De verloren toekomst
Ik kijk om me heen, donker. Stil. Stilletjes loop ik naar de deur. Met me ene hand doe ik de koude klink open. Terwijl ik met me andere hand de vochtige deur probeer open te duwen. Het piepende geluid herken ik uit duizenden. Als ik naar buiten loop val ik tot mijn enkels in de modder. Ah, heb ik weer… denk ik bij zichzelf. Het doffe maanlicht verlicht de natuur, kleine waterdruppeltjes vallen van de hoge dennenbomen, en als je heel stil bent hoor je het geluid van de steentjes die door de golven tegen de rotsen aan worden geketst. Ik ga op een klamme steen zitten. Vroeger zat ik hier altijd met hem, samen, verliefd. Avonden lang heb ik hier naast hem gezeten. Er waren dagen dat we hier uren zoenend zaten. Ik voel zijn lippen nog op de mijne. We hebben hier hand in hand gekeken hoe de zon onder ging. En als we dan moe waren, vielen we in elkaar’s armen inslaap. Ik krijg alweer kriebels in mijn buik als ik eraan denk. Ik snap best dat hij bij mij weg is gegaan. Tranen springen alweer in mijn ogen. Maar ik kon hem nooit vertellen wat er aan de hand was. Want als ik het wel had vertelt, zal ons leven veranderen, en dat wil ik mijn kinderen niet aan doen.Dus waarschijnlijk heb ik een goede keus gemaakt. Het verzwijgen was een lastige taak, Ralph had al meerdere malen aan mij gevraagd wat er was. En ik kan dus echt niet liegen. Maar op de een of andere manier was het mij toch gelukt. Ik merk aan mezelf dat ik mijn ogen bijna niet meer open kan houden. En ik kan ook al bijna niet meer Langzaam stap ik van de steen. Het natte gras kietelt tussen mijn tenen. Naar enkele minuten bereik ik mijn tuinhuisje. Voorzichtig doe ik weer de deur open. Ik kan geen hand voor ogen zien. Maar ik hoor de snelle ademhaling van Dani, die heel slecht slaapt. Dani is mijn jongste kind. Hij is een stoere jongen, en een echt moederskindje. Het was van korte duur, dat ik Dani kon verzorgen zoals elke moeder doet. Maar toch is Dani altijd van mij blijven houden.Langzaam loop ik naar me bed. Het grauwe matje zal wel vol zitten met bacteriën. En ik voel me echt vies, als ik eraan denk. Maar ik heb op dit moment niet genoeg geld om iets nieuws te kopen. Ik ben al blij als ik elke dag naar de markt kan om naar een half brood, en wat fruit te kopen. Zodra ik helemaal goed lig val ik in slaap. De volgende ochtend word ik wakker van de kraaiende haan. Ik blijf nog heel even liggen. De laatste tijd ben ik altijd moe. Dan loopt butterfly naar mij toe. ‘Mam, ik heb alvast eten voor je gemaakt’ roept ze vrolijk met haar opgewekte stem. ‘Bedankt liefje’. ‘Ik ben vanochtend meteen toen ik wakker werd naar buiten gegaan, en heb daar speciaal voor jou verse vruchten geplukt. ‘Ah, wat lief’. Waarom heb ik dit eigenlijk verdiend, Butterfly hoort eigenlijk met vriendjes en vriendinnetjes zandkasteeltjes te maken, of met de poppen te spelen. Ze doet nog meer in het huishouden, dan dat ik doe. Als ik mijn ontbijt op heb, dwing ik mezelf om uit bed te stappen. Als ik buiten ben zie ik dat Dani als is omgekleed, dat moet Butterfly gedaan hebben. De zon lacht me tegemoet, maar ik lach dus mooi echt niet terug. Ik loop weer naar binnen, de grond waar ik gisteren in viel is nu allemaal weer opgedroogd. Als ik binnen ben zie ik achter in de hoek nog een oud wit T-shirt liggen, en een grijze broek, die nu al bruin is. Snel kleed ik me om, loop het huis rond, en ik pak alles wat gewassen moet worden. ‘Butterfly, wil je iets voor me doen’ Schreeuw ik. ‘Ja mam’. Met kleine stapjes komt ze naar me toe gerent. Ineens zie ik vanuit de verte dat er een auto aan komt rijden. Er rijdt hier nooit een auto. Als de auto dichterbij komt zie ik het, het is de auto van Ralph. Zonder er te lang over na te denken ren is weg. Waarom komt hij hier? Waarom is hij hier? Als ik eindelijk ver genoeg weg ben. Ga ik in het gras zitten. Het wordt me allemaal even te veel. En al het verdriet dat ik probeerde te verdringen komt er nu uit. En daar lig ik dan huilend in het gras. Als een baby die net zijn knuffel is kwijtgeraakt. Ik droog mijn tranen, en ik doe net alsof er niets aan de hand is. Want daar in de verte zie ik dat er een schaduw aan komt lopen.
Ik hoop maar niet dat het Ralph is. Maar even later zie ik dat het Butterfly is. Butterfly staat er een beetje ongemakkelijk bij en zegt: ‘Mama, papa is er, en hij wil jou spreken’. ‘weet je ook waarom’? ‘Nee mam, het spijt me’. ‘Ik zal wel met je vader praten’. Op dit moment wil ik wegrennen, huilen, schreeuwen, gillen, en nog veel meer. Maar toch probeer ik zo cool mogelijk over te komen. Als ik weer bij mijn huisje ben aangekomen, zie ik hem daar staan. Hij loopt om mij af, hij is knapper geworden als de laatste keer dat ik hem zag. ‘Leonie ik wil dat je beter voor mijn kinderen zorgt, zo kan het niet’. Ik slik, en snak naar lucht. ‘Uhhh, oké’. Hij duwt iets in mijn hand, geeft Butterfly en Dani een kus, en hij gaat weer weg. Ik ren het tuinhuisje in, ik kijk wat hij me heeft gegeven. Het was een witte envelop. Er zat een briefje in op het briefje stond:
Koop hier iets verstandigs voor.
Zorg goed voor Dani en Butterfly.
Zorg goed voor jezelf.
Ralph
Ik kijk in de envelop, er zat een cheque in van 50.000 euro. Waarom zou Ralph dat nu naar 2 jaar ineens doen? Zou hij weer van me houden? Zou hij me missen? Heeft hij een schuldgevoel? Vragen waar ik nu geen antwoord op krijg.
Bedankt voor het lezen en ik zou graag willen weten wat jullie ervan vonden!
De verloren toekomst
Oke, ten eerste zal ik je even wijzen op twee foutjes die me zijn opgevallen.
Ah, heb ik weer… denk ik bij mezelf.
ipv
Ah, heb ik weer… denk ik bij zichzelf.
Zonder er te lang over na te denken ren ik weg
ipv
Zonder er te lang over na te denken ren is weg
Dat waren de typfoutjes denk ik
Daarnaast wil ik zeggen dat ik in ieder geval benieuwd ben wat er nou met haar aan de hand is en wat er is gebeurd. Maar echt bereid om daarvoor door te lezen ben ik eigenlijk niet echt. Vooral het laatste stuk waarbij ze de cheque van Ralph krijgt vind ik afdoen aan het verhaal. Desalniettemin is het ondanks mijn kritiek wel gewoon goed en boeiend geschreven.
Daarnaast misschien nog een tip: maak goed onderscheidt tussen de personen die iets zeggen. Zo staat het misschien onverzichtelijker door iets zo neer te zetten:
‘Bedankt liefje.’
‘Ik ben vanochtend meteen toen ik wakker werd naar buiten gegaan, en heb daar speciaal voor jou verse vruchten geplukt.'
‘Ah, wat lief.'
Maar dat is hoe ik het liever lees, maar dat hoeft natuurlijk niet te betekenen dat het zo is
Ah, heb ik weer… denk ik bij mezelf.
ipv
Ah, heb ik weer… denk ik bij zichzelf.
Zonder er te lang over na te denken ren ik weg
ipv
Zonder er te lang over na te denken ren is weg
Dat waren de typfoutjes denk ik

Daarnaast wil ik zeggen dat ik in ieder geval benieuwd ben wat er nou met haar aan de hand is en wat er is gebeurd. Maar echt bereid om daarvoor door te lezen ben ik eigenlijk niet echt. Vooral het laatste stuk waarbij ze de cheque van Ralph krijgt vind ik afdoen aan het verhaal. Desalniettemin is het ondanks mijn kritiek wel gewoon goed en boeiend geschreven.
Daarnaast misschien nog een tip: maak goed onderscheidt tussen de personen die iets zeggen. Zo staat het misschien onverzichtelijker door iets zo neer te zetten:
‘Bedankt liefje.’
‘Ik ben vanochtend meteen toen ik wakker werd naar buiten gegaan, en heb daar speciaal voor jou verse vruchten geplukt.'
‘Ah, wat lief.'
Maar dat is hoe ik het liever lees, maar dat hoeft natuurlijk niet te betekenen dat het zo is
