Lost Souls
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Hallo, ik ben nieuw hier. Ik wil dit verhaal graag posten, omdat ik
te verlegen ben om aan vriendinnen te vragen of het goed is.
Het is wel nog een kort stukje, maar ik ga snel verder schrijven.
Kritiek is altijd welkom en alvast bedankt met lezen.
Proloog
Het is vrijdag, ik kijk uit mijn raam en zie het troosteloze landschap voor me, schapen blij grazend in de wei… Hebben ze niets beters te doen ofzo?
Ik kijk naar de spiegel (een wonder dat er hier een is trouwens) er staart een meisje van 10 jaar terug. Ze heeft blond haar, felblauwe ogen en draagt een donkerblauwe spijkerbroek met daarop een simpel wit t-shirt met lange mouwen. Ik heb een goed uiterlijk gekozen, denk ik tevreden. Mijn naam is Ashley Taylor, die naam heb ik speciaal voor deze opdracht gekozen. Ik ben nou al twee jaar, drie maanden en tien dagen in Engeland. Eigenlijk wilde ik hier maar 1 jaar blijven, maar dat zou ongeloofwaardig zijn.
Waarom? Alsof ik dat ooit zou vertellen…
te verlegen ben om aan vriendinnen te vragen of het goed is.
Het is wel nog een kort stukje, maar ik ga snel verder schrijven.
Kritiek is altijd welkom en alvast bedankt met lezen.
Proloog
Het is vrijdag, ik kijk uit mijn raam en zie het troosteloze landschap voor me, schapen blij grazend in de wei… Hebben ze niets beters te doen ofzo?
Ik kijk naar de spiegel (een wonder dat er hier een is trouwens) er staart een meisje van 10 jaar terug. Ze heeft blond haar, felblauwe ogen en draagt een donkerblauwe spijkerbroek met daarop een simpel wit t-shirt met lange mouwen. Ik heb een goed uiterlijk gekozen, denk ik tevreden. Mijn naam is Ashley Taylor, die naam heb ik speciaal voor deze opdracht gekozen. Ik ben nou al twee jaar, drie maanden en tien dagen in Engeland. Eigenlijk wilde ik hier maar 1 jaar blijven, maar dat zou ongeloofwaardig zijn.
Waarom? Alsof ik dat ooit zou vertellen…
Laatst gewijzigd door Faded Dream op 18 feb 2010 21:12, 3 keer totaal gewijzigd.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
Hoi, ik snap er helemaal niets van, maar dat komt waarschijnlijk nog wel.
De vaagheid waarmee je de laatste regels hebt gevuld kunnen zeker leiden tot een mooi plot en/of schrijfstijl. Het is dan waarschijnlijk ook wel misleidend dat het een dergelijk klein stukje is. Ik ben benieuwd hoe je het verder uitwerkt.

Laatst gewijzigd door Anno94 op 11 jan 2010 17:53, 1 keer totaal gewijzigd.
Hallo Faded Dream,
Je vroeg om een reactie op je verhaal. Nou bij deze dan. Aangezien het een heel kort stukje is kan ik alles wat mij opvalt eruit halen. Ik hoop niet dat je het erg vind.
Verder zou ik getallen volledig uitschrijven. Dat staat een stuk netter en vind ik persoonlijk ook fijner lezen.
Je schrijfstijl verder vind ik erg prettig lezen. In dit korte stukje heb je mijn aandacht weten te krijgen en ben ik zelfs nieuwsgierig geworden hoe dit verder gaat. Je houdt de spanning er op dit kleine stukje goed in. Ik ben benieuwd hoe je dit in het vervolg gaat doen.
Veel succes!
Je vroeg om een reactie op je verhaal. Nou bij deze dan. Aangezien het een heel kort stukje is kan ik alles wat mij opvalt eruit halen. Ik hoop niet dat je het erg vind.
De dubbele punt achter 'me' moet een ; zijn. Een gewone komma zou ook kunnen.Het is vrijdag, ik kijk uit mijn raam en zie het troosteloze landschap voor me: schapen blij grazend in de wei… Hebben ze niets beters te doen ofzo?
Hier mis ik een woordje. Waarschijnlijk 'dat'. Maar dat is natuurlijk aan jou.(een wonder er hier een is trouwens)
Verder zou ik getallen volledig uitschrijven. Dat staat een stuk netter en vind ik persoonlijk ook fijner lezen.
Je schrijfstijl verder vind ik erg prettig lezen. In dit korte stukje heb je mijn aandacht weten te krijgen en ben ik zelfs nieuwsgierig geworden hoe dit verder gaat. Je houdt de spanning er op dit kleine stukje goed in. Ik ben benieuwd hoe je dit in het vervolg gaat doen.
Veel succes!

- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Bedankt voor je commentaar, ik zal er wat mee doen en ik heb
ook even de vorige tekst verbeterd
H.1
Ik kijk de kamer rond, het is een hele kleine kamer van ongeveer de grootte van een grote kledingkast. Er hangt geen behang aan de muur, alleen afgebladderde grijze verf.
Er staat ook een bed, het staat op stalen poten en het dekbed is hetzelfde als die van elk bed hier in dit weeshuis. Dat betekent dat het een heel triest, simpel en grijs geval is.
Verder staat er ook een kledingkast in, die heb ik volgensmij hier in mijn eerste week in de brand gestoken, het is wel jammer dat ze hem weer hadden vervangen, mij een maand huisarrest, extra werk en ook geen avondeten voor een dag hadden gegeven.
Daarmee heb ik er ook voor gezorgd dat ik nu erg gehaat ben door zuster Philline,
dat is de zuster die hier voor ons ‘zorgt’. ‘MISS TAYLOR!’
Natuurlijk wordt ik dan weer door haar geroepen, ik zou haar een bijnaam hebben gegeven als ik er een kon bedenken, of iemand had gehad om haar samen uit te lachen.
Ik heb namelijk geen vriendinnen hier, ik ben nogal gehaat.
‘MISS TAYLOR!’ Zal ik haar nog wat langer laten wachten?
‘MISS TAYLOR KOM NU ONMIDDELLIJK HIER!’
Oké, nu moet ze écht kwaad zijn…
‘MISS TAYLOOOOR!’ Ik denk dat het beter is als ik nu ga.
Ik loop op mijn dooie gemak naar zuster Philline’s kantoor en zie dat ze niet alleen is.
Naast haar staat een man van ongeveer 40 jaar oud met zwart, kort haar.
Zou het hem zijn? Zou ik de eerste stap van mijn plan nu eindelijk uit kunnen voeren?
‘Miss Taylor, ik ben blij dat je besloten hebt eindelijk te komen,’ zegt zuster Philline.
ook even de vorige tekst verbeterd

H.1
Ik kijk de kamer rond, het is een hele kleine kamer van ongeveer de grootte van een grote kledingkast. Er hangt geen behang aan de muur, alleen afgebladderde grijze verf.
Er staat ook een bed, het staat op stalen poten en het dekbed is hetzelfde als die van elk bed hier in dit weeshuis. Dat betekent dat het een heel triest, simpel en grijs geval is.
Verder staat er ook een kledingkast in, die heb ik volgensmij hier in mijn eerste week in de brand gestoken, het is wel jammer dat ze hem weer hadden vervangen, mij een maand huisarrest, extra werk en ook geen avondeten voor een dag hadden gegeven.
Daarmee heb ik er ook voor gezorgd dat ik nu erg gehaat ben door zuster Philline,
dat is de zuster die hier voor ons ‘zorgt’. ‘MISS TAYLOR!’
Natuurlijk wordt ik dan weer door haar geroepen, ik zou haar een bijnaam hebben gegeven als ik er een kon bedenken, of iemand had gehad om haar samen uit te lachen.
Ik heb namelijk geen vriendinnen hier, ik ben nogal gehaat.
‘MISS TAYLOR!’ Zal ik haar nog wat langer laten wachten?
‘MISS TAYLOR KOM NU ONMIDDELLIJK HIER!’
Oké, nu moet ze écht kwaad zijn…
‘MISS TAYLOOOOR!’ Ik denk dat het beter is als ik nu ga.
Ik loop op mijn dooie gemak naar zuster Philline’s kantoor en zie dat ze niet alleen is.
Naast haar staat een man van ongeveer 40 jaar oud met zwart, kort haar.
Zou het hem zijn? Zou ik de eerste stap van mijn plan nu eindelijk uit kunnen voeren?
‘Miss Taylor, ik ben blij dat je besloten hebt eindelijk te komen,’ zegt zuster Philline.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Ik zet mijn beste, schijnheilige gezicht op terwijl ik de man nog eens goed bekijk.
Hij draagt een zwarte broek, een wit overhemd en leren schoenen.
Misschien is hij in vermomming, want dit had ik me totaal niet van hem voorgesteld.
‘Miss Taylor, dit is Anthony Steward, hij brengt je naar je nieuwe weeshuis.’
En natuurlijk had ik het mis, hoe had ik ook kunnen denken dat het deze man zou kunnen zijn? ‘Waarom word ik overgeplaatst zuster?’ Zeg ik maar.
‘Je gedrag wordt hier niet getolereerd, je nieuwe weeshuis zal veel strenger zijn en je manieren leren.’ Waarom denkt ze dat? Is het omdat ik brutaal ben, haar irriteer,
het kledingkast incident, ik het vorige meisje dat hier was een trauma heb bezorgd, ook onaardig doe tegen andere kinderen… Geen idee waar ze het over heeft.
Iedergeval, als zij denkt dat ik vrijwillig mee zal gaan, is ze nog dommer dan ik dacht.
‘Nou, Ashley zullen we gaan?’ Zegt de man en voordat ik ook maar iets kon zeggen loopt hij naar de deur, ik volg hem maar. Eenmaal bij mijn kamer aangekomen, pak ik nog even de weinige spullen die ik nog heb in en prop ze slordig in een tas. Voor de laatste keer kijk ik uit mijn raam, waar tot mijn verrassing de schapen eens niet buiten in de wei staan te grazen. Ik zie dat de man ongeduldig wordt, waardoor ik nog extra lang naar buiten kijk en daarna doe alsof ik nog iets in mijn kamer moet zoeken.
Ondertussen loopt hij rood aan. Wat houd ik er toch van om mensen te irriteren.
Sindsdien dat het enige is wat ik nu kan doen zonder uit mijn rol te raken.
Maar omdat ik niet wil dat hij me al gelijk haat, spaar ik hem maar.
We lopen verder door de hal, hier zijn de kamers van de andere kinderen.
Ik ben er nog nooit binnen geweest, ik ben wel een keer bij een bepaald meisje
in haar kamer ‘ingebroken’ die ik toevallig haat om… Ik dwaal af, mijn punt is dat iedereen veel te vrolijke kamers heeft, met allerlei posters van hun favoriete bands op de muur, mogelijke foto’s van familie, persoonlijke spulletjes enz. Je snapt al dat ik waarschijnlijk een van de meest optimistische personen op de hele aarde ben. We lopen naar buiten, de man doet het hek open en loopt alvast naar de parkeerplaats, denkend dat ik nog even afscheid wil nemen. Ik doe het hek achter me dicht en kijk nog eens goed naar het gebouw, het feit dat ik hier nooit meer terug zal komen, doet me helemaal niets.
Ik kijk naar de man en zie dat hij even niet kijkt, dit is mijn kans!
Ik doe mijn ogen dicht en verdwijn.
Hij draagt een zwarte broek, een wit overhemd en leren schoenen.
Misschien is hij in vermomming, want dit had ik me totaal niet van hem voorgesteld.
‘Miss Taylor, dit is Anthony Steward, hij brengt je naar je nieuwe weeshuis.’
En natuurlijk had ik het mis, hoe had ik ook kunnen denken dat het deze man zou kunnen zijn? ‘Waarom word ik overgeplaatst zuster?’ Zeg ik maar.
‘Je gedrag wordt hier niet getolereerd, je nieuwe weeshuis zal veel strenger zijn en je manieren leren.’ Waarom denkt ze dat? Is het omdat ik brutaal ben, haar irriteer,
het kledingkast incident, ik het vorige meisje dat hier was een trauma heb bezorgd, ook onaardig doe tegen andere kinderen… Geen idee waar ze het over heeft.
Iedergeval, als zij denkt dat ik vrijwillig mee zal gaan, is ze nog dommer dan ik dacht.
‘Nou, Ashley zullen we gaan?’ Zegt de man en voordat ik ook maar iets kon zeggen loopt hij naar de deur, ik volg hem maar. Eenmaal bij mijn kamer aangekomen, pak ik nog even de weinige spullen die ik nog heb in en prop ze slordig in een tas. Voor de laatste keer kijk ik uit mijn raam, waar tot mijn verrassing de schapen eens niet buiten in de wei staan te grazen. Ik zie dat de man ongeduldig wordt, waardoor ik nog extra lang naar buiten kijk en daarna doe alsof ik nog iets in mijn kamer moet zoeken.
Ondertussen loopt hij rood aan. Wat houd ik er toch van om mensen te irriteren.
Sindsdien dat het enige is wat ik nu kan doen zonder uit mijn rol te raken.
Maar omdat ik niet wil dat hij me al gelijk haat, spaar ik hem maar.
We lopen verder door de hal, hier zijn de kamers van de andere kinderen.
Ik ben er nog nooit binnen geweest, ik ben wel een keer bij een bepaald meisje
in haar kamer ‘ingebroken’ die ik toevallig haat om… Ik dwaal af, mijn punt is dat iedereen veel te vrolijke kamers heeft, met allerlei posters van hun favoriete bands op de muur, mogelijke foto’s van familie, persoonlijke spulletjes enz. Je snapt al dat ik waarschijnlijk een van de meest optimistische personen op de hele aarde ben. We lopen naar buiten, de man doet het hek open en loopt alvast naar de parkeerplaats, denkend dat ik nog even afscheid wil nemen. Ik doe het hek achter me dicht en kijk nog eens goed naar het gebouw, het feit dat ik hier nooit meer terug zal komen, doet me helemaal niets.
Ik kijk naar de man en zie dat hij even niet kijkt, dit is mijn kans!
Ik doe mijn ogen dicht en verdwijn.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
- Nande-chan
- Puntenslijper
- Berichten: 21
- Lid geworden op: 28 dec 2009 20:14
- Locatie: In een donkere hoek
- Contacteer:
Oké... ik mag de hoofdpersoon! xD
Ze is zo droog en stoer. :')
Weeshuizen worden echt vaak afgeschilderd als saai en verschrikkelijk (volgens mij is het ook wel waar).
Maar in dat klein stukje in je eerste post maakte je me al nieuwsgierig. Je houdt de spanning er goed in, vertelt niet al te veel. En de grote vraag is:
hoe kan Ashley verdwijnen!?!?
Ik vind dit verhaal nu al stoer, vervolg please?
Ze is zo droog en stoer. :')
Weeshuizen worden echt vaak afgeschilderd als saai en verschrikkelijk (volgens mij is het ook wel waar).
Maar in dat klein stukje in je eerste post maakte je me al nieuwsgierig. Je houdt de spanning er goed in, vertelt niet al te veel. En de grote vraag is:
hoe kan Ashley verdwijnen!?!?

Ik vind dit verhaal nu al stoer, vervolg please?

If I had a world of my own, everything would be nonsense. Nothing would be what it is, because everything would be what it isn't. And contrary wise, what is, it wouldn't be. And what it wouldn't be, it would. You see?
Alice in wonderland
Alice in wonderland
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
YAY!!! Thnx dat je het leuk vindt!!!
En ik weet nog niet precies wanneer ik zeg hoe Ashley kan
verdwijnen. Heb je iets om naar uit te kijken
En het vervolg komt waarschijnlijk morgen...
__________
H.2
De wekker gaat, ik wrijf slaperig in mijn ogen en gaap.
Waarom heb ik mijn wekker ook al weer gezet? Wacht… Ik ben jarig!
Ik schiet snel uit mijn bed en trek mijn favoriete, paarse jurkje aan, het is tenslotte mijn verjaardag. Ik kijk in de spiegel en doe mijn haar in een hoge staart en laat een plukje
los langs mijn gezicht hangen. Ik heb bruin, stijl haar en donkerbruine ogen. Ik doe nog even wat paarse armbandjes om, paars is namelijk mijn lievelingskleur.
Ik ren naar beneden en kam de hele woonkamer uit, mijn ouders verstoppen mijn cadeautjes altijd voor me. Het is een soort spelletje geworden, het nadeel is alleen dat ze er steeds beter in worden. Aha! Het eerste cadeautje ligt in de boekenkast, achter een stapel boeken. De andere drie cadeautjes vind ik daarna onder een stapel kranten, achter het gordijn en onder de klep van mijn moeders piano. Net nu ik alle cadeautjes op de tafel wil leggen, komen mijn ouders binnen. ‘Gefeliciteerd Jade!’ Zeggen ze in koor en zingen verjaardagsliedjes. ‘Nu is het tijd om de cadeautjes open te maken!’ Zeg ik terwijl ik het inpakpapier van de cadeautjes afscheur. ‘Hartstikke bedankt!’ Ik heb echt precies wat ik wilde hebben: een nieuw, paars mobieltje met een mobielhanger eraan, een set oorbellen, een koptelefoon en… Een raar uitziend boek? ‘Wat is dat boek?’ Vraag ik. ‘Je bent nu 11 geworden, het is tijd dat je de geheimen van onze familie weet,’ zeggen mijn ouders. ‘Lees het maar.’ Ik ga naar mijn kamer en plof neer op mijn bed, de geheimen van mijn familie huh? Ik kijk naar het boek, het is paars wat ik nogal raar voor een boek vind. Het is mooi afgewerkt met zilvere figuren en lijnen. Ik maak het boek open, en kijk wat er staat.
In de wereld zijn er allerlei magische wezens. De meeste van deze wezens zijn vermoord in een vroegere oorlog. Elk wezen verbergt zichzelf, om paniek bij normale mensen en nog een oorlog te voorkomen. Hun krachten worden geactiveerd op een bepaalde leeftijd, dat bij de meesten op hun elfde levensjaar is. Er is nog maar een beperkt aantal wezens over.
Degenen die gerelateerd tot mensen zijn, zijn:
Vampieren, deze wezens drinken bloed, kunnen in een vleermuis veranderen, zijn ontzettend snel en hele ervaren vampieren kunnen ook vliegen zonder in een vleermuis te hoeven veranderen.
Vormveranderaars, deze wezens kunnen in elke vorm veranderen die ze willen, hoe beter je wordt hoe echter het lijkt en uiteindelijk kan je ook andere wezens en/of voorwerpen van vorm laten veranderen.
Musia’s, deze wezens beschikken over hun krachten als er maar geluid is, hoe hoger of harder het geluid is, hoe sterker ze zijn. Elke musia heeft een andere kracht waar ze zelf achter moeten komen.
Syvians, deze wezens zijn uitzonderlijk sterk, ze kunnen hun eigen lichaamsgewicht optillen. Hoe veel keer het lichaamsgewicht ze aan kunnen, hangt af van hun niveau.
Weerwolven, bij volle maan veranderen ze in wolven. Ze moeten niet te lang in hun weerwolf staat zijn, anders verliezen ze zichzelf voor altijd.
Elfen, dit zijn vaak aparte wezens, zij hebben puntige oren en lichtblond tot bijna wit haar. Zij beschikken over eigen krachten, maar werken liever met wapens, zoals de pijl en boog.
Heksen, deze wezens zijn bijna uitgestorven. Zij beschikken over een groot aantal van krachten, er is weinig informatie over deze wezens, omdat ze zo zeldzaam zijn. Alleen weinigen kunnen zeggen dat ze ooit een heks hebben gezien. Daarbij komt ook nog dat zij zichzelf het beste van alle bovenstaanden hun krachten kunnen verbergen.
Ik kan al niet meer verder lezen, magie bestaat niet! Toch?
Ik sla het boek dicht en gooi het ergens in een hoek van mijn kamer.
Ik ren van de trap af, trek mijn jas aan en smijt de deur achter me dicht.
Door het raam zie ik nog dat mijn ouders elkaar verbaasd aankijken.
Ik ben al wat gekalmeerd en loop door mijn straat. Krachten worden dus meestal geactiveerd op je elfde... Hoe worden ze eigenlijk geactiveerd? Ik heb het mijn ouders nog niet kunnen vragen. Wacht, mijn ouders. Betekent dit dat zij ook magisch zijn?
Dat moet ik uitzoeken.

En ik weet nog niet precies wanneer ik zeg hoe Ashley kan
verdwijnen. Heb je iets om naar uit te kijken

En het vervolg komt waarschijnlijk morgen...
__________
H.2
De wekker gaat, ik wrijf slaperig in mijn ogen en gaap.
Waarom heb ik mijn wekker ook al weer gezet? Wacht… Ik ben jarig!
Ik schiet snel uit mijn bed en trek mijn favoriete, paarse jurkje aan, het is tenslotte mijn verjaardag. Ik kijk in de spiegel en doe mijn haar in een hoge staart en laat een plukje
los langs mijn gezicht hangen. Ik heb bruin, stijl haar en donkerbruine ogen. Ik doe nog even wat paarse armbandjes om, paars is namelijk mijn lievelingskleur.
Ik ren naar beneden en kam de hele woonkamer uit, mijn ouders verstoppen mijn cadeautjes altijd voor me. Het is een soort spelletje geworden, het nadeel is alleen dat ze er steeds beter in worden. Aha! Het eerste cadeautje ligt in de boekenkast, achter een stapel boeken. De andere drie cadeautjes vind ik daarna onder een stapel kranten, achter het gordijn en onder de klep van mijn moeders piano. Net nu ik alle cadeautjes op de tafel wil leggen, komen mijn ouders binnen. ‘Gefeliciteerd Jade!’ Zeggen ze in koor en zingen verjaardagsliedjes. ‘Nu is het tijd om de cadeautjes open te maken!’ Zeg ik terwijl ik het inpakpapier van de cadeautjes afscheur. ‘Hartstikke bedankt!’ Ik heb echt precies wat ik wilde hebben: een nieuw, paars mobieltje met een mobielhanger eraan, een set oorbellen, een koptelefoon en… Een raar uitziend boek? ‘Wat is dat boek?’ Vraag ik. ‘Je bent nu 11 geworden, het is tijd dat je de geheimen van onze familie weet,’ zeggen mijn ouders. ‘Lees het maar.’ Ik ga naar mijn kamer en plof neer op mijn bed, de geheimen van mijn familie huh? Ik kijk naar het boek, het is paars wat ik nogal raar voor een boek vind. Het is mooi afgewerkt met zilvere figuren en lijnen. Ik maak het boek open, en kijk wat er staat.
In de wereld zijn er allerlei magische wezens. De meeste van deze wezens zijn vermoord in een vroegere oorlog. Elk wezen verbergt zichzelf, om paniek bij normale mensen en nog een oorlog te voorkomen. Hun krachten worden geactiveerd op een bepaalde leeftijd, dat bij de meesten op hun elfde levensjaar is. Er is nog maar een beperkt aantal wezens over.
Degenen die gerelateerd tot mensen zijn, zijn:
Vampieren, deze wezens drinken bloed, kunnen in een vleermuis veranderen, zijn ontzettend snel en hele ervaren vampieren kunnen ook vliegen zonder in een vleermuis te hoeven veranderen.
Vormveranderaars, deze wezens kunnen in elke vorm veranderen die ze willen, hoe beter je wordt hoe echter het lijkt en uiteindelijk kan je ook andere wezens en/of voorwerpen van vorm laten veranderen.
Musia’s, deze wezens beschikken over hun krachten als er maar geluid is, hoe hoger of harder het geluid is, hoe sterker ze zijn. Elke musia heeft een andere kracht waar ze zelf achter moeten komen.
Syvians, deze wezens zijn uitzonderlijk sterk, ze kunnen hun eigen lichaamsgewicht optillen. Hoe veel keer het lichaamsgewicht ze aan kunnen, hangt af van hun niveau.
Weerwolven, bij volle maan veranderen ze in wolven. Ze moeten niet te lang in hun weerwolf staat zijn, anders verliezen ze zichzelf voor altijd.
Elfen, dit zijn vaak aparte wezens, zij hebben puntige oren en lichtblond tot bijna wit haar. Zij beschikken over eigen krachten, maar werken liever met wapens, zoals de pijl en boog.
Heksen, deze wezens zijn bijna uitgestorven. Zij beschikken over een groot aantal van krachten, er is weinig informatie over deze wezens, omdat ze zo zeldzaam zijn. Alleen weinigen kunnen zeggen dat ze ooit een heks hebben gezien. Daarbij komt ook nog dat zij zichzelf het beste van alle bovenstaanden hun krachten kunnen verbergen.
Ik kan al niet meer verder lezen, magie bestaat niet! Toch?
Ik sla het boek dicht en gooi het ergens in een hoek van mijn kamer.
Ik ren van de trap af, trek mijn jas aan en smijt de deur achter me dicht.
Door het raam zie ik nog dat mijn ouders elkaar verbaasd aankijken.
Ik ben al wat gekalmeerd en loop door mijn straat. Krachten worden dus meestal geactiveerd op je elfde... Hoe worden ze eigenlijk geactiveerd? Ik heb het mijn ouders nog niet kunnen vragen. Wacht, mijn ouders. Betekent dit dat zij ook magisch zijn?
Dat moet ik uitzoeken.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
-
- Puntenslijper
- Berichten: 14
- Lid geworden op: 28 dec 2009 22:01
- Locatie: Satan knows
- Contacteer:
Heel leuk en appart geschreven (OMG!! Ik lief weeshuizen
)
Je schrijft levendig en bouwt de spanning goed op, alleen je bent in beide hoofdstukken begonnen en voordat de lezer de personage redelijk 'kent' gebeurt er al wat.. Dat maakr het ingewikkeld om te lezen. Ik hoop dat je hier wat aan hebt, en veel succes verder!!

Je schrijft levendig en bouwt de spanning goed op, alleen je bent in beide hoofdstukken begonnen en voordat de lezer de personage redelijk 'kent' gebeurt er al wat.. Dat maakr het ingewikkeld om te lezen. Ik hoop dat je hier wat aan hebt, en veel succes verder!!


Je hebt een eigen manier van schrijven. Dat is heel positief.
Toch moet ik wel zeggen dat ik moet wennen aan je schrijfstijl. Het lijkt alsof je het allemaal vluchtig schrijft. Persoonlijk vind ik uitgebreide details mooi en interessant om te lezen.
Desondanks was ik door je verhaal heen voordat ik het wist. En dat is ook positief!
Ik wacht met smart!
Toch moet ik wel zeggen dat ik moet wennen aan je schrijfstijl. Het lijkt alsof je het allemaal vluchtig schrijft. Persoonlijk vind ik uitgebreide details mooi en interessant om te lezen.
Desondanks was ik door je verhaal heen voordat ik het wist. En dat is ook positief!
Ik wacht met smart!
Look after my heart, I've left it with you.
~Stephenie Meyer, Eclipse
~Stephenie Meyer, Eclipse
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Bedankt voor jullie commentaar en hier een nieuw stukje...
Ik loop langzaam verder, er zijn steeds minder mensen en de zon gaat al onder.
Ik word een beetje zenuwachtig, er hangt hier nu een rare sfeer. Ik begin steeds langzamer te lopen. Het voelt net alsof ik gevolgd wordt. Ik kijk achterom en zie niemand.
Het is nu bijna helemaal donker. Ik kijk om me heen. Wacht, ik ken deze omgeving helemaal niet! Er staan hier allemaal kleine huizen heel dicht op elkaar, bij een paar huizen zijn er ruiten ingeslagen waardoor je kan zien dat ze onbewoond zijn. Sommige huizen staan zelfs op instorten! Was ik zo in gedachten verzonken, dat ik helemaal afgedwaald ben? Dit is net als in zo’n griezelfilm, een meisje die helemaal alleen is, weet niet meer waar ze is en denkt dat ze achtervolgd wordt. Maar telkens als dat meisje kijkt, ziet ze niets. Ik hoor weer iets… Het is nu erg dichtbij! Dat is het ik ga nu terug!
Ik draai me om en begin te rennen, ik wil nu meteen uit deze griezelige straat weg!
Opeens wordt ik vastgepakt. Een gore adem hijgt in mijn nek en zie een mes.
‘Hallo daar, ben je verdwaald?’ Zegt de man. Ik ben nu echt heel bang, maar probeer te doen alsof ik niet bang voor hem ben. ‘Nee, laat me nu los en ga weg met je gore adem!’ Dat is wat ik zei, maar vanbinnen schreeuwde ik van angst. ‘Je hebt een grote mond voor je leeftijd.’ Zegt hij en houdt het mes dicht in de buurt van mijn keel. Ik kan er niet meer tegen en begin te gillen. ‘Dat werkt hier niet meisje, zegt hij. ‘Deze buurt is helemaal onbewoond, niemand zal je horen.’ Ik denk opeens weer aan het boek, met alle wezens erin. Opeens word me iets duidelijk. Mijn ouders zullen het boek niet voor niets aan mij gegeven hebben. Misschien ben ik ook magisch! Wat zou een weerwolf doen? Het is geen volle maan, dus als ik er een ben zou ik er toch niets aan hebben. Ik ben allesbehalve sterk, dus ik denk niet dat ik een syvian ben. Ik heb geen puntige oren, dus een elf lijkt me onwaarschijnlijk. De man houdt het mes steeds dichterbij, ik moet nu nadenken! Hij lijkt onduldig geworden en zet het mes aan mijn keel.
Was ik maar een groot sterk dier, zoals een beer ofzo!
Opeens voel ik me anders, sterker… Mijn nagels worden langer, er gaat haar op mijn rug groeien en krijg klauwen. Ik trek het mes uit de handen van de man en gooi hem op de grond.
Ik loop langzaam verder, er zijn steeds minder mensen en de zon gaat al onder.
Ik word een beetje zenuwachtig, er hangt hier nu een rare sfeer. Ik begin steeds langzamer te lopen. Het voelt net alsof ik gevolgd wordt. Ik kijk achterom en zie niemand.
Het is nu bijna helemaal donker. Ik kijk om me heen. Wacht, ik ken deze omgeving helemaal niet! Er staan hier allemaal kleine huizen heel dicht op elkaar, bij een paar huizen zijn er ruiten ingeslagen waardoor je kan zien dat ze onbewoond zijn. Sommige huizen staan zelfs op instorten! Was ik zo in gedachten verzonken, dat ik helemaal afgedwaald ben? Dit is net als in zo’n griezelfilm, een meisje die helemaal alleen is, weet niet meer waar ze is en denkt dat ze achtervolgd wordt. Maar telkens als dat meisje kijkt, ziet ze niets. Ik hoor weer iets… Het is nu erg dichtbij! Dat is het ik ga nu terug!
Ik draai me om en begin te rennen, ik wil nu meteen uit deze griezelige straat weg!
Opeens wordt ik vastgepakt. Een gore adem hijgt in mijn nek en zie een mes.
‘Hallo daar, ben je verdwaald?’ Zegt de man. Ik ben nu echt heel bang, maar probeer te doen alsof ik niet bang voor hem ben. ‘Nee, laat me nu los en ga weg met je gore adem!’ Dat is wat ik zei, maar vanbinnen schreeuwde ik van angst. ‘Je hebt een grote mond voor je leeftijd.’ Zegt hij en houdt het mes dicht in de buurt van mijn keel. Ik kan er niet meer tegen en begin te gillen. ‘Dat werkt hier niet meisje, zegt hij. ‘Deze buurt is helemaal onbewoond, niemand zal je horen.’ Ik denk opeens weer aan het boek, met alle wezens erin. Opeens word me iets duidelijk. Mijn ouders zullen het boek niet voor niets aan mij gegeven hebben. Misschien ben ik ook magisch! Wat zou een weerwolf doen? Het is geen volle maan, dus als ik er een ben zou ik er toch niets aan hebben. Ik ben allesbehalve sterk, dus ik denk niet dat ik een syvian ben. Ik heb geen puntige oren, dus een elf lijkt me onwaarschijnlijk. De man houdt het mes steeds dichterbij, ik moet nu nadenken! Hij lijkt onduldig geworden en zet het mes aan mijn keel.
Was ik maar een groot sterk dier, zoals een beer ofzo!
Opeens voel ik me anders, sterker… Mijn nagels worden langer, er gaat haar op mijn rug groeien en krijg klauwen. Ik trek het mes uit de handen van de man en gooi hem op de grond.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
wauw .. i did not expect this ..
Ik wacht met smart hoe het verder gaat(zei ik vorige keer ook al)
Ik wacht met smart hoe het verder gaat(zei ik vorige keer ook al)
Laatst gewijzigd door Sabbientje op 18 jan 2010 08:24, 1 keer totaal gewijzigd.
Reden: Zou je misschien iets meer over het verhaal willen zeggen? Wat vond je zo wauw aan dit verhaal. Waarom verwachte je dit niet? Een antwoord als dit word namelijk als SPAM gezien op de site en is niet toegestaan. Alvast bedankt
Reden: Zou je misschien iets meer over het verhaal willen zeggen? Wat vond je zo wauw aan dit verhaal. Waarom verwachte je dit niet? Een antwoord als dit word namelijk als SPAM gezien op de site en is niet toegestaan. Alvast bedankt
Look after my heart, I've left it with you.
~Stephenie Meyer, Eclipse
~Stephenie Meyer, Eclipse
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Hier weer een nieuw stukje...
Angstig kijkt hij naar me, staat langzaam op en rent snel weg.
Wankelend sta ik op mijn benen en word weer normaal.
Ik schud mijn hoofd, dit kan toch niet echt gebeurd zijn?
Ik loop langzaam de straat uit en kom na een tijdje weer in mijn straat. Ik bel bij mijn huis aan, mijn vader doet de deur open. Ik loop naar binnen en ga op de bank in de woonkamer zitten, die eigenlijk helemaal niet lekker zit trouwens. Mijn ouders gaan tegenover mij zitten en kijken me aan. Ik had nu een preek verwacht, over dat ik niet zomaar uit het huis mag vertrekken zonder te zeggen waar ik naartoe ga en pas als het donker is weer terug ben gekomen. Ik kijk schuldbewust naar de grond. ‘Jade, waarom ben je zo laat thuis?’
Ik aarzel even, maar vertel mijn ouders dan alles, over het boek wat ze aan mij gegeven hebben, dat ik verdwaald was, dat iemand me aanviel en dat ik in een beer was veranderd. Ze luisteren aandachtig naar elk woord wat ik zeg en als ik eindelijk uit ben gepraat, haalt mijn moeder het boek van mijn kamer.
‘Dit boek is al jaren in onze familie, het is overgegaan van generatie op generatie.
Hier staat alles in wat normale mensen niet weten, er zijn namelijk inderdaad magische wezens op de wereld.’ Mijn vader gaat verder. ‘Onze familie is ook magisch, je hebt al ontdekt dat je een vormveranderaar bent. Je hebt zelfs ook je krachten geactiveerd, nogal typisch dat, dat precies op je elfde verjaardag gebeurd is.
Als ik jou was zou ik het nog even uitlezen, het zal alles wat duidelijker maken.’
Hij geeft me het boek en ik loop de trap op naar mijn kamer.
Ik ben dus een vormveranderaar… En mijn familie is dat ook.
Angstig kijkt hij naar me, staat langzaam op en rent snel weg.
Wankelend sta ik op mijn benen en word weer normaal.
Ik schud mijn hoofd, dit kan toch niet echt gebeurd zijn?
Ik loop langzaam de straat uit en kom na een tijdje weer in mijn straat. Ik bel bij mijn huis aan, mijn vader doet de deur open. Ik loop naar binnen en ga op de bank in de woonkamer zitten, die eigenlijk helemaal niet lekker zit trouwens. Mijn ouders gaan tegenover mij zitten en kijken me aan. Ik had nu een preek verwacht, over dat ik niet zomaar uit het huis mag vertrekken zonder te zeggen waar ik naartoe ga en pas als het donker is weer terug ben gekomen. Ik kijk schuldbewust naar de grond. ‘Jade, waarom ben je zo laat thuis?’
Ik aarzel even, maar vertel mijn ouders dan alles, over het boek wat ze aan mij gegeven hebben, dat ik verdwaald was, dat iemand me aanviel en dat ik in een beer was veranderd. Ze luisteren aandachtig naar elk woord wat ik zeg en als ik eindelijk uit ben gepraat, haalt mijn moeder het boek van mijn kamer.
‘Dit boek is al jaren in onze familie, het is overgegaan van generatie op generatie.
Hier staat alles in wat normale mensen niet weten, er zijn namelijk inderdaad magische wezens op de wereld.’ Mijn vader gaat verder. ‘Onze familie is ook magisch, je hebt al ontdekt dat je een vormveranderaar bent. Je hebt zelfs ook je krachten geactiveerd, nogal typisch dat, dat precies op je elfde verjaardag gebeurd is.
Als ik jou was zou ik het nog even uitlezen, het zal alles wat duidelijker maken.’
Hij geeft me het boek en ik loop de trap op naar mijn kamer.
Ik ben dus een vormveranderaar… En mijn familie is dat ook.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
H.3
Ik kijk snel om me heen om te kijken of iemand me heeft gezien.
Ik zie niemand en kijk waar ik nou eigenlijk ben.
Normaal weet ik dat wel, maar ik heb nou eenmaal nergens om heen te gaan.
Daarom ben ik naar een plaats gegaan die handig voor mij zou zijn.
Het blijkt dus dat die plaats een winkelstraat is, ik houd helemaal niet van winkelen.
Oké, het is nu een uur in de middag, ik ga maar even wat te eten zoeken.
Ik ga bij een bakker om de hoek binnen, het staat hier vol met allerlei lekkere broodjes, koeken en taarten… Nu krijg ik écht honger. Uiteindelijk koop ik maar een gewoon broodje, dat is namelijk het enige wat ik hier voor een euro en vijftig cent kan kopen.
Ik loop naar buiten, ga op een bankje op het plein zitten en eet mijn broodje op.
Dit lijkt wel erg op een normale dag van een normaal meisje…
Maar ik ben geen normaal meisje. Ik haal mijn boek uit mijn tas, ik schrijf altijd liedjes in dit boek. Ik zing ze nooit in het openbaar, dat deed ik eerst wel, maar dat is mij verboden. Daarom heb ik het sindsdien niet meer gedaan, dat klinkt eigenlijk nogal slap nu ik eraan terug denk. Ik ben een rebel! Waarom zou ik me aan regels houden?
Maar eigenlijk weet ik heel goed dat ik zijn orders niet kan negeren…
Ik kijk naar mijn boek, het lijkt niet dik, dat is het wel trouwens.
De kaft is gemaakt van zwart leer, afgewerkt met zilverkleurige versieringen en de lengte van het boek is ongeveer van een kladblok. Ik sla het open bij waar ik het laatst gebleven ben en begin te schrijven. Na een paar minuten heb ik mijn liedje af, ik schrijf ze altijd snel. Normaal gesproken zou ik het nu op mijn gitaar spelen. Maar mensen zullen raar opkijken, als ze zien dat er onmogelijk zo veel spullen kunnen zitten in een redelijk kleine tas. Omdat ik natuurlijk niet wil dat mensen mij van dingen zullen verdenken, doe ik dat maar niet. Om nog iets te doen ga ik neuriënd naar andere mensen kijken. Op een gegeven moment doezel ik in en doe mijn ogen dicht. Na een tijdje word ik wakker, voor me staat een vrouw. ‘Word wakker Ashley,’ zegt ze. Ik kijk naar de vrouw, ze heeft blauwe ogen, lang blond haar, is slank en heeft een perfecte glimlach. Verder draagt ze een halflange spijkerbroek, een t-shirt dat haar buik bloot laat en een medaillon om haar hals. ‘Huh?’ Ik kijk nog eens goed naar de vrouw, haar naam is Lucy Pevensie.
‘Mooi je bent wakker. Mijn naam is Lucy Pevensie, ik ben een lerares op… een school.’
Blijkbaar is deze plek inderdaad handig voor mij, zij is namelijk mijn visitekaartje om de eerste stap van mijn plan uit te voeren. Al is het wel teleurstellend dat het niet het schoolhoofd is. Natuurlijk om het geloofwaardig te houden, moet ik nu doen alsof ik van niets weet. ‘Je bent weggelopen van je weeshuis, hè?’ Ik knik, ze doen goede research.
‘Hoe weet je dat eigenlijk, je doet nogal onduidelijk.’
‘Loop even mee dan vertel ik je alles.’ Ik sta op, pak mijn tas en we beginnen te lopen.
Ik kijk snel om me heen om te kijken of iemand me heeft gezien.
Ik zie niemand en kijk waar ik nou eigenlijk ben.
Normaal weet ik dat wel, maar ik heb nou eenmaal nergens om heen te gaan.
Daarom ben ik naar een plaats gegaan die handig voor mij zou zijn.
Het blijkt dus dat die plaats een winkelstraat is, ik houd helemaal niet van winkelen.
Oké, het is nu een uur in de middag, ik ga maar even wat te eten zoeken.
Ik ga bij een bakker om de hoek binnen, het staat hier vol met allerlei lekkere broodjes, koeken en taarten… Nu krijg ik écht honger. Uiteindelijk koop ik maar een gewoon broodje, dat is namelijk het enige wat ik hier voor een euro en vijftig cent kan kopen.
Ik loop naar buiten, ga op een bankje op het plein zitten en eet mijn broodje op.
Dit lijkt wel erg op een normale dag van een normaal meisje…
Maar ik ben geen normaal meisje. Ik haal mijn boek uit mijn tas, ik schrijf altijd liedjes in dit boek. Ik zing ze nooit in het openbaar, dat deed ik eerst wel, maar dat is mij verboden. Daarom heb ik het sindsdien niet meer gedaan, dat klinkt eigenlijk nogal slap nu ik eraan terug denk. Ik ben een rebel! Waarom zou ik me aan regels houden?
Maar eigenlijk weet ik heel goed dat ik zijn orders niet kan negeren…
Ik kijk naar mijn boek, het lijkt niet dik, dat is het wel trouwens.
De kaft is gemaakt van zwart leer, afgewerkt met zilverkleurige versieringen en de lengte van het boek is ongeveer van een kladblok. Ik sla het open bij waar ik het laatst gebleven ben en begin te schrijven. Na een paar minuten heb ik mijn liedje af, ik schrijf ze altijd snel. Normaal gesproken zou ik het nu op mijn gitaar spelen. Maar mensen zullen raar opkijken, als ze zien dat er onmogelijk zo veel spullen kunnen zitten in een redelijk kleine tas. Omdat ik natuurlijk niet wil dat mensen mij van dingen zullen verdenken, doe ik dat maar niet. Om nog iets te doen ga ik neuriënd naar andere mensen kijken. Op een gegeven moment doezel ik in en doe mijn ogen dicht. Na een tijdje word ik wakker, voor me staat een vrouw. ‘Word wakker Ashley,’ zegt ze. Ik kijk naar de vrouw, ze heeft blauwe ogen, lang blond haar, is slank en heeft een perfecte glimlach. Verder draagt ze een halflange spijkerbroek, een t-shirt dat haar buik bloot laat en een medaillon om haar hals. ‘Huh?’ Ik kijk nog eens goed naar de vrouw, haar naam is Lucy Pevensie.
‘Mooi je bent wakker. Mijn naam is Lucy Pevensie, ik ben een lerares op… een school.’
Blijkbaar is deze plek inderdaad handig voor mij, zij is namelijk mijn visitekaartje om de eerste stap van mijn plan uit te voeren. Al is het wel teleurstellend dat het niet het schoolhoofd is. Natuurlijk om het geloofwaardig te houden, moet ik nu doen alsof ik van niets weet. ‘Je bent weggelopen van je weeshuis, hè?’ Ik knik, ze doen goede research.
‘Hoe weet je dat eigenlijk, je doet nogal onduidelijk.’
‘Loop even mee dan vertel ik je alles.’ Ik sta op, pak mijn tas en we beginnen te lopen.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
We lopen door de straten, er wordt alleen niet gesproken.
Lucy lacht wel een paar keer als ik haar kant op kijk. Raar…
Na een tijdje komen we bij een huis, gewoon een normaal huis van gemiddeld formaat.
Het heeft een normale tuin en een normale, witte deur.
We lopen naar de deur en Lucy belt aan. Je hoort nog een normale deurbel.
Zoals ik al eerder zei, een normale dag, een “normaal” meisje en nu ook een normaal huis.
Na een paar seconden doet er een vrouw open. Ze is ongeveer 46 jaar oud, heeft bruin haar, bruine ogen en draagt een normale broek met een normale, blauwe blouse erop.
Ze kijkt me onderzoekend aan en ziet dan Lucy. Ze glimlacht en laat ons binnen.
We lopen door de hal en komen in de woonkamer. Er ligt hier een houten vloer, de muren zijn beschilderd met witte verf en er staat zelfs een piano. Verder is het, je verwacht het niet, een normale woonkamer. Ik ga zitten op een rode bank bij het raam, omdat hij er comfortabel uitzag, dat is hij dus niet. De vrouwen staan in de gang te overleggen, het gaat vast over de reden dat ik hier ben. Ze komen naar binnen en Lucy gaat zitten, de andere vrouw roept iemand. Er komt een meisje van ongeveer mijn leeftijd de kamer binnen. Ze heeft een paars vest aan met een blauwe spijkerbroek en paarse sneakers. Je kunt duidelijk aan haar uiterlijk zien dat ze de dochter van de vrouw is. Ze kijkt naar me en gaat dan naast me zitten. Jade Syvaila, redelijk mooie naam. ‘Jade, dit is Ashley Taylor, ze zal hier verblijven voor de komende drie weken,’ zegt de vrouw. Ik had dit wel verwacht, Lucy is nogal een type om iedereen te helpen. Wat eigenlijk best handig is als je een lerares bent. Ze kijkt mij nog even aan, om te kijken of er een felle reactie van mij komt. Ze doen echt hele goede research, maar ik zeg niets. Daar heb ik op dit moment geen zin in en ik heb toch nergens om naartoe te gaan. Bovendien zal ze me uiteindelijk toch wel weer vinden. Jade kijkt me nog even aan, je kunt duidelijk aan haar zien dat ze de situatie niet echt begrijpt. Ze doet haar mond open om iets te zeggen, maar bedenkt zich en knikt. ‘Doei Jade, doei Ashley.’ Zegt Lucy en ze vertrekt. Jade’s moeder staat op om mij mijn kamer te laten zien en we lopen naar boven. ‘Dit is de logeerkamer,’ zegt ze glimlachend. ‘Weet je eigenlijk wel waarom je hier bent?’ Ik zeg nog niets en kijk de kamer rond. Wat een verbetering vergeleken met mijn kamer in het weeshuis. Dit is ongeveer drie keer groter, er is een nachtkastje en het bed ziet er zelfs comfortabel uit.
De vrouw staat nog in de deuropening wachtend op een antwoord. ‘Als je nog vragen hebt kan je altijd bij me langskomen,’ zegt ze uiteindelijk en gaat weg. Ik zet mijn tas op het bed en pak mijn spullen uit. Mijn gitaar leg ik onder mijn bed en zorg ervoor dat niemand het kan pakken. Ik ga op het bed zitten en ik zie dat Jade eraan komt.
‘Jij bent ook magisch hè?’ Ik kijk haar aan en knik. Ze glimlacht en komt naast me zitten.
‘Wat voor een wezen ben jij?’ vraagt ze. ‘Waarom wil je dat weten?’
Hoe aardig ze ook mag lijken, ik heb geen zin in een gesprek.
‘Ik ben gewoon nieuwsgierig,’zegt ze. ‘Ik ben trouwens een vormveranderaar.’
Wacht… Zei ze nou dat ze een vormveranderaar is? En haar naam is Jade Syvaila.
Waarom heb ik me dat niet eerder gerealiseerd? Nou moet ik wel met haar praten.
‘Eerst raden wat voor wezen ik ben.’ zeg ik daarom.
‘Ik denk niet dat je een weerwolf bent, een vampier ook niet echt. Ben je een musia?’
Ik schud mijn hoofd en ze raadt verder. ‘Een elf niet, een syvian heel misschien.
Ben je ook een vormveranderaar?’ Vraagt ze. Ik schud mijn hoofd weer waarop zij bedenkelijk kijkt. ‘Alleen de heks blijft over… Maar die zijn toch heel zeldzaam?’
Ze keert zich naar me toe. ‘Maar ben je ook een heks?’ Vraagt ze.
‘Ja, ik ben inderdaad een heks.’ Hierop kijkt Jade heel verrast, ze heeft waarschijnlijk nog nooit andere wezens gezien buiten haar familie om. Ze weet, denk ik, ook nog niet heel lang dat ze een vormveranderaar is. Jade heeft volgensmij ook nooit gedacht dat ze een heks zou gaan zien. Ze loopt weg en komt terug met een boek.
Ze komt weer naast me zitten en slaat het open. Ze bladert er nog even in en ergens in het midden van het boek stopt ze en kijkt er aandachtig naar. Ze geeft het aan mij en ik lees wat er zo interessant is.
Heksen
Deze wezens zijn na de magische oorlog verdwenen, niemand weet nog wat er met hun is gebeurd. Sommigen denken dat ze zijn gevlucht of vermoord.
Beide redenen zijn erg onwaarschijnlijk. Ze zijn namelijk erg krachtig en zullen zeker niet vluchten, ze denken vast wel aan hun eer. Zoals er al eerder in dit boek gezegd is, de informatie over heksen is erg beperkt, de enige personen die informatie over ze kan hebben zijn ondergedoken heksenfamilies of vampiers die de oorlog overleefd hebben. Tot nu toe zijn er nog geen heksenfamilies gevonden, maar er is wel een vampier die de oorlog heeft meegemaakt. Zij is momenteel het schoolhoofd van Quantyso, de beste magische school van Europa, mogelijk ook van de hele wereld. In hoofdstuk vijf van dit boek is daar meer informatie over. Sina heeft niet veel over heksen losgelaten, wel is duidelijk geworden dat ze de meeste kracht bezitten dan elk soort wezen bij elkaar. Ook over vorige uitgestorven wezens en de oorlog heeft Sina niet veel informatie gegeven. De informatie die wel verzameld is staat in hoofdstuk tien.
Oké, dit is de enige informatie die ze hebben over heksen?! Een beetje hopeloos als je het mij vraagt… Jade doet nu het boek open bij hoofdstuk vijf en wijst naar een ander stukje tekst.
Quantyso
Quantyso is de beste magische school van Europa, hier gaan alle soorten wezens naartoe. Deze kostschool geeft les in alle gewone vakken die je krijgt bij een normale school, alleen worden hier extra lessen gegeven afhankelijk van wat je bent.
Verder zijn er ook lessen waarbij je leert je krachten te verbergen voor normale mensen.
Quantyso ligt in Engeland verborgen in Gravesend. Het schoolhoofd is Sina, ze is een vampier waarvan bijna niemand de leeftijd weet. Het blijkt ook dat ze mee heeft gedaan aan de magische oorlog, meer informatie over de magische oorlog staat in hoofdstuk drie.
En verdere informatie staat in hoofdstuk zes.
Ik stop met lezen, omdat Jade me vol verwachting aankijkt. Waarschijnlijk denkt ze dat ik wat meer over heksen ga vertellen. Niet dat ik daar erg zin in heb trouwens, bovendien denkt iedereen hier dat ik altijd al in weeshuizen heb gewoond en ben gedumpt door mijn ouders ofzo. Als ik zeg dat ik er verder niets over weet, geloven ze me wel.
Jade doet haar mond open om iets te zeggen, maar dan roept haar moeder ons voor het eten. We lopen naar beneden en gaan zitten aan de tafel, Jade’s vader komt net thuis van zijn werk en kijkt even verbaasd naar mij. Hij was zeker niet bereikbaar op zijn mobieltje, zodat niemand hem over deze situatie kon vertellen. Hij verdwijnt op de gang samen met Jade’s moeder die trouwens Mary heet. Als ze terugkomen, kijkt hij nog verbaasder. Niemand is hier ook gewend aan heksen! Niet dat het me boeit.
Hij gaat zitten en Mary pakt nog eerst even een pakketje. Ze gaat daarna ook zitten en geeft het aan mij. ‘Lucy is nog vergeten om dit aan je te geven, het is een verjaardagscadeautje,’ zegt ze glimlachend. ‘Je hebt helemaal niet gezegd dat je vandaag jarig bent!’ Zegt Jade terwijl ze me verbaasd aankijkt. Wow, ik heb nog nooit een verjaardagscadeautje gekregen… Nu ik er bij nadenk heb ik zelfs nog nooit een cadeautje gekregen. Ik maak het pakketje open zonder Jade te antwoorden, het is een doosje. In het doosje ligt een ketting met een pentagram eraan, het is zwart met kleine, ingekerfde figuurtjes erop.
Het is echt heel mooi… Ik bewonder het nog even en doe het daarna om.
‘Bedankt! Wil je alsjeblieft tegen Lucy zeggen, dat ik het heel mooi vind?’ Zeg ik.
‘Dat is goed, maar volgensmij zie jij haar snel weer, dan kan je het persoonlijk tegen haar zeggen.’ Zegt Mary terug. Ik lach naar haar en we beginnen te eten.
Lucy lacht wel een paar keer als ik haar kant op kijk. Raar…
Na een tijdje komen we bij een huis, gewoon een normaal huis van gemiddeld formaat.
Het heeft een normale tuin en een normale, witte deur.
We lopen naar de deur en Lucy belt aan. Je hoort nog een normale deurbel.
Zoals ik al eerder zei, een normale dag, een “normaal” meisje en nu ook een normaal huis.
Na een paar seconden doet er een vrouw open. Ze is ongeveer 46 jaar oud, heeft bruin haar, bruine ogen en draagt een normale broek met een normale, blauwe blouse erop.
Ze kijkt me onderzoekend aan en ziet dan Lucy. Ze glimlacht en laat ons binnen.
We lopen door de hal en komen in de woonkamer. Er ligt hier een houten vloer, de muren zijn beschilderd met witte verf en er staat zelfs een piano. Verder is het, je verwacht het niet, een normale woonkamer. Ik ga zitten op een rode bank bij het raam, omdat hij er comfortabel uitzag, dat is hij dus niet. De vrouwen staan in de gang te overleggen, het gaat vast over de reden dat ik hier ben. Ze komen naar binnen en Lucy gaat zitten, de andere vrouw roept iemand. Er komt een meisje van ongeveer mijn leeftijd de kamer binnen. Ze heeft een paars vest aan met een blauwe spijkerbroek en paarse sneakers. Je kunt duidelijk aan haar uiterlijk zien dat ze de dochter van de vrouw is. Ze kijkt naar me en gaat dan naast me zitten. Jade Syvaila, redelijk mooie naam. ‘Jade, dit is Ashley Taylor, ze zal hier verblijven voor de komende drie weken,’ zegt de vrouw. Ik had dit wel verwacht, Lucy is nogal een type om iedereen te helpen. Wat eigenlijk best handig is als je een lerares bent. Ze kijkt mij nog even aan, om te kijken of er een felle reactie van mij komt. Ze doen echt hele goede research, maar ik zeg niets. Daar heb ik op dit moment geen zin in en ik heb toch nergens om naartoe te gaan. Bovendien zal ze me uiteindelijk toch wel weer vinden. Jade kijkt me nog even aan, je kunt duidelijk aan haar zien dat ze de situatie niet echt begrijpt. Ze doet haar mond open om iets te zeggen, maar bedenkt zich en knikt. ‘Doei Jade, doei Ashley.’ Zegt Lucy en ze vertrekt. Jade’s moeder staat op om mij mijn kamer te laten zien en we lopen naar boven. ‘Dit is de logeerkamer,’ zegt ze glimlachend. ‘Weet je eigenlijk wel waarom je hier bent?’ Ik zeg nog niets en kijk de kamer rond. Wat een verbetering vergeleken met mijn kamer in het weeshuis. Dit is ongeveer drie keer groter, er is een nachtkastje en het bed ziet er zelfs comfortabel uit.
De vrouw staat nog in de deuropening wachtend op een antwoord. ‘Als je nog vragen hebt kan je altijd bij me langskomen,’ zegt ze uiteindelijk en gaat weg. Ik zet mijn tas op het bed en pak mijn spullen uit. Mijn gitaar leg ik onder mijn bed en zorg ervoor dat niemand het kan pakken. Ik ga op het bed zitten en ik zie dat Jade eraan komt.
‘Jij bent ook magisch hè?’ Ik kijk haar aan en knik. Ze glimlacht en komt naast me zitten.
‘Wat voor een wezen ben jij?’ vraagt ze. ‘Waarom wil je dat weten?’
Hoe aardig ze ook mag lijken, ik heb geen zin in een gesprek.
‘Ik ben gewoon nieuwsgierig,’zegt ze. ‘Ik ben trouwens een vormveranderaar.’
Wacht… Zei ze nou dat ze een vormveranderaar is? En haar naam is Jade Syvaila.
Waarom heb ik me dat niet eerder gerealiseerd? Nou moet ik wel met haar praten.
‘Eerst raden wat voor wezen ik ben.’ zeg ik daarom.
‘Ik denk niet dat je een weerwolf bent, een vampier ook niet echt. Ben je een musia?’
Ik schud mijn hoofd en ze raadt verder. ‘Een elf niet, een syvian heel misschien.
Ben je ook een vormveranderaar?’ Vraagt ze. Ik schud mijn hoofd weer waarop zij bedenkelijk kijkt. ‘Alleen de heks blijft over… Maar die zijn toch heel zeldzaam?’
Ze keert zich naar me toe. ‘Maar ben je ook een heks?’ Vraagt ze.
‘Ja, ik ben inderdaad een heks.’ Hierop kijkt Jade heel verrast, ze heeft waarschijnlijk nog nooit andere wezens gezien buiten haar familie om. Ze weet, denk ik, ook nog niet heel lang dat ze een vormveranderaar is. Jade heeft volgensmij ook nooit gedacht dat ze een heks zou gaan zien. Ze loopt weg en komt terug met een boek.
Ze komt weer naast me zitten en slaat het open. Ze bladert er nog even in en ergens in het midden van het boek stopt ze en kijkt er aandachtig naar. Ze geeft het aan mij en ik lees wat er zo interessant is.
Heksen
Deze wezens zijn na de magische oorlog verdwenen, niemand weet nog wat er met hun is gebeurd. Sommigen denken dat ze zijn gevlucht of vermoord.
Beide redenen zijn erg onwaarschijnlijk. Ze zijn namelijk erg krachtig en zullen zeker niet vluchten, ze denken vast wel aan hun eer. Zoals er al eerder in dit boek gezegd is, de informatie over heksen is erg beperkt, de enige personen die informatie over ze kan hebben zijn ondergedoken heksenfamilies of vampiers die de oorlog overleefd hebben. Tot nu toe zijn er nog geen heksenfamilies gevonden, maar er is wel een vampier die de oorlog heeft meegemaakt. Zij is momenteel het schoolhoofd van Quantyso, de beste magische school van Europa, mogelijk ook van de hele wereld. In hoofdstuk vijf van dit boek is daar meer informatie over. Sina heeft niet veel over heksen losgelaten, wel is duidelijk geworden dat ze de meeste kracht bezitten dan elk soort wezen bij elkaar. Ook over vorige uitgestorven wezens en de oorlog heeft Sina niet veel informatie gegeven. De informatie die wel verzameld is staat in hoofdstuk tien.
Oké, dit is de enige informatie die ze hebben over heksen?! Een beetje hopeloos als je het mij vraagt… Jade doet nu het boek open bij hoofdstuk vijf en wijst naar een ander stukje tekst.
Quantyso
Quantyso is de beste magische school van Europa, hier gaan alle soorten wezens naartoe. Deze kostschool geeft les in alle gewone vakken die je krijgt bij een normale school, alleen worden hier extra lessen gegeven afhankelijk van wat je bent.
Verder zijn er ook lessen waarbij je leert je krachten te verbergen voor normale mensen.
Quantyso ligt in Engeland verborgen in Gravesend. Het schoolhoofd is Sina, ze is een vampier waarvan bijna niemand de leeftijd weet. Het blijkt ook dat ze mee heeft gedaan aan de magische oorlog, meer informatie over de magische oorlog staat in hoofdstuk drie.
En verdere informatie staat in hoofdstuk zes.
Ik stop met lezen, omdat Jade me vol verwachting aankijkt. Waarschijnlijk denkt ze dat ik wat meer over heksen ga vertellen. Niet dat ik daar erg zin in heb trouwens, bovendien denkt iedereen hier dat ik altijd al in weeshuizen heb gewoond en ben gedumpt door mijn ouders ofzo. Als ik zeg dat ik er verder niets over weet, geloven ze me wel.
Jade doet haar mond open om iets te zeggen, maar dan roept haar moeder ons voor het eten. We lopen naar beneden en gaan zitten aan de tafel, Jade’s vader komt net thuis van zijn werk en kijkt even verbaasd naar mij. Hij was zeker niet bereikbaar op zijn mobieltje, zodat niemand hem over deze situatie kon vertellen. Hij verdwijnt op de gang samen met Jade’s moeder die trouwens Mary heet. Als ze terugkomen, kijkt hij nog verbaasder. Niemand is hier ook gewend aan heksen! Niet dat het me boeit.
Hij gaat zitten en Mary pakt nog eerst even een pakketje. Ze gaat daarna ook zitten en geeft het aan mij. ‘Lucy is nog vergeten om dit aan je te geven, het is een verjaardagscadeautje,’ zegt ze glimlachend. ‘Je hebt helemaal niet gezegd dat je vandaag jarig bent!’ Zegt Jade terwijl ze me verbaasd aankijkt. Wow, ik heb nog nooit een verjaardagscadeautje gekregen… Nu ik er bij nadenk heb ik zelfs nog nooit een cadeautje gekregen. Ik maak het pakketje open zonder Jade te antwoorden, het is een doosje. In het doosje ligt een ketting met een pentagram eraan, het is zwart met kleine, ingekerfde figuurtjes erop.
Het is echt heel mooi… Ik bewonder het nog even en doe het daarna om.
‘Bedankt! Wil je alsjeblieft tegen Lucy zeggen, dat ik het heel mooi vind?’ Zeg ik.
‘Dat is goed, maar volgensmij zie jij haar snel weer, dan kan je het persoonlijk tegen haar zeggen.’ Zegt Mary terug. Ik lach naar haar en we beginnen te eten.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
-
- Puntenslijper
- Berichten: 14
- Lid geworden op: 28 dec 2009 22:01
- Locatie: Satan knows
- Contacteer:
Leuk geschreven, erg levendig. Ook het 'info boekje' is leuk bedacht *gaat voor boekje cheeren* Ik begin geintereseert te raken over die Sina (Sanne, Nande en Sofue snappen wel waarom ^.^ ).
Verder laat je de lezers steeds in spanning wachten tot het volgende hoofdstuk, ga zo door!!!
Verder laat je de lezers steeds in spanning wachten tot het volgende hoofdstuk, ga zo door!!!


- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Thnx Toya
H.4
Na het eten ga ik snel naar mijn kamer, ik wil nog wat over heksen lezen en onder mijn taken uit komen. Ashley is al boven, ze is waarschijnlijk moe, zou ik ook zijn als ik van huis was weggelopen en daarna bij wildvreemden terecht ben gekomen.
Niet echt een geweldige verjaardag voor haar, niet dat ik dat wel had. Ik heb dan wel mijn krachten geactiveerd, maar de aanval was niet super. En die geheimzinnige dingen in het boek, ik heb nooit zoveel vraagtekens in mijn leven gehad sinds ik van magie weet. Het zou echt handig zijn als Ashley wat over magie en heksen zou vertellen. Ik ben echt benieuwd over welke krachten ze beschikken. Maar ze doet zo geheimzinnig! Zal ik haar morgenochtend proberen over te halen of ze me iets wilt laten zien? Ik ga op mijn bed liggen en staar naar het plafond. Ik ben ook nieuwsgierig naar die Sina, het boek zegt ongeveer dat zij de enige van die magische oorlog is die nog leeft. Als ik maar alles aan haar kon vragen… Wacht, in een stukje in het boek stond toch over de oorlog? Waar is mijn boek eigenlijk? Op een kastje, ergens onder mijn bed, in een hoek van mijn kamer…
Ik heb het bij Ashley op haar kamer laten liggen! Ik spring van mijn bed af en loop zachtjes naar de logeerkamer. Ik doe voorzichtig de deur open wat alleen maar voor een luid gekraak zorgt. Oeps? Ik kijk de kamer rond, volgensmij ligt Ashley te slapen, ik weet het niet zeker. Omdat het donker in de kamer is, schijn ik met het licht dat mijn mobieltje op het bed. Als ze wakker zou zijn, zou ze toch meteen vragen waarom ik hier ben?
Ik neem liever geen risico en probeer me te herinneren waar ik toch dat boek heb gelaten.
Ik loop naar haar nachtkastje, waar ik het boek aantref. Voorzichtig pak ik het op en sluip de kamer uit. Dit keer doe ik de deur snel dicht, wat voor net zo’n lawaai zorgt als hem langzaam sluiten. Ik ga weer terug naar mijn kamer en sla het boek open bij hoofdstuk drie.
De magische oorlog
Deze oorlog heeft ongeveer tweehonderdvijftig jaar geleden plaatsgevonden.
Hij kwam tot onze bronnen tot stand, door een mannelijke heks genaamd Xanticor.
Hij wilde de macht van de hele wereld in handen hebben, wat hem bijna is gelukt.
Toen hij net bijna zijn doel had bereikt, werd hij verslagen door Sina.
In de strijd zijn er miljoenen wezens en onschuldige mensen uitgemoord.
Degenen die het hebben overleefd zijn ondergedoken om te zorgen dat geen soort meer uit zou sterven. Sindsdien is magie een geheim geworden, zodat geen enkel mens weet meer dat magie echt bestaat. En om de magische wezens hun magie onder controle te houden, zijn er drie scholen opgericht. Deze scholen zijn: Quantyso, Kylian en Lyanta.
Vele personen geloven tegenwoordig dat Xanticor en de oorlog verzonnen zijn, om iets ergers te verbergen. Maar andere personen weten beter, en voorspellen nog een oorlog.
Er komt nog een oorlog?! Weten mijn ouders, Ashley, Lucy en Sina ervan?
Lucy moet er wel van weten, ze is een kennis van mijn ouders.
Waarom komen er steeds meer vraagtekens bij, als ik er juist een paar weg wil werken?
Ik moet echt even naar Ashley. Ik loop mijn kamer weer uit en open de deur van de logeerkamer. Dit keer maakt het me niet uit dat hij erg kraakt!
Ik ren naar het bed en schud de vorm die in het bed ligt door elkaar.
Er antwoordt, schreeuwt of gilt niemand, ik sla het bed open en zie dat er een pop in ligt… Het lijkt op Ashley! Wat is dit?! Ik begin te gillen, waarna iemand opeens in de kamer verschijnt. Wat is er toch steeds aan de hand? De persoon komt dichterbij en ik zie door het licht van de gang dat het Ashley is. ‘Houd op met gillen, oké?’ Zegt ze zacht. ‘Als je me vertelt wat er aan de hand is.’ Antwoord ik haar. ‘Goed dan.’ Het ligt in de kamer gaat opeens aan en ze gebaart dat ik moet gaan zitten. We gaan op het bed zitten en ik kijk haar vragend aan. ‘Ik heb nog geen goede vervanging voor de spreuk met die pop.’ Zegt ze en ik besef me opeens dat het is verdwenen. ‘Ik moet er natuurlijk wel een hebben trouwens, mensen gaan altijd gillen als ze het zien. Soms word ik daar nogal doof van.’ Gaat Ashley verder. ‘Alles wat je hebt gezien is heksenmagie. Ik ben eerder naar boven gegaan, omdat ik nog wat op mijn gitaar wilde spelen en dat wil ik alleen doen.’ Ik kijk haar aan of er nog meer komt, maar ze zegt niets meer.
Dus de pop was gewoon een spreuk, net zoals de verdwijning en de verschijning.
‘Waarom ben je dan niet in je kamer? Waar heb je het eigenlijk gedaan?’ Vraag ik om de stilte te doorbreken. ‘Ik was op het dak, de reden waarom doet er niet toe.’ Zegt ze bij wijze van antwoord en ik knik. ‘Als je het niet erg vind, ik wil nu gaan slapen.’
Ik knik weer en loop de kamer uit. Ik trek mijn pyjama aan en ga in mijn bed liggen. Ik wilde toch heksenmagie zien? Nou daar is heksenmagie, ik moet echt voorzichtiger zijn met wat ik wens. Door de toestand ben ik erg slaperig geworden, het is wel raar dat mijn ouders niet naar boven zijn gekomen toen ik begon te gillen. Maar dat maakt me niets meer uit. Mijn ogen gaan dicht en ik val in een diepe slaap.

H.4
Na het eten ga ik snel naar mijn kamer, ik wil nog wat over heksen lezen en onder mijn taken uit komen. Ashley is al boven, ze is waarschijnlijk moe, zou ik ook zijn als ik van huis was weggelopen en daarna bij wildvreemden terecht ben gekomen.
Niet echt een geweldige verjaardag voor haar, niet dat ik dat wel had. Ik heb dan wel mijn krachten geactiveerd, maar de aanval was niet super. En die geheimzinnige dingen in het boek, ik heb nooit zoveel vraagtekens in mijn leven gehad sinds ik van magie weet. Het zou echt handig zijn als Ashley wat over magie en heksen zou vertellen. Ik ben echt benieuwd over welke krachten ze beschikken. Maar ze doet zo geheimzinnig! Zal ik haar morgenochtend proberen over te halen of ze me iets wilt laten zien? Ik ga op mijn bed liggen en staar naar het plafond. Ik ben ook nieuwsgierig naar die Sina, het boek zegt ongeveer dat zij de enige van die magische oorlog is die nog leeft. Als ik maar alles aan haar kon vragen… Wacht, in een stukje in het boek stond toch over de oorlog? Waar is mijn boek eigenlijk? Op een kastje, ergens onder mijn bed, in een hoek van mijn kamer…
Ik heb het bij Ashley op haar kamer laten liggen! Ik spring van mijn bed af en loop zachtjes naar de logeerkamer. Ik doe voorzichtig de deur open wat alleen maar voor een luid gekraak zorgt. Oeps? Ik kijk de kamer rond, volgensmij ligt Ashley te slapen, ik weet het niet zeker. Omdat het donker in de kamer is, schijn ik met het licht dat mijn mobieltje op het bed. Als ze wakker zou zijn, zou ze toch meteen vragen waarom ik hier ben?
Ik neem liever geen risico en probeer me te herinneren waar ik toch dat boek heb gelaten.
Ik loop naar haar nachtkastje, waar ik het boek aantref. Voorzichtig pak ik het op en sluip de kamer uit. Dit keer doe ik de deur snel dicht, wat voor net zo’n lawaai zorgt als hem langzaam sluiten. Ik ga weer terug naar mijn kamer en sla het boek open bij hoofdstuk drie.
De magische oorlog
Deze oorlog heeft ongeveer tweehonderdvijftig jaar geleden plaatsgevonden.
Hij kwam tot onze bronnen tot stand, door een mannelijke heks genaamd Xanticor.
Hij wilde de macht van de hele wereld in handen hebben, wat hem bijna is gelukt.
Toen hij net bijna zijn doel had bereikt, werd hij verslagen door Sina.
In de strijd zijn er miljoenen wezens en onschuldige mensen uitgemoord.
Degenen die het hebben overleefd zijn ondergedoken om te zorgen dat geen soort meer uit zou sterven. Sindsdien is magie een geheim geworden, zodat geen enkel mens weet meer dat magie echt bestaat. En om de magische wezens hun magie onder controle te houden, zijn er drie scholen opgericht. Deze scholen zijn: Quantyso, Kylian en Lyanta.
Vele personen geloven tegenwoordig dat Xanticor en de oorlog verzonnen zijn, om iets ergers te verbergen. Maar andere personen weten beter, en voorspellen nog een oorlog.
Er komt nog een oorlog?! Weten mijn ouders, Ashley, Lucy en Sina ervan?
Lucy moet er wel van weten, ze is een kennis van mijn ouders.
Waarom komen er steeds meer vraagtekens bij, als ik er juist een paar weg wil werken?
Ik moet echt even naar Ashley. Ik loop mijn kamer weer uit en open de deur van de logeerkamer. Dit keer maakt het me niet uit dat hij erg kraakt!
Ik ren naar het bed en schud de vorm die in het bed ligt door elkaar.
Er antwoordt, schreeuwt of gilt niemand, ik sla het bed open en zie dat er een pop in ligt… Het lijkt op Ashley! Wat is dit?! Ik begin te gillen, waarna iemand opeens in de kamer verschijnt. Wat is er toch steeds aan de hand? De persoon komt dichterbij en ik zie door het licht van de gang dat het Ashley is. ‘Houd op met gillen, oké?’ Zegt ze zacht. ‘Als je me vertelt wat er aan de hand is.’ Antwoord ik haar. ‘Goed dan.’ Het ligt in de kamer gaat opeens aan en ze gebaart dat ik moet gaan zitten. We gaan op het bed zitten en ik kijk haar vragend aan. ‘Ik heb nog geen goede vervanging voor de spreuk met die pop.’ Zegt ze en ik besef me opeens dat het is verdwenen. ‘Ik moet er natuurlijk wel een hebben trouwens, mensen gaan altijd gillen als ze het zien. Soms word ik daar nogal doof van.’ Gaat Ashley verder. ‘Alles wat je hebt gezien is heksenmagie. Ik ben eerder naar boven gegaan, omdat ik nog wat op mijn gitaar wilde spelen en dat wil ik alleen doen.’ Ik kijk haar aan of er nog meer komt, maar ze zegt niets meer.
Dus de pop was gewoon een spreuk, net zoals de verdwijning en de verschijning.
‘Waarom ben je dan niet in je kamer? Waar heb je het eigenlijk gedaan?’ Vraag ik om de stilte te doorbreken. ‘Ik was op het dak, de reden waarom doet er niet toe.’ Zegt ze bij wijze van antwoord en ik knik. ‘Als je het niet erg vind, ik wil nu gaan slapen.’
Ik knik weer en loop de kamer uit. Ik trek mijn pyjama aan en ga in mijn bed liggen. Ik wilde toch heksenmagie zien? Nou daar is heksenmagie, ik moet echt voorzichtiger zijn met wat ik wens. Door de toestand ben ik erg slaperig geworden, het is wel raar dat mijn ouders niet naar boven zijn gekomen toen ik begon te gillen. Maar dat maakt me niets meer uit. Mijn ogen gaan dicht en ik val in een diepe slaap.
Laatst gewijzigd door Faded Dream op 02 feb 2010 20:37, 1 keer totaal gewijzigd.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Ik ben buiten, het is volle maan, voor me is een bos. Alle bomen zijn afgebrand, ik kijk om me heen. Er liggen allemaal lijken, achter me zie ik een gebouw. Het is een groot, oud schoolgebouw. Ik blijf verbaasd staan. Ik zie iemand het gebouw binnenrennen.
Mijn benen bewegen vanzelf naar het gebouw, hier liggen ook lijken.
Ik zie de persoon van eerder in een geweer veranderen, iemand anders pakt hem op en begint ermee naar andere mensen te schieten.
Ik word met een schok wakker doordat Ashley me door elkaar schudt en ga overeind in het bed zitten. Ik zweet helemaal. Ik kijk haar vragend aan. ‘Je gilde nogal in je slaap, dus ik heb je maar wakker gemaakt,’ zegt ze. ‘Ik had een nachtmerrie,’ zeg ik terug. ‘Ik weet nog wel dat ik raar heb gedroomd, iets over een gebouw en afgebrande bomen.’ Ik kijk om mijn wekker, het is vijf uur in de ochtend, maar ze heeft al haar kleren al aan. ‘Waarom heb je, je kleren al aan?’ Vraag ik. ‘Geen reden,’ zegt ze terug. Waarom doet ze altijd zo vaag? ‘Ga maar weer slapen ofzo, het is nog vroeg,’ zegt Ashley hierna en gaat weg voordat ik nog iets kan zeggen. Omdat ik al geen zin meer heb om te slapen, ga ik maar weer in het boek lezen. Dat is tegenwoordig het eerste wat ik doe als ik me verveel.
Ik lees het stukje over Quantyso weer en ga daarna kijken naar de stukjes over Kylian en Levanta. Blijkbaar is Kylian meer voor de meer duistere wezens, zoals vampiers, weerwolven en syvians. Terwijl Lyanta meer gespecialiseerd is voor elfen, vormveranderaars en musia’s. Verder zie ik nog dat Kylian zich plaatsvindt in Canada, in Gwynne. En Levanta is verborgen in Australië, in Inverleigh. Alle drie zijn onbekend bij mensen, het is nog nooit voorgekomen dat een mens de school binnen is geweest, gezien, of er zelfs van gehoord heeft. Alles wat met magie te maken heeft, wordt geregeld door een speciale afdeling bij de regering. De geheime dienst, alles waarvan mensen denken wat ze daar doen, is hun dekmantel. Dat is tenminste wat handige informatie! Ik kijk op van mijn boek, mijn vader roept me voor het ontbijt.
Ik moet lachen, ik heb zo lang gelezen dat ik de tijd helemaal ben vergeten.
Ik schreeuw terug dat ik er zo aan kom, leg het boek weer weg en kleed me aan.
Als ik beneden kom, staat het ontbijt al klaar, alleen Ashley is er niet.
Ik ga zitten en pak alvast een broodje. ‘Waar is Ashley?’ Vraag ik. ‘Is ze niet bij jou?’ Vraagt mijn moeder. Ik schud mijn hoofd, waarna Ashley binnenkomt. Ze gaat zitten en knipoogt naar mij. Ze zat weer op het dak dus, wat vind ze daar eigenlijk fijn aan? Na het eten gaat Ashley weer naar boven, ik laat haar maar en ga in mijn kamer op mijn computer spelen. Ik check mijn mail nog even en zie iets van een onbekend adres zonder onderwerp. Ik beweeg mijn muis naar verwijderen, het is toch vast spam. Voordat ik het heb kunnen verwijderen, komt er een nieuw mailtje binnen. Deze heeft wel een onderwerp, Quantyso. Ik heb een mail van Quantyso?! Ik klik op de mail en ga lezen.
Beste Jade Syvaila,
Wij hebben vernomen, dat u recent uw krachten heeft geactiveerd.
Voor als u nog geen informatie over Quantyso heeft, vertellen wij het nu.
Quantyso is de beste magische school in Europa, wij geven les aan syvians, musia’s,
weerwolven, vampiers, elfen, heksen en natuurlijk aan vormveranderaars.
Hier leer u, uw krachten te ontwikkelen, te verbergen, en leert hier verder nog alle vakken die een normale mensenschool aanbiedt. Zodat u een baan kunt vinden in de mensenwereld. Praat hierover alstublieft met uw ouders of voogd en stuur alstublieft een mail terug. Wij verheugen ons al op het nieuwe schooljaar.
Gegroet,
Het bestuur van Quantyso.
Ik ren snel naar beneden om mijn ouders te halen en laat ze het mailtje lezen.
Nadat ze het hebben gelezen, lachen ze naar mij. ‘Onze dochter gaat naar Quantyso!’ Roepen ze in koor en geven mij een knuffel. We sturen samen een mail terug en ik ga naar de logeerkamer om het goede nieuws aan Ashley te vertellen. Als ik de deur opendoe, zie ik haar nergens, was ook wel te verwachten. Ik doe het raam open en staar voor me uit. Opeens hoor ik een geluid, een gitaar. Net zo onverwacht als het is gekomen, verdwijnt het weer. In plaats van de gitaar hoor ik nu stemmen, ik herken die van Ashley en die van Lucy. Ik span me in om te horen wat ze zeggen, maar hoe ik het ook probeer, het lukt niet. Ik hoor wel dat Lucy afscheid neemt, ik ren zachtjes de kamer uit en net als ik op de gang sta, zie ik Ashley weer terug in de kamer. ‘Hoi, Jade,’ zegt ze terwijl ze mijn kant op kijkt. Ik kom de kamer langzaam binnen. ‘Gefeliciteerd met Quantyso,’ zegt ze glimlachend en ik lach terug. ‘Waarom waren jij en Lucy op het dak?’ Vraag ik zonder erbij na te denken. ‘Ze heeft me net gevraagd om naar Quantyso te komen het eerstvolgende schooljaar.’ Ik glimlach en omhels haar. Het lijkt net alsof ze dat nooit eerder heeft gedaan… Niet dat me dat iets uitmaakt, we gaan naar Quantyso!
Mijn benen bewegen vanzelf naar het gebouw, hier liggen ook lijken.
Ik zie de persoon van eerder in een geweer veranderen, iemand anders pakt hem op en begint ermee naar andere mensen te schieten.
Ik word met een schok wakker doordat Ashley me door elkaar schudt en ga overeind in het bed zitten. Ik zweet helemaal. Ik kijk haar vragend aan. ‘Je gilde nogal in je slaap, dus ik heb je maar wakker gemaakt,’ zegt ze. ‘Ik had een nachtmerrie,’ zeg ik terug. ‘Ik weet nog wel dat ik raar heb gedroomd, iets over een gebouw en afgebrande bomen.’ Ik kijk om mijn wekker, het is vijf uur in de ochtend, maar ze heeft al haar kleren al aan. ‘Waarom heb je, je kleren al aan?’ Vraag ik. ‘Geen reden,’ zegt ze terug. Waarom doet ze altijd zo vaag? ‘Ga maar weer slapen ofzo, het is nog vroeg,’ zegt Ashley hierna en gaat weg voordat ik nog iets kan zeggen. Omdat ik al geen zin meer heb om te slapen, ga ik maar weer in het boek lezen. Dat is tegenwoordig het eerste wat ik doe als ik me verveel.
Ik lees het stukje over Quantyso weer en ga daarna kijken naar de stukjes over Kylian en Levanta. Blijkbaar is Kylian meer voor de meer duistere wezens, zoals vampiers, weerwolven en syvians. Terwijl Lyanta meer gespecialiseerd is voor elfen, vormveranderaars en musia’s. Verder zie ik nog dat Kylian zich plaatsvindt in Canada, in Gwynne. En Levanta is verborgen in Australië, in Inverleigh. Alle drie zijn onbekend bij mensen, het is nog nooit voorgekomen dat een mens de school binnen is geweest, gezien, of er zelfs van gehoord heeft. Alles wat met magie te maken heeft, wordt geregeld door een speciale afdeling bij de regering. De geheime dienst, alles waarvan mensen denken wat ze daar doen, is hun dekmantel. Dat is tenminste wat handige informatie! Ik kijk op van mijn boek, mijn vader roept me voor het ontbijt.
Ik moet lachen, ik heb zo lang gelezen dat ik de tijd helemaal ben vergeten.
Ik schreeuw terug dat ik er zo aan kom, leg het boek weer weg en kleed me aan.
Als ik beneden kom, staat het ontbijt al klaar, alleen Ashley is er niet.
Ik ga zitten en pak alvast een broodje. ‘Waar is Ashley?’ Vraag ik. ‘Is ze niet bij jou?’ Vraagt mijn moeder. Ik schud mijn hoofd, waarna Ashley binnenkomt. Ze gaat zitten en knipoogt naar mij. Ze zat weer op het dak dus, wat vind ze daar eigenlijk fijn aan? Na het eten gaat Ashley weer naar boven, ik laat haar maar en ga in mijn kamer op mijn computer spelen. Ik check mijn mail nog even en zie iets van een onbekend adres zonder onderwerp. Ik beweeg mijn muis naar verwijderen, het is toch vast spam. Voordat ik het heb kunnen verwijderen, komt er een nieuw mailtje binnen. Deze heeft wel een onderwerp, Quantyso. Ik heb een mail van Quantyso?! Ik klik op de mail en ga lezen.
Beste Jade Syvaila,
Wij hebben vernomen, dat u recent uw krachten heeft geactiveerd.
Voor als u nog geen informatie over Quantyso heeft, vertellen wij het nu.
Quantyso is de beste magische school in Europa, wij geven les aan syvians, musia’s,
weerwolven, vampiers, elfen, heksen en natuurlijk aan vormveranderaars.
Hier leer u, uw krachten te ontwikkelen, te verbergen, en leert hier verder nog alle vakken die een normale mensenschool aanbiedt. Zodat u een baan kunt vinden in de mensenwereld. Praat hierover alstublieft met uw ouders of voogd en stuur alstublieft een mail terug. Wij verheugen ons al op het nieuwe schooljaar.
Gegroet,
Het bestuur van Quantyso.
Ik ren snel naar beneden om mijn ouders te halen en laat ze het mailtje lezen.
Nadat ze het hebben gelezen, lachen ze naar mij. ‘Onze dochter gaat naar Quantyso!’ Roepen ze in koor en geven mij een knuffel. We sturen samen een mail terug en ik ga naar de logeerkamer om het goede nieuws aan Ashley te vertellen. Als ik de deur opendoe, zie ik haar nergens, was ook wel te verwachten. Ik doe het raam open en staar voor me uit. Opeens hoor ik een geluid, een gitaar. Net zo onverwacht als het is gekomen, verdwijnt het weer. In plaats van de gitaar hoor ik nu stemmen, ik herken die van Ashley en die van Lucy. Ik span me in om te horen wat ze zeggen, maar hoe ik het ook probeer, het lukt niet. Ik hoor wel dat Lucy afscheid neemt, ik ren zachtjes de kamer uit en net als ik op de gang sta, zie ik Ashley weer terug in de kamer. ‘Hoi, Jade,’ zegt ze terwijl ze mijn kant op kijkt. Ik kom de kamer langzaam binnen. ‘Gefeliciteerd met Quantyso,’ zegt ze glimlachend en ik lach terug. ‘Waarom waren jij en Lucy op het dak?’ Vraag ik zonder erbij na te denken. ‘Ze heeft me net gevraagd om naar Quantyso te komen het eerstvolgende schooljaar.’ Ik glimlach en omhels haar. Het lijkt net alsof ze dat nooit eerder heeft gedaan… Niet dat me dat iets uitmaakt, we gaan naar Quantyso!
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
H. 5
Ik stap het bed uit, dat het nog vijf uur ’s ochtends is boeit me niet.
Ik moet nog wat zaken regelen… Ik knip met mijn vingers en ik heb mijn kleren aan.
Ik kijk geïrriteerd naar de deur, ik heb hoofdpijn, Jade zit al een paar minuten in haar slaap te gillen. Er zit niets anders op dan haar wakker te maken. Ik loop haar kamer binnen en schud haar door elkaar. Ze doet haar ogen open en gaat langzaam zitten.
‘Je gilde nogal in je slaap, dus ik heb je maar wakker gemaakt,’ zeg ik. Hierop zegt ze zeker dat ze een nachtmerrie heeft gehad. ‘Ik had een nachtmerrie,’ zegt ze natuurlijk. Nu gaat ze zeker zeggen waar hij over ging. ‘Ik weet nog wel dat ik raar heb gedroomd, iets over een gebouw en afgebrande bomen.’ Hoe voorspelbaar. Ze kijkt op haar wekker en kijkt verbaasd naar mijn kleren. ‘Waarom heb je, je kleren al aan?’ Vraagt ze. ‘Geen reden,’ zeg ik terug bij wijze van antwoord. Alsof ik haar zou vertellen wat ik allemaal doe. ‘Ga maar weer slapen ofzo, het is nog vroeg,’zeg ik en loop de kamer uit. Als ik de kamer uit ben, verschijn ik op het dak. Ik heb geen zin om veel moeite te doen om er op de normale manier te komen, bovendien kan ik hier lekker veel mijn magie gebruiken. Ik ga zitten en haal een stuk papier tevoorschijn. Ik moet om de week een brief sturen… Echt stom. Ik schrijf mijn vorderingen in het plan op en laat de brief verdwijnen. Ik heb ook geen zin om naar de brievenbus te lopen. En als ik dat wel zou willen bestaat de postcode niet. Ongeveer nu gaat iedereen ontbijten, ik verschijn in de gang en doe de deur open. Ik ga zitten en knipoog naar Jade die mij vragend aankijkt. Eigenlijk is de onwetendheid van Jade en haar familie, zelfs bijna leuker dan mensen irriteren. Al weet ze nu wel dat ik bijna altijd op het dak van dit huis zit. Dat is wat minder.
Na het eten ga ik weer naar het dak, ik heb echt behoefte aan muziek.
Als ik er ben pak ik mijn boek en sla het open om liedjes te gaan schrijven. Als ik er een paar af heb, haal ik mijn gitaar tevoorschijn en strijk liefkozend over het hout. Ik leg het liedje voor me neer en begin te spelen. Niet dat ik de kans krijg om lang te spelen, want Lucy is op haar weg naar het huis. Ze kijkt naar het dak en fronst haar wenkbrauwen. Ik zal haar wel even helpen om op het dak te komen, is wel zo aardig, misschien. Iedereen wordt namelijk heel duizelig als ik ze teleporteer. Maar omdat Lucy nog steeds kijkt, doe ik het maar en ze verschijnt op het dak. Ze wankelt even en kijkt dan om zich heen. Het lijkt alsof ze even wilt gaan schelden, maar ze is een leraar dus dat doet ze niet. Als ze weer is bijgekomen van de ‘reis’, kijkt ze me waarschuwend aan. ‘Je mag je krachten niet gebruiken buiten school, Ashley.’ Zegt ze met een irriterend geduld. Ik doe mijn mond open om iets te zeggen, maar bedenk me. Er zijn vast andere leraren die ik op stang kan jagen. Bovendien als ik haar te vriend houd, zal de kans die ik heb om van school afgetrapt te worden een stuk kleiner zijn. Het is namelijk niet voor niets dat ik in de tijd dat ik in weeshuizen heb gewoond, geen onderwijs heb gehad. Niet dat ik dat nodig heb trouwens, ik heb nog nooit in mijn leven een schoolboek ingekeken. En thuis weten ze dat ook, dus daar heb ik ook nog nooit onderwijs gekregen. Thuis… Ik haat het daar. Ik heb zo’n geluk gehad dat ik deze opdracht kreeg. Niet dat ik een keus had, of geluk. Ik geloof niet eens in geluk, eerst wel, maar… Ik schud mijn hoofd, daar wil ik niet aan denken, ik wil aan niets denken wat er gebeurd is. Lucy kijkt me nu erg bezorgd aan, omdat ik nog niets terug heb gezegd. ‘Sorry, ik zal er in de toekomst aan denken, maar mag ik wel eerst met behulp van mijn magie terug naar mijn kamer? Ik weet niet hoe je er op de normale manier vanaf hier kunt komen.’ Jak, zoiets zeggen is zo ontzettend niets voor mij. Maar het werkt wel, want Lucy knikt. ‘Natuurlijk mag dat, zal je mij dan ook nog even naar beneden kunnen brengen?’ ‘Natuurlijk,’ zeg ik en zet lach mijn beste glimlach. Ik denk dat ik daar nog een beetje op oefenen, het lijkt nog wat onwerkelijk, omdat dat een van de vele veel te normale dingen is die ik bijna, of nooit heb gedaan. Het is onbelangrijk waarom. ‘Voordat we gaan, wil ik je nog iets vragen, Ashley.’ Zegt Lucy. ‘Wil je volgend jaar naar Quantyso komen?’ Vraagt ze. Ik knik en ze lacht. ‘Als je straks naar beneden komt, zal ik wel de details vertellen, ook aan Jade. Dus Jade is ook al gevraagd dus, dat had ik pas over twee dagen verwacht. Maar dat maakt niet uit, ik breng Lucy naar beneden en ga zelf naar de logeerkamer. Jade is net de kamer uit gerend, ze heeft het dus gehoord. Dat maakt op zich niet veel uit, ze is geen musia en kan dus onmogelijk alles hebben gehoord. Bovendien is er ook helemaal niets boeiends gezegd.
‘Hoi, Jade,’ zeg ik terwijl ik haar kant op kijk. Ze komt de kamer langzaam binnen, waarschijnlijk denkend hoe ze me gaat vertellen dat ze is uitgenodigd op Quantyso.
‘Gefeliciteerd met Quantyso,’ zeg ik om haar uit haar lijden te verlossen, terwijl ik weer probeer te glimlachen. Ze lacht terug. ‘Waarom waren jij en Lucy op het dak?’
Vraagt ze zonder er blijkbaar bij na te denken, dat moet ze vaker doen trouwens.
‘Ze heeft me net gevraagd om naar Quantyso te komen het eerstvolgende schooljaar.’
Jade lacht weer, wat lachen mensen vaak hier. O mijn god, nu omhelst ze me.
Hoe moet dit? Iemand omhelzen is ook een van de dingen die normale mensen altijd doen en ik nog nooit heb gedaan. Niet dat het haar uit schijnt te maken, ze is nogal heel erg blij. Ik kan me uit elke denkbare situatie redden, maar niet uit deze. Waar heb ik dit aan te danken? Het hoefde niet van mij om zo close met haar te worden! Net nu ik zelfmoordneigingen krijg, worden we geroepen. ‘Jade, Ashley! Komen jullie even naar beneden?’ Jade laat me los en kijkt in de richting van de trap. Eindelijk lucht! O nee, omdat ik ben blijven staan, trekt ze me mee naar beneden.
Ik denk niet dat ik dit nog langer kan overleven.
Maar zoals altijd heb ik geen keus.
Ik stap het bed uit, dat het nog vijf uur ’s ochtends is boeit me niet.
Ik moet nog wat zaken regelen… Ik knip met mijn vingers en ik heb mijn kleren aan.
Ik kijk geïrriteerd naar de deur, ik heb hoofdpijn, Jade zit al een paar minuten in haar slaap te gillen. Er zit niets anders op dan haar wakker te maken. Ik loop haar kamer binnen en schud haar door elkaar. Ze doet haar ogen open en gaat langzaam zitten.
‘Je gilde nogal in je slaap, dus ik heb je maar wakker gemaakt,’ zeg ik. Hierop zegt ze zeker dat ze een nachtmerrie heeft gehad. ‘Ik had een nachtmerrie,’ zegt ze natuurlijk. Nu gaat ze zeker zeggen waar hij over ging. ‘Ik weet nog wel dat ik raar heb gedroomd, iets over een gebouw en afgebrande bomen.’ Hoe voorspelbaar. Ze kijkt op haar wekker en kijkt verbaasd naar mijn kleren. ‘Waarom heb je, je kleren al aan?’ Vraagt ze. ‘Geen reden,’ zeg ik terug bij wijze van antwoord. Alsof ik haar zou vertellen wat ik allemaal doe. ‘Ga maar weer slapen ofzo, het is nog vroeg,’zeg ik en loop de kamer uit. Als ik de kamer uit ben, verschijn ik op het dak. Ik heb geen zin om veel moeite te doen om er op de normale manier te komen, bovendien kan ik hier lekker veel mijn magie gebruiken. Ik ga zitten en haal een stuk papier tevoorschijn. Ik moet om de week een brief sturen… Echt stom. Ik schrijf mijn vorderingen in het plan op en laat de brief verdwijnen. Ik heb ook geen zin om naar de brievenbus te lopen. En als ik dat wel zou willen bestaat de postcode niet. Ongeveer nu gaat iedereen ontbijten, ik verschijn in de gang en doe de deur open. Ik ga zitten en knipoog naar Jade die mij vragend aankijkt. Eigenlijk is de onwetendheid van Jade en haar familie, zelfs bijna leuker dan mensen irriteren. Al weet ze nu wel dat ik bijna altijd op het dak van dit huis zit. Dat is wat minder.
Na het eten ga ik weer naar het dak, ik heb echt behoefte aan muziek.
Als ik er ben pak ik mijn boek en sla het open om liedjes te gaan schrijven. Als ik er een paar af heb, haal ik mijn gitaar tevoorschijn en strijk liefkozend over het hout. Ik leg het liedje voor me neer en begin te spelen. Niet dat ik de kans krijg om lang te spelen, want Lucy is op haar weg naar het huis. Ze kijkt naar het dak en fronst haar wenkbrauwen. Ik zal haar wel even helpen om op het dak te komen, is wel zo aardig, misschien. Iedereen wordt namelijk heel duizelig als ik ze teleporteer. Maar omdat Lucy nog steeds kijkt, doe ik het maar en ze verschijnt op het dak. Ze wankelt even en kijkt dan om zich heen. Het lijkt alsof ze even wilt gaan schelden, maar ze is een leraar dus dat doet ze niet. Als ze weer is bijgekomen van de ‘reis’, kijkt ze me waarschuwend aan. ‘Je mag je krachten niet gebruiken buiten school, Ashley.’ Zegt ze met een irriterend geduld. Ik doe mijn mond open om iets te zeggen, maar bedenk me. Er zijn vast andere leraren die ik op stang kan jagen. Bovendien als ik haar te vriend houd, zal de kans die ik heb om van school afgetrapt te worden een stuk kleiner zijn. Het is namelijk niet voor niets dat ik in de tijd dat ik in weeshuizen heb gewoond, geen onderwijs heb gehad. Niet dat ik dat nodig heb trouwens, ik heb nog nooit in mijn leven een schoolboek ingekeken. En thuis weten ze dat ook, dus daar heb ik ook nog nooit onderwijs gekregen. Thuis… Ik haat het daar. Ik heb zo’n geluk gehad dat ik deze opdracht kreeg. Niet dat ik een keus had, of geluk. Ik geloof niet eens in geluk, eerst wel, maar… Ik schud mijn hoofd, daar wil ik niet aan denken, ik wil aan niets denken wat er gebeurd is. Lucy kijkt me nu erg bezorgd aan, omdat ik nog niets terug heb gezegd. ‘Sorry, ik zal er in de toekomst aan denken, maar mag ik wel eerst met behulp van mijn magie terug naar mijn kamer? Ik weet niet hoe je er op de normale manier vanaf hier kunt komen.’ Jak, zoiets zeggen is zo ontzettend niets voor mij. Maar het werkt wel, want Lucy knikt. ‘Natuurlijk mag dat, zal je mij dan ook nog even naar beneden kunnen brengen?’ ‘Natuurlijk,’ zeg ik en zet lach mijn beste glimlach. Ik denk dat ik daar nog een beetje op oefenen, het lijkt nog wat onwerkelijk, omdat dat een van de vele veel te normale dingen is die ik bijna, of nooit heb gedaan. Het is onbelangrijk waarom. ‘Voordat we gaan, wil ik je nog iets vragen, Ashley.’ Zegt Lucy. ‘Wil je volgend jaar naar Quantyso komen?’ Vraagt ze. Ik knik en ze lacht. ‘Als je straks naar beneden komt, zal ik wel de details vertellen, ook aan Jade. Dus Jade is ook al gevraagd dus, dat had ik pas over twee dagen verwacht. Maar dat maakt niet uit, ik breng Lucy naar beneden en ga zelf naar de logeerkamer. Jade is net de kamer uit gerend, ze heeft het dus gehoord. Dat maakt op zich niet veel uit, ze is geen musia en kan dus onmogelijk alles hebben gehoord. Bovendien is er ook helemaal niets boeiends gezegd.
‘Hoi, Jade,’ zeg ik terwijl ik haar kant op kijk. Ze komt de kamer langzaam binnen, waarschijnlijk denkend hoe ze me gaat vertellen dat ze is uitgenodigd op Quantyso.
‘Gefeliciteerd met Quantyso,’ zeg ik om haar uit haar lijden te verlossen, terwijl ik weer probeer te glimlachen. Ze lacht terug. ‘Waarom waren jij en Lucy op het dak?’
Vraagt ze zonder er blijkbaar bij na te denken, dat moet ze vaker doen trouwens.
‘Ze heeft me net gevraagd om naar Quantyso te komen het eerstvolgende schooljaar.’
Jade lacht weer, wat lachen mensen vaak hier. O mijn god, nu omhelst ze me.
Hoe moet dit? Iemand omhelzen is ook een van de dingen die normale mensen altijd doen en ik nog nooit heb gedaan. Niet dat het haar uit schijnt te maken, ze is nogal heel erg blij. Ik kan me uit elke denkbare situatie redden, maar niet uit deze. Waar heb ik dit aan te danken? Het hoefde niet van mij om zo close met haar te worden! Net nu ik zelfmoordneigingen krijg, worden we geroepen. ‘Jade, Ashley! Komen jullie even naar beneden?’ Jade laat me los en kijkt in de richting van de trap. Eindelijk lucht! O nee, omdat ik ben blijven staan, trekt ze me mee naar beneden.
Ik denk niet dat ik dit nog langer kan overleven.
Maar zoals altijd heb ik geen keus.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Als we beneden komen, laat Jade me eindelijk los.
We doen de deur open, Mary loopt de hele tijd heen en weer. Ze heeft net koffie gezet voor iedereen en voor ons heeft ze thee ingeschonken. Ik haat thee. We gaan dit keer op een andere bank zitten en gelukkig zit deze wel lekker. Te vroeg gejuicht, deze zit nog veel slechter dan die andere. Ik dacht dat deze wel goed zat, hij zag er namelijk heel oncomfortabel uit, maar soms is een bank dus wel precies zoals hij eruitziet. Genoeg over banken. Wanneer Mary eindelijk alles voor iedereen klaar heeft gezet, loopt ze nog een keer naar de keuken. Vermoeiend. Uiteindelijk komt ze terug met een paar koeken en gaat eindelijk zitten. Een paar saaie secondes is iedereen stil, na een tijdje neemt Lucy het woord. ‘Ik ben hier gekomen, om jullie allebei te vertellen over Quantyso en wanneer het nieuwe schooljaar begint,’ zegt ze. Goed, nu heeft ze mijn aandacht.
‘Ik heb jou toenet al gevraagd, Ashley. En de mail van Jade heb ik ook al ontvangen.
Ik ga namelijk over de nieuwe leerlingen en ik geef verder ook Kitanya en Zekla.
In een brief met alle schoolvakken erin, staat wat dat allemaal is.’
Ze stopt even met praten, omdat haar mobieltje aan het trillen is. Ze haalt het uit haar zak, kijkt op het schermpje en sms’t iets. Als ze klaar is haalt ze een paar papieren uit haar tas. ‘Sorry dat ik nu moet gaan, maar hier staat alles in wat ik zou gaan vertellen.’
Zegt ze en gebaart naar de papieren. Snel drinkt ze haar koffie op, knikt naar Jade’s ouders en loopt naar de gang. Ze staan op en gaan haar achterna, zacht hoor je nog dat ze afscheid nemen en de deur valt dicht. Jade pakt haar glas thee en blaast erin zodat het wat koeler is. Ik pak mijn glas ook en kijk onopvallend naar het meisje. Ze is echt totaal in haar eigen gedachten, ze denkt zeker aan de keer dat ze aangevallen is.
Ik heb lang geleden een spreuk over mezelf uitgesproken, waardoor ik elk detail van iemand of een voorwerp zijn leven kan zien, ook de toekomst. De toekomst die ik tot nu toe voorspeld heb, is nog nooit verkeerd geweest. Ik geloof er dus niet in dat toekomst kan veranderen, je doet gewoon alles precies zoals hoort, vrije wil heb je er niet over.
Ik tik zachtjes op het glas, ooit is dat anders geweest…
Mijn kinderleventje was zo onbezorgd toen, afgezien van mijn positie.
Ik kon gewoon buiten spelen, wel onder toezicht van bewakers, maar die had ik allemaal te vriend. De kok bereidde geweldig eten en ik maakte altijd muziek.
En voornamelijk had ik een moeder die van me hield.
Tot die ene levensbepalende, oorspronkelijk doodnormale dag…
Nu heb ik die verschrikkelijke opdracht en zit ik vast in dit stomme wereldje.
Ik zucht, soms moet ik eraan herinnerd worden waarom ik dit eigenlijk doe.
Ik laat mijn glas thee leeglopen en gniffel, het wordt nu gegoten over het hoofd van een of andere Duitser. Leedvermaak is zo ontzettend grappig.
De ouders van Jade komen de kamer weer binnen en Jade schrikt op uit haar gedachten.
Ze schrikt altijd zo ontzettend snel, misschien leuk voor later.
Ze gaan zitten en ieder pakt een van de papieren, de overige twee pakken Jade en ik.
Iedereen begint al te lezen, ik heb geen eens zin om te lezen. Ik lees dus alleen maar de tekst onder het kopje schoolvakken.
Schoolvakken
Engels
Verianda (de magische taal)
V&A (Verdediging en Aanval)
MOVN: (Magische Ontwikkeling Van Niveaus)
1. Heksen (Crysto)
2. Syvians (Zekla)
3. Musia’s (Malgio)
4. Vampiers (Veltian)
5. Weerwolven (Wernos)
6. Elfen (Neavi)
7. Vormveranderaars (Fentar)
Geschiedenis
Kundes (wiskunde, natuurkunde, scheikunde)
Aardrijkskunde
Biologie
Keuzevakken:
1. Bloedkunst (kunst maken met bloed, voornamelijk voor Vampiers)
2. Muziek (voornamelijk voor Musia’s)
3. Kitanya (beste vechtkunst, voornamelijk voor Syvians en Weerwolven)
4. Saliaño (gebruiken van de Elfen, voornamelijk voor Elfen)
5. Biologie + (extra informatie over de werking van de lichamen van mensen , dieren en wezens, voornamelijk voor Vormveranderaars)
6. Geschiedenis + (over de magiegeschiedenis)
Alle bovenstaande vakken zijn verplicht, alleen bij MOVN volg je alleen de lessen voor jouw soort. En verder is het ook verplicht om minimaal een van de keuzevakken te kiezen.
Syvians en Weerwolven mogen er maar één kiezen.
Elfen, Vormveranderaars en Vampiers mogen er maximaal twee kiezen.
Verder mogen Heksen er drie kiezen.
Ze houden van haakjes gebruiken.
Ik blader door de papieren en kijk nog even wat er op de rest staat.
Oké, mijn mening:
Regels, vergeet het.
Alle tijden en vakanties, boeit niet.
Uitgebreidere informatie over alle vakken, kan me niet schelen.
Lesroosters, dat zie ik dan wel.
Ik ben zo ontzettend gemotiveerd.
De anderen lezen nog alle papieren door, het valt me wel op dat de vader van Jade eigenlijk bijna niets heeft gezegd vandaag. Niet dat er iets achter zit of zoiets, hij heeft gewoon moeite met het accepteren dat zijn enige dochter hem binnenkort gaat verlaten naar een kostschool. Jade haar moeder leest ook langzamer dan ze normaal zou doen, ze heeft hetzelfde als haar man, alleen wil ze ervoor zorgen dat niemand het opmerkt, waar ze ook best goed in is. De rest heeft namelijk helemaal niets in de gaten. Ze had actrice moeten worden. En als laatste is Jade, zij heeft er vanzelfsprekend ook last van, ze is ook net zoals iedereen blij dat ze naar Quantyso mag gaan, maar ze moet er steeds aan denken dat ze haar familie en vrienden veel minder zal gaan zien. Zo te zien is ze niet van plan het ooit aan haar vrienden te vertellen, haar beste vriendin is twee maanden terug naar Ierland verhuisd en echt goede vrienden heeft ze verder niet. Nogal een looner als je het mij vraagt. De rest is nu ook eindelijk klaar met lezen. ‘Dat het nieuwe schooljaar over tien dagen weer begint is wel erg snel,’ zegt de vader van Jade. Applaus, hij zei iets. Maar even serieus, wat verwachtte je dan? Dat het nog een paar jaar zou duren voordat het begon? Hoe gehecht kan iemand aan zijn kind raken. ‘Er is nog een blaadje over op de tafel,’ zegt Jade terwijl ze naar het betreffende blaadje kijkt. Mary pakt het op en leest aandachtig wat er staat.
‘Dit is de klassenlijst. Er staat alleen niet op wie er in de klas zitten, wel welke klas,’
zegt ze langzaam met haar wenkbrauwen in een frons.
‘Welke klas is dat dan?’ Vraagt Jade nieuwsgierig. ‘Hier staat 1LG,’ zegt ze.
‘Wat betekent dat?’ Is de volgende vraag van Jade. ‘Het betekent, eerste leerjaar gemixt,’ zeg ik. Ze zouden er anders toch niet achtergekomen zijn. ‘Gemixt betekent dat alle soorten wezens bij elkaar in een klas zitten, alleen bij de keuzevakken en bij MOVN krijg je een soort extra klas.’ Iedereen kijkt me nu afvragend aan hoe ik dat weet, maar Mary bedenkt zich doordat ze terugdenkt aan wat Lucy de eerste keer dat ik hier kwam op de gang heeft gezegd: ‘Vraag haar maar niet hoe ze iets weet, ze zal er toch geen antwoord op geven.’ Slim van je Lucy, dat zou ik inderdaad niet hebben gedaan. Je bespaart deze vrouw een hoop tijd. ‘Bedankt voor het uitleggen wat het betekent, Ashley,’ zegt ze daarom en glimlacht. ‘Toen wij naar het Quantyso gingen, was alles nog anders geregeld.’ Natuurlijk was het toen anders geregeld, het is echt een eeuwigheid geleden dat ze op die school hebben gezeten. Maar toch weer applaus dat ze het in zich hebben gehad om naar Quantyso te gaan. Ik had ze veel lager ingeschat.
Ze gebruiken hun magie nu namelijk nooit meer, een beetje raar als je het mij vraagt.
Als je iets kan wat andere mensen niet kunnen, moet je daar juist gebruik van maken.
Maar ja, sommige personen willen gewoon heel graag in de massa opgaan en normaal zijn.
Iets waarvan ik lange tijd heb gedroomd en ook heb geprobeerd.
Ik ben bijvoorbeeld een paar keer weggelopen, om te ontkomen aan iedereen en nog meer van dat soort acties. Niet dat ik daarmee mijn armzalige toekomst heb kunnen voorkomen, ik heb al gezegd dat ik niet in zulke dingen geloof en ik werd trouwens altijd gevonden. De harde waarheid is gewoon dat hoe normaal je ook wilt zijn, als je magisch bent, zal je dat nooit worden. En nog even voor de duidelijkheid, aan je stomme toekomst ontkom je niet hoe hard je het ook probeert. Jammer genoeg voor Jade zal zijzelf er ook niet aan ontkomen. Daar zorg ik wel voor.
We doen de deur open, Mary loopt de hele tijd heen en weer. Ze heeft net koffie gezet voor iedereen en voor ons heeft ze thee ingeschonken. Ik haat thee. We gaan dit keer op een andere bank zitten en gelukkig zit deze wel lekker. Te vroeg gejuicht, deze zit nog veel slechter dan die andere. Ik dacht dat deze wel goed zat, hij zag er namelijk heel oncomfortabel uit, maar soms is een bank dus wel precies zoals hij eruitziet. Genoeg over banken. Wanneer Mary eindelijk alles voor iedereen klaar heeft gezet, loopt ze nog een keer naar de keuken. Vermoeiend. Uiteindelijk komt ze terug met een paar koeken en gaat eindelijk zitten. Een paar saaie secondes is iedereen stil, na een tijdje neemt Lucy het woord. ‘Ik ben hier gekomen, om jullie allebei te vertellen over Quantyso en wanneer het nieuwe schooljaar begint,’ zegt ze. Goed, nu heeft ze mijn aandacht.
‘Ik heb jou toenet al gevraagd, Ashley. En de mail van Jade heb ik ook al ontvangen.
Ik ga namelijk over de nieuwe leerlingen en ik geef verder ook Kitanya en Zekla.
In een brief met alle schoolvakken erin, staat wat dat allemaal is.’
Ze stopt even met praten, omdat haar mobieltje aan het trillen is. Ze haalt het uit haar zak, kijkt op het schermpje en sms’t iets. Als ze klaar is haalt ze een paar papieren uit haar tas. ‘Sorry dat ik nu moet gaan, maar hier staat alles in wat ik zou gaan vertellen.’
Zegt ze en gebaart naar de papieren. Snel drinkt ze haar koffie op, knikt naar Jade’s ouders en loopt naar de gang. Ze staan op en gaan haar achterna, zacht hoor je nog dat ze afscheid nemen en de deur valt dicht. Jade pakt haar glas thee en blaast erin zodat het wat koeler is. Ik pak mijn glas ook en kijk onopvallend naar het meisje. Ze is echt totaal in haar eigen gedachten, ze denkt zeker aan de keer dat ze aangevallen is.
Ik heb lang geleden een spreuk over mezelf uitgesproken, waardoor ik elk detail van iemand of een voorwerp zijn leven kan zien, ook de toekomst. De toekomst die ik tot nu toe voorspeld heb, is nog nooit verkeerd geweest. Ik geloof er dus niet in dat toekomst kan veranderen, je doet gewoon alles precies zoals hoort, vrije wil heb je er niet over.
Ik tik zachtjes op het glas, ooit is dat anders geweest…
Mijn kinderleventje was zo onbezorgd toen, afgezien van mijn positie.
Ik kon gewoon buiten spelen, wel onder toezicht van bewakers, maar die had ik allemaal te vriend. De kok bereidde geweldig eten en ik maakte altijd muziek.
En voornamelijk had ik een moeder die van me hield.
Tot die ene levensbepalende, oorspronkelijk doodnormale dag…
Nu heb ik die verschrikkelijke opdracht en zit ik vast in dit stomme wereldje.
Ik zucht, soms moet ik eraan herinnerd worden waarom ik dit eigenlijk doe.
Ik laat mijn glas thee leeglopen en gniffel, het wordt nu gegoten over het hoofd van een of andere Duitser. Leedvermaak is zo ontzettend grappig.
De ouders van Jade komen de kamer weer binnen en Jade schrikt op uit haar gedachten.
Ze schrikt altijd zo ontzettend snel, misschien leuk voor later.
Ze gaan zitten en ieder pakt een van de papieren, de overige twee pakken Jade en ik.
Iedereen begint al te lezen, ik heb geen eens zin om te lezen. Ik lees dus alleen maar de tekst onder het kopje schoolvakken.
Schoolvakken
Engels
Verianda (de magische taal)
V&A (Verdediging en Aanval)
MOVN: (Magische Ontwikkeling Van Niveaus)
1. Heksen (Crysto)
2. Syvians (Zekla)
3. Musia’s (Malgio)
4. Vampiers (Veltian)
5. Weerwolven (Wernos)
6. Elfen (Neavi)
7. Vormveranderaars (Fentar)
Geschiedenis
Kundes (wiskunde, natuurkunde, scheikunde)
Aardrijkskunde
Biologie
Keuzevakken:
1. Bloedkunst (kunst maken met bloed, voornamelijk voor Vampiers)
2. Muziek (voornamelijk voor Musia’s)
3. Kitanya (beste vechtkunst, voornamelijk voor Syvians en Weerwolven)
4. Saliaño (gebruiken van de Elfen, voornamelijk voor Elfen)
5. Biologie + (extra informatie over de werking van de lichamen van mensen , dieren en wezens, voornamelijk voor Vormveranderaars)
6. Geschiedenis + (over de magiegeschiedenis)
Alle bovenstaande vakken zijn verplicht, alleen bij MOVN volg je alleen de lessen voor jouw soort. En verder is het ook verplicht om minimaal een van de keuzevakken te kiezen.
Syvians en Weerwolven mogen er maar één kiezen.
Elfen, Vormveranderaars en Vampiers mogen er maximaal twee kiezen.
Verder mogen Heksen er drie kiezen.
Ze houden van haakjes gebruiken.
Ik blader door de papieren en kijk nog even wat er op de rest staat.
Oké, mijn mening:
Regels, vergeet het.
Alle tijden en vakanties, boeit niet.
Uitgebreidere informatie over alle vakken, kan me niet schelen.
Lesroosters, dat zie ik dan wel.
Ik ben zo ontzettend gemotiveerd.
De anderen lezen nog alle papieren door, het valt me wel op dat de vader van Jade eigenlijk bijna niets heeft gezegd vandaag. Niet dat er iets achter zit of zoiets, hij heeft gewoon moeite met het accepteren dat zijn enige dochter hem binnenkort gaat verlaten naar een kostschool. Jade haar moeder leest ook langzamer dan ze normaal zou doen, ze heeft hetzelfde als haar man, alleen wil ze ervoor zorgen dat niemand het opmerkt, waar ze ook best goed in is. De rest heeft namelijk helemaal niets in de gaten. Ze had actrice moeten worden. En als laatste is Jade, zij heeft er vanzelfsprekend ook last van, ze is ook net zoals iedereen blij dat ze naar Quantyso mag gaan, maar ze moet er steeds aan denken dat ze haar familie en vrienden veel minder zal gaan zien. Zo te zien is ze niet van plan het ooit aan haar vrienden te vertellen, haar beste vriendin is twee maanden terug naar Ierland verhuisd en echt goede vrienden heeft ze verder niet. Nogal een looner als je het mij vraagt. De rest is nu ook eindelijk klaar met lezen. ‘Dat het nieuwe schooljaar over tien dagen weer begint is wel erg snel,’ zegt de vader van Jade. Applaus, hij zei iets. Maar even serieus, wat verwachtte je dan? Dat het nog een paar jaar zou duren voordat het begon? Hoe gehecht kan iemand aan zijn kind raken. ‘Er is nog een blaadje over op de tafel,’ zegt Jade terwijl ze naar het betreffende blaadje kijkt. Mary pakt het op en leest aandachtig wat er staat.
‘Dit is de klassenlijst. Er staat alleen niet op wie er in de klas zitten, wel welke klas,’
zegt ze langzaam met haar wenkbrauwen in een frons.
‘Welke klas is dat dan?’ Vraagt Jade nieuwsgierig. ‘Hier staat 1LG,’ zegt ze.
‘Wat betekent dat?’ Is de volgende vraag van Jade. ‘Het betekent, eerste leerjaar gemixt,’ zeg ik. Ze zouden er anders toch niet achtergekomen zijn. ‘Gemixt betekent dat alle soorten wezens bij elkaar in een klas zitten, alleen bij de keuzevakken en bij MOVN krijg je een soort extra klas.’ Iedereen kijkt me nu afvragend aan hoe ik dat weet, maar Mary bedenkt zich doordat ze terugdenkt aan wat Lucy de eerste keer dat ik hier kwam op de gang heeft gezegd: ‘Vraag haar maar niet hoe ze iets weet, ze zal er toch geen antwoord op geven.’ Slim van je Lucy, dat zou ik inderdaad niet hebben gedaan. Je bespaart deze vrouw een hoop tijd. ‘Bedankt voor het uitleggen wat het betekent, Ashley,’ zegt ze daarom en glimlacht. ‘Toen wij naar het Quantyso gingen, was alles nog anders geregeld.’ Natuurlijk was het toen anders geregeld, het is echt een eeuwigheid geleden dat ze op die school hebben gezeten. Maar toch weer applaus dat ze het in zich hebben gehad om naar Quantyso te gaan. Ik had ze veel lager ingeschat.
Ze gebruiken hun magie nu namelijk nooit meer, een beetje raar als je het mij vraagt.
Als je iets kan wat andere mensen niet kunnen, moet je daar juist gebruik van maken.
Maar ja, sommige personen willen gewoon heel graag in de massa opgaan en normaal zijn.
Iets waarvan ik lange tijd heb gedroomd en ook heb geprobeerd.
Ik ben bijvoorbeeld een paar keer weggelopen, om te ontkomen aan iedereen en nog meer van dat soort acties. Niet dat ik daarmee mijn armzalige toekomst heb kunnen voorkomen, ik heb al gezegd dat ik niet in zulke dingen geloof en ik werd trouwens altijd gevonden. De harde waarheid is gewoon dat hoe normaal je ook wilt zijn, als je magisch bent, zal je dat nooit worden. En nog even voor de duidelijkheid, aan je stomme toekomst ontkom je niet hoe hard je het ook probeert. Jammer genoeg voor Jade zal zijzelf er ook niet aan ontkomen. Daar zorg ik wel voor.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
H. 6
Het is vandaag de elfde dag, ik sta met Ashley op het perron wat met een of andere ingewikkelde route moet leiden naar Quantyso. De afgelopen dagen zijn in flarden aan me voorbij gegaan, ik was echt elke dag aan het aftellen tot deze dag aan zou breken. Niet dat ik zo graag uit mijn oude leven wilde ontsnappen, oke eigenlijk wel, maar het ging er ook om dat ik gewoon heel zenuwachtig was. Ik heb me nooit op mijn gemak gevoeld op een vreemde plaats met onbekende mensen op me heen. Gelukkig is Ashley nu bij me, mijn ouders heb ik gesmeekt om niet mee te gaan, omdat ik niet op wilde vallen en het een beetje aan de kinderachtige kant vind. Maar nu ik hier ben zie ik overal kinderen met hun ouders, zonder ouders val ik nu juist wel op! Ik denk dat Ashley aan mij ziet dat ik me ongemakkelijk voelt en lacht naar mij. Haar lach lijkt dit keer bijna oprecht, maar er zit nog steeds iets onnatuurlijks aan. Dat is het lastige bij Ashley, je ziet nooit wat ze voelt en of ze iets meent. Ik ben eerlijk gezegd niet zo goed in het inschatten van die dingen, maar ik kan wel emoties onderscheiden. Het punt is dat ik dus sinds ik haar ken geen enkele emotie bij haar heb gezien. Het enige wat me soms aan haar opmerk is dat ze wazig voor zich uit aan het staren is of op die rare manier glimlacht. Ik heb haar ook nooit horen lachen.
Plots botst er iemand tegen me aan en ik val op de grond.
Als ik opkijk zie ik een ander meisje op de grond, ze heeft goudblond haar in een paardenstaart. Verder heeft ze net als iedereen het schooluniform al aan, Ashley en ik ook. Net op de laatste dag kwam er een pakketje met de uniformen voor ons binnen bestaande uit een standaard donkerblauw rokje, zwarte panty, een lichtblauwe blouse met een donkerblauw vest eroverheen. Verder zat er ook nog een zwarte stropdas met het teken van je ‘soort’ erbij.
Als laatste zat er een papiertje bij dat je zwarte of donkerblauwe hiellaarzen moest dragen en dat je er wel accessoires bij moet dragen zolang je het bescheiden houdt, maar dat je bij strikjes los mocht gaan. Ik moet echt even aan Ash vragen waarom dat zo is. Om overal zeker van te zijn, heb ik haar min of meer overgehaald het aan te trekken. Het resultaat is geworden dat ze het rokje zwart heeft gemaakt en een zwarte riem met studs om heeft gedaan, in de panty heeft ze gaten gemaakt, haar laarzen zijn zwarte, leren knielaarzen en de blouse met het vest hebben plaatsgemaakt voor een zwart t-shirt met daarop een soort van handschoenen met kleine riempjes eraan.
Toen ik haar erop wees, zei ze dat ik me geen zorgen om haar moest maken.
Ik word omhooggetrokken door Ashley en ik zie het andere meisje ook snel overeind komen. Ik kijk op haar koffer, Nibra Ribbin heet ze dus. Wat een aparte, maar leuke naam!
Nibra keert zich naar mij toe en kijkt snel van Ashley naar mij.
‘Sorry als ik je pijn heb gedaan,’ zegt ze en wanneer ik haar aan wil kijken vermijdt ze oogcontact. ‘Nee hoor,’ zeg ik en wijs naar haar kleren. ‘Ga je ook naar Quantyso?’ Vraag ik terwijl ik het antwoord eigenlijk al weet. Ze knikt en steekt haar hand naar me uit. ‘Nibra Ribbin,’ zegt ze. ‘Jade Syvaila,’ zeg ik en schud haar hand. ‘En dit is Ashley Taylor, een vriendin van mij.’ Na deze woorden kijkt ze Ashley aan en schud haar hand ook.
‘Hoi, hoe gaat het?’ Vraagt ze en lacht. Wow, die lach ziet er echt oprecht uit, alsof ze eindelijk ergens blij mee is… Geen tijd om me daarover druk te maken, want er staat iemand uit de menigte op.
‘Hallo leerlingen, de metro komt er zo meteen aan. Pak je spullen, neem afscheid, let goed op en blijf bij elkaar.’ Wanneer de persoon klaar is met praten komt de metro aan.
Je ziet iedereen nog snel afscheid nemen van hun ouders, verschrikt om zich heen kijken, koffers aan het pakken en nog een paar kinderen die ook tegen elkaar aan botsen.
Verder zijn er ook nog een paar mensen die er gewoon heel rustig en kalm bij staan, zeker uit een ander schooljaar. Nibra, Ashley en ik pakken snel onze koffers en sluiten ons aan bij de rij voor de deur van de metro die zich in de tijd dat iedereen afscheid nam gevormd heeft. Eenmaal binnengekomen gaan we op de plaatsen aan de achterkant zitten. Het stroomt al aardig vol en er zijn snel geen zitplaatsen meer, waardoor er iemand naast ons komt zitten. Het is een jongen, hij heeft halflang, zwart haar en grijze, lege ogen. Hij draagt een afgedragen spijkerbroek, een zwart t-shirt met korte mouwen waarop witte teksten staan en versleten sneakers met geblokte veters.
Net als Ash kijkt hij op dit moment op dezelfde wazige blik voor zich uit.
Ik denk dat ze een soulmate heeft. Niet dat ze enige interesse in elkaar tonen, ze hebben niet eens naar elkaar gekeken. Jammer, ze hebben dezelfde stijl.
Ashley keert zich opeens naar Nibra en kijkt haar lang en doordringend aan terwijl ze zoekt voor oogcontact. Doordat er haar voor haar ogen ziet, kan je de kleur niet zien, maar wel waarnaar ze kijkt. Onverwachts kijkt ze Ashley aan, waarop ze mysterieus glimlacht. Nu weet ik wel nog een feit over haar, ze kijkt mensen lang en doordringend aan, het lijkt echt net alsof ze door je heen kan kijken, je helemaal uit kan vogelen door je alleen maar aan te kijken. Ze staat op en doet haar spullen in de daarvoor gemaakte vakjes boven onze hoofden en legt onze spullen er daarna ook bij. Op dat moment worden Nibra’s ogen groot en ze wijst naar haar stropdas. ‘Je… bent een heks!’ Zegt ze met haar ogen vol ontzetting. Op dat moment merkt ook de jongen naast ons haar op en bekijkt haar van top tot teen.
Hij lacht ongelovig als hij het pentagram-figuurtje op de stropdas ziet zitten.
‘Je bent vast en zeker een vormveranderaar die het symbool heeft veranderd om in de belangstelling te komen. Aangezien die twee naast je dat ook zijn, en omdat heksen gewoon uitgestorven zijn.’ Hierop kijkt ze erg minachtend naar de jongen.
‘Jake, heksen zijn niet uitgestorven, ik ben geen vormveranderaar en in de belangstelling komen, doet mij helemaal niets.’ Wacht, zei ze net dat heksen niet uitgestorven zijn?
En hoe weet ze zijn naam? Natuurlijk is dat net wat hij ook dacht. ‘O, dus heksen zijn niet uitgestorven hè?’ Zegt hij. ‘Ik ben een heks, ik ben levend, dus inderdaad zijn ze niet uitgestorven.’ ‘En hoe weet je mijn naam?’
‘Een mysterieus iets wat magie heet,’ zegt ze en om de discussie min of meer af te sluiten, gaat ze zitten.
Ze laten elkaar eindelijk met rust en ik kijk uit het raam.
Er is weinig te zien, duisternis die af en toe opgevolgd wordt door een perron of een verlicht stuk waar veel graffiti te zien is. Ik heb het altijd al een mysterie gevonden hoe mensen dat doen. ‘Vormveranderaars Jade, mensen kunnen daar niet bij. Bovendien is deze route alleen voor Quantyso, mensen mogen hier niet eens in.’
Las ze nou net mijn gedachten? Spooky… Ik kijk even naar Jake of hij wel een stropdas heeft en ik zie inderdaad dat hij wel de moeite heeft genomen om die om te doen. Waarschijnlijk mocht hij er zonder niet eens in. Ik kijk goed naar het symbool en kan nog net muzieknoten onderscheiden, voordat hij zijn hand eroverheen legt. Ik tik op Ashley’s schouder. ‘Wat betekent dat symbool met die vier muzieknoten parallel aan elkaar?’ Fluister ik zachtjes in haar oor als ze zich heeft omgedraaid.
‘Het is het teken van de Musia’s,’ fluistert ze terug. ‘Zoals je weet is het pentagram van de Heksen en het vervormde vraagteken van de Vormveranderaars. De muzieknoten zijn van de Musia’s, de vierpuntige sterren met een cirkel erin zijn voor de Elfen, de volle manen met een weerwolvenoog en een streep erdoor is van de Weerwolven. De vampiertanden op elkaar met een vierkant eromheen, is van de Vampiers.
En de kruizen waar lijnen omheen zijn gezet, zodat ze een vlieger vormen en met een vierkant eromheen, is van de Syvians.’ Ik knik naar haar en denk weer terug aan de strikjes. ‘Waarom mocht je bij de accessoires wel los met de strikjes?’
‘Het schoolhoofd, Sina zoals je weet, houdt daar ontzettend veel van.
En nog een rare feit over haar is dat ze jongensgek is. Ze schijnt mensenjongens te verleiden en daarna leeg te drinken.’ ‘Rare hobby’s heeft ze,’ zegt Nibra. We knikken en ze doet een Ipod in haar oren, Ashley staart weer voor zich uit en ik doe mijn ogen dicht.
Ik word wakker gemaakt door Nibra, iedereen pakt zijn spullen en gaan naar buiten.
‘Mooi zo, je bent wakker. Kom snel ze gaan al weg!’ zegt ze en kijkt naar buiten.
Ik sta snel op en we rennen de metro uit, de anderen zijn al uit het zicht verdwenen.
Voor ons verschijnt Ashley en ze gebaart dat we stil moeten zijn.
‘Je kan er een klein beetje misselijk van worden, maar het is voor het goede doel,’ zegt ze en pakt onze handen vast. Ze doet haar ogen dicht en ik doe het ook maar.
Ik doe mijn ogen weer open. Een wervelwind aan kleuren gaat om me heen.
Ze versmelten in elkaar, veranderen en bewegen, een soort van tornardo.
Ik kijk er met open mond naar, dit is absoluut het mooiste wat ik ooit heb gezien.
Opeens zijn we weer met beide benen op aarde en ik zie de groep in de tunnel voor ons. ‘Vanuit de metro is er een heel gangenstelsel die alleen zij kennen.
Aan het einde is er een soort opening, gemaakt door een vormveranderaar die op Quantyso lesgeeft,’ zegt ze en we lopen achter ze aan. Een tijdje zwijgen we, maar dan stelt Nibra de vraag die ik al een tijdje heb willen stellen. ‘Wat was dat toenet?’ Is haar vraag. ‘Dat is een soort teleporteer spreuk. Sommigen worden er erg duizelig of misselijk van, maar anderen zoals jullie merken er niets van.’ Ze gniffelt. ‘Ik heb zelfs een keer meegemaakt dat iemand na afloopt in soort ezel-clown veranderde die aan een trapeze hing.’ ‘Hoe is het met hem of haar afgelopen?’ vraag ik. ‘Ehm, hij viel ervan af, gaf over en is bij het circus gaan werken.’ Hierop zwijgen we. Na ongeveer tien minuten komen we bij een open plek. Aan de overkant is er een poort. Het is een soort deur eigenlijk.
Het is rond en heeft een groot slot erop. Een vrouw met een grijs knotje, een bril en een streng uiterlijk loopt ernaar toe, het slot springt van het slot af en ze maak de deur open.
‘Ouderejaars vooraan in de rij en nieuwelingen achteraan. Loop twee aan twee of met zijn drieën. Jullie koffers staan al aan de andere kant.’ We doen braaf wat ze zegt en al gauw zijn de eerste leerlingen er al doorheen. Als we aan het begin van de rij staan, kijkt de vrouw minachtend naar de kleding van Ashley.
‘Wat is je naam?’ Vraagt ze aan ons drieën.
‘Ik ben Ashley Taylor,’ zegt ze.
‘Ik ben Jade Syvaila mevrouw,’ zeg ik.
‘Ik ben Nibra Ribbin mevrouw,’ zegt Nibra.
‘Ashley, je hebt zojuist je eerste twee minpunten gekregen. Voor het geen respect hebben en dat je het uniform onherkenbaar hebt gemaakt. Sta daar niet zo te staan, loop door!’ Wanneer we door de deur zijn, lopen we een grasveld op.
Voor ons ligt een groot oud schoolgebouw, we hebben niet veel tijd om het te bekijken, omdat een paar Elfen achter ons klagen dat we zo langzaam zijn.
Het boek heeft niet overdreven, Elfen hebben inderdaad erg puntige oren!
Hun huid is ook erg licht en ze hebben lang, stijl, lichtblond tot bijna wit haar.
Door de menigte heen kan ik nog wel net zien dat deze plaats aan een bos grenst.
Voor ons is de rij al opgehouden, waarschijnlijk heeft iedereen een hekel aan die vrouw van toenet. Ook raar met dat minpunten gedoe, wat gebeurt er als je teveel minpunten hebt? En natuurlijk krijg ik antwoord van Ashley. ‘Als je drie minpunten hebt, moet je strafwerk maken, bij vijf punten nablijven, bij zeven punten allebei en als je op de tien punten zit, praat ze er met Sina over.’ ‘Een vraagje, hoe weet je dit allemaal?’ Vraagt Nibra. Er komt geen antwoord en ze vraagt het nog een keer, maar zonder succes.
‘Hoor je me wel?’ Vraagt ze en ze knikt. ‘Het boeit niet hoe ik dit weet, maak je beter zorgen over het feit dat we zo bij elkaar op de kamer komen en welk bed je gaat kiezen,’ zegt ze. Nibra doet haar mond open om te vragen hoe ze dat nu weer weet, maar ik gebaar naar haar dat het zinloos is en ze doet haar mond weer dicht.
Aangekomen bij de deur moeten we weer onze naam zeggen en krijgen dan een formulier waar op ons rooster, de klassenlijs en welke kamer we hebben, staat. En ja hoor, Nibra, Ashley en ik zitten bij elkaar op de kamer. Wacht… er staat een vierde bij, Malonie Scott.
Dit kan niet waar zijn toch? Maar aan de blik die Ashley me toewerpt zie ik dat het wel zo is. Malonie…
Het is vandaag de elfde dag, ik sta met Ashley op het perron wat met een of andere ingewikkelde route moet leiden naar Quantyso. De afgelopen dagen zijn in flarden aan me voorbij gegaan, ik was echt elke dag aan het aftellen tot deze dag aan zou breken. Niet dat ik zo graag uit mijn oude leven wilde ontsnappen, oke eigenlijk wel, maar het ging er ook om dat ik gewoon heel zenuwachtig was. Ik heb me nooit op mijn gemak gevoeld op een vreemde plaats met onbekende mensen op me heen. Gelukkig is Ashley nu bij me, mijn ouders heb ik gesmeekt om niet mee te gaan, omdat ik niet op wilde vallen en het een beetje aan de kinderachtige kant vind. Maar nu ik hier ben zie ik overal kinderen met hun ouders, zonder ouders val ik nu juist wel op! Ik denk dat Ashley aan mij ziet dat ik me ongemakkelijk voelt en lacht naar mij. Haar lach lijkt dit keer bijna oprecht, maar er zit nog steeds iets onnatuurlijks aan. Dat is het lastige bij Ashley, je ziet nooit wat ze voelt en of ze iets meent. Ik ben eerlijk gezegd niet zo goed in het inschatten van die dingen, maar ik kan wel emoties onderscheiden. Het punt is dat ik dus sinds ik haar ken geen enkele emotie bij haar heb gezien. Het enige wat me soms aan haar opmerk is dat ze wazig voor zich uit aan het staren is of op die rare manier glimlacht. Ik heb haar ook nooit horen lachen.
Plots botst er iemand tegen me aan en ik val op de grond.
Als ik opkijk zie ik een ander meisje op de grond, ze heeft goudblond haar in een paardenstaart. Verder heeft ze net als iedereen het schooluniform al aan, Ashley en ik ook. Net op de laatste dag kwam er een pakketje met de uniformen voor ons binnen bestaande uit een standaard donkerblauw rokje, zwarte panty, een lichtblauwe blouse met een donkerblauw vest eroverheen. Verder zat er ook nog een zwarte stropdas met het teken van je ‘soort’ erbij.
Als laatste zat er een papiertje bij dat je zwarte of donkerblauwe hiellaarzen moest dragen en dat je er wel accessoires bij moet dragen zolang je het bescheiden houdt, maar dat je bij strikjes los mocht gaan. Ik moet echt even aan Ash vragen waarom dat zo is. Om overal zeker van te zijn, heb ik haar min of meer overgehaald het aan te trekken. Het resultaat is geworden dat ze het rokje zwart heeft gemaakt en een zwarte riem met studs om heeft gedaan, in de panty heeft ze gaten gemaakt, haar laarzen zijn zwarte, leren knielaarzen en de blouse met het vest hebben plaatsgemaakt voor een zwart t-shirt met daarop een soort van handschoenen met kleine riempjes eraan.
Toen ik haar erop wees, zei ze dat ik me geen zorgen om haar moest maken.
Ik word omhooggetrokken door Ashley en ik zie het andere meisje ook snel overeind komen. Ik kijk op haar koffer, Nibra Ribbin heet ze dus. Wat een aparte, maar leuke naam!
Nibra keert zich naar mij toe en kijkt snel van Ashley naar mij.
‘Sorry als ik je pijn heb gedaan,’ zegt ze en wanneer ik haar aan wil kijken vermijdt ze oogcontact. ‘Nee hoor,’ zeg ik en wijs naar haar kleren. ‘Ga je ook naar Quantyso?’ Vraag ik terwijl ik het antwoord eigenlijk al weet. Ze knikt en steekt haar hand naar me uit. ‘Nibra Ribbin,’ zegt ze. ‘Jade Syvaila,’ zeg ik en schud haar hand. ‘En dit is Ashley Taylor, een vriendin van mij.’ Na deze woorden kijkt ze Ashley aan en schud haar hand ook.
‘Hoi, hoe gaat het?’ Vraagt ze en lacht. Wow, die lach ziet er echt oprecht uit, alsof ze eindelijk ergens blij mee is… Geen tijd om me daarover druk te maken, want er staat iemand uit de menigte op.
‘Hallo leerlingen, de metro komt er zo meteen aan. Pak je spullen, neem afscheid, let goed op en blijf bij elkaar.’ Wanneer de persoon klaar is met praten komt de metro aan.
Je ziet iedereen nog snel afscheid nemen van hun ouders, verschrikt om zich heen kijken, koffers aan het pakken en nog een paar kinderen die ook tegen elkaar aan botsen.
Verder zijn er ook nog een paar mensen die er gewoon heel rustig en kalm bij staan, zeker uit een ander schooljaar. Nibra, Ashley en ik pakken snel onze koffers en sluiten ons aan bij de rij voor de deur van de metro die zich in de tijd dat iedereen afscheid nam gevormd heeft. Eenmaal binnengekomen gaan we op de plaatsen aan de achterkant zitten. Het stroomt al aardig vol en er zijn snel geen zitplaatsen meer, waardoor er iemand naast ons komt zitten. Het is een jongen, hij heeft halflang, zwart haar en grijze, lege ogen. Hij draagt een afgedragen spijkerbroek, een zwart t-shirt met korte mouwen waarop witte teksten staan en versleten sneakers met geblokte veters.
Net als Ash kijkt hij op dit moment op dezelfde wazige blik voor zich uit.
Ik denk dat ze een soulmate heeft. Niet dat ze enige interesse in elkaar tonen, ze hebben niet eens naar elkaar gekeken. Jammer, ze hebben dezelfde stijl.
Ashley keert zich opeens naar Nibra en kijkt haar lang en doordringend aan terwijl ze zoekt voor oogcontact. Doordat er haar voor haar ogen ziet, kan je de kleur niet zien, maar wel waarnaar ze kijkt. Onverwachts kijkt ze Ashley aan, waarop ze mysterieus glimlacht. Nu weet ik wel nog een feit over haar, ze kijkt mensen lang en doordringend aan, het lijkt echt net alsof ze door je heen kan kijken, je helemaal uit kan vogelen door je alleen maar aan te kijken. Ze staat op en doet haar spullen in de daarvoor gemaakte vakjes boven onze hoofden en legt onze spullen er daarna ook bij. Op dat moment worden Nibra’s ogen groot en ze wijst naar haar stropdas. ‘Je… bent een heks!’ Zegt ze met haar ogen vol ontzetting. Op dat moment merkt ook de jongen naast ons haar op en bekijkt haar van top tot teen.
Hij lacht ongelovig als hij het pentagram-figuurtje op de stropdas ziet zitten.
‘Je bent vast en zeker een vormveranderaar die het symbool heeft veranderd om in de belangstelling te komen. Aangezien die twee naast je dat ook zijn, en omdat heksen gewoon uitgestorven zijn.’ Hierop kijkt ze erg minachtend naar de jongen.
‘Jake, heksen zijn niet uitgestorven, ik ben geen vormveranderaar en in de belangstelling komen, doet mij helemaal niets.’ Wacht, zei ze net dat heksen niet uitgestorven zijn?
En hoe weet ze zijn naam? Natuurlijk is dat net wat hij ook dacht. ‘O, dus heksen zijn niet uitgestorven hè?’ Zegt hij. ‘Ik ben een heks, ik ben levend, dus inderdaad zijn ze niet uitgestorven.’ ‘En hoe weet je mijn naam?’
‘Een mysterieus iets wat magie heet,’ zegt ze en om de discussie min of meer af te sluiten, gaat ze zitten.
Ze laten elkaar eindelijk met rust en ik kijk uit het raam.
Er is weinig te zien, duisternis die af en toe opgevolgd wordt door een perron of een verlicht stuk waar veel graffiti te zien is. Ik heb het altijd al een mysterie gevonden hoe mensen dat doen. ‘Vormveranderaars Jade, mensen kunnen daar niet bij. Bovendien is deze route alleen voor Quantyso, mensen mogen hier niet eens in.’
Las ze nou net mijn gedachten? Spooky… Ik kijk even naar Jake of hij wel een stropdas heeft en ik zie inderdaad dat hij wel de moeite heeft genomen om die om te doen. Waarschijnlijk mocht hij er zonder niet eens in. Ik kijk goed naar het symbool en kan nog net muzieknoten onderscheiden, voordat hij zijn hand eroverheen legt. Ik tik op Ashley’s schouder. ‘Wat betekent dat symbool met die vier muzieknoten parallel aan elkaar?’ Fluister ik zachtjes in haar oor als ze zich heeft omgedraaid.
‘Het is het teken van de Musia’s,’ fluistert ze terug. ‘Zoals je weet is het pentagram van de Heksen en het vervormde vraagteken van de Vormveranderaars. De muzieknoten zijn van de Musia’s, de vierpuntige sterren met een cirkel erin zijn voor de Elfen, de volle manen met een weerwolvenoog en een streep erdoor is van de Weerwolven. De vampiertanden op elkaar met een vierkant eromheen, is van de Vampiers.
En de kruizen waar lijnen omheen zijn gezet, zodat ze een vlieger vormen en met een vierkant eromheen, is van de Syvians.’ Ik knik naar haar en denk weer terug aan de strikjes. ‘Waarom mocht je bij de accessoires wel los met de strikjes?’
‘Het schoolhoofd, Sina zoals je weet, houdt daar ontzettend veel van.
En nog een rare feit over haar is dat ze jongensgek is. Ze schijnt mensenjongens te verleiden en daarna leeg te drinken.’ ‘Rare hobby’s heeft ze,’ zegt Nibra. We knikken en ze doet een Ipod in haar oren, Ashley staart weer voor zich uit en ik doe mijn ogen dicht.
Ik word wakker gemaakt door Nibra, iedereen pakt zijn spullen en gaan naar buiten.
‘Mooi zo, je bent wakker. Kom snel ze gaan al weg!’ zegt ze en kijkt naar buiten.
Ik sta snel op en we rennen de metro uit, de anderen zijn al uit het zicht verdwenen.
Voor ons verschijnt Ashley en ze gebaart dat we stil moeten zijn.
‘Je kan er een klein beetje misselijk van worden, maar het is voor het goede doel,’ zegt ze en pakt onze handen vast. Ze doet haar ogen dicht en ik doe het ook maar.
Ik doe mijn ogen weer open. Een wervelwind aan kleuren gaat om me heen.
Ze versmelten in elkaar, veranderen en bewegen, een soort van tornardo.
Ik kijk er met open mond naar, dit is absoluut het mooiste wat ik ooit heb gezien.
Opeens zijn we weer met beide benen op aarde en ik zie de groep in de tunnel voor ons. ‘Vanuit de metro is er een heel gangenstelsel die alleen zij kennen.
Aan het einde is er een soort opening, gemaakt door een vormveranderaar die op Quantyso lesgeeft,’ zegt ze en we lopen achter ze aan. Een tijdje zwijgen we, maar dan stelt Nibra de vraag die ik al een tijdje heb willen stellen. ‘Wat was dat toenet?’ Is haar vraag. ‘Dat is een soort teleporteer spreuk. Sommigen worden er erg duizelig of misselijk van, maar anderen zoals jullie merken er niets van.’ Ze gniffelt. ‘Ik heb zelfs een keer meegemaakt dat iemand na afloopt in soort ezel-clown veranderde die aan een trapeze hing.’ ‘Hoe is het met hem of haar afgelopen?’ vraag ik. ‘Ehm, hij viel ervan af, gaf over en is bij het circus gaan werken.’ Hierop zwijgen we. Na ongeveer tien minuten komen we bij een open plek. Aan de overkant is er een poort. Het is een soort deur eigenlijk.
Het is rond en heeft een groot slot erop. Een vrouw met een grijs knotje, een bril en een streng uiterlijk loopt ernaar toe, het slot springt van het slot af en ze maak de deur open.
‘Ouderejaars vooraan in de rij en nieuwelingen achteraan. Loop twee aan twee of met zijn drieën. Jullie koffers staan al aan de andere kant.’ We doen braaf wat ze zegt en al gauw zijn de eerste leerlingen er al doorheen. Als we aan het begin van de rij staan, kijkt de vrouw minachtend naar de kleding van Ashley.
‘Wat is je naam?’ Vraagt ze aan ons drieën.
‘Ik ben Ashley Taylor,’ zegt ze.
‘Ik ben Jade Syvaila mevrouw,’ zeg ik.
‘Ik ben Nibra Ribbin mevrouw,’ zegt Nibra.
‘Ashley, je hebt zojuist je eerste twee minpunten gekregen. Voor het geen respect hebben en dat je het uniform onherkenbaar hebt gemaakt. Sta daar niet zo te staan, loop door!’ Wanneer we door de deur zijn, lopen we een grasveld op.
Voor ons ligt een groot oud schoolgebouw, we hebben niet veel tijd om het te bekijken, omdat een paar Elfen achter ons klagen dat we zo langzaam zijn.
Het boek heeft niet overdreven, Elfen hebben inderdaad erg puntige oren!
Hun huid is ook erg licht en ze hebben lang, stijl, lichtblond tot bijna wit haar.
Door de menigte heen kan ik nog wel net zien dat deze plaats aan een bos grenst.
Voor ons is de rij al opgehouden, waarschijnlijk heeft iedereen een hekel aan die vrouw van toenet. Ook raar met dat minpunten gedoe, wat gebeurt er als je teveel minpunten hebt? En natuurlijk krijg ik antwoord van Ashley. ‘Als je drie minpunten hebt, moet je strafwerk maken, bij vijf punten nablijven, bij zeven punten allebei en als je op de tien punten zit, praat ze er met Sina over.’ ‘Een vraagje, hoe weet je dit allemaal?’ Vraagt Nibra. Er komt geen antwoord en ze vraagt het nog een keer, maar zonder succes.
‘Hoor je me wel?’ Vraagt ze en ze knikt. ‘Het boeit niet hoe ik dit weet, maak je beter zorgen over het feit dat we zo bij elkaar op de kamer komen en welk bed je gaat kiezen,’ zegt ze. Nibra doet haar mond open om te vragen hoe ze dat nu weer weet, maar ik gebaar naar haar dat het zinloos is en ze doet haar mond weer dicht.
Aangekomen bij de deur moeten we weer onze naam zeggen en krijgen dan een formulier waar op ons rooster, de klassenlijs en welke kamer we hebben, staat. En ja hoor, Nibra, Ashley en ik zitten bij elkaar op de kamer. Wacht… er staat een vierde bij, Malonie Scott.
Dit kan niet waar zijn toch? Maar aan de blik die Ashley me toewerpt zie ik dat het wel zo is. Malonie…
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
-
- Puntenslijper
- Berichten: 14
- Lid geworden op: 28 dec 2009 22:01
- Locatie: Satan knows
- Contacteer:
Leuk hoofdstuk alweer, Sanne-chan
Alleen zou je in het vervolg alsjeblieft iedere nieuwe spreker met een nieuwe regel laten beginnen? Dat maakt het wat makkelijker te lezen voor domme dyslecten zoals ik

Alleen zou je in het vervolg alsjeblieft iedere nieuwe spreker met een nieuwe regel laten beginnen? Dat maakt het wat makkelijker te lezen voor domme dyslecten zoals ik



- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Thnx Daya
De tekst komt er anders op dan in Word, maar ik zal proberen dat het hier ook goed op komt
H. 7
Eigenlijk kan je het al raden, ik zit op het dak.
Vandaag zijn we aangekomen op Quantyso en omdat het weer eens tijd is, moet ik een brief schrijven. Bij het vorige antwoord op mijn brief stond er dat ik nu ook net als bij een mail, het stukje van, naar en onderwerp neerzetten. Lucky me…
Van: Kan je gemakkelijk raden.
Naar: Jou dus.
Onderwerp: Beschrijving van Quantyso, nou goed!
Het gebouw ligt aan de rand van een bos, in de nacht jagen er vaak Weerwolven en Vampiers. Overdag oefenen Syvians, Musia’s en Elfen er.
Het heet het Nuv of het Zuoc, wat bij de eerste (in het Verianda) bos en de tweede woud betekent. Verder is het gebouw erg hoog, van de buitenkant valt het mee, maar aan de binnenkant is het gigantisch. Op de school zitten 3898 leerlingen, waarvan er 432 elfen zijn, 893 Vormveranderaars, 673 Vampiers, 548 Weerwolven, 790 Syvians, 561 Musia’s en inclusief mij is er één Heks. De kleur van het schoolgebouw hangt af van de stemming van Sina. Ze laat Vormveranderaars die daar lesgeven, het gebouw elke week veranderen.
Volgens de gedachten van een paar ouderejaars is het gebouw zelfs een keer roze met paarse strepen erop geweest. Sina was die week dan wel erg gelukkig en/of verliefd of zoiets.
Vervolgens zijn er drie klassen per jaar:
LG, … leerjaar gemixt.
LDW, … leerjaar duistere wezens.
LLW, … leerjaar lichte wezens.
De leerjaren gaan tot en met het zesde jaar, je kunt dan gemakkelijk nog gaan studeren in de mensenwereld. Als je dat zou willen tenminste.
In totaal gaan er drie of vier personen op één grote kamer. Vanaf het vijfde jaar mag je ook met z’n tweeën op een kamer, uitzonderingen mogen ook alleen.
Verdere informatie over Quantyso komt de volgende keer, of als het echt moet.
ps: Ik haat je.
pps: Is iedereen oké?
ppps: Zeg alsjeblieft dat het inderdaad zo is.
Net als ik de laatste regel neer heb gezet, valt de eerste druppel regen op de brief.
Ik stuur het snel weg en ga met mijn rug op het dak liggen. Als het niet goed met iedereen gaat… Ik heb geen idee wat ik dan zou kunnen doen.
Ik ga met mijn hand over de dakpannen en strijk met mijn andere hand een pluk haar uit mijn gezicht. Dat rare vrouwtje dat mij haatte, nog steeds eigenlijk, heeft toen iedereen zijn of haar koffers pakte, nadrukkelijk alle regels opgenoemd. Een paar voorbeelden van de regels is dat je haar niet geverfd mag worden, je vrijetijdskleding mag niet al te extreem zijn en je moet voorzichtig doen met make-up. Tijdens haar speech, heeft ze mij de hele tijd aangekeken.
Maar ja, nu heeft ze nu in plaats van te zorgen dat ik me aan de regels houd, ervoor gezorgd dat een pluk van mijn haar blauw met paars is, ik veel oogmake-up op heb gedaan, die nu trouwens uitloopt en wat betreft de extreme kleding, die had ik al.
Ik denk dat ik eindelijk weer eens een vijand heb.
Jammer genoeg voor haar is de plaats van mijn aartsvijand al lang bezet.
Het begint steeds sneller te regenen, mijn kleren raken doorweekt en nu is het restje make-up dat er nog op zat er ook vanaf. Normaal gesproken zou iemand anders gillend zijn weggerend.
Ik houd juist van regen… Ik heb er niet echt een reden voor, het doet me alleen denken aan mijn stemming als ik aan mijn familie denk.
Dan is het een fijn gevoel dat de natuur voor je huilt als je dat zelf niet doet.
Ik kijk omhoog, niets is meer van het zonnige weer over, de eerst blauwe lucht is nu opgevuld met grijze to zwarte wolken. Het gaat precies over zes minuten en elf seconden onweren.
Ik kan altijd nog als ik geld nodig heb en mijn magie doet het even niet, wat haast onmogelijk is, nog het weer voorspellen. Wat een troost.
Ik probeer wanhopig te lachen, beneden zijn Jade en Nibra me aan het zoeken.
Malonie is niet mee, een reden daarvoor is dat ze me niet kent, de tweede reden is dat ze er momenteel niet is en de derde reden is dat zelfs als zij en Jade elkaar hadden gezien, ze elkaar nog even niet willen spreken.
Reden: Ze hebben elkaar te lang niet meer gezien, end of the story.
Ik denk dat Jade nu wel vermoedt dat ik op het dak zit, maar dat ik onmogelijk zo dom kan zijn om met dit weer buiten te zitten. Fout gedacht, meid.
Ik ben juist graag buiten als iedereen het verschrikkelijk vindt om buiten te zijn.
Verder is verzuipen geweldig en als ik dat niet zou vinden, heb ik nog altijd mijn magie.
Ik zucht, morgen hebben we echt een verschrikkelijk rooster.
Het begint met biologie, daarna komt geschiedenis, daarna komt aardrijkskunde en dan sluit mijn dag af met Crysto. Ik denk dat iedereen hier zo weinig van heksen weet, dat er zelfs geen leraar voor is en ik dan noodgedwongen van Sina les moet krijgen.
Wel een goede manier om haar te observeren.
En hoeveel andere zorgen heb ik? O ja, Nibra moet nog.
Ik had haar, net zoals iedereen hier, later verwacht te ontmoeten.
Niet dat het een slecht iets is, alleen kan ik nu minder aandacht aan Jade besteden.
Voor de rest is ze wel precies hoe ik voorspeld had, alleen haar ogen…
Boeit niet op dit moment trouwens.
Nog een andere zorg is dat ik morgen nogal verkouden zal zijn, mede doordat ik geen jas aanheb, simpelweg omdat ik er geen heb en als ik er zo graag een zou willen hebben, heb ik het gebruikelijke antwoord, magie.
Hoe origineel.
Mijn ogen vallen langzaam dicht door het getik van de regen op de dakpannen.
Normaal heeft dat geen effect op me, maar dit klinkt zo erg als vroeger dat ik automatisch in een diepe slaap val.
‘Hey!’ Ik kijk recht in het lachende gezichtje van mijn kleine broertje.
Hij heeft een slobberige spijkerbroek aan met zijn favoriete shirt erop.
We moeten allebei zo vaak van die deftige kleding dragen, dat we uit protest onze meest normale mensenkleren aandoen. Zijn schoenen en sokken heeft hij uitgedaan, hij vindt het altijd een vreselijk gevoel om die dingen te dragen. Zijn schedel is bedekt met warrig lichtblond haar en zijn helderblauwe ogen kijken mij lachend aan.
‘Kijk eens!’ Zegt hij en probeert een glas op te tillen met zijn gedachten.
Hij kijkt bevelend naar het glas en brengt zijn handen langzaam naar zijn hoofd.
Het glas zweeft heel even één centimeter en dan valt hij kapot op de eikenhouten tafel.
Hierop kijkt hij met zo’n beteuterd gezicht dat iedereen medelijden met hem zou hebben.‘Kop op, het lukt heus wel een keer. Je moet gewoon blijven proberen en je iets meer concentreren!’ Zeg ik en lach naar hem.
Direct vrolijkt hij op en springt van zijn stoel af. Hij wil natuurlijk rennen in de tuin.
Ik pak hem op en til hem naar buiten, een goed idee, het is een mooie dag.
Maar als ik hem op het pasgemaaide gras neerzet, kijkt hij niet met de gebruikelijke zorgeloze blik waarmee hij normaal kijkt.
Hij is bang.
Zwetend word ik wakker en zie dat ik in mijn nieuwe, hiervoor nog onbeslapen bed lig.
De rest is nog aan het slapen.
Ik schud de dekens van mij af en trek mijn kleren snel aan, dit keer heb ik geen zin in magie, ik voel me toch al zo beroerd. Als ik net mijn laarzen aantrek, doet Lucy de deur open.
‘Goedemorgen Ashley…’ zegt ze en stopt verbaasd als ze mij ziet.
‘Sina heeft gezegd dat je waarschijnlijk pas in de middag wakker zou worden vandaag.’
Ik rits mijn laarzen snel dicht en maak het bed op.
‘O ja, ik was vanavond toch in slaap gevallen op het dak?’ zeg ik maar om geen achterdocht te wekken.
‘Ja, waarom was je op het dak Ashley? Het is daar niet veilig,’ zegt ze waarschuwend.
‘Niets boeiends,’ zeg ik. Waarom wil ze dat nou zo graag weten?
Het doet er gewoon helemaal niet toe.
Lucy zwijgt en loopt de kamer uit, ze begrijpt waarschijnlijk dat ze geen steek meer met mij verder komt. Wat jammer dat niemand het de laatste tijd niet meer probeert.
Ik vond het juist zo leuk om te zien hoe personen uiteindelijk wanhopig worden.
Ze trekt de deur achter zich dicht en ik ga zitten op het bed, het was fijn om Stryalo weer eens terug te zien, al was het in een droom. Eigenlijk was het eerder een nachtmerrie, vooral voor hem. Hoe zou het met hem gaan?
Ik zou er alles voor over hebben om met hem te praten of zelfs om te weten hoe het met hem gaat, maar hij wordt dag en nacht bewaakt. Zelfs ik kan op geen enkele manier onopgemerkt met hem communiceren. Ik zucht, niets aan te doen. Gewoon mijn lot om iedereen om me heen ongelukkig te maken. Mezelf inbegrepen natuurlijk.
Ik ben benieuwd hoe lang het dit keer duurt voordat elk perfect leven hier in duigen valt.
Ik gok niet lang, het heeft tenslotte met mij te maken.
Toch is er een persoon op de hele wereld die beter is in levens ruïneren dan ik ben.
Namelijk degene die het mijne heeft verwoest.
Ik zal hem nooit vergeven, niet dat hij daarom vraagt. Ik kan hem niets doen, hij heeft te veel onderdanen en macht. Ook als het op een gevecht tussen mij en hem zou neerkomen, zou ik niet kunnen winnen. Hij is veel krachtiger dan ik ben.
Niet meer aan denken nu, het is toch zinloos.
Met denken en in je gedachten mensen vervloeken kom je niets verder, je kan dan beter iets nuttigs gaan doen met je leven. Voor zover dat mogelijk is.
Ik kijk naar de andere kant van de kamer, waar iedereen nog vredig aan het slapen is.
Malonie ligt plat op haar buik op het bed met haar hoofd in het kussen gegraven, ademt ze wel? Nibra ligt plat op haar rug, met nog steeds een paar plukken voor haar ogen, uitgerekt op haar bed. En Jade ligt helemaal opgerold, het zou me niet verbazen als ze zelfs een duim in haar mond zou stoppen. Het doet me erg denken aan Stryalo, hij slaapt, of misschien sliep, ook altijd zo.
Iemand anders zou zich waarschijnlijk afvragen, waarom het komt dat ik niet van mijn familie en mijn grootste aartsvijanden te toekomst kan voorspellen.
Ik vind het zelf heel irritant dat ik dat niet kan, want als ik hun toekomst zou kunnen zien, kon ik misschien opvrolijken als ik denk aan de mijne. Die kan ik jammer genoeg voor mij, wel voorspellen.
Ik kijk de kamer rond, het is eigenlijk best groot voor wat ik de laatste tijd gewend ben.
Er staan hemelbedden, best oké trouwens, had ik vroeger ook. Jade’s bedovertrek is paars, voorspelbaar, met donkerpaarse stippen erop. Nibra heeft een groen/grijze met een cyaanblauwe paradijsvogel op het kussen. En Malonie heeft een simpele rode met blauwe en gele strepen erop. Mijn voorkeur gaat uit naar de mijne, het heeft een zwart/wit geblokt patroon erop en voor de rest helemaal niets.
De kleur van het bed heb ik wel nog zwart gemaakt, ik kon die rare donkergroene kleur niet verdragen. Malonie wilde ook dat ik die van haar oranje maakte!
Is ze ziek of zoiets?! Abnormaal dat iemand zo vrolijk kan zijn dat diegene alle kleuren van de regenboog per se op haar bed wilt hebben!
Ik deed toen ook dat ik het niet hoorde en ging naar het dak.
Ik zou haar geheugen kunnen wissen en haar laten denken dat ze zoiets eigenlijk verschrikkelijk vindt… Dat zou te veel opvallen.
Omdat ik me nu verschrikkelijk verveel, pak ik mijn boek tevoorschijn.
Ik strijk over de kaft en teken nog even mijn oorspronkelijke familiewapen erop en net daarboven het wapen dat ik nu heb.
Het staat heel klein en onderin, als je er niet naar zou zoeken, zou je het niet kunnen vinden.
Perfect.
Ik heb er nu al 132 liedjes in geschreven, dat lijkt veel, maar ik moet naar de 155.
Pas dan lukt het iets wat ik met het boek van plan ben, pas dan is fase een voltooid.
Nog drieëntwintig liedjes te gaan.
Ik heb tijd en hopelijk ook inspiratie genoeg.
Maar daarna moet ik er nog een paar spreuken voor bedenken, anders heb ik er natuurlijk niets aan.
Ik kijk naar Jade en kan een glimlach niet voorkomen, ze ziet er nu zo vredig uit.
Het spijt me dat ik uitgerekend jou dit lot moet bezorgen.
Ik had er graag voor gezorgd dat ik het aan een ander mocht overdragen, maar wat voorspeld is, is voorspeld. En mijn lach vervaagt.
Het is eigenlijk haar eigen schuld, wat er ook zal gaan gebeuren, ze gaat het doen.
Daarom moet ik het voorkomen.
Net als bij Nibra en Malonie, ze zullen alle drie in de weg gaan staan.
Bij Nibra hebben ze er al rekening mee gehouden, haar zus in iedergeval.
Door haar kwamen ze haar bestaan te weten en deden wat haar zus hun vroeg.
En Malonie hoeft eigenlijk geen maatregelen, ik weet niet waarom zij ook nog in de gaten gehouden moet worden. Zij is totaal ongevaarlijk.
Ik lach weer, maar dit keer op een minachtende manier.
Ze is een zwakkeling, ze kan niet voor zichzelf opkomen.
Ook bij onze eerste ontmoeting. Haar schooluniform was totaal onveranderd.
Haar blonde sluike haar komt bijna tot haar billen en ze heeft zelfs een armbandje met daaraan een paar bedeltjes. Elke bedel staat voor een goede daad die ze ooit heeft gedaan, en hoeveel vrienden ze maakt. Ze is ook van plan om volgend weekend twee nieuwe bedeltjes te kopen, voor Jade heeft ze er al een. En wanneer er iemand tegen haar opbotste toen we naar onze verdieping liepen, lachte ze alleen maar. Wat is er toch met haar aan de hand!?
Gelukkig voor Malonie zal ze van alle mensen op deze school de minste verschrikkingen meemaken.
De rest zal wel wat familie en vrienden verliezen en misschien doodgaan.
Valt wel mee.
Ik ga weer op het bed liggen en staar naar het plafond.
Er is nog één persoon die het zou kunnen voorkomen, Sina.
Ik moet wel zeggen dat ze een verschrikkelijk schoolhoofd is, maar ze denkt wel goed na.
Dat is te merken aan alle raadsels die ze verzint.
Bijvoorbeeld toen ze een toespraak ging houden, Lucy heeft alles nog vertaald voor de personen die het niet begrepen. Iedereen behalve ik dus.
Met haar in de buurt zal mijn opdracht wat lastiger worden.
Ik moet Sina’s vertrouwen zien te winnen.
Nog drie kwartier tot het ontbijt, Jade zal over vijf minuten wakker worden.
Ze wordt altijd precies om zeven uur wakker.
Nibra’s wekker gaat over drie minuten, jammer voor je Jade, nu kan je niet meer uitslapen.
Malonie kan dat nu ook niet, maar dat boeit me niet.
Waarom moest nou per se Jade’s beste vriendin die naar Schotland was verhuisd hier zijn?
Het lot natuurlijk, ik HAAT het lot!
Het lot heeft me opgescheept met mijn stomme moeder, mijn stomme vader, mijn stomme leven, mijn stomme opdracht, deze stomme ‘vriendinnen’, deze stomme school, die stomme vrolijkheid die hier heerst en dat ik me op dit moment verveel.
Ik voel aan mijn keel en kijk naar het pentagram dat om mijn nek hangt.
Ik haal de ketting eraf en stop het in een lade van mijn kast.
Niets kan de plaats vervangen van mijn andere ketting.
Nibra doet langzaam haar ogen open en kijkt slaperig mijn kant op.
Ik ga weer liggen en besteed verder geen aandacht aan haar.
Jij krijgt ook nog heel wat onheil op je af.
Ze staat langzaam op met haar ogen nog half gesloten en maakt haar bed op.
Raar is ze wel.
Ik zeg maar, wie maakt nou slapend zijn bed op?
Ze gaat op haar hurken zitten en pakt iets onder haar bed vandaan dat op een hondenmand lijkt en tilt het dekentje op. Opeens komt er een hondje onder vandaan, heb ik al gezegd dat ze raar is? De hond, of beter gezegd de puppy, springt enthousiast de kamer rond.
‘Kan je dat beest op laten houden Nibra?’ Vraag ik terwijl ik ongezien minachtend naar het schepsel op de grond kijk. Nibra pakt het ding op en aait over de kop van de pup.
‘Waarom heb je dat beest eigenlijk meegenomen? Het is verboden trouwens, niet dat ik daar iets om geef, maar ik denk dat jij het niet leuk vind als je straf krijgt.’
‘Kan jij niet iets verzinnen om het geheim te houden? Ik kan me wel onder een straf uitpraten, maar met dit lukt dat niet echt,’ zegt ze en ‘het’ begint te blaffen.
Ik krijg ook nooit rust. Ze is een vormveranderaar, kan ze niet gewoon van een steen een muilkorf maken?
Door het geblaf worden Malonie en Jade ook wakker en de wekker van Nibra gaat tegelijkertijd af. Ze kijken verbaasd van de hond naar Nibra, naar mij.
‘Wat is dit?’ Vraagt Malonie en ze loopt slaperig naar de wekker om het geluid uit te zetten.
‘Dit is mijn puppy, Naene,’ zegt ze trots terug.
Hoe kan iemand trots zijn op een verschrikkelijk beest zoals dat?
Ja, ik haat honden ook.
Jade knikt en rent naar Naene om het te aaien en pakt het van Nibra over.
Ze keert zich weer naar mij en kijkt me met smekende ogen aan.
‘Goed, geef het mormel maar hier,’ mompel ik. Die ogen doen me niets, ik kan gewoon niet tegen dat beest. Jade loopt naar mij en legt de puppy op mijn schoot.
Ik strijk er met mijn vingers over en mompel een spreuk.
Ik verlos mezelf van de pup door het weer aan Jade te geven, die er erg dol op schijnt te zijn.
Nibra kijkt onderzoekend naar haar huisdier en kijkt weer terug naar mij.
‘Geen zorgen, ik heb er gewoon voor gezorgd dat alleen wij vier het kunnen zien,’ zeg ik en het meisje haalt opgelucht adem.
Op dat moment komt mevrouw Woods de kamer binnen, of zoals ik haar noem, Woodie.
Door deze plaats heb ik geen inspiratie meer voor mijn gebruikelijke beledigende bijnamen.
Ze is de kok hier, de verpleegkundige en moet de eerste week van het schooljaar de eerstejaars van hun kamers halen voor het ontbijt.
Ze is 45 jaar oud, mollig, heeft altijd een witte rok met blouse, witte ballerina’s en een witte panty aan. Als je denkt dat het niet gekker kan, zie je dat ze ook altijd haar lusteloze bruine haar in twee vlechten vlecht natuurlijk met behulp van twee witte elastiekjes.
En ik dacht dat ik een beetje normaal moest zijn voor deze school!
‘Meiden kom snel naar de kantine! Anders staat er een enorme rij en hebben jullie geen eten,’ zegt de vrouw met een misselijkmakend enthousiasme. Net als die hond.
Jade knikt en de vrouw gaat de personen in de kamer naast ons lastig vallen.
‘Trouwens anderen kunnen het alleen niet horen en zien, maar wel dat je armen in een rare positie zijn,’ zeg ik en Jade kijkt geschrokken terug.
‘Nee, ze heeft niks gezien. Daar is ze altijd veel te enthousiast voor,’ zeg ik om haar gerust te stellen. Haar haat ik maar een klein beetje, ze doet me veel te veel denken aan mijn broertje om haar echt te haten.
Jade lacht en als iedereen aan is gekleed, gaan we weg.
We lopen de kamer uit en komen in een lange hal, hier zijn de slaapkamers van de eerstejaars en de tweedejaars meisjes. Aan het einde van de hal is er een lift en een trap.
Omdat je de lift alleen mag gebruiken vanaf het vierde jaar moet iedereen van deze verdieping met de trap, inclusief wij vier.
‘Iedereen is al weg,’ zegt Jade.
‘Goed opgemerkt,’ antwoord ik. ‘Zin om te teleporteren?’
De rest stemt in en we pakken elkaars handen vast, Malonie kijkt nog wat onwennig, ze heeft het nog nooit gedaan. Dit wordt lachen.
Iedereen is klaar en ik doe mijn ogen dicht en concentreer me op de gang voor de kantine.
We worden opgezogen door de gebruikelijke tornado.
Malonie staat met open mond te kijken naar de gele en oranje kleuren die ze ziet.
Bij het teleporteren kom je te weten over je karakter, verleden en soms ook je toekomst.
De betekenissen van de kleuren kunnen wel bij elk persoon verschillen en je kan ook eventueel beelden zien over je toekomst en/of verleden, maar dat is heel zeldzaam.
Zelfs ik heb dat nog nooit meegemaakt.
Ik zal even de uitleg geven van wat de anderen zien:
Jade ziet een regenboog van kleuren met ook zilver erdoor, wat betekent dat ze overal open voor staat, gelukkig is en nog vol onschuld zit.
Verder ziet Nibra vooral blauwe, groene, witte en grijze kleuren.
Ze is vrolijk, vol hoop, een trouwe vriendin, gelukkig in de toekomst en ook zijn er ook heel wat mysteries waar ze niks vanaf weet.
Het gele en oranje wat Malonie ziet, staat voor blijheid, weinig ongeluk en optimisme.
Er zitten ook nog wat roze en groene kleuren tussen die bescheidenheid en hoop betekenen.
Het zou leuk zijn om een keer te zien wat zij allemaal zien.
Ik zie namelijk alleen duisternis, alle andere kleuren heb ik verdrongen.
Daarbij hoort een voorspelbare uitleg: Ik ben pessimistisch, ik heb vele donkere tijden meegemaakt, ik ga nog veel donkere tijden meemaken, ik sta nergens voor open, ik vertrouw niemand en ik ben sarcastisch en sadistisch.
Wat heb ik een gelukkig leventje zeg.
Snel belanden we voor de deur van de kantine.
Jade en Nibra kijken teleurgesteld en Malonie staat met een groen gezicht te kokhalzen.
Geweldig, maar goor vermaak is dit.
‘Ashley kan je alsjeblieft…’ zegt Jade.
Goed dan, ik knip met mijn vingers en er komt een soort witte wolk uit die naar Malonie beweegt. Als het haar heeft bereikt verdwijnt de wolk tegelijkertijd met het kokhalzen en ze krijgt weer wat kleur op haar wangen. Ze wankelt even op haar benen en als ze weer evenwicht heeft gevonden, kijkt Nibra mij onderzoekend aan.
Ze vermijdt gelukkig geen oogcontact met mij meer, nu hoef ik dat niet meer met een spreuk te doen zoals ik toen we elkaar ontmoetten heb gedaan.
Haar oogkleur is op dit moment donkergeel, ze wantrouwt me dus op dit moment.
Dit is het bewijs dat ze al langer met deze opdracht bezig waren voordat ik dat deed.
Je kan haar nu altijd herkennen aan haar verwisselende oogkleur.
We lopen de ruimte binnen, maar behouden oogcontact.
De stijl van de magie waarmee het is gebeurd…
Typisch van de Serildur.

De tekst komt er anders op dan in Word, maar ik zal proberen dat het hier ook goed op komt

H. 7
Eigenlijk kan je het al raden, ik zit op het dak.
Vandaag zijn we aangekomen op Quantyso en omdat het weer eens tijd is, moet ik een brief schrijven. Bij het vorige antwoord op mijn brief stond er dat ik nu ook net als bij een mail, het stukje van, naar en onderwerp neerzetten. Lucky me…
Van: Kan je gemakkelijk raden.
Naar: Jou dus.
Onderwerp: Beschrijving van Quantyso, nou goed!
Het gebouw ligt aan de rand van een bos, in de nacht jagen er vaak Weerwolven en Vampiers. Overdag oefenen Syvians, Musia’s en Elfen er.
Het heet het Nuv of het Zuoc, wat bij de eerste (in het Verianda) bos en de tweede woud betekent. Verder is het gebouw erg hoog, van de buitenkant valt het mee, maar aan de binnenkant is het gigantisch. Op de school zitten 3898 leerlingen, waarvan er 432 elfen zijn, 893 Vormveranderaars, 673 Vampiers, 548 Weerwolven, 790 Syvians, 561 Musia’s en inclusief mij is er één Heks. De kleur van het schoolgebouw hangt af van de stemming van Sina. Ze laat Vormveranderaars die daar lesgeven, het gebouw elke week veranderen.
Volgens de gedachten van een paar ouderejaars is het gebouw zelfs een keer roze met paarse strepen erop geweest. Sina was die week dan wel erg gelukkig en/of verliefd of zoiets.
Vervolgens zijn er drie klassen per jaar:
LG, … leerjaar gemixt.
LDW, … leerjaar duistere wezens.
LLW, … leerjaar lichte wezens.
De leerjaren gaan tot en met het zesde jaar, je kunt dan gemakkelijk nog gaan studeren in de mensenwereld. Als je dat zou willen tenminste.
In totaal gaan er drie of vier personen op één grote kamer. Vanaf het vijfde jaar mag je ook met z’n tweeën op een kamer, uitzonderingen mogen ook alleen.
Verdere informatie over Quantyso komt de volgende keer, of als het echt moet.
ps: Ik haat je.
pps: Is iedereen oké?
ppps: Zeg alsjeblieft dat het inderdaad zo is.
Net als ik de laatste regel neer heb gezet, valt de eerste druppel regen op de brief.
Ik stuur het snel weg en ga met mijn rug op het dak liggen. Als het niet goed met iedereen gaat… Ik heb geen idee wat ik dan zou kunnen doen.
Ik ga met mijn hand over de dakpannen en strijk met mijn andere hand een pluk haar uit mijn gezicht. Dat rare vrouwtje dat mij haatte, nog steeds eigenlijk, heeft toen iedereen zijn of haar koffers pakte, nadrukkelijk alle regels opgenoemd. Een paar voorbeelden van de regels is dat je haar niet geverfd mag worden, je vrijetijdskleding mag niet al te extreem zijn en je moet voorzichtig doen met make-up. Tijdens haar speech, heeft ze mij de hele tijd aangekeken.
Maar ja, nu heeft ze nu in plaats van te zorgen dat ik me aan de regels houd, ervoor gezorgd dat een pluk van mijn haar blauw met paars is, ik veel oogmake-up op heb gedaan, die nu trouwens uitloopt en wat betreft de extreme kleding, die had ik al.
Ik denk dat ik eindelijk weer eens een vijand heb.
Jammer genoeg voor haar is de plaats van mijn aartsvijand al lang bezet.
Het begint steeds sneller te regenen, mijn kleren raken doorweekt en nu is het restje make-up dat er nog op zat er ook vanaf. Normaal gesproken zou iemand anders gillend zijn weggerend.
Ik houd juist van regen… Ik heb er niet echt een reden voor, het doet me alleen denken aan mijn stemming als ik aan mijn familie denk.
Dan is het een fijn gevoel dat de natuur voor je huilt als je dat zelf niet doet.
Ik kijk omhoog, niets is meer van het zonnige weer over, de eerst blauwe lucht is nu opgevuld met grijze to zwarte wolken. Het gaat precies over zes minuten en elf seconden onweren.
Ik kan altijd nog als ik geld nodig heb en mijn magie doet het even niet, wat haast onmogelijk is, nog het weer voorspellen. Wat een troost.
Ik probeer wanhopig te lachen, beneden zijn Jade en Nibra me aan het zoeken.
Malonie is niet mee, een reden daarvoor is dat ze me niet kent, de tweede reden is dat ze er momenteel niet is en de derde reden is dat zelfs als zij en Jade elkaar hadden gezien, ze elkaar nog even niet willen spreken.
Reden: Ze hebben elkaar te lang niet meer gezien, end of the story.
Ik denk dat Jade nu wel vermoedt dat ik op het dak zit, maar dat ik onmogelijk zo dom kan zijn om met dit weer buiten te zitten. Fout gedacht, meid.
Ik ben juist graag buiten als iedereen het verschrikkelijk vindt om buiten te zijn.
Verder is verzuipen geweldig en als ik dat niet zou vinden, heb ik nog altijd mijn magie.
Ik zucht, morgen hebben we echt een verschrikkelijk rooster.
Het begint met biologie, daarna komt geschiedenis, daarna komt aardrijkskunde en dan sluit mijn dag af met Crysto. Ik denk dat iedereen hier zo weinig van heksen weet, dat er zelfs geen leraar voor is en ik dan noodgedwongen van Sina les moet krijgen.
Wel een goede manier om haar te observeren.
En hoeveel andere zorgen heb ik? O ja, Nibra moet nog.
Ik had haar, net zoals iedereen hier, later verwacht te ontmoeten.
Niet dat het een slecht iets is, alleen kan ik nu minder aandacht aan Jade besteden.
Voor de rest is ze wel precies hoe ik voorspeld had, alleen haar ogen…
Boeit niet op dit moment trouwens.
Nog een andere zorg is dat ik morgen nogal verkouden zal zijn, mede doordat ik geen jas aanheb, simpelweg omdat ik er geen heb en als ik er zo graag een zou willen hebben, heb ik het gebruikelijke antwoord, magie.
Hoe origineel.
Mijn ogen vallen langzaam dicht door het getik van de regen op de dakpannen.
Normaal heeft dat geen effect op me, maar dit klinkt zo erg als vroeger dat ik automatisch in een diepe slaap val.
‘Hey!’ Ik kijk recht in het lachende gezichtje van mijn kleine broertje.
Hij heeft een slobberige spijkerbroek aan met zijn favoriete shirt erop.
We moeten allebei zo vaak van die deftige kleding dragen, dat we uit protest onze meest normale mensenkleren aandoen. Zijn schoenen en sokken heeft hij uitgedaan, hij vindt het altijd een vreselijk gevoel om die dingen te dragen. Zijn schedel is bedekt met warrig lichtblond haar en zijn helderblauwe ogen kijken mij lachend aan.
‘Kijk eens!’ Zegt hij en probeert een glas op te tillen met zijn gedachten.
Hij kijkt bevelend naar het glas en brengt zijn handen langzaam naar zijn hoofd.
Het glas zweeft heel even één centimeter en dan valt hij kapot op de eikenhouten tafel.
Hierop kijkt hij met zo’n beteuterd gezicht dat iedereen medelijden met hem zou hebben.‘Kop op, het lukt heus wel een keer. Je moet gewoon blijven proberen en je iets meer concentreren!’ Zeg ik en lach naar hem.
Direct vrolijkt hij op en springt van zijn stoel af. Hij wil natuurlijk rennen in de tuin.
Ik pak hem op en til hem naar buiten, een goed idee, het is een mooie dag.
Maar als ik hem op het pasgemaaide gras neerzet, kijkt hij niet met de gebruikelijke zorgeloze blik waarmee hij normaal kijkt.
Hij is bang.
Zwetend word ik wakker en zie dat ik in mijn nieuwe, hiervoor nog onbeslapen bed lig.
De rest is nog aan het slapen.
Ik schud de dekens van mij af en trek mijn kleren snel aan, dit keer heb ik geen zin in magie, ik voel me toch al zo beroerd. Als ik net mijn laarzen aantrek, doet Lucy de deur open.
‘Goedemorgen Ashley…’ zegt ze en stopt verbaasd als ze mij ziet.
‘Sina heeft gezegd dat je waarschijnlijk pas in de middag wakker zou worden vandaag.’
Ik rits mijn laarzen snel dicht en maak het bed op.
‘O ja, ik was vanavond toch in slaap gevallen op het dak?’ zeg ik maar om geen achterdocht te wekken.
‘Ja, waarom was je op het dak Ashley? Het is daar niet veilig,’ zegt ze waarschuwend.
‘Niets boeiends,’ zeg ik. Waarom wil ze dat nou zo graag weten?
Het doet er gewoon helemaal niet toe.
Lucy zwijgt en loopt de kamer uit, ze begrijpt waarschijnlijk dat ze geen steek meer met mij verder komt. Wat jammer dat niemand het de laatste tijd niet meer probeert.
Ik vond het juist zo leuk om te zien hoe personen uiteindelijk wanhopig worden.
Ze trekt de deur achter zich dicht en ik ga zitten op het bed, het was fijn om Stryalo weer eens terug te zien, al was het in een droom. Eigenlijk was het eerder een nachtmerrie, vooral voor hem. Hoe zou het met hem gaan?
Ik zou er alles voor over hebben om met hem te praten of zelfs om te weten hoe het met hem gaat, maar hij wordt dag en nacht bewaakt. Zelfs ik kan op geen enkele manier onopgemerkt met hem communiceren. Ik zucht, niets aan te doen. Gewoon mijn lot om iedereen om me heen ongelukkig te maken. Mezelf inbegrepen natuurlijk.
Ik ben benieuwd hoe lang het dit keer duurt voordat elk perfect leven hier in duigen valt.
Ik gok niet lang, het heeft tenslotte met mij te maken.
Toch is er een persoon op de hele wereld die beter is in levens ruïneren dan ik ben.
Namelijk degene die het mijne heeft verwoest.
Ik zal hem nooit vergeven, niet dat hij daarom vraagt. Ik kan hem niets doen, hij heeft te veel onderdanen en macht. Ook als het op een gevecht tussen mij en hem zou neerkomen, zou ik niet kunnen winnen. Hij is veel krachtiger dan ik ben.
Niet meer aan denken nu, het is toch zinloos.
Met denken en in je gedachten mensen vervloeken kom je niets verder, je kan dan beter iets nuttigs gaan doen met je leven. Voor zover dat mogelijk is.
Ik kijk naar de andere kant van de kamer, waar iedereen nog vredig aan het slapen is.
Malonie ligt plat op haar buik op het bed met haar hoofd in het kussen gegraven, ademt ze wel? Nibra ligt plat op haar rug, met nog steeds een paar plukken voor haar ogen, uitgerekt op haar bed. En Jade ligt helemaal opgerold, het zou me niet verbazen als ze zelfs een duim in haar mond zou stoppen. Het doet me erg denken aan Stryalo, hij slaapt, of misschien sliep, ook altijd zo.
Iemand anders zou zich waarschijnlijk afvragen, waarom het komt dat ik niet van mijn familie en mijn grootste aartsvijanden te toekomst kan voorspellen.
Ik vind het zelf heel irritant dat ik dat niet kan, want als ik hun toekomst zou kunnen zien, kon ik misschien opvrolijken als ik denk aan de mijne. Die kan ik jammer genoeg voor mij, wel voorspellen.
Ik kijk de kamer rond, het is eigenlijk best groot voor wat ik de laatste tijd gewend ben.
Er staan hemelbedden, best oké trouwens, had ik vroeger ook. Jade’s bedovertrek is paars, voorspelbaar, met donkerpaarse stippen erop. Nibra heeft een groen/grijze met een cyaanblauwe paradijsvogel op het kussen. En Malonie heeft een simpele rode met blauwe en gele strepen erop. Mijn voorkeur gaat uit naar de mijne, het heeft een zwart/wit geblokt patroon erop en voor de rest helemaal niets.
De kleur van het bed heb ik wel nog zwart gemaakt, ik kon die rare donkergroene kleur niet verdragen. Malonie wilde ook dat ik die van haar oranje maakte!
Is ze ziek of zoiets?! Abnormaal dat iemand zo vrolijk kan zijn dat diegene alle kleuren van de regenboog per se op haar bed wilt hebben!
Ik deed toen ook dat ik het niet hoorde en ging naar het dak.
Ik zou haar geheugen kunnen wissen en haar laten denken dat ze zoiets eigenlijk verschrikkelijk vindt… Dat zou te veel opvallen.
Omdat ik me nu verschrikkelijk verveel, pak ik mijn boek tevoorschijn.
Ik strijk over de kaft en teken nog even mijn oorspronkelijke familiewapen erop en net daarboven het wapen dat ik nu heb.
Het staat heel klein en onderin, als je er niet naar zou zoeken, zou je het niet kunnen vinden.
Perfect.
Ik heb er nu al 132 liedjes in geschreven, dat lijkt veel, maar ik moet naar de 155.
Pas dan lukt het iets wat ik met het boek van plan ben, pas dan is fase een voltooid.
Nog drieëntwintig liedjes te gaan.
Ik heb tijd en hopelijk ook inspiratie genoeg.
Maar daarna moet ik er nog een paar spreuken voor bedenken, anders heb ik er natuurlijk niets aan.
Ik kijk naar Jade en kan een glimlach niet voorkomen, ze ziet er nu zo vredig uit.
Het spijt me dat ik uitgerekend jou dit lot moet bezorgen.
Ik had er graag voor gezorgd dat ik het aan een ander mocht overdragen, maar wat voorspeld is, is voorspeld. En mijn lach vervaagt.
Het is eigenlijk haar eigen schuld, wat er ook zal gaan gebeuren, ze gaat het doen.
Daarom moet ik het voorkomen.
Net als bij Nibra en Malonie, ze zullen alle drie in de weg gaan staan.
Bij Nibra hebben ze er al rekening mee gehouden, haar zus in iedergeval.
Door haar kwamen ze haar bestaan te weten en deden wat haar zus hun vroeg.
En Malonie hoeft eigenlijk geen maatregelen, ik weet niet waarom zij ook nog in de gaten gehouden moet worden. Zij is totaal ongevaarlijk.
Ik lach weer, maar dit keer op een minachtende manier.
Ze is een zwakkeling, ze kan niet voor zichzelf opkomen.
Ook bij onze eerste ontmoeting. Haar schooluniform was totaal onveranderd.
Haar blonde sluike haar komt bijna tot haar billen en ze heeft zelfs een armbandje met daaraan een paar bedeltjes. Elke bedel staat voor een goede daad die ze ooit heeft gedaan, en hoeveel vrienden ze maakt. Ze is ook van plan om volgend weekend twee nieuwe bedeltjes te kopen, voor Jade heeft ze er al een. En wanneer er iemand tegen haar opbotste toen we naar onze verdieping liepen, lachte ze alleen maar. Wat is er toch met haar aan de hand!?
Gelukkig voor Malonie zal ze van alle mensen op deze school de minste verschrikkingen meemaken.
De rest zal wel wat familie en vrienden verliezen en misschien doodgaan.
Valt wel mee.
Ik ga weer op het bed liggen en staar naar het plafond.
Er is nog één persoon die het zou kunnen voorkomen, Sina.
Ik moet wel zeggen dat ze een verschrikkelijk schoolhoofd is, maar ze denkt wel goed na.
Dat is te merken aan alle raadsels die ze verzint.
Bijvoorbeeld toen ze een toespraak ging houden, Lucy heeft alles nog vertaald voor de personen die het niet begrepen. Iedereen behalve ik dus.
Met haar in de buurt zal mijn opdracht wat lastiger worden.
Ik moet Sina’s vertrouwen zien te winnen.
Nog drie kwartier tot het ontbijt, Jade zal over vijf minuten wakker worden.
Ze wordt altijd precies om zeven uur wakker.
Nibra’s wekker gaat over drie minuten, jammer voor je Jade, nu kan je niet meer uitslapen.
Malonie kan dat nu ook niet, maar dat boeit me niet.
Waarom moest nou per se Jade’s beste vriendin die naar Schotland was verhuisd hier zijn?
Het lot natuurlijk, ik HAAT het lot!
Het lot heeft me opgescheept met mijn stomme moeder, mijn stomme vader, mijn stomme leven, mijn stomme opdracht, deze stomme ‘vriendinnen’, deze stomme school, die stomme vrolijkheid die hier heerst en dat ik me op dit moment verveel.
Ik voel aan mijn keel en kijk naar het pentagram dat om mijn nek hangt.
Ik haal de ketting eraf en stop het in een lade van mijn kast.
Niets kan de plaats vervangen van mijn andere ketting.
Nibra doet langzaam haar ogen open en kijkt slaperig mijn kant op.
Ik ga weer liggen en besteed verder geen aandacht aan haar.
Jij krijgt ook nog heel wat onheil op je af.
Ze staat langzaam op met haar ogen nog half gesloten en maakt haar bed op.
Raar is ze wel.
Ik zeg maar, wie maakt nou slapend zijn bed op?
Ze gaat op haar hurken zitten en pakt iets onder haar bed vandaan dat op een hondenmand lijkt en tilt het dekentje op. Opeens komt er een hondje onder vandaan, heb ik al gezegd dat ze raar is? De hond, of beter gezegd de puppy, springt enthousiast de kamer rond.
‘Kan je dat beest op laten houden Nibra?’ Vraag ik terwijl ik ongezien minachtend naar het schepsel op de grond kijk. Nibra pakt het ding op en aait over de kop van de pup.
‘Waarom heb je dat beest eigenlijk meegenomen? Het is verboden trouwens, niet dat ik daar iets om geef, maar ik denk dat jij het niet leuk vind als je straf krijgt.’
‘Kan jij niet iets verzinnen om het geheim te houden? Ik kan me wel onder een straf uitpraten, maar met dit lukt dat niet echt,’ zegt ze en ‘het’ begint te blaffen.
Ik krijg ook nooit rust. Ze is een vormveranderaar, kan ze niet gewoon van een steen een muilkorf maken?
Door het geblaf worden Malonie en Jade ook wakker en de wekker van Nibra gaat tegelijkertijd af. Ze kijken verbaasd van de hond naar Nibra, naar mij.
‘Wat is dit?’ Vraagt Malonie en ze loopt slaperig naar de wekker om het geluid uit te zetten.
‘Dit is mijn puppy, Naene,’ zegt ze trots terug.
Hoe kan iemand trots zijn op een verschrikkelijk beest zoals dat?
Ja, ik haat honden ook.
Jade knikt en rent naar Naene om het te aaien en pakt het van Nibra over.
Ze keert zich weer naar mij en kijkt me met smekende ogen aan.
‘Goed, geef het mormel maar hier,’ mompel ik. Die ogen doen me niets, ik kan gewoon niet tegen dat beest. Jade loopt naar mij en legt de puppy op mijn schoot.
Ik strijk er met mijn vingers over en mompel een spreuk.
Ik verlos mezelf van de pup door het weer aan Jade te geven, die er erg dol op schijnt te zijn.
Nibra kijkt onderzoekend naar haar huisdier en kijkt weer terug naar mij.
‘Geen zorgen, ik heb er gewoon voor gezorgd dat alleen wij vier het kunnen zien,’ zeg ik en het meisje haalt opgelucht adem.
Op dat moment komt mevrouw Woods de kamer binnen, of zoals ik haar noem, Woodie.
Door deze plaats heb ik geen inspiratie meer voor mijn gebruikelijke beledigende bijnamen.
Ze is de kok hier, de verpleegkundige en moet de eerste week van het schooljaar de eerstejaars van hun kamers halen voor het ontbijt.
Ze is 45 jaar oud, mollig, heeft altijd een witte rok met blouse, witte ballerina’s en een witte panty aan. Als je denkt dat het niet gekker kan, zie je dat ze ook altijd haar lusteloze bruine haar in twee vlechten vlecht natuurlijk met behulp van twee witte elastiekjes.
En ik dacht dat ik een beetje normaal moest zijn voor deze school!
‘Meiden kom snel naar de kantine! Anders staat er een enorme rij en hebben jullie geen eten,’ zegt de vrouw met een misselijkmakend enthousiasme. Net als die hond.
Jade knikt en de vrouw gaat de personen in de kamer naast ons lastig vallen.
‘Trouwens anderen kunnen het alleen niet horen en zien, maar wel dat je armen in een rare positie zijn,’ zeg ik en Jade kijkt geschrokken terug.
‘Nee, ze heeft niks gezien. Daar is ze altijd veel te enthousiast voor,’ zeg ik om haar gerust te stellen. Haar haat ik maar een klein beetje, ze doet me veel te veel denken aan mijn broertje om haar echt te haten.
Jade lacht en als iedereen aan is gekleed, gaan we weg.
We lopen de kamer uit en komen in een lange hal, hier zijn de slaapkamers van de eerstejaars en de tweedejaars meisjes. Aan het einde van de hal is er een lift en een trap.
Omdat je de lift alleen mag gebruiken vanaf het vierde jaar moet iedereen van deze verdieping met de trap, inclusief wij vier.
‘Iedereen is al weg,’ zegt Jade.
‘Goed opgemerkt,’ antwoord ik. ‘Zin om te teleporteren?’
De rest stemt in en we pakken elkaars handen vast, Malonie kijkt nog wat onwennig, ze heeft het nog nooit gedaan. Dit wordt lachen.
Iedereen is klaar en ik doe mijn ogen dicht en concentreer me op de gang voor de kantine.
We worden opgezogen door de gebruikelijke tornado.
Malonie staat met open mond te kijken naar de gele en oranje kleuren die ze ziet.
Bij het teleporteren kom je te weten over je karakter, verleden en soms ook je toekomst.
De betekenissen van de kleuren kunnen wel bij elk persoon verschillen en je kan ook eventueel beelden zien over je toekomst en/of verleden, maar dat is heel zeldzaam.
Zelfs ik heb dat nog nooit meegemaakt.
Ik zal even de uitleg geven van wat de anderen zien:
Jade ziet een regenboog van kleuren met ook zilver erdoor, wat betekent dat ze overal open voor staat, gelukkig is en nog vol onschuld zit.
Verder ziet Nibra vooral blauwe, groene, witte en grijze kleuren.
Ze is vrolijk, vol hoop, een trouwe vriendin, gelukkig in de toekomst en ook zijn er ook heel wat mysteries waar ze niks vanaf weet.
Het gele en oranje wat Malonie ziet, staat voor blijheid, weinig ongeluk en optimisme.
Er zitten ook nog wat roze en groene kleuren tussen die bescheidenheid en hoop betekenen.
Het zou leuk zijn om een keer te zien wat zij allemaal zien.
Ik zie namelijk alleen duisternis, alle andere kleuren heb ik verdrongen.
Daarbij hoort een voorspelbare uitleg: Ik ben pessimistisch, ik heb vele donkere tijden meegemaakt, ik ga nog veel donkere tijden meemaken, ik sta nergens voor open, ik vertrouw niemand en ik ben sarcastisch en sadistisch.
Wat heb ik een gelukkig leventje zeg.
Snel belanden we voor de deur van de kantine.
Jade en Nibra kijken teleurgesteld en Malonie staat met een groen gezicht te kokhalzen.
Geweldig, maar goor vermaak is dit.
‘Ashley kan je alsjeblieft…’ zegt Jade.
Goed dan, ik knip met mijn vingers en er komt een soort witte wolk uit die naar Malonie beweegt. Als het haar heeft bereikt verdwijnt de wolk tegelijkertijd met het kokhalzen en ze krijgt weer wat kleur op haar wangen. Ze wankelt even op haar benen en als ze weer evenwicht heeft gevonden, kijkt Nibra mij onderzoekend aan.
Ze vermijdt gelukkig geen oogcontact met mij meer, nu hoef ik dat niet meer met een spreuk te doen zoals ik toen we elkaar ontmoetten heb gedaan.
Haar oogkleur is op dit moment donkergeel, ze wantrouwt me dus op dit moment.
Dit is het bewijs dat ze al langer met deze opdracht bezig waren voordat ik dat deed.
Je kan haar nu altijd herkennen aan haar verwisselende oogkleur.
We lopen de ruimte binnen, maar behouden oogcontact.
De stijl van de magie waarmee het is gebeurd…
Typisch van de Serildur.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
- Nande-chan
- Puntenslijper
- Berichten: 21
- Lid geworden op: 28 dec 2009 20:14
- Locatie: In een donkere hoek
- Contacteer:
Ik vind dit stukje echt goed, je gaat meer in op de gevoelens van Ahsley, je houdt de spanning er in en beschrijft ook de omgeving en de andere karakters.
Want een droog persoon moet ook wel gevoelens en emoties hebben en niet altijd zo hard en kil zijn.
Grammaticaal is het ook al verbeterd, je begint gesprekken op een nieuwe regel (dat leest prettiger namelijk).
Verder heb ik niets op te merken, ga zo door.
Want een droog persoon moet ook wel gevoelens en emoties hebben en niet altijd zo hard en kil zijn.
Grammaticaal is het ook al verbeterd, je begint gesprekken op een nieuwe regel (dat leest prettiger namelijk).
Verder heb ik niets op te merken, ga zo door.

If I had a world of my own, everything would be nonsense. Nothing would be what it is, because everything would be what it isn't. And contrary wise, what is, it wouldn't be. And what it wouldn't be, it would. You see?
Alice in wonderland
Alice in wonderland
-
- Puntenslijper
- Berichten: 14
- Lid geworden op: 07 apr 2010 17:43
- Locatie: Somewhere in Overijssel
Lucy Pevensie.... Is dat niet van Narnia?
Je schrijft goed, alleen is het soms wat onhandig om te zien of de ik-persoon nou Ashley of Jade is....
Je schrijft goed, alleen is het soms wat onhandig om te zien of de ik-persoon nou Ashley of Jade is....
Mum: That's just the way the cookie crumbles..
Me: But I don't want a crumbled cookie!!
Dad: Cookies!? Where??!
Me: But I don't want a crumbled cookie!!
Dad: Cookies!? Where??!
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Ja, inderdaad
Het is om en om het hoofdstuk Ashley of Jade, het vorige hoofdstuk is van Ashley en daarvoor Jade, Ashley enz.
Nog thnx voor het commentaar Nande
H. 8
1 woord: Geweldig!
Ik houd van Quantyso!
Het ziet er geweldig uit, overal is magie, iedereen is aardig en het beste is…
Malonie is hier ook! Ik was een beetje verbaasd toen ik zag dat we samen in een kamer ingedeeld waren, maar nu vind ik het super en het lijkt alsof Ashley het ook goed met haar kan vinden!
Ik heb wel weer last van die nachtmerrie gehad.
Ik herinner me er nog steeds niet veel van, alleen dat het gaat over een gebouw, een open plek en iets met rare bomen.
Niets om me eigenlijk zorgen over te maken, ik heb hem maar twee keer gehad.
Ik kijk op van mijn eten, Sina wil de aandacht.
We zijn net op tijd in de kantine gekomen voor het ontbijt dankzij Ashley.
De mysterieuze vrouw staat in het midden van de deuropening en Lucy tikt nogmaals op een glas om nu alle aandacht te krijgen.
‘Vissen zijn zwemmend gearriveerd en worden nog niet opgegeten, de leeuwen straks wel,’ zegt Sina haastig met een rare glans in haar ogen en loopt weer snel weg.
Wat betekent dat? Wat zegt ze nou?
Lucy die net naast haar stond, zet nu een stap naar voren en neemt dan het woord.
‘Sina zei net dat een leeuw haar vissen iets aan heeft gedaan en ze hem daarvoor opeet,’ zegt ze onzeker. Zijn er leeuwen in Quantyso? Moeten we niet snel wegwezen?
Naast me zucht Ashley en draait zich naar me toe.
‘Nee dommie, ze zei net dat ze blij is dat iedereen veilig gearriveerd is en dat ze een beest gaat vermoorden om voor het ontbijt op te eten,’ zegt ze met een blik die uitstraalt, hoe kan je zo ontzettend dom zijn?
‘O, bedankt voor het vertalen Ash,’ zeg ik en zak neer in mijn stoel.
Ik heb mezelf nu erg voor schut gezet of niet? Leeuwen in Quantyso…
‘Dat is niet onmogelijk, er zijn vormveranderaars weet je nog?’ Zegt Ashley en neemt een hap van haar eten, waarna ze naar het, aan haar te zien blijkbaar, gore voedsel kijkt.
Zelfs gedachten zijn niet veilig voor haar.
‘Inderdaad,’ zegt ze en prikt lusteloos met haar vork in het eten.
‘Ashley wat je ook doet, hou op!’ zeg ik en ze laat het eten nonchalant verdwijnen van haar bord. De kokkin maakt goed eten, hoe kieskeurig kan een mens, sorry een persóón zijn?
‘Zo erg dus,’ zegt ze terug terwijl ze lui achterover gaat zitten op de bank.
Nibra tikt me aan met een onbegrijpend gezicht.
‘Wat zei ze nou?’ Vraagt ze en als ik om me heen kijk, zie ik dat iedereen raar voor zich uit zit te staren, denkend aan de woorden van de twee vrouwen.
‘Iedereen hier is dom,’ zegt Ashley en kijkt minachtend naar iedereen die in de kantine zit.
Waarom haat ze alles?
Ze staat op en loopt weg met het dienblad in haar handen. Ze legt het bij de andere gebruikte dienbladen en loopt de ruimte uit terwijl iedereen haar nastaart, door het pentagram op haar stropdas. Ik durf het bijna niet te denken, maar de manier waarop ze loopt is haast deftig.
Ook als ze gaat zitten is haar rug altijd kaarsrecht en haar handen zijn als ze niks te doen heeft in elkaar gevouwen op haar schoot. Je kan haar nooit betrappen op onderuit gezakt zitten. Ze doet haar best om het te verbergen, maar je kan toch sporen zien van, nou ja, beleefdheid.
Hoe langer ik haar ken, hoe vager ze wordt.
Net als ik eindelijk een hap van het voedsel voor me wil nemen, gaat de schoolbel.
Opeens staat iedereen supersnel op en gooit zijn dienblad met soms nog wat onaangeraakt eten ergens in een hoek. Arme mevrouw Woods, moet ze dit helemaal alleen opruimen?
Ik sta op, gooi mijn eten in de prullenbak en begin alles netjes op een stapel te zetten.
Mevrouw Woods kijkt vanaf de toonbank verbaasd naar mij.
‘Ga snel Jade, de lessen beginnen hier altijd snel na de bel. Ik wil niet dat je door mij te laat komt voor je les,’ zegt ze. Ik schud mijn hoofd.
‘Ik laat je deze troep niet alleen opruimen,’ zeg ik terug en wijs naar de uitpuilende prullenbakken en omgevallen tafels.
De tweede bel gaat en ze pakt een bananenschil op van de vloer.
‘Nou ben ik al te laat, nog iets later maakt niet uit toch?’ Zeg ik en lach naar de vrouw waar ze duidelijk van opvrolijkt.
Op dat moment komt er een soort wervelwind de kantine door waaien.
Instinctief druk ik me tegen de muur om de rondvliegende voorwerpen te ontwijken en sluit mijn ogen. Na ongeveer vijf seconden hoor ik het ruisende geluid niet meer en open voorzichtig mijn ogen weer. Nu zal de kantine wel een nog ergere ravage zijn, maar het tegendeel is waar. Alles ziet er juist supernetjes uit!
Voordat ik het weet word ik omhult door de inmiddels bekende kleurentornardo en zit met mijn spullen voor me in het klaslokaal waar ik moest zijn naast Ashley.
‘Ashley Taylor,’ zegt de vrouw die ook Ashley’s kleding bij de poort naar Quantyso had bekritiseerd. Ik kijk snel in mijn agenda om te zien welk vak we nu hebben en zie daar dat de biologieles bezig is en dat de vrouw van haar achternaam Smith heet.
‘Ja, ik ben er,’ zegt Ashley verveeld en tekent wat in haar schrift.
‘Jade Syvaila,’ zegt Smith nu. Ik wacht even om te kijken of ze mij wel echt bedoelt, je weet nooit of er iemand in de klas zit die ongeveer dezelfde naam heeft.
Ik moet wel toegeven dat je mijn naam toch niet zo vaak ziet.
‘Jade Syvaila,’ herhaalt de vrouw, waardoor ik er van overtuigd ben dat ik word bedoeld.
‘Present,’ zeg ik en door mijn late reactie krijg ik een rare blik toegeworpen van de lerares.
Ze gaat weer verder met de rest van de klas.
‘Waarom deed je dat?’ Vraag ik zachtjes aan Ashley.
‘Ik kan het me niet veroorloven als jij problemen krijgt,’ zegt ze terug en tekent nors verder.
Als ik probeer te kijken wat ze nou precies opschrijft, slaat ze een andere bladzijde om.
Ach ja, maakt niet uit.
De rest van de lessen volg ik aandachtig en probeer goed mee te doen.
Dat blijkt echter lastig, want de stof die er behandeld wordt is erg ingewikkeld.
Ik denk ook dat ik nog aan het feit dat magie bestaat, moet wennen.
Ik kijk namelijk nog steeds mijn ogen uit als er een paar ouderejaars syvians een eettafel met nog alle personen erop optillen, of wanneer andere vormveranderaars in iets spectaculairs veranderen, weerwolven die naar de maan huilen, vampiers die wegrennen voor het zonlicht, elfen die prachtige wapens maken en daarmee geweldig kunnen jagen, of natuurlijk Ashley met een van haar trucjes.
En het schoolhoofd Sina is ook erg apart.
Met haar korte zwarte jurkjes die onderaan een witte strook hebben, zwarte laarsjes met zwarte kniekousen eronder en zwarte gevingerde handschoenen die bij haar ellebogen een witte streep hebben en eindigen met zwarte strikjes.
Haar zwarte, met aan de boven- en onderkant wit gekante ketting met ook aan de voorkant een kattenbelletje en haar paarsachtige, blauw, witte haar die samengebonden wordt door een zwarte strik, ziet ze er totaal niet eeuwenoud uit.
Ze ziet er juist uit alsof ze ergens in de twintig is.
Als ik Ashley moet geloven, is ze 666, tenminste toen is ze de tel kwijtgeraakt.
Blijkbaar zit Sina’s neefje, Seth, ook bij ons in de klas.
Ik hoop dat hij een beetje normaal doet, ik kan me goed voorstellen dat hij erg onaardig en brutaal tegen iedereen is, alleen maar omdat hij toch nooit van school gestuurd zal worden.
Ik heb alleen nog niet opgemerkt tussen al de vreemde kinderen die bij me in de klas zitten.
Ook die jongen die naast ons in de metro zat, Jake volgensmij, zit ook bij mij in de klas!
Ik sla een takje uit mijn oog, ik ben in het woud om naar eten te zoeken.
Blijkbaar is het een gewoonte dat elke week een andere soort eten zoekt en deze week is het de beurt aan de vormveranderaars.
Ik ben gisteren wel overgeslagen, omdat het natuurlijk de eerste dag was, maar nu moet ik me net als ieder ander, overgeven aan de gebruiken van de school.
Ik vind die gebruiken ook geweldig.
Het voedsel verzamelen voor het avondeten is heel gezellig, vooral als je vrienden ook meegaan.
Alhoewel dat bij sommige soorten erg dramatisch is.
Bijvoorbeeld weerwolven, volgens de jongen voor me bestaan de maaltijden dan voornamelijk uit rauw vlees. Je moet het eten wat je hebt verzamelt namelijk ook zelf gaan koken.
Natuurlijk wel onder begeleiding van mv. Woods.
Vampiers zijn ook raar wat dat betreft, het drinken is bloed en het eten…
Aan het eten komen ze niet eens toe.
Musia’s en syvians gaan wel, vormveranderaars zoals wij zijn volgens de jongen, meestal te lui om echt je best ervoor te doen. Meestal maken ze bij het fruit van een appel een peer.
Als je nog onervaren bent, moet dat wel verschrikkelijk smaken.
Van heksen weet niemand het nog en elfen zijn er dus geweldig in.
Ze kennen de natuur en gebruiken hun krachten om heerlijke gerechten op tafel te zetten.
Ik verheug me er al op om hun voedsel te eten.
Ik loop weer stug verder achter de soortgenoten voor me.
In het bos is er een geheime gang die alleen vormveranderaars kennen.
Ze hebben namelijk de takken van de bomen in een tegenovergestelde richting laten groeien, waardoor er een soort doorgang is.
Het is donker, maar wel erg mooi.
Op een gegeven moment zie ik licht aan de andere kant verschijnen en versnel mijn pas.
Ik kom uit op een grote plaats, boven me zijn de langste takken van de bomen aan de kant in elkaar gevlochten tot een groot dak.
In het midden staat een grote boom waarvan de wortels diep in de grond zijn gegroeid.
De boom ziet er erg oud en belangrijk uit door zijn enorme omvang en doordat er allerlei soorten vruchten en bloemen in hangen.
Ik loop langzaam naar de boom en strijk ongelovig over de schors.
Er hangen appels, peren, sinaasappels, bananen, vijgen en nog veel meer in.
De betovering wordt doorbroken doordat Nibra me aantikt.
‘Mooi hè? Ik heb net gehoord dat deze boom al duizenden jaren oud is en nog nooit schade opgelopen heeft. Ongelofelijk,’ zegt ze en ik knik terug.
‘Zullen we even naar het meer gaan?’ Vraagt ze en wijst naar het kleine meer die zich aan de achterkant van de boom bevindt.
Opnieuw knik ik en we lopen samen naar de oever.
Het is een klein meertje waar anderen water uit aan het halen zijn en vissen.
Het water glinstert en heeft een zilverachtige kleur.
In het midden dobberen waterlelies op het ritme van de trillingen in het water.
Opnieuw kijken we onze ogen uit en blijven er lange tijd in trance naar kijken.
Mijn gedachten dwalen weer eens af, bij bepaalde dingen zoals muziek, landschappen en gedachten, ga ik altijd dagdromen.
Op die momenten lijkt de wereld perfect en vergeet ik alle problemen om me heen.
Ik heb vaak ook medelijden met degenen die dat niet hebben, ze weten niet wat ze missen.
Na een tijdje worden mijn dromen ruw onderbroken doordat iemand roept dat we terug moeten gaan.
Iedereen stopt zijn verzamelde voedsel in een van hun meegebrachte rieten manden en we lopen weer terug naar het gebouw.
Gelukkig voor Nibra en ik hebben de meeste andere nieuwelingen ook niet veel gedaan omdat ze te betoverd waren door het landschap.
Net als ik weer uit de nauwe gang kom, verschijnt er een zwarte kraai voor mijn voeten.
Met zijn rare kraaloogjes kijkt hij me vuil aan en ik blijf als verdoofd staan.
Sinds mijn zesde toen ik een film had gezien over moordlustige kraaien, ben ik als de dood voor ze.
Ik had toch naar mijn ouders moeten luisteren en ermee in moeten stemmen dat die film nog te eng voor me was. De vogel houdt zijn kop schuin en blijft me de hele tijd aanstaren.
Dan komt Nibra ertussen en jaagt het beest weg.
Voor een paar seconden dacht ik dat de kraai zich er niks van aantrok, maar dan slaat hij zijn zwarte vleugels uit en vliegt weg.
‘Alles oké? Je trok helemaal wit weg toenet,’ zegt ze.
‘Ja, die kraai deed alleen een beetje eng,’ zeg ik terug en we lopen naar de keuken.
Ik moet wel toegeven, dat ze hier inderdaad van appels peren maken en van peren appels.
Vraag me niet waarom.
Ik heb wel van nieuwsgierigheid een hap van zo’n creatie genomen en het was nogal goor.
Geen wonder waarom die altijd overblijven.
Ik lig iedergeval nu in mijn bed, simpele reden: ik ben ziek door die stomme in een peer veranderde appel.
Nu heb ik wel de tijd om een brief te schrijven naar mijn ouders.
Ik pak een papiertje van de stapel op het kastje naast mijn bed en vraag aan Malonie een pen.
Als ik klaar ben leg ik het naast ook op het kastje, leg mijn kussen goed en kijk naar de bovenkant van het hemelbed.
Langzaam val ik in slaap door het geluid van de wind die door het raam mijn kamer binnenwaait.
Na een tijdje word ik wakker van een gevoel dat iemand me bespiedt.
Als ik om me heen kijk, zie ik niemand en ga weer liggen, maar het gevoel blijft.
Ik kijk nog een keer de kamer rond en zie dat diezelfde kraai op de grond zit.
Opnieuw staart hij me aan en ik gooi een schrift naar hem in de hoop dat hij weer vertrekt, maar dit keer verroert de vogel zich niet.
Opnieuw houdt hij zijn kop schuin en staart me aan met die kraaloogjes.
Wat moet dat beest van mij?
Iets overschaduwt me en ik kan niet meer bewegen.
Ik probeer met al mijn kracht van het bed af te rollen, maar het lukt niet.
Opeens grijpen er onzichtbare handen naar mijn keel en ik kan niet meer ademen.
Gelukkig komt Ashley op dat moment binnen.
Als ze de vogel ziet trekt ze eerst een wenkbrauw op en dan kijkt ze hem een lange seconde aan, waardoor de kraai wegvliegt.
De handen laten los en ik kan weer bewegen.
Hoestend haal ik adem en Ashley komt dichterbij.
‘Heb je al eerder last van die vogel gehad?’ Vraagt ze en geeft me uit het niets een glaasje water.
Ik drink langzaam het water op en geef het terug.
‘Voor het avondeten nog,’ zeg ik en ze laat het glas weer verdwijnen.
Ze knikt en loopt snel richting de deur.
‘Waarom eigenlijk?’ Vraag ik.
‘Gewoon,’ is haar nietszeggende antwoord en bij wijze van afscheid steekt ze haar wijsvinger en middelvinger in de lucht.
Ik val neer om mijn bed en vouw mijn handen achter mijn hoofd als kussen.
Wat was dat toenet?
Ashley zal het me toch niet vertellen als ik het vraag…
Kon ik het maar aan iemand vragen die er veel van weet en me ook echt antwoordt!

Het is om en om het hoofdstuk Ashley of Jade, het vorige hoofdstuk is van Ashley en daarvoor Jade, Ashley enz.
Nog thnx voor het commentaar Nande

H. 8
1 woord: Geweldig!
Ik houd van Quantyso!
Het ziet er geweldig uit, overal is magie, iedereen is aardig en het beste is…
Malonie is hier ook! Ik was een beetje verbaasd toen ik zag dat we samen in een kamer ingedeeld waren, maar nu vind ik het super en het lijkt alsof Ashley het ook goed met haar kan vinden!
Ik heb wel weer last van die nachtmerrie gehad.
Ik herinner me er nog steeds niet veel van, alleen dat het gaat over een gebouw, een open plek en iets met rare bomen.
Niets om me eigenlijk zorgen over te maken, ik heb hem maar twee keer gehad.
Ik kijk op van mijn eten, Sina wil de aandacht.
We zijn net op tijd in de kantine gekomen voor het ontbijt dankzij Ashley.
De mysterieuze vrouw staat in het midden van de deuropening en Lucy tikt nogmaals op een glas om nu alle aandacht te krijgen.
‘Vissen zijn zwemmend gearriveerd en worden nog niet opgegeten, de leeuwen straks wel,’ zegt Sina haastig met een rare glans in haar ogen en loopt weer snel weg.
Wat betekent dat? Wat zegt ze nou?
Lucy die net naast haar stond, zet nu een stap naar voren en neemt dan het woord.
‘Sina zei net dat een leeuw haar vissen iets aan heeft gedaan en ze hem daarvoor opeet,’ zegt ze onzeker. Zijn er leeuwen in Quantyso? Moeten we niet snel wegwezen?
Naast me zucht Ashley en draait zich naar me toe.
‘Nee dommie, ze zei net dat ze blij is dat iedereen veilig gearriveerd is en dat ze een beest gaat vermoorden om voor het ontbijt op te eten,’ zegt ze met een blik die uitstraalt, hoe kan je zo ontzettend dom zijn?
‘O, bedankt voor het vertalen Ash,’ zeg ik en zak neer in mijn stoel.
Ik heb mezelf nu erg voor schut gezet of niet? Leeuwen in Quantyso…
‘Dat is niet onmogelijk, er zijn vormveranderaars weet je nog?’ Zegt Ashley en neemt een hap van haar eten, waarna ze naar het, aan haar te zien blijkbaar, gore voedsel kijkt.
Zelfs gedachten zijn niet veilig voor haar.
‘Inderdaad,’ zegt ze en prikt lusteloos met haar vork in het eten.
‘Ashley wat je ook doet, hou op!’ zeg ik en ze laat het eten nonchalant verdwijnen van haar bord. De kokkin maakt goed eten, hoe kieskeurig kan een mens, sorry een persóón zijn?
‘Zo erg dus,’ zegt ze terug terwijl ze lui achterover gaat zitten op de bank.
Nibra tikt me aan met een onbegrijpend gezicht.
‘Wat zei ze nou?’ Vraagt ze en als ik om me heen kijk, zie ik dat iedereen raar voor zich uit zit te staren, denkend aan de woorden van de twee vrouwen.
‘Iedereen hier is dom,’ zegt Ashley en kijkt minachtend naar iedereen die in de kantine zit.
Waarom haat ze alles?
Ze staat op en loopt weg met het dienblad in haar handen. Ze legt het bij de andere gebruikte dienbladen en loopt de ruimte uit terwijl iedereen haar nastaart, door het pentagram op haar stropdas. Ik durf het bijna niet te denken, maar de manier waarop ze loopt is haast deftig.
Ook als ze gaat zitten is haar rug altijd kaarsrecht en haar handen zijn als ze niks te doen heeft in elkaar gevouwen op haar schoot. Je kan haar nooit betrappen op onderuit gezakt zitten. Ze doet haar best om het te verbergen, maar je kan toch sporen zien van, nou ja, beleefdheid.
Hoe langer ik haar ken, hoe vager ze wordt.
Net als ik eindelijk een hap van het voedsel voor me wil nemen, gaat de schoolbel.
Opeens staat iedereen supersnel op en gooit zijn dienblad met soms nog wat onaangeraakt eten ergens in een hoek. Arme mevrouw Woods, moet ze dit helemaal alleen opruimen?
Ik sta op, gooi mijn eten in de prullenbak en begin alles netjes op een stapel te zetten.
Mevrouw Woods kijkt vanaf de toonbank verbaasd naar mij.
‘Ga snel Jade, de lessen beginnen hier altijd snel na de bel. Ik wil niet dat je door mij te laat komt voor je les,’ zegt ze. Ik schud mijn hoofd.
‘Ik laat je deze troep niet alleen opruimen,’ zeg ik terug en wijs naar de uitpuilende prullenbakken en omgevallen tafels.
De tweede bel gaat en ze pakt een bananenschil op van de vloer.
‘Nou ben ik al te laat, nog iets later maakt niet uit toch?’ Zeg ik en lach naar de vrouw waar ze duidelijk van opvrolijkt.
Op dat moment komt er een soort wervelwind de kantine door waaien.
Instinctief druk ik me tegen de muur om de rondvliegende voorwerpen te ontwijken en sluit mijn ogen. Na ongeveer vijf seconden hoor ik het ruisende geluid niet meer en open voorzichtig mijn ogen weer. Nu zal de kantine wel een nog ergere ravage zijn, maar het tegendeel is waar. Alles ziet er juist supernetjes uit!
Voordat ik het weet word ik omhult door de inmiddels bekende kleurentornardo en zit met mijn spullen voor me in het klaslokaal waar ik moest zijn naast Ashley.
‘Ashley Taylor,’ zegt de vrouw die ook Ashley’s kleding bij de poort naar Quantyso had bekritiseerd. Ik kijk snel in mijn agenda om te zien welk vak we nu hebben en zie daar dat de biologieles bezig is en dat de vrouw van haar achternaam Smith heet.
‘Ja, ik ben er,’ zegt Ashley verveeld en tekent wat in haar schrift.
‘Jade Syvaila,’ zegt Smith nu. Ik wacht even om te kijken of ze mij wel echt bedoelt, je weet nooit of er iemand in de klas zit die ongeveer dezelfde naam heeft.
Ik moet wel toegeven dat je mijn naam toch niet zo vaak ziet.
‘Jade Syvaila,’ herhaalt de vrouw, waardoor ik er van overtuigd ben dat ik word bedoeld.
‘Present,’ zeg ik en door mijn late reactie krijg ik een rare blik toegeworpen van de lerares.
Ze gaat weer verder met de rest van de klas.
‘Waarom deed je dat?’ Vraag ik zachtjes aan Ashley.
‘Ik kan het me niet veroorloven als jij problemen krijgt,’ zegt ze terug en tekent nors verder.
Als ik probeer te kijken wat ze nou precies opschrijft, slaat ze een andere bladzijde om.
Ach ja, maakt niet uit.
De rest van de lessen volg ik aandachtig en probeer goed mee te doen.
Dat blijkt echter lastig, want de stof die er behandeld wordt is erg ingewikkeld.
Ik denk ook dat ik nog aan het feit dat magie bestaat, moet wennen.
Ik kijk namelijk nog steeds mijn ogen uit als er een paar ouderejaars syvians een eettafel met nog alle personen erop optillen, of wanneer andere vormveranderaars in iets spectaculairs veranderen, weerwolven die naar de maan huilen, vampiers die wegrennen voor het zonlicht, elfen die prachtige wapens maken en daarmee geweldig kunnen jagen, of natuurlijk Ashley met een van haar trucjes.
En het schoolhoofd Sina is ook erg apart.
Met haar korte zwarte jurkjes die onderaan een witte strook hebben, zwarte laarsjes met zwarte kniekousen eronder en zwarte gevingerde handschoenen die bij haar ellebogen een witte streep hebben en eindigen met zwarte strikjes.
Haar zwarte, met aan de boven- en onderkant wit gekante ketting met ook aan de voorkant een kattenbelletje en haar paarsachtige, blauw, witte haar die samengebonden wordt door een zwarte strik, ziet ze er totaal niet eeuwenoud uit.
Ze ziet er juist uit alsof ze ergens in de twintig is.
Als ik Ashley moet geloven, is ze 666, tenminste toen is ze de tel kwijtgeraakt.
Blijkbaar zit Sina’s neefje, Seth, ook bij ons in de klas.
Ik hoop dat hij een beetje normaal doet, ik kan me goed voorstellen dat hij erg onaardig en brutaal tegen iedereen is, alleen maar omdat hij toch nooit van school gestuurd zal worden.
Ik heb alleen nog niet opgemerkt tussen al de vreemde kinderen die bij me in de klas zitten.
Ook die jongen die naast ons in de metro zat, Jake volgensmij, zit ook bij mij in de klas!
Ik sla een takje uit mijn oog, ik ben in het woud om naar eten te zoeken.
Blijkbaar is het een gewoonte dat elke week een andere soort eten zoekt en deze week is het de beurt aan de vormveranderaars.
Ik ben gisteren wel overgeslagen, omdat het natuurlijk de eerste dag was, maar nu moet ik me net als ieder ander, overgeven aan de gebruiken van de school.
Ik vind die gebruiken ook geweldig.
Het voedsel verzamelen voor het avondeten is heel gezellig, vooral als je vrienden ook meegaan.
Alhoewel dat bij sommige soorten erg dramatisch is.
Bijvoorbeeld weerwolven, volgens de jongen voor me bestaan de maaltijden dan voornamelijk uit rauw vlees. Je moet het eten wat je hebt verzamelt namelijk ook zelf gaan koken.
Natuurlijk wel onder begeleiding van mv. Woods.
Vampiers zijn ook raar wat dat betreft, het drinken is bloed en het eten…
Aan het eten komen ze niet eens toe.
Musia’s en syvians gaan wel, vormveranderaars zoals wij zijn volgens de jongen, meestal te lui om echt je best ervoor te doen. Meestal maken ze bij het fruit van een appel een peer.
Als je nog onervaren bent, moet dat wel verschrikkelijk smaken.
Van heksen weet niemand het nog en elfen zijn er dus geweldig in.
Ze kennen de natuur en gebruiken hun krachten om heerlijke gerechten op tafel te zetten.
Ik verheug me er al op om hun voedsel te eten.
Ik loop weer stug verder achter de soortgenoten voor me.
In het bos is er een geheime gang die alleen vormveranderaars kennen.
Ze hebben namelijk de takken van de bomen in een tegenovergestelde richting laten groeien, waardoor er een soort doorgang is.
Het is donker, maar wel erg mooi.
Op een gegeven moment zie ik licht aan de andere kant verschijnen en versnel mijn pas.
Ik kom uit op een grote plaats, boven me zijn de langste takken van de bomen aan de kant in elkaar gevlochten tot een groot dak.
In het midden staat een grote boom waarvan de wortels diep in de grond zijn gegroeid.
De boom ziet er erg oud en belangrijk uit door zijn enorme omvang en doordat er allerlei soorten vruchten en bloemen in hangen.
Ik loop langzaam naar de boom en strijk ongelovig over de schors.
Er hangen appels, peren, sinaasappels, bananen, vijgen en nog veel meer in.
De betovering wordt doorbroken doordat Nibra me aantikt.
‘Mooi hè? Ik heb net gehoord dat deze boom al duizenden jaren oud is en nog nooit schade opgelopen heeft. Ongelofelijk,’ zegt ze en ik knik terug.
‘Zullen we even naar het meer gaan?’ Vraagt ze en wijst naar het kleine meer die zich aan de achterkant van de boom bevindt.
Opnieuw knik ik en we lopen samen naar de oever.
Het is een klein meertje waar anderen water uit aan het halen zijn en vissen.
Het water glinstert en heeft een zilverachtige kleur.
In het midden dobberen waterlelies op het ritme van de trillingen in het water.
Opnieuw kijken we onze ogen uit en blijven er lange tijd in trance naar kijken.
Mijn gedachten dwalen weer eens af, bij bepaalde dingen zoals muziek, landschappen en gedachten, ga ik altijd dagdromen.
Op die momenten lijkt de wereld perfect en vergeet ik alle problemen om me heen.
Ik heb vaak ook medelijden met degenen die dat niet hebben, ze weten niet wat ze missen.
Na een tijdje worden mijn dromen ruw onderbroken doordat iemand roept dat we terug moeten gaan.
Iedereen stopt zijn verzamelde voedsel in een van hun meegebrachte rieten manden en we lopen weer terug naar het gebouw.
Gelukkig voor Nibra en ik hebben de meeste andere nieuwelingen ook niet veel gedaan omdat ze te betoverd waren door het landschap.
Net als ik weer uit de nauwe gang kom, verschijnt er een zwarte kraai voor mijn voeten.
Met zijn rare kraaloogjes kijkt hij me vuil aan en ik blijf als verdoofd staan.
Sinds mijn zesde toen ik een film had gezien over moordlustige kraaien, ben ik als de dood voor ze.
Ik had toch naar mijn ouders moeten luisteren en ermee in moeten stemmen dat die film nog te eng voor me was. De vogel houdt zijn kop schuin en blijft me de hele tijd aanstaren.
Dan komt Nibra ertussen en jaagt het beest weg.
Voor een paar seconden dacht ik dat de kraai zich er niks van aantrok, maar dan slaat hij zijn zwarte vleugels uit en vliegt weg.
‘Alles oké? Je trok helemaal wit weg toenet,’ zegt ze.
‘Ja, die kraai deed alleen een beetje eng,’ zeg ik terug en we lopen naar de keuken.
Ik moet wel toegeven, dat ze hier inderdaad van appels peren maken en van peren appels.
Vraag me niet waarom.
Ik heb wel van nieuwsgierigheid een hap van zo’n creatie genomen en het was nogal goor.
Geen wonder waarom die altijd overblijven.
Ik lig iedergeval nu in mijn bed, simpele reden: ik ben ziek door die stomme in een peer veranderde appel.
Nu heb ik wel de tijd om een brief te schrijven naar mijn ouders.
Ik pak een papiertje van de stapel op het kastje naast mijn bed en vraag aan Malonie een pen.
Als ik klaar ben leg ik het naast ook op het kastje, leg mijn kussen goed en kijk naar de bovenkant van het hemelbed.
Langzaam val ik in slaap door het geluid van de wind die door het raam mijn kamer binnenwaait.
Na een tijdje word ik wakker van een gevoel dat iemand me bespiedt.
Als ik om me heen kijk, zie ik niemand en ga weer liggen, maar het gevoel blijft.
Ik kijk nog een keer de kamer rond en zie dat diezelfde kraai op de grond zit.
Opnieuw staart hij me aan en ik gooi een schrift naar hem in de hoop dat hij weer vertrekt, maar dit keer verroert de vogel zich niet.
Opnieuw houdt hij zijn kop schuin en staart me aan met die kraaloogjes.
Wat moet dat beest van mij?
Iets overschaduwt me en ik kan niet meer bewegen.
Ik probeer met al mijn kracht van het bed af te rollen, maar het lukt niet.
Opeens grijpen er onzichtbare handen naar mijn keel en ik kan niet meer ademen.
Gelukkig komt Ashley op dat moment binnen.
Als ze de vogel ziet trekt ze eerst een wenkbrauw op en dan kijkt ze hem een lange seconde aan, waardoor de kraai wegvliegt.
De handen laten los en ik kan weer bewegen.
Hoestend haal ik adem en Ashley komt dichterbij.
‘Heb je al eerder last van die vogel gehad?’ Vraagt ze en geeft me uit het niets een glaasje water.
Ik drink langzaam het water op en geef het terug.
‘Voor het avondeten nog,’ zeg ik en ze laat het glas weer verdwijnen.
Ze knikt en loopt snel richting de deur.
‘Waarom eigenlijk?’ Vraag ik.
‘Gewoon,’ is haar nietszeggende antwoord en bij wijze van afscheid steekt ze haar wijsvinger en middelvinger in de lucht.
Ik val neer om mijn bed en vouw mijn handen achter mijn hoofd als kussen.
Wat was dat toenet?
Ashley zal het me toch niet vertellen als ik het vraag…
Kon ik het maar aan iemand vragen die er veel van weet en me ook echt antwoordt!
Laatst gewijzigd door Faded Dream op 20 mei 2010 16:06, 1 keer totaal gewijzigd.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
-
- Puntenslijper
- Berichten: 14
- Lid geworden op: 07 apr 2010 17:43
- Locatie: Somewhere in Overijssel
Hé ja, nu je het zegt, wisselt het per hoofdstukje inderdaad om. Eigenlijk best slim gedaan. Domme ik, dat ik dat weer niet door had.
Ik vind het heel goed hoe je de emoties van de personages uitdukt. En je kunt de aandacht van de lezer goed erbij houden.
Tja, ik kan er niets aan doen; ik ben absoluut fan!
Ik vind het heel goed hoe je de emoties van de personages uitdukt. En je kunt de aandacht van de lezer goed erbij houden.
Tja, ik kan er niets aan doen; ik ben absoluut fan!
Mum: That's just the way the cookie crumbles..
Me: But I don't want a crumbled cookie!!
Dad: Cookies!? Where??!
Me: But I don't want a crumbled cookie!!
Dad: Cookies!? Where??!
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Thnx
Ik heb alleen geen nieuw stukje, maar dat komt wel... ooit

Ik heb alleen geen nieuw stukje, maar dat komt wel... ooit

Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Thnx
Wat voor overbodige woorden bedoel je precies??
Dan zal ik ze in de toekomst proberen te vermijden

Wat voor overbodige woorden bedoel je precies??
Dan zal ik ze in de toekomst proberen te vermijden

Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
Ik herken het bij mezelf ook. Als ik een zin verander vergeet ik soms woorden weg te halen. Dan staat er bijvoorbeeld een woord op een plek waar deze niet hoort.
Hier bijvoorbeeld: Ook als ze gaat zitten is haar rug is altijd ... Je hebt het woordje is. 2 keer staan. Ik vermoed dat je de zin eerst op een manier had die je niet beviel en deze toen hebt veranderd.
Hier bijvoorbeeld: Ook als ze gaat zitten is haar rug is altijd ... Je hebt het woordje is. 2 keer staan. Ik vermoed dat je de zin eerst op een manier had die je niet beviel en deze toen hebt veranderd.

Droom je dromen, leef je leven en combineer waar mogelijk.
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
Bedankt voor het opmerken
Ik ga het even veranderen

Ik ga het even veranderen

Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.
- Faded Dream
- Potlood
- Berichten: 41
- Lid geworden op: 11 jan 2010 16:53
- Locatie: Wil je me opzoeken dan? ;)
H. 9
Wie heeft ooit gezegd dat je mensen niet moet bespioneren?
Oké dan, het is misschien niet echt de meest nette bezigheid, maar je hoe moet je anders de geheimen van andere mensen ontrafelen?
Ik bedoel maar; zo snel ga je toch geen geheime feiten over je leven op tafel leggen als je die mensen nog maar nauwelijks twee weken kent?
Bijvoorbeeld:
Nibra Ribbin glipt vaak het muzieklokaal binnen als er niemand in is en gaat dan piano spelen, zodra er ook maar een vleermuis langs de deur van het lokaal vliegt, stopt ze.
En als er iemand het lokaal binnen komt, verstopt ze zich achter een oud drumstel die niemand meer gebruikt.
Melanie, de naïviteit zelve, is nog steeds bevriend met wat duistere wezens op deze school, terwijl die haar al meerdere malen duidelijk hebben gemaakt dat ze niet bevriend met haar willen zijn. Ze denkt nog altijd dat ze haar er juist bij willen hebben, want ze is er heilig van overtuigd dat ze iedereen kan veranderen en er op die manier geen aparte kliekjes meer gevormd worden tussen bepaalde wezens.
Als ik het dan toch al over kamergenoten heb: Jade slaapwandelt.
Om precies drie uur ’s nachts loopt ze de school door in haar pyjama.
Haar krachten kan ze alleen nog in de nacht controleren. Ik heb haar namelijk al een paar keer in een duif zien veranderen en naar het dak zien vliegen.
Natuurlijk heb ik toen de vleermuisgedaante van een vampier op school aangenomen en haar weggejaagd.
Het is tenslotte wel míjn dak!
Bij wijze van spreken dan.
Verder pokeren de leraren een keer in de week met elkaar.
Maar je begrijpt al dat al deze informatie vrij nutteloos is.
Het is misschien leuk chantagemateriaal, maar daar is dan ook alles mee gezegd.
Daarom zit ik nu op het dak.
Het is afgezien van een goede denk- en muziekplek ook een ideale plaats om mensen te kijken.
Daar is hij.
Shiro Lupos, vertaald “witte wolf.”
In een hoek van het schoolplein leunt hij nonchalant tegen de muur van de school terwijl hij een sigaret rookt.
Het eerste wat iemand aan hem opvalt als die hem ziet, is waarschijnlijk dat hij geen shirt aan heeft.
Tegen zijn iedereen die hem vraagt waarom, zegt hij altijd hetzelfde: ‘Lang geleden verdronken in een modderpoel.’
Hij draagt een zwarte broek, waarvan hij de pijpen heeft opgerold tot boven zijn enkels.
Hij draagt ook zwarte vans gympen, waardoor er een stukje blote huid te zien is tussen zijn broek en zijn gympen. En om zijn nek hangt een leren ketting met een witte hoektand van een weerwolf.
Uit zijn broekzak haalt hij een aansteker en flikkert hem aan en uit.
Met zijn turkooizen ogen kijkt hij het schoolplein rond, en even blijft zijn blik rusten op de plek waar ik nu zit.
Niet dat hij me kan zien, ik ben nu namelijk onzichtbaar.
Zijn blik dwaalt weer af en hij houdt zich weer bezig met de aansteker in zijn hand.
Ik ben wel enigszins opgelucht dat ik onzichtbaar ben, anders zou hij misschien denken dat ik hem stalk.
Niet dat ik daarmee zou zitten, maar mensen die stalken zijn laag en ik heb hem nodig.
Ik heb iemand nodig om de aandacht van mij af te leiden.
Ik kan namelijk niet rustig in de les gaan zitten en braaf doen wat de leraar vraagt, het liefst zou ik helemaal hier niet naar school gaan en hier gewoon rond gaan zwerven, zoals hij doet.
Maar natuurlijk is dat geen optie.
Ik ga van hem een grotere rebel maken dan ik ben...
Dan kan ik gewoon mijn gang gaan terwijl het schoolhoofd en de leraren zich zorgen maken over hem.
Stap drie in werking gezet.
Nu nog voltooien.
Wie heeft ooit gezegd dat je mensen niet moet bespioneren?
Oké dan, het is misschien niet echt de meest nette bezigheid, maar je hoe moet je anders de geheimen van andere mensen ontrafelen?
Ik bedoel maar; zo snel ga je toch geen geheime feiten over je leven op tafel leggen als je die mensen nog maar nauwelijks twee weken kent?
Bijvoorbeeld:
Nibra Ribbin glipt vaak het muzieklokaal binnen als er niemand in is en gaat dan piano spelen, zodra er ook maar een vleermuis langs de deur van het lokaal vliegt, stopt ze.
En als er iemand het lokaal binnen komt, verstopt ze zich achter een oud drumstel die niemand meer gebruikt.
Melanie, de naïviteit zelve, is nog steeds bevriend met wat duistere wezens op deze school, terwijl die haar al meerdere malen duidelijk hebben gemaakt dat ze niet bevriend met haar willen zijn. Ze denkt nog altijd dat ze haar er juist bij willen hebben, want ze is er heilig van overtuigd dat ze iedereen kan veranderen en er op die manier geen aparte kliekjes meer gevormd worden tussen bepaalde wezens.
Als ik het dan toch al over kamergenoten heb: Jade slaapwandelt.
Om precies drie uur ’s nachts loopt ze de school door in haar pyjama.
Haar krachten kan ze alleen nog in de nacht controleren. Ik heb haar namelijk al een paar keer in een duif zien veranderen en naar het dak zien vliegen.
Natuurlijk heb ik toen de vleermuisgedaante van een vampier op school aangenomen en haar weggejaagd.
Het is tenslotte wel míjn dak!
Bij wijze van spreken dan.
Verder pokeren de leraren een keer in de week met elkaar.
Maar je begrijpt al dat al deze informatie vrij nutteloos is.
Het is misschien leuk chantagemateriaal, maar daar is dan ook alles mee gezegd.
Daarom zit ik nu op het dak.
Het is afgezien van een goede denk- en muziekplek ook een ideale plaats om mensen te kijken.
Daar is hij.
Shiro Lupos, vertaald “witte wolf.”
In een hoek van het schoolplein leunt hij nonchalant tegen de muur van de school terwijl hij een sigaret rookt.
Het eerste wat iemand aan hem opvalt als die hem ziet, is waarschijnlijk dat hij geen shirt aan heeft.
Tegen zijn iedereen die hem vraagt waarom, zegt hij altijd hetzelfde: ‘Lang geleden verdronken in een modderpoel.’
Hij draagt een zwarte broek, waarvan hij de pijpen heeft opgerold tot boven zijn enkels.
Hij draagt ook zwarte vans gympen, waardoor er een stukje blote huid te zien is tussen zijn broek en zijn gympen. En om zijn nek hangt een leren ketting met een witte hoektand van een weerwolf.
Uit zijn broekzak haalt hij een aansteker en flikkert hem aan en uit.
Met zijn turkooizen ogen kijkt hij het schoolplein rond, en even blijft zijn blik rusten op de plek waar ik nu zit.
Niet dat hij me kan zien, ik ben nu namelijk onzichtbaar.
Zijn blik dwaalt weer af en hij houdt zich weer bezig met de aansteker in zijn hand.
Ik ben wel enigszins opgelucht dat ik onzichtbaar ben, anders zou hij misschien denken dat ik hem stalk.
Niet dat ik daarmee zou zitten, maar mensen die stalken zijn laag en ik heb hem nodig.
Ik heb iemand nodig om de aandacht van mij af te leiden.
Ik kan namelijk niet rustig in de les gaan zitten en braaf doen wat de leraar vraagt, het liefst zou ik helemaal hier niet naar school gaan en hier gewoon rond gaan zwerven, zoals hij doet.
Maar natuurlijk is dat geen optie.
Ik ga van hem een grotere rebel maken dan ik ben...
Dan kan ik gewoon mijn gang gaan terwijl het schoolhoofd en de leraren zich zorgen maken over hem.
Stap drie in werking gezet.
Nu nog voltooien.
Dreams are nothing more than wishes. A wish is just a dream, wishing to come true.