Eindelijk, EIndelijk. Ik zet weer een verhaal op ov, dit keer heb ik er lang over nagedacht ik ben vaak opnieuw begonnen. ik ga het nu weer proberen.
veel leesplezier!
Proloog
Witte muren bruine vloer, bloedvlekken op de deken. De witte wollen deken, een levenloos lichaam op een bed, en huilende mensen wachtend to haar ogen open gaan. Tot ze haar warmte weer voelen, maar nooit zullen haar ogen nog open gaan nooit zullen mensen haar warmte weer voelen en haar horen lachen, ongelukkig geleefd ongelukkig geëindigd.
Maar het leven gaat door en zij blijft daar liggen haar ogen gesloten, koud wit ongelukkig. Mensen afwachtend tot ze iets horen, haar stem, haar lach tot ze haar tranen voelen en de pijn die door haar hart snijd tot ze begrijpen hoe ongelukkig ze is en er daarom een einde aan heeft gemaakt. Tot ze weten dat ze niet meer wakker wordt, het nooit meer het zelfde zal zijn, dat er een lege plek is, die iedereen mist. Tot sommige mensen inzien dat ze haar pijn hebben gedaan, van buiten van binnen. En hopelijk begrijpen sommigen ook dat ze haar in de steek hebben gelaten in moeilijke periodes en dat ze haar niet begrepen dat ze haar moesten helpen. En nu is het voorbij geen toekomst maar wel een verleden.
Nu zien mensen in wat ze hebben gedaan, nu kan ze met een gerust hart de mensheid verlaten en nu kunnen mensen haar loslaten, maar haar altijd in hun hart hebben. Nu weten ze dat haar ogen nooit meer open zullen gaan en nooit meer haar warmte voelen. Maar wel haar kou…
He's hurting me
- Artemiss
- Tipp-Ex team
- Berichten: 890
- Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
- Locatie: Ergens in de Randstad
Wat is dat toch steeds met die Engelse titels overal? Dat moest er eerst even uit.
Nou over jouw proloog. Ik vind dat je heel dingen heel mooi en heel poëtisch omschrijft, heel knap gedaan. Je begrijpt nog niet echt goed wat er aan de hand is, maar dat zorgt voor een mysterieus tintje.
Ik vind wel dat je niet te snel moet schrijven. Let op je punten en komma's. Je krijgt veel te lange zinnen zonder adempauzes. Ik zal de (volgens mij) missende punten en komma's plaatsen. Waar een sterretje staat moest een komma weg.
Succes!
Nou over jouw proloog. Ik vind dat je heel dingen heel mooi en heel poëtisch omschrijft, heel knap gedaan. Je begrijpt nog niet echt goed wat er aan de hand is, maar dat zorgt voor een mysterieus tintje.
Ik vind wel dat je niet te snel moet schrijven. Let op je punten en komma's. Je krijgt veel te lange zinnen zonder adempauzes. Ik zal de (volgens mij) missende punten en komma's plaatsen. Waar een sterretje staat moest een komma weg.
Beter, zie je? Als je wilt nakijken of je genoeg komma's en punten gebruikt hebt, kun je het even voorlezen voor jezelf. Een komma geeft een adempauze aan. Als je die niet hebt, worden de zinnen heel lang en begrijp je ze soms minder als het door iemand voorgelezen wordt. Je moet er gevoel voor ontwikkelen.krisjuh schreef: Proloog
Witte muren, bruine vloer, bloedvlekken op de deken. De witte wollen deken, een levenloos lichaam op een bed* en huilende mensen wachtend to haar ogen open gaan. Tot ze haar warmte weer voelen, maar nooit zullen haar ogen nog open gaan. Nooit zullen mensen haar warmte weer voelen en haar horen lachen. Ongelukkig geleefd, ongelukkig geëindigd.
Maar het leven gaat door en zij blijft daar liggen. Haar ogen gesloten, koud, wit, ongelukkig. Mensen, afwachtend tot ze iets horen. Haar stem, haar lach. Tot ze haar tranen voelen en de pijn die door haar hart snijd. Tot ze begrijpen hoe ongelukkig ze is en er daarom een einde aan heeft gemaakt. Tot ze weten dat ze niet meer wakker wordt, dat het nooit meer het zelfde zal zijn, dat er een lege plek is* die iedereen mist. Tot sommige mensen inzien dat ze haar pijn hebben gedaan, van buiten en van binnen. En hopelijk begrijpen sommigen ook dat ze haar in de steek hebben gelaten in moeilijke periodes en dat ze haar(?) niet begrepen dat ze haar moesten helpen. En nu is het voorbij. Geen toekomst, maar wel een verleden.
Nu zien mensen in wat ze hebben gedaan, nu kan ze met een gerust hart de mensheid verlaten en nu kunnen mensen haar loslaten, maar haar altijd in hun hart hebben. Nu weten ze dat haar ogen nooit meer open zullen gaan en nooit meer haar warmte voelen. Maar wel haar kou…
Succes!
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...
-Herman van Veen
-Herman van Veen
Bedankt Artemiss, ik vind Engelse titels wel mooi maar dit is nog niet de defenitive titel. Ik heb alle foutjes verbeterd, in het proloog heb ik inderdaad wat lange zinnen in het verhaal minder en anders ga je er gewoon met rood doorheen
hier alvast een nieuw stukje.
1
Het was nu een tijdje geleden dat ik hem had gezien, geen seconde had ik ergens anders aan kunnen denken, hij –De jongen met bruine krullen- beheerste zowat mijn gedachte. Telkens als ik ergens anders aan probeerde te denken kwam hij weer in beeld. Hij trok aan me als een zuignap, als een magneet. Ik kon het gevoel niet plaatsen, nergens in geen categorie. Ik werd gewoon gehypnotiseerd. Ik kon het niet overbrengen elke keer dat gevoel, die buikpijn die ik kreeg die vlinders die ik voelde, dat onrustige gekriebel, wilde ik dit wel? Dat gevoel. Ik kon al dagen niks, ik zat vol van hem, ik droomde over hem –Als ik al kon slapen- en bij elk hapje eten waar ik op kauwde werd ik zwaarder. Ik voelde me misselijk dit was gewoon niet gezond meer, mijn krullen hingen –Sinds de eerste blikken naar elkaar- futloos en slap, mijn gezicht was wit –Rood als hij in de buurt was- ik wist niet wat ik moest beginnen, knijpend in een kussen balde ik mijn vuisten. Dit was moeilijk, het was zwaar, dit gevoel putte me uit. Tergend en pijnlijk moest ik lijden tot het over was, tot ik weer mezelf kon zijn, hem uit mijn hoofd zetten en gewoon niet meer aan hem te hoeven denken, ik wilde plaats hebben voor andere dingen zoals vriendinnen. Ik wilde niet meer elke seconde dat gezicht zien, walgelijk ik ergerde me aan mezelf omdat ik hem gewoon niet kon loodsen, hem niet in de steek kon laten. Ik had gevoelens voor hem ik wilde het zo graag onderdrukken, ik had een dubbel gevoel mijn lichaam werkte niet mee, mijn gedachte wel. Mijn lichaam werd tot hem aangetrokken mijn gedachte keerde hem de rug, toch plantte mijn hersens het beeld steeds weer voor mijn ogen, zijn bruine ogen die schitterde en zijn glimlach waar het vuur van af spatte. Ik kneep nog harder mijn knokkels waren wit mijn kaken stroef op elkaar. Elke ik keer als ik aan hem zou denken moest ik lijden. Dat was dan mijn verdiende loon, ik wilde dit niet. Mijn leven werd beheerst door hem. ik wilde steeds als ik hem zag pijn voelen, zodat ik gewoon ziek werd van verliefdheid. En dan moest het stoppen het moest gewoon weggaan als ik het negeerde en bleef lijden. Gewoon afwachtend, tot het over was en ik rustig kon landen.
‘Liv, Liv popje!’ Ik murmelde wat en sloeg met mijn arm in het rond.
‘Laat me slapen’ Ik trok mijn hoofdkussen over mijn hoofd en kneep mijn ogen dicht, mijn moeder trok de gordijnen open, een felle straal zonlicht deed me verblinden.
‘Kijk nou het is half acht en de zon schijnt zo prachtig! O liefje, dit is je laatste schoolweek je examens, die wil je toch niet missen?’ Grommend kwam ik overeind, zo fris en fruitig als mijn moeder S’ morgens was zo humeurig was ik. Sloffend over het paarse tapijt rilde ik van de ochtend kou, ik trok mijn klerenkast open en bedacht me wat ik vandaag zou aantrekken. Paarse jeans en zwart topje, zwarte sandalen met een klein hakje? Top. Ik trok de kleren uit de kast en liep richting badkamer om me te verkleden. De witte tegels voelde nog kouder aan dan het tapijt op mijn kamer. Snel trok ik mijn slaap shirt over mijn hoofd en deed mijn kleren aan mijn blonde krullen werden snel gekamd en in een elastiekje gepropt. Ik haakte snel het bandje van mijn sandalen dicht. Beneden aangekomen pakte ik mijn tas en propte nog een appel en water bij mijn boterhammen, ik nam een boterham uit de mand en nam snel een hap. Mijn blik gleed naar de klok, ik moest me haasten. Ik klokte het glas koude melk wat voor me klaarstond naar binnen en speelde het klaar om nog een halve mok thee naar binnen te werken, terwijl mijn moeder voor zichzelf een ontbijtje maakte was ik de tafel alweer half aan het opruimen, lachend keek mijn moeder toe. Opeens gleed mijn blik naar de klok, wilde ik me morgen niet om acht uur melde moest ik nu vertrekken.
‘Ik ben weg!’ Ik rukte mijn nog open schooltas van de stoel en terwijl alle boeken uit mijn tas rolde rende ik naar buiten. Ik pakte mijn fiets en haastte me naar school. Een pitstop bij het kanaal was vandaag niet mogelijk, jammer deze tijd rook het er naar bloemen.

hier alvast een nieuw stukje.
1
Het was nu een tijdje geleden dat ik hem had gezien, geen seconde had ik ergens anders aan kunnen denken, hij –De jongen met bruine krullen- beheerste zowat mijn gedachte. Telkens als ik ergens anders aan probeerde te denken kwam hij weer in beeld. Hij trok aan me als een zuignap, als een magneet. Ik kon het gevoel niet plaatsen, nergens in geen categorie. Ik werd gewoon gehypnotiseerd. Ik kon het niet overbrengen elke keer dat gevoel, die buikpijn die ik kreeg die vlinders die ik voelde, dat onrustige gekriebel, wilde ik dit wel? Dat gevoel. Ik kon al dagen niks, ik zat vol van hem, ik droomde over hem –Als ik al kon slapen- en bij elk hapje eten waar ik op kauwde werd ik zwaarder. Ik voelde me misselijk dit was gewoon niet gezond meer, mijn krullen hingen –Sinds de eerste blikken naar elkaar- futloos en slap, mijn gezicht was wit –Rood als hij in de buurt was- ik wist niet wat ik moest beginnen, knijpend in een kussen balde ik mijn vuisten. Dit was moeilijk, het was zwaar, dit gevoel putte me uit. Tergend en pijnlijk moest ik lijden tot het over was, tot ik weer mezelf kon zijn, hem uit mijn hoofd zetten en gewoon niet meer aan hem te hoeven denken, ik wilde plaats hebben voor andere dingen zoals vriendinnen. Ik wilde niet meer elke seconde dat gezicht zien, walgelijk ik ergerde me aan mezelf omdat ik hem gewoon niet kon loodsen, hem niet in de steek kon laten. Ik had gevoelens voor hem ik wilde het zo graag onderdrukken, ik had een dubbel gevoel mijn lichaam werkte niet mee, mijn gedachte wel. Mijn lichaam werd tot hem aangetrokken mijn gedachte keerde hem de rug, toch plantte mijn hersens het beeld steeds weer voor mijn ogen, zijn bruine ogen die schitterde en zijn glimlach waar het vuur van af spatte. Ik kneep nog harder mijn knokkels waren wit mijn kaken stroef op elkaar. Elke ik keer als ik aan hem zou denken moest ik lijden. Dat was dan mijn verdiende loon, ik wilde dit niet. Mijn leven werd beheerst door hem. ik wilde steeds als ik hem zag pijn voelen, zodat ik gewoon ziek werd van verliefdheid. En dan moest het stoppen het moest gewoon weggaan als ik het negeerde en bleef lijden. Gewoon afwachtend, tot het over was en ik rustig kon landen.
‘Liv, Liv popje!’ Ik murmelde wat en sloeg met mijn arm in het rond.
‘Laat me slapen’ Ik trok mijn hoofdkussen over mijn hoofd en kneep mijn ogen dicht, mijn moeder trok de gordijnen open, een felle straal zonlicht deed me verblinden.
‘Kijk nou het is half acht en de zon schijnt zo prachtig! O liefje, dit is je laatste schoolweek je examens, die wil je toch niet missen?’ Grommend kwam ik overeind, zo fris en fruitig als mijn moeder S’ morgens was zo humeurig was ik. Sloffend over het paarse tapijt rilde ik van de ochtend kou, ik trok mijn klerenkast open en bedacht me wat ik vandaag zou aantrekken. Paarse jeans en zwart topje, zwarte sandalen met een klein hakje? Top. Ik trok de kleren uit de kast en liep richting badkamer om me te verkleden. De witte tegels voelde nog kouder aan dan het tapijt op mijn kamer. Snel trok ik mijn slaap shirt over mijn hoofd en deed mijn kleren aan mijn blonde krullen werden snel gekamd en in een elastiekje gepropt. Ik haakte snel het bandje van mijn sandalen dicht. Beneden aangekomen pakte ik mijn tas en propte nog een appel en water bij mijn boterhammen, ik nam een boterham uit de mand en nam snel een hap. Mijn blik gleed naar de klok, ik moest me haasten. Ik klokte het glas koude melk wat voor me klaarstond naar binnen en speelde het klaar om nog een halve mok thee naar binnen te werken, terwijl mijn moeder voor zichzelf een ontbijtje maakte was ik de tafel alweer half aan het opruimen, lachend keek mijn moeder toe. Opeens gleed mijn blik naar de klok, wilde ik me morgen niet om acht uur melde moest ik nu vertrekken.
‘Ik ben weg!’ Ik rukte mijn nog open schooltas van de stoel en terwijl alle boeken uit mijn tas rolde rende ik naar buiten. Ik pakte mijn fiets en haastte me naar school. Een pitstop bij het kanaal was vandaag niet mogelijk, jammer deze tijd rook het er naar bloemen.
Find happiness in the simplest things.
- Cubiculum Nephilia
- Typmachine
- Berichten: 1270
- Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
- Locatie: Hell
Hey Krisjuh,
ik moet zeggen dat het verhaal mij tot nu toe nieuwsgierig maakt. Want, wie is dan die jongen, waar heeft ze hem leren kennen, waarom vindt zij dat ze moet lijden? Al die vragen steken bij mij de kop op, na het lezen van dit deel van hoofdstuk 1.
Toch heb je hier ook weer foutjes, vergelijkbaar met die uit je proloog. Ik zal een paar belichten uit het eerste deel.
Toch kwam ik bij sommige dingen er niet helemaal uit. Ik snap dat ze niet wilt dat gedachten aan hem haar leven beheersen, maar waarom wilt ze lijden zodat ze ziek wordt van verliefdheid? Mij lijkt het juist dat als ze pijn voelt, ze ziek wordt van die pijn. Niet zo zeer van verliefdheid, want dat is ze al door het misselijke gevoel en geen trek hebben in eten. Daarbij, hoe zie jij het dat haar gedachten hem de rug toe keren, als zij constant aan hem denkt? Die snapte ik even niet. Ook de laatste twee zinnen van dit stuk kon ik niet helemaal volgen. Zou je mij misschien verduidelijking willen geven? In een PM is goed, om zo het topic te sparen.
Maar zoals ik al eerder zei; verder boeit het verhaal wel. Het is een vrij herkenbare situatie; verliefd zijn, niet willen dat je gedachten alleen maar over die ene jongen gaan, er praktisch misselijk van zijn. Dat is wat je wel goed verwoord, de gevoelens die het meisje heeft! Echt prima.
Schrijf vooral verder!
ik moet zeggen dat het verhaal mij tot nu toe nieuwsgierig maakt. Want, wie is dan die jongen, waar heeft ze hem leren kennen, waarom vindt zij dat ze moet lijden? Al die vragen steken bij mij de kop op, na het lezen van dit deel van hoofdstuk 1.
Toch heb je hier ook weer foutjes, vergelijkbaar met die uit je proloog. Ik zal een paar belichten uit het eerste deel.
Veel "foutjes" zitten hem hier dus in punten, komma's en hoofdletter. Sommige zijn overbodig, sommige juist te weinig. Ik heb het even net als Artemiss met rood gekleurd wat ik in de tekst heb verbeterd.Het was nu een tijdje geleden dat ik hem had gezien. Geen seconde had ik ergens anders aan kunnen denken, hij –de jongen met bruine krullen- beheerste zowat mijn gedachten. Telkens als ik ergens anders aan probeerde te denken, kwam hij weer in beeld. Hij trok aan me als een zuignap, als een magneet. Ik kon het gevoel niet plaatsen, nergens, in geen enkele categorie. Ik werd gewoon gehypnotiseerd. Ik kon het niet overbrengen elke keer dat gevoel, die buikpijn die ik kreeg, die vlinders die ik voelde, dat onrustige gekriebel. Wilde ik dit wel? Dat gevoel. Ik kon al dagen niks, ik zat vol van hem, ik droomde over hem –als ik al kon slapen- en bij elk hapje eten waar ik op kauwde werd ik zwaarder. Ik voelde mij misselijk dit was gewoon niet gezond meer. Mijn krullen hingen –sinds de eerste blikken naar elkaar- futloos en slap. Mijn gezicht was wit, rood als hij in de buurt was. Ik wist niet wat ik moest beginnen. Knijpend in een kussen balde ik mijn vuisten. Dit was moeilijk, het was zwaar, dit gevoel putte me uit. Tergend en pijnlijk moest ik lijden tot het over was, tot ik weer mezelf kon zijn, hem uit mijn hoofd zetten en gewoon niet meer aan hem te hoeven denken. Ik wilde plaats hebben voor andere dingen zoals vriendinnen. Ik wilde niet meer elke seconde dat gezicht zien, walgelijk. Ik ergerde mij aan mijzelf, omdat ik hem gewoon niet kon lozen, hem niet in de steek kon laten. Ik had gevoelens voor hem. Ik wilde het zo graag onderdrukken. Ik had een dubbel gevoel, mijn lichaam werkte niet mee, mijn gedachten wel. Mijn lichaam werd tot hem aangetrokken, mijn gedachten keerden hem de rugtoe, toch plantten mijn hersenen het beeld steeds weer voor mijn ogen. Zijn bruine ogen die schitterde en zijn glimlach waar het vuur van af spatte. Ik kneep nog harder, mijn knokkels waren wit, mijn kaken klemde ik stroef op elkaar. Elke ik keer als ik aan hem zou denken, moest ik lijden. Dat was dan mijn verdiende loon. Ik wilde dit niet. Mijn leven werd beheerst door hem. Ik wilde steeds als ik hem zag pijn voelen, zodat ik gewoon ziek werd van verliefdheid. En dan moest het stoppen, het moest gewoon weggaan als ik het negeerde en bleef lijden. Gewoon afwachtend, tot het over was en ik rustig kon landen.
Toch kwam ik bij sommige dingen er niet helemaal uit. Ik snap dat ze niet wilt dat gedachten aan hem haar leven beheersen, maar waarom wilt ze lijden zodat ze ziek wordt van verliefdheid? Mij lijkt het juist dat als ze pijn voelt, ze ziek wordt van die pijn. Niet zo zeer van verliefdheid, want dat is ze al door het misselijke gevoel en geen trek hebben in eten. Daarbij, hoe zie jij het dat haar gedachten hem de rug toe keren, als zij constant aan hem denkt? Die snapte ik even niet. Ook de laatste twee zinnen van dit stuk kon ik niet helemaal volgen. Zou je mij misschien verduidelijking willen geven? In een PM is goed, om zo het topic te sparen.

Maar zoals ik al eerder zei; verder boeit het verhaal wel. Het is een vrij herkenbare situatie; verliefd zijn, niet willen dat je gedachten alleen maar over die ene jongen gaan, er praktisch misselijk van zijn. Dat is wat je wel goed verwoord, de gevoelens die het meisje heeft! Echt prima.
Schrijf vooral verder!
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
if you keep re-reading the last ones..."
Ik heb lijden en ziek worden van verliedheid verandert in ziek worden van pijn. en gedachte de rug toe keren in probeerde. Ik ben verder nogal slecht in punten en komma's!
hier een volgend stukje wat een vraag zal beantwoorden.
Op school aangekomen zag ik mijn clubje bij de fietsenstalling rondhangen. Maar goed dat de bel zo ging want ik had totaal geen zin in oninteressante gesprekken over het weekend van mijn vriendinnen. Melanie daarentegen dacht dat ze wel even boven op mij kon springen zodat ik met fiets en al op een paar andere fietsen zou landen, bravo Mel, kluns. Ik was eindelijk over mijn pijn heen toen de bel ging. Examens!
‘Psst, weet jij het antwoord op vraag drie?’ Mel porde onopvallend in mijn zij. Mijn blik gleed even langs de docent, maar die richtte zijn aandacht op koffie en de ochtendkrant. Ik kalkte het antwoord snel op een briefje en schoof het naar Mel toe. Ze glimlachte even kort en schreef het snel over, geschiedenis was een saai vak wat me totaal niet boeide toevallig kon ik alle teksten goed opslaan waardoor ik er heel goed in was. Toen ik klaar was met de vragen werd mijn gedachte weer omgezet. Ik voelde vlinders in mijn buik krioelen ik moest nu lijden ik mocht niet aan hem denken, maar het gaf me zo’n kick elke keer als ik aan hem dacht, dat ik samen met hem zou zijn voelde ik me gelukkiger. Ik wilde niet toegeven dat ik iets voor hem voelde, en wat voelde ik? een heleboel, pijn, verdriet, maar ook geluk en fijne kriebels elke keer als ik aan hem dacht of hem zag. Ik was blij toen Mel eindelijk klaar was zodat we briefjes naar elkaar konden sturen, een tijdje later gingen we over op fluisteren.
‘Jeroen heeft me gevraagd!’ Mel straalde, ze droomde nu al jaren om naar het eindbal te gaan met hem, hij had haar op een klassieke manier gevraagd met een witte roos.
‘Zo romantisch, net een huwelijksaanzoek!’ Beaamde ze nog even fijntjes. Ik perste mijn lippen over elkaar en keek zodanig boos voor me uit. Mel haalde haar schouders op en begon wat te rommelen. Ze haalde er een roze lolly uit en peuterde aan het papiertje, met haar scherpe nagels speelde ze het klaar om het plakkerige papiertje van de lolly af te trekken, het prulletje propte ze in haar tas en de lolly stopte zin in haar mond.
‘Als je met Jeroen wil zoenen moet je vooral aan die lolly zuigen!’ Merkte ik bits op. Mel was duidelijk beledigd en stond klaar om iets terug te zeggen, de bel ging. Zuchtend legde iedereen zijn pen neer en begon zijn tas in te pakken. Ik hees mijn tas over mijn schouder en rekte me uit. Mel die nog steeds beledigd was bleef niet wachten maar beende zo het lokaal uit. ik strompelde achter haar aan. Ze liep regelrecht naar haar kluisje, boos ramde ze de sleutel in het slot, ik leunde met mijn rug tegen een paar andere kluisjes op. ik zuchtte.
‘Oké, sorry ik ben gewoon jaloers, omdat jij wel een date hebt en ik niet.’ Mel hield op met het luidruchtig boeken sorteren en bleef met een boek in haar hand staan.
‘Excuses aanvaard.’ Ze grijnsde en haalde de lolly uit haar mond.
‘Eigenlijk heb je wel gelijk, ik zou ook geen lolly willen zoenen,’ Mel mikte op de prullenbak, de lolly kwam met een sierlijke boog in een lege beker cola terecht. Mel stopte wat boeken in haar tas en sloeg haar kluisje dicht. We liepen naar de kantine waar de rest van mijn vriendinnen zat, druk pratend over het eindbal. En de grote vraag, wie werd gevraagd door hem? toen ze het over hem hadden maakte mijn hart een paar luchtkoprollen en begon het onrustige gekrioel in mijn buik, ik had meteen geen trek meer, ik liet mijn appel in de prullenbak glijden, opgewonden kreten bij elke keer dat ze hem door de kantine zagen vliegen. Ik probeerde niet naar hem te kijken, en niet aan hem te denken. Ik balde mijn vuisten mijn knokkels werden meteen spierwit. Mijn kaken klapte ik stevig op elkaar en mijn ogen kneep ik dicht, dit was de enige manier om aan iets anders te kunnen denken. Ik zat al een tijdje zo toen Mel vroeg of ik moest poepen. Die vraag negeerde ik maar ik deed wel mijn ogen weer open en mijn kaken van elkaar. Ik wilde naar huis en niks meer over hem horen, tot ik hem was vergeten. Ik kon ook gaan slapen, net als doornroosje wat misschien wel een goed idee zou zijn! En over honderd jaar zou hij me wakker kussen en leefde we nog lang en gelukkig. Het was maar een droom. Een zinloze droom die nergens toe leidde, ik wilde ergens anders aan denken en niet meer aan Matthias. Ik moest toegeven, hij beheerste mijn gedacht continu, en daar wilde ik graag vanaf.
In de muffe huiskamer maakte ik mijn huiswerk en leerde alvast voor mijn proefwerken van morgen. Het begon al naar eten te ruiken, wat me misselijk maakte, ik sloeg mijn boeken dicht en leunde tegen de rug van de stoel aan met mijn ogen dicht, mijn stille moment werd al gauw verstoord door mijn moeder die een aantal pannen liet kletteren. Met mijn vingers liet ik door mijn krullen glijden en ik probeerde opnieuw te genieten van stilte. Bam! Weer niet gelukt de voordeur sloeg keihard dicht, Ruben kwam luidruchtig binnen en liet zijn voetbaltasneer komen op marmeren vloer. Ik zuchtte en ging weer recht op zitten. Ruben was negentien, en ik vond het hoogtijd voor hem om een eigen huis te zoeken. Hij rommelde wat in de kast en trok een zak chips open, kauwend en krakend liep hij door naar de woonkamer waar hij zich op de bank liet neervallen, ik schoof mijn stoel naar achter en kwam naast hem zitten, ik trok de afstandsbediening ui zijn hand en begon te zappen, nieuws, sport, soaps. Ik pakte een handvol chips stak die in mijn mond en begon hardnekkig te kauwen. na een halfuurtje was de zak bijna leeg, Ruben at de laatste kruimels op. mam zette een grote pan stoofvlees op tafel.
‘We gaan eten, ik hoop dat jullie nog honger hebben?’ Ze knipoogde naar mij. Ik sprong van de bank en drukte de tv uit, ik ging aan tafel zitten en schepte aardappels op, daarbij ook nog wat sperziebonen en vlees. Ik begon met het in stukjes hakken van mijn aardappel en ze daarna te verzuipen in de saus van het vlees. Aan tafel was de sfeer ijzig stil. Ik keek naar Ruben en toen naar mam, het viel me nu pas op dat ze laatste dagen geen woord met elkaar gewisseld hadden, luidruchtig legde ik mijn bestek neer. Ruben keek op van zijn bord.
‘Is er iets gebeurd?’ Geen antwoord.
‘Hebben jullie ruzie?’ Weer geen antwoord. Ik pakte mijn vork en prikte in een sperzieboon, ik doopte hem in het vlees en stak hem in mijn mond, ik hoorde enkel en alleen het smekken van Ruben.

hier een volgend stukje wat een vraag zal beantwoorden.
Op school aangekomen zag ik mijn clubje bij de fietsenstalling rondhangen. Maar goed dat de bel zo ging want ik had totaal geen zin in oninteressante gesprekken over het weekend van mijn vriendinnen. Melanie daarentegen dacht dat ze wel even boven op mij kon springen zodat ik met fiets en al op een paar andere fietsen zou landen, bravo Mel, kluns. Ik was eindelijk over mijn pijn heen toen de bel ging. Examens!
‘Psst, weet jij het antwoord op vraag drie?’ Mel porde onopvallend in mijn zij. Mijn blik gleed even langs de docent, maar die richtte zijn aandacht op koffie en de ochtendkrant. Ik kalkte het antwoord snel op een briefje en schoof het naar Mel toe. Ze glimlachte even kort en schreef het snel over, geschiedenis was een saai vak wat me totaal niet boeide toevallig kon ik alle teksten goed opslaan waardoor ik er heel goed in was. Toen ik klaar was met de vragen werd mijn gedachte weer omgezet. Ik voelde vlinders in mijn buik krioelen ik moest nu lijden ik mocht niet aan hem denken, maar het gaf me zo’n kick elke keer als ik aan hem dacht, dat ik samen met hem zou zijn voelde ik me gelukkiger. Ik wilde niet toegeven dat ik iets voor hem voelde, en wat voelde ik? een heleboel, pijn, verdriet, maar ook geluk en fijne kriebels elke keer als ik aan hem dacht of hem zag. Ik was blij toen Mel eindelijk klaar was zodat we briefjes naar elkaar konden sturen, een tijdje later gingen we over op fluisteren.
‘Jeroen heeft me gevraagd!’ Mel straalde, ze droomde nu al jaren om naar het eindbal te gaan met hem, hij had haar op een klassieke manier gevraagd met een witte roos.
‘Zo romantisch, net een huwelijksaanzoek!’ Beaamde ze nog even fijntjes. Ik perste mijn lippen over elkaar en keek zodanig boos voor me uit. Mel haalde haar schouders op en begon wat te rommelen. Ze haalde er een roze lolly uit en peuterde aan het papiertje, met haar scherpe nagels speelde ze het klaar om het plakkerige papiertje van de lolly af te trekken, het prulletje propte ze in haar tas en de lolly stopte zin in haar mond.
‘Als je met Jeroen wil zoenen moet je vooral aan die lolly zuigen!’ Merkte ik bits op. Mel was duidelijk beledigd en stond klaar om iets terug te zeggen, de bel ging. Zuchtend legde iedereen zijn pen neer en begon zijn tas in te pakken. Ik hees mijn tas over mijn schouder en rekte me uit. Mel die nog steeds beledigd was bleef niet wachten maar beende zo het lokaal uit. ik strompelde achter haar aan. Ze liep regelrecht naar haar kluisje, boos ramde ze de sleutel in het slot, ik leunde met mijn rug tegen een paar andere kluisjes op. ik zuchtte.
‘Oké, sorry ik ben gewoon jaloers, omdat jij wel een date hebt en ik niet.’ Mel hield op met het luidruchtig boeken sorteren en bleef met een boek in haar hand staan.
‘Excuses aanvaard.’ Ze grijnsde en haalde de lolly uit haar mond.
‘Eigenlijk heb je wel gelijk, ik zou ook geen lolly willen zoenen,’ Mel mikte op de prullenbak, de lolly kwam met een sierlijke boog in een lege beker cola terecht. Mel stopte wat boeken in haar tas en sloeg haar kluisje dicht. We liepen naar de kantine waar de rest van mijn vriendinnen zat, druk pratend over het eindbal. En de grote vraag, wie werd gevraagd door hem? toen ze het over hem hadden maakte mijn hart een paar luchtkoprollen en begon het onrustige gekrioel in mijn buik, ik had meteen geen trek meer, ik liet mijn appel in de prullenbak glijden, opgewonden kreten bij elke keer dat ze hem door de kantine zagen vliegen. Ik probeerde niet naar hem te kijken, en niet aan hem te denken. Ik balde mijn vuisten mijn knokkels werden meteen spierwit. Mijn kaken klapte ik stevig op elkaar en mijn ogen kneep ik dicht, dit was de enige manier om aan iets anders te kunnen denken. Ik zat al een tijdje zo toen Mel vroeg of ik moest poepen. Die vraag negeerde ik maar ik deed wel mijn ogen weer open en mijn kaken van elkaar. Ik wilde naar huis en niks meer over hem horen, tot ik hem was vergeten. Ik kon ook gaan slapen, net als doornroosje wat misschien wel een goed idee zou zijn! En over honderd jaar zou hij me wakker kussen en leefde we nog lang en gelukkig. Het was maar een droom. Een zinloze droom die nergens toe leidde, ik wilde ergens anders aan denken en niet meer aan Matthias. Ik moest toegeven, hij beheerste mijn gedacht continu, en daar wilde ik graag vanaf.
In de muffe huiskamer maakte ik mijn huiswerk en leerde alvast voor mijn proefwerken van morgen. Het begon al naar eten te ruiken, wat me misselijk maakte, ik sloeg mijn boeken dicht en leunde tegen de rug van de stoel aan met mijn ogen dicht, mijn stille moment werd al gauw verstoord door mijn moeder die een aantal pannen liet kletteren. Met mijn vingers liet ik door mijn krullen glijden en ik probeerde opnieuw te genieten van stilte. Bam! Weer niet gelukt de voordeur sloeg keihard dicht, Ruben kwam luidruchtig binnen en liet zijn voetbaltasneer komen op marmeren vloer. Ik zuchtte en ging weer recht op zitten. Ruben was negentien, en ik vond het hoogtijd voor hem om een eigen huis te zoeken. Hij rommelde wat in de kast en trok een zak chips open, kauwend en krakend liep hij door naar de woonkamer waar hij zich op de bank liet neervallen, ik schoof mijn stoel naar achter en kwam naast hem zitten, ik trok de afstandsbediening ui zijn hand en begon te zappen, nieuws, sport, soaps. Ik pakte een handvol chips stak die in mijn mond en begon hardnekkig te kauwen. na een halfuurtje was de zak bijna leeg, Ruben at de laatste kruimels op. mam zette een grote pan stoofvlees op tafel.
‘We gaan eten, ik hoop dat jullie nog honger hebben?’ Ze knipoogde naar mij. Ik sprong van de bank en drukte de tv uit, ik ging aan tafel zitten en schepte aardappels op, daarbij ook nog wat sperziebonen en vlees. Ik begon met het in stukjes hakken van mijn aardappel en ze daarna te verzuipen in de saus van het vlees. Aan tafel was de sfeer ijzig stil. Ik keek naar Ruben en toen naar mam, het viel me nu pas op dat ze laatste dagen geen woord met elkaar gewisseld hadden, luidruchtig legde ik mijn bestek neer. Ruben keek op van zijn bord.
‘Is er iets gebeurd?’ Geen antwoord.
‘Hebben jullie ruzie?’ Weer geen antwoord. Ik pakte mijn vork en prikte in een sperzieboon, ik doopte hem in het vlees en stak hem in mijn mond, ik hoorde enkel en alleen het smekken van Ruben.
Find happiness in the simplest things.
- Cubiculum Nephilia
- Typmachine
- Berichten: 1270
- Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
- Locatie: Hell
Hey Krisjuh,
ik heb het weer gelezen en zal een paar verbeter punten aanwijzen in je tekst. Ik zal het weer volgens de "oude" manier doen met rood als verbeterde punten. Wat ik je nog wel even wil benadrukken, is dat je misschien wat vaker enters moet gebruiken.
Ik kan zo niet echt goed de alinea's van elkaar onderscheiden. Misschien dat, dat enkel aan het forum ligt hoor. Mijn opmaak verdwijnt ook altijd met elke keer een stuk verhaal plaatsen.

** Bij zulk soort punten mag je best even nadruk leggen, want het gaat over dé jongen die haar lastig valt in haar gedachten. Maar de lezer weet nog niks over de jongen. Dus zeker als anderen hem ook zo knap vinden, dat hij feitelijk mister populair is en zo knap, even benadrukken dat hij het is.
*** Hier heb ik je twee opties gegeven. Wat er staat klopt namelijk niet zo. Sowieso, hoe kan een jongen vliegen?
**** Meestal wordt deze "saus" jus genoemd.
Die laatste zin liep niet helemaal lekker.. Nu sluit hij ook niet echt mooi aan, maar hij is wel iets meer kloppend. Je moet zelf maar even zien hoe en of je hem wijzigt.
Succes met het verdere verhaal. Blijf letten op de hoofdletters, punten, komma's en enters! Laat het verhaal anders alvast door iemand nalezen, voordat je het post. Misschien dat het dan zal schelen en je zelf ook baat hebt bij eventueel rustiger schrijven. Probeer ook meer te variëren met korte en lange zinnen. Dat maakt het lezen fijner dan alleen maar zinnen met tig komma's erin.
ik heb het weer gelezen en zal een paar verbeter punten aanwijzen in je tekst. Ik zal het weer volgens de "oude" manier doen met rood als verbeterde punten. Wat ik je nog wel even wil benadrukken, is dat je misschien wat vaker enters moet gebruiken.
Ik kan zo niet echt goed de alinea's van elkaar onderscheiden. Misschien dat, dat enkel aan het forum ligt hoor. Mijn opmaak verdwijnt ook altijd met elke keer een stuk verhaal plaatsen.

* Je had hier twee tijdsaanduidingen achter elkaar. Terwijl er maar eentje nodig is om duidelijk te maken dat het moment maar vluchtig was.Op school aangekomen zag ik mijn clubje bij de fietsenstalling rondhangen. Het was maar goed dat de bel zo ging, want ik had totaal geen zin in oninteressante gesprekken over het weekend van mijn vriendinnen. Melanie daarentegen dacht dat ze wel even boven op mij kon springen, zodat ik met fiets en al op een paar andere fietsen zou landen, bravo Mel, kluns. Ik was eindelijk over mijn pijn heen toen de bel ging. Examens!
‘Psst, weet jij het antwoord op vraag drie?’ Mel porde onopvallend in mijn zij.
Mijn blik gleed even langs de docent, maar die richtte zijn aandacht op koffie en de ochtendkrant. Ik kalkte het antwoord snel op een briefje en schoof het naar Mel toe. Ze glimlachte even* en schreef het snel over. Geschiedenis was een saai vak wat me totaal niet boeide, maar toevallig kon ik alle teksten goed opslaan waardoor ik er heel goed in was.
Toen ik klaar was met de vragen, werden mijn gedachten weer omgezet. Ik voelde vlinders in mijn buik krioelen. Ik moest nu lijden! Ik mocht niet aan hem denken, maar het gaf mij zo’n kick elke keer als ik aan hem dacht, dat ik mij afvroeg of ik gelukkiger zou zijn als ik met hem samen was.
Ik wilde niet toegeven dat ik iets voor hem voelde, maar wat voelde ik? Een heleboel. Pijn, verdriet, maar ook geluk en fijne kriebels elke keer als ik aan hem dacht of als ik hem zag. Ik was blij toen Mel eindelijk klaar was, zodat we briefjes naar elkaar konden sturen. Een tijdje later gingen we over op fluisteren.
‘Jeroen heeft me gevraagd!’ Mel straalde. Ze droomde nu al jaren om naar het eindbal te gaan met hem. Hij had haar op een klassieke manier gevraagd met een witte roos.
‘Zo romantisch, net een huwelijksaanzoek!’ Beaamde ze nog even fijntjes.
Ik perste mijn lippen op elkaar en keek zodanig boos voor me uit. Mel haalde haar schouders op en begon wat te rommelen in haar etui. Ze haalde er een roze lolly uit en peuterde aan het papiertjeer omheen. Met haar scherpe nagels speelde ze het klaar om het plakkerige papiertje van de lolly af te trekken. Het prulletje propte ze in haar tas en de lolly stopte ze in haar mond.
‘Als je met Jeroen wil zoenen moet je vooral aan die lolly zuigen!’ Merkte ik bits op.
Mel was duidelijk beledigd en stond klaar om iets terug te zeggen, maar de bel ging. Zuchtend legde iedereen zijn pen neer en begon zijn tas in te pakken. Ik hees mijn tas over mijn schouder en rekte me uit. Mel die nog steeds beledigd was bleef niet wachten, maar beende zo het lokaal uit. Ik strompelde achter haar aan. Ze liep regelrecht naar haar kluisje en boos ramde ze de sleutel in het slot. Ik leunde met mijn rug tegen een paar andere kluisjes aan en zuchtte.
‘Oké, sorry. Ik ben gewoon jaloers, omdat jij wel een date hebt en ik niet.’ Mel hield op met het luidruchtig boeken sorteren en bleef met een boek in haar hand staan.
‘Excuses aanvaard.’ Ze grijnsde en haalde de lolly uit haar mond. ‘Eigenlijk heb je wel gelijk. Ik zou ook geen lolly willen zoenen.’ Mel mikte op de prullenbak. De lolly kwam met een sierlijke boog in een lege beker cola terecht. Mel stopte wat boeken in haar tas en sloeg haar kluisje dicht. We liepen naar de kantine waar de rest van mijn vriendinnen zat, druk pratend over het eindbal. En de grote vraag, wie werd gevraagd door hèm**? Toen ze het over hem hadden, maakte mijn hart een paar salto's en het onrustige gekrioel in mijn buik begon. Ik had meteen geen trek meeren liet mijn appel in de prullenbak glijden. Opgewonden kreten staken de kop op, toen híj de kantine in liep./Opgewonden kreten kwamen ter horen bij elke keer dat ze hem door de kantine zagen lopen.*** Ik probeerde niet naar hem te kijken en niet aan hem te denken. Ik balde mijn vuisten, mijn knokkels werden meteen spierwit. Mijn kaken klapte ik stevig op elkaar en mijn ogen kneep ik dicht. Dit was de enige manier om aan iets anders te kunnen denken. Ik zat al een tijdje zo, toen Mel vroeg of ik moest poepen. Die vraag negeerde ik, maar ik deed wel mijn ogen weer open en mijn kaken van elkaar. Ik wilde naar huis en niks meer over hem horen, tot ik hem was vergeten. Ik kon ook gaan slapen, net als Doornroosje. Wat misschien wel een goed idee zou zijn! Over honderd jaar zou hij mij dan wakker kussen en leefden we nog lang en gelukkig. Het was maar een droom. Een zinloze droom die nergens naartoe zou leiden.
Ik wilde ergens anders aan denken en niet meer aan Matthias. Ik moest toegeven, hij beheerste mijn gedachten continu en daar wilde ik graag vanaf.
In de muffe huiskamer maakte ik mijn huiswerk en leerde alvast voor mijn proefwerken van morgen. Het begon al naar eten te ruiken, wat mij misselijk maakte. Ik sloeg mijn boeken dicht en leunde tegen de rug van de stoel aan met mijn ogen dicht. Mijn stille moment werd al gauw verstoord door mijn moeder die een aantal pannen liet kletteren. Met mijn vingers liet ik door mijn krullen glijden en ik probeerde opnieuw te genieten van stilte.
Bam! Weer niet gelukt. De voordeur sloeg keihard dicht, Ruben kwam luidruchtig binnen en liet zijn voetbaltas neer komen op de marmeren vloer. Ik zuchtte en ging weer recht op zitten. Ruben was negentien en ik vond het hoogtijd voor hem om een eigen huis te zoeken. Hij rommelde wat in de kast en trok een zak chips open. Kauwend en krakend liep hij door naar de woonkamer waar hij zich op de bank liet neervallen.
Ik schoof mijn stoel naar achter en kwam naast hem zitten. Ik trok de afstandsbediening uit zijn hand en begon te zappen; nieuws, sport, soaps. Ik pakte een handvol chips stak die in mijn mond en begon hardnekkig te kauwen. na een halfuurtje was de zak bijna leeg. Ruben at de laatste kruimels op. Mam zette een grote pan stoofvlees op tafel.
‘We gaan eten! Ik hoop dat jullie nog honger hebben?’ Ze knipoogde naar mij.
Ik sprong van de bank en drukte de tv uit. Ik ging aan tafel zitten en schepte aardappels op, daarbij ook nog wat sperziebonen en vlees. Ik begon met het in stukjes hakken van mijn aardappel en ze daarna te verzuipen in de saus van het vlees****. Aan tafel was de sfeer ijzig stil. Ik keek naar Ruben en toen naar mam. Het viel me nu pas op dat ze laatste dagen geen woord met elkaar gewisseld hadden. Luidruchtig legde ik mijn bestek neer. Ruben keek op van zijn bord.
‘Is er iets gebeurd?’ Geen antwoord. ‘Hebben jullie ruzie?’ Weer geen antwoord. Ik pakte mijn vork en prikte in een sperzieboon, doopte hem in het vlees en stak hem in mijn mond. De stilte bleef, op het smakken van Ruben na.

** Bij zulk soort punten mag je best even nadruk leggen, want het gaat over dé jongen die haar lastig valt in haar gedachten. Maar de lezer weet nog niks over de jongen. Dus zeker als anderen hem ook zo knap vinden, dat hij feitelijk mister populair is en zo knap, even benadrukken dat hij het is.

*** Hier heb ik je twee opties gegeven. Wat er staat klopt namelijk niet zo. Sowieso, hoe kan een jongen vliegen?

**** Meestal wordt deze "saus" jus genoemd.

Die laatste zin liep niet helemaal lekker.. Nu sluit hij ook niet echt mooi aan, maar hij is wel iets meer kloppend. Je moet zelf maar even zien hoe en of je hem wijzigt.
Succes met het verdere verhaal. Blijf letten op de hoofdletters, punten, komma's en enters! Laat het verhaal anders alvast door iemand nalezen, voordat je het post. Misschien dat het dan zal schelen en je zelf ook baat hebt bij eventueel rustiger schrijven. Probeer ook meer te variëren met korte en lange zinnen. Dat maakt het lezen fijner dan alleen maar zinnen met tig komma's erin.

"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
if you keep re-reading the last ones..."
- Cubiculum Nephilia
- Typmachine
- Berichten: 1270
- Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
- Locatie: Hell
Dat hoeft niet hoor, thans niet met het posten. Als je het in je eigen document goed hebt staan, is het prima 
We weten nu wel eindelijk de naam van onze mysterieuze loverboy!! :p Dat is al één raadsel opgelost.
Je moet zelf weten hoe je het doet, maar niet stoppen!

We weten nu wel eindelijk de naam van onze mysterieuze loverboy!! :p Dat is al één raadsel opgelost.

Je moet zelf weten hoe je het doet, maar niet stoppen!
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
if you keep re-reading the last ones..."