Vast

De één begint, een ander gaat verder. Zo werkt dat met "om de tafel", ieder die meedoet voegt iets toe aan het "vervolgverhaal".
Plaats reactie
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Vast
Één groep jongeren, één volzet vliegtuig en één enkele kans op overleven
------------------------------------------------------------------------------------------------

Hallo lezers,

Met zijn zevenen zijn wij druk bezig geweest om een verhaal te verzinnen en dit is het resultaat. Een van onze schrijvers is helaas voor ons geluk voor haar in Malta waardoor haar personage niets zal bijschrijven maar het personage blijft bestaan.

Ik zal over het verhaal nog niets over verklappen =) dat zul je zelf als lezer moeten ontdekken.

Ten eerste willen we jullie voorstellen aan de karakters. we hebben allemaal een klein intro geschreven en hier komen ze.

Ik zal zelf het spits afbijten.
Dus zonder verdere omhaal, mijn intro.
-----------------------------------------------------------------------------------------------

Het verhaal van Jasper

Ik ben Jasper, net tweeëntwintig en klaar om mijn vleugels uit te spreidden de weide wereld in. Yeah right, ik kan het beter op de vlucht slaan noemen. Dit is mijn ontsnapping van de werkelijke wereld, mijn wereld. Ook al vertel ik mezelf nog steeds dat ik voor mijn ouders naar BoraBora vertrek, zodat zij hun leven weer kunnen oppakken zonder dat ik hen dwars zit. Onzelfzuchtig klink ik zo, hè? Nou, dat ben ik niet. Het is mijn schuld dat thuis alles mis is. En nu ben ik zo egoïstisch om er vandoor te gaan. Ik ben egoïstisch genoeg om mijn eigen geluk achterna te gaan, zelfzuchtig genoeg om weg te vluchten naar een vakantie oord. Dat is de reden dat ik nu hier door de terminal loop op weg naar mijn vliegtuig.
Aan het einde van de lange tunnel stonden twee stewardessen me al op te wachten. Hun lippen waren omgekruld in een geforceerde lach.
‘Hallo meneer, mag ik u boarding pass zien.’ Ik fronste bij haar mierzoete stem, ongemakkelijk liet ik haar de boarding pass zien.
‘U mag hierheen, aan de rechter kant is uw stoel, rij 9.’
Verveeld plofte ik neer op de stoel die mij was aangewezen. Mijn Ipod ging op vol volume, in de hoop al die luidruchtige mensen om me heen uit te bannen. Als snel kwam ik erachter dat ik zwaarder geschut nodig had om rust te vinden, toen een kind met ADHD naast me ging zitten. het kind schreeuwde zo hard dat zelfs mijn Ipod het niet kon overstemmen, ik kon de hoofdpijn al voelen ontstaan.
Eindelijk had iedereen een plek gevonden en de moeder had haar kind in het gareel gezet.
Het veiligheidsfilmpje begon af te spelen. Ik luisterde alleen naar mijn ipod, net of een vliegtuig neerstort. Dat gebeurd bijna nooit. Autorijden is nog gevaarlijker.
Het beeldscherm stopte eindelijk met flikkeren en langzaam begon het vliegtuig op te stijgen. Ik had netjes de Ipod weggestopt tot we recht in de lucht waren. Nu had ik helaas niets meer wat het gejoel van het kindje naast me uitbande. Geïrriteerd observeerde ik de andere toeristen. Er waren een hoop vakantiegangers zo te zien. Voor me zat een verliefd stel, of althans dat gokte ik nadat het meisje de jongen een kus gaf. Uhg, zolang ze maar niet te klef doen. Snel wendde ik mijn blik af toen ze weer tegen elkaar aan gingen zitten. Mijn blik viel op een blond meisje een paar stoelen van mij weg. Ik moest twee keer kijken voor ik mijn ogen kon geloven. Dat blonde haar, de blauwe ogen, die kinderlijke gelukkige glimlach. Ze leek zoveel op... haar. Mijn vuisten balden zich tot mijn knokkels wit zagen. Mijn ogen vernauwde zich tot spleetjes, net of ik haar met mijn blik zou kunnen wegjagen. Een heel kort moment kruisten onze blikken. Ik weet niet of ze me daadwerkelijk zag, ze keek te snel weer weg. Maar haar kinderlijke glimlach was verdwenen.
´Ping` Het signaal dat de gordels los konden haalde mijn aandacht van het meisje weg. Eindelijk vlogen we horizontaal in de lucht. Opgelucht zette ik mijn Ipod weer op en sloot mijn ogen. Hoe sneller we daar waren hoe sneller ik hier weg kon. De trillingen die af en toe door het vliegtuig gingen negeerde ik. Ze stelden niets voor. Gewoon een beetje turbulentie. Zelfs toen de trillingen langer aanhielden en erger werden deed het me nog iets. Wie had dan ook ooit kunnen bedenken dat dit een van die weinige vluchten zou zijn die zijn bestemming nooit zou halen?
-----------------------------------------------------------------------------------------------
En dat was het dan , het eerste intro
Laten jullie een berichtje achter =D
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Artemiss
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 890
Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
Locatie: Ergens in de Randstad

Zo, eindelijk! Komt mijn inbreng (voor wat 't waard is):

-------------------------------------------------------------------------------------

Het verhaal van Noah

Ik knikte de vriendelijk glimlachende stewardessen toe, terwijl ik het vliegtuig instapte. Ik hield van het gevoel van zelfstandigheid en onafhankelijkheid dat je op zo’n moment ervoer. Ik was alleen, zonder mijn ouders. Ik kon nog niet geloven dat ze ermee ingestemd hadden.
10A, 10A... Mijn ogen lazen de nummers en de letters die boven de stoelen vermeld stonden. Gevonden! Ha, een plaats bij het raam.
Ik ging zitten en keek naar de andere landingsbanen op Schiphol. Ik zag de werklieden bezig en karretjes met bagage reden langs. Het gevoel was vergelijkbaar met toen ik op mijn vijftiende voor het eerst het gigantische treinstation Utrecht Centraal binnenstapte. Ik glimlachte zelfvoldaan.
Ik keek eens om me heen. Er liep een jongen voorbij wiens gezicht op onweer stond. Waar hij ook heen moest, hij had er overduidelijk geen zin in. Gelukkig kwam hij niet naast me zitten, maar een rij achter me, aan de andere kant van het gangpad.
Ik keek weer vooruit en zag een jongen en een meisje. Overduidelijk een stelletje. De jongen had de stoelen gevonden, maar stopte iets te abrupt waardoor zijn vriendinnetje tegen hem opbotste. Ik grinnikte zachtjes.
Ze kwamen naast mij zitten. Vluchtig en onopvallend liet ik mijn blik over het meisje glijden. Ze was best leuk. Goed figuur, lief gezicht. Normaal gesproken viel ik niet zo op roodharigen, maar voor deze dame maakte ik met plezier een uitzondering. Maar helaas, ze was al bezet. Zoals het overigens altijd het geval is, met leuke meisjes.
Ze nam plaats op de stoel naast me. Onze blikken kruisten elkaar even, ze glimlachte ongemakkelijk maar vriendelijk naar me. Ik glimlachte mijn nog even natuurlijke en zelfvoldane glimlach terug.
Mijn oom Bart woont op Bora Bora. Een beetje het zwarte schaap van de familie, met geld teveel. Hij was ook alleen, dus hij vond het wel gezellig als er iemand langs kwam. Voor mij was het een goede mogelijkheid om nieuwe mensen te ontmoeten, het rustig aan te doen en te bedenken wat ik voor studie wilde gaan doen in deze drie maanden van vrijheid.
Het vliegtuig kwam in beweging. We taxieden naar de startbaan! Zoals altijd als ik vloog hield ik mijn blik strak op het raam gericht. Ik voelde mijn stoel trillen en zag het asfalt van de baan onder me doorschieten. Het getril stopte en de huisjes en auto’s werden kleiner en kleiner. Ik was onderweg!
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...

-Herman van Veen
Gebruikersavatar
Nina.
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 12
Lid geworden op: 15 sep 2010 19:00

En hier het mijne =D
--------

Het verhaal van Georgia

Ik ben Georgia Anderson. Negentien jaar, lang krullend roodbruin haar, bruine ogen, klein van stuk en meestal staat er een vrolijke lach op mijn gezicht. Niets bijzonders, toch? Dat veranderde.

Ik was op weg naar mijn zieke oudtante op Bora Bora; ze had niet veel familie over en ik was de enige die nog iets om haar leek te geven. Het had me veel moeite gekost om mijn vader over te halen me alleen te laten gaan. Sinds mijn moeder ons twee jaar geleden had verlaten zonder ooit nog iets van zich te laten horen, was mijn vader alleen maar meer over mij gaan waken dan tevoren. Met alle gevolgen van dien – hij behandelde mij alsof ik nauwelijks naar de basisschool ging. Maar genoeg over dat.
Dus toen ik eenmaal veilig en wel in het vliegtuig zat, keek ik mijn ogen uit. Het bestuderen van andere mensen had me altijd al geïnteresseerd. Ik begon me dan altijd af te vragen wie ze zijn, waar ze heen gaan, wat ze nog te wachten staat? Dromerig ontstonden er dan verschillende scenario’s in mijn hoofd. Soms laat ik mezelf toestaan om te dromen over een dag dat ik thuis zal komen, en mijn moeder in de keuken zal staan; kokend, zachtjes neuriënd. Mijn vader zou thuiskomen van het politiebureau waar hij al jaren werkt en we zouden met zijn drieën eten en alles zou goed zijn. Natuurlijk wist ik inmiddels beter dan dat. Mijn moeder kwam niet terug en ze zal ook nooit terugkomen.
Ik keek naar een oud echtpaar die voor mij zaten. De vrouw vertelde over wat ze de afgelopen dagen mee had gemaakt, voor zover ik het kon opmaken uit haar dialoog. De man luisterde geïntrigeerd en ik merkte dat ik vertederend glimlachte.
“Nu is het jouw beurt, Marshall,” mompelde het vrouwtje, en de man nam een grote hap adem om vervolgens zijn zegje te doen. Ik keek weg uit het raam, naar het vliegveld. Ik stelde me voor hoe mijn vader ergens in het immense gebouw zou dwalen, verstrooid opzoek naar de uitgang, en realiseerde me dat ik net zo bezorgd was over mijn vader als hij over mij. Ik leunde met mijn hoofd tegen het raampje en er kwam iemand naast me zitten. Ik glimlachte flauwtjes naar de jonge en keek toen weer uit het raam. Enkele minuten later zouden we tussen de wolken zweven.
xYaartje
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 251
Lid geworden op: 13 jul 2009 22:49

Het mijne :)

-------------------

Het verhaal van Valery


“Houd je taai lieverd,” zei mijn moeder en omhelsde mij. Ik omhelsde haar ook, om vervolgens mijn opa en oma te omhelzen. Mijn broer en vader deden hetzelfde, waarna ook mijn verloofde hun omhelsde. Zijn ouders konden er jammer genoeg niet bij zijn.
“Houd een oogje in het zeil op Valery,” hoorde ik mijn moeder nog zeggen tegen Milan. Ik zuchtte licht en kreeg de neiging alle drie de mannen mee te slepen.
We hadden net al ingecheckt, waardoor we nu direct naar de douane konden lopen. Allemaal kwamen we er netjes door heen en al snel had Milan een arm om mij heen geslagen.
“En nu?” vroeg mijn broer Dave met een grote grijns op het gezicht.
“Niks?” zei Milan lachend en stoeide wat met mijn broer. Mijn vader en ik liepen hoofdschuddend voor de twee uit, ze zouden vanzelf wel komen.
“Hebben jullie al een datum geprikt voor de bruiloft?” vroeg mijn vader toen we ergens bij een raam gingen zitten, waar we uitkeken op de vliegtuigen.
“Nog niet, we zien wel wanneer we trouwen. Nu genieten we nog genoeg van elkaar,’ zei ik met een glimlach en keek naar een KLM vliegtuig dat net de startbaan opgereden werd.
“Drinken!” hoorde ik Dave zeggen en het zal mij niks verbazen als hij er nog een grijns bij had ook. Milan kwam naast mij zitten en ik glimlachte naar hem, waarop ik een kus kreeg. Met zijn vieren bleven we daar zo zitten, tot er omgeroepen werd dat we ons naar de gate moesten begeven. Na even zoeken kwamen we er dan toch en al snel kwam ik erachter dat we niet de enigen zouden zijn op het eiland, wat betreft toeristen. Bora Bora hadden we gekozen vanwege het mooie landschap en Milan wilde graag leren surfen, wat daar waarschijnlijk ook kon.
“Er lopen hier nog best leuke meiden rond,” mompelde Dave naast mij en ik grinnikte. Altijd op meidenjacht, waar het maar kon, maar als hij eenmaal een vriendin had was hij er trouw aan. Eigenlijk was hij precies mijn vader vroeger, voor zover ik het gehoord had dan van mijn ouders en het duurde dan ook niet lang voor we bij de gate kwamen waar ze al bezig waren met boarden.
“De leukste meid heb ik toch echt naast mij lopen hoor,” zei Milan grijnzend en sloeg zijn arm om mij heen. Dave stak plagend zijn tong naar mij uit, waarna we onze boardingpass lieten zien en we vrijwel direct door konden lopen naar de slurf. Bij de deur aangekomen lieten we het kaartje nog even zien aan een stewardess die de juiste gang liet zien.
“10B en C,” mompelde Milan onder het lopen en ik liep rustig achter hem aan. Hij zocht maar, ik volgde.
“Hier is het,” zei Milan, waardoor ik nog net niet tegen hem opbotste. Achter mij hoorde ik Dave lachen en ik wierp even een waarschuwende blik in de richting van mijn broertje. Mijn tas gaf ik aan Milan die hem boven in de opbergruimte legde, waarna hij me voor liet. Bij het raam zat al een jongen en ik glimlachte vriendelijk, doch iet wat ongemakkelijk – toen onze blikken elkaar kruisten - naar hem en trok vervolgens Milan op zijn stoel.
“Je houd de boel op lieverd,” zei ik grinnikend.
“Moet jij nodig zeggen,” grijnsde hij, waarna ik mijn tong plagend uitstak en hem een kus gaf.
“Zeg, klefbeks!” hoorde ik Dave plagend zeggen. Ik draaide me achterom, leunde iets over de stoel heen en gaf mijn broer een tik op zijn hoofd. Voor hij echter terug kon slaan had onze vader Dave al tegen gehouden en grijnzend zorgde ik ervoor dat ik weer goed zat.
“Overleef ik deze vakantie?” vroeg Milan grijnzend. Even keek ik mijn Spaanse vriend aan en knikte van wel.
“Met mij erbij wel,” zei ik en toverde een glimlach op mijn gezicht. Een arm sloeg hij om mij heen en ik speelde wat met zijn vingers, deed mijn riem vast en leunde behaaglijk tegen hem aan, waarbij ik al bijna in slaap viel.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Muis zit nu helaas in het buitenland, ( he wat jammer :P ) Dat is dus dereden dat haar karakter niet zal plaatsen, of althans voor lopig niet.

Het karakter zal wel in het verhaal blijven en daarom willen we jullie toch ook even aan hem voorstellen.

Hier het personage van Muis
------------------------------------------------------------------------------------------------
Het verhaal van Sem

“Schatje, nog één kus. Ik moet je een half jaar missen!” riep Liz. Ja, of misschien wel voor altijd, bedacht ik mij. Ik zei dat maar niet hardop, want zo ben ik ook weer niet. Soms word ik zo moe van haar. Ze probeert altijd het beste uit zich zelf te trekken. En dat probeert ze dan ook bij mij. En altijd probeert ze het perfecte meisje te spelen. Ze is lief hoor. Super knap, goede humor, lekkere sex maar niet het perfecte meisje voor mij. Ik zal wat meer over mijzelf vertellen, want dan weet je met wie je te maken hebt.
Ik ben Sem Daudey. 23 jaar, en ga naar Bora Bora. Daar ga ik toeristen begeleiden, en vertellen wat er allemaal te doen is op het Paradijs van de wereld. Ik ben sinds 1,5 jaar afgestudeerd in HBO toerisme en nu wil ik ervaring krijgen voordat ik een reisbureau ga opstarten. Hiervoor ben ik reisleider geweest in Tanzania. Dat was een ontzettend mooie ervaring. Ik vond het ook ontzettend zielig voor die mensen die daar woonden. Wij als rijke toeristen hebben genoeg geld te besteden, beste ziekenhuishulp en te veel kleren. Hun hebben zo weinig, en voelen zich toch goed. Ze weten niet beter.

Ik gaf Liz een kus op haar voorhoofd. “Ik zal je missen, lief. Voordat je het weet ben ik weer thuis. Voel je niet bezet als ik weg ben.” zei ik tegen haar. Ik had totaal geen zin om klef te lopen doen op Bora Bora. Waarschijnlijk zijn er alleen maar pas getrouwde stelletjes die als huwelijksreis daar naar toe gaan.

Ik pakte mijn koffer, keek nog één keer achterom en ging door de douane, en daarna naar de terminal waar ik dit keer niet tax free ging shoppen. En daarna ging ik bij mijn gate zitten.
Ik pakte een boek, en ging lezen. Het boek ging over een jongen die een tijdje wilde backpacken door de wereld. Op het laatst komt hij een onbewoond eiland tegen en deze heeft hij voor miljoenen euro’s verkocht, want niemand kende dit eiland nog.
Na een tijdje mochten we naar het vliegtuig. Rustig pakte ik mijn spullen bij elkaar. De mensen propten zich in de rij. Daar hou ik dus echt niet van. Ik besloot rustig op mijn beurt te wachten.
Opeens moest ik ontzettend nodig naar de wc. Je kent het wel, van die momenten dat je écht moet. Snel rende ik de gang op, ging naar de eerste en beste wc, en plaste in de wc pot. Wat een ontlading! Ik waste mijn handen, droogde ze en liep toen weer naar mijn gate. Snel checkte ik in, en liep naar mijn stoel. Om mij heen zag ik wat mensen chagrijnig kijken naar mij. Logisch, want ik was op de aller, aller laatste minuut ingestapt.
Ik zag mijn stoel, en ging er op zitten. Deed mijn gordel om, en daar gingen we! Op weg naar het mooiste land, waar ik nog voor betaald kreeg ook!
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Flubby
Balpen
Balpen
Berichten: 134
Lid geworden op: 30 apr 2010 11:17

Ik had gisteren weinig tijd, maar hier ook mijn personage ^^

-------------------------------------------------------------------------------------

Het verhaal van Aaron

Ik, Noah Aaron Johnson, oftewel Aaron ben een man van twintig jaar. Ik stond op het punt om te vertrekken met luchtmaatschappij Transavia vanaf Schiphol. De reden dat ik vertrok was, omdat ik vroeger nogal gepest werd. Je zou wel denken, met deze uitstraling had je toch geen problemen? Nou, ik wel. Ik werd gepest omdat ik nooit uit mijn woorden kon komen als ik met jongens aan het praten was. Sommigen dachten zelfs dat ik homo was. De vrouwen daarentegen waren erg op mij gesteld, maar dan ook alleen als een vriend. Vaak zeiden ze ‘nee’ als ik ze verkering vroeg. Elke keer weer die teleurstelling moeten voelen nadat ik was afgewezen, elke keer weer gepest worden door de jongens omdat ik niet uit mijn woorden kwam, dat was het punt dat ik besloot te gaan verhuizen. Een heel nieuw leven te gaan beginnen. En wel een nieuw leven op Bora Bora.
Ik waande me een weg door de eindeloze gangen op het vliegveld. Enkele stewardessen stonden me aan het einde op te wachten.
“Uw boardingpass, meneer.” De tandpastaglimlach die ze erbij maakten deed mij vermoeden dat ze deze baan alleen maar voor het geld hadden genomen.
“Alstublieft.” Ik knikte kort naar beide vrouwen, terwijl ik de ene vrouw met het blonde, lange haar mijn boardingpass gaf. De andere vrouw, met het bruine, korte haar, hielp een volgende mevrouw. De vrouw had diep zwart haar tot net iets over haar schouders. De lampen die erop schenen gaven het een prachtige glans. Even bleef ik naar de vrouw staren. Ik voelde dat mijn lippen nat werden.
“Meneer…” Ik werd uit mijn gedachten gehaald door de stewardess, die mij vervolgens op de rug tikte.
“O, sorry.” Ik keek verontschuldigend naar de grond, waarop een plasje kwijl was gevallen. Oeps, dat moest mij weer overkomen.
“U zit, als u het vliegtuig binnenkomt, in rij 3, stoel E.” Haar tandpastaglimlach had plaats gemaakt voor een geforceerde glimlach. Ik liep daarom snel verder. Ik wilde haar verder niet tot last zijn. Zuchtend zette ik stap voor stap mijn voeten op de trap. Steeds sneller liep ik in de richting van de ingang. Het leek er steeds warmer te worden, maar dat kwam omdat ik het vliegtuig naderde. Nog twee passen en ik kon uithijgen in het vliegtuig. Het was ook zo vermoeiend, die tien treden. Oké, wel een beetje overdreven. Ik keek nog even op mijn boardingpass. Rij 3, stoel E. Aan de rechterkant van het toestel was mijn zitplaats. Ik wrong me tussen een dikke man door die een krant aan het lezen was. Even keek hij kwaad op om te zien wat er aan zijn harige benen zat. Ja, zijn benen waren nogal harig. Het was te zien, maar ook te voelen. Even maakte ik een beweging alsof het leek alsof ik zou gaan kotsen. Ik rilde na de aanraking nog kort na en plofte toen neer op stoel E. Uit mijn handbagage pakte ik een tijdschrift. Ik bekeek de voorkant even kort en begon toen te bladeren. Als er even iets interessants in stond las ik het vluchtig door, maar ging al snel verder. Het was al de derde keer dat ik dit tijdschrift aan het lezen was.
Still got tonight
~Matthew Morrison~
Gebruikersavatar
xIMISSYOU
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 923
Lid geworden op: 01 jan 2009 14:44

Ik had gisteren ook geen tijd, dus bij deze :D

---------------------------------------------------

Het verhaal van Kaitlin

‘Ik ga je missen!’ Mijn moeder keek me met vochtige ogen aan en trok me in haar armen. Ik lachte en omhelsde haar kort. Mijn ogen namen haar in me op, zo zou ik me haar herinneren.
‘Ik jou ook, ik bel je snel.’ Ik glimlachte naar haar en keek naar mijn vader die naast haar stond. Hij had één arm om haar middel geslagen en de andere naar me uitgestoken.
Ik omhelsde hem ook even onhandig en keek toen rond. Tussen de mensenmassa zag ik mijn beste vriendin, Lauryn op ons afkomen en ik grinnikte. Ze moest ook altijd net op tijd komen. Dat zou ik gaan missen.
‘Oef! Ik dacht dat je al weg was. Sorry lieve schat!’ riep ze en ze stortte zich hijgend in mijn armen. Ik lachte en omhelsde haar stevig. Haar zou ik nog het meest missen. Haar domme opmerkingen, haar pogingen om Jens te versieren en haar voortdurend gepraat over hoe fantastisch haar leraar street – dance is. Ik lachte om het laatste. Ze was gewoon gestoord.
‘Ik ga jullie zo missen,’ zuchtte ik terwijl ik een stapje achteruit deed, ‘ik bel jullie zodra ik kan.’
Mijn moeder knikte, mijn vader maakte een instemmend geluidje en Lauryn wierp haar armen nog een laatste keer om me heen. Ik trok mijn koffer achter me aan en liet hem op zijn wielen staan.
‘Veel plezier!’ riep mijn moeder nog en toen checkte ik in. Eenmaal dat gebeurd was slenterde ik langzaam naar de lokale winkeltjes en liep tussen de mensen door.
Nu, jullie hebben vast totaal geen idee wie ik ben, daarom lijkt het me wel een leuk idee om mezelf even voor te stellen.
Ik ben Kaitlin Moreau, negentien jaar en net afgestudeerd aan sociaal technische wetenschappen aan een school in België. Mijn geboorteland is Nederland, maar voor die richting werd ik verplicht met mijn ouders naar het land van de frieten en chocola te verhuizen. Later keerden we terug en nu woonden we al een jaar in ons vroegere huis. Ik wist nog niet wat ik met mijn leven wilde doen dus besloot ik maar te gaan rondreizen. Mijn eerste reis ging ik naar Bora Bora. Welk land ik daarna zou doen zie ik dan wel.
Ik slenterde één uur rond voor ik naar mijn gate liep. Het vliegtuig zou zo vertrekken en het zou wel eens wat voor mij kunnen zijn om het te missen. En dat wilde ik echt niet meemaken. Even hield ik halt bij het toilet maar daarna ging ik zitten, haalde een tijdschrift boven en las ik het helemaal uit.
‘Meisje, ik geloof dat je vliegtuig gaat vertrekken.’ Een iets oudere vrouw stootte me aan en glimlachte me vriendelijk toe. Hoe wist ze waar ik heen ging?
‘Dank je!’ riep ik en ik liep de gate in. In het vliegtuig ging ik bij het raam zitten en keek ik rond. Er waren heel veel jongeren aanwezig, en vrij veel zonder ouders. Er was niemand die er echt uit sprong totdat ik bij een jongen kwam donkerbruin haar. Zijn groene ogen staarden verveeld voor zich uit en zijn gespierde armen waren over elkaar geslaan. Op zijn kin was een beetje stoppelbaard te zien. Onze ogen kruisten elkaar maar ik keek snel weg. Ik wist niet of hij gemerkt had dat ik keek. De glimlach verdween van mijn gezicht en ik fronste. Hij had me zo nors aangekeken. Ik snapte er niets van. Het vliegtuig trilde en ging langzaam de lucht in. Zijn blik duwde ik in een hoekje van mijn ziel en ik concentreerde me op de muziek.
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~

Nano: 6670/50 000
Gebruikersavatar
Muiss
Balpen
Balpen
Berichten: 154
Lid geworden op: 28 aug 2009 18:21
Locatie: Drenhte!

Hoihoi! Even een berichtje van mij! Wat leuk dat jullie Sem ook hebben geplaatst! Deze week heb ik voor het eerst stage, ik kijk even hoe het gaat. Als het meevalt help ik wel mee! En nog iets, wat super grappig was! Ik heb deze week Engelse lessen. Éen les ging over een vliegtuig ramp, waar maar een paar mensen overleefden. En wij moesten kiezen wie dat waren. Ik moest direct hier aan denken!
Succes voorlopig met schrijven, en ik kom er snel weer in! Als jullie iets over Sem schrijven, en voornamelijk op wie hij verliefd wordt wil ik wel even toestemming geven.
De zonnige groetjes vanaf hier! Liefs, Muiss
Soms wou ik dat ik processen in mijn leven ook kon beëindigen met ctrl + alt + del
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Hallo =D

De intro's zijn allemaal geplaatst, en nu jullie de karakters hebben mogen leren kennen word het tijd om het echte verhaal te startten =)

ZOnder verdere onzin praat,
Presenter ik het eerst volgende stukje
Veel lees plezier!
------------------------------------------------------------------------------------------------

Het verhaal van Jasper

De schokken door het vliegtuig bleven aanhouden, opzoek naar antwoord luisterde ik naar de stewardess die de jongen schuin naast me geruststelde.
´Meer mensen vroegen het al. Maakt u zich vooral geen zorgen, het is gewoon turbulentie. Weliswaar wat steviger dan anders, maar alles is onder controle, hoor. Kan ik verder nog iets voor u betekenen?'
Ondanks dat het bericht geruststellend moest zijn, kreeg ik er buikpijn van. Iets klopte er niet. Ik borg mijn Ipod weg in mijn tas, mijn lichaam was te gespannen en de muziek hielp niet om die spanning minder te maken. Mijn ogen verlieten nooit de stewardessen die nu vaker rondliepen, ze stelde steeds meer mensen gerust. Onbewust begonnen mijn handen zich in de leuningen te klauwen.
'Mammie? Wat is er aan de hand?' Het kleine jongetje naast me, was ook de paniek om zich heen gaan opmerken. Zijn moeder gaf geen antwoordt. Haar ogen keken alleen maar groot en niets ziend voor zich uit. Ook zij was zich er van bewust dat er iets stond te gebeuren; er ging hier iets heel goed mis.
Instinctief keek ik naast me, naar de plek waar dat meisje zat. Haar blauwe ogen vingen de mijne. Ze was bang. Haar ogen stonden net wat groter dan normaal. Ik weet niet wat haar er toe zette om naar mij te kijken. Maar iets in me wou opspringen om haar te beschermen, om het verleden niet nog eens te laten herhalen, want een ding wist ik nu zeker deze vlucht zou zijn bestemming nooit halen.

Mijn aandacht werd afgeleid toen een oxidemasker uit het plafond kwam vallen. Er was een stewardess in het gangpad verschenen, met éénzelfde masker in haar handen. Ze begon ons uitleg te geven over het gebruik. Het enige wat ik me daarvan herinner is dat ik ieder scheldwoord heb opgenoemd wat in mijn vocabulaire bekend was.
Met een beetje moeite trok ik het ding over mijn gezicht heen.
Ik schrok toen iets zich aan mijn arm klemde, verdwaasd keek ik naar het jongetje naast me. Zijn masker zweefde nog steeds in de lucht. Zijn ogen waren betraand en in paniek. Ik keek naar zijn moeder. Ze was nog aan het aanklooien met haar eigen masker. Zonder een woord te zeggen greep ik het masker en drukte het hardhandig op het jongetje zijn gezicht. Ik boog over hem heen en tikte de moeder aan. Ze leek gelijk weer terug te komen bij de wereld. Met wijde ogen keek ze naar haar kind. Eindelijk leek ze te beseffen dat dat er ook nog was.
De druk in het vliegtuig begon te veranderen. Mijn oren klapten dicht, zodat alleen nog een akelig gesuis voor mij te horen was. De druk die het vliegtuig maakte ,terwijl het naar de grond dook, drukte me in mijn stoel. Ik sloot mijn ogen.
Dit was het einde.
Misschien had ik geluk en zou het een fatale klap zijn, dan zou ik in een keer dood zijn, zonder pijn. Mijn hoofd spinde bij die gedachte. Binnen enkele seconden zou de klap komen. Mijn lichaam trilde in anticipatie.
Ik weet niet precies meer wat er gebeurde of hoe het gebeurde. Ik weet dat ik het ene moment in mijn stoel gekropen zat en het volgende moment voelde ik mezelf loskomen van alles, met een klap kwam al het geluid ook weer terug. Mensen gilden, metaal brak om me heen. Mijn lichaam beukte tegen voorwerpen en mensen aan terwijl ik werd rondgeslingerd. Ik voelde de klappen, hoe mijn ledematen onbeheerst tegen de voorwerpen aanslingerde, maar er was geen pijn. Slap als een pop kwam ik uiteindelijk tot een halt. Om me heen was alles onnatuurlijk stil, geen gillen, geen brekende geluiden, ik kon zelfs mijn eigen ademhaling niet meer horen. Mijn trillende handen duwde mijn levenloze lichaam omhoog. Ik opende mijn ogen voorzichtig, bang voor wat er om me heen was.
De lichten van het vliegtuig knipperde en al snel viel het laatste lichtpunt volledig weg. Blind en wankelend probeerde ik op mijn voeten te komen, mijn handen grepen om zich heen, in de hoop ergens steun te vinden. het vond iets vlezigs, nats en ijskoud. Kokhalsend trok ik mijn vingers van het voorwerp af. Ik wist wat het was.
Ik durfde bijna niet meer naar mijn omgeving te reiken, bang dat ik weer op de afschuwelijke dingen zou stuiten.
Op de lichamen.
Met ingehouden adem wist ik eindelijk een nieuwe houvast te vinden.
Mijn hele gedachtegang concentreerde ik op het verplaatsen van mijn voeten. Stap, stap, zolang de horror-scene die zich door mijn hoofd afspeelde maar werd weggeband.
Ik wist niet waarheen ik liep, maar ik bewoog dat was mijn enige optie. Ergens in het vliegtuig moest een scheur zijn, witte lichtstralen schenen er doorheen. Mijn pupillen verweidde zich om het licht op te vangen, met iedere stap die ik zette werd mijn omgeving steeds meer in het misterieuze blauwe licht gehuld.
De horror-scene die ik steeds van mijn hoofd wou verbannen kwam met een klap terug nu ik hem in werkelijkheid kon zien. Nu ik de lichamen in gebroken houdingen door de paden zag liggen, hun ogen weidt opengesperd en ondanks dat de dood het leven er al uit had genomen was de angst er nog steeds in te zien.
Ik liep er allemaal langs heen, mijn blik hield ik op dat licht het was mijn enige hoop. Voor de rest was die hoop allang verloren.
En dus negeerde ik de verloren krijsen om hulp, de schreeuwen van kinderen en de tranen van ouders. ik liep er langs heen als of het niet bestond.
Een schok schoot door mijn lichaam terwijl iets naar mijn bovenarm greep. Verstijfd keek ik om, recht in de ogen van een jongen, een jongen die ik herkende; hij was de wederhelft van het stelletje geweest. Zijn ogen straalde angst uit, maar er was een zelfverzekerheid in ze, een kleine hoop die mijn aandacht trok.
'Kom, je moet eruit!' Zijn greep op mijn arm werd krachtiger, de kracht duwde me naar voren naar het licht.
'Schiet op!' de paniek in zijn stem, dat was het gene wat me uiteindelijk liet door lopen.
Ik had nog maar een doel, dat blauwe licht, ik moest het blauwe licht bereiken. Dat was mijn enige redding. Half besefte ik dat de scheur op de plek was waar ik had gezeten. Het drukke jongetje wat naast me had gezeten vloog door mijn hoofd. Zou hij hetzelfde geluk hebben gehad? Ik schudde de gedachte van me af, er was geen tijd voor. Ongefocust probeerde ik mezelf door de opening te hijzen, iets drukte me erdoorheen. Mijn wazige blik gleed over de golven die woest tegen het vliegtuig aanklapte, menselijke vormen verdwenen erin. Een schreeuw van een kind drong tot me door, moedeloos keek ik toe hoe de golven ook hem naar de bodem trokken. Wat was er mis gegaan dat alles zo moest eindigen?
Een vreselijke pijn schoot als bliksem door mijn hoofd. Ik greep naar de origo van de pijn, Dikke warme vloeistof plakte aan mijn vingers. Verward keek ik naar het dieprode bloed dat zich nu aan mijn hand had vastgekleefd.
Mijn eigen bloed, nu pas leek de pijn mijn hersens te bereiken. Vermoeid sloot mijn ogen en liet me op het dak van het vliegtuig neerzakken. Dit was het dan, het einde. De wereld om me heen verdween tot alleen nog een duistere rust overbleef.

-----------------------------------------------------------------------------------------------
Vragen, opmerkingen, feedback

het wordt allemaal met liefde ontvangen,
dus niet bang weze om een berichtje te plaatsen ;)
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Flubby
Balpen
Balpen
Berichten: 134
Lid geworden op: 30 apr 2010 11:17

Ik zie dat er geplaatst is, dus dan plaats ik ook maar :P

--------------------------------------------------------------------------------------------

Het verhaal van Aaron

Het vliegtuig was opgestegen. Onze gordels waren allang los. Ik kwam net terug van het toilet. Opnieuw wrong ik me tussen de haren op de benen van de dikke man aan de ene kant en de stoel aan de andere kant door. Tussen de dikke man en mij was een vrouw komen zitten. Ze had kort, rood haar tot ongeveer haar schouders. Ik glimlachte vriendelijk naar haar toen ze me opmerkte. Ze schoof zo goed als het kon haar benen opzij. Ik wilde er langs lopen, maar werd achteruit geschud door een turbulentie. Er ging een rilling door mijn hele lichaam heen. Als er iets niet goed was, was dat wel een turbulentie. Nou ja, dat vond ik. Zoveel ervaring met een turbulentie had ik ook weer niet. Ik vloog voornamelijk met de betere luchtvaartmaatschappijen en daar viel deze goedkope vlucht niet onder.
Opnieuw turbulentie. Ik keek de vrouw naast mij verschrikt aan. Aan de ene kant moest ik rustig blijven. Aan de andere kant zou ik zo in de armen van de vrouw willen springen. De vrouw keek terug. In haar ogen viel de angst af te lezen.
“Reist u wel vaker met deze luchtvaartmaatschappij?” vroeg ik, met enige trilling in mijn stem. Ze knikte drie keer kort.
“Gebeuren er wel vaker van deze hevige turbulenties?” Ik begon me af te vragen of die turbulenties misschien toch een slecht teken waren.
“Nee, het is voor het eerst dat ze zo hevig zijn.” De vrouw beet even op haar onderlip. Ik begon te klappertanden.
Het vliegtuig bleef schokken van turbulenties. Bij elke schok rilde ik even, waardoor mijn kont heen en weer schudde.
“Dames en heren.” De stewardess was weer gearriveerd. Ik rolde even met mijn ogen. Als ik het niet dacht. Er klopte iets niet, “De druk binnen de cabine is tijdelijk weggevallen.”
Ik ging snel zitten, deed mijn gordel om en trok het oxidekapje, dat uit het plafond boven mijn stoel was gevallen, om mijn gezicht heen. De vrouw naast mij zat te worstelen met het kapje en kreeg het maar niet goed om haar gezicht heen. De dikke man had het helemaal niet door, want die las gewoon verder in zijn krant. Die had waarschijnlijk al vaker een vlucht meegemaakt met deze maatschappij. Met ogen zo groot als een olifant keek ik angstig om me heen. Ik wilde niet dood gaan. Het vliegtuig mocht niet neerstorten. Er gingen van allerlei nare gedachtes door mijn hoofd heen. Het liefst wilde ik het nu uit gaan schreeuwen, maar dat leek zo onervaren.

Ik ademde snel en angstig door het oxidekapje. Ik kon niet rustig aan doen. Een kriebelend gevoel ging door mijn buik heen. Het voelde niet goed. Mijn oren zaten helemaal dicht. Alleen een geruis was te horen. We daalden steeds sneller en sneller. Over enkele seconden konden we beneden zijn. Ik probeerde me zo goed als mogelijk was in de stoel te drukken, maar mijn lichaam duwde mij naar voren, tegen de stoel voor mij aan. Ik voelde hoe mijn gehoor langzaam terug keerde. Ik hoorde mensen gillen. Zelf begon ik abrupt mee te gillen, alsof het erbij hoorde. Ik sloot mijn ogen vlak voordat ik een klap verwachte. Het vliegtuig stortte neer. Ik hoorde om mij heen allemaal water kletteren. Ik werd uit mijn stoel geschoten en belandde tegen een stuk metaal aan. Even schoot er een scheut van pijn door mijn lichaam, maar daarna voelde ik helemaal niets meer.

Langzaam maar zeker opende ik mijn ogen. Het was stil geworden. Mijn hoofd bonkte. In een flits van automatisme greep ik er naar. Wat was er gebeurd? Tastend met mijn handen naar een houvast probeerde ik op te staan. Vrijwel meteen schoot er een steek van pijn door mijn lichaam heen. Kreunend zakte ik terug op de grond. De lichten in het donkere vliegtuig gingen aan. Even kneep ik mijn ogen dicht tegen het felle, stekende licht, maar al snel genoeg wende ik er aan. Om me heen zag ik lijken liggen. Bloed lag verspreid over de gangpaden, stoelen en ramen. Ik begon te kokhalzen, maar hield mijn eten van die ochtend nog binnensmonds. Een akelige, muffe geur verspreidde zich door het vliegtuig heen. Ik zag een druppel bloed uit mijn hand vallen. Voorzichtig draaide ik mijn hand om. Af en toe moest ik spieren aanspannen en schoot er dus een pijnscheut door mijn zenuwstelsels naar mijn hersens, die het omzetten naar pijn. Ik mompelde korte woordjes, zoals ‘Au’ of ‘Godver’. Over de lengte in mijn handpalm zat een diepe snee.
“Godver. Waarom was ik niet gewoon dood gegaan, dat was veel makkelijker geweest,” mompelde ik, terwijl ik kwaad naar de gapende wond in mijn handpalm keek. Aan de andere kant wilde ik het ook wel overleven. Wat had ik er aan om dood te zijn? Wat zou er na het leven zijn? Ik wilde er liever niet over nadenken. Een rilling ging over mijn rug heen, waardoor er een pijnscheut door mijn rechterbeen ging. Ik greep er naar. Ergens hoorde ik dat we het vliegtuig moesten verlaten, maar op deze manier kon ik nergens heen. Het licht knipperde geen seconde later weer uit.
“Help!” Ik kon geen kant op. Opstaan ging niet, “Is er iemand die mij kan helpen?”
Angstig tuurde ik het duister in, maar kon niets zien.
“Hallo?” riep ik opnieuw, aangezien niemand op mijn eerste vraag reageerde.
“Kun je blijven praten? Wat je ook doet, blijf praten!” Ik schrok van een plotselinge, angstige vrouwenstem, “Zo kan ik inschatten waar je je bevindt.”
Ik knikte.
“Ik lig tegen de metalen deur van de cockpit aan.” Ik moest iets zeggen en besloot dat dit het beste was om te beschrijven waar ik me bevond. Ik hoorde geschuifel. Het klonk redelijk dichtbij.
“Je bent in de buurt.” Mijn stem klonk zacht, “Ik zit hier. Hier!”
De paniek sloeg toe op mij. Ik wilde maken dat ik hier weg kwam. Ik hoorde enig water sijpelen. Angst overspoelde mij.
“Oké, kan je iets zeggen wanneer ik je raak?” hoorde ik de stem zeggen.
Een scheut van pijn schoot door mijn hand heen. Instinctief trok ik hem weg.
“Au!” schreeuwde ik het uit. Het kwam er enigszins harder uit dan ik voor ogen had. Alles werd me een beetje te veel. Uit frustratie begonnen er tranen over mijn wangen te lopen. Ik sloot mijn ogen.
“Sorry,” kwam het fluisterend uit de mond van de vrouw, “Het is veel te donker. Ik zie geen hand voor ogen. Kan je opstaan?”
Ik schudde mijn hoofd.
“Kan je staan?” klonk het nu iets geërgerder.
“Nee,” snauwde ik, niet door hebbend dat het donker was.
“Oké,” zei ze toen. “Ik kan je niet tillen, maar ik zal je helpen zo veel ik kan. We moeten hier snel weg, we zinken. Verderop staan jongens mensen het vliegtuig uit te helpen. Kom op, vooruit.”
Ik taste met mijn handen rond mijn lichaam op zoek naar de vrouw. Ik vond echter een metalen brokstuk, waaraan ik me kreunend omhoog trok. Op mijn rechterbeen durfde ik niet te staan. Waarschijnlijk zat daar een breuk of een scheurtje in. Ik bleef met mijn linkerhand op het metaal geleund staan, terwijl ik met mijn rechterhand naar de vrouw tastte. Ik voelde iets van kleding recht voor me.
“Ben je dat, mevrouw?” vroeg ik met lichte trilling in mijn stem.
“Ja.”
Ook met mijn rechterhand greep ik naar het kledingstuk en begon op de vrouw te steunen. Nog steeds stond mijn rechterbeen niet op de grond. Al steunend en hinkend liep ik met de vrouw mee naar, waarschijnlijk de uitgang, van het vliegtuig toe. Aan het einde van het gangpad moest ik meer moeite doen, omdat het pad omhoog liep. Al hijgend kwam ik boven aan. Ik kneep mijn ogen dicht tegen het felle licht. Door de vrouw werd ik op het vliegtuig gehesen. Ik viel neer op de grond en bleef daar uithijgen tot ik weer op adem was gekomen.
“Schiet op voor we zinken…” hoorde ik een stem zeggen. Al kruipend bewoog ik me naar het water toe en liet me er in zakken. Zwemmen lukte niet. Nou ja, niet met mijn benen. Mijn armen waren echter ook te zwak. Proestend en hoestend kwam ik na enkele seconden weer boven toen ik even onder water was geweest. Ik maakte zonder te bewegen een koprol in het water. Opnieuw hoestte ik toen ik weer boven water kwam.
“He – glllrrrlll – Help, glllrrlll.” Ik proestte al het water weer uit, maar voordat ik er erg in had, verdween ik weer onder water. Mijn wond begon te prikken door het zout ik het water. Steeds meer lichaamsdelen verloren hun gevoel. En ook bleef ik steeds langer onderwater. Langzamerhand begon mijn bewustzijn mij te verlaten, maar iedere keer als mijn ogen zich sloten, openden ze zich weer in een fractie van een seconde.
Laatst gewijzigd door marly op 08 okt 2010 12:09, 1 keer totaal gewijzigd.
Reden: Verhaal verplaatst omdat het een groepsverhaal is. Die horen thuis in dit board.
Still got tonight
~Matthew Morrison~
Gebruikersavatar
Artemiss
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 890
Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
Locatie: Ergens in de Randstad

Ik had me daar een partij inspiratie, joh, dat willen jullie niet wéten. (En dan moeten jullie zeggen: "Nee, dat willen wij ook niet weten.")

Ik keek met priemende ogen door het raampje en zag de laatste paar zonnestralen verdwijnen achter een dik wolkendek.
Het leuke meisje en haar vriend praatten zachtjes met elkaar. Ik probeerde er niet op te letten, maar uit automatisme probeer je toch altijd het gesprek te volgen. Ze praatten echter echt te zacht om er iets van te verstaan. Ook al interesseerde het me niet, het werkte toch frustrerend.
Ik pakte een tijdschrift op en begon het door te bladeren. Net toen ik een artikel had gevonden dat me interessant genoeg leek om te lezen, voelde ik het toestel rommelen.
Geschrokken keek ik naar buiten. Niet dat ik daar zou kunnen zien wat er aan de hand was, maar ik wist ook niet waar ik anders moest kijken. Uiteraard was er niets anders te zien dan duisternis, aangezien het nacht was geworden. Ik schudde mijn hoofd. Het zou wel gewoon turbulentie geweest zijn.
Ik richtte mijn aandacht weer op het artikel, toen ik een tweede dreun voelde. Harder ditmaal. Nerveus klapte ik het tijdschrift dicht. Wat was er aan de hand?
Ik keek opzij en zag het leuke meisje nerveus voor zich uit turen. Een stewardess liep voorbij, dus stak ik mijn hand op.
“Kan ik iets voor u doen, meneer,” vroeg ze beleefd.
“Nou, ik vroeg me af waardoor al dat gerommel toch komt…”
“Ja,” zei ze met een glimlach. “Meer mensen vroegen het al. Maakt u zich vooral geen zorgen, het is gewoon turbulentie. Weliswaar wat steviger dan anders, maar alles is onder controle, hoor. Kan ik verder nog iets voor u betekenen?”
“Nee hoor, dank u wel.”
Geen zorgen dus. Toch was ik niet helemaal gerust gesteld.
Opnieuw voelde ik mijn stoel trillen. Geen zorgen, herhaalde ik in gedachten. Ik keek weer naar buiten en glimlachte. Het kwam door de wolken, dit keer. We gingen eenvoudigweg door de wolken heen, dat was alles. Door het feit dat ik het verschijnsel zelf kon verklaren voelde ik me meer op mijn gemak. Lachend schudde ik mijn hoofd zonder verder na te denken.
Toen merkte ik dat mijn oren dichtzaten. Vanuit mijn ooghoek merkte ik een abrupte beweging op. Ik keek opzij. Het mooie meisje greep de arm van haar vriend en kneep hem fijn.
“Milan,” hoorde ik haar nu duidelijk fluisteren. “We dalen. Ik voel het, we dalen. Heel snel.” Ze piepte het meer. “We horen nu toch nog niet te dalen? Of wel?”
Ik kreeg het zelf ook benauwd. Ik ademde sneller en sneller door mijn neus en bleef slikken. Het hielp niet meer: mijn oren bleven dicht. Met wijd opengesperde ogen keek ik uit het raam, maar ik zag niets behalve zwart.
Ademen ging steeds moeilijker. Ik was niet iemand die snel in paniek raakte en ook nu probeerde ik uit alle macht kalm te blijven. De jongen die Milan heette probeerde uit alle macht het mooie meisje kalm te houden.
Ik schrok toen er plotseling maskertjes uit het plafond vielen en voor onze neuzen bleven bungelen.
“Dames en heren,” sprak een klein fier donker vrouwtje dat er Zuid-Amerikaans uitzag. Het geroezemoes binnen het vliegtuig zwol aan.
“De druk binnen de cabine is tijdelijk weggevallen.” Na iedere zin ademde ze zelf lucht bij door een masker. “Plaats het masker over uw neus en mond en adem normaal.”
Adem normaal, zei ze. Adem normaal! Godver… Ik zweette over mijn hele lichaam. Ik durfde amper te bewegen. Ik plaatste het masker over mijn neus en mond en ademde zo rustig als ik kon.
“Help eerst uw kinderen,” hoorde ik de stewardess nog zeggen.
Ik kreeg direct medelijden met die kleintjes. Dit moest een nachtmerrie voor ze zijn. Ik sloot mijn ogen. Kalm blijven, Noah. Kalm blijven.
Ik keek nogmaals uit het raam. Opnieuw werden mijn ogen groot van verbazing. We hadden gigantisch veel hoogte verloren. Ik kon de golven op de zee zien! Dit werd een noodlanding, vreesde ik.
Ik hoorde het mooie meisje naast me huilen. Haar vriend sloeg een arm om haar heen.
Een andere stewardess liep langs de stoelen.
“Doe uw gordels om,” beval ze. Als de bliksem deed ik mijn gordels om. Hoe kon ik dat vergeten!
Ik was niet gelovig, maar toch begon ik op dit moment te bidden. Ik wist niet naar wie, maar ik begon te bidden dat het een aard had dat ik dit mocht overleven. Egoïstisch, maar ik was als de dood. Ik wilde absoluut niet dood!
“Laat me dit overleven,” mompelde ik onhoorbaar.


Knarsend klonk de stem van de piloot door in de cabine.
“Hier spreekt uw gezagvoerder. Er zijn technische problemen opgetreden die we in de lucht niet op kunnen lossen. We zullen een noodlanding op zee moeten maken. Er is absoluut geen reden tot paniek…”
Als dat geen duidelijk teken was dat er wel degelijk reden tot paniek was, dan wist ik het niet meer. Ondanks alles bleef ik om de een of andere reden uitermate kalm. Ik was doodsbenauwd, maar ik bleef kalm. Wat maakte het nu nog uit?
“Luister naar de aanwijzingen die de stewardessen u geven. U vindt uw zwemvesten onder uw stoelen. Over enkele minuten raken wij het wateroppervlak. Nogmaals, er is geen reden tot paniek! Blijft u kalm!”
Ik had respect voor die piloten die in alle situaties de rust zelve moesten blijven.
Ik voelde in mijn buik hoe het vliegtuig daalde. Overal om me heen hoorde ik kindertjes huilen. Het mooie meisje naast me stonden de tranen ook in de ogen.
We daalden dieper en dieper. Ik was niet meer in staat te denken aan leven of dood. Ik dacht niets meer. Voor een moment leek ik te zweven in mijn stoel, het volgende moment voelde ik een doffe klap tegen mijn voorhoofd. Daarna was er niets. Ik moet mijn bewustzijn voor een poosje verloren hebben.
Ik werd wakker van een enorm luid gekraak. Het was alsof ik in een hal stond met honderd miljoen deuren met piepende scharnieren die allemaal op hetzelfde moment opengingen. Ik durfde mijn ogen niet open te doen.
Ik beefde van onder tot boven bij het aangezicht van het vliegtuig, na de fatale klap die ik gemist had. Die mij bovendien, wonder boven wonder, niet fataal geworden was. Ik leefde nog.
Het vliegtuig lag in twee stukken. Het plafond was in het midden opengereten en het scheurde steeds verder door. Ik zag de lucht. De maan en de sterren stonden hoog aan de hemel en strooiden overal een zwak wit licht. De noodlampen waren uitgegaan. Kortsluiting in het water, vermoedde ik.
Langzaam wendde ik mijn blik over het gangpad. Ik zag overal lichamen. Lijken. Bloed vermengd met water stroomde langs de stoelen. In de wijd opengesperde ogen van de mensen stond de schrik nog te lezen. Mijn maag draaide zich om. Instinctief stond ik op en zocht naar overlevenden.
Toen greep iemand me plotseling bij mijn schouder. Het was de jongen die bij het mooie meisje hoorde. Hij leek in paniek, maar ook vastbesloten.
“Help haar,” beval hij met hese stem. Daarna, iets smekender: “Alsjeblieft… ik ga haar vader en broer helpen.”
Zij leefden dus ook nog! Met open mond van verbazing keek ik naar het mooie meisje, die in paniek van mij naar haar vriend keek. Ze vloog hem nogmaals om de hals. Hij fluisterde haar iets onverstaanbaars toe, waarop zij riep: “Ik laat je niet gaan!”
De vriend keek me smekend aan. Ik begreep de situatie maar al te goed. Ik greep zijn vriendin bij haar middel, waarop hij naar achter liep om haar familie te hulp te schieten.
Ik worstelde met haar richting het water. We moesten van dit zinkende schip. Ze werkte niet echt mee. Ze was in een roes, ze dacht niet helder na.
Ik wel. We waren bijna bij het water toen me plotseling iets te binnen schoot. Ik zag al mensen en kinderen in het water dobberen en naar adem happen.
Ik zette het meisje aan de kant in een stoel. Impulsief zette ik mijn handen aan mijn mond en begon te schreeuwen:
“De zwemvesten! Pak de zwemvesten onder de stoelen en gooi ze naar mensen in het water! Ze verdrinken!”
Ik zag een jongen aan de andere kant van het gebroken vliegtuig staan, die bezig was iedereen het toestel uit te halen die hij maar kon. Hij zag er donker uit, maar erg goed kon ik het niet zien in het zwakke maanlicht. Zwart haar, net zoals ik. Hij keek mijn kant uit toen hij me hoorde roepen en stak zijn duim naar me op. Hij begon zwemvesten onder de stoelen vandaan te halen.
Ik deed hetzelfde. Ik trok het meisje een zwemvest aan. Ze leek echt in een andere wereld te zijn. Snel trok ik er zelf ook één aan.
“Luister,” zei ik tegen haar. “Luister naar me. We moeten hier af. We zinken steeds dieper. Als we nu in het water springen blijven we drijven. Ik ga zoeken naar overlevenden. Je moet alleen springen. Hoor je me?”
Ze reageerde niet op me, dus duwde ik haar maar naar de rand. Vlak voordat ze in het water viel, greep ze zich aan me vast en riep hysterisch:
“Milan! Milan! Waar ben je? Ik ga niet zonder jou!”
Tot mijn grote schrik merkte ik dat ze terug het vliegtuig in wilde rennen. Het achterste gedeelte lag al helemaal onder water.
“Nee,” schreeuwde ik en trok haar bruusk terug. Ik smeet haar het water in. Ze spartelde wild rond en jammerde: “Milan…. Milan…. Kom terug…”
Haar gesnik sneed hartverscheurend door mijn mergen. Ze was daar in ieder geval veilig. Ik had het die jongen, die blijkbaar Milan heette, beloofd.
De donkere zwartharige jongen had ondertussen de leiding overgenomen.
“Iedereen! Blijf in de buurt van het toestel! Houd elkaar vast,” schreeuwde hij. Hij hielp nog meer mensen het water in en toen hij zeker wist dat niemand aan zijn kant nog over was, sprong hij zelf ook. Hij bleef schreeuwen om iedereen erbij te houden.
Ik stond inmiddels tot mijn enkels in het water.
“Jij ook,” schreeuwde de jongen naar mij. “Kom eraf! Die helft is al bijna helemaal verdwenen!”
Voor een seconde keek ik hem aan. Hij keek verwachtingsvol mijn kant uit. Ik schudde langzaam mijn hoofd. Ik weet niet wat me er toe dreef maar in een flits draaide ik me om, trok het zwemvest weer over mijn hoofd, haalde diep adem en dook het zinkende vliegtuig in.
Het zoute water prikte in mijn ogen, terwijl ik de cabine afzocht. Niemand daar was nog in leven. Ik ontweek de aanblik van de bleke gezichten. Van schrik liet ik een groot deel van mijn lucht ontsnappen, toen ik het gezicht van Milan herkende. Zijn ogen staarden leeg in de mijne.
Dood.

Verslagen zwom ik naar de oppervlakte. Ik nam een grote hap lucht en hoestte.
“Waar was je mee bezig?” De zwartharige jongen klopte me op mijn rug. “Voor hen was het te laat. Je had zelf dood kunnen zijn.”
Ik luisterde half. Ik zwom naar het mooie meisje toe. Ze lag op haar rug en staarde naar de maan. Ze zag me aankomen. Met een schok draaide ze zich naar me om en greep me vast.
“Alsjeblieft…” huilde ze. “Zeg me dat…”
Ik schudde traag mijn hoofd.
“Nee…” fluisterde ze. “Nee…”
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...

-Herman van Veen
Gebruikersavatar
xIMISSYOU
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 923
Lid geworden op: 01 jan 2009 14:44

Hier ook mijn post ;d

--------------------

Het verhaal van Kaitlin

Terwijl ik naar mijn muziek luisterde keek ik even rond me heen. Naast me zat een klein meisje, ze glimlachte lief naar me en keek achterom naar een ouder koppel. Dat moesten haar ouders geweest zijn. Naast haar zat een even klein meisje en samen speelden ze klapspelletjes. Ik glimlachte kort en dacht terug aan de tijd dat ik dat nog deed. Toen was het leuk, nu was het saai om zelf te doen. Het meisje tikte op mijn arm toen ik opzij wilde kijken. Ik deed mijn oortje uit en keek haar stralend aan.
‘Wil jij ook klappen?’ vroeg ze met een enthousiast kinderstemmetje. Ik grinnikte en knikte, waarna ik me een beetje naar haar toe draaide. Ze ging steeds sneller en hoe sneller we gingen, hoe trager ik leek te reageren.
‘Gewonnen!’ gilde ze en ze krijste gelukkig. Ik lachte en wreef door haar haren.
‘Wat kun jij dat goed!’ kirde ik en ik keek haar verwonderd aan.
‘Ja!’ knikte ze, ‘ik doe dat altijd met mijn kleine zusje.’ Ze wees bijna trots op het kleinere meisje naast haar. Ik knikte en glimlachte.
‘Jij hebt al veel geoefend!’ Ik lachte en stak mijn handen op. Met dat gebaar begon ze weer enthousiast te klappen. En op het moment dat we allebei het patroon vergaten dreunde het toestel even. Ik liet mijn handen zakken en fronste even. Mijn ogen schoten door het raampje naar buiten maar natuurlijk was daar niets te zien. Het was nacht, pikdonker en er hingen wolken. Het meisje leek er niets van gemerkt te hebben dus trok ik mijn schouders op en stak mijn handen weer op. Het meisje begon weer op mijn handen te klappen maar werd onderbroken door een tweede dreun, iets harder dan de eerste. Ik fronste en keek verbaasd rond. De ouders van de twee meisjes keken even bezorgd naar elkaar en toen naar mij. Ik keek even bezorgd terug en merkte dat er nog een aantal passagiers onrustig werden. Ik draaide me terug naar voren en stak mijn hand uit naar een stewardess die onderweg was naar achteren te lopen.
‘Sorry?’ riep ik en ze draaide zich naar me om. Haar mond vertrok in een glimlach, alhoewel ik ook in haar ogen een bezorgde blik ontdekte. Ze hield hem goed verborgen, net niet goed genoeg.
‘Wat kan ik voor u doen, juffrouw?’ Ze leunde met haar hand op de stoel van het kleinste meisje.
‘Nou,’ ik keek even naar het meisje dat al terug met haar zus bezig was, ‘ik vraag me af wat dat gerommel is?’
De stewardess glimlachte naar me. ‘Het is gewoon een beetje turbulentie, maakt u zich maar geen zorgen.’
Ik knikte even naar haar en liet mijn blik even naar buiten glijden. ‘Bedankt.’
Ik stak mijn oortje weer in en zette de muziek zachter zodat ik nog steeds kon horen wat er om me heen gebeurde. Ik was er niet gerust op, haar bezorgde blik maakte dat ik me nog bezorgder voelde. Achter me leken de ouders van de meisjes zich een beetje te ontspannen.
Het toestel rommelde opnieuw en ik ging een beetje dichter tegen mijn stoel aan zitten. Mijn ogen gleden naar de meisjes die nu ook fronsend om zich heen keken.
Maak je geen zorgen, sprak ik tegen mezelf, het is maar turbulentie. Niets aan de hand. De stewardessen zouden het wel zeggen moest er iets aan de hand zijn. Ik haalde diep adem om mezelf te vermannen maar dat ging moeizaam. Automatisch versnelde mijn ademhaling en voelde ik hoe het moeizamer ging. Mijn ogen dwaalden naar buiten terwijl ik mijn mp3 uittrok. Zaten mijn oren nu dicht? Of had ik mezelf doof gemaakt? Dat laatste leek me vrij onmogelijk. En toen kwamen de beelden die mijn ogen zagen in mijn hersenen terecht. Waren we nu gezakt? Of was het alleen maar mijn idee? We zaten nog steeds in de wolken maar het leek niet zo hoog meer te zijn. Ik fronste. Dit was toch niet normaal meer? Dit was geen turbulentie, helemaal niet. Ik keek rond en mijn ogen bleven plots hangen bij de jongen die me zo nors had aangekeken. Hij ademde ook moeilijker, maar leek het zich niet echt aan te trekken. Zijn ogen dwaalden rond en ik keek weer naar de kleintjes, voordat zijn ogen de mijne konden ontmoeten.
En plots kwam er een masker uit het plafond naar beneden, ze stonden voor onze neuzen stil.
‘Dames en heren.’ Een klein zuid – Amerikaans vrouwtje keek het vliegtuig rond. Het geroezemoes zwol aan en iedereen werd nóg onrustiger.
‘De druk in de cabine is tijdelijk weggevallen, plaats het masker over uw neus en mond en adem normaal.’ Adem normaal, makkelijker gezegd dan gedaan. Mijn lichaamstemperatuur steeg met de seconde en binnen de kortste keren voelde ik het zweet op mijn voorhoofd zitten.
‘Help eerst uw kinderen,’ verkondigde ze nog. Ik stond op en begon het kleine meisje te helpen. Ze keek me verbaasd aan maar protesteerde niet. Ze leek te merken dat er iets niet in orde was. Daarna begon ik het andere meisje te helpen. Ze probeerde met haar kleine handjes te helpen maar het lukte haar niet.
‘Bedankt,’ klonk het achter me en ik keek om.
‘Graag gedaan,’ mompelde ik bijna ademloos en ik deed het masker bij mezelf om. Na dat gedaan te hebben wierp ik een snelle blik naar buiten, de beelden drongen pas door toen ik rond keek. Met een abrupte beweging keek ik opnieuw naar opzij. We waren hoogte verloren! En veel maar dan daarstraks. Ik kon de golven van het blauwe water zien, heel duidelijk. Wat was er aan de hand? Waarom gingen ze een noodlanding maken? In het water dan nog?! Konden ze nu echt niet wachten tot er lánd was?!
‘Doe uw gordels om,’ beval de vrouwelijke stem en mijn ademhaling versnelde automatisch een beetje, terwijl mijn hart sneller en harder ging werken. De adrenaline stroomde door mijn aders terwijl ik de zusjes hun gordels om deed en daarna de mijne.
‘Mooi blijven zitten,’ mompelde ik tegen hen en ik probeerde mezelf een beetje onder controle te houden. Laat me dit overleven, laat me dit overleven, laat me dit overleven!
‘Wat gebeurt er?’ vroeg het kleine meisje en ze keek me angstig aan. Ik glimlachte geforceerd en wreef door haar haren.
‘Ik weet het niet precies, lieverd, maar we moeten goed luisteren naar de mevrouwen en de meneren die door die microfoons praten.’ Mijn stem verraadde dat ik zenuwachtig, bezorgd en onrustig was maar het meisje leek genoegen te nemen met mijn geruststelling. Ze keek weer voor zich en probeerde haar jongere zusje aan het lachen te krijgen. Het lukte immers niet.
‘Het geroezemoes zwol aan toen we nog meer zakten, en dit ook voelden. Ik slikte en ademde diep in. Daardoor werd ik iets rustiger maar nog niet genoeg om me te ontspannen. Ik durfde niet naar buiten te kijken maar wist ook niet wat ik anders moest doen. Ik wilde aan een stewardess vragen wat er aan de hand was maar ze liepen allemaal door de gangen heen en leken geen tijd te hebben voor vragen. Er kwam iets door de speakers dat we rustig moesten blijven en nog veel meer gezever waar ik geen tijd voor had want het kleine meisje naast me trok zenuwachtig aan mijn mouw.
‘Wat gaat er gebeuren?’ vroeg ze en ze keek me smekend aan met een veelbetekenende blik op haar jongere zusje. Ik slikte en piepte een beetje verloren. Hoe legde je dit aan zo’n klein meisje uit?
‘Ik weet het ook niet precies, meisje,’ zuchtte ik zacht en ik keek achterom. De ouders van de meisjes keken elkaar heel intiem in de ogen en hadden elk een hand op elkaars wang gelegd. Het was zo intiem dat ik wel weg moest kijken.
‘Gaan we dood?’ vroeg het meisje en die vraag kwam zo abrupt dat mijn adem stokte en ik verschrikt begon te hoesten. Natuurlijk viel dat meteen op en kam er een stewardess naar me toe. Haar hand rustte op mijn schouder.
‘Is alles wel in orde?’ vroeg ze en ze fronste. Op dit moment was dat nu wel de stomste vraag die je kon stellen: of alles goed ging. Ik grimaste en keek haar ietwat dommig aan.
‘Tuurlijk,’ mompelde ik en ik knikte even. Ze knikte terug en ging weer in haar zetel zitten. Het meisje keek me nog steeds afwachtend aan maar ik kon even niet antwoorden. En toen werd ik voor even helemaal in mijn stoel gezogen. De lucht ontsnapte verschrikt uit mijn longen en mijn keel werd zo goed als dicht gesnoerd zodat ik niet de kans kreeg om te gillen. Met grote ogen keek ik toe hoe het vliegtuig op de plek waar de jongen zat in tweeën scheurde. Ik gilde en beet meteen daarna op mijn lip. Ik voelde hoe ik heen en weer werd geslingerd en ergens met mijn hoofd tegenaan vloog maar ik vocht uit alle macht tegen het zwarte mentale water dat me neer wilde drukken. Gehaast krabbelde ik overeind en keek ik achter me. Mijn lichaam plette de twee kleine meisjes bijna. Ik piepte en ging van hen af zitten.
‘Is alles in orde?’ vroeg ik en ik schudde aan hen. Beiden knikten en jammerden en huilden. Ik slikte en drukte hen heel kort tegen me aan. Ik kon hen niet beloven dat alles zou goed komen, daar was ik niet helemaal zeker van. Achter me schreeuwde een jonge vrouw. Ze had een klein jongetje tegen haar lichaam aangedrukt en draaide haar ernstig verwonde gezicht mijn kant op.
‘Help haar!’ schreeuwde ze en ze keek me hysterisch aan. Ik slikte en strekte mijn vrije arm naar het jongetje uit. De jongen keek angstig naar zijn moeder maar die duwde hem heel nuchter naar me toe. Ik slikte en kreeg even tranen in mijn ogen.
‘Hij moet blijven leven! Mijn liefje verdient het niet…’ Haar stem stierf weg en haar ogen keken me glazig en leeg aan. Dood. De jongen krijste en stak zijn armen naar zijn moeder uit maar ik negeerde het.
‘De zwemvesten!’ riep een jongen en meteen tastten mijn handen onder de stoelen. Ik trok alle kleintjes eentje aan en daarna bij mezelf. Ik duwde de kleintjes richting de jongen en keek om me heen om te kijken of ik nog iemand kon helpen. Het gedeelte langs de andere kant was al zo goed als onder en ik zag een jongen zijn zwemvest uitgooien. Mijn hart sloeg een slag over toen hij het water in sprong. Ademloos bleef ik staan kijken in de hoop dat hij nog zou terug komen. Ik keek even weg, aarzelend of ik moest gaan helpen en keek toen terug. Zijn hoofd verscheen weer. Hij proestte het water uit zijn mond en schudde zijn hoofd waarna hij zichzelf op het droge hees en een zwemvest aandeed. De andere jongen riep woedend iets naar hem maar ik hoorde het niet. Iedereen leek verdwenen te zijn.
‘Hé, meisje, kom!’ riep de jongen die de anderen had geholpen en hij reikte zijn hand. Ik knipperde heel even verdwaasd met mijn ogen maar liet me uiteindelijk toch helpen. Op het vliegtuig keek ik even rond. Een van de twee kleine meisjes was aan het verdrinken. Ik slikte en keek gepijnigd weg. Ik had mijn best gedaan. Toen ik verder keek zag ik hém liggen.
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~

Nano: 6670/50 000
Gebruikersavatar
Nina.
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 12
Lid geworden op: 15 sep 2010 19:00

Het verhaal van Georgia

“Hallo? Pardon…”
Ik opende mijn ogen en oriënteerde me. Ik zat in het vliegtuig op weg naar Bora Bora en was wakker gemaakt door de jongen naast me. Ik keek hem ietwat verdwaasd aan.
“De stewardess vroeg of je iets wou eten… het was niet mijn bedoeling om je wakker te maken.”
Ik knikte naar de stewardess en glimlachte toen naar de jongen. “Bedankt.”
Hij knikte en boog zich toen weer over zijn tijdschrift. De stewardess keek me afwachtend aan. Ik greep mijn portemonnee en keek hoeveel los geld ik zou kunnen besteden.
“Ik zou wel graag een kaassandwich willen,” gaf ik mijn voorkeur door. De stewardess knikte, overhandigde me het broodje en nam het geld aan. Ze liep door naar de volgende rij terwijl ik mijn broodje begon te eten. Het smaakte niet echt zoals ik normaal gewend was, maar het was tenslotte ook vliegtuig eten; je kunt het verwachten. Terwijl ik een goedkoop tijdschrift pakte dat ik op het vliegveld had gekocht, begon het vliegtuig een beetje te schudden. Natuurlijk schonk ik daar geen aandacht aan, ik wist dat turbulentie wel vaker ontstond. Maar toen het toch heviger begon te schokken… ik legde mijn tijdschrift weg en voelde me een beetje misselijk worden. Ik sloot mijn ogen en hoopte dat het maar gewoon snel voorbij zou zijn. Even was het wat rustiger, voordat het erger werd en ik het gevoel had dat we aan het dalen waren. Er klonk een heldere, kalme stem door de intercom.
Ik hoorde de piloot wat omroepen, maar ik wist al dat er iets niet helemaal goed kon zijn. Ik begon op mijn duimnagel te bijten zoals ik altijd doe als ik zenuwachtig ben en deed meteen mijn gordel om. Mijn ademhaling versnelde hevig en ik had de grote behoefte om in huilen uit te barsten. Ik voelde opeens een koude hand om de mijne sluiten. Ik keek naar de jongen naast me, die met een gefronst voorhoofd me aankeek.
“Je bent erg bleek,” merkte hij op en mijn gezicht was klam. Ik slikte en hij liet mijn hand los om een bruin zakje te pakken. Hij gaf het aan mij en ik begon er in te ademen. In, uit, in uit… het kalmeerde me lichtjes. Het vliegtuig schudde nog een keer hevig en ik liet een klein gilletje om mijn lippen ontsnappen. Het zakje viel op de grond en ik deed mijn gordel nu goed vast. Ik deed een mondkapje op. Ik klemde me vast aan de leuningen en duwde me zo diep mogelijk in de stoel. Ik sloot mijn ogen en wachtte de klap af.

Ik werd wakker. Ik had last van mijn nek en mijn middel- en wijsvinger van mijn linkerhand klopten pijnlijk. Ik opende mijn ogen en keek in het rond. Ik zag verschillende dingen; lichamen, tassen en vooral veel water. We zoude toch niet goed geland kunnen zijn? Ik deed mijn riem af en stond met een kreun op. Het was niet alleen mijn nek, maar mijn hele rug was gevoelig. Ik voelde iets langs mijn mondhoek naar beneden glijden en veegde het met mijn hand er af. Toen ik naar mijn hand keek, zag ik dat het bloed was. Zonder dat ik het tegen kon houden begon ik te huilen; uit het feit dat ik niet wist waar ik was, hoe ik er weg kon komen en hoe ik het moest overleven. Ik klom over de jongen die naast me zat heen, en kon het niet laten om even een blik op hem te werpen; hij had een hoofdwond en zijn linkerbeen lag in een rare hoek. Ik kneep mijn ogen stevig dicht in de hoop dat alles zou verdwijnen, maar toen ik ze weer opende, was het nog steeds dezelfde ravage die ik zag. Ik schudde voorzichtig aan de schouder van de jongen, maar ik kreeg geen leven uit hem.
“Word wakker,” fluisterde ik. Ik wist op dat moment niet precies waarom ik zo graag wilde dat speciaal híj wakker werd. Misschien had ik het gevoel dat ik hem kende. Misschien wilde ik wel gewoon niet alleen zijn. Maar geen gehoor.
Nerveus beet ik op mijn duim, en plotseling werd alles me duidelijk; we waren neergestort en ik was in LEVENSGEVAAR. Ik raakte weer in paniek, en klom over tassen en lichamen door naar de deuropening. Er lagen zwemvesten over de grond verspreidt, en ik bedacht me dat dit wel eens zo zou kunnen zijn doordat er eerder al mensen zijn ontsnapt. Ik deed een zwemvest en sprong toen in het water. Proestend kwam ik boven water.
“HELP!” riep ik hulpeloos. De golven sloegen tegen me aan, ze waren sterk. Ik zag een strand in de verte en ik begon zo goed als kwaad te zwemmen. Het was koud en ik klappertandde. Ik probeerde naar de kant te zwemmen, maar het ging moeizaam. De golven brachten me een paar meter naar voren, door de onderstromen werd ik ook weer teruggetrokken. Maar ik bleef vechten tot het zwart werd.
xYaartje
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 251
Lid geworden op: 13 jul 2009 22:49

Verhaal van Valery
Een klap en ik wist genoeg… gegil weerklonk door de gehele ruimte heen en ik snikte zacht. Gefriemel aan mijn riem liet mij vertellen dat Milan ermee bezig was.
“Ik ga niet zonder jou!” snikte ik zacht.
“Je moet!” zei hij en keek mij dringend aan. Overal was er al paniek uitgebroken en ik voelde mijn voeten nat worden. Milan had ondertussen mijn riem los, maar ook de zijne.
“Help haar? Asjeblieft… ik ga haar vader en broer helpen.” Paniekerig keek ik van mijn buurman naar mijn vriend en weer terug, waarna ik Milan om zijn hals vloog. Even vergat ik dat we in een vliegtuig zaten, even vergat ik dat er meer mensen in paniek waren, het was nu alleen hij en ik.
“Mocht ik het niet redden, weet dat ik van je houd,” fluisterde Milan en gaf mij een zoen…
“Ik laat je niet gaan!” riep ik haast hysterisch. Ik keek toe hoe Milan smekend naar onze buurman keek. Een arm werd om mij heen gelegd en ik werd half mee getrokken en keek toe hoe Milan naar de rij achter ons liep om mijn vader en broer te helpen. Ondanks dat we al bijna gezonken waren en er overal mensen aan je vastgrepen om zichzelf te kunnen redden.
Nauwelijks hoorde ik de jongen praten die mij hielp, nauwelijks lette ik er op. Mijn gedachten bleven naar Milan gaan, elke keer weer. Ik schreeuwde, krijste, snikte en liet alles als een waas door mij heen gaan.
Het water deed mij niks meer een het enige waar ik aan kon denken was Milan, maar ook mijn vader en broer.
Ik keek toe hoe de jongen die mij had gered weer weg dook en wezenloos lag ik op mijn rug naar de maan te staren. Toen ik de jongen aan zag komen draaide ik me met een schok om en klampte me aan hem vast
“Alsjeblieft…” huilde ik en hoopte stiekem dat Milan nog leefde. “Zeg me dat…”
Het trage schudden van zijn hoofd zei me genoeg, Milan, dood…
“Nee…” fluisterde ik. “Nee…” het mocht niet, het mocht niet! Milan en ik kenden elkaar zo lang en nu ineens… alles weg, al onze dromen…
Gebruikersavatar
Muiss
Balpen
Balpen
Berichten: 154
Lid geworden op: 28 aug 2009 18:21
Locatie: Drenhte!

Sem:

Ik leef nog, was de eerste gedachte die ik kreeg na de klap. Ik was niet dood, ik moest de mensen redden. Ik mocht niet nog een keer een fout maken. Ik keek om mij heen. Overal zie ik mensen. Bewusteloos, mensen die met paniek in hun ogen rond kijken hoe het ging met hun familieleden. Ik stond op en liep direct naar de eerste persoon die ik tegen kwam.
‘Kom uit je stoel en probeer zo veel mogelijk mensen te redden.’ De man keek mij aan. Er was angst in zijn ogen te lezen.
‘Het kan mij niks schelen. Mijn vrouw, mijn kinderen ze… zijn allemaal dood. Waarom moet ik dan nog leven?’ Hij keek mij angstig aan. Ik trok hem uit de stoel en zei zo zelfverzekerd mogelijk:
‘Toen ik 19 was kwam ik te laat thuis. Mijn vader had een fatale beroerte gehad. Hij was dood toen ik hem zag. Dankzij zijn drank en rook probleem is hij nu dood. Mijn moeder gaf mij de schuld en wilde liever haar man nog leefde. En ik denk zelf dat jouw familieleden ook willen dat je alles op alles zet om zoveel mogelijk mensen te redden. Daarom ben ik vorig jaar naar Tanzania gegaan, om reisleider te zijn maar ook om mensen te redden! Kom!’ Snel liep ik naar de andere mensen. Ik wist niet hoe ik het deed, ik was zo optimistisch, zo rustig. Ik probeerde het hele vliegtuig te redden.

Opeens zag ik twee meisjes, die zusjes leken naast elkaar zitten samen met een meisje met blond haar. Ze keek naar de kinderen die ze probeerde te redden.
‘De zwemvesten!’ riep ik tegen haar. Ik zag haar tasten naar de zwemvesten onder haar stoel. Snel keek ik naar de andere personen. De helft was niet meer levend. Ik probeerde zoveel mogelijk zwemvesten over hoofden te krijgen. Ik zag ook dat het meisje met het blonde haar, waar ik de naam niet van wist klaar was met de zwemvesten.
‘Hé, meisje, kom!’ Ik gaf haar mijn hand. Ze keek snel even om zich heen. Ze mocht niet nog meer leed zien, ik wilde haar zo snel mogelijk in het water hebben. Snel trok ik haar mee. Ze liep met mij mee. Ik was bij de gebroken plek van het vliegtuig. Ik zag mensen die ontzettend hysterisch zaten te huilen. Ze waren in paniek, en je kon er niks meer mee.
Voorzichtig duwde ik één van deze personen. “Laat mij dood gaan, alsjeblieft!” huilde ze hysterisch. Ze deed niks meer, ze was alleen maar hysterisch. Op een gegeven moment keek ze voor zich uit. Ze is niet dood, maar zo in paniek dat je er niks meer mee kon doen. Er stond te veel op het spel om haar ook te redden. Ik moest doorlopen. Ik vond het zo zwaar om door te lopen, maar het moest.

Opeens riep er een jongen dat de zwemvesten naar de mensen in het water moesten gegooid worden. Ik keek naar de jongen die het riep, en stak mijn duim omhoog. cSnel keek daarna ik naar de stoelen naast mij. Ik pakte zoveel mogelijk vesten, en gooide het naar alle mensen in het waterEr waren nog personen in het vliegtuig.
Ik pakte één voor één de handen van de mensen die het vliegtuig wilden ontsnappen. “Iedereen! Blijf in de buurt van het toestel! Houd elkaar vast,” schreeuwde ik. Ik riep, en bleef roepen. Zonder ook maar te denken aan iets anders. De mensen moesten gered worden, en niet alleen de mensen, maar ook mijn schuld gevoel. Het gevoel dat ik mijn vader te weinig heb geholpen.
Toen ik op een gegeven moment wist dat er niemand in het vliegtuig meer was die te redden was, sprong ik er zelf ook in. Het werd anders te gevaarlijk. Ik voelde het water om mij heen. Met nog genoeg adem over kwam ik weer boven water. Ik zag de jongen van de zwemvesten staan.
‘Jij ook! Kom eraf! Anders is het vliegtuig helemaal verdwenen.’ Ik keek hem aan. Kom nou, dacht ik. Jij kan het redden. Opeens draaide hij zich om. Ik keek om mij heen en zag aardig wat mensen drijven. Ik hoopte zo dat de jongen het gaat redden. Opeens zag ik iets boven komen. Het was de jongen van net. Snel zwom ik naar hem toe.
Waar was je mee bezig?” Ik klopte hem op zijn rug “Voor hen was het te laat. Je had zelf dood kunnen zijn.” Hij keek mij wazig aan, en zwom weg.
Ik keek rond. ‘Hou elkaar vast! Waarschijnlijk is er land in de buurt! Houd de moed!’
Soms wou ik dat ik processen in mijn leven ook kon beëindigen met ctrl + alt + del
Gebruikersavatar
Artemiss
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 890
Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
Locatie: Ergens in de Randstad

En we zijn weer rond. Jippie!

------------------------------------------------------------------------------------

Hoe lang we op zee geweest zijn, weet ik niet. Het enige wat ik me er nog van kan herinneren was de kou. Mijn handen waren blauw en ik voelde mijn ledematen niet meer.
Het mooie meisje was in een vreemd soort shock. Ze trok zich niets van de kou aan, al trilde ze over haar hele lichaam. Ze huilde niet meer. Ze staarde wereldvreemd voor zich uit, terwijl ik mijn best deed om haar vooruit te trekken in het water.
De zwartharige jongen die, wist ik nu, Sem heette, had nu officieel de leiding op zich genomen. Hij schreeuwde alle overlevenden erbij. Ik kreeg tijdens die nacht een enorme bewondering voor hem.
Iedereen probeerde zijn eigen hachje te redden. Mensen vertrapten elkaar op zoek naar een uitgang, toen het vliegtuig net was neergestort. Ik heb het zien gebeuren. Zelfs met kleine kinderen werd geen rekening gehouden, behalve dan door hun eigen moeder.
Sem was anders. Hij dacht in de laatste plaats pas aan zichzelf, hij hielp eerst de groep.
Na een uur in het ijskoude water door te hebben gebracht, kon ik me bijna niet meer bewegen. Mijn zwemvest hield me drijvende, maar ik kon het niet meer opbrengen verder te zwemmen.
Sem wel, hij had een ongelofelijke conditie. Op het moment dat ik niet meer bewoog, kwam hij naar me toe gezwommen.
“Gaat het nog?”
Trillend schudde ik mijn hoofd.
“Kom op, nu niet opgeven! Het wordt weer een keer ochtend en bovendien is er land in de verte. Kijk vooruit!”
Met moeite tilde ik mijn kin op en tot mijn grote opluchting zag ik inderdaad een dunne donkere streep aan de horizon. Zelfs al was het ver, het gaf me hoop.
Lichtjes glimlachend keek ik naast me.
“Kijk, prinses, land!” Aangezien ze me nog steeds haar naam niet verteld had, noemde ik haar maar prinses. Zo mooi was ze wel.
Maar Prinses reageerde niet. Geschrokken draaide ik mijn gezicht naar haar toe. Ze was bewusteloos. Ik greep haar pols en voelde gespannen of het bloed nog door haar aderen stroomde.
Godzijdank! Dat deed het. Ik begreep dat ze onderkoeld begon te raken. Ik zag maar één oplossing: ze moest zoveel mogelijk het water uit.
Moeizaam sleepte ik haar op mijn rug en zwom zo verder. Het was loodzwaar, maar ik moest door. Ik had het Milan beloofd.
Ik begon om me heen te kijken. We waren met ongeveer dertig overlevenden gaan zwemmen. Ik zag er nu nog maar een paar. De anderen moesten zijn verdronken. Het idee maakte me misselijk.
Sem, Prinses en ik waren nog over, verder zwom er nog een meisje met lang, platina blond haar en Sem trok nog een bewusteloze met zich mee. Een jongen met bruin haar en een stoppelbaard. Hij zag er dermate onverzorgd uit dat ik zou denken dat hij hier al wat langer ronddobberde. Toen herkende ik hem als de jongen wiens gezicht op onweer stond, hij had achter mij in het vliegtuig gezeten. Er waren er nog meer, maar zij zwommen achter me. Toch schatte ik het aantal niet groter dan tien. Het was afschuwelijk.

Oneindig lange tijd later kwamen we eindelijk op de kust van een eiland aan. We dachten niet eens na over de vraag of het bewoond of onbewoond was.
We kwamen proestend het water uit, sleurden de bewustelozen het strand op, om onszelf vervolgens in het zand te laten zakken. Zelfs Sem kon geen pap meer zeggen. Nog nooit van mijn leven was ik zo uitgeput geweest. Ik sloot mijn ogen en dacht aan thuis.
In de verte kwam de zon op.
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...

-Herman van Veen
Gebruikersavatar
xIMISSYOU
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 923
Lid geworden op: 01 jan 2009 14:44

Voila (:

----------------------

‘Hé!’ Ik hield de donkerste jongen tegen die net wilde springen, ‘kijk!’
Hij keek in de richting van mijn hand en liep achter me aan. Ik knielde bij hem neer en controleerde hem snel. Hij had een hoofdwond, zijn arm had ene lelijke wonde en zijn voet stond verdacht dik.
‘Hij moet hier weg! We moeten hem helpen!’ riep ik en ik keek de jongen in paniek aan.
‘Natuurlijk! Dit lukt wel, kom,’ riep hij en we hieven hem voorzichtig in het water. Ik zwom achterwaarts en ondersteunde een deel van zijn lichaam met het mijne. Even ging ik helemaal onder maar het zwemvest deed zijn werk en liet me weer boven drijven.
‘Gaat het?’ pufte de jongen en hij keek me kort aan.
‘Ja,’ zei ik en ik was blij toen ik zand onder mijn voeten voelde. We legden hem op het strand en ik begon hem zwakjes te reanimeren. Het hielp weinig, het water dat in zijn longen zat spuwde hij uit. Ik schudde hem zachtjes door en gaf zachte tikjes op zijn wang.
Zijn ogen begonnen te knipperen en keken verdwaasd naar boven. Meteen sloten ze zich weer.
‘He, wakker worden!’ zei ik en ik tikte tegen zijn wang. Ik boog een beetje meer over hem heen en keek hem aan.
‘He, gaat het wel?’ vroeg ik toen hij naar mijn gezicht staarde. Zijn norse blik had weer plaats gevonden. Oké, misschien was dit een stomme vraag, maar ik wist ook niets beters.
‘Prima,’ gromde hij en even wilde ik terugdeinzen door de agressiviteit in zijn stem. Maar dat was na een paar seconden al voorbij. Hij duwde zichzelf overeind en terwijl hij dat deed schoot er een gepijnigde blik over zijn gezicht.
‘Je kunt maar beter blijven liggen!’ waarschuwde ik hem en mijn hand zweefde naar zijn lichaam om hem weer tegen het zand te drukken. Die beweging was immers te laat. En ondertussen voelde ik de hoofdpijn aan mijn slapen bonken, ik negeerde het.
‘Ik zou maar luisteren als ik jou was!’ viel de jongen me bij en ik keek hem even aan. Natuurlijk luisterde hij niet naar ons, waarom zou hij ook? We waren tenminste volkomen vreemd voor hem. Hij ging staan maar bezweek meteen als hij op zijn ene enkel leunde. Mijn armen zweefden naar voren maar hij had zijn evenwicht al snel gevonden. Hij sloot zijn ogen en leek in opperste concentratie te zijn. Ik legde mijn hand op zijn schouder en keek hem bezorgd aan.
‘Gaat het?’ vroeg ik en ik vroeg me af of ik echt niets voor hem kon doen.
‘Laat me met rust,’ siste hij en zijn tanden klapten op elkaar. De pijn stond duidelijk op zijn gezicht te lezen maar hij leek het zich niet aan te trekken. Zijn ogen gingen weer open en staarden over het water. Wat wilde ik graag weten wat hij nu dacht, nu precies zag. Ik ging staan en plaatste me voor de ene jongen, waarvan ik de naam nog steeds niet kende, niet dat het me op dit moment echt deerde. Hij keek opzij en keek langs me heen naar het meisje dat haar vriend verloren was, de jongen die haar probeerde te troosten en het andere meisje dat een beetje in zichzelf getrokken zat. Ik haalde diep adem en richtte mijn aandacht weer op de jongen. Ik zette enkele stappen naar hem toe en keek naar zijn gezicht.
‘Hoe is het met je hoofd?’ vroeg ik en ik fronste.
‘Rot op!’ beet hij en ik slikte. Moest ik naar hem luisteren? Hij greep naar zijn hoofd en stak het tussen zijn knieën. Ik durfde al niet meer te vragen of ik nog wat voor hem kon doen.
‘Rot allemaal een klere eind op!’ riep hij plots en ik snakte van schrik naar adem. Mijn voeten struikelden een beetje naar achteren en ik keek op naar de jongen die achter me stond.
‘Zo bereik je ook niets, sukkel,’ mompelde hij en ik wist zeker dat de andere jongen het niet gehoord had. Anders zou hij er ook wel wat op gezegd hebben. De jongen raakte mijn arm aan en dat zette me aan om van hem weg te stappen.
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~

Nano: 6670/50 000
Gebruikersavatar
Muiss
Balpen
Balpen
Berichten: 154
Lid geworden op: 28 aug 2009 18:21
Locatie: Drenhte!

Zoals je ziet loopt het toch al een beetje vast. Terwijl dat juist net niet de bedoeling is...
Wie is er ook al weer aan de beurt? (en dan zeg ik terwijl ik eigenlijk dacht dat ik geen tijd zou hebben).

Als niemand zich aanmeld gaan we door met het lijstje en gaat de volgende schrijven.
Ik hoor het!
Soms wou ik dat ik processen in mijn leven ook kon beëindigen met ctrl + alt + del
Gebruikersavatar
Artemiss
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 890
Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
Locatie: Ergens in de Randstad

Ehm, kijk, ik wil best nog een keer. Maar dan raken we de volgorde kwijt en ik weet dan even niet waar ik verder moet. Is Nina niet aan de beurt? Of Flubby?
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...

-Herman van Veen
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Nina was aan dse beurt maar marije heeft haar plaats ingenomen
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Artemiss
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 890
Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
Locatie: Ergens in de Randstad

Gaat hier nog wat gebeuren? Ik wil ook wel weer een begin vormen van een nieuwe volgorde.
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...

-Herman van Veen
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

ik vind het allemaal prima zolang we maar weer verder gaan xD
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Artemiss
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 890
Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
Locatie: Ergens in de Randstad

Omdat Muiss even geen tijd heeft, doe ik het even. Als iemand bezwaar heeft moet 'ie roepen.

Prinses begon langzaam een beetje op te warmen. Ik was zelf al redelijk op krachten, op de honger na, natuurlijk.
Ik boog me over haar heen en luisterde. Haar borst ging op en neer en ik hoorde haar regelmatig ademhalen. Ik zuchtte opgelucht.
Voorzichtig streek ik door haar natte haren. Ik voelde me zo onhandig. Zelfs al was ze wakker geweest, dan nog was ze onbereikbaar geweest. Verdwaald in een land van tranen. Ik had nog nooit echt van een meisje gehouden. Populair was ik altijd al wel geweest bij de dames, maar verder dan een flirt of een onenightstand was het nooit gekomen. Ik had geen idee wat deze prinses doormaakte.
Een hand op mijn schouder.
"Leeft ze nog?"
Sem kwam naast me in het zand zitten.
"Ja, ze slaapt. Ongelofelijk. Ik dacht dat ze onderkoeld was geraakt."
Sem knikte. "En hoe is het met jou?" Zijn stem klonk oprecht bezorgd, alsof we al jaren vrienden waren.
Ik verbaasde me erover dat het hem kon schelen. Hij leek me er veel te praktisch voor. Die hele weg door het water was hij er alleen maar op gefocust geweest zoveel mogelijk mensen levend het land op te krijgen. Ik had enorm veel respect voor hem, maar ik wist niet dat het hem wat mij persoonlijk betrof ook nog uitmaakte.
“Nou, ik lééf nog…” zei ik aarzelend, “maar ik weet niet voor hoelang. Ik begin honger te voelen.”
“Ja,” antwoordde Sem, heftig knikkend. “Ik weet het. We moeten iets te eten zien te vinden. Moet toch te doen zijn, op een tropisch eiland.”
Automatisch stond ik op. Als hij iets ging ondernemen, ging ik mee. Voor het eerst keek ik eens om me heen. Inderdaad, we bevonden ons op een tropisch eiland. De kust strekte zich ver uit, kilometers lang strand met palmbomen. Ik wist niet hoe ver het woud achter het land strekte. De zee leek oneindig groot. Voor het eerst bekroop de gedachte me, dat we gevangen zaten. Vast.
“We zitten als ratten in de val…” mompelde ik.
“Ik weet nog niet eens hoe je heet,” zei Sem, alsof hij me niet gehoord had.
Verbijsterd staarde ik hem aan. Alsof er niets aan de hand was, zo stelde hij die vraag.
“Noah,” antwoordde ik aarzelend en stak mijn hand uit. Hij schudde die.
“Oké, Noah. Wil je me helpen wat eten te vinden? Dan hebben we ook wat voor als onze Schone Slaapster wakker wordt. Ze moet aansterken.”
Ik knikte. Ik realiseerde me opeens waar die nonchalante houding voor nodig was. Met paniek of verdriet kom je nergens. Als je wilt overleven, moet je iets doen.
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...

-Herman van Veen
yael
Vulpen
Vulpen
Berichten: 490
Lid geworden op: 19 jun 2006 20:46
Locatie: utrecht

Ik vind dat jullie dit met ze alle geniaal in elkaar hebben gezet! Het leuke vind ik dat je jullie je eigen schrijfstyle hebben behouden en dat ook terug ziet.
Wat ik vooral mooi vind is dat de belevenis van de personages goed weer gegeven worden. En het vermengt word in het volgende stukje van de volgende personage.
Ik ben benieuwd wat er gaat gebeuren!!

Gr.
De angst aankijken maar je niet bang voelen.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

en we zijn weer op dreef..=D

Dank je Yael super leuk dat je het hebt bekeken =D ik hoop dat het je blijft boeien.. en tips helpen altijd!
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Jasper

Het leven kwam in me terug met een klap, instinctief schoot ik hoestend omhoog. Mijn hoofd begon protesterend te draaien. Iets drukte me weer naar achter, ik sloeg het van me weg, niet wetend wat het was.
Om me heen kon ik geluiden horen. Stemmen? Ik kon de woorden niet onderscheiden. Het waren allemaal vreemde geluiden voor me. Met mijn hand drukte ik op mijn bonkende hoofd. De hoofdpijn was duidelijk aanwezig. Heel voorzichtig opende ik mijn ogen weer. Het felle licht deed mijn hoofdpijn niet ten goede. Opnieuw kneep ik ze dicht. Door mijn wimpers heen begon ik langzaam figuren te herkennen. Een persoon stond over me heen gebogen.
'Hé, wakker worden.' Iets tikte vervelend tegen mijn wang. Met een grom deed ik een tweede poging om het weg te slaan. Mijn grote handen omcirkelde het ding. Een pols? Ik opende mijn ogen nog iets verder. Ja, duidelijk een pols. Van een vrouw. Met een tweede kreun liet ik het los en draaide ik me om zodat ik me met mijn handen kon opdrukken. Nu pas voelde ik de zandkorrels door mijn vingers glijden. Hoe was ik op een strand beland?
'Hé, gaat het wel?' Weer die stem. Ik keek even omhoog en daar zat ze het blonde meisje met de blauwe ogen.
'Prima,' gromde ik terug. Wat een achterlijke vraag. Met een grote krachtsinspanning drukte ik mezelf overeind zodat ik kon gaan staan. Pijn schoot door mijn arm terwijl ik er kracht op zette. Ik beet op mijn lip en negeerde de pijn verder.
'Je kunt beter blijven liggen!' Haar stem was nu bezorgd. Ik negeerde het.
'Ik zou maar luisteren als ik jou was,’ viel een mannenstem bij. Eigenwijs als ik was stond ik toch op. Had ik nu maar wel naar de andere geluisterd.
Mijn enkel bezweek zodra ik er gewicht op zette. Ik kon nog net op tijd mijn gewicht naar mijn andere been verplaatsen om niet door te zakken. De plotselinge beweging schoot door tot in mijn hoofd en gelijk werd alles weer zwart. Binnen twee seconden was ik weer waar ik begon in het zand. Met mijn ogen dichtgeknepen probeerde ik alles weer recht te krijgen. Mijn hoofd was me aan het moorden. Ik kon niets anders bedenken dan dat ik op dit moment in de war was. Wat was er gebeurd? Een hand werd op mijn schouder gelegd.
'Gaat het?' Zij weer. Waarom liet ze me niet met rust? Ik sloeg de hand van mijn schouder.
'Laat me met rust,' siste ik tussen mijn tanden door. De pijnsteken die door mijn hele lichaam schoten probeerde ik opzij te zetten. Ik opende mijn ogen weer. Ik keek recht naar de zee, naar het water dat nu kalm tegen de kust kletste. In het zand waren nog sleepsporen en voetstappen te zien. Ik zag vanuit mijn ooghoek een wrakstuk liggen. Dat was het moment dat ik me alles weer kon herinneren. Het vliegtuig, de noodlanding, al die dode mensen. Ik keek naar de zijkant. Daar stond het meisje. Achter haar stond een lange jongen die wat behoedzaam naar me keek, klaar om in te grijpen. En daar achter zaten nog drie anderen. Een meisje dat tegen een jongen lag aangedrukt en nog een meisje dat in zichzelf gekropen was.
Ze waren allemaal drijfnat, op hun gezichten stond horror geschreven. Alles was echt gebeurd. Ons vliegtuig was neergestort en wij waren een van de weinige overlevenden.
'Hoe is je hoofd?' Het meisje had blijkbaar de moed weer bij elkaar gevonden om dichter naar me toe te komen, maar ik wou niemand om me heen. Ik wou alleen zijn.
'Rot op,' spuugde ik eruit, harder dan ik bedoeld had. Ik greep naar mijn hoofd en verstopte dat tussen mijn knieën. De gezichten van al die dode mensen schoten steeds aan me voorbij. Waarom in Godsnaam was ik niet dood?
'Rot allemaal een klere eind op!' Ik hoorde iemand naar adem happen, een ander mompelde wat tegen me. Daarna hoorde ik voetstappen afstand nemen. Ik bleef zo zitten, met mijn knieën tegen mijn borst en mijn hoofd tussen mijn armen begraven. Ik wou dat deze nachtmerrie eindigde. Ik wou dat als ik zo mijn ogen open deed ik weer rustig in het vliegtuig was en dat er niets aan de hand was. Dat het jongetje naast me nog steeds irritant was, dat er een verliefd stelletje klef voor me zat. Dat alles lag nu begraven op de zeebodem.

Ik weet niet hoelang ik zo zat. De zon begon te schijnen. Het moest ondertussen ochtend zijn geworden. Heel voorzichtig, om te voorkomen dat ik weer zou neervallen, keek ik op. Mijn ogen waren half dichtgeknepen tegen het felle licht. Nog steeds bonkte mijn hoofd ervan. Ik kon nu mijn andere verwondingen ook zwaar voelen steken. Mijn zij voelde beurs en mijn enkel bonkte. Door mijn arm schoten steeds steken van pijn. Ik keek eerst voorzichtig naar mijn arm. Mijn shirt was rood, bloed. Toen zag ik de stof om mijn biceps gewikkeld. Er was wat rood doorheen gekomen, maar voor de rest hield het de wond goed dicht. Met mijn goede arm tilde ik voorzichtig mijn shirt op. Ook mijn zij was blauw. Ik moest er een flinke klap tegen hebben gehad. De blauwe plekken liepen ook over de rest van mijn lichaam, net als de schaafwonden. Daarna keek ik naar mijn enkel, die was twee keer zo dik als dat normaal. Hij was inmiddels al zwart gekleurd van de bloeduitstortingen. Ik gromde toen ik hem iets wou bewegen. Die was zeker zwaar gekneusd of misschien zelfs gebroken. Ik moest toegeven dat de verwondingen nog meevielen voor iemand die door een vliegtuig was heen geslingerd.
Mijn ogen vielen weer op de mensen die ook op het strand hadden gezeten. Ze hadden afstand van me genomen. Blijkbaar hadden ze door gehad dat ik in beweging was gekomen. Ze keken allemaal mijn kant op. Sommige argwanend, andere vragend of bezorgd. Ik bleef het liefst hier zitten, totdat we allemaal langzaam tot stof vergaan waren. Ik zuchtte en probeerde weer overeind te komen, dit keer rustig. Het lukte met licht protest van mijn hoofd en enkel om overeind te komen. Ik nam een paar seconden om een stap te zetten. Heel voorzichtig en knarsetandend van de pijn lukte het. Ik wou niet naar die andere kijken. Ik haatte het om me zwak te moeten opstellen.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Muiss
Balpen
Balpen
Berichten: 154
Lid geworden op: 28 aug 2009 18:21
Locatie: Drenhte!

Voor de anderen: Ik ben weer terug uit Malta. Terug uit het warme Malta naar het koude Nederland. Ik heb eigenlijk nu aardig wat vrije tijd. Dit betekent dat ik een stukje ga schrijven.
Even een oppepper! We moeten even door met schrijven! Het moet natuurlijk een goed verhaal worden zonder open einde! Wie is de volgende? Iemand die nog niet is geweest, dat lijkt mij wel het best, offff?



Sem

Inmiddels was ik samen met Noah het bos in gegaan. Ik zag dat Noah sterk genoeg was om mij te helpen met het zoeken van eten. We moesten eten hebben, de andere mensen waren te zwak. We moesten een ziekenhuis vinden. Ja, natuurlijk vind je dat niet op een stom bewoond eiland. Gelukkig vonden we snel een paar kokosnoten. In Afrika maakte ik daar vaak pap van. Ook zagen we een paar Mango’s. Deze hebben we ook mee genomen. Samen met Noah en Ashley heb ik de pap gemaakt.

‘Ik heb het eten klaar!’ riep ik. De groep keek mij aan. ‘Ja, ik heb eten. Dit helpt echt. De mensen in Afrika werden hier ook sterker van. Dat is op dit moment het belangrijkste wat we nu kunnen doen,’ vervolgde ik. Ik liep met de halve kokosnoot die ik als pan had gebruikt naar de groep toe.
Ik zag dat Noah, Georgia en Ashley er rustig bij zaten. Ashley sprong op, en wilde mij helpen. Ik zag dat Valery er al een stuk beter bij lag, en ook Aaron en Jasper hingen half bij de groep.
‘Oké, ik wil graag even iets zeggen. Het is vreselijk wat er gebeurd is. Ik kan het zelf nauwelijks beseffen, dat dit, deze ramp is gebeurd. Al onze familie, vrienden, of vliegtuigmedereizigers zijn overleden. En wij, wat hier zit, op dit eiland is over gebleven. Wij zijn een lot uit de loterij.’ Even keek ik de mensen aan. Dit moest duidelijk voor ze zijn. Het was allemaal vreselijk, iedereen was verdrietig, maar je moest het nu niet opgeven. We moeten elkaar helpen, en dat wilde ik nu tegen hen zeggen.
‘Ik heb nu geen idee waar we precies zijn. We zijn op een onbewoond eiland, onze mobiels doen het allemaal niet dankzij het water. We hebben elkaar, en we moeten elkaar steunen.’ Weer was ik even stil. Ik wilde dat de mensen de woorden goed onthielden.
‘Nu lijkt mij het slim dat we allemaal even een voorstel ronde doen, we weten elkaars namen niet, we weten niet wie ergens goed in is. Misschien zit er wel een kok tussen, of een verpleegster.’ Ik keek de groep aan. Ieder stuk voor stuk keek voor zich uit, of keek mij aan.
‘Ik zal bij mijzelf beginnen. Ik ben Sem, en wilde dus naar Bora Bora. Ik ben reisleider en heb een paar jaar in Afrika gewoond. Dit betekent dat ik een geboren leider ben, en weet hoe je van zo weinig mogelijk wel je levensbehoeftes kan maken. Nu geef ik graag de beurt door aan die jongen.’ Ik keek de jongen aan. Hij keek met een grom omhoog. Ik zag de vraagtekens in zijn ogen. 'Ik ben Jasper, ... ik heb ooit een jaar in het leger gezeten. Dat is afgekapt wegens..' hij hield even pauze '…omstandigheden. Maar ik kan wel de eerste basis van de EHBO, niet veel, maar wel genoeg…' Hij keek even om zich heen en voelde in zijn achterzak, en pakte iets er uit. Hij gooide het voorwerp in het midden. 'Dat is vast wel bruikbaar,' Het was een zakmes.
Om de beurt vertelden we onze namen. Opeens zagen we Valery heel langzaam omhoog krabbelen. Ze keek verbaast om zich heen. Volgens mij had ze alles wel gehoord. Ik zag haar bedroefde ogen. Ze keek nu naar mij. ‘Mijn vriend is dood. Nee, mijn…’ ik zag haar ogen rood worden. ‘… bijna man is overleden. Ik wilde met hem mee.’ Noah sloeg een arm om haar heen.
Zachtjes begon ze te snikken. ‘Maar.. zoals de leider al had gezegd, we zijn hier samen.. en ik kan aardig goed koken, dus laat mij dat maar doen,’ zei ze zacht. Ik had het echt met haar te doen. Één voor één lepelden we met onze handen in de pan met kokospap. Georgina maakte een kampvuur aan, en eindelijk, eindelijk kon ik slapen. Ik had geen energie meer, maar ik voelde mij zo goed!
Soms wou ik dat ik processen in mijn leven ook kon beëindigen met ctrl + alt + del
Gebruikersavatar
Artemiss
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 890
Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
Locatie: Ergens in de Randstad

:? Oké, even ophalen. Wie waren Ashley en Georgi(n)a ook al weer?

(En Muiss, een 'stom bewoond eiland'? XD)
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...

-Herman van Veen
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Ashley moet Kaitlin zijn xD door Imissyou

En Georgria is Nina

spreekt iemand flubby nog wel eens..?
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
yael
Vulpen
Vulpen
Berichten: 490
Lid geworden op: 19 jun 2006 20:46
Locatie: utrecht

Ik las de laatste twee stukjes die jullie gepost hebben. En mijn schoonbroertje vroeg of ik online een boek las ! positief of positief!
De angst aankijken maar je niet bang voelen.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

woooh super gaaf :P hahah wij gaan gewoon met zijn alle uitgeven joh ;)
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
xYaartje
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 251
Lid geworden op: 13 jul 2009 22:49

Het is niet lang, maar voor nu is dat niet erg, vind ik zelf :)

-----------------------
Valery

Langzaam keek ik op, had alles gehoord wat ze zeiden en merkte op dat ik het koken wel kon doen. Mijn gedachten gingen uit naar Milan, terwijl mijn redder een arm om mij heen sloeg.
“Kom, het is het beste denk ik als we wat slaap proberen te pakken,” iedereen knikte en ik keek toe hoe ze langzaam een slaapplek in orde maakte, rond het vuur. Ik glimlachte even, stond op en liep een eindje naar de zee toe.
Alles om mij heen was donker en stil. Even keek ik naar boven en zag een volle maan, maar ook de glinsterende sterren. Moest het zo zijn? Dat ik Milan kwijt zou raken? Ik wist het niet, maar hem missen deed ik met heel mijn hart. Mijn gedachten gingen naar de laatste, vrolijke herinnering van hem, mij, mijn pa en broer, in het vliegtuig, toen we nog lol aan het maken waren om het één of ander.
Het ruisen van de zee zorgde er voor dat ik rustig werd en een traan gleed over mijn wang,naar beneden, tot het op het zachte zand neerviel. Zachte voetstappen deed mij opkijken en ik zag hoe een persoon eraan kwam.
“Kun je ook niet slapen?” werd er gevraagd en ik keek het meisje aan. Wie het was, wist ik niet en knikte maar.
“Nee, ik blijf maar aan mijn vriend, broer en vader denken,” zei ik zacht en liet me neerploffen in het zand. Het meisje volgde mijn voorbeeld en even was het stil.
“Zijn ze omgekomen met het ongeluk?” vroeg ze. Ik knikte en luisterde naar de stilte om mij heen, het enige wat je nog altijd duidelijk kon horen was de zee.
“Gecondoleerd,” zei ze zacht.
“Dank je,” mompelde ik en trok mijn knieën op, om mijn handen er om heen te slaan en liet mijn hoofd op mijn knieën leunen. Een zucht ontsnapte uit mijn lippen en bleef naar de zee staren, met het meisje naast me en liet tranen de vrije loop gaan.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Nieuw stukje !

Sorry mensen als er nog wat spelfouten in zitten xD ik ben moe... en nog behoorlijk druk dus heb niet echt de rust genomen om het heeel goed uit te zoeken ;)
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Jasper

Ik sloot mijn ogen toen onze "Leider" zijn voorbereiding van het maken van een of andere legerbasis klaar had. Iedereen in de groep leek iets van zijn energie over te nemen, en langzaam kwam iedereen in beweging. Ze waren vast en zeker voedsel aan het maken, het zachte mompelen kon ik nog vaag horen. Ik had me onbewust in het zand laten zakken, wat ik graag een paar uurtjes slaap zou willen hebben. Iemand schudde me bruut heen en weer. 'Hee, wakker blijven.' Mijn ogen schoten open en pijn schoot gelijk door mijn hoofd heen. Het meisje met bruine krullen zat naast me, Georgia was haar naam geloof ik. Met een kreun drukte ik me iets overeind.
'Je hebt een hersenschudding, Je kunt niet te lang slapen,' Ik wreef even in mijn ogen.
'Hoe lang was ik weg?' Nu pas kreeg ik door dat de zon al onder was.
'Red je jezelf voor even?' Ik gaf een afwezige knik aan het meisje. Vanuit mijn ogen keek ik hoe ze naar het strand liep waar nog een schaduw te zien was. Mijn hoofd was te wazig om er echt bij stil te staan wie daar waren of wat ze daar deden. De rest van de nacht was een langzame vermoeiende nacht. Ik denk dat ik hooguit vijf uur heb geslapen, met tussen pauze dat iemand me wakker maakte. In de ochtend was het alsof we op een grafplaats waren. Het leek nu pas echt tot iedereen door te dringen wat er was gebeurd. Een rauwende stilte was in de groep gevallen en zelfs Sem degene die oneindig veel energie leek te hebben staarde nu in stilte voor zich uit. Ik zelf zat in de schaduw, mijn keel was droog van de dorst en mijn hoofd was niets beter geworden over de nacht. Denken dat pijn, kijken deed pijn, iedere beweging die ik maakte schoot mijn hersenen in. Met wazige ogen kwam ik uiteindelijk iets omhoog.
'Water, we hebben water nodig,' mompelde ik, ik had geen idee of iemand echt luisterde, ik had ook niet de energie om echt iemand toe te spreken. Blijkbaar had toch iemand me gehoord.
'hij heeft een punt, Sem wat denk jij?' Mijn ogen gingen naar de jongen die vlakbij het roodharige meisje, Valery, zat. Hij had zijn blik op onze "Leider" gericht. Sem bleef stil uiteindelijk kwam hij overeind.
'Ja, we moeten aan water zien te komen en uitzoeken of we ergens een contactpunt kunnen vinden,' Zijn spirit leek gelijk weer terug te komen. Ik sloot mijn ogen, de rest van hun plannen kreeg ik niet mee. Ik opende pas mijn ogen toen ze op het punt stonden te vertrekken. Met plastic zakken - waarschijnlijk aanspoelresten die ze op het strand hadden gevonden - in hun handen stonden Sem en Noah klaar om te gaan. Valery stond er bij, haar handen hadden zich om Noah zijn pols gevormd.
'Ik wil mee,' Haar stem trilde, ze leek bang. Ik probeerde voorzichtig overeind te komen om meer van het gesprek mee te krijgen. Mijn voet stond nog geen enkele belasting toe, hoe koppig ik hem ook bleef gebruiken.
'Valery, je kunt beter hier blijven en rusten. Je bent nog niet genoeg aangesterkt.'
Ik staarde naar de twee, terwijl ze elkaar probeerden over te halen. Zoals ze met elkaar omgingen leek het wel een stel. Uiteindelijk kwam het blonde meisje, Kaitlin, ertussen.
'Kom Valery,' ze sloeg voorzichtig haar armen om het meisje wat nog steeds wit zag. Terwijl ze het meisje wegleidde kruistte heel kort haar blik met de mijne. Ik keek als eerste weg. Sinds ik tegen haar uit was gevallen op het strand hadden we geen enkel woord gesproken, met niemand had ik nog echt gesproken eigenlijk. Ik besloot me uiteindelijk nuttig te maken, ik was nooit iemand geweest die van stil zitten hield. Ook al meed ik meestal wel het contact met mensen. Strompelend wist ik me een weg te maken aar een andere gewonden, Aaron was zijn naam, de enige jongen die naast mij nu nog in het kamp was. Ik zakte voorzichtig naast hem neer.
Hij keek me vragend aan, terwijl ik even een seconde nam om mijn draaiende hoofd weer stil te krijgen.
'Je was toch gewond?' mompelde ik uiteindelijk. Hij knikte bijna iets verlegen.
'Laat zien,' zuchtte ik. Ik wist wel dat ik kortaf was en het waarschijnlijk mijn status in de groep niet zou verbeteren maar ik was moe, misselijk en had koppijn, dat ik dit nog deed was al een hele overwinning.
Uiteindelijk kreeg ik een hand naar me uitgestoken.
Er zat een lange snee in, maar voor de rest leek er niet veel aan de hand, geen zwelling of rode huid erom heen, het stromende zeewater moest de wond goed hebben schoongemaakt.
'Kun je al je vingers gebruiken?' Aaron strekte en flexeerde zijn vingers als demonstratie. Ik knikte.
'Nog meer verwondingen?'
Aaron trok zijn broek iets op en deed zijn sok naar beneden. De enkel paars en dik, duidelijk gekneusd. Fijn, nog een manke in het team.
'Gekneusd,' mompelde ik, terwijl ik de enkel beter bekeek.
'Leg hem een paar dagen omhoog en rust, dan moet ie wel weer goed helen.'
'Dank je,' mompelde de knul zachtjes. Ik was ondertussen al weer bezig met overeind krabbelen. Misschien moest ik mijn eigen raad eens opvolgen over de behandeling van een gekneusde enkel, bedacht ik terwijl ik weg strompelde naar de schaduw. In de verte kon ik de drie meiden nog bij elkaar zien zitten. De roodharige leek nog steeds in een soort shock te zijn. Het was bijna vreemd om te zien, wanneer Noah er was leek ze aan hem vast te zitten alsof er een onzichtbare kabel tussen hen inzat maar zodra hij weg was, knapte dat touw en stortte ze gelijk weer in. Mijn respect voor de andere twee meiden was omhoog gegaan, ze hadden zich groter gehouden dan ik had verwacht. Ze hadden zelfs nog geen traan gelaten. Ik liet mijn hoofd tegen de boom leunen. Sem en Noah konden maar beter snel terug komen met water dit zouden we niet nog een dag uithouden. Geritsel in de struiken maakte ons gelijk allemaal alert. Ondanks dat de energie te laag was om echt wat te doen was onze blik wel op de plek gefocussed. Twee tellen later verschenen Sem en Noah met dichtgehouden zakken strak stonden van het water. Eindelijk konden we iets drinken. Zodra ik het water had binnengekregn liet ik me weer tegen de boom aanzakken, de zon begon al weg te zakken en er was niet veel meer wat we konden doen. Niemand van ons had de energie nog on iets van een kampvuur of voedsel te maken. Slaap dat is het enige nog waar we naar verlangden. Sem was de laatste die ons toesprak.
'Als we vanacht goed slapen, kunnen we morgen proberen te verplaatsen naar die bron,' Een paar stemden mompelend in maar de meeste waren al weggedoezeld. Ik denk dat ik zelf een uur later weggezakt ben.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
xIMISSYOU
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 923
Lid geworden op: 01 jan 2009 14:44

Een stukje erbij!
---------------------
Kaitlin

We zaten een hele tijd op het strand te wachten totdat Noah en Sem terug waren. Ik troostte Valery een beetje. Ze had het niet gemakkelijk, ze had heel wat familieleden verloren. En toen de twee jongens eindelijk terug waren, werd er besloten dat we naar de bron met het zoete water zouden trekken. Op deze manier kregen we grotere overlevingskansen en hoefden we niet de hele tijd heen en weer te sleuren met bakken met water.
‘Als we vannacht goed slapen, kunnen we morgen proberen te verplaatsen naar die bron,’ zei iemand maar ik hoorde niet helemaal meer wie. Ik was te moe en net iets te van slag om me er verder nog druk om te maken. Tegen het wrak aanleunden viel ik in slaap en sliep welgeteld een halve nacht, waarna ik wakker schrok uit een nachtmerrie en met grote open ogen over de leegte voor me staarde. Sindsdien had ik niet meer geslapen.
‘Goed, mensen, we gaan vandaag vertrekken naar het zoete water. Voor we dat doen wil ik even waarschuwen dat het een moeilijk pad is en dat je dicht bij de bomen moet lopen, want langs de andere kant bevind zich een klif en de zee. Blijf vooral dicht bij elkaar, ga niet alleen achter lopen. Help elkaar desnoods waar nodig,’ riep Sem, de leider van de groep. Hij had zichzelf van in het begin al het meest in de hand gehad. Er werd in de groep instemmend gemompeld en zelf knikte ik even. Het idee dat we langs een grote klif gingen lopen met waarschijnlijk een duizelingwekkende diepte liet de rillingen over mijn rug lopen. Langzaam liep ik achter Jasper aan en probeerde normaal adem te halen. Voor hem liepen Noah, Valery en Sem en achter ons liep Aaron met Georgia. We liepen eerst door een stukje bos maar kwamen al snel aan het moeilijkere stuk. Ik hield hoorbaar mijn adem in en probeerde niet bang te zijn. Ik had die crash overleefd, dit moest ook wel lukken. Terwijl ik op mijn voetenwerk lette zag ik in mijn ooghoeken de jongen voor me bewegen. Zijn hand nam ruw het mijne vast en hij trok me misschien iets te bruut tegen zijn lichaam aan. Dankbaar liet ik me meevoeren en liep wat minder gespannen verder totdat er achter me plots geschreeuwd werd.
‘Nee!’ gilde Georgia door het mannelijke gegil dat steeds verder van ons leek te verwijderen. Met een ruk – voor zover dat dat mogelijk was met Jaspers arm rond me – draaide ik me om en staarde eerst naar het meisje en toen naar beneden. Wat ik daar zag nam mijn adem af. De klif was hoog, ik kon niet schatten hoe hoog en stak met allemaal puntige rotsen uit. Maar dat was niet wat mijn aandacht trok, het was het wilde bewegen en onder gedompeld worden van het lichaam van een jongen. Een kille schreeuw ontsnapte over mijn lippen en onbewust drukte ik me nog een beetje dichter tegen Jasper aan.
‘Nee!’ hoorde ik hem zachtjes mompelen.
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg ik zacht aan Georgia en mijn ogen staarden haar groot van schrik aan. Het meisje slikte en schudde de tranen van haar gezicht.
‘Ik weet het niet. Eerst liep hij redelijk langs de rand en toen terug naar het bos. Ik denk… ik denk dat hij zich misstapte en op een los stukje steen trapte. Voor ik het wist viel hij.’ Haar stem klonk zacht, maar iedereen hoorde haar. Voor even bleven we stil maar toen haalde Sem adem en rechtte zijn rug.
‘We zijn een dapper persoon verloren en ik weet dat het voor ieder van ons niet leuk is, maar we moeten verder, voordat er nog meer ongelukken gebeuren,’ riep hij en hij zuchtte, ‘vaarwel Aaron.’ We mompelden allemaal zijn laatste zinnetje na en strompelden verder totdat we weer in het bos waren. Meteen liet Jasper zijn greep op mijn hand en middel los en ging van me weg lopen.
‘Dank je,’ mompelde ik in zijn richting. Ondanks dat hij niet reageerde wist ik dat hij het gehoord had.
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~

Nano: 6670/50 000
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Jasper

De volgende ochtend was iedereen vroeg op. Aan hun gezichten was te zien dat niemand echt veel nachtrust had gekregen. Sem nam zoals gewoonlijk ook vandaag weer het voortouw. Hij gaf ons een preek over het pad dat we moesten lopen. Het zou gevaarlijk worden. Langs de kliffen.
We begonnen in een rijtje het bos in te lopen. Ik liep tussen Noah en Kaitlin in. Misschien als mijn hoofd niet zo duizelig was geweest had ik het voorstel kunnen maken om touwen tussen iedereen vast te binden, terwijl we langs de klippen liepen. Maar het idee kwam op dat moment nooit in me op.
We liepen een stuk door het woud heen tot we bij het gevaarte aankwamen. Ik keek de diepte in, rotsen en wild water staarden me terug aan. Daarna richtte ik mijn ogen op het pad. Het was smal, maar als je op je passen lette moest het te doen zijn. Bij iedere stap voelde ik de ondergrond aan. Sommige stukken waren zwakker dan andere. Af en toen kon ik de rotsen al met de minste beweging laten afbrokkelen. Ik keek kort achterom. Mijn blik viel op Kaitlin die trillend over de richel liep. Haar spieren waren allemaal strak gespannen en haar voeten werden onzeker en onstabiel neergezet. Ik vernauwde mijn ogen, dat kon nooit goed gaan. Misschien wat ruig pakte ik haar hand vast en trok haar dichter naar me toe voor stabiliteit. Ze keek me dankbaar aan. Ik reageerde er niet op. Ik kon haar moeilijk te pletter laten vallen nadat ze mijn leven had gered. We liepen in een rustig tempo verder. Een brokkelend geluid liet mijn oren spitsen en mijn hoofd naar achter draaien. Met wijde ogen zag ik het gebeuren. Ik keek toe hoe Aaron weggleed. Zijn ogen en mond wijd opengesperd terwijl hij de diepte inviel. Een gil was het enige geluid wat op klonk. De klap op het water was het laaste geluid wat te horen was. Ik zag hem verdwijnen onder de golven, hij was waarschijnlijk al dood geweest zodra zijn lichaam het water raakte. Tegen mij aan kon ik Kaitlin ook horen schreeuwen. haar ogen staarden naar het water, wat speelde met zijn nieuwe slachtoffer. Ze verborg zich dichter tegen mij aan, ik kon haar lijf voelen trillen.
Het enige wat ik wist uit te brengen was een zwakke 'nee' dit was niet net gebeurd. Er was niet net iemand recht voor mijn ogen van een klif gestort. Mijn greep om Kaitlin versterkte iets van de stress.
"Wat is er gebeurd?" Kaitlin sprak op.
Georgia staarde alleen verward voor zich uit, tranen stroomden over haar gezicht. Daarna schudde ze ze weg en leek weer iets bij de wereld te komen.
"Ik weet het niet. Eerst liep hij redelijk langs de rand en toen terug naar het bos. Ik denk... ik denk dat hij zich misstapte en op een los stukje steen trapte. Voor ik het wist viel hij."
Een rauwende stilte viel over de overblijvenden. Sem was uiteindelijk degene die het woord nam.
"We zijn een dapper persoon verloren en ik weet dat het voor van ons niet leuk is, maar we moeten verder, voordat er nog meer ongelukken gebeuren." Ondanks dat de jongen zich groot leek te houden klonk zijn stem gebroken.
"Vaarwel Aaron," Waren de laatste pijnlijke woorden die we allemaal herhaalden. Nu waren we nog maar met zes, wie zou de volgende zijn? Ik pakte onbewust Kaitlin nog iets steviger vast. Pas toen we in het bos waren liet ik haar abrupt los. Ze had nu geen bescherming meer nodig. Ik vergrootte mijn passen alsof ik de afstand tussen ons wou vergroten. Dat wou ik ook. Ik kon haar niet te dichtbij laten komen, dat zou een domme actie zijn. Zwak kon ik haar nog een dank je horen mompelen.
Een leven voor een leven, dat was het enige wat het was geweest. Meer niet.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
yael
Vulpen
Vulpen
Berichten: 490
Lid geworden op: 19 jun 2006 20:46
Locatie: utrecht

Waar bllijven toch die nieuwe stukken?! Elke keer denk ik aah iemand heeft weer wat gepost. Jammer vind dit een erg intresant en goed verhaal.

Groetjes.
De angst aankijken maar je niet bang voelen.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

xYaartje zou plaatsen *-) maar ze heeft nog niets getyped..

Dus xYaartje :) als je even leest wanneer kunnen we nieuw stukje verwachten? =)

Groetjes
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

Wooooww, echt ontzettend goed!
Ik wil meer meer meeeeer! :d
Alles sluit heel goed op elkaar aan, maar misschien is het handig om boven elk stukje neer te zetten vanuit welk oogpunt het is geschreven?
Zoals ook in het begin ;)

Maarr; IK BEN FAN! :P
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Dank je :)
Dat doen we ook alleen ik zie nu dat het in het midden inderdaad niet staat, misschien dat de schrijvers van die stukjes dat even kunnen veranderen?

Groetjes :)
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Jaaa, ik ben ook fan :D Geweldig verhaal, zo goed geschreven door iedereen :app: Het is op een manier vreemd om elke keer weer vanuit een ander oogpunt het vliegtuig te zien neerstorten, net alsof het toch niet is gebeurd en het weer van voor af aan begint. Maar xYaartje, schrijf snel door!!!!
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
xYaartje
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 251
Lid geworden op: 13 jul 2009 22:49

Hoi hoi,
ik heb aan Nina gevraagd of zij even met haar personage wilt typen. Na Nina zal ik weer aan de beurt zijn, mits er iets op papier komt. Nu kan ik staren wat ik wil naar het document, maar er komt niks uitXD
But I promise, na Nina schrijf ik :D !
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

Ik wacht met smart op meer! :angel
Hopelijk komt dat nog.... ;)
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
Plaats reactie

Terug naar “Om de Beurt om Tafel”