
Als er tips of (positieve) kritiek is, dan hoor ik het graag!
-------------------------------------------------
Intro
Wat een jaar.
Nee, dit inderdaad niet een “normale” zin om een verhaal mee te beginnen. Het kan me eigenlijk ook niet schelen. Het wás namelijk ook een verschrikkelijk/geweldig jaar. Ja, -voor de dommere mensen onder ons- dat kan samen. Ik ben blij dat het voorbij is en tegelijkertijd vind ik het jammer.
Natuurlijk ben ik de zeven kleine kotertjes niet uit het oog verloren, ik kom nog steeds elke week op ze passen. Maar aangezien Dylan en Matt pas geleden zeven jaar zijn geworden vinden ze dat ze nu al groot en verantwoordelijk zijn. Ik ben niet meer hun “oppas” vinden ze, dat is voor kleine kinderen, maar ik moet wel elke week braaf komen opdraven, omdat Fay, Jasper en Athalie nog wel een “oppas” nodig hebben.
Met Verena zal ik het nooit echt mee kunnen vinden, toch vind ik het niet zo erg meer als vroeger. Over een paar maanden ben ik hier toch weg, alleen nog dit schooljaar afmaken. Ik heb al met Estrella afgesproken dat we samen een studentenhuis gaan zoeken, het maakt niet uit welke, als het maar ver weg van hier is.
En dan hebben we nog Caspar…
-Ik slaak zachtjes een zucht-
Ik heb er geen woorden voor; hij is onbeschrijfelijk…
Hoofdstuk 1
De dag begon met een luide gil, standaard vanuit mijn kamer, uit mijn mond. Volgens mij was er geen dag verstreken dat ik niet hysterisch wakker werd omdat ik me weer eens had verslapen. Nu ik erover nadenk, dat is nog steeds zo. Maar over op het verhaal, ik werd dus wakker, hysterisch met een verwilderde blik in mijn ogen en als klap op de vuurpijl was ik ook nog eens mijn spijkerbroek kwijt. Eigenlijk ál mijn spijkerbroeken. Hoe dat is gebeurd weet ik tot op de dag van vandaag nog steeds niet, maar dat mijn stiefmoeder ermee te maken had, wist ik wel zeker. Ik grabbelde in mijn minikastje, op zoek naar iets bruikbaars om aan te trekken en stuitte op een versleten oude witte broek die onder de verfvlekken zat. Radeloos zakte in neer op de houten vloer van mijn kamer, dit was het enige wat ik kon vinden.
Met de moed der wanhoop sjeesde ik naar de badkamer, friste me op en trok mijn kleding aan. Boven de witte broek droeg ik een lang shirtje die over mijn heupen viel en een deel van de vlekken verborg. Mijn donkerbruine krullen liet ik los en snel trok ik een lijntje onder mijn ogen. Ondertussen waren er al vijf minuten verstreken en ik nam in twee stappen de trap naar beneden, ontbijten deed ik wel onderweg en voedsel voor school kocht ik wel in de kantine. Dat zou weer mijn zakgeld kosten, maar ik was al veel te laat om daar nog zorgen over te maken. Twee minuten later trok ik mijn jas aan, griste mijn tas van de grond en spurtte de deur uit. Op naar Estrella.
‘Caitlin, je bent te laat,’ klonk het vanuit een openstaande raam. ‘Zoals altijd.’
Ik grijnsde een beetje schaapachtig naar Estrella die voorovergebogen uit het raam hing. Ze slaakte en zucht en haar hoofd verdween weer door het raam. Ik hoorde wat kabaal, tromgeroffel op de trap, een verontwaardigd miauw van haar kat en even later stond ze klaar voor vertrek voor de deur.
‘Dat wordt weer doortrappen,’ zei ze en ze haalde haar fiets uit de schuur. Even later waren we op weg naar school.
‘Wat voor broek heb je trouwens aan.’ Ze staarde geschokt naar mijn witte broek met de verfvlekken. Ik rolde met mijn ogen.
‘Mijn spijkerbroeken zijn weg, wie denk je dat, dat gedaan heeft?’
‘Verena,’ zeiden we tegelijkertijd en we schoten in de lach. Estrella wat in het Spaans “ster” betekende was als sinds klein af aan mijn beste vriendin. Het was eigenlijk een best grappig verhaal hoe we vriendinnen werden: We waren twee en speelden beiden in dezelfde zandbak. Zij sloeg met een schep op mijn hoofd en ik antwoordde daarop door met mijn emmertje op haar been te slaan, dat ging een tijdje door tot ik voorstelde om taartjes te bakken van zand. Estrella staarde me nog een tijdje wantrouwig aan, maar stemde na een tijdje in, vanaf dat moment werden we vriendinnen. Onze vaste begroeting bleef met een schep op je hoofd slaan, tot we te oud werden voor de zandbak.
‘Ik moet trouwens echt een baantje vinden,’ zei ik, met mijn gedachte bij de laatste munten die ik ging besteden aan schoolvoedsel. ‘Ik ben echt helemaal blut en Verena leent me geen cent, zoals gewoonlijk.’
Estrella dacht even na. ‘Waarom ga je niet oppassen,’ zei ze uiteindelijk. ‘Mijn nichtje doet het ook en ze zei tegen mij dat je er wel aardig wat euro’s door verdiend. Je vind het toch altijd leuk om met kinderen om te gaan.’
‘Hé, ja,’ zei ik enthousiast –en buiten adem van het fietsen. ‘Dat ga ik doen. Goed idee!’
‘Meisje, ik ben gewoon goed.’ Ik lachte en zag dat we het schoolplein naderden, die trouwens bijna helemaal leeg was. Met mijn laatste krachtinspanningen stoof ik het schoolplein op en duwde mijn fiets in één van de fietsenrekken, Estrella volgde mij. Ze wierp een blik op haar mobiel.
‘Nog twee minuten. Als ik te laat kom mag jij voor straf mijn kamer opruimen.’
‘Sorry,’ hijgde ik. ‘Laten we nu maar snel gaan.’ Gehaast rende ik al de school in, met Estrella vlak achter me.