
Er was eens een Noorman, een krijger die leefde aan de westkust van de oude Noordelijke Wereld. Zijn naam was Ulf, wat ‘Wolf’ betekent in zijn taal, en zijn vader was hoofdman van een rijk dorpje op een hoge klif aan een Noors fjord. Het dorpje heette Gjof Vidhrins, ‘Geschenk van het Bos’, maar omdat dit zo lang was zeiden de dorpelingen meestal gewoon Orr Borg; ons dorp
De mensen uit het dorp waren al eeuwen lang geweldige houtbewerkers geweest , en ze handelden erin met buurdorpen. Daarom aanbaden de rdropelingen uit Gjof Vidhrins van alle goden Vidar, de god van de wouden, het meest (lang voor de tijd van de Ulf uit dit verhaal was er eens een ruzie in het dorp geweest omdat een aantal mensen bang waren dat de naam van een god gebruiken ongeluk brengt, vonden dat de naam van het dorp verandert moest worden. Vidar zelf zond toen een van zijn verwanten, Vorlad, om te laten zien dat de dorpelingen van Gjof Vidhrins nog steeds bij hem in de gunst stonden. Vorlad trouwde zelfs met Arnfridr, de mooiste vrouw uit het dorp, en de dochter van de tweede grote hoofdman, Nergim I)
Zoals gezegd lag de Gjof op een klif aan een fjord in Noorwegen. Ulf, de held van deze saga, woonde in het grootste langhuis van de Gjof, met zijn vader, Geirmund, de hoofdman van het dorp, zijn broer Josteinn, zijn moeder, Geirdís, en haar ouders. Ulfs famillie was, ondanks dat zij de belangrijkste familie van het dorp waren, een beetje raar. Ulf wist dit, hij had het al jong opgemerkt, toen men hem als kind lofliederen had gezongen over de glorie van de Stichter van Gjof Vidhrins, de Grote Ulf, en zijn nageslacht. (de Ulf uit dit verhaal is naar hem vernoemd). Zo was Geirmund, Ulfs vader, met zijn zus getrouwd, en wilde pér se dat Josteinn, de geestelijk gehandicapte broer van Ulf, zijn opvolger zou worden.
Rond het fjord lagen nog twee dorpjes. Noordelijk van Gjof Vidhrins, aan de overkant van het fjord, lag Fjaraheim. De geschiedenis en de welvaart van de Gjof en Fjaraheim waren nauw met elkaar verbonden, maar in Ulfs tijd woonden er nog maar een paar mensen. De Fjaraheimers waren uitstekende vissers, en hun dorp lag aan een strandje.
Verder zuidelijk, op een hoge heuvel, lag ‘Bjarg ok Strengr’.