Papa zei dat een dagboek noodzakelijk was. Onzin zei ik met het gevolg dat mijn hoofd nu pijn doet. Hij sloeg me tegen de muur. En nu heb ik jou dus.
Nog steeds geen idee wat ik kan schrijven
7 juli 16.15
Het leek me niet nodig om het jaartal te vermelden. Ik ga het toch maar een jaartje doen.
Papa heeft me net een preek gegeven over…ik heb eigenlijk geen idee. Hij had weer eens gedronken en dat komt er toch niets verstaanbaars uit zijn mond. Als hij dronken is en ik kwaad op hem wordt zegt hij dat alcohol het medicijn was tegen zielenpijn. onzin
Geef mij dan maar ook een glaasje want een dagboek bijhouden is het sufste wat ik ooit heb gedaan.
7 juli 16.18
Zal ik maar beginnen met wat er is gebeurd? Nou mama is doodgaan. Gewoon zonder het ons te vertellen. Ze ging op bezoek bij tante margareth en werd toen geschept door een auto. De bestuurder reed door en ze hebben hem nog steeds niet gevonden. Ik heb niet het gevoel dat ze hun best doen.
7 juli 20.00
Papa stuurde me naar boven. Hij zie dat hij me niet beneden wou zien tot ik mijn verdriet had verwerkt. Hij heeft de fles leeg gedronken.
Zie je mijn lach niet? Ik ben happy, geen verdriet. Niets.
Ach ja, ik moet het maar met jou doen.
8 juli 02.13
Ik kan niet slapen. Wat een verassing.
Morgen vandaag moet ik naar school.de leerlingen bij mij in de klas deden eerst aardig tegen me.
Ze hadden medelijden met me maar nu vinden ze dat ik overdrijf. Ik citeer: dood overkomt ons alleen Lynn. Niet alleen jij. Je moet verder gaan… blablablabla.
Ze weten het niet. Mama was de enige die me begreep. Ik hield van haar.
Met papa kon ik nooit goed overweg.
De leerlingen uit mijn klas deden eerst wel aardig. Toen mama pas was dood gegaan deden ze alsof ik hun beste vriendin was. Nu mijden ze me.
Sukkels, ik haat ze
8 juli 13.00
Ik heb besloten je mee te nemen naar school want je bent de enige waarmee ik kan praten (ook al zeg je niets terug). Ik heb nooit echte vrienden gehad, ze vonden me allemaal maf. De eerste dag van het schooljaar kwam er een meisje naast me zitten en ze deed aardig tegen me maar ik heb haar verjaagd door stilletjes verder te eten en niet met haar te praten. Ik ben daar niet zo goed ik weet je.
Serieus, ik ben nu gewoon tegen een bladzijde aan het praten ik ben wel blij met je hoor. Ik kan mijn dagen vullen. Vind het nog steeds raar dat ik praat tegen een schrift.
8 juli 15.10
Sorry ( ik ben me aan het verontschuldigen tegen een schrift, ik verlies mezelf) dat ik de rest van de dag niet tegen je hebt gepraat/geschreven. De docenten hielden me in de gaten (ze vonden me eerst zielig maar de meeste hebben nu mijn cijferlijst gezien).
Papa is niet thuis dus ik denk dat hij naar de kroeg is. Als hij om acht uur nog niet thuis is moet ik hem ophalen want dat ligt hij waarschijnlijk op de grond.
8 juli 16.20
Ik heb geprobeerd mijn huiswerk te maken maar ik kan mijn hoofd er niet bij houden. Ben achter de piano gaan zitten maar na een paar noten moest ik huilen. Ik haat het om te huilen want wat heb je eraan?
Mama leerde me toen ik klein was piano spelen. Ze was erg goed maar ze hield het bij concerten geven voor papa en ik. Papa was toen nog gelukkig en dronk toen ook minder.
Ik ga wat noedels klaar maken. Ik heb geen behoorlijke maaltijd gegeten sinds
Ik kan niet koken en papa ook niet. Misschien dat ik binnenkort een receptenboek ga lenen bij de bied. Pizza en noedels komen mijn neus uit.
20.05
Papa is nog niet thuis. Ik ga hem halen.
20.45
Ik heb een blauw oog en een opgezette lip. Papa was in een slechte bui.
Ik ging hem halen en vond hem stomdronken bij de bar om meer schreeuwen
Ik heb hem bij de schouder gepakt en geprobeerd hem mee te trekken maar hij was te zwaar. Normaal gesproken hielp hij me door zelf te lopen, ik hoefde hem alleen maar te ondersteunen.
Vanavond heeft hij meer op dan goed voor hem is.
John, de zoon van de eigenaar van de kroeg, kwam me helpen. Samen sleepten we hem naar huis en legden we hem op de bank. Nadat John weg was gegaan heb ik papa’s schoenen uitgetrokken en een deken over hem heen gelegd. Hij was niet in staat naar zijn kamer te gaan.
Ik gaf hem een glas water en die gooide hij uit mijn hand. Hij bleef maar schreeuwen dat hij niets meer had en dat hij beter af was als hij dood ging.
Het deed pijn hem zo te horen praten ook al hadden we niet zo’n goede band, ik hield toch van hem. Hij was immers mijn vader en we hadden een paar goede tijden samen mee gemaakt.
Ik zei tegen hem dat hij niet zo moest praten.
Hij wuifde mijn woorden weg en schreeuwde om drank. Hij zei: ‘hup serveerstertje, maak je nuttig’.
Ik zei dat het wel genoeg was voor vandaag en hij begon te vloeken. Dat ik eerst marian (mijn moeder) van hem had weg gehouden en nu zijn drank. ik begon te huilen hij stond ziedend op en
Hij bleef maar slaan en ik
Nu heb ik een blauwe oog en een opgezette lip. Ik ga morgen niet naar school.
Als ik papa morgen vraag om me ziek te melden krijg ik zeker een preek of een paar klappen.
Ik spijbel gewoon.