Hee,
Aangezien ik wel wil blijven schrijven, ga ik toch een nieuw verhaal posten.
Ik had een hele speech in gedachten, maar die ben ik even kwijt [a] Oké, laat ik maar een stuk gaan posten [a]
Xoxo.
Melinda
Langzaam maar zeker openden twee donkerbruine ogen zich. Ze richtten zich op de bomen voor zich, waar tevens een grote vijver achter te zien was. Ik knipperde tegen het felle zonlicht. Waarschijnlijk was ik die middag in slaap gevallen. Naast mij lag een notitieblokje, waarop een aantal met potlood geschreven aantekeningen stonden over het park. Ik vond het altijd fijner om met potloden te schrijven, omdat je alles gemakkelijk weer kon uitgummen.
Er stond slechts een klein zuchtje wind. Even rilde ik. Ik sloeg mijn vest, die al die tijd naast mij had gelegen, om mij heen. Het park was helemaal leeg. Ergens was dat logisch, omdat het avond was. Ik wierp een blik op mijn horloge, maar hij leek stil te staan tussen de elf en de twaalf. De grote wijzer stond stil bij de drie. Aan de zon te zien, die nog aan de horizon stond, was het nog zeker geen avond. De stad was nog nooit zo stil geweest, er waren altijd wel auto’s te horen.
Ik stond op van het groen geverfde bankje. Ik stopte mijn notitieblokje in mijn zwarte handtasje en liep door het groen bemoste, zwarte hek met de uitstekende punten het park uit. Op de weg stonden allemaal auto’s achteloos scheef geparkeerd. Wat was er in hemelsnaam gebeurd? Snel liep ze verder. De gebouwen doemden aan weerszijden van mij op.
Ps: Het lijkt nog niet echt fantasy, maar daar kom je vanzelf achter ^^
The spell [Werktitel]
Het lijkt inderdaad nog niet echt fantasy, maar ik vind de sfeer die je beschrijft wel al erg leuk
Ik zie het park al helemaal voor me. Het horloge dat stilstaat vind ik wel origineel, dat ben ik nog nooit tegengekomen in een verhaal, dat vind ik wel leuk.
Ik kan er verder nog niet zoveel over zeggen, dus ik wacht op meer
, haha.
~Blossom

Ik kan er verder nog niet zoveel over zeggen, dus ik wacht op meer

~Blossom
“Vergeet nooit dat alleen dode vissen met de stroom mee zwemmen.” – Malcolm Muggeridge
@ Blossom: Dank je. Je komt er nog wel achter waarom hij stil staat ^^
Ik had veel inspiratie, dus hier een volgend stukje ^^
Ik had minuten, misschien zelfs uren gelopen. Het eelt onder mijn voeten leek te slijten. Ik zou elk moment kunnen inzakken van de pijn. New York leek helemaal plat te liggen. Er was geen mens te bekennen.
“Is er dan geen mens meer op aarde?” schreeuwde ik hardop, terwijl ik mijn handen naar de hemel hief. Ik zakte neer op mijn knieën. Er gleed een traan langs mijn wang naar beneden. Mijn bruine, krullende haar viel naar voren. Door de tranen liep mijn donkere mascara uit. Het stille New York beviel me helemaal niet. Stilte maakte mij echt aan het huilen.
Ik keek links van mij, waar nog een deel van het park te zien was. Daarna keek ik naar rechts. Er waren twee wolkenkrabbers te zien boven de huizen uit. Voor de huizen stond een lantaarnpaal met daarnaast een prullenbak die overvol zat. Één koude windvlaag suisde langs mijn oren. Ik hoorde een briefje wapperen in de wind. Ik voelde iets scherps tegen mijn been aankomen. Ik wierp een blik op mijn benen, maar deze bloedden niet. Er lag wel een geel, verkreukeld briefje voor mijn voeten. Ik raapte het briefje op.
Alleen diegene die het zuiverst is, kan de poort naar het verleden openen
-Rosalinde-
Ik had veel inspiratie, dus hier een volgend stukje ^^
Ik had minuten, misschien zelfs uren gelopen. Het eelt onder mijn voeten leek te slijten. Ik zou elk moment kunnen inzakken van de pijn. New York leek helemaal plat te liggen. Er was geen mens te bekennen.
“Is er dan geen mens meer op aarde?” schreeuwde ik hardop, terwijl ik mijn handen naar de hemel hief. Ik zakte neer op mijn knieën. Er gleed een traan langs mijn wang naar beneden. Mijn bruine, krullende haar viel naar voren. Door de tranen liep mijn donkere mascara uit. Het stille New York beviel me helemaal niet. Stilte maakte mij echt aan het huilen.
Ik keek links van mij, waar nog een deel van het park te zien was. Daarna keek ik naar rechts. Er waren twee wolkenkrabbers te zien boven de huizen uit. Voor de huizen stond een lantaarnpaal met daarnaast een prullenbak die overvol zat. Één koude windvlaag suisde langs mijn oren. Ik hoorde een briefje wapperen in de wind. Ik voelde iets scherps tegen mijn been aankomen. Ik wierp een blik op mijn benen, maar deze bloedden niet. Er lag wel een geel, verkreukeld briefje voor mijn voeten. Ik raapte het briefje op.
Alleen diegene die het zuiverst is, kan de poort naar het verleden openen
-Rosalinde-
Still got tonight
~Matthew Morrison~
~Matthew Morrison~
Ik had nog meer inspiratie ^^
Wat zou dat te betekenen hebben? Welke poort naar het verleden? En wie was Rosalinde? Ik begon nieuwsgierig te worden. Misschien zou de bibliotheek hier meer over weten. Ik besloot via Times Square naar de dichtstbijzijnde bibliotheek te gaan. Ik propte het briefje in mijn broekzak en begon te rennen. Times Square was maar een straat verderop.
Times Square was helemaal leeg. Er stonden enkele auto’s midden op de weg geparkeerd. Ik wierp een blik omhoog naar alle billboards. Één van de billboards zei dat Eva Johnson een concert ging houden, een andere billboard prijsde een Chevrolet aan en op weer een ander billboard stonden de drie musketiers.
Misschien moest ik mijn moeder bellen om te zeggen dat ik wat later thuis zou komen. Ik wist niet hoe lang het bibliotheek bezoek ging duren. En ik wist dat mijn moeder nogal bezorgd zou worden als ik niet voor tien uur thuis was. Ik haalde mijn mobiel uit mijn broekzak. Ik wilde net huisnummer intoetsen toen mijn blik op de datum viel. 7 Juni 2023. Hoe kon dat? Wat was er met mijn mobiel aan de hand. Het was toch 2010? Ik toetste het nummer van mijn moeder in en drukte op het icoontje in de linker bovenhoek. Meteen hoorde ik dat de telefoon niet over ging. Vreemd, en dat nog wel in het midden van de stad. Ik probeerde nog eens mijn huisnummer te draaien, maar ook deze keer kreeg in geen gehoor. Ik werd bang. Zat ik vast in de toekomst? Was dit een grap? Waarom was het zo stil in New York? Vragen gonsden door mijn hoofd. Ik wilde mijn oren dichtknijpen, alsof daardoor de vragen niet meer tot mij door konden dringen.
Wat zou dat te betekenen hebben? Welke poort naar het verleden? En wie was Rosalinde? Ik begon nieuwsgierig te worden. Misschien zou de bibliotheek hier meer over weten. Ik besloot via Times Square naar de dichtstbijzijnde bibliotheek te gaan. Ik propte het briefje in mijn broekzak en begon te rennen. Times Square was maar een straat verderop.
Times Square was helemaal leeg. Er stonden enkele auto’s midden op de weg geparkeerd. Ik wierp een blik omhoog naar alle billboards. Één van de billboards zei dat Eva Johnson een concert ging houden, een andere billboard prijsde een Chevrolet aan en op weer een ander billboard stonden de drie musketiers.
Misschien moest ik mijn moeder bellen om te zeggen dat ik wat later thuis zou komen. Ik wist niet hoe lang het bibliotheek bezoek ging duren. En ik wist dat mijn moeder nogal bezorgd zou worden als ik niet voor tien uur thuis was. Ik haalde mijn mobiel uit mijn broekzak. Ik wilde net huisnummer intoetsen toen mijn blik op de datum viel. 7 Juni 2023. Hoe kon dat? Wat was er met mijn mobiel aan de hand. Het was toch 2010? Ik toetste het nummer van mijn moeder in en drukte op het icoontje in de linker bovenhoek. Meteen hoorde ik dat de telefoon niet over ging. Vreemd, en dat nog wel in het midden van de stad. Ik probeerde nog eens mijn huisnummer te draaien, maar ook deze keer kreeg in geen gehoor. Ik werd bang. Zat ik vast in de toekomst? Was dit een grap? Waarom was het zo stil in New York? Vragen gonsden door mijn hoofd. Ik wilde mijn oren dichtknijpen, alsof daardoor de vragen niet meer tot mij door konden dringen.
Still got tonight
~Matthew Morrison~
~Matthew Morrison~
@ Blossom: Bedankt voor je reactie ^^
Hoofdstuk 2
Ik besloot naar huis te gaan. Als ik eerst naar de bibliotheek was gegaan, kwam ik vast later dan tien uur thuis. Dan zou mijn moeder ongerust worden en zou ik straf krijgen. Daar had ik helemaal geen zin in. Ik rende de lege straten van New York door. Stel dat mijn moeder ook was verdwenen. Was ik de enige hier op de aarde? Ik wist het niet. Het enige waar ik vanaf wist, was dat ik vast zat in de toekomst. Ik wilde hier het liefst zo snel mogelijk weg.
Mijn huis was enkel een paar straten verderop. Stilletje liep ik verder om mijn buurjongetjes van vijf niet wakker te maken, als er aan het einde van de straat ineens een jongen opdoemt. Ik schonk er geen aandacht aan en taste in mijn broekzak naar de huissleutel. De deuren van ons huis zaten altijd op slot nadat er was ingebroken in ons huis. Door de inbraak was mijn vader om het leven gekomen.
Ik opende de bruine, houten deur.
‘Mam, ik ben thuis!’ riep ik naar binnen, maar ik kreeg geen gehoor. Het was te stil in het huis. Normaal zou ik het bed van mijn moeder kunnen horen kraken of de televisie kunnen horen. Ik voelde een angstige rilling door mijn lijf lopen. Was alle mensheid op de aarde verdwenen? Ik moest teruggaan naar de bibliotheek. Misschien dat het briefje er mee te maken had. Nu was het erg verleidelijk om de jongen aan te spreken, om te vragen wat er aan de hand was.
Hoofdstuk 2
Ik besloot naar huis te gaan. Als ik eerst naar de bibliotheek was gegaan, kwam ik vast later dan tien uur thuis. Dan zou mijn moeder ongerust worden en zou ik straf krijgen. Daar had ik helemaal geen zin in. Ik rende de lege straten van New York door. Stel dat mijn moeder ook was verdwenen. Was ik de enige hier op de aarde? Ik wist het niet. Het enige waar ik vanaf wist, was dat ik vast zat in de toekomst. Ik wilde hier het liefst zo snel mogelijk weg.
Mijn huis was enkel een paar straten verderop. Stilletje liep ik verder om mijn buurjongetjes van vijf niet wakker te maken, als er aan het einde van de straat ineens een jongen opdoemt. Ik schonk er geen aandacht aan en taste in mijn broekzak naar de huissleutel. De deuren van ons huis zaten altijd op slot nadat er was ingebroken in ons huis. Door de inbraak was mijn vader om het leven gekomen.
Ik opende de bruine, houten deur.
‘Mam, ik ben thuis!’ riep ik naar binnen, maar ik kreeg geen gehoor. Het was te stil in het huis. Normaal zou ik het bed van mijn moeder kunnen horen kraken of de televisie kunnen horen. Ik voelde een angstige rilling door mijn lijf lopen. Was alle mensheid op de aarde verdwenen? Ik moest teruggaan naar de bibliotheek. Misschien dat het briefje er mee te maken had. Nu was het erg verleidelijk om de jongen aan te spreken, om te vragen wat er aan de hand was.
Still got tonight
~Matthew Morrison~
~Matthew Morrison~
Heey,
ik heb je verhaal gelezen, tot zover je hebt en ben erg benieuwd naar hoe je het verder ontwikkelt! Wel zag ik enkele dingetjes die mij opvielen. Soms begin je een zin met Ik en de volgende zin begint dan ook met Ik, probeer dit te mijden, in mijn ogen leest het niet prettig. Ik zal eens twee zinnen uit je verhaal pakken, waarbij je de tweede zin misschien anders kon formuleren
:
Deze is niet zozeer een ramp, maar de laatste zin zou je anders kunnen formuleren:
Overigens zag ik in je beginpost dat je eerst met hij/zij vorm begon, maar toen opeens oversprong op de Ik-vorm. Houd dit in de gaten 
Verder vind ik het vrij goed geschreven hoor! En ben zeker benieuwd naar de rest van dit verhaal!
ik heb je verhaal gelezen, tot zover je hebt en ben erg benieuwd naar hoe je het verder ontwikkelt! Wel zag ik enkele dingetjes die mij opvielen. Soms begin je een zin met Ik en de volgende zin begint dan ook met Ik, probeer dit te mijden, in mijn ogen leest het niet prettig. Ik zal eens twee zinnen uit je verhaal pakken, waarbij je de tweede zin misschien anders kon formuleren

Deze is niet zozeer een ramp, maar de laatste zin zou je anders kunnen formuleren:
Dus zo:Ik wist het niet. Het enige waar ik vanaf wist, was dat ik vast zat in de toekomst. Ik wilde hier het liefst zo snel mogelijk weg.
Ook bij deze kan het anders:Het liefst wilde ik hier zo snel mogelijk weg.
Als:Ik haalde mijn mobiel uit mijn broekzak. Ik wilde net huisnummer intoetsen toen mijn blik op de datum viel. 7 Juni 2023.
Zo zag ik nog enkelen, probeer, voor je post eens je verhaal in word na te lezen en dan kijken of het helemaal lekker leest in jouw ogenIk haalde mijn mobiel uit mijn broekzak en wilde net mijn huisnummer intoetsen toen mijn blik op de datum viel, 7 juni 2023.


Verder vind ik het vrij goed geschreven hoor! En ben zeker benieuwd naar de rest van dit verhaal!
@xYaartje: Bedankt voor je reactie. Ik zal er op gaan letten ^^ Trouwens, het begin gaat niet over de ik-persoon, maar over haar lichaam. Daarom is het eerste deel in Hij/Zij-perspectief ^^
Hier een vervolgje (:
De bibliotheekdeuren waren gesloten. Ik kon niet naar binnen. Omdat ik braaf was, had ik ook niet de neiging gehad om het raam in te trappen. Er zou vast een alarm afgaan. Nu zat ik voor de bibliotheek met armen voor mijn gezicht geslagen. Wat moest ik doen? Ik kon niet voor eeuwig in de toekomst blijven rondzwerven, verlangend naar mijn huis, moeder en vrienden. Ik hoorde een takje kraken, schrok op en keek in het gezicht van de jongen die ik zo net bij mijn huis had gezien.
‘Schrik niet.’ Hij glimlachte naar mij. Ik glimlachte gemaakt terug, omdat ik helemaal nergens meer de behoefte aan had.
‘Waarom ben jij mij gevolgd?’ vroeg ik, terwijl ik een traan wegpinkte die over mijn wang wilde rollen.
‘Ik – Ik heb een visioen gehad,’ kwam er moeizaam uit zijn mond. Ik keek verbaasd op. Waarover was die jongen aan het praten?
‘Hoe bedoel je, visioen.’ Ik keek hem nieuwsgierig aan. Eigenlijk was ik wel benieuwd wat hij mij zou gaan vertellen.
‘De wereld zal eens vergaan, maar zes jongeren uit verschillende continenten zullen deze ramp overleven. Ze zullen in een diepe slaap belanden en na dertien jaar ontwaken. De hele stad zal er verlaten en leeg uit zien. Er is maar één manier om de stad te redden…’ De stem van de jongen was melodieus. Zijn stem was prachtig, waardoor ik geen aandacht schonk aan de woorden die hij uitsprak, ‘daarna werd ik wakker.’
‘Je bedoelt dat de wereld leeg is?’ Ik wilde enigszins duidelijkheid krijgen in het visioen van de jongen.
‘Ja, de wereld is leeg, maar we kunnen deze redden. Er is alleen één probleem…’ De jongen zweeg even, ‘ik werd wakker op het moment dat de oude vrouw mij wilde vertellen hoe we de wereld konden redden.’
De jongen zuchtte. Hij ging naast mij op de trap voor de bibliotheek zitten. Ik dacht weer aan het briefje. “Alleen diegene die het zuiverst is, kan de poort naar het verleden openen”. Had dat iets met het visioen te maken? Ik besloot het de jongen nog niet te vertellen.
‘Wat doe jij hier trouwens bij de bibliotheek?’ vroeg de jongen mij nu, terwijl hij mij verbaasd aan keek en op de bibliotheek achter mij wees.
‘Ik -.’
Moest ik het hem vertellen of niet? Misschien had er iets mee te maken. Zijn vraag had mij aan het denken gezet. Zou het helpen als ik hem over het briefje van Rosalinde zou vertellen? Ik besloot het toch te doen. Wie weet was dit echt de sleutel naar het verleden.
‘Ik heb een briefje gevonden van ene Rosalinde. Er staat op dat alleen diegene die het zuiverst is, de poort naar het verleden kan openen.’ Ik keek de jongen doordringend aan. Hij knikte en dacht na, ‘ik wilde naar de bibliotheek gaan om uit te zoeken wie Rosalinde was.’
De jongen stond op. Hij keek naar de grond. Zocht hij iets? Ik rolde met mijn ogen. Waarom kon hij niet gewoon zeggen waar hij mee bezig was?
‘Wat ben je aan het doen?’ vroeg ik, terwijl mijn wenkbrauw omhoog schoot.
Hier een vervolgje (:
De bibliotheekdeuren waren gesloten. Ik kon niet naar binnen. Omdat ik braaf was, had ik ook niet de neiging gehad om het raam in te trappen. Er zou vast een alarm afgaan. Nu zat ik voor de bibliotheek met armen voor mijn gezicht geslagen. Wat moest ik doen? Ik kon niet voor eeuwig in de toekomst blijven rondzwerven, verlangend naar mijn huis, moeder en vrienden. Ik hoorde een takje kraken, schrok op en keek in het gezicht van de jongen die ik zo net bij mijn huis had gezien.
‘Schrik niet.’ Hij glimlachte naar mij. Ik glimlachte gemaakt terug, omdat ik helemaal nergens meer de behoefte aan had.
‘Waarom ben jij mij gevolgd?’ vroeg ik, terwijl ik een traan wegpinkte die over mijn wang wilde rollen.
‘Ik – Ik heb een visioen gehad,’ kwam er moeizaam uit zijn mond. Ik keek verbaasd op. Waarover was die jongen aan het praten?
‘Hoe bedoel je, visioen.’ Ik keek hem nieuwsgierig aan. Eigenlijk was ik wel benieuwd wat hij mij zou gaan vertellen.
‘De wereld zal eens vergaan, maar zes jongeren uit verschillende continenten zullen deze ramp overleven. Ze zullen in een diepe slaap belanden en na dertien jaar ontwaken. De hele stad zal er verlaten en leeg uit zien. Er is maar één manier om de stad te redden…’ De stem van de jongen was melodieus. Zijn stem was prachtig, waardoor ik geen aandacht schonk aan de woorden die hij uitsprak, ‘daarna werd ik wakker.’
‘Je bedoelt dat de wereld leeg is?’ Ik wilde enigszins duidelijkheid krijgen in het visioen van de jongen.
‘Ja, de wereld is leeg, maar we kunnen deze redden. Er is alleen één probleem…’ De jongen zweeg even, ‘ik werd wakker op het moment dat de oude vrouw mij wilde vertellen hoe we de wereld konden redden.’
De jongen zuchtte. Hij ging naast mij op de trap voor de bibliotheek zitten. Ik dacht weer aan het briefje. “Alleen diegene die het zuiverst is, kan de poort naar het verleden openen”. Had dat iets met het visioen te maken? Ik besloot het de jongen nog niet te vertellen.
‘Wat doe jij hier trouwens bij de bibliotheek?’ vroeg de jongen mij nu, terwijl hij mij verbaasd aan keek en op de bibliotheek achter mij wees.
‘Ik -.’
Moest ik het hem vertellen of niet? Misschien had er iets mee te maken. Zijn vraag had mij aan het denken gezet. Zou het helpen als ik hem over het briefje van Rosalinde zou vertellen? Ik besloot het toch te doen. Wie weet was dit echt de sleutel naar het verleden.
‘Ik heb een briefje gevonden van ene Rosalinde. Er staat op dat alleen diegene die het zuiverst is, de poort naar het verleden kan openen.’ Ik keek de jongen doordringend aan. Hij knikte en dacht na, ‘ik wilde naar de bibliotheek gaan om uit te zoeken wie Rosalinde was.’
De jongen stond op. Hij keek naar de grond. Zocht hij iets? Ik rolde met mijn ogen. Waarom kon hij niet gewoon zeggen waar hij mee bezig was?
‘Wat ben je aan het doen?’ vroeg ik, terwijl mijn wenkbrauw omhoog schoot.
Still got tonight
~Matthew Morrison~
~Matthew Morrison~
Na een lange vakantie heb ik besloten weer verder te gaan met het verhaal. De wedstrijd is er helemaal tussendoor geschoten, maar ook dat verhaal dat ik al had, post ik nog wel een keertje. Hier een nieuw vervolg stukje van The spell! ^^ Veel leesplezier (;
‘Ik ben op zoek naar een steen, die we door de ruit naar binnen kunnen gooien. Wie zou ons kunnen opmerken?’ De lippen van de jongen krulden om tot een onschuldige glimlach. Ik schudde lachend mijn hoofd.
‘Één van de andere zes? Stel dat het de dochter van de officier is!’ Mijn ogen werden groot van angst. Ik keek haastig om me heen of er toevallig ogen waren die ons aankeken, maar enkel de wind was hun enige gezelschap.
‘Ik denk niet dat hij of zij ons wil gaan verraden. Hij of zij zal waarschijnlijk hetzelfde hebben gedaan in deze situatie.’ De jongen bukte en raapte een ovale steen vande grond.
‘Trouwens, ik ben Julia.’
Met de steen in zijn handen keek de jongen op in mijn richting. Er verscheen opnieuw een grijns op zijn gezicht.
‘Milan, Milan Delauro.’
‘Julia Taylor.’
‘Ik ben op zoek naar een steen, die we door de ruit naar binnen kunnen gooien. Wie zou ons kunnen opmerken?’ De lippen van de jongen krulden om tot een onschuldige glimlach. Ik schudde lachend mijn hoofd.
‘Één van de andere zes? Stel dat het de dochter van de officier is!’ Mijn ogen werden groot van angst. Ik keek haastig om me heen of er toevallig ogen waren die ons aankeken, maar enkel de wind was hun enige gezelschap.
‘Ik denk niet dat hij of zij ons wil gaan verraden. Hij of zij zal waarschijnlijk hetzelfde hebben gedaan in deze situatie.’ De jongen bukte en raapte een ovale steen vande grond.
‘Trouwens, ik ben Julia.’
Met de steen in zijn handen keek de jongen op in mijn richting. Er verscheen opnieuw een grijns op zijn gezicht.
‘Milan, Milan Delauro.’
‘Julia Taylor.’
Still got tonight
~Matthew Morrison~
~Matthew Morrison~
-
- Puntenslijper
- Berichten: 11
- Lid geworden op: 02 sep 2010 14:32
Woow. geweldig verhaal, ga door.
Laatst gewijzigd door marly op 02 sep 2010 21:37, 1 keer totaal gewijzigd.
Reden: Kan je ook aangeven wat je zo goed vindt aan het verhaal? Op deze manier valt je post onder SPAM en dat zien we liever niet op het forum. Alvast bedankt.
Reden: Kan je ook aangeven wat je zo goed vindt aan het verhaal? Op deze manier valt je post onder SPAM en dat zien we liever niet op het forum. Alvast bedankt.
En weer een nieuw stukje...
‘Ik ga de steen gooien, zou je even aan de kant willen gaan?’ Milan had manieren. Van een jongen was ik dat niet gewend. Meestal deden zij gewoon waar ze zin in hadden, maakten er een strijdkreet geluid bij en gooiden gewoon.
Ik klom met mijn tong buitenboord op het muurtje, liet een zacht zuchtje gaan en sprong de laatste meter naar beneden.
‘Je kan gooien. Op deze plek voel ik mij wel veilig.’ Ik hoopte nog vurig dat deze dag een enge droom was en dat ik elk moment wakker zou worden in mijn bed.
Ik werd uit mijn gedachten gerukt door een gerinkel van het glas. Even schudde mijn lichaam heen en weer van de schrik.
‘Hé, je liet me schrikken!’ Ik kwam lachend achter het muurtje tevoorschijn en keek Milan recht in de ogen aan.
‘Opletten is een schone zaak.’ Zijn ogen zich als spleetjes om een mysterieuze indruk op te wekken. Echter zijn ogen schoten zo snel als ze waren gesloten wijd open. Ik schudde, nog lachend, mijn hoofd.
‘Laten we maar naar binnen gaan.’
‘Dat lijkt mij een voortreffelijk idee,’ probeerde hij de gentlemen uit te hangen.
‘Ach, hou toch op. Straks ben ik stijf van het lachen,’ grapte ik, terwijl ik de trap op was komen lopen en hem nu een duwtje in de rug had gegeven in de richting van de bibliotheekdeur.
‘Ik ga de steen gooien, zou je even aan de kant willen gaan?’ Milan had manieren. Van een jongen was ik dat niet gewend. Meestal deden zij gewoon waar ze zin in hadden, maakten er een strijdkreet geluid bij en gooiden gewoon.
Ik klom met mijn tong buitenboord op het muurtje, liet een zacht zuchtje gaan en sprong de laatste meter naar beneden.
‘Je kan gooien. Op deze plek voel ik mij wel veilig.’ Ik hoopte nog vurig dat deze dag een enge droom was en dat ik elk moment wakker zou worden in mijn bed.
Ik werd uit mijn gedachten gerukt door een gerinkel van het glas. Even schudde mijn lichaam heen en weer van de schrik.
‘Hé, je liet me schrikken!’ Ik kwam lachend achter het muurtje tevoorschijn en keek Milan recht in de ogen aan.
‘Opletten is een schone zaak.’ Zijn ogen zich als spleetjes om een mysterieuze indruk op te wekken. Echter zijn ogen schoten zo snel als ze waren gesloten wijd open. Ik schudde, nog lachend, mijn hoofd.
‘Laten we maar naar binnen gaan.’
‘Dat lijkt mij een voortreffelijk idee,’ probeerde hij de gentlemen uit te hangen.
‘Ach, hou toch op. Straks ben ik stijf van het lachen,’ grapte ik, terwijl ik de trap op was komen lopen en hem nu een duwtje in de rug had gegeven in de richting van de bibliotheekdeur.
Still got tonight
~Matthew Morrison~
~Matthew Morrison~