Hay ^^
Ik ben hier al een tijdje niet meer geweest en zo, maar ik ben nou toch weer bezig met een verhaal en wil het graag met jullie delen (:
Ik zou graag reacties krijgen met opbouwende kritiek, dan kan ik het misschien beter maken en zo. Voor jullie betekent dat natuurlijk meer leesplezier, dus het is een win-win situatie (:
Nou ja, de proloog dan maar (:
PROLOOG
“Dus het is nu gewoon over?” Mijn stem trilde. Hij wendde zijn blik af, keek naar zijn handen en knikte bijna onzichtbaar. Ik voelde tranen opkomen, wilde ze niet laten zien maar voordat ik op kon staan om weg te lopen zag hij het al. Hij wilde mijn hand pakken maar ik liet het niet toe. Ik wreef de tranen uit mijn ogen en probeerde hem aan te kijken, om in zijn ogen te kunnen zien dat dit ook niet was wat hij wilde. Want ik wist dat ik gelijk had. Ik wist dat het nog niet over was. Dat kón niet.
Het lukte me niet zijn ogen te vinden en ik stond op. Hij volgde mijn voorbeeld en liep voor me uit door de kamer naar de voordeur. Ik legde mijn hand onder zijn kin en streek liefdevol langs zijn kaaklijn. Hij keek op. In zijn ogen zag ik niks anders dan pure pijn. Waarom doe je mij dit aan als je het zelf ook niet wilt? Vroeg ik hem in stilte. Ik drukte een kus op zijn mond en gooide de deur dicht zonder hem nog aan te kijken of iets te zeggen. Ik liep naar de woonkamer, plofte op de bank waar ik net ook met hem zat en zag hem pas tien minuten later langs het kiertje tussen de gordijnen weglopen.
Love Conquers All
leuk, ik hoop dat je snel een nieuw stukje post heel intressant !
Laatst gewijzigd door Patrick op 30 aug 2010 12:30, 1 keer totaal gewijzigd.
Reden: Zou je aub wat meer inhoud aan je post willen geven? Alvast bedankt!
Reden: Zou je aub wat meer inhoud aan je post willen geven? Alvast bedankt!
Het leven word aangevallen door dromen.
Hmm, ik ben benieuwt hoe je je verhaal verder gaat schrijven. Ik vind het in elk geval een mooi begin.
Sorry, ik weet nog niet echt iets te zeggen qua verbetering ofzo, vind het gewoon heel mooi.
Wel vind ik zelf als lezer het fijn wanneer er komma's voor woorden als "maar" staan, dus misschien zou je daar op kunnen letten, maar goed, dat maakt verder voor het verhaal vind ik weinig uit. Ik vind je proloog in elk geval al heel mooi!
Sorry, ik weet nog niet echt iets te zeggen qua verbetering ofzo, vind het gewoon heel mooi.
Wel vind ik zelf als lezer het fijn wanneer er komma's voor woorden als "maar" staan, dus misschien zou je daar op kunnen letten, maar goed, dat maakt verder voor het verhaal vind ik weinig uit. Ik vind je proloog in elk geval al heel mooi!

For the world you’re somebody, for somebody you’re the world!!
Heee
ten eerste heel netjes geschreven, goede zinnen, top
En nu mijn feedback
want ja die heb ik ook nog ookal moest ik er dit keer wel wat langer over denken xD
een foutje gevonden =)
Waarom doe je mij dit aan alsje het zelf ook niet wilt? moet tussen die "" dingen ( kan iemand mij vertellen hoe die dingen heette xD )
je laatste zin zou ik ietss anders doen, Er is in opzichte helemaal niet mis mee en dit is puur vanuit mijn persoonlijke inzicht
dus als je het niet met mij eens bent niets aan veranderen
Bij je eerste alinea stop je heel definitief van Dat kon niet, ik weet niet hoe ik het moet uitleggen ik vind het gewoon mooi klinken. Op zo'n manier is het juist mooi om je proloog te eindigen, en dat mis ik hier een beetje, maar dat is geheel mijn menig
Voor de rest netjes geschreven, het brengt de lezer lekker in spanning. dus schrijf zo door! en veel succes met je volgende stukje
ten eerste heel netjes geschreven, goede zinnen, top

En nu mijn feedback

een foutje gevonden =)
Waarom doe je mij dit aan alsje het zelf ook niet wilt? moet tussen die "" dingen ( kan iemand mij vertellen hoe die dingen heette xD )
je laatste zin zou ik ietss anders doen, Er is in opzichte helemaal niet mis mee en dit is puur vanuit mijn persoonlijke inzicht


Bij je eerste alinea stop je heel definitief van Dat kon niet, ik weet niet hoe ik het moet uitleggen ik vind het gewoon mooi klinken. Op zo'n manier is het juist mooi om je proloog te eindigen, en dat mis ik hier een beetje, maar dat is geheel mijn menig

Voor de rest netjes geschreven, het brengt de lezer lekker in spanning. dus schrijf zo door! en veel succes met je volgende stukje

Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Bedankt voor de reacties 
@ Lisa: Ik zal proberen er op te letten (:
@ JodieJJ: Ik heb er inderdaad heel lang over zitten twijfelen, over die aanhalingstekens. Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat het een gedachte is, ze spreekt het niet uit. Vandaar dat ik er geen aanhalingstekens omheen zette. Door wat jij nu zegt begin ik alleen wel nog meer te twijfelen of ze er nou wel of niet bij moeten xD
Nieuw stukje
Hoofdstuk 1
Ik beet op mijn lip en staarde naar het witte plastic staafje op tafel. Stiekem, heel diep van binnen, hoopte ik op een positieve uitslag. Eigenlijk zou ik veel blijer moeten zijn met een negatieve, wat zou betekenen dat mijn leven onveranderd bleef. Maar dat was juist precies wat ik niet wilde. Ik zuchtte diep en stak een sigaret op. Na slechts twee hijsen drukte ik ‘m alweer uit. Stel dat het wel zo was? Wat voor een moeder zou ik zijn als ik mijn baby al zou uitroken voordat die geboren was? Opnieuw een zucht, waarbij ik op mijn mobiel keek om te kijken hoe laat het was. De vijf minuten waren voorbij. Ik legde mijn mobiel naast me neer op de bank en pakte de test. Twee streepjes. Zwanger? Nog één keer in de gebruiksaanwijzing kijken, voor de zekerheid. Ja. Twee streepjes. Zwanger. En nu?
Ik lag in bed, staarde naar het plafond. Ik lag op mijn rug, met mijn handen onder op mijn buik. Daar groeide iets. Een kind. Van hem. Ondanks dat hij niet meer met me praatte, alle contacten had verbroken, zat er iets van hem in mij. Ik was nu voor altijd bij hem. Misschien niet helemaal echt, maar toch wel deels, aangezien ik zijn kind droeg. Als ik het kind in zijn of haar ogen zou kijken, zou ik hem zien. Maar wou ik dat wel? Ik begon toch te twijfelen. En hoe moest ik voor dat kind zorgen, terwijl ik eigenlijk niet eens het geld had om voor mezelf te zorgen? En hoe moest ik het hem vertellen, terwijl hij me absoluut niet wou zien of spreken?
Ruim drie uur later had ik mijn beslissing genomen. Ik zou het hem niet vertellen tot abortus te laat was, en ik zou het kind houden. Ik had genoeg vrienden die me er mee zouden kunnen helpen, en anders zou ik wel een manier vinden om aan geld te komen. No fucking way dat ik dit kind weg zou laten halen, alles wat me voor altijd aan hem zou binden. Ik kon het niet. Maar, met deze beslissing en redelijk geruststellende gedachte in mijn achterhoofd, kon ik in ieder geval rustig in slaap vallen.

@ Lisa: Ik zal proberen er op te letten (:
@ JodieJJ: Ik heb er inderdaad heel lang over zitten twijfelen, over die aanhalingstekens. Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat het een gedachte is, ze spreekt het niet uit. Vandaar dat ik er geen aanhalingstekens omheen zette. Door wat jij nu zegt begin ik alleen wel nog meer te twijfelen of ze er nou wel of niet bij moeten xD
Nieuw stukje

Hoofdstuk 1
Ik beet op mijn lip en staarde naar het witte plastic staafje op tafel. Stiekem, heel diep van binnen, hoopte ik op een positieve uitslag. Eigenlijk zou ik veel blijer moeten zijn met een negatieve, wat zou betekenen dat mijn leven onveranderd bleef. Maar dat was juist precies wat ik niet wilde. Ik zuchtte diep en stak een sigaret op. Na slechts twee hijsen drukte ik ‘m alweer uit. Stel dat het wel zo was? Wat voor een moeder zou ik zijn als ik mijn baby al zou uitroken voordat die geboren was? Opnieuw een zucht, waarbij ik op mijn mobiel keek om te kijken hoe laat het was. De vijf minuten waren voorbij. Ik legde mijn mobiel naast me neer op de bank en pakte de test. Twee streepjes. Zwanger? Nog één keer in de gebruiksaanwijzing kijken, voor de zekerheid. Ja. Twee streepjes. Zwanger. En nu?
Ik lag in bed, staarde naar het plafond. Ik lag op mijn rug, met mijn handen onder op mijn buik. Daar groeide iets. Een kind. Van hem. Ondanks dat hij niet meer met me praatte, alle contacten had verbroken, zat er iets van hem in mij. Ik was nu voor altijd bij hem. Misschien niet helemaal echt, maar toch wel deels, aangezien ik zijn kind droeg. Als ik het kind in zijn of haar ogen zou kijken, zou ik hem zien. Maar wou ik dat wel? Ik begon toch te twijfelen. En hoe moest ik voor dat kind zorgen, terwijl ik eigenlijk niet eens het geld had om voor mezelf te zorgen? En hoe moest ik het hem vertellen, terwijl hij me absoluut niet wou zien of spreken?
Ruim drie uur later had ik mijn beslissing genomen. Ik zou het hem niet vertellen tot abortus te laat was, en ik zou het kind houden. Ik had genoeg vrienden die me er mee zouden kunnen helpen, en anders zou ik wel een manier vinden om aan geld te komen. No fucking way dat ik dit kind weg zou laten halen, alles wat me voor altijd aan hem zou binden. Ik kon het niet. Maar, met deze beslissing en redelijk geruststellende gedachte in mijn achterhoofd, kon ik in ieder geval rustig in slaap vallen.
Nog een nieuw stukje 
“Je hebt een nieuwe tafel!” Riep iemand me toe in het voorbijgaan. Ze droeg een dienblad vol met lege glazen en klonk niet erg vrolijk. Ik tilde mijn hoofd op uit mijn handen en voelde in mijn schort of ik een kladblokje bij me had terwijl ik naar buiten liep.
“Kan ik u helpen?” Vroeg mijn stem uit automatisme. Ik keek de mensen aan, maar was er niet echt bij met mijn gedachten. Ik was zelfs zo ver weg in dromenland dat ik niet hoorde wat ze bestelden. Ik voelde dat ik rood werd terwijl ik me excuseerde en vroeg of ze het misschien nog een keer konden zeggen.
“Ja, jij daar. Kom maar even mee,” zei mijn baas toen ik weer naar binnen liep om de bestelling klaar te maken. Ik beet snel even op mijn lip en legde mijn kladblokje neer op de bar, zodat iemand anders die van mij kon overnemen.
“Het gaat niet zo goed met jou vandaag of wel?” Vroeg mijn baas toen we tegenover elkaar zaten aan een tafeltje achter in het restaurant. Wat moest ik doen? De waarheid vertellen? Liegen.
“Jawel, hoezo?” Mijn baas zuchtte en schudde zachtjes zijn hoofd.
“Je moet me de waarheid vertellen, open zijn. Als je dat niet doet kan ik ook niks voor te betekenen.”
“Ik heb slecht geslapen en ben een beetje misselijk, meer niet,” zei ik. Dat loog ik slechts deels, maar ik vond niet dat hij meer hoefde te weten. Deze man hoefde helemaal niks van me te weten, vond ik. Waarom zou hij? Ik werkte voor hem, verder was er niks wat ons op wat voor manier ook zo dicht bij elkaar zou brengen dat ik hem over mijn situatie zou moeten vertellen. Misschien later, als mijn buik zo dik was dat ik niet meer zou kunnen ontkennen dat er iets aan de hand was. Opnieuw een zucht van zijn kant.
“Neem de rest van de dag vrij en zorg dat je morgen beter je best doet. Zoals je nu bezig bent heeft niemand iets aan je.” Ik knikte en stond op om mijn schort af te doen. Terwijl ik terug liep naar de bar, waar mijn tas lag deed ik ook mijn blouse uit. Beide kledingstukken stopte ik in mijn handtas en na gedag te hebben gezegd tegen de rest van de bediening verliet ik het restaurant.
“Pfff, wat een hel,” zuchtte Miranda terwijl ze een grote emmer vol met sop de trap op sleepte. Ik liep achter haar aan met twee dweilen en wat droge handdoeken. We zouden de podiumdelen nog even schoonmaken voordat de bands aan zouden komen die de podiumdelen over een paar uur opnieuw vies zouden maken met hun zware kisten en blikken bier, die om het nummer omgetrapt zouden worden. Maar Miranda was zeker van haar zaak en vond dat het wel even nodig was om de delen grondig schoon te maken.
“Moet jij niet ook al eens een keer ongesteld zijn geworden? We waren toch altijd samen aan de beurt?” Vroeg ze, terwijl ze de emmer sop naast het podium neer zette. Ik schrok, voelde mijn hart in mijn keel terwijl ik een leugen probeerde te bedenken.
“Eh, ja… Ik denk dat het vanavond gaat gebeuren. Ik heb al een paar dagen buikpijn en zo…” mompelde ik. Ik stopte een dweil in het sop en liet het water er goed uitlopen voordat ik het podium opstapte en achteraan begon met schoonmaken.
“Dit is als het goed is mijn laatste dag al. Weet je zeker dat er niks aan de hand is of zo? Ben je wel eens vaker over tijd?”
“Hm? Oh, ja, regelmatig.” Waarom kon ik niet liegen tegen vrienden of vriendinnen? Waarom begon ze hier überhaupt over?
“Kijk! Zo hoort het!” Riep onze goede vriend toen hij de zaal in kwam. “Lekkere wijven in hotpants en op hoge hakken die ons werk doen!” Wat een geluk. Precies met die laatste zin wist hij Miranda boos genoeg te krijgen om ons gesprek in ieder geval voor de rest van de avond te vergeten. Nadat zij hem een trap had verkocht sprong ik van het podium af en gaf hem een knuffel en een kus op zijn wang.
“Alles goed?” Vroeg ik terwijl ik naar mijn tas toe liep om er een peuk uit te halen en op te steken.
“Ja, zware dag op het werk weer maar verder wel oké.”
“Hm,” was mijn antwoord. Ik pakte de sigaret op mijn lip tussen wijs- en middelvinger en ging op een tafel zitten.
“Met jou?”
“Ach. Gewoon. Goed? Ik weet niet. Zoals altijd.” Lekker stuntelig weer.
“Toch maar niet gestopt?” Vroeg hij, met een knikje naar mijn sigaret. Ik schudde mijn hoofd. Ik had het geprobeerd, echt waar. Maar hoe zou het je voor elkaar kunnen krijgen om te stoppen met roken terwijl er een kind in je buik groeide wat zoveel stress veroorzaakte dat je soms niet eens meer wist wat je eigen naam ook al weer was? Al voordat ik het wist was ik weer volledig vertrokken in mijn gedachten. Ik staarde een beetje voor me uit, terwijl allerlei doemscenario’s zich vormden in mijn hoofd.

“Je hebt een nieuwe tafel!” Riep iemand me toe in het voorbijgaan. Ze droeg een dienblad vol met lege glazen en klonk niet erg vrolijk. Ik tilde mijn hoofd op uit mijn handen en voelde in mijn schort of ik een kladblokje bij me had terwijl ik naar buiten liep.
“Kan ik u helpen?” Vroeg mijn stem uit automatisme. Ik keek de mensen aan, maar was er niet echt bij met mijn gedachten. Ik was zelfs zo ver weg in dromenland dat ik niet hoorde wat ze bestelden. Ik voelde dat ik rood werd terwijl ik me excuseerde en vroeg of ze het misschien nog een keer konden zeggen.
“Ja, jij daar. Kom maar even mee,” zei mijn baas toen ik weer naar binnen liep om de bestelling klaar te maken. Ik beet snel even op mijn lip en legde mijn kladblokje neer op de bar, zodat iemand anders die van mij kon overnemen.
“Het gaat niet zo goed met jou vandaag of wel?” Vroeg mijn baas toen we tegenover elkaar zaten aan een tafeltje achter in het restaurant. Wat moest ik doen? De waarheid vertellen? Liegen.
“Jawel, hoezo?” Mijn baas zuchtte en schudde zachtjes zijn hoofd.
“Je moet me de waarheid vertellen, open zijn. Als je dat niet doet kan ik ook niks voor te betekenen.”
“Ik heb slecht geslapen en ben een beetje misselijk, meer niet,” zei ik. Dat loog ik slechts deels, maar ik vond niet dat hij meer hoefde te weten. Deze man hoefde helemaal niks van me te weten, vond ik. Waarom zou hij? Ik werkte voor hem, verder was er niks wat ons op wat voor manier ook zo dicht bij elkaar zou brengen dat ik hem over mijn situatie zou moeten vertellen. Misschien later, als mijn buik zo dik was dat ik niet meer zou kunnen ontkennen dat er iets aan de hand was. Opnieuw een zucht van zijn kant.
“Neem de rest van de dag vrij en zorg dat je morgen beter je best doet. Zoals je nu bezig bent heeft niemand iets aan je.” Ik knikte en stond op om mijn schort af te doen. Terwijl ik terug liep naar de bar, waar mijn tas lag deed ik ook mijn blouse uit. Beide kledingstukken stopte ik in mijn handtas en na gedag te hebben gezegd tegen de rest van de bediening verliet ik het restaurant.
“Pfff, wat een hel,” zuchtte Miranda terwijl ze een grote emmer vol met sop de trap op sleepte. Ik liep achter haar aan met twee dweilen en wat droge handdoeken. We zouden de podiumdelen nog even schoonmaken voordat de bands aan zouden komen die de podiumdelen over een paar uur opnieuw vies zouden maken met hun zware kisten en blikken bier, die om het nummer omgetrapt zouden worden. Maar Miranda was zeker van haar zaak en vond dat het wel even nodig was om de delen grondig schoon te maken.
“Moet jij niet ook al eens een keer ongesteld zijn geworden? We waren toch altijd samen aan de beurt?” Vroeg ze, terwijl ze de emmer sop naast het podium neer zette. Ik schrok, voelde mijn hart in mijn keel terwijl ik een leugen probeerde te bedenken.
“Eh, ja… Ik denk dat het vanavond gaat gebeuren. Ik heb al een paar dagen buikpijn en zo…” mompelde ik. Ik stopte een dweil in het sop en liet het water er goed uitlopen voordat ik het podium opstapte en achteraan begon met schoonmaken.
“Dit is als het goed is mijn laatste dag al. Weet je zeker dat er niks aan de hand is of zo? Ben je wel eens vaker over tijd?”
“Hm? Oh, ja, regelmatig.” Waarom kon ik niet liegen tegen vrienden of vriendinnen? Waarom begon ze hier überhaupt over?
“Kijk! Zo hoort het!” Riep onze goede vriend toen hij de zaal in kwam. “Lekkere wijven in hotpants en op hoge hakken die ons werk doen!” Wat een geluk. Precies met die laatste zin wist hij Miranda boos genoeg te krijgen om ons gesprek in ieder geval voor de rest van de avond te vergeten. Nadat zij hem een trap had verkocht sprong ik van het podium af en gaf hem een knuffel en een kus op zijn wang.
“Alles goed?” Vroeg ik terwijl ik naar mijn tas toe liep om er een peuk uit te halen en op te steken.
“Ja, zware dag op het werk weer maar verder wel oké.”
“Hm,” was mijn antwoord. Ik pakte de sigaret op mijn lip tussen wijs- en middelvinger en ging op een tafel zitten.
“Met jou?”
“Ach. Gewoon. Goed? Ik weet niet. Zoals altijd.” Lekker stuntelig weer.
“Toch maar niet gestopt?” Vroeg hij, met een knikje naar mijn sigaret. Ik schudde mijn hoofd. Ik had het geprobeerd, echt waar. Maar hoe zou het je voor elkaar kunnen krijgen om te stoppen met roken terwijl er een kind in je buik groeide wat zoveel stress veroorzaakte dat je soms niet eens meer wist wat je eigen naam ook al weer was? Al voordat ik het wist was ik weer volledig vertrokken in mijn gedachten. Ik staarde een beetje voor me uit, terwijl allerlei doemscenario’s zich vormden in mijn hoofd.
Je schrijft heel fijn vind ik!
Je schrijft rustig en neemt de tijd, zeg maar en dat vind ik fijn.
Je maakt me nieuwsgierig naar meer.
wel ben ik benieuwt hoe oud ze eigenlijk is:$
Je schrijft rustig en neemt de tijd, zeg maar en dat vind ik fijn.
Je maakt me nieuwsgierig naar meer.
wel ben ik benieuwt hoe oud ze eigenlijk is:$
For the world you’re somebody, for somebody you’re the world!!
In dit stukje gebeurd niet heel veel, maar je leert de hoofdpersoon en haar vriendin hier wel wat beter kennen. Op zich dus best een essentiëel stuk, ookal is het misschien een beetje saai.
Lisa, bedankt voor je reactie
Zeker blijven reageren, dat motiveert me om verder te schrijven 
“Aarde aan Avana! Leef je nog?” Er zwaaide een hand voor mijn ogen en ik schudde voorzichtig mijn hoofd, in een poging mijn gedachten van me af te schudden. Ik mompelde dat ik even wat anders aan mijn hoofd had en stond op. Op het podium hing Miranda aan haar dweil en lachte hardop. Een lichte glimlach sierde even mijn gezicht terwijl ik naar de geluidstafel liep en begon met het uit de knoop halen van de vele kabels, waarna ik ze meteen in de goede aansluitingen deed. Als enige meisje in de techniek had ik eigenlijk toch heel wat waar te maken, ook al wilde niemand dat toegeven.
Tien minuten later besloot ik de kleurenfilters van de lampen nog even te verwisselen om daarna pauze te gaan houden. Ik koos voor een lichtblauw, groenige kleur, donkerrood en roze. Terwijl ik de trap opklom om de filters te verwisselen kwam Mark binnen, de hoofdtechnicus van het podium waar ik vrijwilligerswerk deed. Miranda, die nog steeds bezig was met het dweilen van het podium en Richard, die bezig was om de monitoren aan te sluiten begroetten hem. Ook ik stak kort mijn hand op. Aangezien ik filters tussen mijn lippen had en bovenop een ladder stond leek het me geen goed idee om iets te zeggen, omdat ik dan de ladder weer af zou moeten klimmen om de filters terug te gaan halen.
Een kwartier later waren alle lampen van hun kleuren voorzien en stonden goed uitgelicht op het podium. Tijd voor wat eten en wat drinken. Ik sleepte Miranda mee, die op het punt stond om het podium voor de derde keer te gaan dweilen. Ik verzekerde haar dat het nu echt wel schoon genoeg was en dat ze morgen de hele dag de tijd had om te dweilen als ze dat zo nodig vond. Ze lachte, gaf me gelijk en volgde me naar de kantine.
“Koffie?” Bood ik haar aan.
“Graag.” Zelf nam ik een bekertje warme chocomelk. Ik hield niet van koffie. Ging er van over mijn nek.
“Dus,” zei Miranda. “Wat is er aan de hand?”
“Niks, hoezo?” Ik zette de koffie voor haar neer en wachtte tot mijn chocomelk klaar was voor ik schuin tegenover haar ging zitten. Ik schoof een tijdschrift van het midden van de tafel naar me toe en sloeg het open.
“Je bent té afwezig vandaag. Normaal praat je me de oren van de kop.”
“Hm, vind je dat erg dan?”
“Dat je zoveel praat?”
“Dat ik nu zo stil ben.” Daar moest ze even over na denken. Ik lachte. Dat dacht ik al.
“Nee, op zich niet. Maar dat is geen antwoord op mijn vraag.” Ik haalde mijn schouders op en wierp mijn blik terug op het interview in het tijdschrift voor me. Even dacht ik dat Miranda door zou gaan zeuren, maar ze nam genoegen met mijn stilte en pakte een stapel reclamefolders.
Na een stilte van zo’n tien minuten, waarin we rustig onze koffie en chocomelk hadden opgedronken, stond ik op.
“Kom. Het is vier uur. We hebben nog tijd om te gaan shoppen.” Dat hoefde ik geen twee keer te zeggen. Miranda vloog overeind en stoof voor me uit naar kantoor om haar tas te halen. Ik volgde haar voorbeeld en wist het voor elkaar te krijgen om als eerste bij haar auto te zijn. De stad was maar een paar minuten lopen, maar als je op een gegeven moment met vier tassen aan iedere arm liep was dat wel een paar minuten te veel.
Lisa, bedankt voor je reactie


“Aarde aan Avana! Leef je nog?” Er zwaaide een hand voor mijn ogen en ik schudde voorzichtig mijn hoofd, in een poging mijn gedachten van me af te schudden. Ik mompelde dat ik even wat anders aan mijn hoofd had en stond op. Op het podium hing Miranda aan haar dweil en lachte hardop. Een lichte glimlach sierde even mijn gezicht terwijl ik naar de geluidstafel liep en begon met het uit de knoop halen van de vele kabels, waarna ik ze meteen in de goede aansluitingen deed. Als enige meisje in de techniek had ik eigenlijk toch heel wat waar te maken, ook al wilde niemand dat toegeven.
Tien minuten later besloot ik de kleurenfilters van de lampen nog even te verwisselen om daarna pauze te gaan houden. Ik koos voor een lichtblauw, groenige kleur, donkerrood en roze. Terwijl ik de trap opklom om de filters te verwisselen kwam Mark binnen, de hoofdtechnicus van het podium waar ik vrijwilligerswerk deed. Miranda, die nog steeds bezig was met het dweilen van het podium en Richard, die bezig was om de monitoren aan te sluiten begroetten hem. Ook ik stak kort mijn hand op. Aangezien ik filters tussen mijn lippen had en bovenop een ladder stond leek het me geen goed idee om iets te zeggen, omdat ik dan de ladder weer af zou moeten klimmen om de filters terug te gaan halen.
Een kwartier later waren alle lampen van hun kleuren voorzien en stonden goed uitgelicht op het podium. Tijd voor wat eten en wat drinken. Ik sleepte Miranda mee, die op het punt stond om het podium voor de derde keer te gaan dweilen. Ik verzekerde haar dat het nu echt wel schoon genoeg was en dat ze morgen de hele dag de tijd had om te dweilen als ze dat zo nodig vond. Ze lachte, gaf me gelijk en volgde me naar de kantine.
“Koffie?” Bood ik haar aan.
“Graag.” Zelf nam ik een bekertje warme chocomelk. Ik hield niet van koffie. Ging er van over mijn nek.
“Dus,” zei Miranda. “Wat is er aan de hand?”
“Niks, hoezo?” Ik zette de koffie voor haar neer en wachtte tot mijn chocomelk klaar was voor ik schuin tegenover haar ging zitten. Ik schoof een tijdschrift van het midden van de tafel naar me toe en sloeg het open.
“Je bent té afwezig vandaag. Normaal praat je me de oren van de kop.”
“Hm, vind je dat erg dan?”
“Dat je zoveel praat?”
“Dat ik nu zo stil ben.” Daar moest ze even over na denken. Ik lachte. Dat dacht ik al.
“Nee, op zich niet. Maar dat is geen antwoord op mijn vraag.” Ik haalde mijn schouders op en wierp mijn blik terug op het interview in het tijdschrift voor me. Even dacht ik dat Miranda door zou gaan zeuren, maar ze nam genoegen met mijn stilte en pakte een stapel reclamefolders.
Na een stilte van zo’n tien minuten, waarin we rustig onze koffie en chocomelk hadden opgedronken, stond ik op.
“Kom. Het is vier uur. We hebben nog tijd om te gaan shoppen.” Dat hoefde ik geen twee keer te zeggen. Miranda vloog overeind en stoof voor me uit naar kantoor om haar tas te halen. Ik volgde haar voorbeeld en wist het voor elkaar te krijgen om als eerste bij haar auto te zijn. De stad was maar een paar minuten lopen, maar als je op een gegeven moment met vier tassen aan iedere arm liep was dat wel een paar minuten te veel.