vol op kletsen en luisteren.
en maakte je,je huiswerk al vast.
en genoot je van het leven zonder te denken aan het duisteren
gisteren eind van de dag
voelde je,je eigen niet zo goed.
en verdween die lach
en ging je naar huis met een witte snoet
vannacht sloeg het noodlot toe.
het kwade had je doorzeeft.
je was je leven nog niet moe.
maar toch won het kwade van je en vannacht heb je niet overleeft.
vandaag geen gezelligheid.
iedereen mist jou in ze leven.
waarom was jij net die ene meid?
het leven had je nog zoveel mooi’s te geven.
dit gedicht heb ik geschreven voor mijn overleden klasgenoot.
