Help, opnieuw

Tranentrekkers en ernstige verhalen. Lees en laat je meeslepen in de drama van anderen.
Plaats reactie
yvette
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 21 feb 2011 08:51

Ik voel hoe mijn hand zich sluit om het houten handvat van het net geslepen keukenmes. Ik zie de blinking op het blad van het mes als ik het in het zonlicht bekijk. Ik merk hoe ik weer het mes tegen mijn pols zet, hoe ik weer het blad door mn zachte huid voel snijden. Ik voel hoe het bloed op mijn shirt spettert, en hoe ik mijzelf opniew langzaam op m’n bed laat zakken. Ik voel hoe mijn hoofd langzaam leeg loopt, en ik alleen de pijn nog voel, en het kloppen van de gapende wond. Naast me zie ik het mes liggen wat ik vaker gebruik, en kijk naar de littekens op de rest van mijn lichaam. Opniew besef ik me, dat ik mezelf alweer door zelfmedelijden heb laten leiden.
Mijn rechtervoet bungeld over de bedrand,merk ik als ik eindelijk mijn ogen open. Een vleugje wind bereikt mijn lichaam en zorgt ervoor dat er een rilling over mijn rug loopt. Voorzichtig probeer ik op te staan, ik zwaai mijn linker voet ook over de bedrand en zet beide voeten op het groengele tapijt van mijn kamer. Terwijl ik ga staan voel ik hoe mijn hoofd zwaar word, en mijn lichaam het begeeft, ik inzak en midden op het tapijt kom te liggen. Met de laatste kracht die ik nog in me heb probeer ik op te staan, graaiend naar de stoel om me aan op te trekken.

Ik bevind me in een vreemd maar toch vertrouwde omgeving, boven me hangt een TL-buis, en om me heen overheerst vooral de kleur wit. Een groot raam hangt boven een monitor, en zelf lig ik in een bed met witte lakens en ook een wit matras, mijn hoofd rustend op een wit kussen. Ik zie mijn zusje aan mijn bed zitten, en zie de waterige ogen als ik haar kant op kijk. Ik wil haar hand pakken, maar schrik van de naald die in mijn hand is geprikt, en zie het slangetje wat naar een zakje leidt. Ik ben opniew in het ziekenhuis, opniew is het fout gegaan en opniew heb ik het mezelf heel moeilijk gemaakt. Ik zie de deurklink naar beneden gaan, en hoor hoe voetstappen de kamer in schuifelen. Ik zie nog net niet duidelijk genoeg wie er binnen komen, ik voel mezelf weer wegzakken.

‘Doe nou eens normaal!’, ‘ik weet niet wat ik met jou aan moet, je bent lui, egoïstisch, en zondert je alleen maar af op je kamer’.’Het enige wat je kan is zeuren, en je lijkt nooit ergens blij mee te zijn, wij weten het niet meer misschien moet je wel naar zo’n psycholoog’.
Deze laatste zinnen galmen nog steeds door mijn hoofd, die zinnen hebben mij gister zo van streek gemaakt dat ik hier nu opniew lig.





Dit is een kort stukje uit mijn verhaal, maar ik weet niet of het goed is, en of er niet teveel ik in word gebruikt.
hopelijk kan ik van jullie advies krijgen
grts yvette
Who can you trust?
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Hé!

Heb toch even naar je verhaal gekeken :D je schrijft goed! Je zinnen zijn goed opgebouwd en lopen goed in elkaar over. Je kunt mooi omschrijven wat er gebeurt. Ik zou alleen iets meer aandacht besteden aan je overgangen (dus van alinea naar alinea/situatie naar situatie). Dus bijvoorbeeld bij:

Ik bevind me in een vreemd maar toch vertrouwde omgeving, boven me hangt een TL-buis, en om me heen overheerst vooral de kleur wit.

Iets doen als:

Wanneer ik weer wakker word, bevind ik me in een vreemde maar toch vertrouwde omgeving. Boven me hangt een TL-buis, en om me heen overheerst vooral de kleur wit.

Zo wordt de lezer wat meer door het verhaal heen geleid zonder dat je teveel van situatie op situatie overspringt. Je kunt de stukjes ook gerust per situatie (dus per alinea) wat langer maken, maar dat komt misschien nog vanzelf wel, het past nu juist wel in het verhaal dat ze wat korter zijn. En o ja, iedere nieuwe gesproken zin van een dialoog kun je op een nieuwe regel beginnen, dat is overzichtelijker :)

Leuk verhaal en succes verder! Je schrijft in ieder geval natuurlijk, dus daar hoef je je niet druk om te maken :)
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
DesireeD
Potlood
Potlood
Berichten: 87
Lid geworden op: 09 feb 2011 16:20

heey ik heb je verhaal even gelezen en ik vind het goed ik ben benieuwd naar de rest. De zinnen kloppen ook.
Je hebt een fijne schrijfstijl, wat ik persoonlijk goed vind. Echt verder gaan. Het is goed.
Ik vond er een vreemde zin in die volgens mij niet helemaal goed is opgebouwd.
yvette schreef:en mijn lichaam het begeeft, ik inzak en midden op het tapijt kom te liggen
Achter de komma dat klopt niet in mijn ogen ik zou er neerzetten
en mijn lichaam begeeft het, ik zak in en kom midden op het tapijt te liggen.
Everything is the same except the time
Gebruikersavatar
xIMISSYOU
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 923
Lid geworden op: 01 jan 2009 14:44

Hallo!

Je hebt een zeer fijne schrijfstijl, ik kan er echt door lezen, toch heb ik enkele foutjes, ik hoop dat je er wat aan hebt!
Allereerst heb ik een vraagje, is dit een hoofdstuk of je proloog? Het is overzichtelijker als je dat er even boven zet, zo is het makkelijker voor de lezer om te begrijpen. Sommige schrijvers vinden het fijn om te beginnen met een proloog, anderen beginnen liever met een hoofdstuk.
Ik voel hoe het bloed op mijn shirt spettert, en hoe ik mezelf opniew langzaam op m’n bed laat zakken
Spettert kan veranderd worden door druppelt, dit staat beter. Bij spetteren denk ik eerder aan een kraan die héél hard stroomt.
Een klein spellingsfoutje: ‘opniew’ hoort ‘opnieuw’ te zijn.
M’n is dialect, het staat mooier als je ‘mijn’ schrijft.

Dan word dit:
Ik voel hoe het bloed op mijn shirt druppelt, en hoe ik mezelf opnieuw langzaam op mijn bed laat zakken
Ik voel hoe mijn hoofd langzaam leeg loopt, en ik alleen de pijn nog voel, en het kloppen van de gapende wond.


Je gebruikte in je vorige zin ook al ‘langzaam’, daardoor leest deze zin iets moeilijker, beter gebruik je en synoniem, zoals traag, of je laat het gewoon weg, maar dat is naar eigen keuze.
Hier gebruik je heel veel ‘en’, de en die ik in het vet gezet heb, kan best weggelaten worden
Naast me zie ik het mes liggen wat ik vaker gebruik, en kijk naar de littekens op de rest van mijn lichaam.
De komma voor je en hoort daar niet te staan (:
Opniew besef ik me, dat ik mezelf alweer door zelfmedelijden heb laten leiden.
Je gebruikt echt overvloedig veel komma’s, let hier een beetje op. In sommige zinnen is het fijn, andere maakt het een beetje moeilijker om te lezen. Ook hier hoort de komma niet echt te staan.
Ik ben opniew in het ziekenhuis, opniew is het fout gegaan en opniew heb ik het mezelf heel moeilijk gemaakt.
Opniew, hoort ‘opnieuw’ te zijn
In je laatste stukje maak je opnieuw dit foutje, maar dat geeft niet ;d

Ik hoop dat ik je niet bang gemaakt heb met mijn lange reactie ;)
En ik ben onder de indruk! Zo’n verhaal schrijf je niet zomaar. Er zit veel gevoel in en ik voel bijna echt mee wat het hoofdpersonage meemaakt! Het is zeer goed geschreven, en ik kijk uit naar meer!

Veel succes met schrijven.
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~

Nano: 6670/50 000
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Allereerste wil ik je van harte welkom heten op het forum :D als je jezelf wilt voorstellen bij dit topic: Even voorstellen Weet iedereen meteen de persoon achter de naam ;)
Ten tweede, kraak nooit je eigen verhaal af! Jij bent degene die juist achter jouw verhaal moet staan en als niemand het leuk vindt, ligt dat aan hen en niet aan jou. Behalve natuurlijk als je niks doet met kritiek die al een paar keer gegeven is^^ Maar bij dit verhaal is er helemaal geen sprake van dat het niet goed is. Ik vind dat je echt heel goed begint, zeker als dit je eerste poging tot verhaal schrijven is. Je weet emoties te beschrijven, je weet te beschrijven wat er gebeurt, er zitten een paar hele mooie zinnen tussen, het is helemaal niet nodig om je eigen werk af te kraken!
Wel een opmerkingkje (anders verlies ik mijn baan :P), in je eerste alinea gebruik je heel vaak 'ik voel'. Het 'ik' heel vaak gebruiken is niet erg, zolang je het niet te vaak achter elkaar herhaalt, maar de 'ik voel' kun je makkelijk vervangen door iets anders. Het kan ook zijn dat je dit gebruikt om het voelen te benadrukken, maar dan is het toch iets mooier om het te minderen. Bijv:
Ik voel hoe het bloed op mijn shirt spettert, en hoe ik mijzelf opniew langzaam op m’n bed laat zakken. Ik voel hoe mijn hoofd langzaam leeg loopt, en ik alleen de pijn nog voel, en het kloppen van de gapende wond.
Het bloed spettert op mijn shirt en ik laat mezelf langzaam opnieuw op mijn bed zakken. Mijn hoofd loopt langzaam leeg, totdat ik alleen de pijn nog voel; en het kloppen van de gapende wond.
Oja, die laatste drie zinnen zou ik juist onder elkaar zetten en cursief maken, zodat je ze extra benadrukt en dat de lezer weet dat dat een hele tijd geleden gezegd is.

Je zei dat je niet wist hoe je verder moet. Had je gewoon een idee in je hoofd en ben je begonnen met schrijven? Of heb je je idee helemaal uitgedacht en ben daarna begonnen met schrijven? Als het het eerste is, zou ik eerst een soort plot opzetten waar je het verhaal heen wilt laten gaan. En ook zou ik een lijst van je hoofdpersonages opschrijven waarin je hun achtergrond neerzet, hun uiterlijk beschrijft en hun karaktertrekken. Als je dit allemaal al hebt gedaan, heb ik het niet gezegd :angel

Hoe je verder moet? Er zijn een paar mogelijkheden, maar ik kan er nu maar twee verzinnen. Of je schrijft wat er is gebeurd waardoor ze zichzelf is gaan snijden, of je schrijft verder nadat ze uit het ziekenhuis (daar zit ze toch?) komt en hoe haar leven dan is, en dat je met flashbacks of terloops genoemde herinneringen ons laat zien waardoor ze begonnen is met zichzelf pijn te doen. Meer specifiek kan ik niet worden, ik heb geen idee hoe je je verhaal wilt maken en wat er allemaal in gaat voorkomen ;)
Heel veel succes met schrijven en hopelijk komt er snel meer :D
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
yvette
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 21 feb 2011 08:51

Doe nou eens normaal!’, ‘ik weet niet wat ik met jou aan moet, je bent lui, egoïstisch, en zondert je alleen maar af op je kamer’.’Het enige wat je kan is zeuren, en je lijkt nooit ergens blij mee te zijn, wij weten het niet meer misschien moet je wel naar zo’n psycholoog’.
Deze laatste zinnen galmen nog steeds door mijn hoofd, die zinnen hebben mij gister zo van streek gemaakt dat ik hier nu opnieuw lig. Ik ben nog nooit zo geschrokken, heb me nog nooit zo onbegrepen gevoeld, en had dit nooit verwacht van mijn ouders. Ik dacht dat ze van mij hielden, dat ze wisten dat ik niet de perfecte dochter was en daarmee konden leven. Maar hieruit bleek dat ze me echt anders zagen, dat ze wilden dat ik me zou aanpassen en misschien zelfs wel dat ik weg zou gaan. Nou dat weggaan is ze gelukt, nu lig ik hier op de IC van het ziekenhuis, vechtend voor mijn leven. Allemaal door hun, en ik hoop dat ze een schuldgevoel hebben, ik hoop dat ze denken dat zij het hebben veroorzaakt want dat hebben ze ook. Zij hebben mij tot dit gedreven, zover gekregen om mijzelf te haten.
Ik draai me om, en staar naar het schilderij wat naast mijn bed hangt, het is een wirwar van kleuren in een te nette lijst. Net alsof de schilder het niet zo bedoelt heeft, er zit een kern in. Er zit iets achter, net als dat er iets in mij zit, iets anders dan je zou verwachtten. In de wirwar van moeilijkheden en problemen in mijn leven, zit ook iets moois, daar zit gewoon een meisje wat haar eigen leven wil leiden. Diep in mijn gedachten verzonken, hoor ik mijn ouders buiten de deur met elkaar ruziën zoals gewoonlijk. Ik weet ook wel waarom ; de kinderbescherming is namelijk langs geweest, omdat ik al meerdere keren met snijwonden in het ziekenhuis ben beland. De dokter vertrouwden het niet meer en hebben gebeld. Ik kan me nog herinneren toen de vrouw van de kinderbescherming bij mij kwam, het was een lange slanke vrouw met bruin haar.
‘Haai, ik ben Cheyenne, en ik wil even met je praten over thuis’.
Zo begon het gesprek tussen ons, ik ben tijdens het gesprek een tijd lang stil geweest maar al snel wist ik dat ik haar kon vertrouwen.
‘Hoe gaan jullie thuis met elkaar om?’Over die vraag heb ik lang na moeten denken, omdat ik er eigenlijk niet echt een antwoord op wist.
‘uhhm,laat ik het houden op moeilijk, we zijn niet een doorsnee gezin, mijn ouders hebben vaak ruzie en mijn zusje is erg stil’. ‘Ik ben daarentegen vaak op mijn kamer om niet weer het onderwerp van de ruzies te zijn, en de ruzies vooral uit de weg te gaan’. ‘Maar doordat ik me ‘verstop’ volgens mijn ouders, zijn dat ook weer nieuwe onderwerpen waar ruzie rondom ontstaat’. ‘Dus ik denk dat je wel begrijpt dat het moeizaam loopt, ook heb ik het gevoel lang niet alles te kunnen vertellen, en dat doe ik ook niet’.
Nu ik me het gesprek terugdenk, voel ik weer tranen in mijn ogen komen, en ik knipper met mijn ogen om ze niet over mijn wangen te laten glijden. Ik wil niet huilen om mijn ouders, ik gun het ze niet. Ik pak het kussen, en begraaf mijn gezicht erin, machteloos voel ik me. Opgesloten in mijn eigen familie, zo kan ik niet verder leven. Niet nu en ook niet als ik eindelijk uit dit achterlijke ziekenhuis vandaan kom! Ik probeer mijzelf te stikken, pijn te doen, maar weer kom ik tot inkeer; dit is niet waarom ik hier ben. Ik denk aan de mensen die mij wel nodig hebben, die wel van mij houden, en die me wel zullen missen als ik er niet meer zal zijn. Voor heel even voel ik liefde opkomen, als ik er aan denk dat ZIJ ook zal komen. ZIJ van wie ik zoveel houd, Zij waarmee ik alles kan delen en ZIJ die veel te oud is voor mij. Ik voel mezelf warm worden, en voel mijn wangen gloeien, maar ik wil niet verliefd zijn en ik kan niet verliefd zijn op een meisje, toch? Nog nooit heb ik dit gevoel met iemand besproken, zelfs niet met haar, ik kan mezelf namelijk compleet voor gek zetten. Ik sla met mijn vuist op mijn kussen; Ik wil het niet, Ik kan het niet, is het enige waar ik op dit moment aan kan denken. Maar ondanks ik het niet wil, ik niet het gevoel bij haar wil hebben wat ik nu heb, kan ik haat niet uit mijn hoofd krijgen. Sanne met haar lange steile haren in een strak achterovergekamde staart, Met haar perfecte gezicht en lieve humor. Zij is de gene die blijft hangen in mijn hoofd, en weer draai ik me om, ga op mijn zij liggen en staar uit het raam. ‘Was ik maar zo’n vogeltje’ denk ik, ‘dan zou ik met haar weg kunnen vliegen zonder dat mijn ouders het zouden merken’. Zonder vooroordelen zou het leven er van iedereen makkelijker zijn; mensen die knap zijn, zijn niet altijd gemeen. Mensen die een bril dragen zijn niet altijd een nerd, en mensen die niet perfect zijn hebben ook gevoel. En je hebt mensen zoals ik, die moeilijk te plaatsen zijn ; zeker niet perfect, anders en die veel problemen hebben. Ja, als ik zo over mezelf nadenk blijkt dat ik inderdaad anders ben, ik ben niet een stereotype persoon, ik ben mezelf.
Who can you trust?
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

Blinking is meer een half Engels woord als ik het zo lees. Mooier zou zijn het woordje “schittering” of glans.
Ik merk hoe ik weer het mes tegen mijn pols zet, hoe ik weer het blad door mn zachte huid voel snijden
“mn” is geen nette schrijftaal. Mijn staat het best, maar m’n mag ook. Al is het qua schrijftaal niet de beste optie.
Wat ik ook op deze zin heb aan te merken is het gebruik van “weer” tweemaal in één zin. Dit is zonde, want persoonlijk vind ik het iets afbreuk doen aan het leestempo.
Wat ook zou kunnen is:
Ik zet het mes weer tegen mijn pols, ik voel de aanraking, maar denk er niet bij na. Het lemmet snijdt door mijn zachte huid heen.
Ik voel hoe het bloed op mijn shirt spettert, en hoe ik mijzelf opniew langzaam op m’n bed laat zakken. Ik voel hoe mijn hoofd langzaam leeg loopt, en ik alleen de pijn nog voel, en het kloppen van de gapende wond
Feitelijk gezien “voel” je niet dat bloed op je shirt spettert. Meestal neem je dit waar met enkel je ogen. Bij polsen doorsnijden, zelfs in verticale richting, spettert het niet zo, maar vloeit overvloedig met elke stuwing van het hart. Ook moet het “opnieuw” zijn, je mist dus de U in het woordje. “mijn” bed staat netter. Jammer is het gebruik van twee keer “,en” achter elkaar. Het kan vlotter. Daarnaast is een snijwond –in mijn ervaring dan – meer een schrijnend/brandend gevoel, dan een kloppend gevoel.
Hoe dit stukje ook zou kunnen:
Ik zie hoe het bloed uit de wond begint te stromen en op mijn shirt druppelt. Ik laat mij langzaam op mijn bed zakken. Ik voel hoe mijn hoofd langzaam leegloopt van gedachten. Ik voel alleen de pijn nog, het branden van de diepe snee.

Voor een gapende wond zou je namelijk echt flink te keer moeten gaan, en jouw omschrijving leest meer als een diepe snee. Ook is in feitelijk de juiste ader moeilijk te vinden om het écht goed te laten bloeden. Je kan té ondiep snijden, dan raak je niks, of té diep en dan heb je eerder spier en pees te pakken. Dat bloedt ook niet zo hevig.

Mijn rechtervoet bungeld
Moet zijn bungelT ;)
ik zwaai mijn linker voet ook over de bedrand en zet beide voeten
linkervoet mag aan elkaar, zoals je bij rechtervoet hebt gedaan. En het is beideN.

Ik vind het wel apart dat je personage eerst gaat liggen en dan ineens besluit om weer op te staan, terwijl de kracht daarvoor uit haar wegvloeit tezamen met haar bloed. Misschien moet je dat deel heroverwegen?
Een groot raam hangt boven een monitor
Over het algemeen “hangen” ramen niet, maar zijn die gewoon bij de bouw in de muur geplaatst ;)
Ik ben opniew in het ziekenhuis, opniew is het fout gegaan en opniew heb ik het mezelf heel moeilijk gemaakt.
Opnieuw met een u ertussen. Daarbij staat het niet mooi om een woord zo vaak te herhalen. Probeer meer met synoniemen te werken, of gebruik het woord maar één keer in één alinea.
Bijvoorbeeld:
Opnieuw lig ik in het ziekenhuis, wederom is het fout gegaan en heb ik mijzelf het heel moeilijk gemaakt.
, en hoor hoe voetstappen de kamer in schuifelen.
Bij schuifelen denk ik aan het niet optillen van de voeten. Of niet goed genoeg optillen van de voeten. Duidelijke voetstappen zouden hierdoor dus niet echt hoorbaar zijn…
Ik zie nog net niet duidelijk genoeg wie er binnen komen, ik voel mezelf weer wegzakken.
Nog mag je hier er tussenuit laten. Het voegt niks aan de zin toe. Je kan ook “niet duidelijk genoeg” weglaten en nog laten staan.
Zo kan het ook:
Ik zie nog net wie er binnenkomen, maar voel mij weer wegzakken en duisternis omringt mij.
Of
Ik zie net niet wie er binnenkomen, want ik zak weer weg.
‘Doe nou eens normaal!’, ‘ik weet niet wat ik met jou aan moet, je bent lui, egoïstisch, en zondert je alleen maar af op je kamer’.’Het enige wat je kan is zeuren, en je lijkt nooit ergens blij mee te zijn, wij weten het niet meer misschien moet je wel naar zo’n psycholoog’.
Deze laatste zinnen galmen nog steeds door mijn hoofd, die zinnen hebben mij gister zo van streek gemaakt dat ik hier nu opniew lig.
Bij dit stukje moet je vooral letten op je gebruik van aanhalingstekens. Je hoeft niet elke gesproken zin in afzonderlijke aanhalingstekens te zetten.
Bijvoorbeeld:
“Doe nou eens normaal! Ik weet niet wat ik met jou aan moet. Je bent lui, egoïstisch, en zondert je enkel af op je kamer. Het enige wat je kan is zeuren! Je lijkt nooit ergens blij mee te zijn. Wij weten niet meer wat te doen, misschien moet je wel naar een psycholoog.”
Deze zinnen galmen nog steeds door mijn hoofd. Het waren die zinnen die mij gisteren zo van streek hebben gemaakt. De reden dat ik hier nu lig.

Zij hebben mij tot dit gedreven, zover gekregen om mijzelf te haten.
Ik hoop dat je ook nog de lezer gaat uitleggen waarom de hoofdpersoon zo denkt. Tot nu toe krijgen wij namelijk enkel de informatie dat iemand zichzelf al vaker heeft gesneden, vaker in het ziekenhuis heeft gelegen en dat haar ouders dat niet meer trekken. Zo lijkt jouw personage inderdaad enkel egoïstisch. Dus tenzij je wilt dat de lezer jouw personage zo ziet, is het fijn als we meer uitleg gaan krijgen.
Zo begon het gesprek tussen ons, ik ben tijdens het gesprek een tijd lang stil geweest maar al snel wist ik dat ik haar kon vertrouwen.
Beter zou staan:
Zo begon het gesprek tussen ons. Ik ben tijden het gesprek een tijd lang stil geweest, maar al snel wist ik dat ik haar kon vertrouwen.
‘uhhm,laat ik het houden op moeilijk, we zijn niet een doorsnee gezin, mijn ouders hebben vaak ruzie en mijn zusje is erg stil’. ‘Ik ben daarentegen vaak op mijn kamer om niet weer het onderwerp van de ruzies te zijn, en de ruzies vooral uit de weg te gaan’. ‘Maar doordat ik me ‘verstop’ volgens mijn ouders, zijn dat ook weer nieuwe onderwerpen waar ruzie rondom ontstaat’. ‘Dus ik denk dat je wel begrijpt dat het moeizaam loopt, ook heb ik het gevoel lang niet alles te kunnen vertellen, en dat doe ik ook niet’.
Let op je interpunctie! Je gaat de mist in met hoofdletters, plaatsing van komma’s en de aanhalingstekens weer.

‘Uhm, laat ik het houden op moeilijk. We zij niet een doorsnee gezin. Mijn ouders hebben vaak ruzie en mijn zusje is er stil. Ik ben daarentegen vaak op mijn kamer, om niet weer het onderwerp van de ruzies te zijn. Ik ga de ruzies vooral uit de weg. Maar doordat ik mij, volgens mijn ouders, “verstop”, ruziën ze daar ook over. Dus ik denk dat je/u begrijpt dat het thuis moeizaam loop. Ook heb ik het gevoel niet alles te kunnen vertellen. Dus dat doe ik ook niet.’
Bij je laatste zin ben ik er maar even vanuit gegaan dat jouw personage bedoelde dat ze thuis niet alles kan zeggen. Dat was nogal onduidelijk eerlijk gezegd. Of ze nu thuis niet alles kon zeggen, of tegen die psycholoog niet.
Nu ik me het gesprek terugdenk, voel ik weer tranen in mijn ogen komen,..
Of je herinnert je een gesprek, of je denkt aan een gesprek terug. Nu is jouw zin een samensmelting van die twee, waardoor je zin niet klopt.
“Nu ik me het gesprek herinner, voel ik weer…”
Of
“Nu ik aan het gesprek terugdenk…”
Ik wil niet huilen om mijn ouders, ik gun het ze niet.
Vanwege zou hier beter staan. Ze wilt namelijk niet huilen door wat haar ouders doen, of de gevoelens die zij krijgt door alle ruzies. Het is niet dat haar ouders zijn overleden.
“Ik wil niet huilen vanwege mijn ouders, dat gun ik ze niet.”
als ik er aan denk dat ZIJ ook zal komen
oké, duidelijk je wilt nadruk hebben op het woordje zij. Maar dit kan ook zonder hoofdletters te gebruiken. “dat zíj ook zal komen.” Deze benadrukking hoef je ook maar één keer te gebruiken, daarna is het wel duidelijk voor de lezer. ;)

Zo, dat was mijn waslijst. Je verhaal zelf is wel aangrijpend. Ondanks enkele foutjes boeit het wel. Ik ben benieuwd naar de redenen van jouw hoofdpersoon, en hoe het met haar zal aflopen.
Verder wil ik het je op je hart drukken om te letten op je leestekens. Dat is je grootste minpunt.
Maar schrijf zeker verder! Laat het je niet uit het veld slaan. :)
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Ik voel hoe mijn hand zich sluit om het houten handvat van het net geslepen keukenmes. Ik zie de blinking op het blad van het mes als ik het in het zonlicht bekijk. Ik merk hoe ik weer het mes tegen mijn pols zet, hoe ik weer het blad door mn zachte huid voel snijden. Ik voel hoe het bloed op mijn shirt spettert, en hoe ik mijzelf opniew langzaam op m’n bed laat zakken. Ik voel hoe mijn hoofd langzaam leeg loopt, en ik alleen de pijn nog voel, en het kloppen van de gapende wond. Naast me zie ik het mes liggen wat ik vaker gebruik, en kijk naar de littekens op de rest van mijn lichaam. Opniew besef ik me, dat ik mezelf alweer door zelfmedelijden heb laten leiden.
In je eerste alinea gebruik je inderdaad heel veel ik, wat een beetje storend leest ( ik kijk trouwens per alinea na, want dan kan ik beter je verbeter puntjes aanwijzen ☺ dus soms kan er dubbele feedback tussen staan. )

Je kunt het bijv. Zo schrijven.

Ik voel hoe mijn hand zich sluit om het houten handvat van het net geslepen keukenmes. Het blad blinkt in het zonlicht. Scherp staal drukt tegen de huid van mijn pols., breekt door de huid heen. Het bloed spettert tegen mijn shirt. Opnieuw laat ik mijzelf langzaam op mijn bed zakken. Mijn hoofd loopt langzaam, samen met mijn aderen, leeg en ik voel alleen nog pijn. Ik voel alleen nog het kloppen van de gapende wond. Naast me ligt het mes wat ik vaker gebruik. Ik kijk naar de littekens op de rest van mijn lichaam die het veroorzaakt heeft. ( hier maak ik even een connectie met het mes naar wat ze kijkt, omdat het anders een vreemde oversprong is in mijn ogen xD. Het kan namelijk wel). Opnieuw besef ik me dat ik mezelf alweer door zelfmedelijden heb laten leiden.

Dit is een beetje hoe ik het zou opstellen. Het is natuurlijk een snel kladje, maar zo kun je een beetje zien hoe ik voorkom dat ik te vaak het woord “ik” ga gebruiken.

De woorden; merk ik, zie ik enz. Zou ik niet gebruiken wanneer zed over haar eigen lichaam praat. Ik denk dat je een beetje een beeld probeert te creeeren dat zed buiten haar lichaam staat? ( als je begrijpt wat ik bedoel xD ) maar ik persoonlijk vind het minder fijn lezen.



‘Doe nou eens normaal!’, ‘ik weet niet wat ik met jou aan moet, je bent lui, egoïstisch, en zondert je alleen maar af op je kamer’.’Het enige wat je kan is zeuren, en je lijkt nooit ergens blij mee te zijn, wij weten het niet meer misschien moet je wel naar zo’n psycholoog’.
Wie zegt dit? Wanneer wordt dit gezegd? Daarbij mag je alle aanhalingstekens tussen door weghalen, aangezien ik denk dat dit door een persoon wordt gesproken.
Ergens vind ik het niet heel erg realistische deze zinnen. Uit je tekst haal ik dat het vaker fout is gegaan en toch is er nog nooit een psycholoog aan te pas geweest? Dat vind ik een beetje vreemd.

Ik vind je onderwerp heel boeiend en ondanks mijn opmerkingen vind ik wel dat je heel goed schrijft!
Ik ga zo de rest van je verhaal nakijken. Stukje voor stukje doe ik xD anders wordt ik slordig ☺
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
yvette
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 21 feb 2011 08:51

Ik zie de deurklink naar beneden gaan, en heb genoeg zicht om te kunnen zien dat dokter van Raai binnenkomt. ‘Hoe voel je je?’ vraag hij, ‘Redelijk, om eerlijk te zijn voel ik me nog een beetje slap en misselijk maar voor de rest voel ik me wel goed’ zeg ik naar eerlijkheid. Ik voel me ook zeker niet top, ik heb de laatste nacht nauwelijks geslapen, omdat ik met mijn hoofd bij iets heel anders zit. Ik heb namelijk het gevoel dat ik Sanne niet genoeg behandel, ik zeur altijd een beetje tegen haar, zadel haar op met mijn problemen. En zij, zij moet mijn gezeur altijd maar aanhoren, als je het zo bekijkt ben ik op dat gebied best wel egocentrisch. Egocentrisch, ja dat is het woord, ik word altijd het middelpunt in het gesprek tussen Sanne en mij. Ik weet niet of ik wel genoeg naar haar luister, ik hoop echt dat ze vanmiddag naar het ziekenhuis komt zoals ze zei, dan kan ik daar met haar over praten. Ik merk op dat de dokter nog steeds in mijn kamer staat, en ik eigenlijk niet naar hem luisterde terwijl hij tegen mij praatte. ‘Begrijp je?’ vraagt hij precies nu natuurlijk, net nu ik niet heb opgelet. ‘Ja, ik begrijp het helemaal’ is mijn vlugge antwoord, en doe net alsof ik in slaap val. Met half dichtgeknepen ogen zie ik hoe dokter van Raai mijn kamer uitschuifeld, en voel mezelf wegzakken in een diepe slaap.
‘Yune?’ ik hoor dat mijn naam zachtjes word gefluisterd, ‘Hé moppie, ben je wakker?’ Meteen sla ik mijn ogen op, ik zie wat ik zo graag wou zien; Sanne! ‘Hé’ ik probeer het krachtig te laten klinken, maar mijn stem verraad mijn zwakte. ‘Rustig aan, ik wil je niet uitputten’ zegt Sanne, en meteen voel ik de vlinders opkruipen, ze is echt lief. Ik zie hoe mijn blik de hare kruist, en ik voel hoe mijn wangen gloeien, ik voel hoe ze mijn hand pakt. Sanne kijkt me aan, starend, en streelt tegelijkertijd mijn hand, ik probeer weg te kijken maar het gaat niet. Het lijkt alsof een magneet mijn gezicht in deze stand houd, ik blijf de kant van Sanne op kijken, bekijk haar perfecte gezicht, het haarlokje dat net voor haar rechteroog hangt en haar hand die op de mijne ligt. Alles aan deze situatie lijkt perfect, behalve dat ik in het ziekenhuis lig. Het liefst zou ik midden in haar gezicht zeggen wat ik voor haar voel, hoe belangrijk ze voor me is en dat zij de enige is voor wie ik nog wil vechten. Maar ik weet dat ik dat misschien nooit zal zeggen, niet nu zal zeggen, omdat ik te bang ben het moment te verpesten. Ik voel de blik van Sanne, voel dat ze naar mij kijkt, ik kijk in haar ogen, haar prachtige blauwgroene ogen. Die ogen die er altijd voor zorgen dat ik niks weet te zeggen als ze bij me is, maar opeens stelt ze die vraag die ik zo graag niet had willen horen.
‘Hoe kon dit gebeuren?’ Is de vraag, ik zie hoe haar ogen vol gelopen zijn, en er een traan langs haar wang glijd. Ik kan niet antwoorden het lijkt wel alsof mijn kaken vastzitten, me in de steek laten in deze situatie. Ik wil wel antwoorden want ik heb dit al vaker met haar besproken, maar niet in deze toestand, ik voel hoe ze in mijn hand knijpt, en ik vind de moed toch een antwoord te geven. ‘Ik trok het niet meer, ik heb het je vaker gezegd maar deze keer was het erger. Ik heb me nog nooit zo rot gevoeld, zo onbegrepen en niet gehoord. Ik wou jou hier niet mee lastig vallen, ik wil niet zo tegen je zeuren. Mijn ouders doen de laatste tijd steeds moeilijker, het lijkt wel alsof ze me niet meer thuis willen hebben, er spijt van hebben dat ze mij hebben.’ Terwijl ik dat zeg zie ik hoe er nog een traan langs haar wang naar beneden glijd, en nu net boven haar lip blijft hangen. Ik probeer me groot te houden, niet ook in huilen uit te barsten, maar voor ik het weet voel ik ook een traan langs mijn eigen wang glijden. Ze pakt mijn hand, en knuffelt me, dit moment mag eeuwig duren voor mij denk ik, terwijl ik haar haar door mijn vingers voel glijden.
Ik voel hoe ik na een paar veel te korte minuten zachtjes mijn hoofd terugtrek en weer ga liggen onder het dekbed van mijn spierwitte ziekenhuisbed. Ik voel hoe ik weg zak, alweer, in een diepe droomloze slaap.
Wanneer ik wakker word, zie ik dat Sanne weg is, ik kan alleen maar aan haar denken. Hoe ze net aan dit bed zat, hoe ze mijn hand vastpakte en me omhelsde. Dat gevoel in mijn maag komt weer boven, ik voel hoe hij samenknijpt en me toch heel fijn voel. Ik voel nog steeds haar aanwezigheid, nog steeds kan ik niet geloven dat ze echt aan mijn bed heeft gezeten, en mij die vraag heeft durven stellen, die nog niemand anders heeft gesteld. Hoe ik mijn kaken niet van elkaar kreeg, en zij toch mijn eerlijke antwoord bij mij lost scheen te maken en mij kalmeerde. Hoe de tranen over mijn wangen liepen en ik me toch het gelukkigste meisje op aarde voelde, over die korte periode. Nu, nu ze net een paar uur weg is denk ik al weer terug, moet je nagaan hoe zielig ik ben. Ik sla mijn dekens over mijn hoofd, probeer niet te denken aan Sanne, probeer gewoon blij te zijn met dat ik over 3 dagen al het ziekenhuis af mag, en ik morgen naar een normale afdeling word verplaatst. Maar daar kan ik niet vrolijk van worden, want dan weet ik dat het weer een hele tijd zal duren, voordat Sanne me nog een keer zo mee zou maken. Zo oprecht, zo eerlijk en gewoon als mezelf, zonder dat ik me in wil houden omdat er andere in de buurt zijn.
Terwijl ik op mijn zij ga liggen voel ik hoe het infuus me tegenhoud, en draai me vlug weer om. Nog steeds lig ik aan dat stomme infuus. Ik kijk naar het slangetje dat in mijn hand lijkt te lopen, er zitten belletjes in. Terwijl ik weer rechtop in bed ga zitten beginnen mijn ogen eindelijk aan het donker te wennen, al die apparatuur om me heen ziet er angstaanjagend uit, overal piepjes, lichtjes en kleine geluidjes. Ik bedenk me hoe ik dit zo wil vol gaan houden, ik hou zielsveel van Sanne maar wil er tegen niemand iets over zeggen. Waarom eigenlijk? Waarom moet je wel vertellen dat je lesbo bent en niet dat je hetero bent? Waarom ben je meteen anders als je op iemand van hetzelfde geslacht valt? Ik breek mijn nek nou al 2 jaar over die vragen. Na twee jaar ontken ik nog steeds voor mezelf, dat ik verliefd ben op Sanne, dat ze niet zomaar een vriendin is. Eigenlijk zou ik het wel willen uitschreeuwen dat ik verliefd ben, maar toch gaat het niet, want dan ben ik anders. Nu ik zo wakker ben vormen vanzelf weer beelden zich in mijn hoofd van vroeger ;
Tijdens een les van biologie over voortplanting hadden we het over seksualiteit, toen vond Caitlin het leuk om deze opmerking te plaatsen : Eigenlijk vind in Yune daar wel een type voor, het meisje dat altijd de jongenskleren draagt en nooit een vriendje heeft. De hele klas was haar daarna bijgevallen en had haar standpunt ondersteund, dat ik wel goed lesbo kon zijn. Na dat voorval ben ik verschrikkelijk gepest, en inderdaad ik draag baggy broeken, heb een kort koppie en tut me misschien niet zo vreselijk op maar toen dacht ik heel anders over mezelf, en vond ik dat lesbo zijn een soort vloek was. Maar nu, nu ik verliefd ben op een meisje, dat zo anders voel als simpelweg een relatie hebben met een jongen, voel het fijn. Het enige is dat ik mijn geheim met niemand kan delen. Maar als ik dit gevoel wat ik bij Sanne heb, met het gevoel vergelijk dat ik bij mijn vorige vriend had vergelijk, was dat niks. Nu voel ik me de hele dag vrolijk als ik haar heb gezien, kan niet meer praten als ik haar zie, en val in slaap met het gezicht van Sanne haarscherp in mijn gedachten zichtbaar. Bij mijn vorige vriendje voelde ik ook wel wat, maar niet zo overduidelijk als dit, niet dat gevoel dat ik niet zonder hem kan leven. Ik heb het zelfs met hem uitgemaakt omdat hij te veel om me heen hing, maar dat is nu juist het gene wat ik heel graag zou willen dat Sanne dit deed. Gewoon de hele dag om me heen zijn, mij omhelzen en mij advies geven en uren met me kletsen. Dat is wat ik het liefste zou willen, maar ik weet dat ik haar alleen in het weekend spreek en sowieso spreek ik haar dan niet zo als dat ik daarnet deed. Nee, nu was het anders, als ik haar spreek op mijn sportclub dan loopt het gesprek vaak vast, gewoon omdat ik niets meer weet te zeggen, of omdat er iemand anders tussendoor komt. Maar als ik haar zo spreek als vanmiddag, dan voelt dat anders, het voel zo vertrouwd en de gesprekken lopen zo gemakkelijk. Ik probeer Sanne’s gezicht voor te stellen, toen de traan die ze vanmiddag van haar wang af liet glijden haar bovenlip bereikte, dat was een heel mooi moment. Ik voel hoe ik mijn ogen als vanzelf sluit en alweer met het gezicht van Sanne, het beeldschone gezicht van Sanne, in slaap val.
Wat een geweldig nieuws! Hoor ik mijn ouders in de gang roepen, ze hebben net te horen gekregen dat ik vanmiddag het ziekenhuis nog uit mag en dat ik alleen nog naar een psychologe hoef. Het enige wat ik tegen de dokter kon zeggen toen hij mijn kamer binnenkwam was ; Hmm.. fijn en ik hoopte dat het sarcasme niet door mijn stem heen klonk. Want als ik straks al naar huis zou mogen, zou dat betekenen dat ik me weer door de ruzies heen zal moeten slaan, het gezeik aan mijn laars moeten lappen, het enige positieve punt is dat ik Keyla weer vaker kan zien. Ja, mijn zusje is de enige die ik wel weer vaker wil zien, zij weet wat ik door moet maken en we steunen elkaar in zware tijden thuis. Ik heb de ruzies thuis soms ook aan mezelf te danken, en dat weet ik ook wel, maar ik ga geen sorry zeggen als ik vind dat ik gelijk heb. Diep in gedachten verzonken hoor ik dat dokter van raai binnenkomt. ‘Je mag je spullen pakken hoor, over een uurtje kan je het ziekenhuis weer verlaten, en zorg ervoor dat je hier niet vaker terechtkomt hè! Ik brom een beetje terug en het enige waar ik nu op hoop is dat hij snel uit mijn kamer vertrekt, zodat ik me in ieder geval om kan kleden. Daar heb ik trouwens wel een hekel aan, die pyjama waar ik de hele dag maar in zit. Ik zie ondertussen hoe dokter van Raai zich omdraait en de deur netjes achter zich sluit, met twee voeten tegelijk land ik op de koude vloer. Gniffelend bedenk ik dat ze wel eens vloerverwarming aan mochten schaffen, gaan die patiënten hier niet dood aan een ziekte, sterfen ze nog aan onderkoelingsverschijnselen. Gelukkig zijn mijn ouders niet vergeten mijn kleding te brengen, dat zou echt weer wat voor hun zijn. Ik zie de sweater die op de stoel op me ligt te wachten, het is een rode sweater met grijze streepjes aan de onderkant van de mouwen. Die heb ik in de herfstvakantie, na veel aandringen, eindelijk gekregen. Ik moet toch maar eens aan kleedgeld beginnen, bedenk ik me terwijl ik de sweater aan doe, mijn moeder had gezegd dat hij te jongensachtig was. Krijg ik geen gezeur over mijn kleding op school, is het mijn moeder wel. En misschien heb ik ook wel een redelijk stoere of zelfs jongensachtige stijl , but so what! Iedereen zijn eigen ding toch.
Voor het eerst na de drie weken in het ziekenhuis, zie ik mijn eigen huis weer. Ik weet niet of ik er blij mee moet zijn, want thuis zijn betekend ruzie en ruzie betekend tranen. Het enige wat een positief punt is, is dat ik weer mag sporten, dat is het enige moment waarop ik me goed voel, waar er niet tegen me word gezeken en ik gewoon mijn best kan doen. Ik zal snel mijn trainer weer zien, en Sanne dus ook! Ik voel hoe mijn wangen weer beginnen te gloeien. ‘Hoelang ga je daar nog staan treuzelen?!’ snauwt mijn vader tegen me, ik hoor alweer aan zijn stem dat het vanmiddag waarschijnlijk alweer fout gaat. Snel mompel ik sorry en stap in de auto, ik voel mezelf nu alweer overbodig en ellendig, dat heeft mijn vader snel voor elkaar. Een ding heb ik doorgekregen tijdens de dagen die ik door heb gebracht in het ziekenhuis en dat is dat als ik het gezicht van Sanne voor me haal, ik me opeens een stuk beter en zelfverzekerder voel. Ik merk hoe ik dus als vanzelf aan Sanne denk, en me meteen beter voel, ik weet niet hoe maar ik ben gewoon zo heftig aan haar verbonden. Het lijkt wel alsof ik haar al mijn hele leven ken, ik ken haar ook eigenlijk wel een hele grote periode van mijn leven, 7 jaar alweer. Ik word uit mijn gedachten gehaald als ik opeens mijn vader hoor mopperen ‘verdomme, ken nou niemand meer fatsoenlijk rijden!’ ik heb daar altijd zo’n hekel aan als hij zo in zichzelf zit te mopperen, net alsof iemand hem hoort behalve ik. ‘Hé pap, niemand hoort je hè! Meld ik op een waarschijnlijk iets te sarcastische toon want al snel krijg ik een nijdige opmerking terug ‘denk je nou echt dat ik jou nog serieus neem? Dat ik ook nog maar iets van jezelf aanneem ? Mensen die in zichzelf snijden, en hun ouders alleen maar gebruiken daar trek ik niets maar dan ook niet van aan. Hoor je me?! ‘ Ik voel hoe mijn ogen nat worden, en probeer niet te laten zien hoeveel pijn hij me hiermee heeft gedaan, deze opmerking gaat te ver. Maar niks, niks krijg ik uit mijn mond, geen woorden niet eens een belediging krijg ik over mijn lippen. Heeft hij gelijk? Maak ik mezelf belachelijk? Ik voel hoe de traan waar ik zo tegen heb gevochten, toch over mijn wang glijd. ‘Ga je nou serieus zitten janken? Je moeder en ik kunnen beter janken, wat hebben wij je aangedaan?! Ik voel deze opmerking in mijn gedachten doordringen, ik merk dat ik een opmerking terug wil geven, maar hou mijn mond. Ik weet best dat ik me niet moet laten afsnauwen, me niet pijn moet laten doen. Ik voel hoe een vlaag van zelfmedelijden mijn gedachten beginnen te overheersen, al zouden mijn ouders eens weten hoe ik me heb gevoeld. Al weten ze wat ik moet doormaken, hoe ik leef en me niet zouden uitlachen als ik eens zou zeggen wat mij dwars zit. Alleen dan zou ik nu begrip voor mijn vader hebben, begrip voor zijn opmerkingen en begrip voor zijn mening. Maar nu, nu dat hij dit durft te zeggen terwijl hij niet eens iets van zijn eigen dochter weet, nee ik zal hem nooit meer voelen als familie. Ik krijg opeens de smaak van bloed en speeksel door mijn mond, en merk dat ik op mijn lip heb gebeten.
Ik zie hoe de omgeving weer langzaam zichtbaar word, en ook ons huis achter de bomen vandaan kruipt. Ik kijk ernaar met gemengde gevoelens, ik hoop dat mijn zusje ooit zal geloven dat niks wat ik heb gedaan op haar slaat.
Ik hoor hoe mijn ouders opnieuw beginnen aan een discussie, zelfs boven hoor je letterlijk wat er in de woonkamer gezegd word. ‘Bemoei jij je nou eens meer met Yune, bouw een band op! Zo kan het toch niet verder’ Hoor ik mijn moeder schreeuwen. Ja het zal ook eens niet over mij gaan, Keyla heeft het op dat gebied toch makkelijker moet ik mezelf bekennen. Zij kan goed met onze ouders overweg en is nooit echt het onderwerp van een discussie, op dit moment zou ik liever haar zijn dan mezelf. Snel haal ik mijn Ipod onder mijn kussen vandaan, want ik heb genoeg gehoord van deze idiote discussie, ik hoef niet te weten wat mijn vader over mijn gedrag te zeggen heeft want daar lopen deze ruzies altijd op uit. Ik duw vanzelf mijn stampt. ‘asjeblieft laat hem niet hierheen komen, asjeblieft laat hem niet hierheen komen, asjeblieft laat hem niet hierheen komen’ Ik weet dat hij toch zal komen, mij uit zal schelden en mij de schuld zal geven van alle problemen hier in huis. Ik zie hoe de deurklink omlaag word getrokken, en hoe de deur open word gesmeten. ‘Ik ben klaar met jou Yune, wij kunnen niet normaal naast jou leven. Je bent hopeloos, maar dat niet alleen je bent ook ontzettend egoïstisch, nooit denk je eraan hoe wij ons moeten voelen.’ Ik voel dat mijn hoofd rood word, mijn ogen dik worden en er een traan uitrolt, ik merk dat ik me niet meer kan beheersen ; ‘Jullie moeten eens weten hoe ik me voel! Ik heb niet het gevoel dat jullie überhaupt iets om me geven, ik ben dan wel jullie dochter maar dat is het dan ook’. Jullie weten niks van mij, of van mijn leven’. Ik draai me om, en ga op mijn bed zitten hopend dat dit niet nog verder gaat. Mijn vader kan me heel veel pijn doen, heel veel. Hij weet niet wat hij zegt, trek het je niet aan, zegt mijn moeder altijd als hij zo tegen me tekeer gaat. Maar ik trek het me wel wat aan, heel veel zelfs, ik begin mezelf steeds minder te accepteren, en dat heb ik allemaal te danken aan die zak. Ik zie hoe mijn vader zich omdraait, en zonder ook maar iets te zeggen mijn kamer uitloopt, ik weet niet hoe hij zich nu voelt maar ik voel me opgelucht. Opgelucht, dat ik eindelijk heb kunnen zeggen wat mijn hele leven al beheerst, dat zij niks weten eigenlijk een vreemde in huis hebben wonen. Eigenlijk nu ik zo nadenk, ben ik inderdaad een vreemdeling voor mijn ouders. Ik zal ze nooit vertellen dat ik misschien lesbo ben of dat ik al een jaar lang hartstikke verliefd ben op Sanne, dat ik allang gezoend heb en ik al een keer overwogen heb een overdosis te nemen. Nee, nooit zal ik ze dat vertellen, nooit zullen ze dat weten van mij, ik ben en blijf een vreemdeling behalve voor Sanne. Sanne weet veel dingen van mij, heel veel! Ze weet dat ik hier niet kan leven, sleept me door mijn leven heen als er iets dwars zit of niet loopt en is er altijd voor me. Ik voel hoe ik weer een beetje kalmeer en mijn handen stoppen met trillen, ik zal me de hele dag niet meer beneden wagen, want dan zullen mijn ouders wel weer iets te zeiken op me hebben. Ik voel me verdwaald in mijn eigen leven, ik weet niet wie ik ben, weet niet hoe ik hier weg kan komen en of ik überhaupt wel wil leven als het zo verder moet. Ik sluit mijn ogen, luister naar de muziek die uit de boxen van mijn speaker galmt en probeer de tekst in me op te nemen, het gaat over een meisje die nooit als goed genoeg word gezien, niet het perfecte meisje is en gewoon haarzelf wilt zijn. Het lijkt wel alsof het liedje over mij geschreven is, zo nauw voel ik me verbonden met de persoon waarover het lied geschreven is.
Ik hoor hoe de telefoon overgaat maar reageer niet, ach dat doen mijn ouders wel anders krijg ik weer gezeur dat als zij thuis zijn zij ook de telefoon opnemen. Ja, we hebben hier over de kleinste onbenulligheden al ruzies, geen idee waarom maar volgens mij is het enige wat ze doen op mij letten. ‘Yune, het is voor jouu!’ Hoor ik mijn moeder naar boven schreeuwen, eigenlijk weet ik niet wie het kan zijn want echt veel vriendinnen heb ik niet. Een beetje half sloffend loop ik naar de deur van mijn kamer, trek hem open en loop met een slakkenvaart de trap af, ik heb nul energie vandaag. De dokter zei ook dat ik toch nog vooral rust moest houden omdat ik veel bloed verloren had, en erg moe zou kunnen worden. Ik stap met mijn rechtervoet de laatste trede af, en pak het toestel aan. ‘Hoi, met Yune’ is het eerste wat ik zeg, ‘Hé, met Cheyenne, van de kinderbescherming ik sprak je in het ziekenhuis weet je nog?’ Snel denk ik na, er zijn zoveel mensen geweest aan mijn bed. ‘O ja, ja ik weet het nog, wat wil je van me weten ?’ Vlak nadat ik dat gezegd heb vraag ik me af of dat niet te bot klonk. ‘Nou, ik wou weten hoe het nu met je gaat. En of de situatie thuis al verbeterd is, en of je hulp wilt.’ Snel liep ik met de telefoon de gang in, ik probeer heel onopvallend de deur open te schuifen die naar de gang leid, zodat ik vrij kan praten. ‘Nou ja, ik voel me thuis nog steeds niet echt thuis maar daar kan jij ook niks aan doen. Ook merk ik dat mijn ouders mij anders bekijken na de ziekenhuisaffaire, ze nemen me totaal niet serieus meer en nog steeds word ik af en toe de grond in getrapt.’ Ik hoop dat ik niet te veel heb gezegd, het niet te ernstig heb laten klinken en niet te zielig over kwam. ‘O meid, dat klinkt niet zo goed, ik kan daar inderdaad niet zoveel aan doen. Ik kan je mijn nummer wel geven dan kan je als je me ooit nodig hebt me altijd bereiken.’ Snel graai ik een blaadje uit het gangkastje en luister aandachtig naar het nummer; 06-57824187. Ik pluk het papiertje van het notitieblokje en prop het in de zak van mijn net gestreken broek. Ik zal het nummer vanmiddag wel in mijn mobiel zetten, al denk ik niet dat ik het ooit zal gebruiken. Ik ken dan mens niet eens, hoe kan ik haar dan al mijn problemen vertellen!
Woedend loop ik naar boven, sla de deur achter me dicht en trap tegen het rode tafeltje die in de hoek van mijn kamer staat. Ik weet wat ik nu ga doen, ik ga weg, weg zonder iets te zeggen zodat mijn ouders mij niet meer de schuld kunnen geven van hun problemen. Weg van dit gezin, het gezin dat mij niet neemt zoals ik ben, weg van dit huis dat bij lange na niet mijn thuis is. Ik trek mijn kastdeur open en pak mijn blauwe sporttas van de onderste plank, ik weet niet hoeveel kleding erin kan maar dat kan me nu ook niet boeien. Het enige wat ik nu wil is weg, zo snel mogelijk. Ik gris mijn blauwgeruite vest van de plank, en een aantal felgekleurde t-shirts, en nog een zware trainingsbroek. Ik rits mijn tas met teveel kracht open waardoor ik de rits van de tas sloop. En gooi mijn kleding erin, een briefje zal ik niet achterlaten want ik ga niet iets schrijven over dat het niet hun schuld is. Het is namelijk wel hun schuld, ik weet niet waar ik heen ga, ik weet niet wie ik tegen zal komen, het enige wat ik weet is dat ik Sanne zal moeten missen. Ik zwaai de klep van mijn tas dicht en gooi hem over mijn hoofd heen, het enige wat me nu nog te doen staat is naar beneden lopen, en over de beruchte drempel heen stappen. Zelfverzekerder dan ooit loop ik mijn kamer uit, de plek die ik wel kon vertrouwen in dit huis, en sluit de deur voorzichtig. Ik loop rustig de trap af terwijl ik nog eens goed om me heen kijk, de plek waar ik geleefd heb, de plek die mij opgezadeld heeft met vele problemen, de plek waar ik toch veel herinneringen aan over zal houden, en de plek die ik nu ga verlaten. Ik stap de laatste trede af en loop richting de gang, mijn ouders zijn na de woorden : Nooit wil ik je nog zien, nooit meer je zoekt het lekker zelf maar uit’. Weggegaan, maar ik denk niet dat ze verwachten dat ze me ook echt nooit meer zullen zien. Ik pak mijn jas van de kapstok, twijfelend over of ik mijn sjaal wel of niet om zou doen, bedenk ik me toch dat ik Keyla niet zonder iets achter te laten kan verlaten. Ik loop terug naar de woonkamer en pak een briefje van het gele notitieblokje dat op de keukentafel ligt.
Lieve, lieve Keyla.
Ik weet niet of je me zou kunnen begrijpen, maar ik denk dat je me een tijd niet meer zal zien of spreken.
Ik trek het hier niet meer, ik kan niet meer tegen de ruzies, en wil zo niet verder leven, nee ik heb geen zelfmoord gepleegd maar ik ben weggegaan. Ik ben op dit moment op weg naar mijn bestemming, ik weet alleen nog niet waar. Ik hoop dat je me begrijpt, ik zal zo snel mogelijk contact met je opnemen.
Ik hou zielsveel van je.
Yune
Ik weet niet hoe Keyla hier op zal gaan reageren, maar ik zal in ieder geval zo snel mogelijk contact met haar opnemen. Snel check ik of mijn mobiel nog wel in mijn jaszak zit, ik voel hoe het harde uit kunststof bestaande omhulsel van mijn mobiel door mijn handen glijd. Ik loop terug naar de gang, en ik voel wanneer mijn hand naar de deurknop reikt, er toch een traan over mijn rechterwang glijdt. De laatste traan die ik hier zal laten, de laatste traan die ik voor mijn ouders zou laten vloeien, Ik veeg hem weg en zet mijn voet over de drempel, op weg naar de bestemming waar ik zo hevig op zoek naar ben. Ik voel de eerste windvlaag langs mijn nek glijden waardoor er een rilling over mijn rug loopt, maar niks kan me nu tegenhouden om door te gaan. Hoe verder ik loop hoe minder goed ik mijn huis nog kan zien, vanaf nu moet ik alles zelf regelen. Ik bedenk me hoe ik deze nacht door zal gaan brengen, ik wil niet als een zwerver op een bankje moeten liggen en het is ook net te gevaarlijk in mijn eentje de hele nacht over straat te zwalken. Ik begrijp dat ik bij iemand zou moeten overnachten en de eerste persoon die bij me binnenschiet is Moniek, ze zit bij een aantal lessen naast me in de klas en is toch wel een redelijk goede vriendin van me. Het enige wat ik niet weet is of ik haar wel zou kunnen vertrouwen, zullen haar ouders mijn ouders niet inlichten of zullen ze me überhaupt in huis nemen. Nee, Moniek is toch niet zo’n goede optie, ik zal toch de moeilijk weg moeten beklimmen en dat is Sanne vragen of ik een nachtje bij hun zou kunnen logeren, Sanne is betrouwbaar en ik geloof dat haar ouders niet meteen zullen vertellen waar ik ben. Ondertussen is mijn huis zo goed als verdwenen achter alle flatgebouwen en heb ik nu dus echt geen andere keus meer. Ik weet waar Sanne woont, weet hoe ik er moet komen maar niet hoe ze zal reageren. Stug stap ik door, ik kijk naar de sloot en zie hoe kleine regendruppeltjes er zorgen voor een directe verandering van stilliggend water naar een prachtig waterballet. Ik trek mijn koortje van mijn capuchon nog even beter aan zie dat ik nog maar een paar stappen verwijdert ben van Sanne’s huis. Ik zie de witgeverfde voordeur afsteken tegen de bruingebakken bakstenen, en probeer moed te verzamelen. Hoe dichter ik bij het tuinpad kom, hoe onzekerder ik word. Ik zie hoe mijn hand naar de bel reikt als ik voor de deur sta, maar draai me vliegensvlug weer om en loop net zo snel het tuinpad af als dat ik er overheen was gelopen. Ik weet niet wie er open zal doen, ik ken de ouders van Sanne niet persoonlijk, en haar broer al helemaal niet. Zullen ze me wel herkennen, weten ze wel dat ik voor Sanne kom en vinden ze me niet raar dat ik bij hun aanklop. Ik ben opeens niet zo zeker meer of ik dit wel moet doen, en merk dat ik mijn nagels in mijn handpalm zet. Ik voel hoe het kleine miezerbuitje overgaat in een stortbui en weet dat het nu tijd is. Ik loop naar de deur, en wanneer mijn hand de bel aanraakt, hoor ik de stem die ik wou horen ; Ik doe wel open! Hoor ik Sanne roepen. Ik hoor hoe de verschillende sloten van de deur worden gehaald, en hoe stukje bij beetje de deur steeds verder opengaat. Ik zie hoe Sanne met verward aankijkt en hoe ze de woorden vormt met haar zachtroze lippen.
‘Yune? Wat doe jij nou hier?’ Klinkt het verwonderd uit haar mond. Ik probeer me een zelfverzekerde houding te geven. ‘Nou, uhhm, zal ik even met je kunnen praten ? Ik hoop niet dat ik je stoor.’ Ik merk dat mijn stem een klein beetje overslaat bij het laatste woord. ‘Tuurlijk, je weet toch dat ik altijd beschikbaar voor je ben, kom snel binnen.’ Ik zet een stap naar binnen en probeer mezelf een beetje te fatsoeneren door de zwart uitgelopen mascara onder mijn ogen vandaan te wrijven. ‘Wacht maar even hier’ is het eerste wat Sanne tegen me zegt nu ik hier binnen ben, en als vanzelf hang ik mijn jas alvast aan de kapstok. Ik zie hoe de deur naar de woonkamer weer opengaat en Sanne in de deuropening verschijnt, ‘Zin in thee?’ vraagt ze me op de manier die ik zo graag wil horen, als haar stem zo zacht en teder klinkt. ‘Ja, lekker’ is mijn korte antwoord en eigenlijk heb ik er al meteen spijt van, want wat moeten die ouders wel niet denken dat ik opeens hier in huis sta. Ik schuifel naar de deur en kijk een beetje schichtig door het spleetje, waardoor de woonkamer zichtbaar word voor me. Ik zie de moeder van Sanne zitten in een grijzige stoel, ze heeft haar haar naar achter gebonden, net als wat Sanne altijd heeft. Eigenlijk lijken Sanne en haar moeder verschrikkelijk veel op elkaar, alleen is Sanne de verjongde uitgave.


hele tijd niet meer geupdate dus nu een heel stuk erbij!
feedback please
Laatst gewijzigd door yvette op 15 mar 2011 14:52, 1 keer totaal gewijzigd.
Who can you trust?
yvette
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 21 feb 2011 08:51

Na nog een aantal keer door het kiertje gekeken te hebben waagde ik me toch in de voor mij vreemde woonkamer, ik zag Sanne op de bank zitten met een diepblauw dienblad op schoot. Ik zie hoe ze haar hoofd knikt als teken dat ik verder mag komen, en ik ga naast haar zitten, ondertussen merk ik dat haar moeder opstaat en de gang in loopt. Opeens is het helemaal stil, Sanne kijkt me aan het lijkt wel of ze me bestudeerd.
‘Wat is er nou zo dringend, moppie?’ vraagt ze terwijl ze kleine slokjes thee naar binnen slurpt, ik zie haar mondhoekjes bewegen wanneer ze een nieuw slokje neemt.
‘Ik weet niet goed hoe ik dit een beetje tactisch kan brengen maar goed, nou je weet dat ik het de laatste tijd niet lekker kan vinden met mijn ouders?! Ik zie hoe Sanne haar hoofd zacht op en neer beweegt ten teken van bevestiging.
‘Nou nu is het zo, dat ik eigenlijk, uhhm, zo’n beetje weggelopen van huis ben.’ Ik zie hoe de ogen van Sanne groot worden, en haar gezicht een emotie vertoond die ik niet helemaal kan plaatsen. Voor ze iets kan zeggen ga ik verder met mijn verhaal.
‘Nou wilde ik een nogal vreemde vraag stellen; Zou ik misschien een nachtje hier kunnen blijven?’ ik zie hoe de uitdrukking van Sanne opeens weer terugschiet in de zachte blik waar ik zo graag naar kijk.
‘Tuurlijk, je kan hier zo lang blijven als jij nodig hebt je leven te herpakken.’ Alleen moet je met weer van de kwestie vertellen, en zal ik ook mijn ouders in moeten lichten.’ Ik knik, ik wist al dat er geen andere mogelijkheid was, en ik ben al blij genoeg dat ik hier kan blijven. Terwijl Sanne haar arm om me heen slaat, voel ik dat ik eigenlijk heel erg moe ben. Gewoon fysiek en mentaal uitgeput zoals mijn psycholoog de laatste keer zei, daar heeft ze eigenlijk wel gelijk in. Gelukkig was afgelopen dinsdag alweer de laatste keer dat ik met dat rare mens moest praten, ik heb niet veel met psychologen en zeker niet omdat ze alles van je willen weten. Terwijl mijn hoofd rust op de egale schouder van Sanne, rusten mijn gedachten niet. Opeens voel ik de zachte lippen van Sanne op mijn voorhoofd terwijl ze ‘het komt allemaal goed’ fluistert. Ik weet dan Sanne dat gebaar alleen maar als teken van vriendschap bedoelt, maar toch voelt het alsof ik zweef. Terwijl ze met haar handen door mijn haren woelt, kijk ik in haar ogen die ogen die ik altijd voor me wil blijven zien.
Ik zie wanneer ik mijn ogen open, dat er een zwart fleecekleed over me heen is gelegd, en dat Sanne nog steeds naast me zit. Ik zie dat ze voetbal aan het kijken is, vaag zie ik hoe de poppetjes zich over het groene veld verplaatsen. En al snel heb ik door dat ik weer in slaap gevallen was. Als ik rechtop ga zitten voel ik dat ik een beetje kramp in mijn nek heb, en dat Sanne meteen opkijkt.
‘Beetje bijgekomen? Ik dacht ik laat je maar liggen, want je zou wel doodop zijn geweest na dat hele gedoe rondom je familie.’ Zegt Sanne, terwijl ik zie hoe er in haar wangen kuiltjes vormen.
Ik kijk een beetje verward om me heen, nog steeds niet gewend aan het idee dat ik niet meer in mijn eigen woonkamer ben, niet meer in mijn eigen huis en daar ook de eerste paar weken niet naar terug zal keren. Ik zie hoe de moeder van Sanne in de keuken staat, het ruikt een beetje naar satésaus.
‘Zin om zo mee te eten, Yune?’ word er vanuit de keuken geroepen, net alsof het doornormaal is dat ik hier ben, het nooit anders geweest is.
‘Ja, lekker’ mompel ik terug, nog steeds denkend aan hoe dit af zal lopen, hoe ik verder zal leven nadat ik hier weg moet, wat ooit wel zal gebeuren. Piekerend blijf ik een tijdje zonder iets te zeggen op de bank zitten, totdat we aan tafel worden geroepen.
Who can you trust?
yvette
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 21 feb 2011 08:51

‘Aan tafel’ word opgewekt vanuit de keuken geroepen, en meteen spring ik op. Ik ga staan en merk meteen al dat ik veel te snel opgestaan ben, ik voel hoe mijn hoofd licht word en zwarte vlekken zich voor mijn ogen vormen. Snel ga ik weer zitten en duw mijn hoofd tussen mijn benen, maar tevergeefs ik merk hoe ik mijn oriëntatie kwijt raak en voorover van de bank af val. Ik voel hoe ik de controle kwijt raak, en mijn spieren zichzelf lijken te besturen, ik voel hoe mijn hoofd wel een stuk of acht keer tegen de poot van de bank aan stoot voor ik twee handen om mijn hoofd heen voel. Opeens gebeurt er van alles achter elkaar, ik merk hoe ik opgetild word en op de bank word gelegd, hoe nog steeds mijn benen automatisch trappen en hoe ik Sanne naast me zie knielen om mijn hoofd vast te klemmen. Ik hoor hoe haar moeder de telefoon pakt en iets hoor zeggen over ‘ziekenhuis’, en ‘controle’ en merk al snel dat ze de dokter aan het inlichten is. Zwaar ademend probeer ik te zeggen dat het niet hoeft en dat alles oké is, maar geen van die woorden verlaat mijn mond. Al snel hoor ik de schelle bel gaan en zie ik hoe de moeder van Sanne naar de deur rent, de deur opengooit en er 3 ambulancebroeders naar binnen rennen. Ik voel hoe ik vastgegrepen word, en hoe ik eindelijk de grip op mijn lichaam terug krijg. Nog nooit heb ik me zo machteloos gevoeld, ondertussen merk ik dat een van de ambulancebroeders tegen me begint te praten.
‘Hé, wat is er gebeurt?’ Het lijkt alsof hij heel rustig onder de situatie is.
‘Eigenlijk weet ik het niet, ik stond op en voelde hoe ik licht in mijn hoofd werd en daarna verloor ik als het ware de macht over mijn lichaam.’ Terwijl ik die zin uitspreek zie ik hoe Sanne en haar moeder langzaam weer een beetje kleur op hun gezicht krijgen.
‘Hoe is het verder met je gezondheid?’ vraagt dezelfde ambulancebroeder met het lichtgrijze haar, over die vraag moet ik even nadenken.
‘Ik ben net een paar dagen uit het ziekenhuis, omdat ik vrij veel bloed had verloren aan een incident, maar voor de rest is alles wel oké met me.’ Is mijn misschien iets te vage antwoord.
‘Okee, en heb je goed rust gehouden de laatste dagen? Je niet te druk gemaakt?’ Vraagt hij met een rustige ondertoon in zijn stem.
‘Nou ja, ik heb nogal veel gelopen’. Is het enige excuus dat ik op dit moment ga bedenken, meer ga ik niet aan hem vertellen, en ik lieg toch niet!
Ik zie hoe de ambulancebroeders naar de moeder van Sanne toelopen, en hoe ze na een tijdje een aantal keer met haar hoofd knikt. Ik hoop dat ze niet teveel gezegd heeft. Wanneer ik na tien minuten op wil staan van de roodkleurige bank word ik tegengehouden door Sanne, ik voel hoe haar handen zich om mijn schouders vormen en mij terugduwen de bank ik. Ik kijk haar aan, en zie hoe ze een traan wegveegt uit haar oog, zie nog steeds de schrik in haar prachtige blauwgroenen ogen en veeg met mijn handpalm langs haar wang. Terwijl Sanne mijn hand vastpakt zie ik hoe er meer tranen volgen, hoe er meer tranen langs haar wangen naar beneden glijden om zich uiteindelijk net boven haar bovenlip te vestigen. Ik wil niet dat ze huilt, en het laatste wat ik wil is dat ze voor mij huilt ik wil haar niet opzadelen met mijn problemen.
‘Ik wil niet dat je huil voor mij, Sanne, ik denk dat ik beter kan vertrekken ik maak het alleen maar moeilijk voor jou en je familie’ Ook al voel ik zoveel voor Sanne, ik wil haar dit niet aandoen, niet voor het plezier van mij zodat ik bij haar kan zijn. Maar ik zie hoe het gezicht van Sanne na deze woorden van mij, opeens van een betraand mistroostig uitziend gezicht in haar gezicht met de stralende glimlach.
'Ik wil voor jou huilen, en ik wil niet dat je weggaat, niet nu niet en niet nooit niet, Yune' ik voel hoe ze mijn handpalm streelt. 'Ik heb nog nooit zo iemand als jij gehad, jij bent speciaal'
' En nu ga jij mij vertellen wat er aan de hand is'.
zegt ze opeens met een stem die een hard randje lijkt te hebben
Who can you trust?
yvette
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 21 feb 2011 08:51

Hoooi, dit is een nieuw stukje, maar ik vraag me af of alle delen wel even sterk zijn?!
En of dit deel niet te ver gaat
Feedback gevraagd :angel

ik weet dat het nu tijd is, dat zij moet weten waarom ik hier ben en waarom ik hier wil blijven.
‘uhhm, zouden we dat misschien boven kunnen bespreken?’ ik weet dat het niet erg tactisch klinkt omdat haar moeder het ook ooit te weten zou moeten komen, maar daar ben ik nu nog niet aan toe. Hopend op bevestiging zie ik gelukkig hoe haar hoofd twee keer op en neer beweegt als teken dat het oké is. Ik zie hoe Sanne een vlug handgebaar maakt ten teken dat ik haar hand even moet gebruiken om op te staan, ik merk hoe ik als vanzelf erg rustig overeind kom en ik gewoon op kan staan. Schuifelend over de vloer met mijn groengele Nikes loop ik Sanne achterna, door de woonkamer verder naar de gang en uiteindelijk de trap op. Ik zie hoe Sanne de tweede deur aan de rechterkant opent en binnengaat, en ik volg haar op de voet. Ik zie hoe Sanne al op haar houten bed is gaan zitten terwijl ik haar kamer bewonder. Aan het plafond hangen posters van personen die ik even niet kan plaatsen, en de binnenkant van de deur is zachtpaars geschilderd. Haar vloer is bezaaid met knuffels in alle kleuren, en in de rechterhoek staat een vrij groot bureau. Tussen het bureau en het bed van Sanne in zie ik een opklapbed staan, en ga er vrijwel van uit dat dat de plaats is waar ik deze nacht door zal brengen, op het bed ligt een felgekleurde deken met een bijpassende kussenhoes. Na alles in haar kamer eens goed bekeken te hebben plof ik naast Sanne neer, ik zie hoe ze met haar hand over haar benen wrijft. Het enige wat me te doen staat is vertellen wat ik hier doe, maar eigenlijk is dat stukken moeilijker dan ik me voorgesteld had.
‘Oké San, ik zal je alles vertellen.’ Meteen al voel ik hoe een brok in mijn keel zich vormt, maar stug praat ik door.
‘Ik heb je verteld over dat ik het soms niet meer uithoud thuis, dat ik nogal veel op mijn donder krijg en gewoon over het hoofd word gezien behalve bij ruzies. Nou na mijn thuiskomst is niks beter geworden, alles is alleen maar verergerd de ruzies tussen mijn ouders, de ruzies over mij en de ruzies waar ik mee moet dealen. Ik trek het gewoon niet meer, en ik wil helemaal niet meer mensen pijn doen dan nodig is, ik wil niet uit mijn leven stappen als gevolg van mijn ouders. Dus het enige wat me te doen stond was weglopen, weglopen van het ‘thuis’ dat me nooit geaccepteerd heeft. En ik wist, San, dat ik alleen bij jou welkom zou zijn, dat jij niet meteen mijn ouders zou inlichten en in ieder geval een beetje begrip zou tonen voor mijn situatie.’ Ik voel hoe er toch, ondanks dat ik gezworen had nooit meer over mijn ouders te huilen, twee tranen de weg volgen over mijn wang naar beneden, op weg naar hun eindbestemming. Mijn gezicht in mijn handen verbergend, voel ik toch hoe er twee armen om mij heen worden gesloten. En hoe ik me warm voel worden, en ik het liefst op dit moment heb dat niks het zal verstoren. Ik voel de warme en regelmatige ademhaling van Sanne terechtkomen op mijn rechterwang, en vingers die hun weg zoeken tussen mijn kortgeknipte lokken. Ik blijf zitten, durf me niet te bewegen, té bang om dit moment op te laten houden. Ik voel hoe ze mij langzaam los laat, me diep in de ogen aankijkt en haar hoofd iets schuin houd, hoe ze dicht bij komt en uiteindelijk haar lippen de mijne raken hoe mijn mond de hare opent en onze tongen elkaar bereiken. Ik voel hoe haar nek mijn nek streelt, hoe ze met haar vinger door mijn haar strijkt en me dan abrupt loslaat.
‘Sorry, ik weet niet wat me bezielde’ hoor ik haar verward zeggen, maar ook al wil ik zo graag, mijn lippen gooien vanzelf de woorden uit mijn mond.
‘asjeblieft Sanne, ga door, ik houd van je, ik heb altijd van je gehouden en asjeblieft laat dat zo blijven’.
Direct schrik ik van wat ik heb gezegd, maar al snel word ik gekalmeerd wanneer ik voel hoe Sanne haar hoofd op mijn klamme schouder legt. Hoe ze me een kus in mijn nek geeft, en een lok haar uit mijn gezicht veegt. Mijn handen reiken als vanzelf naar haar gezicht en sluiten zich als een kommetje om haar rode wangen, als vanzelf zoen ik haar opnieuw, en zij gaat verder, verder zoals ik had gehoopt. Ik voel hoe haar koude hand onder mijn t-shirt opklimt en uiteindelijk het bandje van mijn Bh bereikt, zoekend naar de sluiting merk ik dat ze me aankijkt, verward maar heel tevreden. Ik begin de knoopjes van haar blouse langzaam open te maken, van beneden naar boven, steeds krijg ik iets meer te zien van haar prachtige lichaam. Wanneer ik bij het laatste knoopje ben voel ik dat ze met haar vinger achter het sluitinkje van mijn bh haakt en het sluitinkje openspringt.
‘Weet je het zeker?’ vraag ik een beetje onzeker, ik voel hoe ze een vinger op mijn mond legt en verder gaat. Voorzichtig trek ik met mijn handen haar blouse uit, en ga naast haar liggen. Mijn handen betastten haar lichaam terwijl mijn mond zoekt naar de hare, hem vind en samensmelt met de hare. Verstrengeld met onze lichamen liggen we op het bed, kwetsbaar alleen gekleed in een spijkerbroek. Het enige wat ik wil is haar lichaam zien, haar lichaam kunnen aanraken maar nog niets meer. Ik merk hoe ze zachtjes mijn riem losmaakt, en de knoop van mijn broek uit het knoopsgat haald. Ik voel haar lichaam klam worden, ik voel hoe ik toch verder wil, hoe ik toch ook haar knoop losmaar en verderga alsof ik nooit anders gedaan heb. Ik trek zelf mijn broek uit en besluit de blauwe spijkerbroek naast het bed te gooien, hetzelfde als wat zij al heeft gedaan. Sanne trekt de dekens over ons heen zodat ik in een soort donkere tent terechtkom, op de tast vind ik lang haar lichaam de weg naar beneden. Ik voel hoe mijn handen langs haar tepels glijden, haar buik bereiken en uiteindelijk uitkomen bij haar gevoelige plekje. Afwisselend in tempo raak ik het opzwellende knopje aan, het knopje dat tussen haar schaamlippen te vinden is. Ik hoor hoe er korte steuntjes uit haar mond glippen, en er een vochtige substantie door mijn vingers glijd ,onverstoord ga ik verder. Ik voel hoe haar lichaam beeft onder mijn handen, en langzaam al de delen van haar lichaam aanrakend, kruip ik terug naar boven. Ik zie hoe een zweetdruppel haar lip bereikt, en hoe ze dichter tegen me aan kruipt. Ik voel hoe ik dieper in het stugge matras geduwd word wanneer ze tegen me aan rolt en haar arm om me heen slaat. Ik voel hoe haar hand me streelt, hoe ik begin te trillen wanneer ze met haar vingers over mijn huid strijkt. Terwijl haar vingers steeds verder naar beneden afdalen begin ik te zweten, het lijkt of mijn spieren niet meer te controleren zijn. Wanneer haar vinger het gevoeligste punt van mijn lichaam bereiken weet ik hoe het voelt, weet ik hoe het voelt om me echt geliefd te voelen. Strelend door het steile haar van Sanne krijg ik mezelf weer onder controle. Na een paar fijne minuten liggen we weer naast elkaar, in elkaars armen diep in elkaars ogen kijkend. Ik hoor hoe ze ‘je bent speciaal voor mij’ in mijn rechteroor fluistert, en ik streel met mijn linkerhand haar ontblote dijbeen . Nog nooit heb ik Sanne zo diep in de ogen gekeken, heb ik zo kwetsbaar naast iemand gelegen of zo ver met iemand gegaan. Ik hoor hoe haar ademhaling langzaam aan regelmatiger word, en ik lepeltje-lepeltje tegen haar aan ga liggen. Ik hoor hoe er een zacht gesnurk bij haar vandaan kom, en zelf sluit ik ook mijn ogen hopend om zo te kunnen blijven liggen.
Who can you trust?
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

Hoi Yvette.
Of het te ver gaat moet je zelf beslissen. En ik zou even naar de forumregels kijken, maar dat is al gezeg:P Verder viel mij één zin op die niet helemaal klopte.

yvette zei: ''Wanneer haar vinger het gevoeligste punt van mijn lichaam bereiken...''

Dat moet zijn: wanneer haar vinger het gevoeligste punt van mijn lichaam bereikt...
Maar dat is maar een klein schoonheidsfoutje.
Ik vind wel dat je het goed geschreven hebt. En ik hoop dat je er gauw weer een stuk bij schrijft.
Spreken is zilver, schrijven is goud
yvette
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 21 feb 2011 08:51

nieuw stukje

‘Hé San?’ mompel ik wat dromerig, maar net wakker genoeg om te merken dat ze op is gestaan.
‘Ik ga naar school,Yune’ hoor ik Sanne op een ijzig koude toon zeggen, die stem die is niet vertrouwd voor mij.
Na de vrijpartij van eergisteren lijkt het alsof Sanne me met andere ogen bekijkt, en dat lijkt voor mij niet positief uit te pakken. Ik weet niet wat ik Sanne aan heb gedaan, ik hoop maar dat ik het mezelf inbeeld.
Terwijl ik uit bed stap, hoor ik het kraken van het oude matras onder me. Ik trek de blauwgeverfde kastdeur open, en gris een t-shirtje van de bovenste plank, en de korte spijkerbroek die onderop een stapel ligt in het midden van de kast. Een bijpassende tekst staat op het felgele t-shirt;
You’ll never love me as much as I do, but I bet you’re trying.
Ik hou het gele shirt in mijn ontblote handen, en lees de tekst nog eens goed, het shirt verteld precies wat ik denk. Ik weet dat Sanne op dit moment niet zoveel van mij houd als ik van haar, maar ze heeft het in ieder geval geprobeerd.
Ik kijk naar de gesloten deur, de deur waar Sanne net twee minuten geleden door heen is gelopen en vertrokken is zonder mij. Tuurlijk weet ik dat ik niet mee naar haar school kan, maar toch voel ik me leeg zo zonder Sanne in een vreemd huis. Opeens besef ik me wat me te doen staat, ik moet Keyla inlichten over hoe het met me gaat, ik kan haar niet laten zitten. Ze zal zich hartstikke druk maken, maar ze zal me begrijpen dat voel ik.
Ik trek de bureaustoel een klein stukje naar achter, en voel hoe de vulling zich om mijn bovenbenen sluit. Ik zoek het knopje van haar computer, en zet hem aan. Binnen een paar seconden begint de zilveren kast van haar computer te trillen, en zie ik hoe het eerst nog zwarte beeldscherm verandert in een felblauwe kleur. Snel druk ik op het e-mail icoontje en al snel verschijnt het vertrouwde scherm, waar ik eerst dagen lang met Sanne heb zitten praten.

Lieve Keyla,

Ik hoop dat je het briefje wat ik voor je klaar gelegd had niet over het hoofd hebt gezien, maar ik verblijf nu in een vreemd huis voor jou. Ik kan je niet vertellen waar ik ben, maar wel dat het gewoon goed met me gaat. Nog nooit heb ik me ergens zo thuis gevoeld als hier, hier word er echt om me gegeven, datgene wat ik van papa en mama mis. Jij was de enige die me begreep, maar je hebt me niet thuis kunnen houden, dit was echt mijn eigen keuze! Ik zal waarschijnlijk nog een tijdje wegblijven, want naar huis gaan zie ik nog niet zitten.
Ik heb de rode draad in mijn leven gevonden, de persoon die ik nodig heb. Wees dus niet bezorgd, maak je niet druk ik zal contact met je houden.
Breng asjeblieft papa en mama hier niet van op de hoogte, want dat plezier gun ik ze niet.

Dikke kus
Yune

Ik zie hoe een traan op het toetsenbord valt, en blijft liggen als een druppeltje water. Ik zal nooit weten hoe Keyla zich nu voelt, maar zij zal denken dat ik haar niet mis. Maar ze moeten weten dat ik niet meer terug zal komen, dat ik het niet kan en nooit Sanne meer kan missen. Terwijl ik met mijn muis naar het knopje van verzenden beweeg, hoor ik hoe de deur beneden open word gemaakt. Ik druk mijn vinger op het rechtervlakje van de muis, en zie hoe het mailtje wegglipt, en ik er nu niks meer aan kan veranderen. Verbaasd kijk ik op wanneer ik Sanne in de deuropening van haar kamer zie verschijnen.
Who can you trust?
Plaats reactie

Terug naar “Het Dramatheater”