Waar was ik binnengegaan? Ik had geen idee. Nog nooit was ik er geweest. Maar dat nam niet weg dat het er wel geweldig was! Bijgestaan door harde muziek, felle lichten in meer kleuren dan de regenboog ooit zal hebben en de sensatie van alcohol dat je bloed laat koken dansten mensen tegen elkaar aan en schreeuwden ze door elkaar heen. Heerlijk! Hier moesten we vanavond zijn. Ik pakte Janine's hand en mengde met de constant bewegende menigte.
,,Linda, ik wil niet!'' stribbelde Janine tegen. ,,Laat me in godsnaam gewoon met rust!''
,,Echt niet!'' schreeuwde ik zonder haar aan te kijken, nog steeds mijn weg makend door de menigte heen. ,,Liefdesverdriet verwerk je niet in je eentje op je – Claudia! Jij hier!''
Ik en Janine voegden ons bij Claudia, een wat typisch meisje. Bovendien was ze christelijk. Niet dat dat wat uitmaakte, het was alleen dat ik altijd op mijn woorden moest letten wanneer ik in haar buurt was. Ook brabbelde ze nog wel eens wat Janine had gedefinieerd als 'gelovige onzin'. Nu ging ik niet zo ver als Janine, maar echt waar. Het was irritant.
,,Hee Lin! Alles goed meid?'' vroeg Claudia. Ze glimlachte breed en keek naar wie ik had meegebracht. ,,En Janine! Oh, wat erg, wat erg! Ik hoorde net het nieuws!''
,,Het negatieve nieuws of... het hele negatieve deel?'' vroeg ik haar.
,,Het negatieve,'' zei Claudia. Ze dichtte haar ogen en trok een plechtige uitdrukking. ,,Ik was me al bewust van het hele negatieve nieuws. In ieder geval, het spijt me zo verschrikkelijk!''
,,Nou, bedankt,'' merkte Janine droogjes op. ,,Daar heb ik vast heel veel aan.''
,,Dat denk ik ook!'' zei Claudia vastbesloten. En ze glimlachte, blijkbaar niet bewust van het sarcasme dat zich had doorgedrongen tot Janine's woorden. ,,Maar goed dat je gekomen bent!''
,,Het was niet vrijwillig,'' mompelde Janine. Ze wees naar mij. Op mijn beurt keek ik Claudia met een onschuldige grijns aan.
,,Ik dacht, een goed avondje dronken worden zal het liefdesverdriet wel verdrijven!'' Ik lachte.
Claudia keek me beteuterd aan. ,,Liefdesverdriet?''
Mijn glimlach verdween en ik keek van Janine naar Claudia.
,,Ja, Allard heeft er een eind aangemaakt!''
,,Wat? Is hij dood?'' geschrokken keek Claudia me aan. Net als een aantal mensen om ons heen overigens. Een paar meiden fronsten met hun wenkbrauwen en verwijderden zich snel van ons weg en een stel jongens dat zojuist nog hevig danste keek vreemd op.
,,Nee, dom kalf...'' zuchtte ik geërgerd. ,,Hij heeft het uitgemaakt!''
Janine sloeg een hand voor haar mond en barstte zichtbaar bijna in tranen uit.
,,Ach nee!'' riep Claudia verbouwereerd uit. ,,Meid, ik dacht dat je oma was overleden!''
En met een snik vielen Janine's tranen naar beneden en baande ze zich een weg door de menigte naar de uitgang. Ik keek Claudia bijna vernietigend aan.
,,Dat... was het hele negatieve nieuws,'' merkte ik op.
Claudia krabde zich verontschuldigend op haar hoofd.
,,En toen had ik een probleem,'' mompelde ik.
,,Hoezo?''
,,Nou ja...'' begon ik. Claudia keek me nieuwsgierig aan terwijl ik met mijn hand langs mijn broekspijpen voelde. Haar ogen werden groot toen ik een fles met een kleurloze vloeistof tevoorschijn haalde. ,,...Het is hier nogal makkelijk om bepaalde dingen mee te nemen, zie je?''
Claudia's verbaasde uitdrukking veranderde al snel in een mengeling van euforie en ondeugendheid.
,,Kan jij me misschien... helpen met mijn probleem?'' ik glimlachte breed naar haar.
,,Natuurlijk!'' riep ze. ,,Natuurlijk help ik je! Dat doen vriendinnen nu eenmaal, niet waar?''
,,Wel waar,'' zei ik. En ik draaide de dop van de fles af, nam een grote slok en gaf het spul aan Claudia.
Het zou een nacht worden die ik nooit meer zou vergeten. En toch ook wel, op een vreemd soort manier...
It's raining men
Ik vind het begin erg grappig.
Het leest lekker weg, en bovendien vond ik het vrij onvoorspelbaar. Ik heb in ieder geval gelachen.
De verhaallijn is leuk en goed te volgen, desondanks kun je misschien ook het een en ander van de omgeving beschrijven, dat blijft namelijk een beetje blanco. Hier nog wat kleine puntjes waar je misschien iets mee kan doen, of niet.


Naar de-woorden, verwijs je met 'die'.IMissMe schreef:Bijgestaan door harde muziek, felle lichten in meer kleuren dan de regenboog ooit zal hebben en de sensatie van alcohol dat je bloed laat koken dansten mensen tegen elkaar aan en schreeuwden ze door elkaar heen.
Ik heb ook vaak last van dubbele 'datjes', maar dit kun je oplossen door van de tweede een 'het' te maken. Dat leest echt prettiger, ben ik nu ook na jaren achter.Niet dat dat wat uitmaakte, het was alleen dat ik altijd op mijn woorden moest letten wanneer ik in haar buurt was.

Volgens mij is 'zich weg verwijderen van' niets. Je verwijdert je van iets, of je gaat weg.Een paar meiden fronsten met hun wenkbrauwen en verwijderden zich snel van ons weg en een stel jongens dat zojuist nog hevig danste keek vreemd op.
Bedankt voor je reactie en je kritiek! Ik ben vooral blij dat je het onvoorspelbaar vond, dat was wel enigszins de bedoeling [a] Ik zal proberen wat met je punten te doen in vervolgstukken.
Hier in ieder geval alvast een nieuw stuk. Reacties en kritiek zijn meer dan welkom!:
Het was stil. Heel erg stil. En gelukkig maar! Nog meer lawaai had ik echt niet kunnen verdragen. In mijn hoofd dreunde de harde muziek van gisteravond nog door. Tenminste, daar ging ik van uit. Ik wist helemaal niets meer van wat ik gisteren gedaan had. Uiteraard kon ik me het voorval met Janine erg goed herinneren, maar voor de rest? Geen idee. Wat ik gisteren gedaan had, was volledig bepaald door de grote hoeveelheid drank die ik met Claudia naar binnen had gewerkt. Ik wist überhaupt niet of ik wel plezier gehad heb!
Met hoofdpijn en een misselijk gevoel stapte ik de trap af. Ik had mijn witte badjas maar aangedaan. Ik vond het te vroeg om m'n zondagse kleding al aan te trekken en van een pyjama was geen sprake: gisteravond was ik blijkbaar met kleding en al in bed gesprongen. Dat was overigens nog maar één van de rariteiten die ik kennelijk had uitgevoerd. Het toilet stonk ongelooflijk en ik vroeg me af of iemand toevallig zijn (of in mijn geval 'haar') boodschap naast het toilet had gedaan. Mijn verwachting was gedeeltelijk juist. Er lag inderdaad iets naast het toilet dat eigenlijk in het toilet thuishoorde. Het was alleen dat wat Claudia, op een zeer nette en christelijke manier, 'braaksel' noemde. Ik refereerde er liever na met 'kots'. En om nog een paar kleine details te geven: volgens mij borrelde het spul nog na.
In de gang hoorde ik dat mijn broertje ook al wakker was. De televisie stond aan, gezien de maffe stemmen die ik door de kamer hoorde gaan. Ik haatte kinderprogramma's. Ze waren irritant, overdreven leerzaam, wekten het gevoel op alsof je verschrikkelijk dom en klein was en bovenal, ze gingen altijd over het tellen van één tot tien. Soms zelfs van één tot vijf en in de zeer extreme getallen werden alleen de getallen één en twee behandelt.
,,Je bent veel te oud voor die rotzooi,'' beweerde ik mijn broertje. Ik was de kamer in al mijn glorie (haar dat alle kanten op stond, de slordige badjas, mijn gezicht half opgemaakt, de stank die ik van gisteravond mee had genomen) binnengekomen. Mijn broertje zei niets. Geobsedeerd tuurde hij naar het scherm, waar een blauwe cirkel met handen en voeten een oranje driehoek met een puntige neus leerde wat een vierkant was.
,,Hoorde je me nie – o, let op. Nu komt het,'' onderbrak ik mezelf sarcastisch. Op het scherm kwam een groen vierkant tevoorschijn. Het filmpje eindigde met de blauwe cirkel die 'telde' of iedereen er was. En ja hoor, er waren er drie! Drie figuren! Één, twee, drie! Ja, echt waar! Er speelde één of ander irritant deuntje en toen ging het programma over op reclame. Kinderreclame weliswaar. Iets in de trend van: koop nu een knuffelbeer bij die en die winkel. Twintig procent korting als je je opa meeneemt.
,,Ik zei dus, je bent te oud voor die rotzooi. Bovendien is opa dood. Dus daar hebben we ook niks aan.''
,,En jij bent te jong voor de rotzooi naast de wc,'' zei hij. Mijn broertje keek me nu wel aan. Shit, dacht ik. Slim ventje. Ik werduit geluld door een joch van tien in een pyjama waar nog net geen badeendjes op stonden. Dat werd vwo voor hem. Hij vervolgde (en zijn genialiteit werd voor mij steeds ongeloofwaardiger): ,,Dezelfde rotzooi waar opa aan dood is gegaan.''
,,Is al goed, is al goed. Jij wint. Waarom ben je zo vroeg op?''
,,Ik ben gisteravond op de bank in slaap gevallen,'' mompelde hij. Hij had zich weer naar de televisie gekeerd. Ik fronste verbaasd voor zover mijn slaperigheid dat nog toeliet. Hij was op de bank in slaap gevallen?
,,Maar je moest toch om tien uur in bed liggen van papa en mama?''
,,Ja, maar er was een leuke film op.''
,,O, oké. Hoe laat sliep je dan?''
,,Rond twee uur of zo? Er was een hele leuke film met een hond erin.''
Ik verstarde even en keek mijn broertje daarna wat onderzoekend aan. Ik kon alleen maar hopen dat hij het 'avondprogramma' gemist had.
,,En... heb je mij terug horen komen?''
,,Nee. Maar ik moest plassen vanochtend en de beneden-wc is nog steeds verstopt, dus ben ik boven gaan plassen. Daar kon ik wel zien dat je thuis was.''
,,En ook wel ruiken...'' mompelde ik onhoorbaar. Mijn broertje praatte verder.
,,Verder lag je mobieltje op tafel in de keuken. Je hebt sms'jes.''
Mijn mond zakte open.
,,Je hebt ze toch niet gelezen hè?''
,,Nee hoor,'' zei hij. Ik haalde opgelucht adem. Mijn broertje mocht dan op kunnen blijven tot laat in de nacht, gelukkig wist hij dat mijn mobiel verboden terrein was. Ook kon ik concluderen dat ik pas na twee uur het huis binnen was gegaan. Zonder nog iets tegen mijn broertje te zeggen ging ik de keuken in, waar ik mijn mobieltje op tafel aantrof. Ik pakte het ding op, ontgrendelde de toetsen en bekeek de melding die het ding gaf.
Er zijn drie nieuwe berichten.
,,Één, twee, drie,'' kreunde de stem van de blauwe cirkel door mijn hoofd. Ik sloeg een zucht uit, ging naar m'n berichten en checkte hoe laat ik de berichten had ontvangen. Één om kwart over vijf vannacht, één om negen uur vanochtend en een ander niet veel later, om half tien. Ik opende het bericht van kwart over vijf.
Hee, Linnie!
Ik zie je
maandag wel
bij op school!
xxx Leon
Ik wreef in m'n ogen terwijl ik het sms'je las. Wie, in hemelsnaam, was Leon? Zelfs na even diep nadenken kon ik me niemand voor de geest halen met de naam 'Leon', hetgeen ik verweet aan de kater die nog door mijn hoofd miauwde. Voorlopig zou ik het sms'je maar negeren. Waarschijnlijk had ik me gewoon weer gedragen als, wat Claudia noemt, een 'nachtloopster', hoewel ik het woord 'slet' passender vond.
Ik opende het bericht van negen uur. Het was van Claudia. En het was geen wonder dat ze het bericht zo vroeg had gestuurd. Claudia zijn nu met opgeheven hoofd in de kerk psalmen en gezangen uit te slaan en bijbelse ethiek aan te horen. Uit respect besloot ik alvorens ik het bericht gelezen had maar niets terug te sturen totdat ik zeker wist dat de dienst over was.
O, Linda!
Dombo die je
er ook bent.
Heb je Janine
al gesproken?
Weer wreef ik in mijn ogen. Wat had dit nu weer te betekenen? Of ik Janine al gesproken had? Ik voelde de neiging om maar meteen een sms terug te sturen met de vraag waar ze het (en uit respect: 'in niemands-naam') over had. Maar ik moest mezelf in bedwang houden en opende het derde sms'je, die van half tien. Dat sms'je schonk wat meer duidelijkheid.
En niet alleen over de kwestie die Claudia had aangekaart met het 'dombo', maar ook over het sms'je van 'Leon' en over de manier waarop ik mijn uitgaansavond gisteren had ingevuld. Uit een sms'je dat vrij grove taal bevatte, taal die Claudia zeker niet had gewaardeerd, maakte ik op dat ik me gisteravond inderdaad had gedragen als een 'nachtloopster' (na het lezen van Janine's synoniem van dat woord hoorde ik ook liever Claudia's voorzichtige 'nachtloopster'), dat ze mij en Allard nooit meer wilde zien en dat ze hoopte dat ik in ieder geval niet in de hemel zou gaan rotten. Ik besloot dat ik voorlopig beter ook dit sms'je niet zou gaan beantwoorden.
,,Wil jij ook een boterham?'' vroeg mijn broertje, die de keuken binnen wandelde. Ik keek hem met knipperende ogen aan. Nog ietwat beduusd door Janine's sms'je knikte ik wat vaag.
,,Met hagelslag of pindakaas?'' vroeg hij toen.
Met hagelslag of pindakaas...?
De vraag overviel me. Kiezen was plotseling nog nooit zo moeilijk geweest.
Hier in ieder geval alvast een nieuw stuk. Reacties en kritiek zijn meer dan welkom!:
Het was stil. Heel erg stil. En gelukkig maar! Nog meer lawaai had ik echt niet kunnen verdragen. In mijn hoofd dreunde de harde muziek van gisteravond nog door. Tenminste, daar ging ik van uit. Ik wist helemaal niets meer van wat ik gisteren gedaan had. Uiteraard kon ik me het voorval met Janine erg goed herinneren, maar voor de rest? Geen idee. Wat ik gisteren gedaan had, was volledig bepaald door de grote hoeveelheid drank die ik met Claudia naar binnen had gewerkt. Ik wist überhaupt niet of ik wel plezier gehad heb!
Met hoofdpijn en een misselijk gevoel stapte ik de trap af. Ik had mijn witte badjas maar aangedaan. Ik vond het te vroeg om m'n zondagse kleding al aan te trekken en van een pyjama was geen sprake: gisteravond was ik blijkbaar met kleding en al in bed gesprongen. Dat was overigens nog maar één van de rariteiten die ik kennelijk had uitgevoerd. Het toilet stonk ongelooflijk en ik vroeg me af of iemand toevallig zijn (of in mijn geval 'haar') boodschap naast het toilet had gedaan. Mijn verwachting was gedeeltelijk juist. Er lag inderdaad iets naast het toilet dat eigenlijk in het toilet thuishoorde. Het was alleen dat wat Claudia, op een zeer nette en christelijke manier, 'braaksel' noemde. Ik refereerde er liever na met 'kots'. En om nog een paar kleine details te geven: volgens mij borrelde het spul nog na.
In de gang hoorde ik dat mijn broertje ook al wakker was. De televisie stond aan, gezien de maffe stemmen die ik door de kamer hoorde gaan. Ik haatte kinderprogramma's. Ze waren irritant, overdreven leerzaam, wekten het gevoel op alsof je verschrikkelijk dom en klein was en bovenal, ze gingen altijd over het tellen van één tot tien. Soms zelfs van één tot vijf en in de zeer extreme getallen werden alleen de getallen één en twee behandelt.
,,Je bent veel te oud voor die rotzooi,'' beweerde ik mijn broertje. Ik was de kamer in al mijn glorie (haar dat alle kanten op stond, de slordige badjas, mijn gezicht half opgemaakt, de stank die ik van gisteravond mee had genomen) binnengekomen. Mijn broertje zei niets. Geobsedeerd tuurde hij naar het scherm, waar een blauwe cirkel met handen en voeten een oranje driehoek met een puntige neus leerde wat een vierkant was.
,,Hoorde je me nie – o, let op. Nu komt het,'' onderbrak ik mezelf sarcastisch. Op het scherm kwam een groen vierkant tevoorschijn. Het filmpje eindigde met de blauwe cirkel die 'telde' of iedereen er was. En ja hoor, er waren er drie! Drie figuren! Één, twee, drie! Ja, echt waar! Er speelde één of ander irritant deuntje en toen ging het programma over op reclame. Kinderreclame weliswaar. Iets in de trend van: koop nu een knuffelbeer bij die en die winkel. Twintig procent korting als je je opa meeneemt.
,,Ik zei dus, je bent te oud voor die rotzooi. Bovendien is opa dood. Dus daar hebben we ook niks aan.''
,,En jij bent te jong voor de rotzooi naast de wc,'' zei hij. Mijn broertje keek me nu wel aan. Shit, dacht ik. Slim ventje. Ik werduit geluld door een joch van tien in een pyjama waar nog net geen badeendjes op stonden. Dat werd vwo voor hem. Hij vervolgde (en zijn genialiteit werd voor mij steeds ongeloofwaardiger): ,,Dezelfde rotzooi waar opa aan dood is gegaan.''
,,Is al goed, is al goed. Jij wint. Waarom ben je zo vroeg op?''
,,Ik ben gisteravond op de bank in slaap gevallen,'' mompelde hij. Hij had zich weer naar de televisie gekeerd. Ik fronste verbaasd voor zover mijn slaperigheid dat nog toeliet. Hij was op de bank in slaap gevallen?
,,Maar je moest toch om tien uur in bed liggen van papa en mama?''
,,Ja, maar er was een leuke film op.''
,,O, oké. Hoe laat sliep je dan?''
,,Rond twee uur of zo? Er was een hele leuke film met een hond erin.''
Ik verstarde even en keek mijn broertje daarna wat onderzoekend aan. Ik kon alleen maar hopen dat hij het 'avondprogramma' gemist had.
,,En... heb je mij terug horen komen?''
,,Nee. Maar ik moest plassen vanochtend en de beneden-wc is nog steeds verstopt, dus ben ik boven gaan plassen. Daar kon ik wel zien dat je thuis was.''
,,En ook wel ruiken...'' mompelde ik onhoorbaar. Mijn broertje praatte verder.
,,Verder lag je mobieltje op tafel in de keuken. Je hebt sms'jes.''
Mijn mond zakte open.
,,Je hebt ze toch niet gelezen hè?''
,,Nee hoor,'' zei hij. Ik haalde opgelucht adem. Mijn broertje mocht dan op kunnen blijven tot laat in de nacht, gelukkig wist hij dat mijn mobiel verboden terrein was. Ook kon ik concluderen dat ik pas na twee uur het huis binnen was gegaan. Zonder nog iets tegen mijn broertje te zeggen ging ik de keuken in, waar ik mijn mobieltje op tafel aantrof. Ik pakte het ding op, ontgrendelde de toetsen en bekeek de melding die het ding gaf.
Er zijn drie nieuwe berichten.
,,Één, twee, drie,'' kreunde de stem van de blauwe cirkel door mijn hoofd. Ik sloeg een zucht uit, ging naar m'n berichten en checkte hoe laat ik de berichten had ontvangen. Één om kwart over vijf vannacht, één om negen uur vanochtend en een ander niet veel later, om half tien. Ik opende het bericht van kwart over vijf.
Hee, Linnie!
Ik zie je
maandag wel
bij op school!
xxx Leon
Ik wreef in m'n ogen terwijl ik het sms'je las. Wie, in hemelsnaam, was Leon? Zelfs na even diep nadenken kon ik me niemand voor de geest halen met de naam 'Leon', hetgeen ik verweet aan de kater die nog door mijn hoofd miauwde. Voorlopig zou ik het sms'je maar negeren. Waarschijnlijk had ik me gewoon weer gedragen als, wat Claudia noemt, een 'nachtloopster', hoewel ik het woord 'slet' passender vond.
Ik opende het bericht van negen uur. Het was van Claudia. En het was geen wonder dat ze het bericht zo vroeg had gestuurd. Claudia zijn nu met opgeheven hoofd in de kerk psalmen en gezangen uit te slaan en bijbelse ethiek aan te horen. Uit respect besloot ik alvorens ik het bericht gelezen had maar niets terug te sturen totdat ik zeker wist dat de dienst over was.
O, Linda!
Dombo die je
er ook bent.
Heb je Janine
al gesproken?
Weer wreef ik in mijn ogen. Wat had dit nu weer te betekenen? Of ik Janine al gesproken had? Ik voelde de neiging om maar meteen een sms terug te sturen met de vraag waar ze het (en uit respect: 'in niemands-naam') over had. Maar ik moest mezelf in bedwang houden en opende het derde sms'je, die van half tien. Dat sms'je schonk wat meer duidelijkheid.
En niet alleen over de kwestie die Claudia had aangekaart met het 'dombo', maar ook over het sms'je van 'Leon' en over de manier waarop ik mijn uitgaansavond gisteren had ingevuld. Uit een sms'je dat vrij grove taal bevatte, taal die Claudia zeker niet had gewaardeerd, maakte ik op dat ik me gisteravond inderdaad had gedragen als een 'nachtloopster' (na het lezen van Janine's synoniem van dat woord hoorde ik ook liever Claudia's voorzichtige 'nachtloopster'), dat ze mij en Allard nooit meer wilde zien en dat ze hoopte dat ik in ieder geval niet in de hemel zou gaan rotten. Ik besloot dat ik voorlopig beter ook dit sms'je niet zou gaan beantwoorden.
,,Wil jij ook een boterham?'' vroeg mijn broertje, die de keuken binnen wandelde. Ik keek hem met knipperende ogen aan. Nog ietwat beduusd door Janine's sms'je knikte ik wat vaag.
,,Met hagelslag of pindakaas?'' vroeg hij toen.
Met hagelslag of pindakaas...?
De vraag overviel me. Kiezen was plotseling nog nooit zo moeilijk geweest.
Debating life from God's point of view:
Nobody is God.
So,
who's nobody?
Nobody is God.
So,
who's nobody?
,,Oké, oké, oké,'' hoorde ik mezelf zuchtend zeggen. Ik legde mijn hand op mijn voorhoofd en keek Claudia strak aan. We zaten in de bijna verlaten kantine van onze school: een grote zaal met zes rijen tafels naast elkaar. In iedere rij stonden zes tafels. Ik en Claudia zaten aan de tafel die het verst verwijderd was van de deur en de conciërge (die overigens aan een tafeltje voor de keuken lag te 'pitten'). Een groot dakraam liet het licht naar binnen vallen. ,,Kun je me alsjeblieft even inlichten in de situatie?''
,,Dat kan ik,'' zei Claudia. Ze keek even om zich heen. Niet heel ver van ons zaten drie meiden te smoezen en een einzelgänger van het mannelijke soort zat aan één van de middelste tafels één of ander über-dik boek te lezen. ,,Wat je in feite gedaan hebt is best wel dom - ''
,, - Ja, dat snap ik nu onderhand wel!''
Onderweg naar school had Claudia me dat maar al te graag duidelijk gemaakt. Ik en Claudia fietsten altijd samen naar school en het gewoonlijke gespreksonderwerp betrof het feit of de bakstenen van de rijtjeshuizen waar we langs fietsten nu bruin of rood waren. Vandaag was het alleen ietwat anders begonnen. Ten eerste stond Claudia mij al op te wachten voor mijn huis (ze kwam altijd langs), terwijl ik normaal op haar stond te wachten, hetgeen over het algemeen resulteerde in een te-laat-briefje. Nu waren we juist te vroeg.
,,Goed, goed,'' zei Claudia. Ze grinnikte wat nerveus. ,,Je snapt onderhand ook dat Janine de neiging heeft om je te wurgen?''
,,Dat snap ik ook ja, maar ik heb nog steeds geen idee wat ik precies gedaan heb!''
,,Nou, je was - ''
,, - Dronken. Dat snap ik ook wel.''
,,En het ging er nogal wild aan toe...''
Ik keek Claudia aan. Moest ze het er nou per se inwrijven?
,,Claudia! Zeg nou gewoon met wie ik heb staan bekken!''
Claudia schraapte haar keel.
,,Goed, goed,'' mompelde ik. ,,Kussen...''
,,Met Allard en Leon,'' mompelde Claudia. Ik zuchtte diep. Het was me al bekend, en toch. Het idee dat ik had staan zoenen met dat over-intelligente, mega-zwoele ex-vriendje van Janine deed me huiveren. Ik kende Allard. Hij hield van romantiek. Janine trof om de haverklap een roos in haar kluisje aan (hoe had Allard haar kluisje opengekregen?) en ze schepte altijd op over hoe goed ze met haar vriendje kon praten.
En dan was er nog Leon. Ik had geen idee wie hij was en Claudia-zijt-dank dat Claudia het me uitlegde. Ik wist namelijk wel degelijk wie Leon Winter was. Leon was één van de beste tennissers op de tennisclub waar mijn broertje ook heenging. Hij trainde zelfs mijn broertje. Natuurlijk kende ik hem wel!
Ik keek Claudia beschuldigend aan.
,,En je kon me niet tegenhouden of zo?''
,,Nou... nee. Ik was bezig Janine tegen te houden. Ze was namelijk teruggekomen en op het moment dat ze binnen kwam, was haar ex-vriendje met haar beste vriendin aan het... kussen.''
,,[i[Shit.[/i] Wat dat betreft is ze eigenlijk ook best een troela...''
,,Zij!?''
,,Ja. Zij moet nou juist weer op het verkeerde moment binnenvallen!''
Claudia schudde haar hoofd afkeurend. Toen vervolgde ze: ,,In ieder geval, dat is nog niet alles.''
,,Wat? Er is meer?'' ik besefte dat het soap-gehalte van mijn leven twee dagen geleden enorm was toegenomen.
,,Je hebt ook nogal zonder na te denken je buurjongen ge- ''
,, - Go...'' (Claudia keek me al afkeurend aan) ,,...Potverdikke... Oké, dat klonk slecht. Maar dat terzijde. Ik heb Wessel gezoend?''
Wessel was voor zolang als ik me kon heugen mijn buurjongen geweest en daarbij ook nog eens mijn beste jeugdvriend. We gingen echter allebei naar andere scholen en onze levens splitsten nogal. Soms hield ik Wessel wel eens in de gaten vanuit mijn slaapkamerraam. Hij speelde gitaar in een bandje, hield er nogal een alternatieve 'stijl' op na en viel desondanks niet heel erg op bij anderen.
,,Sorry, Lin... je was dronken...'' Claudia keek me verontschuldigend aan. ,,We waren rond vieren bij jouw thuis.''
,,Wie zijn we? Alleen jij en ik, hoop ik?'' Claudia zweeg. Bijna vloekte ik weer. ,,Wie?''
,,Ik en Mink,'' mompelde ze. ,,Het neefje van - ''
,,Marissa Bekedam,'' maakte ik haar zin af. ,,Wat een ongelooflijke bende!''
Mijn schreeuw ging de kantine door. De conciërge schrok wakker, de lezende einzelgänger keek van zijn boek op en de meiden die ook nog in de kantine waren keken op.
,,Dit kan je toch niet geloven!'' riep ik er achteraan. Ik haatte Marissa Bekedam. Niet omdat ze me pestte of plaagde of iets dergelijks. Ha! Dat moest ze eens proberen! Marissa Bekedam was gewoon een verschrikkelijk wicht. En in theorie zou haar neefje, Mink dus, heel populair moeten zijn. Hij was knap, zo sociaal dat je je afvroeg of hij wel een jongen was en hij leek overal goed in te zijn. Het kwam echter door de constante dreiging van de lugubere Marissa, die haar neefje Mink voor zichzelf wilde houden (de band tussen de twee was zo intens dat je je, nogmaals, afvroeg of ze wel neef en nicht waren), dat niemand het ook maar waagde om bij de arme Mink in de buurt te komen. In mijn korte periode van openlijke verliefdheid op Mink bestookte Marissa me met gemene roddels, brieven in mijn kluisje en moordende blikken tijdens pauzes in de kantine.
,,Hee, wil je even stil doen?'' riep de conciërge chagrijnig. Ik draaide me om en keek de man woedend aan. Ik besloot het er maar bij te laten toen ik zijn uitdrukking zag (vele malen woedender) en keerde me weer richting Claudia.
,,Dus wat deed Mink precies bij mij thuis?''
Claudia lachte wat nerveus.
,,Je instoppen,'' mompelde ze toen.
Een ratelslang van grove taal verliet mijn mond en vulde de kantine. Claudia had haar handen geschrokken voor haar mond geslagen. wederom keek iedereen op. De meiden staarden mij met open monden aan. De einzelgänger had zijn boek op de grond laten vallen. De klap van het boek leek te echoën door de kantine.
De conciërge was opgestaan van zijn stoel en riep me toe: ,,Jongedame, ik waarschuw niet weer!''
Maar ik was nog niet klaar met vloeken en tieren, draaide me om, en maakte hem er ziedend op attent dat hij zich stil moest houden: ,,Hou je mond nou eens!''
Toen mocht ik nakomen.
,,Dat kan ik,'' zei Claudia. Ze keek even om zich heen. Niet heel ver van ons zaten drie meiden te smoezen en een einzelgänger van het mannelijke soort zat aan één van de middelste tafels één of ander über-dik boek te lezen. ,,Wat je in feite gedaan hebt is best wel dom - ''
,, - Ja, dat snap ik nu onderhand wel!''
Onderweg naar school had Claudia me dat maar al te graag duidelijk gemaakt. Ik en Claudia fietsten altijd samen naar school en het gewoonlijke gespreksonderwerp betrof het feit of de bakstenen van de rijtjeshuizen waar we langs fietsten nu bruin of rood waren. Vandaag was het alleen ietwat anders begonnen. Ten eerste stond Claudia mij al op te wachten voor mijn huis (ze kwam altijd langs), terwijl ik normaal op haar stond te wachten, hetgeen over het algemeen resulteerde in een te-laat-briefje. Nu waren we juist te vroeg.
,,Goed, goed,'' zei Claudia. Ze grinnikte wat nerveus. ,,Je snapt onderhand ook dat Janine de neiging heeft om je te wurgen?''
,,Dat snap ik ook ja, maar ik heb nog steeds geen idee wat ik precies gedaan heb!''
,,Nou, je was - ''
,, - Dronken. Dat snap ik ook wel.''
,,En het ging er nogal wild aan toe...''
Ik keek Claudia aan. Moest ze het er nou per se inwrijven?
,,Claudia! Zeg nou gewoon met wie ik heb staan bekken!''
Claudia schraapte haar keel.
,,Goed, goed,'' mompelde ik. ,,Kussen...''
,,Met Allard en Leon,'' mompelde Claudia. Ik zuchtte diep. Het was me al bekend, en toch. Het idee dat ik had staan zoenen met dat over-intelligente, mega-zwoele ex-vriendje van Janine deed me huiveren. Ik kende Allard. Hij hield van romantiek. Janine trof om de haverklap een roos in haar kluisje aan (hoe had Allard haar kluisje opengekregen?) en ze schepte altijd op over hoe goed ze met haar vriendje kon praten.
En dan was er nog Leon. Ik had geen idee wie hij was en Claudia-zijt-dank dat Claudia het me uitlegde. Ik wist namelijk wel degelijk wie Leon Winter was. Leon was één van de beste tennissers op de tennisclub waar mijn broertje ook heenging. Hij trainde zelfs mijn broertje. Natuurlijk kende ik hem wel!
Ik keek Claudia beschuldigend aan.
,,En je kon me niet tegenhouden of zo?''
,,Nou... nee. Ik was bezig Janine tegen te houden. Ze was namelijk teruggekomen en op het moment dat ze binnen kwam, was haar ex-vriendje met haar beste vriendin aan het... kussen.''
,,[i[Shit.[/i] Wat dat betreft is ze eigenlijk ook best een troela...''
,,Zij!?''
,,Ja. Zij moet nou juist weer op het verkeerde moment binnenvallen!''
Claudia schudde haar hoofd afkeurend. Toen vervolgde ze: ,,In ieder geval, dat is nog niet alles.''
,,Wat? Er is meer?'' ik besefte dat het soap-gehalte van mijn leven twee dagen geleden enorm was toegenomen.
,,Je hebt ook nogal zonder na te denken je buurjongen ge- ''
,, - Go...'' (Claudia keek me al afkeurend aan) ,,...Potverdikke... Oké, dat klonk slecht. Maar dat terzijde. Ik heb Wessel gezoend?''
Wessel was voor zolang als ik me kon heugen mijn buurjongen geweest en daarbij ook nog eens mijn beste jeugdvriend. We gingen echter allebei naar andere scholen en onze levens splitsten nogal. Soms hield ik Wessel wel eens in de gaten vanuit mijn slaapkamerraam. Hij speelde gitaar in een bandje, hield er nogal een alternatieve 'stijl' op na en viel desondanks niet heel erg op bij anderen.
,,Sorry, Lin... je was dronken...'' Claudia keek me verontschuldigend aan. ,,We waren rond vieren bij jouw thuis.''
,,Wie zijn we? Alleen jij en ik, hoop ik?'' Claudia zweeg. Bijna vloekte ik weer. ,,Wie?''
,,Ik en Mink,'' mompelde ze. ,,Het neefje van - ''
,,Marissa Bekedam,'' maakte ik haar zin af. ,,Wat een ongelooflijke bende!''
Mijn schreeuw ging de kantine door. De conciërge schrok wakker, de lezende einzelgänger keek van zijn boek op en de meiden die ook nog in de kantine waren keken op.
,,Dit kan je toch niet geloven!'' riep ik er achteraan. Ik haatte Marissa Bekedam. Niet omdat ze me pestte of plaagde of iets dergelijks. Ha! Dat moest ze eens proberen! Marissa Bekedam was gewoon een verschrikkelijk wicht. En in theorie zou haar neefje, Mink dus, heel populair moeten zijn. Hij was knap, zo sociaal dat je je afvroeg of hij wel een jongen was en hij leek overal goed in te zijn. Het kwam echter door de constante dreiging van de lugubere Marissa, die haar neefje Mink voor zichzelf wilde houden (de band tussen de twee was zo intens dat je je, nogmaals, afvroeg of ze wel neef en nicht waren), dat niemand het ook maar waagde om bij de arme Mink in de buurt te komen. In mijn korte periode van openlijke verliefdheid op Mink bestookte Marissa me met gemene roddels, brieven in mijn kluisje en moordende blikken tijdens pauzes in de kantine.
,,Hee, wil je even stil doen?'' riep de conciërge chagrijnig. Ik draaide me om en keek de man woedend aan. Ik besloot het er maar bij te laten toen ik zijn uitdrukking zag (vele malen woedender) en keerde me weer richting Claudia.
,,Dus wat deed Mink precies bij mij thuis?''
Claudia lachte wat nerveus.
,,Je instoppen,'' mompelde ze toen.
Een ratelslang van grove taal verliet mijn mond en vulde de kantine. Claudia had haar handen geschrokken voor haar mond geslagen. wederom keek iedereen op. De meiden staarden mij met open monden aan. De einzelgänger had zijn boek op de grond laten vallen. De klap van het boek leek te echoën door de kantine.
De conciërge was opgestaan van zijn stoel en riep me toe: ,,Jongedame, ik waarschuw niet weer!''
Maar ik was nog niet klaar met vloeken en tieren, draaide me om, en maakte hem er ziedend op attent dat hij zich stil moest houden: ,,Hou je mond nou eens!''
Toen mocht ik nakomen.
Debating life from God's point of view:
Nobody is God.
So,
who's nobody?
Nobody is God.
So,
who's nobody?