Het Hart

Hier kun je verhalen vinden waar langer dan een half jaar niet aan geschreven is of op gereageerd. De verwachting is dat deze verhalen niet meer afgemaakt worden. Staat jouw verhaal hier en wil je verder schrijven? Neem dan even contact op met één van de moderators, dan wordt je verhaal teruggezet.

Wat vinden jullie van mijn verhaal?

Heel erg goed!
1
17%
Zeer goed
3
50%
Goed
0
Geen stemmen
Gemiddeld
2
33%
Slecht
0
Geen stemmen
Heel erg slecht
0
Geen stemmen
 
Totaal aantal stemmen: 6
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

Nieuw stukje. Romy bedankt voor je motiverende reactie. (Ik moet wel zeggen dat je eigenlijk aan het spammen bent volgens de regels)
_____________________________________________________________________________
Nadat hij zich had afgedroogd en aangekleed, liep hij de trap af . In de keuken was het nog donker, ook al was het buiten al licht. John opende de rolluiken en licht vulde de keuken. Vlug smeerde hij vier boterhammen met boter en belegde ze met een stukje vlees.
Telefoon, op dit vroege uur! Het was Dimitri.
‘Hé, Chef.’ Zijn stem klonk niet erg fris en zeker niet happy.
‘Dag, ook al vroeg op.’
‘Klopt, klopt. Werd wakker gebeld door Huybie.*’ John kreunde zacht zodat Dimi het niet zou horen. Hij wist wat dat betekende.
‘Nieuwe moordzaak.’ Hij zei het met een zucht.
‘Al kunnen identificeren wie het is?’
‘Ja,’ zei Dimi triest. ‘Het is Jimmy.’
Daar was John wel even stil van. Aan de andere kant van de lijn hoorde hij Jimmy ijsberen door de woonkamer. Het was stil voor een minuut, alleen de voetstappen op het laminaat verstoorde de stilte.
‘Huybers vroeg als ik jou kon bellen en je het zou vertellen. Hij wil je zo snel mogelijk op het plaats des delict hebben. Jimmy is gevonden in de oude bieb.’
‘Oké,’ zei hij na even nagedacht te hebben. ‘Ik kom eraan.’
Zonder te wachten op een antwoord legde hij de hoorn terug in de haak en vertrok direct.
Na vijf minuten had hij de bibliotheek al bereikt. De ingang was afgesloten door politielinten waarom heen een aantal nieuwsgierige ramptoeristen stonden. Tijdens de korte autorit had hij er even over nagedacht; hoe kon dat nou. Zijn vriend, zijn collega… dood. Hoewel hij altijd moeite had gehad met emotie, voelde hij zich nu triest. Met zijn hoofd treurig naar de grond gericht, waande hij zich door de massa mensen en liep richting de hoofdingang. Dimi stond hem daar al op te wachten.
‘Chef.’
John knikte en volgde hem naar binnen.
‘Goed nieuws,’ zie hij vervolgens.
John keek hem verbaast aan.
‘Hij-,’ hij zuchtte, ‘leeft nog.’ John slaakte een zucht van opluchting.
‘Heeft hij de moordenaar gezien?’ vroeg hij opgewonden in de hoop dat de moordzaak vandaag nog opgelost kon zijn. Hij vergat het trieste gevoel en was helemaal opgelucht.
Why are you so frightened? Have you no faith?
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

Weer een nieuw stukje. Het wordt een lang hoofdstuk. (Ik zit nu al aan 7 pagina's. De rest van het verhaal telt tot nu toe 64 pagina's (A5 boekformaat).)
--------------------------------------------------------------------------------------
‘Nja, er is dus een … mindere kant aan dit goed nieuws,’ zei Dimitri langzaam.
‘En dat is?’ vroeg John verbaasd en nieuwsgierig tegelijk.
‘Hij wordt kunstmatig in een coma gehouden anders zou hij gestorven zijn aan zijn inwendige verwondingen en bloedingen.’
‘Hebben ze hoop dat hij kan herstellen?’ Er klonk een sprenkeltje hoop in de stem van John.
‘Dat weet ik eigenlijk niet meer. Ik denk dat ze je binnen meer kunnen vertellen dan ik.’ Hij gebaarde zijn chef naar binnen.
John stapte als eerste naar binnen en zijn collega volgde hem. Hij was op een paar keer na bijna nooit in een bibliotheek geweest. Misschien toen hij op school zat dat hij een paar keer verplicht een boek moest gaan huren, maar vrijwillig was hij nog nooit geweest. Terwijl hij de deur van het halletje naar de grote zaal opende, dacht hij na over de situatie. Moest hij nu opgelucht of triest zijn. Ze liepen nu door een aantal rekken en ze kwamen steeds dichter bij een groep mannen in witte pakken die allemaal op hun knieën zaten. Toen ze merkte dat er twee heren bij waren gekomen, keken ze op.
‘Ah, Kerkvliet,’ zei de grootste van de drie. Alle haren die hij niet op zijn hoofd had, waren verzameld in zijn grote opvallende snor.
‘Sjaak,’ antwoordde hij kort.
‘Ons slachtoffer is al afgevoerd, omdat op levende mensen natuurlijk geen autopsie kunnen toepassen.’
‘Hoelang ligt hij al in het ziekenhuis?’ vroeg Kerkvliet.
‘Hij werd gisteravond al afgevoerd.’
‘Ik mocht je niet opbellen van Gijbels,’ verklaarde Dimitri. ‘Hij had mij opgebeld en duidelijk gezegd dat ik je pas ’s morgens om normale tijd mocht verwittigen.’
‘Dimi!’
‘Sorry, chef. Order van de baas.’
‘Nou, nu komt dan een order van je andere baas: doe dat nooit meer!’ John probeerde het serieus te laten overkomen, maar hij schoot onmiddellijk in de lach. Ze lachten met hem mee, maar zijn gezicht vertrok : ‘Maar hoe heeft hij het nu kunnen overleven?’ Zijn ogen werden een beetje waterig en hij keek zijn collega’s een beetje verward aan. Hij krabde in zijn snor en gaf zijn vierkante brilletje een zetje omhoog. ‘Waarom werd zijn hart niet verwijderd?’
Dimi schudde langzaam zijn hoofd en ook de drie in wit geklede mannen wisten er geen antwoord op. Uiteindelijk was het Dimitri die een antwoord had. ‘De bibliothecaris heeft hem gevonden, misschien weet zij meer,’ opperde hij.
John knikte en spande zijn oogleden lichtelijk op. ‘Goed. Ik stel voor dat we haar maar eens ondervragen.’
Dimi beaamde het en vertelde hem waar ze was. Terwijl ze naar haar toeliepen, besloot hij: ‘Ik neem aan dat Fientje onschuldig is.’
John knikte nog net voordat hij de erge mooie vrouw had zien zitten. Ze had van die bruine, prachtige gekrulde haren; niet te lang niet te kort. Ze was triest, dat was duidelijk te zien. Diep in elkaar gebogen zat ze op een mooie, roodbeklede stoel. Ze droeg een blauw kleedje net als de andere medewerkers van de bibliotheek. Pas toen de twee mannen dicht bij haar genaderd waren, keek ze op. Haar groene ogen keken hen triest aan, een laagje water bedekte haar pupillen en af en toe viel er een druppel van af op de houten vloer. In de doodse stilte klonken deze watervlokken als bommen die neervielen op eens slachtveld. Ze bekeek de twee rechercheurs met haar waterige ogen en zei in eerste instantie niets.
Why are you so frightened? Have you no faith?
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

Laatste stukje van dit hoofdstuk.
--------------------------------------------------------------------------------------
‘Het was best een knappe man,’ zei ze totaal onverwacht net toen John zijn mond had willen opendoen. ‘Als ik nu tegen hem gepraat had, zou hij misschien niet naar daar zijn gegaan.’ Ze doelde op de plaats des delict, maar het leek erop dat ze in zich zelfde praatte. Alsof zij er niet waren.
‘U hoeft u niets te verwijten.’ Dimi had de vlotste babbel en probeerde haar een beetje te kalmeren.
‘Je, alsjeblieft.’ Ze snikte kort.
‘Zouden we jouw naam mogen weten?’ vroeg John.
‘Ann Lefe,’ antwoordde ze.
‘Kun je ons vertellen wat er nu gebeurd is volgens u – uh jou.’ Dimi herstelde zich op het laatste moment.
Ze knikte en begon te vertellen: ‘Hij kwam hier binnen en had eigenlijk maar heel even aandacht voor mij - .’ Dimitri had een binnenpretje en moest moeite doen om zijn gezicht uit de plooi te houden, maar Ann had niets gezien.
‘Hij liep eigenlijk direct al door naar de volwassenenafdeling,’ ratelde ze gewoon door. ‘En op een gegeven moment kwam er een rare man binnen met een kap over zijn hoofd. Ik vond dat erg vreemd en ben hem dus achterna gegaan.’ Ze slikte. ‘En toen…’
‘Vond je Jimmy.’
Ze knikte. ‘Ik vond het slachtoffer. Waarschijnlijk is de dader geschrokken van dat ik naderde.’
‘Hij heeft zijn werk inderdaad niet kunnen voltooien,’ beaamde John.’
‘Ik heb toen meteen een ambulance gebeld en een politiewagen laten komen.’
‘Dank zij jouw snelle handelen, is zijn leven gered. Hij ligt dan wel in coma, maar we hebben goede hoop.’ Dimi had haar ter woord gestaan.
Anns ogen werden weer groener en twinkelde weer. Ze klaarde een beetje op en stond op. Met twee handen nam ze de hand van Dimi vast en schudde die. ‘Daar ben ik blij om. Is er nog iets waar ik u mee van dienst kan zijn.’
‘Verder geen vragen,’ zei Kerkvliet terwijl Dimitri beamende knikte.
Ze namen afscheid van haar en besloten dat het tijd werd om een bezoek te brengen aan mevrouw van Dale.
***
Einde hoofdstuk 7
Why are you so frightened? Have you no faith?
Gebruikersavatar
farlain
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 87
Lid geworden op: 30 aug 2008 20:28
Locatie: Vlaanderen

Goed hoofdstuk.
Ik heb wel een bedenking. Volgens mij is het niet logisch dat hij pas s'ochtends verwittigd wordt. Als de moordpoging s'avonds gebeurt is, dan kunnen ze hem toch nog laten komen. Een bibliotheek blijft naar mijn weten niet open tot een schandalig laat uur ofzo. Maar dat terzijde, heb ik wel nog een foutje gevonden.
Hebben ze hoop dat hij kan herstellen?’ Er klonk een sprenkeltje hoop in de stem van John
sprankeltje hoop

Maar aangezien, je al zoveel tekst hebt. Mag je voor mijn part verder blijven posten. Het verhaal boeit me nog altijd, alhoewel er soms een paar rare zaken zijn.
Zoals de lipstick op de spiegel, ieder normaal en zinnig mens, zou niet doodleuk in zijn bed kruipen. En doen alsof er niets aan de hand was.
Het verleden heb je, je toekomst bepaal jezelf
Gebruikersavatar
Sonea
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 30
Lid geworden op: 03 aug 2009 18:26
Locatie: De liemers

Wauw! Wat een verhaal!
K heb er de hele ochtend over gedaan om hem te lezen!

Het verhaal is erg mooi, ik ben maar een paar hele kleine foutjes tegen gekomen,
Als je de 4 pagina's terug eens door leest ze je ze zo, ik denk dat het gewoon typ fouten waren.

Het verhaal is erg mooi, je brengt er de spanning goed in. Wel vroeg ik me even af hoe die agent Jimmy op het idee kwam om naar de bibliotheek te gaan. Ik zelf heb het vermoede dat de vrouw van die andere agent, John de dader is, haar naam begint met een “M” en haar lippenstift is “per toeval” gebruikt.

Ik vind dat je verhaal erg goed geschreven is, je schrijft duidelijk en het verhaal leest makkelijk.
Ook zorg je er iedere keer weer voor dat als je bent gestopt met schrijven je het vervolg wilt weten!
Je stopt vaak precies op de momenten dat het verhaal op zijn spannends is. Dan moet je wel door lezen!

Verder heb ik niet veel op te merken!
Erg spannend!
Gebruikersavatar
Lessie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 409
Lid geworden op: 18 mei 2008 21:10
Locatie: Zuid Holland
Contacteer:

Even wat foutjes die ik opgemerkt heb. Hopelijk vind je dat niet erg?

Hij wreef zijn ogen uit en kijk zijn vrouw vermoeid aan.
Je verhaal staat in de vt, dus kijk = keek.

Hij wil je zo snel mogelijk op het plaats des delict hebben.
Des, dat wordt niet meer zo vaak gebruikt. Volgens mij kan je ook gewoon 'plaats delict' zeggen.

Moest hij nu opgelucht of triest zijn.
Het is een vraag, dus hier moet een vraagteken.

Toen ze merkte dat er twee heren bij waren gekomen, keken ze op.
Het is mv, dus 'merkten'.

‘Ons slachtoffer is al afgevoerd, omdat op levende mensen natuurlijk geen autopsie kunnen toepassen.’
Daartussen moet nog 'we' komen te staan, denk ik.

‘Hij heeft zijn werk inderdaad niet kunnen voltooien,’ beaamde John.
Die laatste ' kan weg ;)

Anns ogen werden weer groener en twinkelde weer.
'twinkelden', meervoud.

Is er nog iets waar ik u mee van dienst kan zijn.
Een vraag, dus die punt moet een '?' zijn.

‘Verder geen vragen,’ zei Kerkvliet terwijl Dimitri beamende knikte.
Het moet zijn: 'beamend knikte.'

Je hebt mooi geschreven. Ik begrijp niet waarom ik niet eerder verder had gelezen xD
Die paar foutjes kan gebeuren, dus je hoeft je niet zorgen te maken of zoiets :P
Ik ben benieuwd naar het vervolg!
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

Ik post nu toch maar even een berichtje ook al had ik jullie al bedankt via PM.

Bedankt dus voor je erg motiverende reacties!
Volgens mij is het niet logisch dat hij pas 's ochtends verwittigd wordt. Als de moordpoging 's avonds gebeurt is, dan kunnen ze hem toch nog laten komen. Een bibliotheek blijft naar mijn weten niet open tot een schandalig laat uur of zo.
Zoals Dimitri al uitlegde (ik zal het nog wat verduidelijken in het verhaal), vond de hoofdcommissaris het noodzakelijk dat John zijn nachtrust kreeg, omdat het zijn laatste week voor pensioen is.
Zoals de lipstick op de spiegel, ieder normaal en zinnig mens, zou niet doodleuk in zijn bed kruipen. En doen alsof er niets aan de hand was.
Ja, eigenlijk niet bij nagedacht. Ik heb het dan toch maar verandert, dat hij op zijn minst probeert wakker te blijven om zijn vrouw te verwittigen.
Het verhaal is erg mooi, je brengt er de spanning goed in. Wel vroeg ik me even af hoe die agent Jimmy op het idee kwam om naar de bibliotheek te gaan. Ik zelf heb het vermoede dat de vrouw van die andere agent, John de dader is, haar naam begint met een “M” en haar lippenstift is “per toeval” gebruikt.
Hoe Jimmy op het idee kwam, heb ik eigenlijk al verteld, maar dat is natuurlijk niet duidelijk. En dat is natuurlijk ook weer bewust gedaan. Jimmy had iets ontdekt dat hij zeker had moeten delen met zijn collega's!
Over dag tweede stukje denk ik dit: :huh Johns vrouw heet Annie. En hoe kom je bij die M? Over de dader ga ik natuurlijk niets verraden. Je zal er pas helemaal op het laatste achter komen!


Lessie en Farlain, ik heb de foutjes al in mijn WORD-doc. verbeterd. Heel erg bedankt voor jullie oplettendheid :D
Why are you so frightened? Have you no faith?
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

Ik verontschuldig me voor de dubbelpost.
En natuurlijk dat het zo lang weer heeft geduurd, maar het is nu dan toch eindelijk weer eens gelukt.
----------

HOOFDSTUK 8

DE GESLOTEN KAMER
John sloeg met een klap de portier van de auto dicht. Ze waren inmiddels aangekomen bij het hospitaal van nabije stad. Nog steeds stond het huilen hem nader het lachen, maar hij was wel opgelucht dat er een kans was dat Jimmy gered zou kunnen worden. Dimi had onderweg geen woord gezegd; hij had begrepen dat zijn chef even de tijd nodig had om alles op een rijtje te zetten. Dat had Kerkvliet op prijs gesteld. Hij had nagedacht over wat hij zijn in comaliggende collega zou willen vragen wanneer deze zou ontwaken, maar hij was er nog niet helemaal uit: misschien zou hij hem vragen hoe de moordenaar eruit zag of als de moordenaar hem iets gezegd had. Volgens Dimi had Jimmy non-stop bewaking bij zich, omdat ze bang waren dat de misdadiger hem zou gaan opzoeken om zijn werk te voltooien. Sinds ze de bibliotheek verlaten hadden, had Kerkvliet geen woord gezegd, maar nu bewogen zijn lippen snel op en neer: ‘Hoe groot is de kans dat hij ontwaakt?’
Dimitri zuchtte diep en sprak pas na zijn twee aanhaling: ‘De dokters denken dat de kans klein is dat hij ontwaakt, maar ze willen een experimentele manieren uitproberen die de kans met tien procent vergroot.’
John keek zijn collega aan. ‘Hij moet ontwaken.’
Dimi merkte dat zijn chef het er moeilijk mee had en sprak troostende woorden: ‘Ik weet dat jij echt een band met hem hebt opgebouwd toen ik…’ Hij aarzelde even, ‘Hier lag.’
De zon weerkaatste fel op zijn kale hoofd; John kneep zijn ogen samen.
‘Ik weet niet of…’ Hij stopte midden in zijn zin en keek naar de grond terwijl hij zijn voeten voor uit plaatste over het betegelde pad.
Why are you so frightened? Have you no faith?
Gesloten

Terug naar “De Grote Zolder”