Mysterie
Tegen een omgevallen boom staat een auto. Hij is helemaal in de prak gereden. Ik loop om de rode Saab heen. In de auto zitten twee mannen in uniform. Ze zijn doorweekt in het bloed. De één ligt op het stuur, de ander tegen het gebroken raam aan. Mijn handen beginnen te trillen. Er kraakt een takje. Ik draai me om, maar zie niets behalve mist. Waarom moesten ze mij uitdagen om naar Mystery Lane te gaan? Ik wilde zo graag het geld hebben om mijn studie te kunnen betalen en heb deze uitdaging maar aangenomen. Ik had er nu al spijt van. Weer kraakte er een takje. Ik schrok en draaide me om. Weer was er niemand te bekennen. Mijn hele lichaam begon te trillen. Er klonken meer geluiden, meer geluiden door het donkere bos, dat naast de auto begon. Ik vestigde mijn aandacht weer op de mannen in uniform. Hoe had dit zover kunnen komen? Wat was hier allemaal gebeurd?
Still got tonight
~Matthew Morrison~
~Matthew Morrison~
- Artemiss
- Tipp-Ex team
- Berichten: 890
- Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
- Locatie: Ergens in de Randstad
Ik besloot 112 te bellen. Wat anders kon ik doen? Voor deze mannen was het sowieso al te laat. Ik slikte bij de aanblik van het bloed.
Met trillende handen klapte ik mijn mobieltje open. Geen bereik. Natuurlijk, dat kon er ook nog wel bij.
Geschrokken keek ik op toen ik in de verte een gestalte zag naderen.
Met trillende handen klapte ik mijn mobieltje open. Geen bereik. Natuurlijk, dat kon er ook nog wel bij.
Geschrokken keek ik op toen ik in de verte een gestalte zag naderen.
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...
-Herman van Veen
-Herman van Veen
Hij was donker, lang en mager.
Ik wist niet of ik bang weg moest rennen of op hem af moest stappen, maar ik moest toch iets.
Ik besloot mijn onzekerheid overboord te zetten en op de man af te stappen, tenminste; ik ging er vanuit dat het een man is.
'Pardon, mag ik u iets vragen!?' schreeuwde ik.
Maar de gedaante draaide zich om en liep bij me vandaan.
'Nee ... STOP NOU!! Ik heb uw hulp nodig! Alstublieft!'
Hij reageerde niet, en versnelde zijn pas.
Ik besloot hem te volgen.
Ik wist niet of ik bang weg moest rennen of op hem af moest stappen, maar ik moest toch iets.
Ik besloot mijn onzekerheid overboord te zetten en op de man af te stappen, tenminste; ik ging er vanuit dat het een man is.
'Pardon, mag ik u iets vragen!?' schreeuwde ik.
Maar de gedaante draaide zich om en liep bij me vandaan.
'Nee ... STOP NOU!! Ik heb uw hulp nodig! Alstublieft!'
Hij reageerde niet, en versnelde zijn pas.
Ik besloot hem te volgen.
De man leek te gaan rennen. Hij ging een hoek om, en nog één, en daarna nog één. Ik probeerde zijn pas bij te houden, maar mijn conditie peil was nogal laag, waardoor ik hem na de derde hoek uit het oog verloor. Hoe kon dit gebeuren? Was deze man de grap van mijn groep vrienden? Waarom negeerde die man mij? Ik keek naar links en naar rechts, maar de mist was te dicht, waardoor ik niets kon zien. Ik draaide me om, omdat ik terug naar het oude vervallen plaatsnaam bord wilde lopen. Ik schrok...
Still got tonight
~Matthew Morrison~
~Matthew Morrison~
toen ik niet meer wist waar ik vandaan kwam en meteen begreep dat ik verdwaald was. In stilte wenste ik dat ik de man niet was gevolgd. Ik pakte mijn mobieltje weer en probeerde hem als zaklamp te gebruiken. Er zat niets anders op. Ik moest wachten tot de mist was opgetrokken, maar tegen die tijd had iets anders me misschien wel gevonden...
Voorzichtig probeerde ik in de boom naast me te klimmen. Niemand zou me zien en geen dier zou me kunnen aanvallen.
Voorzichtig probeerde ik in de boom naast me te klimmen. Niemand zou me zien en geen dier zou me kunnen aanvallen.
“Vergeet nooit dat alleen dode vissen met de stroom mee zwemmen.” – Malcolm Muggeridge
Ik klom behendig in de boom, en dat was ook maar net op tijd.
Net toen ik me goed en wel omhoog had getrokken zag ik de man terugkomen.
Hij had een olielamp bij zich, en leek op zoek te zijn naar iemand.
Onwillekeurig hield ik mijn adem in. Wat als hij op zoek was naar mij?
Langzaam schuifelde hij steeds verder richting de boom waarin ik me schuilhield.
Na een tijdje kon ik zijn gezicht duidelijk zien door het schijnsel van de lamp die hij bij zich droeg.
Ik schrok en moest mijn hand voor mijn mond houden om geen geluid te maken.
Ik zag ...
Net toen ik me goed en wel omhoog had getrokken zag ik de man terugkomen.
Hij had een olielamp bij zich, en leek op zoek te zijn naar iemand.
Onwillekeurig hield ik mijn adem in. Wat als hij op zoek was naar mij?
Langzaam schuifelde hij steeds verder richting de boom waarin ik me schuilhield.
Na een tijdje kon ik zijn gezicht duidelijk zien door het schijnsel van de lamp die hij bij zich droeg.
Ik schrok en moest mijn hand voor mijn mond houden om geen geluid te maken.
Ik zag ...
Ik zag scherpe, lange hoektanden uit zijn mond steken. Ze blonken in het licht van de olielamp die de man bij zich droeg. Angstig stil bleef ik in de boom zitten. Ik bleef mezelf woorden in fluisteren om de moed niet in mijn schoenen te laten zinken. De man wierp een blik naar rechts, de mist in, daarna naar links. Zijn gezicht zat vol met aderen die elk moment zouden kunnen open spatten. Ik wilde uit de boom klimmen, zachtjes wegsluipen, maar dan zou die man het merken. Ik ging me verzitten. Er kraakte een takje...
Still got tonight
~Matthew Morrison~
~Matthew Morrison~
En ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan.
Nu zou hij me natuurlijk opmerken.
Ik zag hoe de blik van de man langzaam maar zeker naar de boom ging.
Hij keek omhoog en zag me.
Als in een reflex reageerde ik.
Ik sprong uit de boom, landde op de man en rende daarna keihard weg.
Al snel werd ik achtervolgd. De olielamp wiebelde gevaarlijk bij de snelheid van de man, en mijn hart zat in mijn keel.
Ik wist niet waar ik heen moest, maar toch bleef ik rennen.
Net zo lang totdat mijn benen het begaven.
Ik struikelde over een losse tak en toen gebeurde het!
Nu zou hij me natuurlijk opmerken.
Ik zag hoe de blik van de man langzaam maar zeker naar de boom ging.
Hij keek omhoog en zag me.
Als in een reflex reageerde ik.
Ik sprong uit de boom, landde op de man en rende daarna keihard weg.
Al snel werd ik achtervolgd. De olielamp wiebelde gevaarlijk bij de snelheid van de man, en mijn hart zat in mijn keel.
Ik wist niet waar ik heen moest, maar toch bleef ik rennen.
Net zo lang totdat mijn benen het begaven.
Ik struikelde over een losse tak en toen gebeurde het!
Voordat ik het wist had de man me omhoog geholpen en doorboorde hij mijn nek met zijn scherpe lange hoektanden, ik probeerde me te verzetten maar wist dat het nutteloos was.
Dit zou zou het absolute einde van me zijn, niemand die me zou hooren gillen en dus ook niemand die me kon helpen.
Mijn vrienden zouden pas na een paar uur komen zoeken voor mij (waarschijnlijk pas nadat de mist was gezakt, de lafaards).
Ik voelde nog steeds de tanden van de man in mijn nek, ik wist nu wel voor honderd procent dat hij een vampier is.
Waarschijnlijk heeft hij het ongeluk veoorzaakt zodat hij daarna hun kon leegzuigen(Zijn eten betekent iemand anders zijn dood).
En ik was een snack voor hem, tot mijn verbazing stopte de man met mijn bloed te zuigen en liet hij me los hij keek me aan met een zielige blik, een blik met medelijden( had hij medelijden met me hoe kan dat hij is een vampier hun zijn de levende doden en hebben hoogstwaarschijnlijk geen kloppend hart).
Maar ondanks dat voelde ik zijn blik me aanstaaren, de man haalde het bloed van zijn gezicht en liktte het beetje dat nog aan hem vast plakte( mijn bloed, was het zo lekker dat hij er niks van wilde verspillen).
De man keek me nog steeds aan maar deed zijn mond open en begon tegen me te praten: Het spijt me dat ik je heb gebeten, ik probeerde mezelf in te houden maar de geur van bloed was te sterk en hij kijkt in de richting van de auto waar de twee mannen in liggen.
"Ik heb het ongeluk niet veorzaakt, zoals jij denkt", zei de man.
"Je hoort wat ik denk, is dat een soort van vampier kracht?", vroeg ik aan de man.
"ja dat is het en de dingen die jij toestraks dacht waren echt kwetsend", zegt de man.
Meende hij dit serieus het heeft hem gekwetst en ik dacht nog wel dat vampiers gevoelloos waren.
"Je weet toch wel dat ik nu hoor wat je denkt", zegt de man.
Shit dat was ik helemaal vergeten hij hoort het wacht ik doe het nu weer, het spijt me heel erg dacht ik hardop. En ik keek de man aan met een blik van medeleven.
"Het geeft niks dat is een fout die veel mensen maken", zei de man.
En terwijl ik op de een of andere manier verloren raakten in de man's zijn blik merkte ik nu pas dat het enge gezicht van de man van toestraks verdwenen was en had plaats gemaakt voor een jong en zeer knap en aantrekkelijk gezicht.
Ik keek nog eens goed naar de man en schatte hem op een jaar of zestien,zevetien dus dat betekende dat hij even oud is als mij.
Maar ik was niks vergeleken met de beeldschone man die ik nu voor me zag staan, hij was lang knap en mager maar ondanks dat leek hij wel gespierd(tenminste wat ik kon zien door de schemer van zijn vest) en hij had zwart haar en hij was licht getint en had iets weg van de weerwolf Jake uit de twilight reeks, alleen is hij een vampier en geen weerwolf.
En dan had je mij gemmidelde lengte mager met lang blond haar en blauwe ogen.
De man of eerder gezegd de jongen keek me intens aan en vroeg me wat er aan de hand was.
"ooh niks het is gewoon dat toestraks zag je erzo eng uit maar nu ben je zo knap", ik bloosde toen ik doorhad wat ik zojuist had gezegd tegen een compleet vreemde die nog een paar minuten geleden mijn bloed dronk.
"Het geeft niks ik was toestraks zo eng en lekijk omdat ik bloed nodig had, dat is wat er gebeurd als je te lang geen bloed hebt gedronken", zei de jongen glimlachend.
"Mijn naam is Chris en wat is jouw naam", vroeg hij aan me terwijl hij nog steeds glimlachte naar me.
"Mijn naam is Kate kort voor katelyn", zei ik terwijl ik als een malloot stond te grijnzen.
Heey mensen ik wil jullie bedanken voor me te helpen met jullie inspiratie sorry als het iets te lang is maar ik ga het verhaal zelf verder schrijven en dan posten maar dan natuurlijk wel met een beetje anders begin.
Dit zou zou het absolute einde van me zijn, niemand die me zou hooren gillen en dus ook niemand die me kon helpen.
Mijn vrienden zouden pas na een paar uur komen zoeken voor mij (waarschijnlijk pas nadat de mist was gezakt, de lafaards).
Ik voelde nog steeds de tanden van de man in mijn nek, ik wist nu wel voor honderd procent dat hij een vampier is.
Waarschijnlijk heeft hij het ongeluk veoorzaakt zodat hij daarna hun kon leegzuigen(Zijn eten betekent iemand anders zijn dood).
En ik was een snack voor hem, tot mijn verbazing stopte de man met mijn bloed te zuigen en liet hij me los hij keek me aan met een zielige blik, een blik met medelijden( had hij medelijden met me hoe kan dat hij is een vampier hun zijn de levende doden en hebben hoogstwaarschijnlijk geen kloppend hart).
Maar ondanks dat voelde ik zijn blik me aanstaaren, de man haalde het bloed van zijn gezicht en liktte het beetje dat nog aan hem vast plakte( mijn bloed, was het zo lekker dat hij er niks van wilde verspillen).
De man keek me nog steeds aan maar deed zijn mond open en begon tegen me te praten: Het spijt me dat ik je heb gebeten, ik probeerde mezelf in te houden maar de geur van bloed was te sterk en hij kijkt in de richting van de auto waar de twee mannen in liggen.
"Ik heb het ongeluk niet veorzaakt, zoals jij denkt", zei de man.
"Je hoort wat ik denk, is dat een soort van vampier kracht?", vroeg ik aan de man.
"ja dat is het en de dingen die jij toestraks dacht waren echt kwetsend", zegt de man.
Meende hij dit serieus het heeft hem gekwetst en ik dacht nog wel dat vampiers gevoelloos waren.
"Je weet toch wel dat ik nu hoor wat je denkt", zegt de man.
Shit dat was ik helemaal vergeten hij hoort het wacht ik doe het nu weer, het spijt me heel erg dacht ik hardop. En ik keek de man aan met een blik van medeleven.
"Het geeft niks dat is een fout die veel mensen maken", zei de man.
En terwijl ik op de een of andere manier verloren raakten in de man's zijn blik merkte ik nu pas dat het enge gezicht van de man van toestraks verdwenen was en had plaats gemaakt voor een jong en zeer knap en aantrekkelijk gezicht.
Ik keek nog eens goed naar de man en schatte hem op een jaar of zestien,zevetien dus dat betekende dat hij even oud is als mij.
Maar ik was niks vergeleken met de beeldschone man die ik nu voor me zag staan, hij was lang knap en mager maar ondanks dat leek hij wel gespierd(tenminste wat ik kon zien door de schemer van zijn vest) en hij had zwart haar en hij was licht getint en had iets weg van de weerwolf Jake uit de twilight reeks, alleen is hij een vampier en geen weerwolf.
En dan had je mij gemmidelde lengte mager met lang blond haar en blauwe ogen.
De man of eerder gezegd de jongen keek me intens aan en vroeg me wat er aan de hand was.
"ooh niks het is gewoon dat toestraks zag je erzo eng uit maar nu ben je zo knap", ik bloosde toen ik doorhad wat ik zojuist had gezegd tegen een compleet vreemde die nog een paar minuten geleden mijn bloed dronk.
"Het geeft niks ik was toestraks zo eng en lekijk omdat ik bloed nodig had, dat is wat er gebeurd als je te lang geen bloed hebt gedronken", zei de jongen glimlachend.
"Mijn naam is Chris en wat is jouw naam", vroeg hij aan me terwijl hij nog steeds glimlachte naar me.
"Mijn naam is Kate kort voor katelyn", zei ik terwijl ik als een malloot stond te grijnzen.
Heey mensen ik wil jullie bedanken voor me te helpen met jullie inspiratie sorry als het iets te lang is maar ik ga het verhaal zelf verder schrijven en dan posten maar dan natuurlijk wel met een beetje anders begin.

'Katelyn. Wat een mooie naam.' Zei hij met zijn mysterieuze stem, terwijl zijn ogen oplichten. Er heerste een ontspannen sfeer. Rustig trok de mist op en scheen de maan op hen neer. 'Zeg Katelyn, heb jij, behalve hier rondspoken, vanavond nog iets te doen.' vroeg hij.
Voorzichtig schudde ik mijn hoofd en draaide ik voorzichtig aan een lok van mijn glanzende haren.
'Katelyn!' schreeuwde iemand in de verte. 'Waar ben je!'
Geschrokken keken Chris en ik naar elkaar. Ik haalde mijn schouders op. 'Het zijn mijn vrienden maar.' fluisterde ik. Voorzichtig knikte Chris en deed een paar stappen achteruit.
Ik raakte in paniek, ik wilde niet dat hij weg zou gaan, misschien zou ik hem wel nooit meer terugzien.
Ik reikte mijn hand uit en siste: 'Niet weg gaan!'
Chris glimlachte naar me en schudde zijn hoofd. Wat daarna gebeurde had ik niet geloofd als ik het niet met mijn beide lichtblauwe ogen had gezien.
Na een keer goed schudden verschenen er twee prachtige zwarte vleugels vanachter zijn rug. Het maakt hem sierlijk en sterk. Een paar zwarte veren dwarrelden zachtjes naar beneden en landden op de grond.
'Heb je ooit gevlogen?' vroeg hij zacht.
Voorzichtig schudde ik mijn hoofd en draaide ik voorzichtig aan een lok van mijn glanzende haren.
'Katelyn!' schreeuwde iemand in de verte. 'Waar ben je!'
Geschrokken keken Chris en ik naar elkaar. Ik haalde mijn schouders op. 'Het zijn mijn vrienden maar.' fluisterde ik. Voorzichtig knikte Chris en deed een paar stappen achteruit.
Ik raakte in paniek, ik wilde niet dat hij weg zou gaan, misschien zou ik hem wel nooit meer terugzien.
Ik reikte mijn hand uit en siste: 'Niet weg gaan!'
Chris glimlachte naar me en schudde zijn hoofd. Wat daarna gebeurde had ik niet geloofd als ik het niet met mijn beide lichtblauwe ogen had gezien.
Na een keer goed schudden verschenen er twee prachtige zwarte vleugels vanachter zijn rug. Het maakt hem sierlijk en sterk. Een paar zwarte veren dwarrelden zachtjes naar beneden en landden op de grond.
'Heb je ooit gevlogen?' vroeg hij zacht.
- everybody`s story is unique