bij zo een eenvoudige klus als deze.