Dit is één van mijn eerste korte verhaaltjes. Heb hem paar weken terug geschreven. Hoop dat jullie hem leuk vinden. Kritiek is altijd welkom, aangezien ik nog niet zo lang schrijf.

This is how the story ends.
26-1-2007
Ik zou niet weten waarom ik je dit, een maand nadat je mij en alle andere mensen voorgoed hebt achtergelaten, schrijf. Misschien om het van me af te schrijven of me laten voelen dat je nog bij me bent. Het doet me zeer je niet te kunnen aanraken. Het doet me zeer dat je zo ver weg van mij verwijdert bent. Maar dit alles is niets vergeleken met het feit dat je er vrijwillig voor koos. Al die woorden die je tegen me zei, al die keren toen we samen waren. Betekende dat niks voor jou? Beteken ik niks meer voor jou? Of erger nog, heb ik ooit wel iets voor jou betekent? En waarom, waarom laat je me achter met zoveel vragen? Eigenlijk zou ik je moeten haten voor dit alles. Maar ik kan het gewoon niet. Ik kan het niet omdat ik teveel van je houd. Mijn tranen die ik heb laten vloeien door jou, de liefde die ik nog steeds hevig voor jou voel, overspoelen het gevoel om je te verafschuwen. Elke avond huil ik in mijn bed, nadat ik jouw afscheidsbrief voor mij weer opnieuw lees. Elke avond mis ik de warmte van jouw lichaam die meestal tegen mijn aanslaapt. Ik mis je vreselijk. Had je dat niet kunnen weten? Ik mis je zo erg dat ik even eraan dacht hoe het zou zijn als ik je niet had ontmoet. Dan zou ik al deze pijn niet voelen, niet kennen. Dan zou ik van de kleinste dingen die verkeerd gaan ongelukkig worden. Maar nu ik hier zit, beseffend dat toen ik vroeger wel eens huilde, dat dat niks was. Maar ik heb die gedachtes opzij gezet. Want ik heb absoluut geen spijt om je te leren te kennen. Om je aan te mogen raken, wanneer ik maar wou. Je hebt me in die korte tijd zoveel geluk gegeven, maar je hebt me de laatste maand ook van mijn geluk beroofd. Jij was degene die mij blij maakte, me troostte als er iets was om kalmerende woordjes in mijn oor te sussen. Maar nu je weg bent, nu je me niet meer blij kan maken als er iets is, ben ik bang dat ik nooit meer de blijheid kan voelen die ik eens had. Je hebt niet alleen jezelf weggenomen, maar ook een deel van mij. Krankzinnig als ik was had ik laats nog geprobeerd naar je toe te komen. Maar mijn ouders kwamen erachter, ze maken zich zorgen over me. Leerlingen uit mijn klas vinden me gek. Onder anderen mijn vroegere vriendinnen. Ik zelf vind dat niet vreemd. Ik bedoel, wat zou jij moeten denken als een meisjes zich zelf van haar leven beroofd om alleen maar haar vriend te achtervolgen? Rampzalig. Zielig. Geestelijk gestoord aan het worden. Nee, dit noem ik ware liefde. Maar aan de andere kant, ik, die jou als de ware ziet had het niet eens door dat je steeds ongelukkiger werd. Zelfs niet de laatste keer toen ik je zag. Herinner je je dat nog? Je zei liefkozende woorden tegen me, vlak voordat je weg ging. Woorden die mij raakte, woorden die van jou kwamen en bestemd waren voor mij. Woorden die aangeven hoeveel je van mij hield. ‘Woorden zijn niet genoeg om mijn gevoelens voor jou te uiten’, precies door jou gezegd. Ik was er blij om, maar verder had ik er niks achtergezocht. Iemand die even veel van mij hield als ik van hem. Iemand die mijn liefde beantwoord. Ik wil je nog wat zeggen Luciano, iets wat ik al heel lang wou zeggen. Iets wat ik de laatste keer toen ik je zag al had moeten zeggen, maar niet had gedaan; Ik houd van je, en dat zal ik altijd blijven doen.