“Nee,” Teresa schudde haar hoofd. Tegenover haar zat haar oude broer Ross in kleermakerszit op de grond. Hij boog voorover en slurpte wat van zijn thee, vervolgens pakte hij het glas en blies. Op de glazen salontafel stonden koffie kringen.
“Geloof je het niet?” Vroeg Ross, hij zette zijn glas terug op tafel en leunde achterover tegen de zwart leren bank. Hij kneep zijn ogen en staarde zijn zusje aan, er hing een frustrerende stilte in het huis.
“Dat is het niet. Je kunt toch niet..” Teresa zuchtte en liet haar schouders zakken, ze keek de kamer rond. Het leek allemaal opeens zo..
Leeg.
Maar alles stond er nog. Het witte tv meubel, met de enorme tv erin en de zilver stereo eronder. De hoge zwarte boxen aan beide kanten van het tv meubel en de twee zwart leren banken met daartussen de salon tafel. De grote ronde houten eettafel achter één van de banken, en, rechts van de eettafel, het enorme grijze bureau met allerlei mappen.
“Wat?” klonk Ross’ stem door de kamer.
“Wat kun je niet doen?” Vroeg Ross nogmaals.
“Je kunt toch niet zomaar weg gaan, en een workaholic met z’n twee kinderen achter laten?” Riep Teresa, ze voelde een brok in haar keel en haar ogen begonnen te branden. Ross haalde zijn schouders op.
“Blijkbaar wel,” antwoordde hij. Teresa sloeg haar ogen naar en staarde naar haar voeten. Ze ademde in en keek weer naar haar broer.
“Ik wil niet..”
“Ze is waarschijnlijk gewoon bij opa en oma,” onderbrak Ross haar.
“Nee, tuurlijk niet,” zei Teresa bot.
“Doe nou eens niet zo makkelijk, Ross! Doe nou eens niet alsof het je niets kan schelen!” Teresa stond op. Ross keek omhoog naar zijn zusje, er stonden tranen in haar ogen, waardoor haar de uitdrukking op haar gezicht van glas leek, onbereikbaar.
Teresa’s lip begon te trillen.
“Mama is weg, Ross. Weg. Niet even op de koffie bij opa en oma, ze is daar niet, ze is weg.” Teresa werd schor.
“Maar het kan me ook niets schelen!” Zei Ross, en weer haalde hij zijn schouders op.
Teresa keek hem ongelovig aan, er rolden tranen over haar wangen en ze hield haar hoofd ietwat scheef.
In Ross zijn ogen stond een nietszeggende blik.
“Eikel,” fluisterde Teresa. Ze draaide haar hoofd en liep de woonkamer uit, met een harde klap viel de deur achter haar dicht.
“En wat nou als ik bij mam wil zijn?” Teresa zat met gebogen hoofd op de bank, naast haar vader. In haar handen had ze verscheurde strookjes papier, ze liet de stukjes door haar vingers glijden en in haar andere hand vallen.
“Schat,” klonk de zware stem van haar vader. Hij legde zijn hand op Teresa’s knie.
“Mama heeft allemaal dingen gedaan met een andere man, ze is nu waarschijnlijk bij hem,” zei Teresa’s vader.
Alsof dat zo’n goed excuus was.
Teresa snikte.
“We vinden heus wel een nieuwe mama,” troostte haar vader haar. Hij wreef met zijn hand over haar been, stond op, haalde zijn hand door Teresa’s in een staart gebonden bruine haar en liep de kamer uit. Een verloren elfjarig meisje bleef achter.
“En,” Teresa frummelde aan de bordeau rode eettafel van haar grootouders.
“Je woont dus ook niet bij opa en oma?” Vroeg ze, ze haalde haar neus op en keek de vrouw tegenover haar aan. Ze zat op één van de stoelen bij de tafel.
De vrouw zag er moe uit, ze had wallen onder haar ogen, rimpels over haar hele gezicht en haar mondhoeken hingen een beetje naar beneden.
“Nee,” antwoordde de vrouw zachtjes.
“Woon je bij je nieuwe vriend?” Teresa wist niet waar ze het lef vandaan had om dat te vragen, maar ze moest het weten.
Er kwam geen antwoord.
Teresa schoof de stoel rechts van haar naar achter en ging zitten, nu kon ze de vrouw recht aankijken en moest ze wel antwoorden.
“Schat,” begon de vrouw, ze wilde Teresa’s hand pakken, maar Teresa trok hem snel terug.
“Hoe kun je twee weken verdwijnen uit huis, uit ons leven, uit onze wereld? En hoe kun je me dan nog schat noemen?” Schreeuwde Teresa door de kamer. Ze stond op, en op de moment kwam er een grote, brede man het appertement van Teresa’s grootouders binnen.
“Ik ben je moeder!” Riep de vrouw geschrokken uit, ze was rechtop gaan zitten en de man ging achter haar staan en legde zijn handen op haar schouders.
“Mijn moeder? Je bent niet mijn moeder, je bent niet Ross’ moeder en je bent niet papa’s vrouw. Je bent helemaal niet iemand die ik ken.”
“Schat, schop nou niet zo’n scène, ga rustig zitten, dan kan ik je voorstellen aan mijn vriend,” probeerde de vrouw haar te kalmeren.
Teresa schoot vol.
“Ik wil hem niet leren kennen,” Teresa hield haar kin omhoog.
“Je bent mijn moeder niet. Je wordt mijn moeder niet,” Teresa werd weer schor.
“Nooit meer.”
___________________________________________
School opdracht, mijn leraar, Peter van Beek (schrijver), heeft een aantal titels bedacht, en gebaseerd op één van die titels moesten we een verhaal schrijven.
Ik koos 'Nooit meer'.
Nooit meer
Moderator: Patrick
"It's the regular days, the ones that start out normal, those are the days, that end of being the biggest, and today, with you, it was beautiful." – Grey’s anatomy
Dit is alles, het mocht niet te veel zijn.
"It's the regular days, the ones that start out normal, those are the days, that end of being the biggest, and today, with you, it was beautiful." – Grey’s anatomy