Verloren geluk

Hier kun je verhalen vinden waar langer dan een half jaar niet aan geschreven is of op gereageerd. De verwachting is dat deze verhalen niet meer afgemaakt worden. Staat jouw verhaal hier en wil je verder schrijven? Neem dan even contact op met één van de moderators, dan wordt je verhaal teruggezet.
Gesloten
chica
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 11
Lid geworden op: 14 mar 2010 13:04

Hoofdstuk 1

Zo stil mogelijk loop ik het kleine donkere hutje binnen, mijn ogen strak gericht op de magere bleke vrouw die in het hoekje van de ruimte licht.
“Moeder”, fluister ik zachtjes. Er komt een licht gekreun vanuit het zelfgemaakte bed, maar verder blijven alle tekenen van leven weg. Een paar dagen geleden, toen de medicijnman van moeder een drankje gaf, leek alles nog zo mee te vallen. Er rolt een traan over mijn wang, die ik boos wegveeg. “Niet huilen”, mompel ik tegen mezelf. Huilen betekend opgeven, zei oma altijd wanneer er gevochten werd. Ik moest sterk blijven, dan zou alles goed komen. Ik ben sterk gebleven en dat heeft geholpen, de oorlog is voorbij.
Bijgelovig als ik ben veeg ik mijn tranen weg en was het bloed van moeders gezicht. De wond is nog steeds niet opgedroogd en begint al aardig te stinken, geen goed teken weet ik. Als moeder nog meer bloed zal verliezen, is het over. Dat vertelde de medicijnman gisteren nog.
“Abeni”, bromt vader vanuit de opening. “Je kunt niets voor haar doen, zorg dat er eten voor mij is”. Na een laatste blik op moeder maak ik gehoorzaam het eten voor vader klaar. Terwijl ik vader de rijst voor zet, gaan mijn gedachten terug naar moeder. Altijd een sterke vrouw zo ook die ochtend dat ze water ging halen, eigenlijk mijn taak, eigenlijk had ik moeten gaan. Mijn ogen schieten weer vol en weer moet ik de tranen weg wegknipperen. Het was mijn taak, dat water halen, maar ik had een ontsteking aan mijn voet en moeder was gegaan.
Pas een uur nadat ze vertrokken was, toen ik me al zorgen begon te maken, kwam de buurjongen naar me toe. Vanaf dat moment herinner ik me alles haarscherp, ik ben met hem mee gerend en zag mijn moeder liggen, vlak naast de weg, een weg waar heel veel mijnen liggen.
“Abeni! Ga opruimen”, rukt vader me uit mijn gedachten. Ik mompel een excuus en loop met de pan naar achter, vader heeft niet veel overgelaten zie ik, als ik met pijn in mijn maag van de honger, in de pan kijk. Het is niet eens genoeg voor één persoon, laat staan voor twee hongerige meisjes. Nou ja, ook daarover klagen heeft geen zin. Het heeft al maanden niet meer geregend en vader eet nou eenmaal als eerste, hij is de man.

Terwijl ik de pan schoonboen hoor ik mijn zusje met een paar andere meisjes net buiten ons erf touwtje springen. Mijn favoriete spelletje van vroeger, van de tijd toen ik nog een meisje was. Elke dag speelde ik met mijn vriendinnetjes, tot moeder mij op een dag verbood touwtje te springen, ik moest een vrouw worden had vader tegen haar gezegd. Natuurlijk was ik boos, maar dat had geen zin gehad.
Vanaf toen besefte ik dat het leven niet eerlijk is. Ik mocht niet meer touwtje springen, niet meer met de jongens praten en moest leren me als een echte vrouw te gedragen. Altijd als ik ongehoorzaam was jammerde moeder dat Hadith, de man aan wie ik beloofd was, zo niet met me zou willen trouwen. Die zorg was trouwens voor niets geweest, Hadith moest vechten voor de rebellen en is nooit meer terug gekomen.
Verdrietig schud ik mijn hoofd, veel jongens uit het dorp waren verdwenen en weinig waren levend terug gekomen de meesten hebben we zelfs helemaal niet meer gezien. Ook mijn grote broer, Adil, moest meevechten. Toen hij na de oorlog thuisgebracht werd door mensen uit een ander dorp waren we blij geweest, we waren zo gelukkig… Voor de derde keer deze dag voel ik de tranen in mijn ogen, deze keer laat ik ze stromen Nu hoef ik niet sterk te blijven, voor Adil is het al te laat. Zijn wonden waren te erg, de medicijnman had voor hem geen middel dat hielp.
“Abeni! Abeni, kom kijken ik kan touwtjespringen”, roept mijn zusje terwijl ze straalend naar me toe komt. Langzaam sta ik op en kijk hoe Asha met haar kleine beentjes op en neer springt. Glimlachend bedenk ik me hoe trots ik was, toen ik net als zij leerde touwtjespringen. Als ze struikelt en een ander meisje aan de beurt is, lopen we samen terug naar huis en even ben ik mijn zorgen vergeten. Heel even ben ik weer gelukkig, net als toen ik nog een klein meisje was.
Laatst gewijzigd door chica op 19 mar 2010 09:47, 1 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Sabbientje
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 588
Lid geworden op: 25 nov 2007 09:22

Mooi geschreven. Goed woordgebruik en ik zie maar weinig fouten.

Paar kleine dingetjes.
Een gesproken zin komt op een nieuwe regel.
En let goed op de tijd waarin je schrijft.
Zo stil mogelijk loop ik het kleine donkere hutje binnen, mijn ogen strak gericht op de magere bleke vrouw die in het hoekje van de ruimte licht. [enter]
“Moeder”, fluister ik zachtjes. Er komt een licht gekreun vanuit het zelfgemaakte bed, maar verder blijven alle tekenen van leven weg. Een paar dagen geleden, toen de medicijnman van moeder een drankje gaf, leek alles nog zo mee te vallen. Er rolt een traan over mijn wang, die ik boos wegveeg. [enter]
“Niet huilen”, mompel ik tegen mezelf. Huilen betekend opgeven, zei oma altijd wanneer er gevochten werd.
Het was mijn taak, dat water halen, maar ik had een ontsteking aan mijn voet en moeder is gegaan.
De zin is in de verleden tijd. Je hoofdpersoon denkt immers terug. Is moet was zijn.
Nu hoef ik niet sterk te blijven, voor Adil is het al te laat. Zijn wonden waren te erg, de medicijnman had voor hem geen middel dat hielp. [enter]
“Abeni! Abeni, kom kijken ik kan touwtjespringen”, roept mijn zusje terwijl ze straalend naar me toe komt.
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet

Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.
chica
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 11
Lid geworden op: 14 mar 2010 13:04

Bedankt voor de tips!
----------------------

Zacht pratend gaan we de hut binnen en rollen onze slaapmatjes uit. Voorzichtig kniel ik bij moeder neer en geef haar een kus op haar hoofd. Als ik mijn moeders hand pak mompel ik; “Je wordt toch weer beter moeder?”. Even trilt moeders ooglid en dan schud lijkt het of ze haar hoofd beweegd. “Ja toch moeder, je wordt toch beter?”, vraag ik haast paniekerig. Opnieuw schud ze bijna onzichtbaar haar hoofd, maar deze keer zie ik het duidelijk en de tranen rollen over mijn wangen; “Je mag niet weggaan moeder, Asha en ik hebben je nodig!”. Dan hoor ik moeder iets mompelen, maar het is te zacht ik hoor niet wat ze wil zeggen. Opnieuw fluisterd ze, zo zacht dat ik me verder naar haar toe moet buigen; “Lieve Abeni zorg voor je zusje. Vergeet niet dat ik van jullie houd”. Dan sluit ze haar ogen en ademt zwakjes uit.
Laatst gewijzigd door Sabbientje op 19 mar 2010 09:57, 1 keer totaal gewijzigd.
Reden: Zou je volgende keer niet willen dubbelposten? Wil je zo kort achter elkaar nog iets plaatsen, dan kun je de Edit knop gebruiken. Alvast bedankt
chica
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 11
Lid geworden op: 14 mar 2010 13:04

Daar sta ik dan, in mijn mooiste jurk. De jurk die mama gemaakt had omdat ik dertien jaar zou worden. Ik ben ook dertien geworden, vandaag. Maar een feestdag is het niet. We staan met de hele familie of eigenlijk meer, met wat er nog van onze familie over is, bij een kuil. Een kuil gegraven in het rode zand aan de rand van ons dorpje, vlak naast de graven van twee ooms, een neef en mijn broer. Allemaal slachtoffer van de oorlog, waarvan we dachten dat die voorbij was. We dachten dat de oorlog geen slachtoffers meer kon maken, maar nu, drie jaar later, is moeder op een mijn gestapt.
Vaag voel ik de zon op mijn hoofd branden en hoor mijn tantes klaagliederen zingen, maar dit alles dringt niet tot me door, ik voel me verdoofd en ben me niet bewust van mijn omgeving. Ik kan alleen huilen en kijken hoe moeder, in witte doeken gewikkeld, in het graf zakt. Ze had een mooie kist verdiend, maar we hadden geen geld en geen hout om er een te maken. Nu heeft ze alleen die doeken die haar beschermen tegen de aarde.
“Ze krijgt toch geen zand in haar ogen hè?”, klinkt ineens een helder, angstig stemmetje naast me. Twijfelend schud ik mijn hoofd en til mijn kleine zusje op. Moeder had gelijk; ik zal er voor Asha moeten zijn. Ze is zo kwetsbaar, ze is nog zo klein.

Terwijl iedereen zit praten en eet van de gerechten die de tantes meegenomen hebben, zitten Asha en ik in een hoekje van ons erf. Ik voel me eenzaam, alsof Asha en ik alleen zijn op deze grote wereld. Ik voel een grote verantwoordelijkheid, zo groot dat ik bang word en er een rilling over mijn rug loopt. Ik heb de Verantwoordelijkheid over het kleine meisje op mijn schoot. Ik zal moeten zorgen dat Asha gelukkig wordt, dat ze eten heeft en dat ze als ze over een jaar vijf wordt naar school kan gaan.
Al voor moeder stierf was ik geen meisje meer, maar nu moet ik groot zijn. Vanaf vandaag zal ik echt een vrouw moeten zijn. Koken, wassen, water halen en de oogst op de markt verkopen. Ik zal geen tijd meer hebben om met vriendinnen te kletsen bij de pomp of om na het wassen nog even bij mijn nichtje langs te lopen. Het zal moeilijk zijn om alles goed genoeg te doen, maar het zal me lukken. Het moet me lukken. Ik heb het aan moeder beloofd en beloftes moet je nakomen.

Als de zon ondergaat, zit de familie nog steeds te praten en te eten. Af en toe begint één van de tantes klagelijk te huilen en vader zit met oom onder de boom. Ik frons mijn wenkbrauwen en gluur nog eens naar vader. Hij heeft een verhitte discussie met zijn broer en kijkt alsmaar schichtig naar de rest van het gezelschap. Het lijkt wel of ze iets bespreken dat de rest niet mag weten. Maar wat? Vlug zet ik Asha naast me op de grond en zeg dat ze naar de tantes moet gaan. Dan loop ik om de hut heen naar de kant waar vader zit. Zo stil mogelijk sluip ik naar ze toe en kniel bij de pannen neer. Nieuwsgierig luister ik naar de zachte, lage stemmen.
“Ik moet hier weg, hier is geen werk en geen geld”. Hoor ik vader brommen. Oom sist iets dat ik niet kan verstaan. Vader schudt kwaad zijn hoofd en zegt nu iets harder. “Ik kan hier niet blijven, alles wat hier gebeurt is en nu weer die gevechten. Ik moet weg of ik wordt helemaal gek”. “Ssssst” sist mijn oom en daarna praten ze zo zacht dat ik er niets meer van versta. Langzaam loop ik terug en naar de andere vrouwen. Zij lijken ondertussen vergeten dat moeder net gestorven is en zijn vrolijk aan het zingen. Asha zingt zachtjes mee, maar zodra ze mij ziet verschijnen er weer traantjes in haar ogen en steekt ze haar handen omhoog. Voorzichtig til ik haar op en loop de hut in. We rollen onze slaapmatjes uit en kruipen dicht tegen elkaar. Ik sluit mijn ogen en denk aan moeder, mijn lieve sterke moeder. Ze was er altijd voor Asha en mij. Altijd kon ik bij haar terecht en altijd luisterde ze aandachtig naar mijn verhalen. Mijn zusje zal opgroeien zonder moeder, maar zij verdient iemand die net zoveel van haar houdt, als moeder altijd van mij gehouden heeft.
Ik zal zorgen dat mijn zusje gelukkig is, dat altijd mooie kleren aanheeft en dat haar haren netjes ingevlochten zijn. Ik zal er voor zorgen dat mijn zusje verzorgd naar school gaat, zodat ze geen straatkindje lijkt, zoals dat een meisje uit mijn klas die ook haar moeder verloren had. Nooit zal Asha met een vlekkerig jurkje naar school hoeven, besluit ik vlak voor ik in slaap val.
Laatst gewijzigd door chica op 27 mar 2010 13:15, 1 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Sabbientje
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 588
Lid geworden op: 25 nov 2007 09:22

In je tweede geposte stukje miste ik helaas je enters.
Probeer daar beter op te letten, want dat verbetert de leesbaarheid echt een heel stuk.
Een gesproken zin komt op een nieuwe regel te staan.
chica schreef: Zacht pratend gaan we de hut binnen en rollen onze slaapmatjes uit. Voorzichtig kniel ik bij moeder neer en geef haar een kus op haar hoofd. Als ik mijn moeders hand pak mompel ik; “Je wordt toch weer beter moeder?”. [enter]
Even trilt moeders ooglid en dan schud lijkt het of ze haar hoofd [b[beweegd.[/b] [enter]
“Ja toch moeder, je wordt toch beter?”, [komma niet nodig] vraag ik haast paniekerig. Opnieuw schud ze bijna onzichtbaar haar hoofd, maar deze keer zie ik het duidelijk en de tranen rollen over mijn wangen. [zin laten eindigen op een punt en enter]
“Je mag niet weggaan moeder, Asha en ik hebben je nodig!”. Dan hoor ik moeder iets mompelen, maar het is te zacht ik hoor niet wat ze wil zeggen. Opnieuw fluisterd ze, zo zacht dat ik me verder naar haar toe moet buigen. [zin laten eindigen op een punt en enter]
“Lieve Abeni zorg voor je zusje. Vergeet niet dat ik van jullie houd”. Dan sluit ze haar ogen en ademt zwakjes uit.
Beweegt met een T
Fluistert is met een T

Je zou wat sfeer erin kunnen brengen.
Hoe is het in de hut. Warm, muf, donker?
Is het ineens donker buiten dat jullie gaan slapen?
Het ene moment heb je het over buitenspelen en dan ineens ga je slapen.
De overgang van het vorige stuk naar dit stuk is erg groot.
Waardoor het haastig overkomt. Dat is zonde.

Je zou na het uitademen nog kunnen zeggen dat er daarna een stilte valt. Zodat echt duidelijk word wat er zojuist gebeurd is.
Daar sta ik dan, in mijn mooiste jurk. De jurk die mama gemaakt had omdat ik dertien jaar zou worden. Ik ben ook dertien geworden, vandaag. Maar een feestdag is het niet. We staan met de hele familie of eigenlijk meer, met wat er nog van onze familie over is, bij een kuil. Een kuil gegraven in het rode zand aan de rand van onz dorpje, vlak naast de graven van twee ooms, een neef en mijn broer. Allemaal slachtoffer van de oorlog, waarvan we dachten dat die voorbij was. We dachten dat de oorlog geen slachtoffers meer kon maken, maar nu, drie jaar later, is moeder op een mijn gestapt.
Mooi stukje, maar...
(ja bij mij is er altijd een maar :P)
Je zou nog meer gevoel erin kunnen brengen als je meer omschrijft.
Je staat bij een kuil aan de rand van het dorp, maar wat voor weer is het? Schijnt de zon, regent het, is het bewolkt?
Hoe voelt je personage zich, nu ze daar staat? Hoe zien de andere mensen om haar heen eruit? Rode ogen van het huilen? Trillende handen?

Omgeving, emoties, gevoelens. Punten die over het algemeen meer aandacht kunnen gebruiken. (en ook de punten die we de meeste schrijvers op wijzen :P )
Probeer jezelf als je schrijft vragen te stellen.
Wat ziet mijn hoofdpersoon?
Wat voelt mijn hoofdpersoon?
Hoe reageert mijn hoofdpersoon hierop?
Hoe zien de mensen op je hoofdpersoon eruit?

Simpele vragen die je jezelf iedere keer kan stellen om te helpen je verhaal nog meer gevoel te geven.

De dikgedrukte onz moet ons zijn ;)
Ze had een mooie kist verdiend, maar we hadden geen geld en geen hout om er een te maken. Nu heeft ze alleen die doeken die haar beschermen tegen de aarde. [enter]
“Ze krijgt toch geen zand in haar ogen hè?”, klinkt ineens een helder, angstig stemmetje naast me.
Twijfelend schud ik mijn hoofd en til mijn kleine zusje op. Moeder had gelijk; ik zal er voor Asha moeten zijn. Ze is zo kwetsbaar, ze is nog zo klein.
Ik vind dit heel mooi. Je geeft aan hoeveel het zusje haar grote zus nodig zal hebben.
Terwijl iedereen zit praten en eet van de gerechten die de tantes meegenomen hebben, zitten Asha en ik in een hoeje. We zijn alleen op deze grote wereld, zo voelt het nu voor mij en ik ben verantwoordelijk. Verantwoordelijk over het kleine meisje op mijn schoot.
Waar zit je hoofdpersoon. Binnen, buiten, thuis, bij de buren?
Kom ik weer:
Omgeving, gevoelens, emoties.

Hoeje moet hoekje zijn.
Als de zon omdergaat, zit de familie nog steeds te praten en te eten.
Ondergaat.
Nieuwschierig luister ik naar de zachte, lage stemmen. [enter]
“Ik moet hier weg, hier is geen werk en geen geld”. Hoor ik vader brommen.
Geld,” hoor ik vader brommen.
Oom sust iets dat ik niet kan verstaan. Vader schud kwaad zijn hoofd en zegt nu iets harder.
Sussen doe je een kind dat huilt ;) Hij zal wel sissen.
Vader schudT zijn hoofd. Let op de werkwoorden. Hij is werkwoord + T


Algemene conclusie:
Let op je enters. Gesproken zin op een nieuwe regel.

Probeer meer te omschrijven.
Omgeving, Emoties en gevoelens zijn heel belangrijk.

Er zitten hele mooie stukken in je verhaal. Met iets meer van alles wat ik heb aangegeven, kun je het verhaal zeker naar een hoger niveau krijgen.

En let op de kleine foutjes. De meeste heb ik er met een simpele spellingscontrole uit kunnen krijgen.

Schrijf vooral door en hopelijk heb je iets aan de tips die ik geef.
Bij vragen kun je ze altijd stellen. (dan zal ik mijn best doen om ze te beantwoorden :P)
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet

Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.
chica
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 11
Lid geworden op: 14 mar 2010 13:04

bedankt voor de tips.
Ik ga eraan denken om meer gevoel in het verhaal te stoppen!
Groetjes

--------------------------

Ik doe mijn ogen open en zie hoe de eerst zonnenstralen de hut in vallen. Vorzichtig duw ik de arm van Asha weg en ik kruip naar buiten, waar het ondanks de dat ze zon net op is, al heet begint te worden.
Uit het hok achter ons huis haal ik hout een beetje rijst. Dan maak ik een klein vuurtje en zet de rijst erop.
Mijn gedachten gaan terug naar de vorige dag, naar moeder die nu onder de grond ligt. Zou ze inderdaad zand in haar ogen krijgen? Ach, dat merkt ze niet meer. Moeder kan geen pijn meer krijgen. Ze is nu veilig in de hemel, bij God. Ze zal God vragen over Asha en mij te waken. Maar hoe zou God ons kunnen helpen? Hij kan ons moeilijk een nieuwe mama geven. Hij kan alleen het leven zoals het nu is makkelijker maken. Misschien kan hij de regen hierheen stuen, zodat we eten hebben en geen honger meer hoeven lijden. Of hij stuurt mensen uit een ver land, die de mijnen weghalen zoals ze ook aan de andere kant van de bergen hebben gedaan, misschien kan hij zelfs de gevechten, die weer steeds dichterbij komen laten stoppen. Hoe hij ons gaat helpen weet ik niet, ik weet zeker dat moeder hem om hulp zal vragen en dat God Asha en mij helpen wil.
Ik pak de lepel op en terwijl ik in de roestige pan roer bid ik God voor hulp; “Wilt u voor moeder zorgen, wilt u haar in uw hemel binnenlaten? En kunt u dan zorgen voor Asha en voor mij? Ik weet dat ik voor Asha moet zorgen, maar dat kan ik niet alleen God. Uw hulp heb ik nodig, ik ben nog niet zo groot, maar ik zal zorgen dat Asha gelukkig wordt.
Dan haal ik de pan van het vuur en wek mijn vader en zusje om te gaan ontbijten.
“We moeten praten”, zegt vader als hij zijn eerste hap opheeft. Ik knik en geschrokken van zijn ernstige gezicht stuur ik Asha naar haar vriendinnetjes. Vader schraapt zijn keel en begint te praten; “Je hebt vast al gehoord dat er weer gevochten wordt. De rebellen hebben de wapenstilstand opgeheven en er zijn opnieuw kinderen meegenomen uit andere dorpen. De gevechten komen deze kant op, het is niet meer veilig hier”. Ik schrik, natuurlijk had ik bij de pomp gehoord over de gevechten, maar dat het zo erg was dat wist ik niet.
“Je begrijpt dat ik me grote zorgen maak”, gaat vader verder; “Ik kan het niet aan om nog langer hier te leven met de angst voor de oorlog. Mijn vrouw en zoon heb ik hier verloren en er heerst nu al zolang droogte. Hier hebben we geen toekomst, we moeten weg voor er ook hier gevochten wordt. Pak snel de spullen die we nodig hebben, vanmiddag nemen we de bus naar de stad”. Ik kijk vader angstig aan; “Komen we hier weer terug vader”. Vader schudt langzaam zijn hoofd en zonder emotie zegt hij; “We gaan naar mijn broer Thabiso, in het verre Holland. Hij heeft een goede baan en betaald het vliegtuig voor ons”. Ik knik en loop verdoofd naar de hut om onze spullen in te pakken.
Holland, het klinkt ver, heel ver, maar ik heb geen idee waar op de wereldkaart het ligt. Thabiso had gezegd dat hij naar europa ging. Europa is verweg. Heel de sahara door en dan nog over de zee, had Mevrouw Makku tijdens een aardrijkskundeles verteld. In Europa zijn mensen rijk, vertelde Thabiso voor hij daar heen ging. Als hij in Europa was, zou hijzelf ook rijk worden.
De mannen die de mijnen aan de andere kant van de bergen weggehaald hebben kwamen ook uit Europ zeiden de meisjes bij de put. Ze waren helemaal wit en hadden gele haren, net als de plaatjes van mensen in onze schoolboeken. Die mannen waren rijk, ze hadden auto’s en dure spullen om de mijnen mee op te ruimen. Na het opruimen betaalden ze veel te veel geld voor hun eten. Op de markt betaalden ze gewoon wat de verkoper vroeg, terwijl de verkoper veel meer vroeg dan normaal!
Nu gaan wij ook naar het rijke Europa. Misschien worden wij dan vanzelf ook rijk? Zou God dit voor ons geregeld hebben? Zou hij dit geregeld hebben om ons te helpen? Als God dit geregeld heeft komt het goed. Dan hoef ik niet bang te zijn voor dat vreemde land, bedenk ik me, terwijl ik nog één keer het kale, nu lege, hutje rond kijk. Ik pak het bundeltje kleren en slaapmatjes, dat voor mijn voeten ligt op en stap vastberaden om niet bang te zijn naar buiten.
Laatst gewijzigd door Patrick op 27 mar 2010 13:46, 1 keer totaal gewijzigd.
Reden: Volgende keer aub vorige post editen ipv dubbel te posten. Alvast bedankt :D
chica
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 11
Lid geworden op: 14 mar 2010 13:04

Ik weet niet of ik dit moet melden, maar ik doe het voor de zekerheid maar wel. komende tijd ben ik erg druk met school en zal heb mij niet lukken verder te schijven.
Groetjes!
Gesloten

Terug naar “Het Dramatheater”