Maya [voorlopige titel]

Hier kun je verhalen vinden waar langer dan een half jaar niet aan geschreven is of op gereageerd. De verwachting is dat deze verhalen niet meer afgemaakt worden. Staat jouw verhaal hier en wil je verder schrijven? Neem dan even contact op met één van de moderators, dan wordt je verhaal teruggezet.
Gesloten
Myrth-

Heee, ik ben Myrthe en ik ben nieuw op de site (: Ik heb heel veel leuke fanfics gelezen en wou proberen er zelf een te schrijven, ik hoop dat jullie het leuk vinden. Ik heb nog geen goede titel bedacht, maar dat komt nog wel, denk ik [a]

Hoofdstuk 1.

Maya draaide haar haar verveeld rond haar vinger. Ze zat nog maar net in het vliegtuig, maar verveelde zich nu al. Ze wierp een blik op haar horloge en zag dat ze nog ongeveer een uur onderweg was. Eindelijk zou ze weer terug gaan naar Engeland. Ze had een tweejarige uitwisselings programma met Beauxbatons, de tovenarijschool in Frankrijk, meegedaan. Ze was eerst gewoon naar Zweinstein geweest, maar toen in haar vierde jaar het Toverschooltoernooi gehouden werd raakte ze helemaal in de ban van de meiden van Beauxbatons. In de vakantie erna had ze haar ouders zover gekregen een brief naar Beauxbatons te sturen en ze werd aangenomen! En zo was ze dus, twee jaar geleden, in Frankrijk beland. Ze had het er geweldig gevonden, maar was toch ook wel heel blij dat ze eindelijk weer naar huis zou gaan. Ze had haar ouders alweer een jaar niet gezien, omdat het veel te duur was om iedere vakantie naar Engeland te vliegen. Natuurlijk waren er ook wel andere manieren zoals via het Haardrooster, maar haar ouders waren dreuzels en zelf kon ze daar niet mee overweg.

Ze zou niet meer terug gaan naar Zweinstein, aangezien ze haar diploma al gehaald had. Op Beauxbatons duurde het maar 6 jaar om je PUISTen te halen. Ze vond het ergens ook wel jammer dat ze niet terug kon naar Zweinstein, want in de vier jaar die ze daar op school had doorgebracht had ze veel vrienden gemaakt die ze graag eens weer zou willen zien. En dan had je natuurlijk Ron nog. Ron Wemel.
Ze was al vanaf haar tweedejaar heimelijk verliefd geweest op de roodharige vriend van de beroemde Harry Potter. Vroeger had ze gedacht dat hij en die Hermelien Griffel een stel waren en had daarom nooit op hem af durven stappen, maar toen in haar vierde jaar bekent werd dat Hermelien met Viktor Kruml, de beroemde zwerkbalspeler van Bulgarije, ging had Maya toch geprobeerd Ron's aandacht te krijgen. En dat was haar nog aardig goed gelukt ook. Met een glimlach dacht ze terug aan het Kerstbal waar ze samen met Ron heen was geweest.

"Ik heb het warm" mompelde Maya. "Laten we even naar buiten gaan" antwoorde Ron en pakte haar hand. Hij trok haar voorzichtig door de grote groep mensen. Buiten maakten ze een van de bankjes, onder de eik, ijsvrij en gingen er op zitten. Toen het koude bankje Maya's lichaam raakte begon ze te trillen. Ron sloeg ietwat onzeker zijn arm om haar heen en Maya kroop dicht tegen hem aan. Zo zaten ze een tijdje, zonder iets te zeggen. Maya hoorde zijn hart bonzen en voelde zich gelukkiger dan ooit tevoren. "Vind je het wel gezellig?" vroeg Ron aarzelend. "Ik vind het super! Dit is absoluut een dag om nooit te vergeten" antwoorde ze genietend. Er verscheen een betoverende grijns op Ron's gezicht. "Zullen we anders even een stukje gaan lopen" vroeg Ron. "Ja lijkt me leuk" en ze stonden op. Hij pakte opnieuw haar hand en zo begonnen ze te lopen. Vlak bij het meer stopte Ron. "Wat is er?" vroeg Maya verbaasd. "Maya... Ik wil het graag ergens met je over hebben" zei Ron en ze zag zijn wangen rood kleuren. "Wat is er dan?" vroeg Maya voorzichtig. "Waarom heb je ja gezegd toen ik vroeg of je met me mee wou gaan naar het bal?". Maya was met stomheid geslagen. Ze had gedacht dat hij nu wel door zou hebben waarom, maar blijkbaar waren sommige jongens echt te stom om dat te snappen. "Nou, omdat - " "MAYA! RON!" hoorden ze opeens vanuit de duisternis. Maya's beste vriendin Ters kwam eraan lopen, met aan haar hand een van de lelijkste jongen die Maya ooit gezien had. "Hee Ter!" riep Maya vrolijk terug. Ze wierp Ron een ik-kan-er-niets-aan-doen blik toe en liep op haar vriendin af. "Wat doen jullie hier, het is hier veel te koud. Zullen we naar binnen gaan. Maya keek voorzichtig naar Ron en zag hem met tegenzin knikken. Met zijn vieren liepen ze terug naar het kasteel.

Haar dagdroom werd ruw verstoord door een stewardess die inmiddels bijna tegen haar stond te schreeuwen. "MEVROUW! Wilt u alstublieft uw gordel om willen doen? We gaan zo landen." ze liep weg met een hoofd dat op onweer stond en Maya deed snel haar gordel vast. Ze keek voorzichtig uit het raampje links van haar en zag land. Eindelijk zou ze weer naar huis gaan. Wat had ze haar ouders gemist. Ze was totaal vergeten waar ze net aan dacht en kon alleen nog maar aan haar ouders denken.

Het vliegtuig was inmiddels geland en Maya stond bij de lopende band op haar koffers te wachten. Ze had geen hutkoffer, aangezien het nogal op zou vallen als ze die mee zou nemen in het vliegtuig. Ze stond nog steeds te wachten toen ze achter zich een hels kabaal hoorde en een vrouwenstem die haar naam door de ontvangstruimte heen gilde. 'Nee, mam alsjeblieft' dacht ze kreunend. Ze voelde de twee dunne armpjes van haar moeder, die haar omhelsde. "Mama" zei Maya zacht, met tranen in haar ogen. "Maya, lieverd. We hebben je zo gemist" hoorde ze nu haar vader zeggen. Hij stond, zoals gewoonlijk, achter haar moeder netjes op zijn beurt te wachten om zijn dochter te omhelzen. Nadat ze zich eindelijk uit de omhelzing van haar ouders had kunnen bevrijden en ze al haar bagage had gevonden gingen ze opweg naar huis.
Laatst gewijzigd door Myrth- op 15 feb 2009 21:03, 2 keer totaal gewijzigd.
Myrth-

Hoofdstuk 2.

Maya liep door haar kamer. Het was inmiddels al drie weken geleden dat ze thuis was gekomen. Ze had net Ters een uil gestuurd om te vragen of ze misschien nog een nachtje wou komen slapen. Eigenlijk had ze haar al veel eerder willen vragen, maar haar ouders wouden graag wat tijd met z'n drieën doorbrengen aangezien Maya zolang was weggeweest. Ze stond nu voor haar boekenkast en haar oog viel op een dik, in zwartleer gebonden boek. Ze pakte het uit de kast en zag dat het het fotoboek was dat ze van Ters gekregen had toen ze wegging van Zweinstein. Er stonden allerlei soorten foto's in. Ze sloeg het boek open en zag metteen dat het boek op haar favoriete pagina was opengegaan. Een jongen met rood haar, veel sproeten en een lach van oor tot oor keek haar aan. Ters had van iedereen geeist dat ze een stukje schreven onder hun foto. Ze keek naar het kriebelige, jongens handschrift van Ron. Veel speciaals stond er niet. Veel plezier op Beauxbatons, Ron stond er. Ze grinnikte. Wat zou ze zijn gezich graag nog eens willen zien. Opnieuw moest ze aan de avond van het Kerstbal denken. Ze liet zich op haar bed vallen en dacht terug aan het Kerstbal.

Ron, Ters, Maya en de lelijke 'onbekende' jongen waren weer naar binnen gegaan. Maya voelde hoe de warmte over haar heen spoelde. Ze liepen naar de Grote Zaal en zagen dat er een band was gekomen. Maya dacht dat het De Witte Wieven waren, maar ze wist het niet zeker. Ze luisterde niet zo vaak naar dat soort muziek. Ron herkende de band duidelijk wel en er verscheen een grijns op zijn gezicht. "Wouw, Perkamentus heeft het weer voor elkaar gekregen hoor. Hij heeft de bekendste band uit de toverwereld zover gekregen om op een schoolfeest op te komen treden." Maya lachte. "Zullen we wat te drinken pakken?" vroeg ze en ze liep naar de gigantische tafel waar allemaal hapjes en drankjes op stonden. Ze pakte voor zichzelf een glas met pompoensap en gaf Ron een boterbiertje. "Alsjeblieft" "Dankjewel" Even stonden ze geluidloos naar de band te kijken. Maya moest toegeven, ze waren goed. Heel goed. "Dit is mijn lievelings nummer, zullen we dansen" zei hij echter al snel daarna. De Witte Wieven hadden een wat rustiger nummer ingezet en je zag overal stelletjes dansen. Ook Maya en Ron gingen dichter tegen elkaar aanstaan en begon langzaam op de maat van de muziek te bewegen. De avond liep al tegen zijn einde toen Ron en Maya eindelijk stopten met dansen. "Ik denk dat ik naar bed ga. Ik ben kapot" zuchte Maya. Op het zelfde moment stopten de Witte Wieven met spelen en stond Perkamentus op. "Jongens en Meisjes! Ik hoop dat jullie je allemaal een beetje vermaakt hebben. Ik heb me zeker vermaakt. Graag wil ik jullie vragen een groot applaus te geven voor deze geweldige band die nu hun laatste nummer zal gaan spelen. Daarna word het hoog tijd om allemaal naar jullie warme bedden te gaan en heerlijk te dromen over deze geweldige nacht" Iedereen klapte. Eerst voor Perkamentus en daarna voor de Witte Wieven die aan hun laatste nummer begon. "Ik vond het heel gezellig met je" mompelde Ron toen ze afscheid namen in de hal. "Ik vond het ook super" antwoorde Maya. Opeens dacht ze weer aan de vraag die Ron haar had gesteld voordat Ters hun was komen storen bij het meer. Ron was al richting de trap gelopen. Ze hield hem tegen en ging voor hem staan. "En ik heb ja gezegd omdat je de leukste jongen van de school bent" fluisterde. Ze drukte voorzichtig een kus op zijn lippen en snelde daarna weer de trap af om naar Ters te gaan. Toen ze omkeek zag ze hem verbaasd met zijn hand over zijn wang wrijven, maar al snel verscheen er een lach op zijn gezicht.

Tik-tik. Tik-tik. Maya glimlachte nog toen ze dacht aan het Kerstbal, maar toen zag ze dat Oeverus, de uil van Ters, op haar raam tikte. Ze liep snel naar het raam en deed deze open, omdat ze wist dat haar moeder het vreselijk vond als er uilen op het dak stonden. Ze aaide Oeverus liefkozend over zijn hoofdje en pakte daarna de brief van zijn poot. Er stond niet veel in de brief. Alleen maar dat ze er morgen om 10.00 uur zou zijn. Maya rende naar beneden en vroeg haar moeder om toestemming.

Gelukkig had haar moeder er geen problemen mee en dus stond Ters de volgende dag op de stoep. Haar haren waren nog altijd honingblond en haar ogen geel-groenig. Maya vloog haar om de nek. O wat had ze Ters gemist. Op Beauxbatons had ze redelijk veel vrienden gehad, maar niemand kon tussen hun vriendschap komen. Nadat Ters even had bijgepraat met Maya's ouders verdwenen ze naar boven. Uren hadden ze liggen praten over vanalles en nog wat. Over Maya's reis naar Frankrijk en over Ters haar nieuwe vriendje. "En hoe zit dat nou met jou en je Wemeltje" zei Ters met een grijns. "Ik weet niet" mompelde Maya. "We hebben al heel lang geen contact meer gehad. In het begin schreven we nog wel brieven, maar opeens atwoorde hij niet meer. Ik durfde toen niet nog een te sturen omdat ik niet opdringerig wil overkomen." "Ooooh, sukkel! Heb je na een brief al opgeven!" gilde Ters nu bijna. "En je hebt er niet even bij stil gestaan dat die brief misschien is onderschept door het Ministerie van Toverkunst. Aangezien ze tegenwoordig bijna alle brieven lezen?" "Uhm, nee, daar had ik eigenlijk nog niet over nagedacht nee" zei Maya nu met een blos op haar wangen, maar haar hersenen werkten op top snelheid. De meiden waren even stil. Net toen Ters weer wat wou zeggen riep Maya's moeder dat ze konden eten. Ze stormden naar beneden en genoten van de kookkunsten van Maya's moeder.

Maya en Ters lagen al uren in bed en Ters was inmiddels in slaap gevallen. Maya was daarintegen nog klaar wakker. Ze dacht aan Ron en aan haar gesprek met Ters die middag. Had ze dan al die maanden, misschien wel voor niets, zichzelf lopen wijsmaken dat hij haar niet leuk genoeg vond. Hoevaak had ze wel niet in de spiegel gekeken en gedacht dat hij een hekel zou hebben aan haar lange bruine haar. Of aan haar donker bruine ogen. Vaak had ze ook gedacht dat hij haar te gewoontjes vond. Dat kon ook bijna niet anders, als je hoorde wat hij allemaal beleefd had met Harry en Hermelien. Ze was ook vaak bang geweest dat hij uiteindelijk toch voor Hermelien gevallen was, maar nu ze de reden van Ters gehoord had lag het zo voor de hand. Ze kon zich niet langer bedwingen, stapte uit bed, pakte een rolletje perkament, een veer en inkt en begon te schrijven.

Lieve Ron,
Ik heb al een tijdje niets van je gehoord, maar wou je graag vertellen dat ik weer terug ben in Engeland. Hoe gaat het met je ? Met mij is alles goed! Ik hoop dat je een berichtje terug stuurt
Maya,


Maya bond de brief om de poot van haar uil en deed het raam voor haar open. Sierlijk vloog ze door het raam naar buiten, de maan tegemoet. 'Vlieg zo snel als je kunt' dacht ze nog en daarna verdween de uil uit het zicht. Ze ging weer in bed liggen, maar kon de slaap niet bevatten. Nog uren lag ze te draaien in haar bed, maar na 3 uur viel ze eindelijk in slaap.
Liz
Balpen
Balpen
Berichten: 120
Lid geworden op: 25 jul 2008 18:04

AAAAH een HPfan!!!! :liefde
Sorry ik zal me even beheersen.
Als eerste welkom op het forum. Als tweede wil ik zeggen dat je verhaal echt heel leuk is. (mocht je het niet doorhebben, ik ben groot fan van HP:P) Maar je schrijfstijl is erg fijn om te lezen en die schuingedrukte stukjes zijn ook erg leuk.
Myrth- schreef:"En ik heb ja gezegd omdat je de leukste jongen van de school bent" fluisterde. Ze drukte voorzichtig een kus op zijn lippen en snelde daarna weer de trap af om naar Ters te gaan. Toen ze omkeek zag ze hem verbaasd met zijn hand over zijn wang wrijven, maar al snel verscheen er een lach op zijn gezicht.


Ik kan me dit gewoon helemaal voorstellen, hoe Ron op dat moment kijkt en gewoon het hele plaatje ;-) Schrijf vooral verder!
You know you love me...
Myrth-

@Liz : Haha, ja HP voor alles (ll) Dankjewel voor je lieve coment (: Maar ik schrijf zoieso wel dood, ookal zal ik misschien niet íedere dag posten, maar dat merk je vanzelf wel. Haha, ja dat is het makkelijke (maar geleik het moeilijke) als je een fanfic schrijft. Mensen hebben een al een beeld van de karakters, daarom zie je Ron waarschijnlijk al voor je (:

Hoofdstuk 3.


"Mayaaaa!". Maya werd ruw wakker gemaakt door een schreeuwende Ters. "Huh, watte" mompelde ze nog slaapdronken. Ze probeerde haar ogen te openen, maar sloot deze meteen weer toen ze het felle zonlicht op haar gezicht voelde schijnen. "Je moet wakker worden! Er ligt hier een half dode uil voor je" Maya was meteen klaar wakker. Ze kende maar een persoon wiens uil nog geen vijf kilometer kon vliegen zonder een hartaanval te krijgen. Toen ze, na veel moeite te hebben gedaan, eidelijk haar ogen open kreeg zag ze dat haar vermoeden juist was geweest. Egidius lag half stuiptrekkend op Ters haar bed. Ters was zelf naar de badkamer gelopen om een bekertje met water te vullen voor de arme stakker. Toen ze terug kwam had Maya de brief al van de uil zijn poot afgehaald en begon driftig te lezen. Ze herkende zijn jongensachtige handschrift meteen, aangezien ze zijn stukje in haar fotoboek zo vaak had gelezen dat het in haar herinneringen gegrift stond.

Lieve Maya,
Ik ben blij eindelijk wat van je te horen, aangezien ik al maanden wacht op een reactie om mijn vorige brief. Ik vind het erg jammer dat je deze nooit hebt beantwoord en er ook niets over zegt in je vorige bericht. Dat ik daarna niets meer van heb laten horen klopt, want ik wou niet dat je je zou ergeren aan de brieven. Ik ben blij te horen dat alles goed met je gaat! Hier gaat alles prima. Volgende week gaan mijn broer, Bill, en Fleur Delacour, je weet wel van het Toverschooltoernooi, trouwen. Misschien heb je al wat te doen, maar anders wou ik je hierbij uitnodigen om ook te komen. Ik ben erg benieuwd naar je verhalen over je reis. Zou je Egidius, als hij nog leeft tenminste, terug willen sturen met een antwoord? Dan kan mijn moeder er rekening mee houden.
Liefs Ron.


Maya sprong bijna een gat in de lucht bij de gedachte dat Ron haar had meegevraagd naar het trouwfeest van zijn oudste broer Bill. "En van wie was het?" vroeg Ters, die haar nieuwsgierigheid niet langer kon bedwingen. "Van Ron" antwoordde ze. "WAT! Wat zegt ie" gilde Ters opgewonden. "Hij-vroeg-of-ik-mee-wou-naar-de-trouwerij-van-zijn-broer-volgende-week" zei ze in een adem. Even leek het erop dat Ters zou gaan flauwvallen, maar toen begon ze te gillen. "OOH WAT KOEL MAYA!" ze begon te springen en te gillen. "Sssst, zachtjes! Mijn ouders slapen nog sukkel" riep Maya en ze gooide een kussen naar Ters. Maya had het bedoeld om het gegil van Ters te dimmen, maar natuurlijk zag Ters dit als een uitnodiging voor een kussengevecht. Al snel waren ze in een heftig kussengevecht verwikkeld.

Hijgend vielen de twee meiden op hun bed neer, maar lang bleef Ters niet liggen. Ze sprong meteen weer op toen ze de scherpe snavel van Egidius in haar rug voelde drukken. De vogel had zijn ogen wijd open en leek wel in shock. Het beest was zich natuurlijk helemaal de leplazerus geschrokken toen de meiden elkaar gillend met kussen hadden begooid. Ters keek walgend naar de vogel, maar Maya dacht meteen weer aan de brief. "Maay, je gaat toch wel heen he" zei Ters geschrokken toen er een denkrimpel op Maya's gezicht was verschenen. "Ik weet niet.." mompelde ze. "Ik heb hem al zolang niet gezien, stel dat het niet meer klikt." "BEN JE HELEMAA-" "Ters, zachtjes!" "Jaja, ben je helemaal besodemieterd" fluisterde Ters nu. "Je gaat heen mevrouw, heb je me gehoord. En dat het niet meer klikt is de dikste onzin. Je bent gewoon opzoek naar een excuus om niet te gaan, maar je gaat wel!" Maya dacht even na en merkte dat Ters gelijk had. Ze pakte een rol perkament van haar bureau en doopte voor de tweede keer in twaalf uur haar veer in de inkt.

Ik zal er zijn.
Liefs Maya.
Ps. Egidius leeft nog, maar het scheelde niet veel!


Ze herlas de brief niet en knoopte het meteen aan Egidius, die net weer was bijgekomen, zijn poot. Voor ze hem uit het raam gooide pakte ze nog snel een stukje sla van beneden en gaf deze aan Egidius, die hem dankbaar opat. "Rare vogel" mompelde Ters terwijl Egidius weg vloog. "Ik heb nog nooit een uil sla zijn eten" Even waren de meiden stil en keken ze samen hoe de vogel wegvloog. "Kut! Ik weet niet wat ik aan moet! En zelfs als ik het wel wist, dan had ik nog niets" begon Maya echter al snel. Er verscheen een brede grijns op het gezicht van Ters. "He, wat jammer. Nu moeten we maar gaan winkelen" Ters had gister al gevraagd of ze konden gaan winkelen, maar Maya had meer zin om gewoon thuis te blijven. "Ik ben bang... Dat ik het met je eens moet zijn". Maya liep naar beneden, waar haar ouders inmiddels al aan de ontbijttafel zaten. "Zo jullie hadden het wel leuk geloof ik" zei haar vader, die moeite moest doen om zijn ogen open te houden. Maya reageerde hier niet op en begon meteen het hele verhaal aan haar moeder te vertellen.

Samen liepen Maya en Ters door de binnenstad van London. Ze waren opzoek naar de ideale jurk voor de trouwerij. Haar moeder had het goed gevonden dat ze zou gaan en had haar zelfs geld meegegeven om een leuke outfit te kopen. Veel was het niet, maar het zou ze wel lukken. De meiden waren al in veel winkels geweest, maar nergens kon Maya een jurk vinden die ze mooi genoeg vond om aan te trekken naar de bruiloft. Ze stapten de zoveelste winkel in en Maya's oog viel meteen op een vrij kort, gebroken wit jurkje. Ters was al als een dolle kip de winkel in gerend omdat ze een leuk truitje had gezien. Maya liep naar het jurkje en liet haar vingers voorzichtig over de gladde stof glijden. Ze pakte de jurk voorzichtig van de hanger en liep ermee naar de paskamers. Toen ze er weer uitkwam stond Ters haar al op te wachten. Haar mond viel open van verbazing. "Maya.." stamelde ze. "Deze jurk lijkt wel voor je gemaakt te zijn" Maya keek naar haarzelf in de gigantische spiegel en zag meteen wat Ters bedoelde. Het jurkje zat haar als gegoten. Het lijfje zat perfect op zijn plaats en liet geen dingen zien die hij niet moest laten zien. Het rokje was gemaakt van dunne stukjes vitrage en stonden daarom een beetje bol. Het was net een afgeknipte bruidsjurk. "Wouw" zei Maya. "Hoeveel kost ie?" zei Ters, maar ze had het prijskaartje al te pakken voordat Maya maar kon knipperen. De lach die eerst op haar gezicht stond verdween en ze liet Maya met een droevig gezicht het prijskaartje zien. Ook Maya's goede stemming verdween. Het jurkje was veel te duur. Haar ouders hadden niet zo veel geld en van zo'n jurk konden ze bijna twee maand eten. Maya liep weer terug naar het pashokje en deed de jurk uit. Ze hing hem terug en de meiden gingen verder opzoek naar de perfecte jurk.
Laatst gewijzigd door Myrth- op 04 feb 2009 19:59, 1 keer totaal gewijzigd.
yimiki
Balpen
Balpen
Berichten: 190
Lid geworden op: 10 nov 2008 21:47

Leuk, een HP-verhaal =) die heb ik al een tijdje niet gelezen =) eigelijnk ben ik blij dat het eens iets anders is als simple plan xD
Je schrijft prima! Leuk verhaal, Ron is schattig :liefde
Everyone is weird. And if someone's normal, then that's the weirdest one of all.
Myrth-

Sorry dat het zo lang duurde maar hier is eindelijk een volgend hoofdstuk =)

Hoofdstuk 4.

Maya stapte uit de zwarte VW van haar ouders. Ze hadden erop gestaan dat ze haar naar Het Nest zouden brengen. Uren hadden ze in de auto gezeten, maar eindelijk waren ze gearriveerd. “Ik dacht dat er een trouwerij zou zijn” mompelde haar moeder “maar het ziet er niet echt feestelijk uit, als je het mij vraagt.” Even dacht Maya dat haar moeder gek aan het worden was. In de tuin stond een grote gouden tent. Er liepen allemaal gehaaste mensen omheen die nog snel de laatste dingetjes wouden regelen voor de ceremonie zou gaan beginnen, maar al snel bedacht Maya dat er waarschijnlijk allemaal anti-dreuzel spreuken waren uitgesproken. “Er is wel een feest, mama” zei ze “er zijn alleen allerlei spreuken uitgesproken zodat niet iedereen het kan zien” Ze zei maar niet dat alleen zij het niet konden zien. Haar ouders vonden het vreselijk dat hun dochter in zo'n andere leefomgeving zat als hun. Ze gaf haar ouders een zoen op hun wang. “Doei lieverd” zei haar moeder. “Veel plezier. En geen dingen doen die ik ook niet zou doen, hè” voegde haar vader eraan toe. “Nee pap. Ik zal geen BH over mijn hoofd trekken en rondjes gaan rennen” met een grijns dacht ze terug aan de avond dat al haar vrienden en vriendinnen naar haar huis waren gekomen om afscheid te nemen, voordat ze naar Beauxbatons zou gaan. Haar vader had een beetje teveel gedronken en was naar de kamer van hem en haar moeder gelopen. Daar had hij uit haar kast een BH gepakt en deze op zijn hoofd gezet. Zo was hij door de kamer gerend en al haar vrienden hadden zichzelf half dood gelachen. Haar vader startte de motor en reed achteruit het erf af. Maya bleef nog even staan om te zwaaien. Toen ze uit het zicht verdwenen waren draaide zich om en liep wat onzeker op de voordeur af. Blijkbaar waren alle voorbereidingen binnen klaar, want er liep niemand meer rond. Ze liep naar de voordeur en klopte aan. Ze had niet het gevoel dat het veel zin had, maar wat ze niet wist was dat Ron haar op had staan wachten en al uren door zijn raam naar buiten keek. Maya keek verbaasd op toen de deur open ging en ze keek in het lachende gezicht van Ron, dat lichtelijk rood kleurde. Even stonden ze wat ongemakkelijk tegenover elkaar. Ze hadden elkaar ook zo lang niet gezien. “Kom binnen” zei hij toen hij door had dat ze nog buiten stond. Veel tijd op te praten hadden ze niet. De deur was nog maar net achter Maya dichtgevallen toen Hermelien eraan kwam stormen. “Ron, je moeder wordt gek. Je moet haar helpen met de hapjes.” zei ze in een adem. “En waar zijn Ginny en Harry nou weer” ze liep weer door de deur waar ze net uitkwam en pakte ondertussen Ron's hand om hem mee te slepen naar zijn moeder. Hij trok een sorry-ik-kan-er-niets-aan-doen gezicht en liet zich door Hermelien meevoeren. Maya liet haar jas van haar schouders glijden en hing hem op aan een kapstok die eruitzag alsof hij ieder moment in kon stortten. Daarna keek ze in de spiegel tegenover haar en begon zenuwachtig haar jurk en haar glad te strijken. “Meisie” hoorde ze een stem met een raar accent zeggen. Ze keek achterom, maar zag niemand achter haar staan die dat had kunnen zeggen. Toen bedacht ze dat ze in het huis van een toverfamilie was en dat de spiegel waarschijnlijk zelf sprak. “Je ziet er goed uit, verpest het nou niet” Maya kon er niets aan doen en er verscheen een lach op haar gezicht. Ze liep voorzichtig naar de deur waar ze Ron en Hermelien net in had zien verdwijnen. Ze opende de deur en neimand leek te merken dat ze net binnen was gekomen. Even stond ze verbaasd te kijken naar al die mensen die heen en weer liepen en ongeduldig werden. Toen kwam mevrouw Wemel eraan. “Hallo, jij bent vast Maya” Mevrouw Wemel was een lief uitziende, ietwat mollige vrouw. Haar grote bruine ogen keken vriendelijk en ze had de zelfde rode haren als iedereen in de familie Wemel. “Ik ben Molly Wemel” stelde ze zichzelf voor. “Het spijt me heel erg, maar ik moet even verder met de laatste voorbereidingen. We praten vanmiddag vast wel even. Ik vind het super leuk dat je er bent.” en weg was mevrouw Wemel. Het leek net alsof ze helemaal geen gesprek hadden gevoerd. In die twee minuten dat ze weg was had ze Fred (of George) al uitgekafferd en het bestek op de tafels laten verschijnen. Even stond ze te kijken naar wat iedereen allemaal aan het doen was, tot ze een hand voelde die haar hand pakte en haar meesleurde naar boven. Ron was blijkbaar klaar met de opdracht die zijn moeder voor hem had en probeerde zich nu snel samen met Maya te verbergen. Ze liepen meerdere trappen op en kwamen uit op zolder. Hij opende de deur en Maya moest twee keer met haar ogen knipperen voordat ze weer wat zag. Zijn kamer was knaloranje en overal hingen posters van een, waarschijnlijk de Cambridge Cannons, zwerkbalploeg. Ook lagen er twee bedden waarvan een, bedacht ze later, vast van Harry was. Ron ging op een van de twee, waarschijnlijk zijn eigen, bed zitten. Maya ging naast hem zitten maar liet toch een klein beetje ruimte over tussen hen in. Even heerste er een ongemakkelijke stilte. Ze hadden beide geen idee hoe ze deze moesten doorbreken. Uiteindelijk begon Ron te praten. “Ik was zo blij toen ik je brief kreeg” zei hij. “I-ik dacht...” hij stopte midden in zijn zin. “Wat dacht je?” vroeg Maya geïntereseerd en vooral heel nieuwsgierig. “Ik dacht... d- dat je me niet meer wou zien” stamelde hij. Zijn oren werden, voor zover als mogelijk, nog roder en hij keek wazig voor zich uit. Maya wist niet zo goed wat ze hierop kon antwoorden en dus schoof ze een beetje naar hem toe en legde haar hoofd op zijn schouder. Opnieuw was het even stil, maar deze stilte was lang zo ongemakkelijk niet. Ron had zijn hand om haar middel heen geslagen en streelde zachtjes haar rug. “Maya, na de bruiloft ben ik een tijdje niet thuis. Ik moe-” Hij werd midden in zijn zin onderbroken door een luide knal. Maya slaakte een gil en keek naar de persoon die uit het niets verschenen was. Toen ze deze persoon eens goed in zich opnam slaakte ze opnieuw een gil. “Fre- Geo- ...” even dacht ze na. “Ach, whatever. WAT IS ER MET JE OOR” gilde ze nadat ze niet wist welke van de tweeling het was.”Aangenaam. Ik ben Freorge. Of Gred. Noem me maar zoals je wilt. Als het maar leuk is! En over dat oor, tja ik kan een lang en zielig verhaal gaan ophangen. Maar het komt erop naar dat iemand me een oortje heeft proberen aan te naaien” Hij greep even naar de plek waar normaal zijn oor had moeten zitten. “Maar blijkbaar heeft deze persoon nooit fatsoenlijk om leren gaan met een naaimachine.” Hij lachte even om zijn eigen grap, maar werd daarna weer serieus. “Ron je moet van mama naar beneden komen. De gasten beginnen te arriveren en mama geeft jou de géwéldige taak om mensen te verwelkomen.” Hij grijnsde nog even kwaadaardig naar Ron en verdween met een tweede harde knal. Ron leek niet zo blij te zijn met het nieuws en keek chagrijnig. “Niet zo boos kijken” wees Maya hem terecht. Al snel verscheen er een brede grijns op zijn gezicht. Maya stond op en trok Ron overeind. Ze pakte zijn hand en zo liepen ze de trap af. Onderaan de trap, vlak voor de deur die de trap opgang van de rest van het huis scheidde, bleef ze even staan. Ze drukte een kus op zijn lippen en deed toen de deur open, terwijl ze zijn hand los liet. Ron liep met een grijns van oor tot oor achter haar aan, maar dat zag ze niet.

Maya liep op blote voeten door het hoge gras in de achtertuin van de Wemels. Ze had haar schoenen uitgedaan, omdat ze anders niet door het hoge gras heen kwam en omdat haar voeten aardig pijn deden. Ze liet zich met een zucht vallen. De grond was lekker zacht en ze staarde naar de ondergaande zon. Haar oogleden werden zwaar en ze stond op het punt om in slaap te vallen. Een hels kabaal verstoorde haar rust en er klonken gillen op vanuit de grote tent. Niet de gezellige kreten die al de hele dag klonken, maar angstige kreten. Maya stond op en snelde zich naar de tent. Daar speelde zich een tafereel af waar zelfs haar ergste nachtmerries niet over gingen. In de tent zweefden zeker twintig dooddoeners op hun bezemstelen en vervloekingen scheerden door de ruimte. Maya bedacht zich geen moment en verdwijselde naar haar huis. Officieel mocht ze nog niet verdwijnselen en verschijnselen, maar ze vond dat in een noodsituatie als deze alles geoorloofd was. Ze drukte op de bel en haar moeder deed de deur open. Haar mond viel open en ze stamelde “Jij... Ik... Wij...” ze wees van Maya, op zichzelf op haar man en bleef toen verwonderd staan kijken. Maya stapte naar binnen en liep naar de keuken om een glas water in te schenken. Ze was blij dat ze zo snel had kunnen reageren, want met dreuzelouders was je een van de meest geliefde slachtoffers van de dooddoeners. Haar ouders kwamen nu naar de keuken en gingen aan tafel zitten. Haar moeder was geschrokken en dacht waarschijnlijk dat ze helemaal was komen lopen vanuit het Nest. Snel legde Maya uit wat verschijselen en verdwijselen was en haar moeder leek iets minder geschokt, maar dat zou snel over gaan. Maya had besloten dat ze haar ouders eindelijk zou gaan inlichten over de oorlog die er in de tovenaarswereld heerste. Over jeweetwel, de man wiens naam niemand durft uit te spreken en zijn eeuwige haat voor half- en modderbloedjes.
Myrth-

Hoofdstuk 5.

Maya's moeder had met wapperende oren naar Maya's verhaal geluisterd en zag er nu uit alsof ze ieder moment flauw kon vallen. Al het kleur was uit haar gezicht getrokken en ze keek doelloos voor zich uit. “Zo, nu weten jullie het” eindigde Maya haar uitleg. Ze dronk haar glas leeg en verdween naar haar kamer, waar ze uitgeput op haar bed plofte. Ze had Ron niet gezien in de drukte en hoopte dat alles goed met hem was. Lang kon ze er niet over nadenken. Ze was zo moe dat toen haar hoofd het kussen raakte ze ver weg in een andere wereld belandde.

Maya draaide zich kreunend om. Even bleef ze liggen, maar al snel zat ze rechtop in bed. Ze hoorde een kind zachtjes jammeren en naast haar lag een rood harige man van een jaar of vijfentwintig. Ze liep op het geluid van het kind af en kwam in een klein kamertje met een ledikant. In het ledikant lag een kindje van een jaar of een, twee. Ze had lang haar voor haar leeftijd en het was roodbruin. Iets donkerder dan de man die naast haar in bed had gelegen en iets roder dan haar eigen haar. Terwijl ze het kind voorzichtig uit haar bedje tilde en naar beneden keek zag ze dat er een enorme bult op haar buik zat. Even snapte ze het niet, maar al snel begreep ze dat ze zwanger was. En dat het meisje dat ze nu in haar armen hield waarschijnlijk háár dochter was. Maya keek geschrokken om zich heen en probeerde alles in zich op te nemen. Met het meisje op haar arm liep ze naar beneden en kwam in een klein keukentje uit. Ze zette haar in een kinderstoeltje dat wit geschilderd was en smeerde een broodje voor haar die ze gulzig opat. Ze smeerde ook een broodje voor zichzelf en probeerde even rustig na te denken over het rare tafereel wat zich hier afspeelde toen de man die naast haar in bed had gelegen in de keuken verscheen. Opeens werd het Maya allemaal duidelijk. Ze kon in een oogopslag zien dat de roodharige man niemand minder was dan Ron Wemel. Ze grinnikte even toen ze doorhad in wat voor sneue, hopeloze droom ze nu weer was beland, maar besloot er gewoon het beste van te maken. Ron drukte een kus op haar lippen en pakte ook een broodje. Even werd de ijzige stilte alleen doorbroken door het vallen van kruimels, maar al snel begon het kleine meisje te praten. “Pa-pa” zei ze. “Goedzo Tanya” zei Ron met een grijns van oor tot oor. Het meisje heette blijkbaar Tanya. 'Leuke naam' dacht Maya. “Tan-ta trinken” mompelde Tanya en ze keek naar Maya. Die stond op en pakte een beker uit de kast. Ze had geen flauw idee hoe ze wist waar alles stond, maar blijkbaar liep de droom nogal voorspoedig. Ze vulde de beker met drinken, ook dat had toevallig in het eerste kastje waar ze in keek gestaan, en gaf hem aan Tanya. Deze begon gulzig te drinken en toen de beker leeg was verscheen er een tevreden glimlach op haar gezicht. Ron was nog altijd stil geweest en had gekeken naar zijn vrouw en hun dochter. Maar nu stond hij toch op, gaf Maya een zoen op haar mond en kuste Tanya op haar wang. “Ik ben rond 6 uur thuis” zei hij tegen Maya en hij stapte de haard in. Maya pakte het meisje uit haar kinderstoel en liep opnieuw naar boven. Daar legde ze Tanya op de commode en verschoonde haar luier. Daarna pakte ze wat kleertjes uit de kast en kleedde haar aan. Zelf liep ze naar haar kamer en zocht naar kleren voor zichzelf, terwijl Tanya een paar zielige pogingen waagde om op het grote bed van haar ouders te klimmen. Maya had zich net aangekleed toen Tanya van het bed af viel. Met een snelle zwaai van haar toverstaf viel Tanya in een berg met kussens. Ze gierde van het lachen en Maya tilde haar op het bed. Ook zij begon te lachen bij het zien van het vrolijke gezicht van Tanya en zo lagen ze een tijdje blauw van het lachen om niets. Toen ze eindelijk uitgelachen waren liepen ze naar beneden en Maya probeerde Tanya haar jas aan te doen. Ze merkte op dat het meisje behoorlijk wat kracht had in die kleine armpjes van haar. Toen ze eindelijk de jassen aanhadden en Tanya in de buggy zat stapte Maya de deur uit. Ze had bedacht dat ze wel naar Ters kon gaan die, toevallig, in hetzelfde dorp woonde als Ron en zij. Toen Maya begon te lopen merkte ze dat het hartje winter was en ze kroop verder in haar jas. Ook Tanya had het koud, want haar kleine neusje werd knal rood. Ze liepen een paar minuten en kwamen toen bij een klein wit huisje aan. Maya klopte drie keer op de deur en een oudere versie van haar beste vriendin deed de deur open. Er verscheen een een glimlach op het gezicht van haar vriendin. “Maya! Kom binnen” schreeuwde Ters bijna.

Wat er daarna zou gebeuren zou Maya niet te weten komen, haar moeder had op haar deur geklopt en ze was wakker geworden. Haar moeder was weer naar beneden gegaan en Maya dacht met een glimlach terug aan haar droom. Het had zo echt geleken, misschien was het wel de toekomst. 'Doe niet zo dom' dacht ze er meteen achteraan. Ze gooide haar dekens aan de kant en pakte haar joggingbroek van de grond. Beneden had haar moeder ontbijt klaargemaakt en ze zat aan de tafel op Maya te wachten. Haar moeder wist blijkbaar niet zo goed wat ze tegen haar moest zeggen, want ze was de hele tijd stil. Maya merkte wel dat haar moeder naar haar staarde maar besloot er niets van te zeggen. Ze had wel wat beters te doen. Terwijl ze, met enige moeite, haar broodje pindakaas naar binnen werkte piekerde ze over Ron. Ze was bang dat er iets met hem gebeurd was. Toen ze haar broodje eindelijk op had rende ze met twee treden tegelijk de trap op. In haar kamer pakte ze perkament, een veer en haar inktpot. Ze doopte de veer in de inkt, maar toen bleef haar veer boven het perkament zweven. Ze wist niet zo goed wat ze moest schrijven. Het ministerie van Toverkunst was gevallen en was nu onder leiding van jeweetwel en dus zou iemand van hen alle brieven lezen. Ze moest er geen persoonlijke informatie inzetten. Niet alleen voor haar eigen veiligheid, maar ook voor die van hem. Hij was niet echt onkwetsbaar geworden door de beste vriend van dé Harry Potter te worden.

Ze zat al uren naar het perkament te staren en het was nog steeds leeg. Ze zette haar veer op het perkament en begon aarzelend te schrijven. Lieve Ron, Ik weet niet wat er gebeurde laatst. Ik heb je niet meer gezien. Ik ben veilig. Jij? Liefs Maya. Ze keek twijfelend naar het perkament. Ze had er liever wat meer op gezet. Hoeveel ze hem miste en van hem hield. Maar ze was te bang dat dat te veel informatie kon geven. Ze rolde het kleine stukje perkament op en knoop het aan de poot van haar uil. Ze stond op en deed het raam voor hem open en keek hem na toen hij de zon tegemoet begon te vliegen. Ze bleef even in het raam staan en genoot van de zon die met haar bleke wangen speelde. Ze liep naar haar kast en pakte er een strakke spijkerbroek uit, een wit shirt en witte ballerina's. Ze kleedde zich om en deed haar lange, bruine haar in een hoge staart. Ze deed wat mascara en lipgloss op en liep naar beneden. Daar legde ze een briefje neer voor haar moeder neer en verdween door de deur naar buiten. Ze had besloten om de stad in te gaan. Ze liep door het hartje van London en keek in allerlei etalages. Ze kwam ook in de straat van de Lekke Ketel, maar voelde geen drang om de tovenaarswereld te betreden. Ze liep een paar uur door de stad, zonder echt iets te zien. Toen de winkels allang gesloten waren begon Maya maar eens terug naar huis te lopen. Ze was zo bang dat er wat met Ron aan de hand was. Toen ze haar straat inliep zag ze dat haar ouders in de woonkamer tv zaten te kijken. Ze opende de voordeur en liep meteen de trap op. Ze liet zich op haar bed vallen, met haar kleren nog aan. Ze staarde naar het plafond. Ze had gehoopt dat haar uil op haar wachtte met een bericht van Ron, maar er was nog niets.
Laatst gewijzigd door Myrth- op 06 aug 2009 08:48, 3 keer totaal gewijzigd.
Myrth-

Hoofdstuk 6.

Maya zat op de fiets. Wat was ze blij dat Ters maar vijftien kilometer van haar vandaan woonde. Haar ouders waren weer aan het werk en ze zat al twee dagen alleen thuis. Ze had nog steeds niets van Ron gehoord en ze was bang dat er wat met hem was. Dagenlang had ze lusteloos op bed gelegen, maar Ters had haar wakker geschud. Ze kon wel blijven wachten in haar bed, maar daar zou de tijd niet echt sneller van gaan, dus zou ze vandaag naar Ters gaan. Ze was zo in gedachten verzonken dat ze snel had doorgefietst. Ze stond al in Ters haar straat. Ze zette haar fiets neer en drukte op de bel. Het huis zag er van buiten heel normaal uit, maar als je binnen kwam was het direkt duidelijk dat Ters haar ouders geen dreuzels waren. Overal stonden rare voorwerpen. Nu vond ze het niet zo raar meer, maar toen ze voor het eerst bij Ters was geweest was ze zich doodgeschrokken. Ters gooide de deur open en trok Maya naar binnen. Ze gingen op de bank zitten en Ters begon te praten. “Je bent eindelijk je bed uit! Ik ben zo blij dat je weer normaal doet! Er is vast niets met hem! Waarschijnlijk is die rare uil van hem gewoon dood ofzo” gilde ze. “Jaa, vast” mompelde Maya, nog lichtelijk buiten adem omdat ze zo snel gefietst had “en er bestaan ook geen andere manieren om contact met iemand te hebben ofzo. Voor zover ik weet hebben zelfs tovernaars wel meer dan eens manier om met elkaar in contact te komen.” Ters keek alsof ze een klap in haar gezicht had gekregen. Blijkbaar wist ze niet zo goed wat ze zeggen moest want de meiden waren even stil. “Oké dat is waar” zei Ters na een tijdje. Blijkbaar was het tot haar doorgedrongen dat het niet normaal was dat Ron zolang niets van zich had laten horen, zeker niet na de trouwerij. Maya had echt gedacht dat alles weer goed zou komen tussen hen. Opeens bedacht ze dat Ron haar nog wat had willen vertellen, vlak voordat Fred, of George ze was er nog steeds niet achter welke van de twee het was geweest, binnen was komen vallen. Hij had zijn zin niet meer afgemaakt, maar het leek wel alsof hij iets belangrijks had willen zeggen. Ters had ondertussen Maya's tas gepakt en had de dreuzeltijdschriften die Maya had meegenomen eruit gehaald. Ters was helemaal verslaafd aan alle drama verhalen die er altijd in stonden. Ze pakte de bovenste van de stapel en begon al snel gierend van het lachen stukjes voor te lezen. Zo lagen ze een paar uur te lachen. Maya was de tijd helemaal vergeten, totdat haar mobieltje afging. Haar moeder. 'Shit' dacht ze. Ze had niet op de tijd gelet en zag dat het al acht uur was. Ze nam haar telefoon op en haar moeder begon meteen ongerust te schreeuwen. “Maya, waar ben je! Het is al acht uur, ik ben echt super ongerust en i-” Maya onderbrak snel de preek van haar moeder. “Sorry mam, ik was de tijd een beetje vergeten, er hangt hier geen klok! Ik kom nu meteen naar huis, ik moet alleen nog wel fietsen dus het zal nog wel even duren.” “Ja ma-” “Ik kom er nu aan mam!” Snel verbrak ze de verbinding. Ze keek naar Ters en pakte ondertussen haar tijdschriften en tas. “Sorry Tersie, ik moet weg. Ik stuur je wel een uil” Ters had met haar mond open naar haar telefoon gekeken en Maya was bang dat ze erin bleef. “Je moe- jij, dat ding, HUH” gilde ze uiteindelijk uit. “Dat leg ik later wel uit, ik moet nu naar huis” riep ze. Ze stormde de deur uit en pakte haar fiets. Ze begon als een gek te trappen om wat sneller thuis te kunnen komen.

Ze was al bijna thuis. Nog drie straten en dan zou ze haar moeders preek moeten aanhoren over op tijd thuis komen en haar ongerustheid moeten aanhoren. Ze was nog maar twee straten van huis toen ze een luide knal hoorde. Ze trapte snel op de rem en keek driftig om zich heen. Het was het geluid geweest van iemand die verschijselde. Dat was wel raar, want voor zover zij wist woonde er niemand in de buurt, behalve zijzelf en Ters, die bezoek konden krijgen van iemand uit de toverwereld. Ze keek opnieuw de straat rond en zag niets verdachts. Ze wou net weer op haar fiets stappen toen er een tweede knal klonk. Ze spitste haar oren en hoorde twee mannen zacht met elkaar praten. Nu klonk er ook een derde knal. Maya begon lichtelijk in paniek te raken en klom weer op haar fiets om daarna snel weg te rijden. Ver kwam ze niet. Drie mannen in zwarte gewaden kwamen op haar af en blokkeerden haar weg. Ze voelde hoe haar adem in haar keel stokte. De mannen droegen een dooddoenersuniform en dat betekende niet veel goeds. Ze kwamen dichterbij en dichterbij en de voorste man pakte het stuur van haar fiets beet. Met grove handbeweging lagen zij en haar fiets op de grond. Ze voelde hoe een van de mannen haar arm pakte. “Vies modderbloedje” mompelde de laatste man. Ze probeerde haar toverstok uit haar zak te pakken, maar de man had haar te stevig vast en, bedacht ze, zelfs als ze erbij had gekund had ze het niet kunnen winnen van drie volwassen tovenaars. De man pakte haar nog steviger vast en ze verdwijselden. Maya had het gevoel dat haar longen werden samen geperst en hapte verwoed naar lucht toen ze op plaats van bestemming aankwamen. De man trok haar omhoog en dwong haar voor zich uit te lopen. Maya zag een gigantisch huis opdoemen, maar nog geen twee tellen later zag ze alleen maar zwart. “Sukkels” hoorde ze een lijzige stem zeggen. “Je laat een gevangene toch niet zien waar ze heen gaat” “Ohja” mompelde een dom klinkende stem. Ze liepen verder. Maya hoorde de mannen nog wat gesmoord ruzie maken, maar ze was te bang om er ook maar iets van te horen. Wat zou er met haar gaan gebeuren? Zouden ze haar gaan vermoorden. Bij het idee alleen al begon Maya te rillen. Haar nek haren stonden recht overeind en ze deed nu toch maar een poging iets van de mannen te verstaan in de hoop iets te horen over haar ontvoering. Helaas waren de mannen uit geruzied en liepen ze nu zwijgend voort. Maya hoorde een deur opengaan en werd zelf ruw een trapje opgetrokken. Ze voelde aan de warmte dat ze in een huis waren aangekomen. Ze liepen een stukje en ze hoorde een tweede deur open gaan. Ze voelde een voet in haar knieholte en verloor haar evenwicht. Ze viel en ze viel tot ze met een doffe klap op een harde, stenen vloer terecht kwam. Ze kreunde van de pijn. Ze hoorde haastige voetstappen en haar blinddoek werd afgedaan. Ze opende voorzichtig haar ogen en boven haar hing een vrolijk uitziend meisje met dof blond haar. Er zaten klitten in haar haren en haar mooie bruine ogen waren ietwat dof. Ze was magertjes en droeg kleding die ze, zo te zien, al een tijdje aan had. “Dankj-” pruttelde Maya, maar werd ruw onderbroken. “Jezus, hoe kunnen ze! Je een beetje van die trap afschoppen en je kon je niet eens verweren doordat je niets kon zien. Stelletje laffe sukkels!” dat laatste schreeuwde ze, waarschijnlijk in de hoop dat iemand haar zou horen. Ze keek bezorgd naar Maya, wiens hoofd vertrok van de pijn in haar rechter schouder. Ze krabbelde overeind en probeerde te gaan zitten. Het meisje kwam naast haar zitten en Maya keek om zich heen. Ze was in een vuile kelder terecht gekomen die enkel werd verlicht door een klein raampje. Er lagen vier gore matrassen op de grond en Maya zag dat op een van de matrassen nog een meisje lag. Ook zei leek ongeveer van haar leeftijd. Het meisje draaide zich verwoed om, maar bleef slapen en Maya zag tot haar grote verbazing dat het Loena Leeflang was. Het ietwat vreemde meisje dat twee jaar lang haar mede ravenklauwer was geweest. Ze had nooit echt met haar gesproken, maar wel altijd medelijden met haar gehad als de jongens weer eens al haar spullen verstopten. In de meest verre hoek zag Maya ook een gedaante zitten, ook al kon ze niet goed zien wie, of wat, het was. Verder was de kelder zo goed als leeg en rook het er muf. Ze kreeg het er een beetje benauwd van. Het meisje dat haar geholpen had met haar blinddoek staarde haar aan. “Ohja, sorry!” riep Maya uit toen ze doorhad dat ze zichzelf nog niet had voorgesteld. “Ik ben Maya en kan iemand me uitleggen wat ik hier doe?” vervolgde ze op een verbaasde toon. Er verscheen een glimlachje op het gezicht van het meisje. “Ik ben Avril. Ik weet niet zo goed waarom je hier precies zit, maar waarschijnlijk heb je iets gedaan wat Meneer Slangenkop niet zo leuk vond. Of een van z'n kontenlikkers natuurlijk.” Maya grinnikte na deze uitspraak. Ze snapte precies wat Avril bedoelde met de omschrijving van deze mensen en ze was het er helemaal mee eens dat die dooddoeners allemaal een stelletje kontenlikkers waren. Alsof jeweetwel honing op zijn gewaad had gesmeerd en langs de tafel van zwadderich was gerend. Iedereen die bleef plakken was een geschikte dooddoener. “Behalve mijn ouders zou ik niets weten waarom Hij mij wil straffen” antwoordde ze. Avril keek haar verbaasd aan en Maya legde uit dat haar ouders dreuzels waren. “Toch zal er nog wel iets zijn. Ben je niet een of ander lokmiddel ofzo, want als het alleen om je ouders ging hadden ze je waarschijnlijk meteen vermoord.” Dat was een uitspraak die Maya niet echt geruststelde. Haar moeder zou wel dood ongerust zijn, aangezien ze nog niet thuis was. Opeens bedacht ze dat ze haar mobieltje bij zich had, maar toen ze in haar broekzak voelde merkte ze dat deze er niet meer inzat. Ze had medelijden met haar moeder. Die was waarschijnlijk helemaal in paniek en zodra ze zouden gaan zoeken en haar fiets zouden vinden zou het fiasco compleet zijn. “Waarom ben jij hier dan?” vroeg ze aan Avril om haar gedachten van haar moeder af te leiden. “Ach, ik heb een te grote mond en ik houd me niet aan de regeltjes die Meneer Spleetneus ons opdraagt” Blijkbaar had Avril het niet zo op Jeweetwel dacht Maya grinnikend. Anders had ze vast niet van die leuke bijnamen bedacht. Vanuit de donkerste hoek in de kelder hoorde ze opeens een diepe, maar vooral boze stem. “Kunnen jullie even je kop houden. Ik probeer te slapen!” Maya keek naar de hoek en zag daar nu duidelijk de contouren van een kobold. Ze wou haar mond open doen om een gil te slaken, maar Avril drukte snel haar hand voor Maya's mond. “Laat maar. Ik ga denk ik ook slapen. Kom je ook, we hebben extra deluxe bedden” fluisterde ze schamper. Toen Maya probeerde op te staan voelde ze weer een enorme pijnscheut door haar schouder trekken. Ze beet op haar lip in een poging de pijn te verdringen en liep naar de bedden om zich vervolgens voorzichtig op een te laten vallen. Ze ging zo liggen dat haar schouder het minste pijn deed en sloot haar ogen, maar ze wist nu al dat ze de hele nacht niet aan slapen toe zou komen.
Laatst gewijzigd door Myrth- op 25 feb 2009 07:10, 1 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
RedRose
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 23 nov 2008 20:20
Locatie: In het mooie Leuven <3

Hoooi Myrth!

Ik dacht ik zal ook eens reageren.

Heel goed verhaal, je wordt er echt in meegesleept en de spanning zit er goed in.
Op het einde vind ik de humor van Avril heel sterk. Dit is een kant van Jeweetwel die Rowling niet echt belichtte, maar jij dus wel :angel

Bravo! Snel meer? :angel
I found the key to life. The lock was broken.
Myrth-

@RedRose : Bedankt voor je reactie, het is tof om te weten dat iemand het leest, haha! Ja Ave is eigenlijk ontworpen door mijn beste vriendin, maar we zouden onze verhalen laten kruisen. Dat is hem uiteindelijk niet geworden, maar ik heb Avril er wel in laten zitten omdat ik haar geweldig vind! Ik heb het dus wel deels zelf bedacht (alles wat ze zegt en doet enzo) maar haar karakter is me door mijn vriendin voorgekauwd. Naja hier het volgende hoofdstuk, enjoy!

Hoofdstuk 7.

Maya zat ondertussen al een paar dagen in de kelder en begreep nog steeds niet waarom. Ze kon echt geen betere reden bedenken dan haar ouders. Ze was erachter gekomen dat Avril erg veel op Ters leek, tuurlijk zou ze Ters nooit kunnen vervangen, maar ze hadden het wel gezellig met z'n tweeën. Iets wat de mensen die eten kwamen brengen, één keer per dag, niet konden waarderen. Er was één jongen die wel aardig tegen hun deed, maar Maya was er ook al achter waarom. Ave had haar haar herinnering laten zien.

“Draco! Ik ben er zoo klaar mee! Je bent een stomme achterbakse eikel! Dat jij graag bij dat stelletje sukkels wilt horen doe je dat maar, maar niet zolang je iets met mij hebt!” Avril knapte bijna uit elkaar van woede. Ze zat, samen met een blond harige jongen in een tuin. Ze hadden uitzicht op een groot bos, waar ze net samen doorheen hadden gelopen. “Maar..” stamelde de jongen nu. “Avril zo is het niet... Het moet van mijn vader” de jongen sloeg zijn ogen neer. “Je hebt toch een mond! Zeg je vader dat je het best vind dat hij dat wilt, maar dat jij prima voor jezelf kan beslissen wat dat betreft!” “Als het zo simpel was..” “Maar het is zo simpel! Alleen je bent een schijtlaars die niet tegen z'n pa in durft te gaan” zei Avril nu met een enigszins liefkozende ondertoon in haar stem. Even was het stil tussen de twee, maar al snel begon de blonde jongen weer te praten. “Het spijt me Ave... maar ik kan het niet” Avril keek hem aan. “Het geeft niet, het is jouw keuze. Maar ik kan zo niet langer een relatie met je hebben” ze drukte een kus op zijn lippen en stond toen op om naar het huis te lopen waar ze nooit meer terug wou komen.

Toch was Avril's wens niet uitgekomen, want ze zaten nu in hetzelfde huis als die ze in de herinnering hadden gezien. Maya herkende het huis meteen en tot Avril's grote verbazing was die avond Draco hun hun eten komen brengen. Blijkbaar wist hij niet dat Avril hier zat, want toen hij haar zag zitten werd zijn bleke huid nog een tint bleker. Avril had net gedaan alsof ze hem niet zag en ze had hem de rug toegekeerd. Toen hij weg was merkte Maya echter dat het haar niet zo koel liet als dat ze liet zien. Ze hadden uren met elkaar gepraat en Maya had ontdekt dat Avril zich geen raas wist met haar gevoelens voor Draco. Ze vond hem nog steeds wel leuk, maar ze had vroeger gezworen dat ze niet met zo iemand een relatie kon hebben. Dat haar vader de beruchtste weerwolf Vaalhaar, aller tijden was, was voor Avril al meer dan genoeg schande. Maya voelde een bepaalde soort spanning tussen Avril en Draco en ze hoopte dat het ooit wat tussen hen ging worden. Ze had niet gedacht dat ze dat ooit zou gaan zeggen, na alle streken die Draco Ron en Harry had geleverd, maar blijkbaar was hij niet zo slecht als iedereen dacht. Niet naar Avril in ieder geval en daar ging het uiteindelijk om. Het was al diep in de nacht, tenminste het leek zo want uit het kleine raampje kwam nu helemaal geen licht meer, en iedereen lag al te slapen. Alleen zij kon de slaap niet vatten. Ze miste Ron en ze dacht voor het eerst sinds ze in de kelder zat weer aan hem. Hoe zou het nu met hem zijn? Zou hij ook gevangen zitten, net als haar? Ze wist het niet en ze zou het, waarschijnlijk, de eerst komende tijd ook niet te weten komen. De deur werd open gegooid en Maya sloot snel haar ogen. Ze hoopte dat de twee stemmen die ze naar beneden hoorde komen niet doorhadden dat ze nog wakker was. “Ik snap niet waarom de Heer ze wil laten gaan, maar het scheelt mij een hele hoop rotzooi” mompelde dezelfde stem als ze op de avond van haar ontvoering had gehoord. Een tweede, onbekende, stem bromde instemmend. Ze kon de twee mannen nog net de donkere kelder in zien lopen door de dunne lichtstraal die het donkere vertrek binnendrong. Toen de twee mannen over Loena heen stonden gebogen vloog Avril overeind en rende de trap op. “STOMME SUKKEL! Waarom ben je niet bij de deur gaan staan” schreeuwde de man die haar ontvoerd had uit! De andere man haalde dom zijn schouders op en rende achter Ave aan. Deze was blijkbaar al uit het zicht verdwenen want ze hoorde de man roepen “Welke kant is ze op gegaan?” “Weet ik veel, jij bent achter haar aangerend sukkel” ze hoorde dat de andere man kwaad begon te worden. Ook hij snelde zich nu naar de trap en verdween richting het licht. Maya lag nog steeds onbewogen op haar matras en keek nu om zich heen. De dooddoeners hadden de deur open laten staan in hun haast Avril te pakken te krijgen. 'Ik kan weg!' dacht ze blij, maar toen ze was opgestaan bedacht ze zich. Áls ze al weg kon komen, wat niet heel erg vanzelfsprekend was, zou ze net zolang achtervolgd worden tot ze weer in de kelder zou zitten. Verslagen liet ze zich weer op het matras vallen en luisterde naar het gelijkmatige ademhalen van Loena, die blijkbaar niets van het hele gebeuren had meegekregen. Ook Grijphaak lag nog vredig te slapen en ook Maya probeerde weer te gaan slapen, ook al was ze bang dat Avril wat zou overkomen. Na een tijd, het leek uren te duren, viel ze eindelijk onrustig in slaap.

Maya zat al dagen alleen in de kelder. De mannen waren 's avonds blijkbaar teruggekomen en hadden Loena en Grijphaak meegenomen. Ook al had ze tijdens haar verblijf niet veel met hun gepraat, miste ze wel. Ze miste Grijphaak's onophoudelijke gemopper en Loena's gekke uitspraken. Maar wie ze toch het aller meest miste was Avril. Ook zij was niet meer teruggekomen na die ene nacht en Maya was doodsbang dat haar wat overkomen was. Misschien hadden de dooddoeners haar wel vermoord. Avril had vaak genoeg verteld dat ze zich allemaal dood ergerden aan haar gedrag, maar om de een of andere reden hadden ze haar nog nooit echt wat aangedaan. Dan rekende ze haar opsluiting in de kelder natuurlijk niet mee. Nu ze alleen in de kelder zat dacht ze weer veel aan Ron. Ze hoopte dat alles goed met hem was maar, bedacht ze later, dat zou vast wel goed komen als hij nog bij Harry was. Die wist zich altijd uit de meest rare situaties te redden. Er verscheen een lach op het gezicht van Maya toen ze terugdacht aan de nacht dat ze allemaal, in hun pyjama's, in de Grote Zaal hadden gezeten. Professor Perkamentus had hun verteld dat de Geheime Kamer gesloten was en dat de school weer veilig was. Volgens hem hadden ze dat allemaal te danken aan twee jongens.

Ze snelde zich, samen met nog een stel Griffoendors, naar de Grote Zaal. Professor Anderling had hun allemaal wakker gemaakt met de mededeling dat ze zo snel mogelijk naar de Grote Zaal moesten gaan. Maya liep naast Ters en bespraken fluisterend de reden waarom. “Zou er weer iemand versteend zijn?” fluisterde Maya. “Nee toch! Dat hoop ik niet, maar waarom zouden ze anders midden in de nacht iedereen uit bed halen. Er zal wel wat ernstigs zijn.” fluisterde Ters terug. “Je denkt toch niet dat er, net als de vorige keer dat de Kamer geopend werd, iemand vermoord is. Ik zag wel een nieuwe tekst op de muur staan. 'Haar gebeente zal altijd in de Kamer zijn' of zoiets.” Ters keek haar verschrikt aan. “Er- He- Nee toch” mompelde deze. Ze waren bij de Grote Zaal aangekomen en gingen zwijgend aan de tafel van Griffoendor zitten. Ze moesten een tijdje wachten totdat iedereen in de zaal zat, maar toen Professor Perkamentus eindelijk begon te spreken merkten ze allebei dat er niks ernstigs aan de hand kon zijn. Professor Perkamentus glimlachte en zijn stem klonk warm. “Leerlingen van Zweintstein. Ik heb heugelijk nieuws” begon hij. Je voelde de spanning van de leerlingen afglijden en er heerste nu een meer ontspannen sfeer in de zaal. “De Geheime Kamer is gesloten. Er zij-” verder kwam hij niet, want er klonk oorverdovend gejuich in de Grote Zaal. Maya was bang dat, als ze nog harder zouden gaan schreeuwen, de dreuzels in het dichtstbijzijnde dorpje hun konden horen. Iedereen was opgestaan en schreeuwde zijn longen uit zijn lijf, alleen aan de tafel van Zwadderich heerste een ietwat bedompte sfeer. Ze zaten allemaal nog op hun plaats en keken ietwat nors voor zich uit. Zij hadden het wel leuk gevonden dat hun school gezuiverd werd van, wat zij gespuis of bloedverraders noemden , halfbloeden en mensen die dreuzel ouders hadden. Professor Perkamentus keek het even aan en glimlachte naar de leraren. Na enige tijd gebaarde hij toch met zijn handen dat iedereen even stil moest zijn. “Dit hebben we allemaal te danken aan Harry Potter en Ron Wemel” Maya zocht als een razende met haar ogen de tafel van Griffoendor opzoek naar Ron. Daar zag ze hem zitten, naast Harry. Ze waren allebei knalrood geworden en zagen er erg schattig uit. Opnieuw begon iedereen te applaudisseren en verschillende mensen klopten Harry en Ron op hun rug of omhelsden ze. Blijkbaar was Professor Perkamentus nog niet uitgesproken, want hij gebaarde opnieuw met zijn handen en de zaal werd weer stil. “Dankzij hun moed is het monster dat zich in de Kamer schuilhield weg en zal ook nooit wederkeren. De mensen die versteend waren worden op dit moment geholpen en zullen dus ieder moment bij kunnen komen. Ik vind al di-” deze keer waren het niet de leerlingen die Professor Perkamentus stoorden in zijn toespraak. De deuren van de Grote Zaal werden open gegooid en in de deur opening stond het enorme lichaam van de jachtopziener Hagrid. Iedereen keek naar hem en, terwijl hij richting de oppertafel begon te lopen, verontschuldigide hij zich tegen over de Professor. Hij bleef bij Harry en Ron staan en zei iets wat ze niet goed kon verstaan, maar ze zag hoe de twee jongens hun magere armpjes om het brede lichaam van Hagrid sloegen. Ook andere mensen begonnen nu hun armen om Hagrid te slaan en al snel had iedereen zijn of haar armen om elkaar heen. “Rustig, rustig. Der is genoeg Hagrid voor jullie allemaal” riep hij verlegen. Toen Hagrid weer stil was deed Perkamentus een vierde poging om zijn verhaal te vertellen. Terwijl Hagrid naar de oppertafel liep ging praatte hij verder. “Waar was ik, ohja. Ik vind dat dit alles een goede reden is voor een pyjama feestje en voordat ik het vergeet, door alle drukte worden de examens dit jaar afgelast” De hele zaal knalde bijna uitelkaar van al het lawaai dat de honderden leerlingen maakten. Nu ook de Zwadderaar's mee schreeuwden hadden ze met z'n allen wel een lawine kunnen veroorzaken.

Ze zag het lieve, rode gezichtje van Ron al weer helemaal voor zich. Wat had hij, toen ze samen in zijn kamer zaten, veel geleken op vroeger. Er waren maar weinig dingen veranderd aan Ron en alles dat veranderd was, was er absoluut niet slechter op geworden. Maya staarde met een grijns naar het plafond. Ze hoorde een knal en de deur werd open gegooid. Terwijl Maya verwoed met haar ogen knipperde om haar ogen tegen het plotselinge licht te beschermen zag ze een gedaante naar beneden vallen. Even dacht ze dat deze persoon hetzelfde was overkomen als wat haar enige weken geleden was overkomen, maar toen de gedaante met een lach omhoog sprong en Maya in haar ogen kon kijken, maakte haar hart een sprong van blijdschap.
Gebruikersavatar
RedRose
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 23 nov 2008 20:20
Locatie: In het mooie Leuven <3

Ik moet eerlijk toegeven dat ik dit echt een prachtverhaal vind. Ik vind het echt geweldig om eindelijk eens een keer de nadruk te zien op Ron en niet op Harry XD En dan nog op zo'n mooie manier. Echt heel goed gedaan :super

Komt er binnenkort nog een vervolgje *kijkt bedelend* :liefde
I found the key to life. The lock was broken.
Myrth-

hee,
gaaf dat je het zo leuk vind! het is echt alweer te lang geleden dat ik its gepost heb, sorry. ik zit alleen een beetj vast met het komende hoofdstuk. ikmoet eigenlijk het boek herlezen, maar dat vergeet ik aldoor. ik zal meteen beginnen met het volgende hoofdstuk, maar alvast sorry als het niet helemal paralel loopt aan het boek!
xx
Myrth-

Heee,
het is echt heel erg lang geleden dat ik gepost heb, maar mijn laptop is een tijd geleden afgepakt en ik heb hem nog maar een paar dagen terug. Ik ben al weer bezig met schrijven, maar zoals ik al eerder vermeld had loop ik een beetje vast, haha.
ik ga in ieder geval snel weer een stukje posten en dan hoop ik dat er nog mensen zijn die het lezen
Liefs
Myrth-

Oké eindelijk maar toch een nieuwe post van het verhaal, enjoy (:

Hoofdstuk 8.

Maya keek recht in het blije gezicht van Avril. Ze sprong op, rende naar haar toe en sloeg haar armen om haar heen. Ze voelde hoe Avril's armen zich om haar middel sloegen en ze bleven even in deze houding staan. Toen Avril's greep verslapte en ook Maya losliet begon Avril te vertellen. “Weetje dat je echt vreselijk goed verstopt zit. Ik zit al dagen boven. Nadat ik de kelder uit was gekomen herkende ik de gangen wel weer. Toen ben ik naar Draco's kamer gerend en ben bij hem in bed gekropen!” Maya begon hard te lachen. Ze zag het verbaasde gezicht van Draco al helemaal voor zich. Grinnikend ging Avril verder. “Die schrok zich natuurlijk helemaal dood, maar hij zorgde er wel voor dat ik niet meer in de kelder hoef. Alleen wel jammer dat ik er ook niet meer in mag. Want ik mis je!” Avril sloeg opnieuw haar armen om Maya heen voordat ze verder ging met haar verhaal. “Ik heb dagen naar je gezocht, maar ik kon nergens de goede deur vinden. En ik kon ook maar een halfuurtje per dag zoeken, want dan was er niemand thuis. Ik moet eigenlijk zo weer naar boven, maar ik beloof je dat ik weer terug kom!” Avril liep de trap op en na Maya nog een laatste bemoedigende glimlach te schenken, verdween ze door de deuropening. Maya ging weer op haar oude plekje op het verrotte matras zitten.

Avril kwam elke dag een halfuur bij Maya om te praten, maar er waren nog genoeg uren over dat er niemand was en dat Maya dus ongestoord na kon denken. Opnieuw stroomden de gedachten door haar hoofd, maar deze keer was het niet Ron aan wie ze dacht. Ze dacht aan haar ouders, die waarschijnlijk helemaal kapot waren van verdriet nu Maya weg was en ze niet wisten waar ze uithing. Ze wou hen zo graag laten weten dat ze nog leefde en dat ze in redelijk goede staat verkeerde, maar ze zag geen mogelijkheid om het voor elkaar te krijgen. Opeens slaakte ze een kreet en schold zich inwendig verrot dat ze daar niet eerder aan had gedacht. Avril zat nu boven en kon vast wel een uil naar haar ouders sturen! Nu ze eindelijk een oplossing had bedacht voor haar probleem kon ze helemaal niet meer wachten totdat Avril weer kwam. Ze tikte ongeduldig met haar schoenen op de grond en begon zachtjes te neuriën. De deur van de kelder ging open en Maya sprong op om Avril te begroetten, maar het was niet Avril die naar beneden kwam. Eigenlijk was het ook niet een persoon, het waren drie personen. Toen de laatste in het licht verscheen maakte Maya's hart een sprongetje van geluk. Ron stapte onder dwang de trap naar beneden en werd gevolgd door een of andere dooddoener. Maya stapte gauw terug de schaduw in en ging weer op haar matras zitten, waar ze haar amper konden zien. Ron, Harry en Hermelien stonden eindelijk onderaan de trap en nadat de dooddoener nog enkele hatelijke verwensingen naar ze gefluisterd had verdween hij weer naar boven. De drie begonnen meteen te fluisteren in de veronderstelling dat ze alleen waren. Maya kuchte zachtjes en ze vielen stil. “Wie is daar!” galmde nu de stem van Harry door de echoënde ruimte. “Stt, zachtjes! Anders krijgen we een week geen eten.” zei ze daarom snel. “Wie ben je, je stem komt me bekend voor” deze keer was het Hermelien's stem, maar toch hoorde Maya Ron zachtjes mompelen “Nee, dat kan niet” “Jawel, ik ben het. Maya! Ik ben blij dat jullie er zijn, ik zit al een paar week in mijn eentje. Avril komt wel eens langs om te praten, maar daar houd het ook op.” “Maya!” schreeuwde Ron nu. Nog voordat Maya had kunnen waarschuwen dat hij zachtjes moest gaan ging hij verder met zijn verhaal. “Ik heb je een heleboel uilen gestuurd maar ik hoorde niets van je! Ik wist dat er iets met je was!” Hij liep voorzichtig naar haar toe en ging naast haar zitten op het harde matras. Ze kroop dicht tegen hem aan en voelde hoe hij zijn arm om haar heen sloeg. Ook Harry en Hermelien liepen hun kant op en gingen samen op het andere matras zitten. “Hoe zijn jullie hier nou weer terechtgekomen?” vroeg Maya om de stilte te verbreken. “Nou aangezien Harry Voldemort's grootste vijand is, Ron's familie bloedveraders en ik een modderbloedje vinden ze ons geloof ik niet zo heel erg aardig” zei Hermelien met een flauwe grijns om haar mond. Maya keek haar verbaasd aan. “Ben jij ook van dreuzelouders? Dat wist ik helemaal niet!”

Uren hadden ze zitten praten zonder moe te worden, over de reis die Harry, Ron en Hermelien gemaakt hadden en over hoe Voldemort langzaam aan de hele tovenaarswereld in zijn macht kreeg. Toch begonnen haar ogen langzaam zwaarder te worden en uiteindelijk was ze op Ron's schoot in slaap gevallen.

Ze schrok wakker toen de deur werd opengegooid en de stem van Avril door de ruimte schalde. 'MAYA! WAKKER WORDEN'. Ze ging langzaam rechtop zitten en liep naar de trap. 'Sssht, er zijn nieuwe mensen en die liggen nog te slapen sukkel.' Avril keek om zich heen en kreeg Ron, Harry en Hermelien in het oog. 'Ohja, Draco vertelde al dat ze drie bekenden van hem hadden gepakt, ik had alleen niet gedacht dat zij het waren. Hij mocht er niet over praten zei hij, dus ik heb verder maar niets gevraagd”. “Ik ben zo blij dat ze er zijn”! “Haha, ja dat weet ik toch, ik kwam alleen even vertellen dat ik een tijdje niet naar beneden kan komen, Draco is gewond geraakt en kan dus niet meer mee als ze op een missie gaan, daarom wil hij nu allemaal dingen met mij gaan doen. Die jongen is echt head over heals man! Dat had ik echt nooit verwacht” Maya grinnikte en omhelsde Avril stevig. “Ik zie je snel weer, maar het is nu ook niet meer zo erg om hier te zijn” zei ze met een lach van oor tot oor op haar gezicht. Avril gaf haar een plagend duwtje en liep toen weer de trap op om daarna te verdwijnen door de deur en deze achter haar te sluiten. Ze hoorde achter zich iemand ontwaken en liep weer terug naar de matrassen. Hermelien was rechtop gaan zitten en wreef in haar ogen. “Goeiemorgen! Lekker geslapen?” vroeg Maya. Ze was er gister achtergekomen dat Hermelien helemaal niet zo vreselijk was als ze vroeger dacht. “Nou, lekker geslapen zou ik een groot woord vinden” grinnikte deze en ze stond nu op om zich vervolgens uit te rekken. “Wat een vreselijke bedden zeg, ik ben niet verwend ofzo, maar de bedden in onze tent zijn toch een stuk beter” Maya lachte en dacht aan haar eigen bed thuis, wat had ze daar nu graag in gelegen.

Ze zaten al een aantal dagen opgesloten in de kelder en vermaakten zich prima. Harry had haar in vertrouwen genomen en over zijn opdracht verteld. De opdracht die hij van professor Perkamentus had meegekregen. De opdracht om alle zeven Gruzielementen die Voldemort gemaakt had te verwoesten. Ze hadden urenlang gepraat en Maya had geprobeerd ze zoveel mogelijk te helpen. Ze hadden uren gedicusierd over de verschillende schuilplaatsen van de Gruzielementen en wat het voor voorwerpen konden zijn. Het was inmiddels al weer avond en Ron had net de uitsteker laten klikken, waardoor de voorbollen terug sprongen, toen er iemand op de deur klopte. Maya herkende zijn stem meteen, het was de onzekere stem van Draco Malfidus. “Ga allemaal tegen de muur staan en verroer je niet! Ik kom nu binnen” hij had zijn zin nog niet uitgesproken of hij kwam al binnen. Hij had de lamp aangedaan en liep direct naar Hermelien. “Mijn lieve tante wil je even spreken” zei hij met een grijns en pakte Hermelien ruw bij haar arm en trok haar mee door de deur. Ze kon de achtergeblevenen nog snel een bemoedigende grijns geven voordat ze uit het zicht verdween.

“WE HEBBEN HET NIET GESTOLEN! WE ZIJN NOOIT IN UW KLUIS GEWEEST!” “LIEG NIET VUIL MORMEL” “IK ZWEER HET! HET IS EEN VERVA- AAAAAAAAAAAAAAAAH” Opnieuw hoorden ze Hermelien een enorme pijnkreet slaken en hoorden ze Belatrix van Detta akelig lachen. “Nou vies modderbloedje, heb je er eindelijk genoeg van? Ga je me nu dan eindelijk vertellen hoe jullie mijn kluis binnengedrongen zijn?” “Ik heb het toch al gezegd” klonk Hermelien haar stem nu een stuk zwakker dan voorheen. “Valhaar! Haal die kobold op uit de kerker, we zullen wel eens zien wie de waarheid spreekt” “Uhm..” stamelde deze, maar wel hard genoeg om het in de kerker te kunnen horen. “Mevrouw Bellatrix, we moesten de kobold laatst verplaatsen naar een andere berg plaats, maar ik zou hem daar voor u kunnen halen.” “Neehoor, dat hoeft niet. Ik martel dit modderbloedje gewoon net zo lang totdat ze toegeeft dat ze in mijn kluis in Goudgrijp zijn geweest” Ze had haar zin nog niet uitgesproken toen er opnieuw een enorme pijnkreet van Hermelien klonk. “HERMELIEN!” riepen Harry en Ron in koor. Maya vond het ook heel erg, maar snapte hoeveel pijn het de jongens moest doen om hun beste vriendin zoveel pijn horen te lijden. Ze zou er niet aan willen denken hoe ze zich zou voelen als het Ters was die daarboven gemarteld werd. Of Avril.. “Wat is dat gegil vanuit de kerker? Wormstaart kijk jij even waarom de gevangenen denken dat ze zo'n kabaal kunnen maken?” Ze hoorden gehaaste voetstappen op de trap, terwijl Bellatrix van Detta gewoon door ging met het martelen van Hermelien. Ron klikte een keer met zijn uitsteker waardoor de kelder weer donker werd en niet lang daarna werd er weer op de deur geklopt. “Ga allemaal tegen de muur staan en verroer je niet. Ik kom nu binnen” zei een pieperige stem die Maya niet herkende, maar ze zag dat de jongens hem maar al te goed kenden. Toen de man binnenkwam sprongen Ron en Harry boven op hem. “Hallo Schurfie” zei Ron met een diepe ondertoon van haat. “Lang niet gezien maatje” Maya dacht aan de rat die Ron altijd gehad had, genaamd Schurfie, maar ze snapte absoluut niet waarom hij deze man zo noemde. Veel tijd had ze niet om na te denken, want er werd een toverstok naar haar gegooid. Snel mikte ze deze op zijn oorspronkelijke eigenaar en sprak een verlammingsspreuk uit. De man lag stokstijf en de jongens gingen van hem af. Ze sleepten hem naar buiten en legden hem daar neer. Harry rende meteen naar boven maar Ron keek nog even om naar Maya. “Mag ik de stok? Blijf hier, hier ben je veilig. Ik beloof je dat ik je binnenkort kom halen! Heb vertrouwen.” en daarna verdween ook hij naar boven.
Myrth-

Hoofdstuk 9.

Maya had slecht geslapen van het vele kabaal dat zich boven afspeelde, maar was gerustgesteld toen ze de dooddoeners hoorden vloeken omdat Harry, Ron en Hermelien ontsnapt waren. Ze baalde alleen wel dat ze van Ron hier had moeten blijven. Blijkbaar gaven de dooddoeners haar de schuld van de ontsnapping van Harry, Ron en Hermelien want ze waren nog niet langs geweest met het eten, terwijl het daar nu wel ongeveer tijd voor had moeten zijn. Haar maag rommelde al een aantal dagen, want het eten dat ze voorgeschoteld kreeg was niet echt veel en voedzaam, maar toch was ze blij met ieder hapje dat ze kreeg.

De volgende dag kreeg Maya bezoek van Avril. Nog nooit was ze zo blij geweest met een bezoekje van haar vriendin en ze had ook nog nooit zo genoten van een simpel gebakken eitje op brood. Avril vertelde dat Lucius helemaal gestresst was na de ontsnapping van de drie en dat iedereen elkaar de hele dag afbekte in huize Malfidus. Maya grinnikte en ook Avril kon haar grijns niet onderdrukken. “Heb jij gezien hoe ze weggekomen zijn dan?” vroeg Maya geïnteresseerd, want ze was wel benieuwd hoe ze het voor elkaar hadden gekregen. “Nee, ik moest van Draco op mijn kamer blijven” zei ze op een schampere toon. “Ze zeggen dat Voldie er ook was” “Heb je er al over nagedacht dat je daarom misschien niet bij mocht zijn. Ik denk niet dat Hij erg blij zal zijn als hij ziet dat de Malfidussen jou in huis hebben genomen. Het zal hun reputatie flink schaden als ze iemand in huis hebben die hun grote meester 'Meneertje Spleetneus' noemt denk je wel?” Avril keek haar even raar aan en haalde toen haar schouders op. “Tja, misschien heb je wel gelijk ja...” mompelde ze daarna en Maya begon te lachen bij het zien van Avril's schaapachtige blik. Ze praatten nog even over Avril's leven boven in de villa en over hoe Maya het had gehad met Ron. Nadat Avril wegging baalde ze dat ze nog over Ron begonnen was. Ze had gehoopt dat ze snel weer terug zouden komen om haar te bevrijden, maar blijkbaar hadden ze het te druk. Terwijl ze weer begon na te denken over de gesprekken die ze 's nachts gevoerd hadden over de Gruzielementen werd er zachtjes op de deur geklopt. Ze verstijfde toen het magere gelaat van Lucius Malfidus in de deuropening stond. Hij had hun een keer eten moeten brengen en daar had Loena een bloedneus aan overgehouden. Hij vond haar een brutaal mormel en had haar geslagen. Verassend genoeg maakte hij geen rare opmerkingen. “Heb je haar Lucius?” ze hoorde een onozele stem tegen hem praten. “Ja ik heb haar” zei Lucius, maar met een veel minder kille stem dan ze van hem gewend was. Zijn stem klonk, om de een of andere reden, veel warmer dan normaal. Alsof hij gevoel had. Hij pakte haar voorzichtig bij haar arm en trok haar mee. Hoe dichter ze bij de man boven aan de trap kwamen, hoe steviger de greep om haar arm werd. In de hal zag ze Avril bovenaan een trap staan. “WAT GA JE MET HAAR DOEN” gilde deze. Lucius leek even van deze vraag te schrikken, maar besloot geen antwoord te geven en door te lopen. Hij trok Maya mee door de voordeur en ze werden nog steeds gevolgd door de tweede dooddoener. “Kwast, laat maar. Ik kan dit meisje wel alleen aan. Ga jij maar naar de kelder en ruim Pippeling op.” zei hij. Maya begreep niet helemaal wat Lucius bedoelde met 'Pippeling opruimen' maar het interesseerde haar ook niet echt. Ze was veel te bang voor wat haar te wachten stond. Nadat de man genaamd Kwast weer richting Villa Malfidus liep verslapte Lucius zijn greep weer en trok haar voorzichtiger dan eerst naar het bos dat nog op hun landgoed stond. Bang voor wat komen zou liep Maya met hem mee en bereidde zich voor op haar dood. Ze waren bij de rand van het bos aangekomen en hij keek haar aan. Ze durfde niet terug te kijken en staarde daarom stug de andere kant uit. “Wat ga je met me doen?” vroeg ze op een toon die liet merken dat het huilen haar nader dan het lachen stond. Lucius antwoordde niet en keek onrustig om zich heen. Ze liepen verder en verder het bos in en elke vijf seconden keek hij onzeker om.

Na een aantal minuten vond hij blijkbaar dat de kust veilig was, want hij pakte haar arm weer wat steviger vast en verdwijnselde toen. Maya had het gevoel alsof ze geen lucht meer kreeg en toen ze haar ogen weer opende wist ze niet zeker waar ze was. Het enige wat ze wel besefte was dat ze weer in een bos aan waren gekomen en dat Lucius veel minder gestrest overkwam. Hij liet zijn arm zakken en pakte voorzichtig haar hand. Maya keek hem geschrokken aan. “Wat moet je” fluisterde ze hatelijk. Ze had niet gedacht dat ze ooit zo naar een dooddoener zou durven praten, maar blijkbaar maakte het haar niet meer uit nu ze wist dat ze zou gaan sterven. Lucius keek haar verlegen aan en begon zachtjes te fluisteren. “Ik ben blij dat je veilig bent” en boog zich voorover om een kus op haar wang te drukken. “GADVER VIESPEUK” riep Maya woedend en liet haar linkerhand met een harde klap op zijn wang neerkomen. Daarna begon ze op goed gevoel te rennen. Ze had geen idee waar ze was en waar ze nu heen ging, ze wist alleen dat ze weg wou van die engerd. “Maya, wacht” hoorde zich achter zich en dat bevestigde haar voor gevoel dat hij haar zou gaan volgen. Ze was totaal kansloos, hij zal nu waarschijnlijk de Avada Kedavera gaan gebruiken. Ze had geen stok en kon zich dus niet weren. Zo zal ze sterven. Vluchtend voor een dooddoener in een groot onbekend woud, waar niemand haar ooit terug zal vinden. Ze bleef abrupt stil staan en draaide zich met gesloten ogen om naar haar tegenstander. “Dood me dan” riep ze en ze wachtte af. En wachtte maar de klap bleef uit. Ze opende voorzichtig haar ogen en zag Lucius gezicht vertrekken van de pijn. Zijn huid begon raar te kronkelen en zijn haar viel in bosjes uit. Met een geschrokken uitdrukking op haar gezicht bleef Maya staan kijken hoe Lucius kreunend van de pijn op de grond lag.
Myrth-

Hoofdstuk 10.

Ze liep voorzichtig naar de man toe die schokkend op de grond lag. Terwijl ze naar hem keek zag ze hem langzaam veranderen. Zijn neus werd langer en zijn gezicht boller. En tot haar verwondering werd zijn haar kort en rood. Toen begreep Maya het. Ze rende dichter naar hem toe en knielde naast hem neer. Het schokken was gestopt en op de grond lag Ron lichtelijk na te hijgen. “Sorry, ik wist niet dat jij het was!” fluisterde ze zachtjes. “Geeft niet, het is alleen maar goed dat je me niet herkende, alleen ik was het zelf even vergeten” zei hij terwijl zijn wangen licht roze kleurden. Maya begon te lachen en drukte voorzichtig een kus op zijn lippen. Ron stond voorzichtig op en pakte daarna Maya haar hand om haar verder door het nieuwe bos te loodsen. “Waar gaan we heen?” vroeg deze op haar beurt. “Kan ik nu niet zeggen, we kunnen overal afgeluisterd worden. Een eindje verderop stond Hermelien. Ze liep langzaam op de twee af en omhelsde Maya, die vervolgens haar armen voorzichtig om Hermelien heen sloot. “Ik voelde me zo schuldig toen we jou daar moesten achterlaten. Helemaal nadat we zoveel gepraat hebben in de kelder.” mompelde ze. “En waarom duurde het zo lang?” vroeg ze daarna op een lichtelijk bestraffende toon aan Ron. “Ik.. tja” Ron liep lichtelijk rood aan en keek snel de andere kant uit. “Maakt ook niet uit, we moeten snel terug gaan naar de tent, want Harry ging proberen te koken toen ik wegging dus hij zal de boel al wel aan het af fikken zijn. Ze draaide zich om en begon op een redelijk hoog tempo te lopen. Ron en Maya moesten bijna rennen om haar te konden volgen en na tien minuutjes lopen kwamen ze op een klein open plaatsje. Hermelien en Ron wisten blijkbaar waar ze heen moesten, maar Maya zag alleen maar een lege ruimte. “Uhm..” zei ze daarom weifelend, bang om nogal onnozel over te komen. “Waar gaan we heen, jullie hadden het over een tent maar ik zie geen tent” “Maar natuurlijk zie jij geen tent” Hermelien sloeg zichzelf voor haar hoofd en begon na te denken. “We hebben verscheidene spreuken over de tent en het gebied eromheen zodat niemand ons vinden kan, maar nu kun je er dus ook niet in. Even denken hoor” Hermelien begon heen en weer te ijsberen en dacht diep na. Blijkbaar had ze iets bedacht, want ze begon met haar toverstok te zwaaien en zachtjes te mompelen. Na een paar minuten zag Maya een kleine versleten tent tevoorschijn komen en ze vroeg zich hardop af hoe ze er met zijn drieën, en nu dus met zijn vieren, in moesten passen. Ron grinnikte en zei toen “Niet alles is wat het lijkt Maya” en hij ging haar voor de tent in. Maya wou ook de tent in stappen, maar keek toen achterom naar Hermelien. “Ga je niet mee?” vroeg ze. “Jawel, ik kom er zo aan, ik moet alleen de beveiliging weer even aanscherpen” en opnieuw begon ze rare woorden te mompelen. Maya stapte gebukt de tent in en dacht dat haar ogen eruit zouden vallen van verbazing. De tent was absoluut niet zo klein als ze gedacht had toen ze hem van buiten had gezien. In de tent zat een redelijk ruime leefruimte met een aangrenzend keukentje. Aan de linkerkant was een slaapruimte en een ruimte dat waarschijnlijk de badkamer moest zijn. Aan de rechterkant zat ook nog een slaapruimte, maar deze was kleiner dan de linker. De inrichting was nogal ouderwets, maar had ook wel weer iets knus. En de keuken was ook wat oudbollig maar je kon er makkelijk met twee mensen staan te koken. Er klonk een luide knal en Maya hoorde Harry kuchen. Boven het keukentje hing opeens een enorme rookwolk en Maya snelde zich er naar toe. Ze zag dat Harry had geprobeerd een ei te bakken voor hun, maar had deze zolang op het vuur laten staan dat ie helemaal zwart was geworden. “Kom maar” zei ze daarom vriendelijk en ze drukte Harry voorzichtig opzij. Harry, die iedere manier om uit de keuken te kunnen vluchten een goede manier vond, plofte naast Ron neer op een van de oude fauteuils. Maya keek wat in de kastjes rond en begon verschillende dingen in de pannen te gooien.

Na een half uurtje zaten de vier jongeren aan de eettafel, gezellig kletsend hun eten naar binnen te werken. “Oké Maya, je mag blijven. Zo lekker hebben we al tijden niet gegeten” zei Harry verrukt. “Pardon” zei Hermelien verontwaardigd. “Ik doe anders hartstikke mijn best om lekkere maaltijden op tafel te zetten, maar als je elke dag stank voor dank krijgt ben je daar ook wel zat van” “Ja Hermelien, jij kan ook goed koken” begon Ron zich nu in de discussie te mengen “maar je moet toegeven dat Maya verrukkelijk kan koken” “Ja het is wel erg lekker inderdaad” zei Hermelien zonder Harry aan te kijken. Maya grinnikte. Ze had een simpele pasta gemaakt, als ze echt eens uitgebreid zou gaan koken zouden ze waarschijnlijk helemaal gek worden. “Nou ik wil prima voor jullie koken hoor, als ik maar niet een of andere huiself word” Hermelien deed haar mond al open om wat over Maya haar opmerking te zeggen toen Harry er gauw tussendoor kwam. “Ja Hermelien, huiselfen hebben ook rechten en waarschijnlijk bedoelde Maya het helemaal niet verkeerd” Hermelien deed haar mond weer dicht en keek Harry opnieuw verontwaardigd aan. Zwijgend aten ze hun borden verder leeg en na het eten praatten ze nog een tijdje over de ontsnapping van Maya. “Ik had echt niet door dat jij het was! Naja, ik merkte wel dat Lucius anders was dan zoals ie ooit bij ons in de kelder is geweest, maar ik was echt bang dat hij, je bedoel ik, me ging vermoorden” “Nooooit!” riep Ron geschrokken uit alsof hij bang was dat Maya nog steeds dacht dat hij haar zou gaan omleggen. Maya schonk hem een lieve glimlach en stond toen op om de tafel af te ruimen. Hermelien liep met haar mee naar de keuken en samen deden ze de afwas, daarna ploften ze naast Harry en Ron op de banken. Maya vleide zich tegen Ron aan en hij sloeg zijn arm om haar heen. Hermelien had inmiddels haar boek weer gepakt en begon te lezen, terwijl Harry in de krant opzoek was naar verdachte berichten. Ron zat echter gewoon met zijn ogen gesloten naast haar en had een kleine glimlach op zijn gezicht.

Maya was alweer vijf dagen bij het drietal en ze hielp hun veel. Als ze weg waren zorgde Maya ervoor dat er lekker eten op tafel stond als ze terug kwamen. Ze had wel mee gemogen, maar ze vond het heerlijk om hun te helpen met het huishouden. En ze had al helemaal geen zin om weer gevangen te worden genomen door een stel dooddoeners. Ook nu zat ze op de bank met een van Hermelien haar boeken op schoot. Ze was helemaal in het boek verdiept toen ze buiten opeens iets hoorde. Een zacht geritsel en, toen ze wat beter luisterde, vleugel slagen. Ze stak haar hoofd om de hoek van de tent en zag een grote kerkuil rond het gebied zweven waar de tent stond. Uiteindelijk liet de uit de brief maar vallen en verdween weer door het dichte bos. Maya keek angstig om zich heen om te zien of er niemand in de buurt was en stak daarna haar hand door de beveiliging om de brief te pakken. Ze liep snel weer naar binnen en zag toen pas dat de brief aan haar geadresseerd was. Ze had verwacht dat het voor een van de anderen was, maar opende nu snel de envelop.

Hee Maya,
Ik hoop niet dat ik je in problemen breng door je te schrijven, maar ik moest gewoon even weten of je veilig bent. Ik zag je door Lucius weggeleid worden, maar weetje wat het rare was? Nog geen vijf minuten later kwam hij terug, maar kon zich helemaal niet herinneren dat hij je had weggebracht. Ik zou graag nog veel meer willen schrijven, maar dat lijkt me niet verstandig aangezien de kans groot is dat ook deze brief gelezen gaat worden door het hele ministerie.
Groetjes van mij
ps. Vergeet niet dat Draco roze sokken heeft


Maya grinnikte toen ze de laatste regel van de brief las. Veel mensen zouden er niets van snappen, maar zij begreep nu dat deze brief van Avril kwam. Ze ging meteen opzoek naar een stukje perkament, inkt en een ganzenveer, maar kon deze nergens vinden. Ze kon wel op de achterkant van het perkament dat Avril had gestuurd schrijven, maar schrijven ging een beetje moeilijk zonder schrijfgerei. Na tien minuten zoeken had ze besloten dat ze ze niet meer zou gaan vinden en ging weer op de bank liggen, om vervolgens langzaam in slaap te vallen.

“Wat doet u hier?” riep haar moeder verschrikt naar een persoon met een grote zwarte kap op. “Waar is Maya?” vroeg de man dreigend. “Ik weet het niet, ik weet het niet. Ze is al maanden weg” “Lieg niet tegen mij” zei de man en enkele seconden later trok hij zijn staf. “Crucio” en ze hoorde haar moeder gillen van de pijn. Na enkele seconden hief de man de spreuk weer op en vroeg opnieuw waar Maya was. “Ik weet het echt niet” snikte haar moeder nu. “Denk er maar eens goed over na! Morgen kom ik dezelfde vraag opnieuw stellen.” Haar moeder lag verslagen in een hoekje van de kamer te huilen en de man verliet hun huis.

Maya schrok wakker. Ze keek om zich heen en zag dat ze nog steeds in de tent was. Wat als ze echt naar haar ouders zouden gaan, omdat ze haar zochten. Dan zaten ze nu in problemen, waar ze helemaal niet bij horen te zitten. Maya begon te ijsberen en dacht na over een manier hoe ze thuis kon komen. Ze dacht zo na dat het geluid van haar krakende hersenen het geluid van fluisterende stemmen liet vervagen.
xxmariekexx
Nieuw
Nieuw
Berichten: 2
Lid geworden op: 09 aug 2009 00:38

wwaaauuuww , ik voel dat dit echt gebeurd is .. :shock:
je weet het al maar toch ik vind het echt een super verhaal!
Gesloten

Terug naar “Onafgemaakte Fanfictie”