Proloog
Hij liep aan de andere kant van het veel te grote en veel te drukke plein, maar toch viel hij op tussen alle mensen. Misschien omdat hij er door zijn kledingstijl uit sprong, maar ik ben er vrijwel zeker van dat het gewoon kwam omdat hij een uitstraling had van hier tot aan de andere kant van de wereld. Donker krullend haar wat over zijn rug viel en lichtjes op en neer bewoog, in het ritme van zijn stappen. Een zwarte ‘cowboy’ hoed die niet beter bij zijn kleren had kunnen passen. Een bordeaux rood jasje tot halverwege zijn bovenbenen over een zwarte broek. Details werden pas langzaam zichtbaar toen ik me door de drukte op het plein heen werkte en vlak voor hem uit een grote groep mensen kwam. Hij keek me even aan maar draaide zijn gezicht bijna meteen een andere kant op. Maar ik kon lang genoeg naar hem kijken om te zien dat hij zwarte make-up droeg rond zijn ogen en een klein baardje liet staan, gelukkig in dezelfde kleur als zijn haar. Dat betekende dus dat hij van zichzelf zulk donker haar had, en zo’n lichte huid. Om zijn nek hingen drie kettingen. Eén er van herkende ik als een rozenkrans, een hele mooie zwarte. De twee andere waren ook zwart, maar zag ik niet lang genoeg om ze nog te herinneren. Hij droeg onder zijn bordeaux rode jasje een zwart hemd, met een voor jongens vrij laag uitgesneden hals. Ja, het eerste moment dat ik hem zag, staat voor de rest van mijn leven in mijn geheugen gegrift, terwijl het al zeker twee jaar geleden is.
Ze kwam zomaar uit een groep mensen stappen. Zwart, licht golvend haar, waar een klein zwart hoedje op stond. Aan het hoedje zat een stuk kant, wat voor de rechterhelft van haar gezicht viel. Ze droeg een prachtig korset en een rok tot net een stuk boven haar knieën. Een zwarte panty verdween in een paar bordeauxrode, veel te hoge pumps. Ik kon niet lang naar haar kijken. Haar bleke huid stak fel af tegen de donkere kleren die ze droeg en haar ogen drongen zich diep in de mijne, zonder dat ik het in de eerste instantie ook maar door had. Ik draaide mijn gezicht snel een andere kant op, maar bleef naar haar kijken in de reflectie van het etalageraam. Ik was bang dat ik haar nooit meer zou zien, maar ook bang voor het vreemde gevoel wat ik had toen ze zo uit die groep mensen kwam zetten. Ze schrok van me, want zodra ze mij zag bleef ze meteen staan, zonder verder nog te bewegen. Het enige wat ze deed was mij aankijken met een aparte blik in haar ogen. Het korte moment, dat ik haar voor het eerst zag en achterliet, zal ik nooit meer vergeten, ook al is het al zeker twee jaar geleden.