Danke allebei!
En there was... Chapter 30!
~~
30.
Zachtjes lipte Chantal mee met de muziek die door haar oortjes stroomde. Taylor Swift, You belong with me. Ze luisterde niet zo heel vaak Taylor Swift, maar dat nummer vond ze zo verschrikkelijk verslavend. En hoewel de tekst niet helemaal klopte, kreeg ze altijd Bills gezicht voor ogen als ze
You belong with me meezong.
Ze lag languit op haar bed met de dopjes van haar iPod diep in haar oren. Het was al laat, tegen elven, en ze wist dat in elk geval Gustav al lag te slapen – vandaar dat ze op haar iPod luisterde in plaats van een cd in de cd-speler te proppen.
Plotseling werd er op de deur geklopt. Chantal duwde zichzelf overeind, trok één oortje opzij en riep: ‘Ja?’
Bill stak zijn hoofd naar binnen. ‘Hannah aan de telefoon, voor jou.’ Hij kwam de kamer binnen en dropte de telefoon in haar uitgestoken hand. Chantal had meer interesse voor hem dan voor Hannah; zijn haren hingen, waarschijnlijk vanwege het late uur, los rond zijn gezicht en er zat een veeg oogpotlood op zijn slaap. Die had hij vast nog niet gezien, Chantal had hem in elk geval nog niet horen flippen.
Toen hoorde ze Hannah’s stem uit de telefoon komen: ‘Chantal? Ben je daar nou?’
‘Oh!’ Chantal zette vlug het speakerknopje aan en legde de telefoon naast zich neer. ‘Ja, ik ben er!’
Bill slenterde alweer naar buiten. Zijn T-shirt was aan de achterkant omhoog gekropen en het randje van zijn boxer stak boven zijn jeans uit. De befaamde boxer met zijn naam erop, besefte Chantal, die net de laatste twee letters van ‘Bill’ kon onderscheiden. Toen trok hij de deur achter zich dicht en Chantal concentreerde zich op Hannah, die heel vrolijk aan het vertellen was over... Ja, waarover? Praatte ze nou serieus over leeuwtjes?
‘Moet ik dat volgen?’ onderbrak Chantal haar vriendin vlug. ‘Leeuwtjes?’
Hannah lachte. ‘Ja, nou...’ Vervolgens stortte ze een heel verhaal door de telefoon, over Lisanne, die Chantal van horen zeggen kende, en haar oom, die in de dierentuin werkte, en leeuwtjes, die geboren waren, en namen, die gegeven mochten worden, en Raquel.
Raquel, die haar vader verloren had.
Raquel, die geen vriendin meer was.
Niet van Chantal, tenminste. Wél van Hannah, maar níet van Chantal. Ze slaakte een zachte zucht en zakte weer wat dieper weg in haar kussens. Ze wilde niet aan Raquel denken. Het was haar eigen schuld, natuurlijk, maar toch wilde ze er niet aan denken. Aan de ene kant voelde ze zich er rot onder, bijna een levenlengte vriendschap afsluiten om een jongen – maar die jongen was het toch zó hard waard, daar was Chantal ondertussen wel achter. Als zíj hem niet kon krijgen, dan mocht níemand hem krijgen.
‘Oh, daar is Raquel!’ klonk Hannah’s stem toen. ‘Wil je haar ook nog?’
Shit, Hannah wist van niets? Nee, anders had ze haar nooit zo vrolijk over Raquels leeuwtje verteld. Chantal probeerde een goed excuus te bedenken om “nee” te zeggen, maar haar hersenen konden niets bedenken en het volgende moment klonk Raquels stem bedeesd door de telefoon.
‘Hé.’
‘Hoi.’
Stilte.
Wat moest ze nu zeggen? ‘Hoe gaat het?’ probeerde Chantal; zo’n standaard zinnetje werkte altijd.
‘Gaat wel.’ Raquel aarzelde hoorbaar en zei toen: ‘Ik heb een baantje gevonden.’
‘Oh. Waar?’ Een baantje. Interessant. Chantal had geen baantje nodig – zij had een droom, haar nieuwe werkelijkheid.
‘In een restaurant. Lisanne werkt er ook,’ voegde Raquel erbij. ‘Hoe gaat het bij jou?’ Ze deed een duidelijke poging net zo opgewekt te klinken als altijd, waarschijnlijk om de schijn op te houden voor Hannah, maar Chantal kende haar langer dan vandaag.
‘Goed.’
‘Oké.’
Stilte.
Toen: ‘Uhm, ik denk dat ik moet gaan,’ mompelde Raquel. ‘Hannah flipt ’m. Ik ben bij haar en haar moeder roept.’
‘Oké. Tschüss dan.’ Chantal wachtte tot Raquel ook “tschüss” had gemompeld en drukte toen op het rode telefoontje. Ze staarde even naar het schermpje, schudde toen haar hoofd en sprong van bed. Dat was dan weer dat – en nu was het zo’n beetje tijd om te gaan slapen, morgen werd ze zonder twijfel weer afgebeuld door haar omgeving. Alleen nog even de telefoon terugbrengen.
Chantal slenterde door de gang naar de woonkamer, waar de telefoon meestal op het tafeltje lag te slingeren. Bij binnenkomst zag ze de tweeling nog voor de televisie hangen. Viel ook wel te verwachten, die twee gingen meestal als laatste van allemaal naar bed. Geen wonder dat ze ’s ochtends niet vooruit te branden waren.
‘Daar,’ zei Bill op het moment dat Chantal naar binnen stapte. Ze keek een beetje verdwaasd op en zag hem midden in de kamer staan, met zijn T-shirt opgetrokken. Wow. Hij was niet extreem gespierd, maar er was wel íets. Nu tekende hij met zijn vinger over zijn huid, alsof hij iets probeerde aan te geven.
‘Jij liever dan ik!’ riep Tom vanuit de luie zetel. Hij zette een blikje Red Bull aan zijn mond en schudde even met zijn dreads.
Bill trok zijn T-shirt weer omlaag en stak zijn tong met de fonkelende piercing uit. ‘Schijterd. Maar dat doe ik dus zaterdag wel of zo.’
‘Wat?’ vroeg Chantal, die de telefoon op het tafeltje zette. ‘En is Red Bull drinken om elf uur ’s avonds wel gezond?’ voegde ze erbij.
De tweeling keek naar haar om en Bill was natuurlijk de eerste die antwoord gaf. ‘Nee, dat is het niet, maar je kent Tom toch? Die drinkt zelfs Red Bull bij het ontbijt.’ Hij plofte op de sofa, legde zijn hoofd achterover tegen de leuning en vervolgde: ‘We hadden het over mijn nieuwste tatoeage.’
Chantal staarde hem aan. Nieuwste tatoeage? ‘Je hebt er al drie,’ zei ze zwakjes. ‘Moet je er nog meer?’
Bill viel bijna van de sofa, zo hard schoot hij in de lach. ‘Nou bedankt! Is het zo erg?’
‘Nee!’ riep ze vlug. Hoe kon ze iets van hem nou erg vinden? ‘Nee, nee, ik bedoel... Uhm. Laat maar.’
‘Ik wil er gewoon nog één. Een grotere.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘En we zijn bijna jarig, dus ik vind dat het best mag.’ Een zachte grinnik ontsnapte aan zijn keel. ‘Oh jeetje, we zijn bijna jarig. Tom! Wat gaan we eraan doen?’
‘Niets,’ bromde Tom, die het blikje Red Bull verfrommelde en naar het hoofd van zijn tweelingbroertje mikte. ‘Verjaardagen houd je niet tegen, duf konijn.’
Het Red Bull blikje vloog opnieuw door de kamer, ketste af tegen de klep van Toms pet en rolde onder het tafeltje. ‘Ik bedoel, hoe gaan we het víéren, idioot!’
‘Dat zijn zorgen voor later.’ Tom haalde zijn schouders op. ‘En blijf van mijn pet af.’
‘Ik heb je pet niet aangeraakt.’
‘Wijsneus.’
‘Slet.’
‘Diva!’
‘Ik ga naar bed,’ viel Chantal hen in de rede. Ze was absoluut te duf om een tweelingdialoog te doorstaan, ze kon maar beter nú vertrekken voor de broers de slappe lach kregen. Anders kwam ze hier nooit meer weg.
‘Slaap lekker!’ riepen ze tegelijkertijd. Chantal wuifde, mompelde iets vaags dat klonk als “welterusten” en liep terug naar haar kamer. Zodra haar hoofd het kussen raakte, viel ze in slaap.