Hallo allemaal,
dit is mijn eerste verhaal dat ik hier plaats, daarom zou ik graag reacties en verbetertips ontvangen. Alvast bedankt.
Groetjes Maria-Susanne
-------------------------------------------------------------------------------------
Marjolein kijkt hoe haar vriend het avondeten klaar maakt. Zijn spieren tekenen af onder zijn strakke shirt. Hij heeft losjes een rood geblokt keukenschort omgeknoopt. Druk met het roeren in de pannen. Gebogen over het gasfornuis laat hij een houten lepel in de soep vallen. Voorzichtig blazend neemt hij een slokje. Afkeuring trekt over zijn gezicht. Vluchtig zoekt hij tussen de potjes kruiden naar het zout. Nadat een nieuwe lading zout in de soep verdwenen is, kijkt hij naar Marjolein. Ze zit aan de houten eettafel slechts twee meter verwijderd van de keuken. Haar ellebogen op de tafel en haar gezicht rust in de vuisten van haar handen. Een dromerige glimlach kleurt haar gezicht. De man weet dat Marjolein liever niet heeft dat hij weg gaat. Ze is bang voor iets dat ze niet kent. Maar hij is ervoor getraind en bovendien is hij verpleger, hoeveel gevaar loopt hij nou? Wat de man niet weet is dat Marjolein een vreselijk onderbuikgevoel heeft. Hij loopt naar Marjolein en kust haar op haar voorhoofd.
‘’Blijf’’ de wanhoop is in haar ogen te lezen als ze zijn armen vast pakt. ‘’Alsjeblieft’’
‘’Lieverd, ik heb ervoor getraind, het is mijn droom’’
‘’Dat weet ik, maar ik ben zo bang’’ de man streelt haar blonde haren.
‘’Ik ben terug voor je het weet’’ hij vertwijnt weet naar zijn pannen.
De man houdt van koken. Marjolein ziet hem graag druk in de weer boven zijn domein, het gasfornuis. Als hij weg is moet ze alles zelf doen, dat wordt nog een hele klus. Marjolein kan alles in het huishouden op koken na. Een traan vindt zijn weg naar beneden over haar wang. Voor haar vriend het kan zien, veegt ze hem vlug weg. Misschien stelt ze zich wel aan. Bovendien heeft hij er jaren hard voor gewerkt, ze mag hem niet tegenhouden. Je mag een mens niet tegenhouden zijn of haar dromen waar te maken. Daartegen is een liefde ook niet bestand, weet Marjolein. Ze zijn gelukkig, echt gelukkig. Ze kunnen samen lachen, praten en ook huilen samen. Ze willen kinderen krijgen en oud worden samen. Ze zijn gelukkig samen. Maar wat als ze straks alleen is? Marjolein schrikt even op uit haar gedachten wanneer haar vriend de lekkerste gerechten voor haar neer zet. Maar keert meteen weer terug in haar gedachten. Ze denkt terug aan het moment dat ze vandaag thuis kwam uit haar werk. De tafel was prachtig gedekt, overal in het huis stonden brandende kaartjes en er kwam een heerlijk geur uit de keuken. ‘’Afscheidsetentje’’ verkondigde de man trots. Toen hij Marjoleins gezicht van vrolijk naar bang zag gaan, besefte hij de ongelukkige woordkeus. ‘’Over 6 maanden eten we weer elke dag gewoon samen’’ probeerde hij het goed te maken. Marjolein toverde een geforceerde lach om haar mond. Ze moest zich erbij neerleggen en genieten van dit moment samen, hetgeen dat ze nu tegemoet ging bij dit etentje. Misschien was het wel de laatste keer samen. Ze wist dat ze zo niet mocht denken, maar ze kon het niet helpen, haar intuïtie vertelde rare dingen.
De man neemt tegenover Marjolein plaats aan de tafel. Liefdevol kijkt hij haar in de ogen. ‘’Eet smakelijk, liefste’’ genieten, genieten, genieten, in haar hoofd spreekt ze deze woorden uit. Ze moet er van genieten en niet aan de vreselijke dingen denken. ‘’Het ziet er lekker uit. Wat geweldig’’ ze verbaasd zichzelf, dat ze de woorden echt meent. Tevreden valen ze aan op het lekkere eten. Marjolein laat het haar smaken. Ze praten over alledaagse dingen en maken lol. Marjolein ligt krom van het lachen als haar vriend een meesterlijke mop verteld. Ze zijn als vanouds gelukkig. De vriend maakt de tafel leeg voor het dessert. Marjolein genoot van elke beweging van hem en kan geen moment haar ogen van hem afhouden. Hij tovert twee prachtig opgemaakte borden uit de koelkast. Wanneer Marjolein haar lepel in de mega bol ijs zet, voelt ze het. Haar vriend kijkt haar vol verwachting aan. Marjolein begrijpt het niet. Ze lepelt het ijs aan de kant en er komt een klein doosje te voorschijn. Haar ogen worden groot en stralen van blijdschap. De man neemt het doosje over en opent het. Een prachtige ring schittert in het kaarslicht. Hij gaat door de knieën en stelt de wel bekende vraag ‘’Wil je met me trouwen?‘’ Zonder twijfel is Marjoleins antwoord ‘ja’ en ze zoent hem vol op de mond. Trouwen, dat had ze nu nog niet verwacht.
‘’Als ik terug ben uit Afghanistan, gaan we ons huwelijk plannen’’ spreekt de man zielsgelukkig.
(wordt vervolgd)
De laatste keer
Hallo,
Welkom op OV!
Misschien is het idee om je even voor te stellen in het voorsteltopic?
Je verhaal is vrij goed, alleen merk ik dat je in het eerste stukje in de tegenwoordige tijd schrijft en je midden in het tweede overgaat op de verleden tijd. Het leest fijner als je in één tijd schrijft.
Ook vind ik het een heel klein beetje snel gaan, wat ik hiermee bedoel is: eerst zit ze aan tafel te kijken hoe haar man kookt en in het tweede stukje komt ze opeens thuis van iets. Het is een beetje verwarrend en niet heel duidelijk wat er bedoelt word. Let dus op dat je vooral beschrijft wanneer je overgaat op een andere dag of tijdstip. Zomaar overspringen is zeer verwarrend voor de lerer.
Voor de rest heb je een heel fijne schrijfstijl en leest het stukje wel redelijk makkelijk door. Het is fijn om te lezen en je idee is heel goed. Ik lees dit zeker mee en hoop dat je iets aan de tips hebt.
Veel succes nog met het schrijven van je verhaal
Welkom op OV!
Misschien is het idee om je even voor te stellen in het voorsteltopic?

Je verhaal is vrij goed, alleen merk ik dat je in het eerste stukje in de tegenwoordige tijd schrijft en je midden in het tweede overgaat op de verleden tijd. Het leest fijner als je in één tijd schrijft.

Ook vind ik het een heel klein beetje snel gaan, wat ik hiermee bedoel is: eerst zit ze aan tafel te kijken hoe haar man kookt en in het tweede stukje komt ze opeens thuis van iets. Het is een beetje verwarrend en niet heel duidelijk wat er bedoelt word. Let dus op dat je vooral beschrijft wanneer je overgaat op een andere dag of tijdstip. Zomaar overspringen is zeer verwarrend voor de lerer.
Voor de rest heb je een heel fijne schrijfstijl en leest het stukje wel redelijk makkelijk door. Het is fijn om te lezen en je idee is heel goed. Ik lees dit zeker mee en hoop dat je iets aan de tips hebt.
Veel succes nog met het schrijven van je verhaal

~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~
Nano: 6670/50 000
Bedankt voor je bericht.
Ik heb de tekst wat aangepast, het stuk waar ik overga in verleden tijd is eigenlijk een kleine flashback. Marjolein denkt terug aan het moment dat ze thuis kwam die avond. Dus het hele deel wat je leest is een avond. Misschien dat het met de aanpassingen iets duidelijker is.
Ik heb de tekst wat aangepast, het stuk waar ik overga in verleden tijd is eigenlijk een kleine flashback. Marjolein denkt terug aan het moment dat ze thuis kwam die avond. Dus het hele deel wat je leest is een avond. Misschien dat het met de aanpassingen iets duidelijker is.
Deel 2 - Jeroen
De nacht was fantastisch geweest, met zijn aanstaande. Hij moest nog wel aan het woord wennen. Jeroen was verloofd met zijn geliefde. Zijn legervrienden hadden hem lachend gefeliciteerd. Ze vonden het wel tijd voor een huwelijk tussen de twee. Ze waren ook al tien jaar samen. Toen Jeroen vijftien was had hij het meisje van zijn dromen gevonden. Na wat trubbels rond hun zeventiende en twintigste, waren ze nog toch nog steeds samen. Echte liefde, dat was het. Jeroen kijkt vanaf een afstand naar de mensen die hij lief heeft, zijn ouders, zus Ellen, ooms Karel en Stef, tante Tina en oma Sjaan zit in de rolstoel en had het verzorgingstehuis beveelt haar hier naartoe te brengen. Jeroen heeft bewondering voor de sterke vrouw. Ook beste vrienden Bram en Mike zijn van de partij. Tussen zijn schoonouders staat zijn trots, zijn aanstaande. Het is tijd voor het afscheid.
Met lome passen loopt Jeroen op hen af. Het lijkt wel of er lood in zijn legerkisten zit. Zijn ooms kloppen hem liefdevol op zijn schouders. Tante Tina knijpt hem eerst bijna fijn en neemt vervolgens zijn hoofd liefjes in haar handen. ‘’Die camouflage kleuren staan jou wel’’. Hij moet lachen om de typerende uitspraak van zijn favoriete tante. Vervolgens bukt om zijn oma een zoen op haar wang te geven. ‘’Je gaat niet eerder de pijp uit dan mij hé. Je waagt het niet’’
‘’Nee, oma dat beloof ik’’ glimlachend strijkt Jeroen over haar grijze dunne haar.
‘’Vrienden, niet al het bier opdrinken hé’’ Bram en Mike doen een poging om stoer te kijken. Bram slaat kort even zijn armen om hem heen en Mike volgt zijn voorbeeld. Jeroens vriendin kijkt het allemaal met vochtige ogen aan. Hij knuffelt zijn ouders, die hem nog duizend waarschuwingen en liefdesbetuigingen meegeven. En komt vervolgens uit bij zijn meisje. Een enkele minuut kijken ze elkaar zwijgend aan. De vriendin trekt hem dan tegen haar aan. Jeroen slaat zijn gespierde armen om haar fijne rug. Legt haar hoofd op zijn borstkas en streelt het zacht. Hij zou zo nog wel uren willen blijven staan. Ze is echt de liefde van zijn leven. Voorzichtig maakt ze zich van hem los. Ze breekt, tranen stromen over haar wangen. Opnieuw pakt Jeroen haar stevig vast.
‘’Ik ben bang’’ fluistert ze in zijn oor.
‘’Lieverd, ik ben verpleger, ik kom niet direct in de oorlogsgebieden.’’
‘’Dat weet ik wel’’ zei de jonge vrouw. Ze kijkt hem recht in de ogen ‘’Ik heb een raar voorgevoel. Ik ben zo bang dat dit de laatste keer is dat ik je zie’’ Een rilling loopt over Jeroens rug. Hij is plots niet meer zo zeker van zijn zaak en weet geen worden meer te vinden om haar gerust te stellen. Om haar angst wat weg te nemen zoent hij haar hartstochtelijk. En op die zelfde manier zoent ze hem terug. Jeroen moet zich van haar los maken. ‘’Ik ben snel terug, dat beloof ik’’ fluistert Jeroen in het oor van zijn verloofde. Hij veegt enkele plukken blond haar, die uit haar staart losgekomen waren, achter haar oor. De jonge vrouw schudt angstig haar hoofd. ‘’Ik hou van je, voor altijd’’ spreekt ze oprecht. ‘’En ik van jou, maakt je geen zorgen.’’ Jeroen loop weg van zijn vriendin.
In zijn hoofd malen haar worden rond, de laatste keer. De laatste keer dat ik je zie, ze had het echt gezegd. Jeroen kan het niet geloven, hij zou over een half jaar bij haar terug zijn, dat wist hij (bijna) zeker. Hij moet sterk zijn, spreekt hij zichzelf hard toe. Jeroen vindt Benno, zijn beste vriend en samen lopen ze naar de gate. Jeroen, Benno en de andere mannen gaan een club soldaten, artsen en verplegers afwisselen in Afghanistan. Jeroen werpt nog een laatste blik over zijn schouder en zwaait. Een handkus voor zijn verloofde en hij verdwijnt naar het vliegtuig. Met een gemixt gevoel neemt hij plaats in het vliegtuig. Doet hij hier wel goed aan? Ach, zijn vriendin trekt hem mee in haar waanvoorstellingen. Hij heeft er jaren hard voor gewerkt, dit is zijn droom.
De nacht was fantastisch geweest, met zijn aanstaande. Hij moest nog wel aan het woord wennen. Jeroen was verloofd met zijn geliefde. Zijn legervrienden hadden hem lachend gefeliciteerd. Ze vonden het wel tijd voor een huwelijk tussen de twee. Ze waren ook al tien jaar samen. Toen Jeroen vijftien was had hij het meisje van zijn dromen gevonden. Na wat trubbels rond hun zeventiende en twintigste, waren ze nog toch nog steeds samen. Echte liefde, dat was het. Jeroen kijkt vanaf een afstand naar de mensen die hij lief heeft, zijn ouders, zus Ellen, ooms Karel en Stef, tante Tina en oma Sjaan zit in de rolstoel en had het verzorgingstehuis beveelt haar hier naartoe te brengen. Jeroen heeft bewondering voor de sterke vrouw. Ook beste vrienden Bram en Mike zijn van de partij. Tussen zijn schoonouders staat zijn trots, zijn aanstaande. Het is tijd voor het afscheid.
Met lome passen loopt Jeroen op hen af. Het lijkt wel of er lood in zijn legerkisten zit. Zijn ooms kloppen hem liefdevol op zijn schouders. Tante Tina knijpt hem eerst bijna fijn en neemt vervolgens zijn hoofd liefjes in haar handen. ‘’Die camouflage kleuren staan jou wel’’. Hij moet lachen om de typerende uitspraak van zijn favoriete tante. Vervolgens bukt om zijn oma een zoen op haar wang te geven. ‘’Je gaat niet eerder de pijp uit dan mij hé. Je waagt het niet’’
‘’Nee, oma dat beloof ik’’ glimlachend strijkt Jeroen over haar grijze dunne haar.
‘’Vrienden, niet al het bier opdrinken hé’’ Bram en Mike doen een poging om stoer te kijken. Bram slaat kort even zijn armen om hem heen en Mike volgt zijn voorbeeld. Jeroens vriendin kijkt het allemaal met vochtige ogen aan. Hij knuffelt zijn ouders, die hem nog duizend waarschuwingen en liefdesbetuigingen meegeven. En komt vervolgens uit bij zijn meisje. Een enkele minuut kijken ze elkaar zwijgend aan. De vriendin trekt hem dan tegen haar aan. Jeroen slaat zijn gespierde armen om haar fijne rug. Legt haar hoofd op zijn borstkas en streelt het zacht. Hij zou zo nog wel uren willen blijven staan. Ze is echt de liefde van zijn leven. Voorzichtig maakt ze zich van hem los. Ze breekt, tranen stromen over haar wangen. Opnieuw pakt Jeroen haar stevig vast.
‘’Ik ben bang’’ fluistert ze in zijn oor.
‘’Lieverd, ik ben verpleger, ik kom niet direct in de oorlogsgebieden.’’
‘’Dat weet ik wel’’ zei de jonge vrouw. Ze kijkt hem recht in de ogen ‘’Ik heb een raar voorgevoel. Ik ben zo bang dat dit de laatste keer is dat ik je zie’’ Een rilling loopt over Jeroens rug. Hij is plots niet meer zo zeker van zijn zaak en weet geen worden meer te vinden om haar gerust te stellen. Om haar angst wat weg te nemen zoent hij haar hartstochtelijk. En op die zelfde manier zoent ze hem terug. Jeroen moet zich van haar los maken. ‘’Ik ben snel terug, dat beloof ik’’ fluistert Jeroen in het oor van zijn verloofde. Hij veegt enkele plukken blond haar, die uit haar staart losgekomen waren, achter haar oor. De jonge vrouw schudt angstig haar hoofd. ‘’Ik hou van je, voor altijd’’ spreekt ze oprecht. ‘’En ik van jou, maakt je geen zorgen.’’ Jeroen loop weg van zijn vriendin.
In zijn hoofd malen haar worden rond, de laatste keer. De laatste keer dat ik je zie, ze had het echt gezegd. Jeroen kan het niet geloven, hij zou over een half jaar bij haar terug zijn, dat wist hij (bijna) zeker. Hij moet sterk zijn, spreekt hij zichzelf hard toe. Jeroen vindt Benno, zijn beste vriend en samen lopen ze naar de gate. Jeroen, Benno en de andere mannen gaan een club soldaten, artsen en verplegers afwisselen in Afghanistan. Jeroen werpt nog een laatste blik over zijn schouder en zwaait. Een handkus voor zijn verloofde en hij verdwijnt naar het vliegtuig. Met een gemixt gevoel neemt hij plaats in het vliegtuig. Doet hij hier wel goed aan? Ach, zijn vriendin trekt hem mee in haar waanvoorstellingen. Hij heeft er jaren hard voor gewerkt, dit is zijn droom.
Deel 3 Marjolein
Marjolein zit thuis aan de eettafel. De vrienden en familie hebben haar, op haar eigen verzoek, alleen gelaten. Ze staart verdoofd de keuken in, vanaf de plek waar ze de activiteiten van haar vriend altijd vol bewondering volgde. Koken, zijn passie, ze kon uren naar hem kijken als hij aan het koken was. Zoveel gevoel hij in het eten gooide, dat kon ze proeven. Zelf was haar eten altijd flauw en smakeloos. Hij had kok moeten worden, bedenkt Marjolein zich. Dan was hij niet uitgezonden, jammer dat hij zo van avontuur houdt. Bovendien wist ze dat een uitzending ooit plaats zou vinden. Ze had zich erop voorbereid, maar toch kwam het uiteindelijke moment van zijn vertrekt te snel. Marjolein staat op de eettafel en liep de keuken in, ze moet nu echt zelf aan haar avondmaal beginnen. Spaghetti staat op het menu, makkelijk en snel klaar. Dat moet lukken. Van de spaghetti zou ze twee dagen kunnen eten, dus morgen was de magnetron haar vriend.
Drie maanden later
Haar aanstaande zit nog elke dag in haar gedachten. Marjolein staat er mee op en gaat ermee naar bed. Ze volgt het nieuws uit Afghanistan elke minuut en staat een keer in de twee weken dinsdagsdag morgen de post op te wachten. En elke keer springt ze de kamer rond van blijdschap dat ze weer een brief van hem krijgt. De laatste brief is een hele mooie, hij heeft een gedicht voor haar geschreven. Maar hij heeft erin ook verteld over zijn zware en aangrijpende patiënten die hij behandeld. Verdoofd neemt Marjolein plaats aan de eettafel op de plek van haar vriend. Ze staart wat tot haar oog valt op het magneetbord. Twee kleurige kaarten prijken trots en vrolijk tussen de witte briefjes. Ze staat op en neemt de kaartjes in handen. Het feest, de beachparty. Dat is waar ook. Bijna een jaar geleden had ze kaartjes gewonen voor de beachparty waar ze met haar vriend heen zou gaan. Uitzinnig waren ze geweest, maar helaas werd hij uitgezonden. Marjolein wilde zelf naar het feest, dus had ze Esther gevraagd om mee te gaan. Esther was haar beste vriendin en haar man Benno was tegelijk met Marjoleins vriend naar Afghanistan gegaan, hij was wel soldaat. Esther had het uitgeschreeuwd, natuurlijk had ze zin om naar dàt feest te gaan. En dat feest is vanavond al!
Marjolein haast zich naar boven om uit te zoeken wat ze aan zou doen. Na het passen van de vele jurkjes, truitjes, topjes en tuniekjes, kiest ze voor een donkergroen strak jurkje. Het is strapless en kort. Met haar nieuw zwarte laarzen en de imposante ketting die ze als cadeau van haar ouders had gekregen, was het prachtig. Bescheidde oorbellen en haar haar verstevigd met krullende mousse maakt het compleet. Vrolijk komt ze bij Esther aan. Ester die haar de eerste minuten alleen complimentjes geeft, ziet er zelf ook uit om door een ringetje te halen. Een hele donkere skinny jeans en een goudachtige tuniek met kleurige stiksels in de hals. Een zwarte riem en zwarte pumps en klaar is ze. Haar korte donkere haar piekt vrolijk en haar ogen prachtig opgemaakt. Ze zijn klaar om een avond te genieten en hun angsten te vergeten.
Wel heeft ze een vreemd gevoel in haar maag, ze denkt aan haar vriend in Afghanistan. Het was geen goed voorteken, maar ze kan nu niets meer veranderen. Hij zit daar en zij is hier in Nederland. De wind blaast door haar haren, terwijl ze samen met Esther naar de beachparty fietst. Esther praat vrolijk, maar Marjolein verstaat er weinig van. Haar vriendin merkt het niet, ze heeft zo veel zin in het feest. Marjoleins gedachten dwalen naar haar vriend. Er is iets mis en gaat iets gebeuren. Een misselijkheid komt hevig opzetten. Ze trapt op de rem. Zet haar beide benen op de grond en haalt diep adem. Esther komt naast haar staan en legt een hand op Marjoleins schouder. Haar misselijkheid zakt wat weg, maar het voorgevoel blijft.
Marjolein zit thuis aan de eettafel. De vrienden en familie hebben haar, op haar eigen verzoek, alleen gelaten. Ze staart verdoofd de keuken in, vanaf de plek waar ze de activiteiten van haar vriend altijd vol bewondering volgde. Koken, zijn passie, ze kon uren naar hem kijken als hij aan het koken was. Zoveel gevoel hij in het eten gooide, dat kon ze proeven. Zelf was haar eten altijd flauw en smakeloos. Hij had kok moeten worden, bedenkt Marjolein zich. Dan was hij niet uitgezonden, jammer dat hij zo van avontuur houdt. Bovendien wist ze dat een uitzending ooit plaats zou vinden. Ze had zich erop voorbereid, maar toch kwam het uiteindelijke moment van zijn vertrekt te snel. Marjolein staat op de eettafel en liep de keuken in, ze moet nu echt zelf aan haar avondmaal beginnen. Spaghetti staat op het menu, makkelijk en snel klaar. Dat moet lukken. Van de spaghetti zou ze twee dagen kunnen eten, dus morgen was de magnetron haar vriend.
Drie maanden later
Haar aanstaande zit nog elke dag in haar gedachten. Marjolein staat er mee op en gaat ermee naar bed. Ze volgt het nieuws uit Afghanistan elke minuut en staat een keer in de twee weken dinsdagsdag morgen de post op te wachten. En elke keer springt ze de kamer rond van blijdschap dat ze weer een brief van hem krijgt. De laatste brief is een hele mooie, hij heeft een gedicht voor haar geschreven. Maar hij heeft erin ook verteld over zijn zware en aangrijpende patiënten die hij behandeld. Verdoofd neemt Marjolein plaats aan de eettafel op de plek van haar vriend. Ze staart wat tot haar oog valt op het magneetbord. Twee kleurige kaarten prijken trots en vrolijk tussen de witte briefjes. Ze staat op en neemt de kaartjes in handen. Het feest, de beachparty. Dat is waar ook. Bijna een jaar geleden had ze kaartjes gewonen voor de beachparty waar ze met haar vriend heen zou gaan. Uitzinnig waren ze geweest, maar helaas werd hij uitgezonden. Marjolein wilde zelf naar het feest, dus had ze Esther gevraagd om mee te gaan. Esther was haar beste vriendin en haar man Benno was tegelijk met Marjoleins vriend naar Afghanistan gegaan, hij was wel soldaat. Esther had het uitgeschreeuwd, natuurlijk had ze zin om naar dàt feest te gaan. En dat feest is vanavond al!
Marjolein haast zich naar boven om uit te zoeken wat ze aan zou doen. Na het passen van de vele jurkjes, truitjes, topjes en tuniekjes, kiest ze voor een donkergroen strak jurkje. Het is strapless en kort. Met haar nieuw zwarte laarzen en de imposante ketting die ze als cadeau van haar ouders had gekregen, was het prachtig. Bescheidde oorbellen en haar haar verstevigd met krullende mousse maakt het compleet. Vrolijk komt ze bij Esther aan. Ester die haar de eerste minuten alleen complimentjes geeft, ziet er zelf ook uit om door een ringetje te halen. Een hele donkere skinny jeans en een goudachtige tuniek met kleurige stiksels in de hals. Een zwarte riem en zwarte pumps en klaar is ze. Haar korte donkere haar piekt vrolijk en haar ogen prachtig opgemaakt. Ze zijn klaar om een avond te genieten en hun angsten te vergeten.
Wel heeft ze een vreemd gevoel in haar maag, ze denkt aan haar vriend in Afghanistan. Het was geen goed voorteken, maar ze kan nu niets meer veranderen. Hij zit daar en zij is hier in Nederland. De wind blaast door haar haren, terwijl ze samen met Esther naar de beachparty fietst. Esther praat vrolijk, maar Marjolein verstaat er weinig van. Haar vriendin merkt het niet, ze heeft zo veel zin in het feest. Marjoleins gedachten dwalen naar haar vriend. Er is iets mis en gaat iets gebeuren. Een misselijkheid komt hevig opzetten. Ze trapt op de rem. Zet haar beide benen op de grond en haalt diep adem. Esther komt naast haar staan en legt een hand op Marjoleins schouder. Haar misselijkheid zakt wat weg, maar het voorgevoel blijft.
Hopelijk zijn er nog lezers die het verhaal volgen, want ik krijg zo weinig reacties. Hierbij mijn volgende hoofstuk, geschreven vanuit Jeroen in Afghanistan.
Deel 4 Jeroen
Het is een warme dag. Jeroen veegt het zweet van zijn voorhoofd. Zijn witte jas voelt klam aan. Plots klapt de deuren van het hospitaal open. Twee ambulancebroeders rennen binnen met een brancard tussen hen in. Om de hoek komen twee artsen aangesneld. De broeders gillen de verwondingen in medische termen naar hen toe. Jeroen kijk naar de patiënt en een schok gaat door hem heen. Een jonge Afghaanse vrouw kijkt hem met holle ogen aan. Een jaar of vijfentwintig, schat Jeroen haar. Even oud als zijn verloofde in Nederland. Jeroen probeert te helpen, maar ze is er slecht aan toe. Haar ogen draaien weg. Een arts springt bovenop het meisje en start de hartmassage. Samen rijden ze de brancard de operatiekamer in. Jeroens gevoelen zitten in de mallemolen. Er klopt iets niet, er gaat iets niet goed. Het gezicht van de jonge vrouw is wit. Jeroen schrikt op van het luchtalarm. Iedereen kijkt verdwaast om zich heen. Jeroen en de dokter Van Mill kijken elkaar in de ogen. ‘’Doorgaan, doorgaan met de hartmassage’’ roept Van Mill. Jeroen landt weer op aarde en ging over in de automatische piloot. Assisteren is zijn taak. Met man en macht werken ze voor de vrouw, terwijl het luchtalarm boven hun hoofden loeit. De druk neemt steeds verder toe. Jeroen ziet de hopeloosheid van de situatie in de ogen van Van Mill. ‘’Niet opgeven’’ schreeuwt Jeroen als hij de reanimatie stopt. Jeroen sprint op de vrouw en begint woedend te pompen. Van Mill en een operatie-assistent halen Jeroen van de jonge vrouw. ‘’Ze heeft het niet gered, niemand kan haar nog helpen’’ reageert een collega verpleger. Boos smijt Jeroen zijn verplegerjas op de grond en beent de operatiekamer uit.
Een eindje van de operatiekamer ploft Jeroen neer op een bankje en begraaft zijn hoofd in zijn handen. Tranen stromen over zijn wangen. De omgeving is redelijk veilig, maar de omstandigheden hier zijn zo slecht, het is warm, de operatiemiddelen zijn schaars, de slachtoffers te zwaar gewond en het zijn er ook te veel. Hij wist dat het zwaar zou worden, maar zo zwaar. Misschien was hij naïef geweest, zijn omgeving heeft altijd gezegd dat hij een gevoelige jongen is, te gevoelig om bij het leger te gaan. Zijn weerwoord was altijd, dat hij verpleger was en dat was nagenoeg veilig. Het luchtalarm loeit niet meer, de onbekende dreiging is weg.
Jeroen weet niet hoe lang hij daar gezeten heeft, maar hij schikt op wanneer van een commandant zijn hand op Jeroens schouder legt. ‘’Kun je even mee komen?’’ Jeroen vreest voor zijn baan en hij geeft ze groot gelijk, hij kan het niet aan. Jeroen slentert achter de man aan naar het hoofdgebouw.
De woorden van de commandant willen niet tot hem doordringen. Hij staart de man aan, zijn lippen bewegen, maar het geluid haalt Jeroens oren niet meer. Drie woorden heeft hij opgevangen, de rest is waas. Dit kan niet. Dit gelooft hij niet. Het is een leugen. Boos slaat Jeroen met zijn vuisten op het bureau van de commandant. Hij schreeuwt. Met betraande ogen verlaat hij het hoofdgebouw op weg naar zijn slaapvertrek. Hij ploft met een klap neer op zijn bed. Het knijpt zijn vuisten fijn tot zijn knokkels wit worden en begraaft zijn gezicht in het kussen. Nu komen de tranen en Jeroen begint te huilen.
Deel 4 Jeroen
Het is een warme dag. Jeroen veegt het zweet van zijn voorhoofd. Zijn witte jas voelt klam aan. Plots klapt de deuren van het hospitaal open. Twee ambulancebroeders rennen binnen met een brancard tussen hen in. Om de hoek komen twee artsen aangesneld. De broeders gillen de verwondingen in medische termen naar hen toe. Jeroen kijk naar de patiënt en een schok gaat door hem heen. Een jonge Afghaanse vrouw kijkt hem met holle ogen aan. Een jaar of vijfentwintig, schat Jeroen haar. Even oud als zijn verloofde in Nederland. Jeroen probeert te helpen, maar ze is er slecht aan toe. Haar ogen draaien weg. Een arts springt bovenop het meisje en start de hartmassage. Samen rijden ze de brancard de operatiekamer in. Jeroens gevoelen zitten in de mallemolen. Er klopt iets niet, er gaat iets niet goed. Het gezicht van de jonge vrouw is wit. Jeroen schrikt op van het luchtalarm. Iedereen kijkt verdwaast om zich heen. Jeroen en de dokter Van Mill kijken elkaar in de ogen. ‘’Doorgaan, doorgaan met de hartmassage’’ roept Van Mill. Jeroen landt weer op aarde en ging over in de automatische piloot. Assisteren is zijn taak. Met man en macht werken ze voor de vrouw, terwijl het luchtalarm boven hun hoofden loeit. De druk neemt steeds verder toe. Jeroen ziet de hopeloosheid van de situatie in de ogen van Van Mill. ‘’Niet opgeven’’ schreeuwt Jeroen als hij de reanimatie stopt. Jeroen sprint op de vrouw en begint woedend te pompen. Van Mill en een operatie-assistent halen Jeroen van de jonge vrouw. ‘’Ze heeft het niet gered, niemand kan haar nog helpen’’ reageert een collega verpleger. Boos smijt Jeroen zijn verplegerjas op de grond en beent de operatiekamer uit.
Een eindje van de operatiekamer ploft Jeroen neer op een bankje en begraaft zijn hoofd in zijn handen. Tranen stromen over zijn wangen. De omgeving is redelijk veilig, maar de omstandigheden hier zijn zo slecht, het is warm, de operatiemiddelen zijn schaars, de slachtoffers te zwaar gewond en het zijn er ook te veel. Hij wist dat het zwaar zou worden, maar zo zwaar. Misschien was hij naïef geweest, zijn omgeving heeft altijd gezegd dat hij een gevoelige jongen is, te gevoelig om bij het leger te gaan. Zijn weerwoord was altijd, dat hij verpleger was en dat was nagenoeg veilig. Het luchtalarm loeit niet meer, de onbekende dreiging is weg.
Jeroen weet niet hoe lang hij daar gezeten heeft, maar hij schikt op wanneer van een commandant zijn hand op Jeroens schouder legt. ‘’Kun je even mee komen?’’ Jeroen vreest voor zijn baan en hij geeft ze groot gelijk, hij kan het niet aan. Jeroen slentert achter de man aan naar het hoofdgebouw.
De woorden van de commandant willen niet tot hem doordringen. Hij staart de man aan, zijn lippen bewegen, maar het geluid haalt Jeroens oren niet meer. Drie woorden heeft hij opgevangen, de rest is waas. Dit kan niet. Dit gelooft hij niet. Het is een leugen. Boos slaat Jeroen met zijn vuisten op het bureau van de commandant. Hij schreeuwt. Met betraande ogen verlaat hij het hoofdgebouw op weg naar zijn slaapvertrek. Hij ploft met een klap neer op zijn bed. Het knijpt zijn vuisten fijn tot zijn knokkels wit worden en begraaft zijn gezicht in het kussen. Nu komen de tranen en Jeroen begint te huilen.
- Sabbientje
- Fijnschrijver
- Berichten: 588
- Lid geworden op: 25 nov 2007 09:22
Vaak helpt het als je op andermans verhalen reageert, dan heb je sneller kans op een reactie terug.
Dat is ook leuk voor andere personen die hun verhalen plaatsen.
Die worden dan vanzelf enthousiast om ook eens op jouw verhaal te reageren
Dat is ook leuk voor andere personen die hun verhalen plaatsen.

Die worden dan vanzelf enthousiast om ook eens op jouw verhaal te reageren

Laatst gewijzigd door Mirry op 18 mar 2010 23:18, 2 keer totaal gewijzigd.
Reden: Sjoep, weg edit die niet noodzakelijk was...
Reden: Sjoep, weg edit die niet noodzakelijk was...
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.