De ontvoelde toekomst
Voorwoord
Constatering achteraf heet gemakkelijk te zijn. Vaak, maar niet altijd. In complexe situaties braken filosofen en denkers zich het hoofd om de voorafgaande ontwikkelingen in kaart te brengen. Boeken vol zijn er over geschreven. Het geeft een beeld over de ontwikkeling der mensheid. Denkwijzen, alsof niet beïnvloed door omstandigheden, bepaalden wat we nu zijn.
Zonder in te willen gaan op allerlei details, zijn er nu omstandigheden aan de orde die zich er voor lenen om een bepaalde toekomstvisie te kunnen ontwikkelen. M.i. zou dat ook een vorm van filosofie mogen zijn. Zoals gezegd, filosoferen over het verleden was al niet eenvoudig, maar in de tijd van een globale uniformiteit is een bepaald scenario denkbaar. Misschien is Future-Fiction een juiste term naast de grote broer Science-Fiction...
De oplettende lezer springt natuurlijk onmiddellijk op rood bij het lezen van de term globale uniformiteit. Hetgeen logisch is. Er zijn natuurlijk nog ontzagwekkende problemen op deze wereld. Honger, ellende, oorlogssituaties, criminaliteit en wat dies meer zij. Met uniformiteit wordt dan ook geen vredessituatie bedoeld...
In deze staat globale uniformiteit voor de economische ontwikkeling. De invloed van de technologische ontwikkeling en de voortschrijdende ontwikkeling der media en communicatie, hebben een onnavolgbare impact op het bestaan van de mens. De explosie van de welvaartseuforie in het totale wereldbeeld is ongekend in de geschiedenis. Uiteraard tragisch voor de mens die minder geslaagd door het leven gaat. Natuurlijk, maar er is welstand voor velen.
Welstand verwerven en gelukkig over deze aarde rondhobbelen zijn nog geenszins zaken die vloeiend in elkaar over gaan. Het kan zelfs zo zijn dat ze elkaars tegenpolen zijn. Er is zoveel gaande wat voor eenieder herkenbaar en begrijpelijk is. Tevens liggen er verborgen tragedies in opgesloten. Euforie en opmerkzaamheid zijn ook alweer zaken die niet bij elkaar passen. In een welstandseuforie, waarin het slijk der aarde de hoofdrol speelt, zal ook snel gedacht worden dat met geld de zaken opgelost kunnen worden. Uiteraard is dat ook zo, maar de almachtige tijd kan van deze gouden regel een blikken tragedie maken!
Bedoeld wordt dat in de huidige tijd het gedrag van mensen onder hevige druk staat. De aloude rust van het leven zoals het was, is bij de welstandsmens verdwenen. Hij moet presteren. Dat begint al in zijn vroegste jeugd. Er is geen tijd meer om kind te zijn. Vanaf het begin wordt zijn leven al omgeven door drukte. De simpele eenvoud en traditionele behandeling van moeder en kind is in veel gevallen niet meer. Zonder te willen stellen wat goed of slecht is, staat het wel vast dat het kind in een andere situatie opgroeit dan voorheen. Een kind wat in de achttiende eeuw opgroeide, was in heel andere omstandigheden dan nu. Natuurlijk. En hier nu ligt het grote verschil van deze twee scenario's.
Het moderne leven van nu is zoveel sneller geworden dat de veranderingen in de westerse welvaartsmaatschappij voor de mens niet meer zijn bij te houden. En dat is een zorgelijke ontwikkeling. De tijd van de voor eenieder te begrijpen patronen is voorbij. De sociale rust en verbondenheid is door de moderne technologische vooruitgang verloren gegaan. In een verbijsterend tempo. De mens, geboren in 1920, die in 2005 zijn eikenhouten jas aantrekt, heeft onvoorstelbare ontwikkelingen doorgemaakt. Nooit eerder vertoond in het menselijk bestaan.
De nowa's en instelling van de maatschappij veranderen constant. Leiders, managers, bepalen de zaken, in company en maatschappij. Als voorheen een manager een gedegen achtergrond had voor wat betreft nowa's, dan liepen de zaken goed. Echter, de veranderingen betreffen alles en iedereen. M.a.w. de manager van nu en de toekomst zal handelen vanuit de periode waarin hij gevormd is. Het gevoel wat alles uiteindelijk stuurt, is onderhevig aan het geleerde van die specifieke periode.
Nooit eerder werd het gevoel zo belast als heden ten dage. De vraag is in hoeverre de mens nog flexibel kan zijn in deze ontwikkelingen. Bekend is dat velen afhaken, in welke vorm dan ook. Naast het najagen van welvaart en status zijn er de onrechtgevoelens die veel mensen aangedaan worden in de maatschappelijke worsteling van het beklimmen der succes-ladder. Er zijn zoveel voorbeelden te noemen en veel van deze mensen eindigen gefrustreerd.
In het verstrijken van de tijd zullen de problemen dramatisch toenemen. De competitie zal heviger worden. Dit wordt veroorzaakt door de generatieve verarming van de sociale gevoelsmens. Hij leert af om zijn nakomelingen de waarden bij te brengen zoals ze waren. Het verbleekt. Ervoor in de plaats komt de heilige eigenwaarde.
Slechts weinigen zullen het onderkennen. Eventuele herscholing zal niet werken. De welstandssituatie is immers overal. Tevens worden aan rechten zwaardere waarden toegekend dan aan plichten. Het streven naar aanzien en zich onderscheiden van, zal bizarre vormen aannemen. Jezelf onderscheiden met één oog in een land met blinden vereist geen inspanning, doch jezelf onderscheiden of verheffen boven anderen die allen hetzelfde ambiëren is een ander verhaal. Tevens is het verkrijgen van een wezenlijke waardering van die andere gelijkstrevenden sowieso al moeilijk omdat jaloeziegevoelens dit al gevoelsmatig zullen verhinderen.
Het laat zich raden dat werkelijke, pure geluksgevoelens in geschetst beeld niet kunnen bestaan. Hier heersen andere eigenschappen van de mens. Macht, hoogmoed, aanzien, frustratie en stress. Eigenschappen waar onvoorstelbaar meer energie in is gaan zitten. Mentaal, fysiek en in tweede lijn de belasting van het milieu waarin we allen vertoeven. Immers, deze mens beweegt zich niet voort op een oude fiets en schilt niet zelf zijn aardappels.
Beschreven is hier de bovenlaag. De tussenlaag, de geslaagden, voldoen aan dezelfde beschrijvingen. Echter niet zo extreem. Doch ook zij leggen een geweldig beslag op milieu en de energie waar we mee om dienen te gaan. Als deze ontwikkeling niet verandert, zal de tijd het doen. Niets of niemand kan de tijd verslaan. Ze is er altijd, kalm, afwachtend, soms tot heil, soms rampzalig en altijd als winnaar. Altijd. Als de mens dat niet begrijpt, kan hij zijn eigen noodlotscenario over zich afroepen. En hij kán het begrijpen als hij in staat is zichzelf te klonen en robots te bouwen. Hij is immers zelfbeschikkend.
En als hij het al zou begrijpen en de tijd als zijnde het dient mijn tijd wel uit voor zich uit blijft schuiven, dan is hij uiteindelijk niet in staat, niet waardig, om zijn leven op aarde te continueren. Dan heeft zijn zelfzucht en egoïsme het dan toch gewonnen van simpele nowa's die nodig zijn om de status van een blij en gelukkig leven te kunnen blijven ervaren, te continueren voor zijn offspring.
Naast deze constatering van het niet behalen van deze situatie voor de mens op een fantastische aarde, is er nog het wrange gegeven wat er aan mentaal leed en ziekte is veroorzaakt door dit gedrag van de mens. Nog afgezien van het feit dat deze future-fiction kan eindigen in een totaal van miljarden doden en een onleefbare aarde.
Uiteraard hangt alles aan elkaar, is met elkaar verbonden. Het één is het gevolg van het ander. Het schaakspel der mogelijkheden is oneindig.
Er is al gesteld dat er geen aandacht is voor deze ontwikkelingen. Natuurlijk zijn er opmerkingen dat we op de verkeerde weg zijn. Moet het nu zo zijn dat de latere filosofen zich weer het hoofd breken over het hoe en waarom? Waar we nu in zitten? Als zij dan nog bestaan! Kunnen we onszelf geen beperkingen opleggen om deze ontwikkeling te stoppen, veranderen of verzwakken? Laat ons gevoelsleven dat nu echt niet toe? Heeft dat gevoelsleven zo aan kwaliteit ingeboet dat we willens en wetens dit doemscenario over onszelf afroepen, uit naam van economie, macht en aanzien? Is de mens in zijn zelfbeschikkende status dan echt zo dom? Heeft deze mens van nu dan niet het besef, in zijn hedendaagse, intelligente bestaan dat het op deze manier niet goed kán gaan? Moet het dan zo zijn dat hij zijn verantwoording als individueel wezen niet aankan? In al zijn intellect om wel geld te verdienen via de beurs waar hij geen prestatie voor heeft geleverd wat in wezen voordeel verkrijgen is uit arbeid van anderen? Is hier ook niet het bewijs dat hij wel degelijk een krachtige leider nodig heeft zoals in oude tijden die al of niet in het goede de zaken krachtdadig bepaalden? Op deze manier is inderdaad de individu-mens niet zijn geambieerde status van Thymotisch mens waardig doch is hij slechts een slap aftreksel van een mens, gevormd door de omstandigheden die we de economische welstands-vooruitgang noemen. Als zelfdenkend, zelfbeschikkend wezen moet hij ook waakzaam zijn voor naderende gevaren, al helemaal als hij die zelf heeft veroorzaakt en aangericht. Een aanstormende komeet uit de ruimte onderkend hij als gevaar, doch zijn eigen leefwereld niet! Hypocrisie ten top!
En zo bepalen teloorgaande nowa's het leven van de mens. Religieuze waarden zullen noodgedwongen mee moeten groeien in hun regelgeving of zullen aan kracht verliezen. De hiervoor in de plaats komende vervangers zullen vanwege hun zweverige karakter geen daadwerkelijke invloed kunnen uitoefenen. Hun uitwerking op de gebeurtenissen zal nihil zijn. Derhalve geen verbetering vanuit die hoek.
In het voortgaan der techniek zal de verdere ruimteverkenning ook een aanvang nemen. Meer dan een aanvang zal het niet worden. Het absurde begrip ruimte-exploitatie zal bij lange na niet gehaald worden. De tijd die het zal kosten om tot deze technische status te geraken wordt overruled door de aardse chaos. Het onzinnige gegeven om materiaal, in welke vorm dan ook, aan de ruimte te onttrekken getuigt van exclusieve domheid vanwege de omstandigheid dat het op de eigen aarde zo een chaos is. Als buitenaards, intellectueel leven ons op afstand zo zou bezig zien en zij zouden iets van humor bezitten, dan zouden ze zich uitstekend vermaken...
Doemdenken en kankeren is gemakkelijk. Oplossingen voor problemen bedenken ligt iets moeilijker. Veel moeilijker. In de economische en technische euforie bestonden er geldmakende kreten als: niets is onmogelijk. Als men deze stelling nu eens zou willen toepassen om het naderend onheil te keren zou dat al heel wat zijn. Uiteraard valt daar geen geld mee te verdienen, echter wel iets veel belangrijkers.
Deze axiomatische benadering zal voor de mens te veel gevraagd zijn. Hij zal zich in deze basisstelling beperkingen op moeten leggen en dat past niet bij zijn status. De onderliggende lagen in de mensorde zijn nog bezig om status te verkrijgen en deze paupers zijn nog in gevecht om überhaupt te overleven. Hier tekent zich het grote falen af van het kapitalistische systeem bij het ontstellende gebrek aan collectieve uniformiteit van het individuele wezen mens. De ontvoelde toekomst straft zijn bestaan af omdat hij toeliet dat negatieve eigenschappen in zijn gevoelsbeleving de kans kregen te excelleren. Dieren met alleen instinctieve vaardigheden waren in staat de eigen soort miljoenen jaren te continueren en de zelfbeschikkende mens kreeg het voor elkaar om in enige honderden jaren zijn bestaan te verwoesten. Althans, daar ziet het in de lopende ontwikkelingen naar uit.
Mensen zijn bezorgd voor de toekomst. Niemand kan in deze toekomst vaststaande feiten als een zekere factor hanteren. Misschien wel een benadering hiervan. De mens die gelooft in de voortgang der negatieve gebeurtenissen zal zich afvragen: wat willen, moeten of kunnen we dan?
In het huidige concept van economische dwang kunne we inderdaad niets. Echter, in een doem- en verval scenario is het geoorloofd om een dilemmaontwerp te creëren. Kunstmatig, onnatuurlijk en oneconomisch, doch tot heil van het bestaan op aarde.
De toekomstige geschiedvorsers en filosofen zullen het hoofd schudden en zich afvragen hoe het toch mogelijk was geweest. Waar haalde de eigenzinnige mens van die oude tijd de kracht vandaan om zijn naderend einde op tijd in te zien en de maatregelen te treffen om deze omslag te bewerkstelligen. Dreef dat scenario hem dan eindelijk tot het inzicht dat hij bezig was iets onvoorstelbaar moois te vernietigen?
Gevoelens, het grootste goed dat de mens bezit. De kracht hiervan was altijd onderkend. Er kwam een afscheiding van mensen wiens gevoel hen deed inzien dat het zo niet verder kon. In het democratisch bestel hadden zij bestaansrecht. Gevoel werd naast intelligentie en waarheid hun nieuwe programma. Het werd een geweldloze revolutie, met een kracht die zijn weerga niet kende in de menselijke geschiedenis.
Het besef dat de omslag niet binnen korte tijd kon worden gehaald stond boven alles. De kinderen binnen deze groeiende beweging werden met sociale en maatschappijhervormende vaardigheden opgevoed. Van binnenuit werd het systeem op strikt legale wijze onder druk gezet en ondermijnd. Het bracht een gigantische tweespalt teweeg en de mensen die inzagen dat het werkte, sloten zich schoorvoetend bij de beweging aan.
Deze optie kon de totale vernietiging voorkomen. Hier kwam dan eindelijk de grootste kracht van de mens tot uiting.
De inventarisatie van de gebeurtenissen die het verval voorkwamen, verschaften eindelijk inzicht, inzicht in het hoe en waarom en in de zin van het bestaan.
Het tijdsbeeld geeft het ontwikkelingsstadium aan waarin de mens tot inzicht kwam. Kennelijk moest alles gebeuren totdat de mens begreep dat hij aan zijn eigen ondergang werkte. De structuur van de globale samenleving, want dat stadium was inmiddels vrijwel bereikt, leende zich totaal niet voor de aloude botsing der meningen, oorlogvoering. Het lopende systeem moest van binnenuit worden ondergraven met behulp van dat krachtige medium, het gevoel van de mens.
Na eeuwen van een non-technologisch bestaan, hadden de ontwikkelingen de mens in een stroomversnelling gebracht. Gedragspatronen en -uitingen waren lange tijd stabiel gehouden door het geloof, de kerk, maar dit veranderde nu. Het werd volstrekt ondoorzichtig en oncontroleerbaar. De psychische zorg werd een steeds grotere belasting in het bestaan. Het had geen enkele zin meer het menselijk gedrag nog te ontleden of te begrijpen. Vanwege de vele dwingende invloeden van de op hol geslagen maatschappij waren de gedragingen van de mens verworden tot activiteiten die aan schizofrenie grensden, wars van nowa's en alleen nog onderworpen aan het wettig gezag. En zelfs dit laatste bastion van een leefbaar bestaan stond onder druk, want de wetten waren samengesteld door in dezelfde tijd levende schizofrene geesten.
Ook factoren als vervuiling en overbevolking hadden invloed. Het gestel van de mens verzwakte en de biodiversiteit werd belast door producten van klonering en genetische manipulatie.
Als nowa's ontbreken zal leiding verbleken, en dat werd de nieuwe situatie in het laatste stadium van de evolutie van de mens. Er kwamen wetenschappelijke studies met allerlei visies, doch niets en niemand kon de ontwikkelingen veranderen. Eindelijk was er het bewijs dat de omstandigheden het bestaan bepalen, dus ook het welzijn van de mens. Doch dezelfde omstandigheden worden gecreëerd door de mens. Dit toont aan dat de mens uiteindelijk zijn lot in eigen handen heeft, en daaraan verbonden ook de zin van zijn bestaan.
Maar hij is hierbij beperkt en gebonden aan de omstandigheden waar hij in vertoeft. De aarde is de plaats waar hij het mee moet doen, en het besef dat hij deze kan conserveren voor zijn nakomelingen zou hem grote voldoening moeten schenken. Als individu kan hij een waardevol leven leiden met als drijvende factor zijn gevoel.
Het zal duidelijk zijn dat in deze invulling van de zin van het bestaan geen grote rol is weggelegd voor geld en economie.
Zoals gezegd had het vele denkwerk van de filosofen en denkers geen enkele invloed op de ontwikkelingen, natuurlijk een uiterst triest gegeven! Het valt immers aan te nemen dat de individuen die deze denkkracht ontwikkelden, dit tot heil van de mensen deden, om hen ter wille te zijn en inzicht te verschaffen in hun gedrag en welzijn. Helaas was in de euforie van die tijd geen plaats voor deze levenszaken, althans niet bij de massa. Bovendien waren deze filosofische overwegingen meestal ontwikkeld vanuit de belevingsomgeving van de betreffende denker en was er onvoldoende aandacht voor globale beschouwingen.
En de moderne, Thymotische mens had sowieso geen boodschap meer aan deze zaken. Zijn verkregen vrijheid had zijn vermogen om te luisteren en iets van anderen aan te nemen, al doen verbleken. Hij kon het allemaal zelf, had niemand nodig. Het enige wat hem nog kon dwingen iets te ondernemen was het naderende verval, en hier had hij geen antwoord op.
De technologische vooruitgang had welvaart gebracht, in de economisch ontwikkelde naties. In de niet ontwikkelde naties was kommer, ellende, honger en verpaupering. Maar de eigenzinnige, geslaagde mens keek er op neer. Hij distantieerde zich ervan en liet zich beschermen door de alom aanwezige techniek. Zijn intellect had moeten begrijpen dat deze situatie niet heilzaam kon zijn voor de lange duur, maar hij realiseerde zich dit niet...
Weer kom je dan op het gevoelsleven uit. Het gevoel dat alles stuurt, in combinatie met eigenschappen als verlangen naar macht en aanzien. Het egoïsme om het eigen individu te dienen.
De mens vergat tevens de dwingende kracht van de tijd. Zoals altijd in de geschiedenis, bepaalde de tijd de golfbeweging van opkomst en verval van weer een nieuwe orde. Maar waar dit voorheen gerelateerd was aan een bepaalde streek of natie, was het nu een globale aangelegenheid geworden en dus was de impact en het aantal betroffen individuen oneindig veel groter.
Nooit eerder was de aarde zo bedreigd geweest door menselijk handelen. De mens had zichzelf in een onhoudbare positie gemanoeuvreerd, nu niet met een onwetende massa, maar met een wereldpopulatie van miljarden intelligente, geschoolde mensen die alles wisten en niets konden.
De grote vraag is natuurlijk hoe het dan zou moeten. In een simpel bestaan zonder veel techniek ontbreekt het aan verleidingen die negatieve gevoelens kunnen voeden. Er is minder hectiek en de aardse voorraden worden minder aangetast.
Geen groei-economie doch een economie van noodzaak. Eerste zorg is voeding en beschutting. Ruimtegebrek: minder geboortes. Beperkingen opleggen.
Kinderen opvoeden door scholing en opvoedkunde. De ouders zijn verantwoordelijk. Als zij falen, kind onder toezicht in een tuchtinstelling. Simpele regels. Foutief handelen van het kind terugspelen. Hongerstraf.
Geen geldmaatschappij doch zorgstructuur. Geen auto's en vliegtuigen. Reizen is niet verboden doch kan minder snel.
Zomaar wat mogelijkheden. Ondenkbaar in de huidige tijd, natuurlijk, maar is dat ook zo als de problemen echt dodelijk worden? En zijn er niet genoeg mensen die zich in deze regels zullen kunnen vinden omdat ze beseffen dat ze er meer geluk in kunnen vinden dan in de huidige situatie?
In het verloop der tijd veranderen omstandigheden en inzichten. De maatschappij wordt gevormd door de mens van de bijbehorende tijd. Regels en wetten worden aangepast.
Te verwachten valt dat de technologische ontwikkelingen door zullen gaan. Een bedenkelijk gegeven is dat dit niet zal zijn voorbehouden aan de doorsnee mens, doch aan een bovenlag van wetenschappers, en zij zullen daarom de nieuwe machthebbers gaan worden. Regeringen zullen door hen geleid worden. Was voorheen een dictator een beul van een mens of het product van een gevestigde familie, de technologische dictator heeft polsjes zo dun als vingers en een volkomen onbekende naam. Hij is het eindproduct van de kapitalistische maatschappij.
De toevalsfactor die wellicht voorheen de gebeurtenissen bepaalde, boette in het verloop der moderne tijd aan kracht in. Door de inbreng van de techniek werden dingen meer voorspelbaar. Visies en prognoses werden met computertechnologie meer en meer zichtbaar gemaakt, en het werd een klinisch maakbare maatschappij waarin verassende effecten ontbraken. In deze situatie ontvoelde de sociale gevoelens der mens. En tevens tekende zich een andere grove tegenstelling af.
In de oude levensvorm overleefden alleen de sterken. Naarmate de mens zich ontwikkelde, maakte medische zorg mogelijk dat de gehandicapte mens ook in leven werd gehouden. Maar alleen de intelligenten konden nog slagen in het verkrijgen van de welstandssituatie. De minderen der iq-schaal misten de boot en moesten lijdzaam toezien en beseffen dat deze status voor hen onbereikbaar was en zou blijven. De maatschappij verkreeg een discriminerend karakter en de gehandicapten in de bovenlaag waren beter af dan de gezonden in de onderlaag. De liberaal-democratische vorm van bestaan werd nu geleid door het intellect. Zij trokken de macht naar zich toe met behulp van en beschermd door de elektronica.
Het vroegere bestaan als natuurmens, in en met de natuur, was nu veranderd in een technologisch bestaan waarin de mens zelf de zaken dicteerde. De euforie hiervan ontvoelde de mens en verwoestte eeuwenoude nowa's en waar- en wijsheden. De ongelijkheid van de ontwikkelingen bewerkstelligde grote spanningen tussen mensen en volkeren.
Naast de hoogontwikkelde maatschappij met genetisch gemanipuleerde klonen in waanzinnige rijdom en perverse welstand met robotbediening, was er nog steeds de onderontwikkelde natuurmens die leefde van wat de natuur hem bood. Op zich zorgde deze simpele mens niet voor problemen. Deze openbaarden zich pas als hij in aanraking kwam met het leven wat verder ontwikkeld was. In deze situatie kwamen de tegenstellingen met elkaar in botsing.
De technocratie bood geen plaats aan bescheidenheid als deugd, die werd volledig overvleugeld door onzinnige euforie van vermeende gelukzaligheid in een hypocriete samenleving van aanzien en plastic welstand zonder echt, menselijk geluk.
Het bestaan op aarde was verworden tot een dag tot dag bestaan. De geplande toekomst kon zichtbaar gemaakt worden maar de bepalende bovenlaag onttrok zich aan de verantwoording van hetgeen hij veroorzaakte. Immers, steeds sterker tekende zich iets af wat hij niet kon en wilde begrijpen. Het feit dat het op deze manier eenvoudig niet oneindig door kon gaan! Eens zou het vastlopen, uit materiaalgebrek, of door vervuiling, of door de steeds dwingender kracht der ontevreden massa...
Men stak de kop in het vervuilde zand en stelde met steeds ultiemere techniek de nodige zaken uit. Sociale krachten van gebondenheid in de onderlaag streden met de eigenzinnige individuen uit de bovenlaag. Met daarbij de absurde constatering dat de arme pauper die erin slaagde de eigenzinnige status te verwerven, even hard meedeed en zijn afkomst vergat door de verleidingen van zijn nieuwe bestaan. Dwingende krachten in zijn gevoelsleven verdrongen oude simpele waarden en daarmee de basis van het echte, natuurlijke geluksgevoel wat de basis zou moeten zijn van een zorgeloos, vredig bestaan op aarde.
Als nu de vraag gesteld zou worden of het mogelijk is, of zou zijn, dat deze negatieve ontwikkeling doorbroken zou kunnen worden, dan zou deze vraag met ja beantwoord kunnen worden. Simpel vanwege het feit dat de mens zelfbeschikkend is en zijn bestaan wel degelijk kan reguleren. Met als dwingende krachten nowa's en zijn gevoelsleven en in dit scenario tevens gebruikmakend van de techniek. Met als achterliggend gegeven dat filosofen dan wel denkers zich het hoofd braken over het feit dat de mens uit het verleden het zover had laten komen, zoals gezegd.
Twaalf mensen, een robot en een geleerde, raken doordrongen van het feit dat de omstandigheden zoals ze zijn op aarde uiteindelijk niet heilzaam zullen zijn voor de mensheid. Zij willen zich inzetten en hun leven wijden aan het creëren van een beter bestaan voor ieder levend wezen. Ze verenigen zich in Erca, Earth Care. Dat zijn de oorden die hen verbinden in de uiteindelijk strijd om de aarde te reden van een dreigende ondergang. Na indringende studies over het hoe en waarom, stellen ze een stappenscenario op om de lopende zaken te keren. Doordrongen van de gevaren gaan ze de uitdaging aan die ze zichzelf gesteld hebben om de unieke aarde te redden. Zullen ze slagen in hun onmogelijke taak om eindelijk een vredige samenleving met geluk voor iedereen te creëren? Het jaar is 2060.
einde van het voorwoord. wordt vervolgd.