Het thema van de 13de wedstrijd was ongeluk, vanwege het ongeluksgetal.
Er hebben hier een aantal mensen aan meegedaan en uiteindelijk kreeg er 1 de meeste stemmen.
Dat was Floodlight, gefeliciteerd!
Hier het winnende verhaal. Veel lees plezier!
Ongeluk der Normaliteit
Haar ranke vingers gleden over de witte toetsen van de zwarte vleugelpiano, die op het terras stond, in de glorie van de ochtendzon. Haar donkerrode krullen dansten om haar heen door de zachte wind die waaide, haar ogen waren gesloten en op haar oogleden zag ze taferelen die ze dacht ver weg in haar geheugen te hebben gestopt. Er waren geen tranen. Die waren er nooit, en die zouden er ook nooit zijn.
Maar er was altijd, en dat zou er ook altijd blijven, muziek. Zoete klanken van haar piano, begeleid door de bittere heimwee naar de tijden dat het beter was.
Gehuld in de witte kamerjas die ze over de reling van het terras had gehangen liep ze haar kamer weer in. Met een zucht liet ze zich op haar bureaustoel zakken en keek even glazig voor zich uit. Haar adem ging gejaagd, hoewel ze niets actiefs gedaan had. Het was echter de herbeleving van al dat wat haar pijn deed, die haar vermoeide.
Ze bond haar haren vast met een elastiekje, dat ze van de hoek van haar bureau plukte, en keek toen naar de berg rommel die zich voor haar op het houten blad bevond.
Kranten, tijdschriften, boeken, papiertjes, pennen, potloden, schaar en lijm, geld, een fototoestel met film – Ze zou in geen honderd jaar een digitaal apparaat kopen -, kaften, mapjes en ten slotte een met fluweel bekleed doosje met een gouden slotje.
Ze haalde het sleuteltje tevoorschijn vanonder een berg kranten en morde dat in het slotje. Dat klikte meteen open, ze duwde het deksel omhoog en haalde het stapeltje artikels boven.
De aardbeving in Haïti op dinsdag 12 januari 2010 om 16:53:09 uur lokale tijd wordt een van de grootste in tijden genoemd. Volgens het KNMI was de grote beving de zwaarste op de breuklijn sinds 1860. De beving met een kracht van 7,0 op de schaal van Richter vond plaats 25 kilometer ten zuidwesten van de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince. De intensiteit van de aardbeving op de schaal van Mercalli varieerde in Port-au-Prince van schaal VII tot IX: dit wordt getypeerd door "behoorlijke schade" tot "verwoestend".
Haïti, de Bahama's en de Dominicaanse Republiek werden gewaarschuwd voor een eventuele tsunami, maar dit alarm werd binnen 12 uur ingetrokken. De beving werd gevolgd door meerdere zware naschokken.
Op 24 januari waren er 150.000 slachtoffers begraven en op 10 februari was het dodental reeds opgelopen tot 230.000. Het aantal gewonden bedroeg op 5 februari 300.000. Op 23 januari werden door de regering de zoek- en reddingsacties gestaakt, al werden ook in de dagen en weken daarna nog enkele mensen levend uit het puin gehaald. Door de aardbeving zijn ruim 1,5 miljoen Haïtianen, een zesde van de bevolking, dakloos geworden.
Ze streek het krantenartikeltje glad en keek slechts voor enkele seconden naar de afbeelding. Zelfs de details kon ze al glasscherp voor zich zien als ze de afbeelding opriep in haar gedachten, het beeld zag er keer op keer even vreselijk uit. Twee kindjes, donkere huid, angst zo puur en bijna tastbaar in de ogen, vodden om het lijf en achter hen een uitgestrekt veld vol ruïnes van wat ooit huizen moesten zijn geweest en gebouwen die op een haar na ingestort waren.
Aardbevingen waren natuurlijk erg, ze bezorgden schade aan grote groepen mensen en lieten van de stad meestal niets heel. Maar er was iets aan te doen, geld kon ingezameld worden en over enkele jaren zou de stad weer helemaal heropgebouwd kunnen zijn.
Een zucht gleed over haar lippen terwijl ze het papiertje weer teruglegde en een boek, dat ze ooit van haar opa had gekregen, over Aardrijkskunde pakte en naar bladzijde 64 ging, de bladzijde die ze zo goed als uit het hoofd kon opdreunen.
Op 21 oktober 2007 braken er diverse bosbranden in Zuid-Californië uit. Deze namen snel in aantal en hevigheid toe vanwege de met grote kracht waaiende woestijnwind Santa Ana, de zeer hoge temperaturen en de kurkdroge grond.
De bosbranden strekten zich uit van Santa Barbara in het noorden tot aan de Mexicaanse grens in het zuiden, met name het gebied rondom San Diego werd zwaar getroffen. Duizenden brandweerlieden werden op 22 oktober versterkt met 1500 nationale gardisten.
Gouverneur Arnold Schwarzenegger en toenmalig president George W. Bush zagen zich genoodzaakt op 23 oktober de noodtoestand uit te roepen.
Op 24 oktober bleek 161.000 hectare aan bos verloren te zijn gegaan, 1300 gebouwen te zijn verbrand en ongeveer zes personen om het leven te zijn gekomen. Ook waren op dat moment ruim een half miljoen personen geëvacueerd en werden 900.000 anderen opgedragen ook een goed heenkomen te zoeken. Het aantal bosbranden was inmiddels uitgegroeid tot zestien.
President Bush bezocht op 25 oktober het rampgebied. De branden waren ondertussen stilaan onder controle gebracht maar de schade was groot. Deze liep in de miljarden dollars. Zo schatte men de schade in het gebied van San Diego op meer dan een miljard dollar. De vooruitzichten waren echter gunstig omdat meteorologen niet alleen een afzwakking van de hete en droge woestijnwind verwachtten, maar ook dat er een frisse zeewind voor in de plaats zou komen.
Ook hierbij stond een foto, van een stuk grond met nog smeulende gebouwen en hoopjes as.
Ze hadden het er goed vanaf gebracht. Zes personen waren om het leven gekomen, dat was dus weinig. Natuurlijk zes teveel, maar het mogelijke aantal dat had kúnnen sterven lag hoogstwaarschijnlijk veel hoger.
En grote stukken steden waren nu al weer helemaal opgebouwd, slechts de herinnering brandde nog.
Ze klapte het boek toe en veegde de laag stof van de achterkant. Toen gooide ze het boek op de stapel, waardoor een lawine aan papier op de grond stroomde.
‘Heerlijk.’ zuchtte ze en ging op haar knieën zitten. Ze scheidde de boeken van de papieren, legde die in keurige stapels weer weg en zocht toen in de stapel boeken naar het exemplaar dat ze zocht, hetgeen ze gekregen had vorige Kerstmis van haar oom, die permanent in India woonde en door het oog van de naald was gekropen toen er een tsunami was in 2004.
De donkerblauwe kaft viel op tussen de anderen, ze vond hem al snel en legde het op haar schoot terwijl ze door de bladzijden bladerde tot ze de foto van een enorme golf zag.
Een tsunami is een vloedgolf uit de zee die de kuststrook onverwacht overspoelt, veelal veroorzaakt door een zeebeving. Het is een Japanse samenstelling van tsu ('haven') en nami ('hoge golf').
Op 26 december 2004 vond een zware aardbeving van 9,3 op de schaal van Richter plaats in de zee nabij het eiland Sumatra op een diepte van ongeveer 10 kilometer. Hierdoor werden verschillende landen rond de Golf van Bengalen getroffen door zware vloedgolven tot wel 10 meter hoog. De snelheden liepen op tot 900 kilometer per uur. Het dodental liep op tot ongeveer 290.000 slachtoffers in de kuststreken van de landen Sri Lanka, Indonesië, India, Thailand, Myanmar, Bangladesh, Maleisië, de Maldiven, de Seychellen en de Andaman-eilanden. Vooral het noordelijke puntje van Sumatra werd zeer zwaar getroffen. 60% van de stad Banda Atjeh werd door de tsunami verwoest en alleen hier al vielen meer dan 200 000 doden. De wederopbouw van Banda Atjeh zal nog jaren duren, maar ook in de andere gebieden moet er nog heel veel gebeuren om de enorme schade te herstellen. Opmerkelijk is dat er helemaal tot in het Afrikaanse Somalië en Tanzania een vloedgolf was, waar deze ook nog enkele honderden slachtoffers maakte.
Ze fronste diep. 290.000 mensen overleden, dat was bijna onvoorstelbaar. Sommigen vonden het al zo veel om met een duizendtal mensen op één school te zijn, wat was het dan als 210 scholen vol zouden sterven.
Ze kon het zich niet voorstellen, hoe graag ze dat ook wou. Of misschien, misschien wou ze het helemaal niet zo graag meer. Rampen fascineerden haar, maar niet om de reden die mensen dachten. Ze hield er niet van, nee, ze verafschuwde ze. Maar het waren rampen op afstand, en die hadden niets met de ramp van haar leven te maken.
Ze veegde de natuurrampen van de baan. Rampen waar niemand verantwoordelijk voor kon zijn, hoewel vaak de schuld op natuurramporganisaties of overheden geschoven werden. De enige die er misschien iets mee te maken had, was die wrede God die ergens boven aarde leefde. Maar tot op het heden was zijn bestaan niet bewezen, dus waren die rampen even aanleidingloos.
Op haar bureau lag een doorzichtig mapje, waarin dia’s van een PowerPointpresentatie zaten, netjes afgedrukt met kleurenfoto’s en genoeg informatie om mensen eindelijk bewust te maken van de werkelijke waarde van de ramp in Tsjernobyl.
Tsjernobyl is een kleine stad aan de rivier Pripjat, gelegen in de oblast Kiev, in het noorden van Oekraïne, niet ver van de grens met Wit-Rusland.
Het is vooral bekend vanwege het ongeluk in een nabijgelegen kernreactor op 26 april 1986. De ioniserende straling als gevolg van dit ongeluk is er nog zo sterk, dat de autoriteiten het onverantwoord vinden om er te wonen. Daarom is de plaats, die voorheen zo'n 14.000 inwoners telde, net als het nabijgelegen stadje Prypjat nu een spookstad en valt zij binnen de zogenaamde vervreemdingszone, die in een straal van 30 kilometer rondom de kerncentrale loopt en die niet vrij toegankelijk is.
In de omliggende regio is de straling minder sterk, maar ook daar wonen nog steeds vijf miljoen mensen in besmet gebied.
Ze wist nog precies hoe sceptisch haar klasgenoten hadden gereageerd toen zij Tsjernobyl voorstelde als misschien het ergste in tijden, alleen maar omdat het door het overgrote deel van de mensheid onderschat werd. Ze wisten niet wat het inhield, maar dat had ze hen duidelijk gemaakt.
Het milieu werd zo aangetast dat het stierf, mensen mochten niet toetreden want hen zou hetzelfde lot ondergaan. Nu nog steeds hadden ze geen ‘tegengif’ tegen al die straling, en daarom werd het gebied ontoegankelijk verklaard. Maar daarmee was het probleem niet opgelost, maar dat zou het ook nooit worden.
Ze besefte dat er nog één ramp ging komen, een heel korte, en dat ze daarna bij haar favoriete en tevens pijnlijkste ramp moest komen. De ramp van haar leven.
Die voorlaatste was anders dan de anderen, had niets met het milieu te maken maar des te meer met mensen. Het bestond onder de kop ‘cultuurramp’, wat letterlijk betekende dat het de continuïteit van een cultuur ernstig aantast en dat veel of belangrijke aspecten van een beschaving erdoor verloren gaan.
De Boeddha's van Bamyan waren twee monumentale standbeelden van staande boeddha's, uitgehouwen in de zijkant van een klif in de vallei van de Bamyan in centraal Afghanistan, gesitueerd op 230 km ten noordwesten van Kaboel, op een hoogte van 2500 meter. Ze zijn gebouwd gedurende de 6e eeuw, in de klassieke Grieks-boeddhistische stijl.
De boeddha's werden in 2001 vernietigd door de Taliban.
In maart 2001, volgens de Agence France Presse in Kabul, stond er in de wet: "Gebaseerd op uitspraak van de geestelijken en de beslissing van de Hoogste Gerechtshof van de Islamitische Emiraat (Taliban) moeten alle beelden in Afghanistan worden vernietigd. Alle beelden in het land moeten vernietigd worden omdat deze beelden voorheen als idolen en afgoden werden gebruikt door de niet-gelovers. Hoewel ze nu gerespecteerd worden, kunnen ze in de toekomst weer als idolen gaan dienen. Alleen God de Almachtige verdient het vereerd te worden, niet iemand of iets anders."
De minister van Informatie en Cultuur Qadratullah Jamal lichtte de verzamelde pers in over een beslissing van 400 religieuze geestelijken uit heel Afghanistan, die de boeddhistische beelden tegen de leer van de Islam verklaarden. "Ze kwamen tot de consensus dat de beelden niet-islamitisch waren," zei Jamal.
Ze liet het topje van haar pink over de afbeelding glijden. De plannen voo
r de heropbouw waren dan wel goedgekeurd, het zou vast een hele tijd duren voor ze er weer stonden.
‘Belachelijk.’ siste ze. Ze snapte niet waarom iemand zoiets zou verwoesten, het was gewoon een goed gecamoufleerde pestactie. En dat herkende ze, want haar leven pestte haar ook.
Ze haalde een papiertje tevoorschijn, in haar eigen, krullerige handschrift. Ooit had ze het opgeschreven, en nu ging er geen ochtend voorbij of ze keek ernaar. En sinds enkele maanden vergeleek ze haar leven met rampen en ongelukken, want haar leven was ook zo. Alleen noemde niemand het zo, omdat zij de enige was die er last van had, en ook weer niet. Maar er was niets aan te doen, want het was normaal dat ze door die hel ging.
Lollipops turn into cigarettes. The innocent ones turn into sluts. Homework goes in the trash. Mobile phones are being used in class. Detention becomes suspension. Soda becomes vodka. Bikes become cars. Kisses turn into sex.
Remember when getting high meant swinging on the playground? When protection meant wearing a helmet? When the worst things you could get from boys were cooties? Dad’s shoulders were the highest place on earth and mum was your hero? Your worst enemies were your siblings? Race issues were about who ran the fastest? War was only a card game? And the only drug you knew was cough medicine? When wearing a skirt didn’t make you a slut? The most pain you felt was when you skinned your knees, and goodbyes only meant until tomorrow?
And we couldn’t wait to grow up.
Keer op keer noemde ze het de Ramp van Opgroeien of het Ongeluk der Normaliteit, en daarin had ze gelijk. En nog meer gelijk had ze als ze zei dat er niemand verantwoordelijk voor was, dat het gewoon zo in de natuur hoorde en dat het al eeuwen zo ging, maar niemand luisterde aandachtig genoeg om het te horen.
Dat maakte haar ook niet uit, want er was niemand die haar kon helpen.
Ze was nu eenmaal een achttienjarig meisje die haar middelbare school probeerde af te ronden en het fenomeen ‘opgroeien’ onderging, terwijl er geen dag voorbij ging zonder aan de zorgeloze jeugd te denken.
‘Ach,’ mompelde ze en stopte alles weer weg, stond op en liep naar haar kast. Ze haalde kleren tevoorschijn en maakte aanstalten om naar de badkamer te gaan. ‘Wat doe ik toch weer zielig. Ooit vlieg ik in helikopters naar verre landen, spring uit vliegtuigen aan bontkleurige parachutes om in een hoop teleurstelling neer te komen en slachtoffers van echte rampen te redden. Dan verlicht ik mijn eigen ramp, en ooit zal het verdwenen zijn. Als ik oud ben, met een doos vol eigen herinneringen.’
Met dezelfde wijze woorden als elke dag opende ze de deur van haar slaapkamer, terwijl een kat miauwend langs haar been liep en ze beneden haar broertje hoorde lachen. Al bij al was haar leven tóch niet zo slecht.
Winnaar 13de wedstrijd: Floodlight!
Moderator: Patrick
"It's the regular days, the ones that start out normal, those are the days, that end of being the biggest, and today, with you, it was beautiful." – Grey’s anatomy
- Floodlight
- Puntenslijper
- Berichten: 23
- Lid geworden op: 30 dec 2009 18:43
- Locatie: De Dekkers Mansion te Essen
o.o
Dit had ik echt nooit verwacht! :X
Bedankt
Dit had ik echt nooit verwacht! :X
Bedankt

Laatst gewijzigd door Sabbientje op 17 apr 2010 16:34, 1 keer totaal gewijzigd.
Reden: PB gestuurd over SPAM
Reden: PB gestuurd over SPAM
There is never a wish better than this
If you only got a hundred years to live.
If you only got a hundred years to live.
- Sabbientje
- Fijnschrijver
- Berichten: 588
- Lid geworden op: 25 nov 2007 09:22
Gefeliciteerd Floodlight
Ondanks je zelf het verhaal niet zo goed vond, vond ik het idee achter je verhaal heel erg origineel.
Super gedaan
Ondanks je zelf het verhaal niet zo goed vond, vond ik het idee achter je verhaal heel erg origineel.
Super gedaan

Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.