Proloog.
Het regende, motregen biggelde treurig naar beneden op de koude, donkere aarde.
Kenneth stond daar maar, kijkend hoe de wind speelde met de blaadjes aan de bomen.
Het was zomer maar je merkte er niks van, vandaag niet, vandaag sloot het weer mooi aan bij het gevoel dat Kenneth had, verdrietig.
Zijn knieën knikte van angst, zijn hand rusten steunend op een oude boomschors die vochtig was geworden door het hondenweer.
Zijn ogen gleden over het grasveld, bezet met zerken, met ingekerfd verdriet.
Zijn ogen daalde naar de steen die aan zijn voeteinde grensde , hij was roze, vrolijk met bloemen versierd anders dan de andere graven, het was het graf van Roos zijn Roos.
Zijn handen balde zich als vuisten, zijn voet schopten, schopten, schopten tegen de grote witte eik, zijn ogen overstroomde van emoties.
Dit was het, dit was liefde, dit was zijn leven, een levenloos graf.
Zo ver weg
- Saskjezwaard
- Computer
- Berichten: 4449
- Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
- Locatie: in bed
Je proloog is veelbelovend, al zou ik je meteen de tip geven om het stukje dat je geschreven hebt, een keer na te kijken op spellingsfouten en/of het een dag te laten staan. Nu zitten er zoveel in dat het de kracht uit je proloog haalt en ik me er alleen maar aan zit te ergeren. En dat is zonde, want als ik het zo lees, kan je heel beeldend schrijven.
Het viel me trouwens op dat je je zinnen te lang maakt, korte zinnen kunnen soms een zin juist een extra zetje geven in kracht. Zoals:
En dit zijn in feite drie zinnen:
Kenneth stond daar maar, kijkend hoe de wind speelde met de blaadjes aan de bomen. Het was zomer maar je merkte er vandaag niks van. Vandaag sloot het weer mooi aan bij het gevoel dat Kenneth had, verdrietig.
Die laatste twee zinnen kunnen trouwens ook aan elkaar, ligt eraan wat je mooier vindt =)
In zo'n klein stukje heb ik ontzettend veel spellingsfouten eruit gehaald. Let daar echt op! DAt schrikt mensen af en dat wil je niet. Ik weet niet of je het al doet, maar schrijf het in word. Daaardoor krijg je al een beginnetje en zoals ik hierboven zei, laat het een dag rusten, lees het daarna nog een keer door en waarschijnlijk haal je dan de meeste fouten er zelf uit.
Maar het is een veelbelovend begin, ik kijk uit naar meer
Het viel me trouwens op dat je je zinnen te lang maakt, korte zinnen kunnen soms een zin juist een extra zetje geven in kracht. Zoals:
Het regende. Motregen (aan elkaar) biggelde treurig naar beneden...Het regende, mot regen biggelde treurig naar beneden op de koude, donkere aarde.
bij blaasjes van bomen krijg ik een heel vies idee, alsof de boom allemaal met pus gevulde blaasjes heeft *rilt* het zijn blaadjesKenneth stond daar maar, kijkend hoe de wind speelde met de blaasjes aan de bomen, het was zomer maar je merkte er niks van, vandaag niet, vandaag sloot het weer mooi aan bij het gevoel dat Kenneth had, verdrietig.

En dit zijn in feite drie zinnen:
Kenneth stond daar maar, kijkend hoe de wind speelde met de blaadjes aan de bomen. Het was zomer maar je merkte er vandaag niks van. Vandaag sloot het weer mooi aan bij het gevoel dat Kenneth had, verdrietig.
Die laatste twee zinnen kunnen trouwens ook aan elkaar, ligt eraan wat je mooier vindt =)
Knie"en is meervoud, dus knikten. Ik zou er ook een 'en' tussen angst en hij zetten. Zn hand is zijn hand (of, minder mooi z'n hand) Boomschoors=boomschors.Zijn knieen knikte van angst hij liet zn hand rusten op de enigzins natte boomschoors.
Gelden=gleden, maar deze zin snap ik niet. Gevels leg je niet op het gras, misschien bedoel je tegels?Zijn ogen gelden over het grasveld, bezet met gevels, met ingekerft verdriet.
Ogen zijn weer meervoud, dus daalden. NA bloemen een komma en roos met een hoofdletter, ik neem aan dat het een naam is? En dan wordt het: Roos, zijn Roos.Zijn ogen daalde naar de steen, hij was roze, vrolijk met bloemen anders dan de andere graven, het was het graf van roos zijn roos.
Handen zijn weer meervoud, na eik zou ik een punt zetten en een nieuwe zin beginnen.Zijn handen balde vuisten, zijn voet schopten, schopten, schopten tegen de grote witte eik zijn ogen overstroomde van emoties.
In zo'n klein stukje heb ik ontzettend veel spellingsfouten eruit gehaald. Let daar echt op! DAt schrikt mensen af en dat wil je niet. Ik weet niet of je het al doet, maar schrijf het in word. Daaardoor krijg je al een beginnetje en zoals ik hierboven zei, laat het een dag rusten, lees het daarna nog een keer door en waarschijnlijk haal je dan de meeste fouten er zelf uit.
Maar het is een veelbelovend begin, ik kijk uit naar meer

And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Hoi 15lila,
Hier is hij dan. Een nieuw verhaal van jou. Dat is al een tijdje geleden
(moet ik nodig zeggen).
Aangezien saskjezwaard al gereageerd heeft op de spelling en grammatica ga ik mij hier niet mee bezig houden. Ik denk dat je daar nu wel mee uit de voeten kan.
Ik heb je stukje doorgelezen en kon mij inleven in de hoofdpersoon. Waar ik mij op wilde richten was de zinsopbouw. De zinnen die je gebruikt geven in feite goed het gevoel van je hoofdpersoon weer, maar zoals saskjezwaard ook al zei zijn sommige zinnen iets te lang waardoor de kracht verloren gaat.
Ik ga even met quotes werken om zo duidelijk te maken wat ik bedoel
'Zijn ogen dwaalden af naar de steen die ongeveer twee meter voor zijn voeten lag. De lichtroze steen glansde van de regeldruppels en maakten het lastiger de ingekerfde tekst te lezen. Hij was anders dan alle andere stenen om hem heen. In verschillende vaasjes stonden vrolijke bloemen te wiegen op het zachte briesje dat over het vlakke landschap blies. De steen bleef zijn aandacht vasthouden. Het was niet zomaar een steen. Het was de steen van zijn Roos. De steen die een onbekende bezoeker vertelde dat Roos te jong gestorven was en lag te rusten op de plek waar hij nu stond.'
Dit stukje is misschien een beetje te lang maar geeft je wellicht een voorbeeld hoe het ook zou kunnen. Je verhaal is persoonlijk en jij moet je er goed bij voelen. Wanneer dat niet het geval is zou ik het niet aanpassen maar de zinnen wel wat korter maken om zo de kracht erin te houden.
Ik zou nog meer zinnen eruit kunnen pakken maar dit doe ik bewust niet omdat ik denk dat je wel begrijpt wat ik bedoel.
Ik wens je veel succes met je verhaal. Je hebt me nieuwsgierig gemaakt naar wat er met Roos gebeurd is dus een volgend stukje zal ik ook gaan lezen.
Hier is hij dan. Een nieuw verhaal van jou. Dat is al een tijdje geleden

Aangezien saskjezwaard al gereageerd heeft op de spelling en grammatica ga ik mij hier niet mee bezig houden. Ik denk dat je daar nu wel mee uit de voeten kan.
Ik heb je stukje doorgelezen en kon mij inleven in de hoofdpersoon. Waar ik mij op wilde richten was de zinsopbouw. De zinnen die je gebruikt geven in feite goed het gevoel van je hoofdpersoon weer, maar zoals saskjezwaard ook al zei zijn sommige zinnen iets te lang waardoor de kracht verloren gaat.
Ik ga even met quotes werken om zo duidelijk te maken wat ik bedoel
Wanneer het miezert/ motregent lijkt het me logisch dat de boomschors nat is. Deze toevoeging is dus een beetje overbodig. Wat je wel zou kunnen doen is: 'Zijn knieën knikten van de angst die hem overspoelde. Hij zocht steun tegen de eik waar hij onder stond. De schors was vochtig waardoor zijn handen snel afkoelden.'Zijn knieen knikte van angst hij liet zn hand rusten op de enigzins natte boomschoors.
Dit vind ik een mooie zin maar hij wordt snel van zijn kracht ontdaan.Zijn ogen daalde naar de steen, hij was roze, vrolijk met bloemen anders dan de andere graven, het was het graf van roos zijn roos.
'Zijn ogen dwaalden af naar de steen die ongeveer twee meter voor zijn voeten lag. De lichtroze steen glansde van de regeldruppels en maakten het lastiger de ingekerfde tekst te lezen. Hij was anders dan alle andere stenen om hem heen. In verschillende vaasjes stonden vrolijke bloemen te wiegen op het zachte briesje dat over het vlakke landschap blies. De steen bleef zijn aandacht vasthouden. Het was niet zomaar een steen. Het was de steen van zijn Roos. De steen die een onbekende bezoeker vertelde dat Roos te jong gestorven was en lag te rusten op de plek waar hij nu stond.'
Dit stukje is misschien een beetje te lang maar geeft je wellicht een voorbeeld hoe het ook zou kunnen. Je verhaal is persoonlijk en jij moet je er goed bij voelen. Wanneer dat niet het geval is zou ik het niet aanpassen maar de zinnen wel wat korter maken om zo de kracht erin te houden.
Ik zou nog meer zinnen eruit kunnen pakken maar dit doe ik bewust niet omdat ik denk dat je wel begrijpt wat ik bedoel.

Ik wens je veel succes met je verhaal. Je hebt me nieuwsgierig gemaakt naar wat er met Roos gebeurd is dus een volgend stukje zal ik ook gaan lezen.


Hoofdstuk een
`Kenneth, Kenneth stop, genade!` Roos schaterde van het lachen er verschenen kleine kuiltjes in haar bolle, rode wangen.
Haar handen schoten alle mogelijke kanten op, terwijl haar korte beentjes lustig om zich heen spartelde.
God wat hield hij eigenlijk van haar, `Genade` kermde Roos zachtjes terwijl ze zich los probeerde te trekken.
Kenneth wist alles van haar, en vooral het feit dat ze niet tegen kietelen kon!
Hij stopte met kietelen, `Als ik een kus krijg` stelde Kenneth voor terwijl hij zijn droge lippen tuiten.
Roos grijnsde en stak haar tong naar hem uit, haar lange, rode haar was losjes uit haar knot gevallen en haar ruwe, paarse badjas hing losjes over haar blanke schouder.
Kenneth tilde Roos over zijn gespierde schouder, Roos gilde en schaterde tegelijk hij sleurde haar de slaapkamer rond, hij pakte haar linker been en liet haar lichaam op het tweepersoons, krappe bed leunen.
Roos haar lippen speelde met die van Kenneth en belanden uiteindelijk op elkaar, Roos gaf Kenneth speels een duw en duwde het grote, gespierde mannen lichaam van zich af. `Hou op, je houd me van mijn werk` zei ze gemaakt boos, liep naar de deur en wierp Kenneth een kus handje toe.
Kenneth liet zijn pen vallen, hij liet zijn hand langs zijn ongeschoren gezicht gaan, zijn pupillen werden groot, hij wou niet terug denken aan goede tijden, kut psycholoog, kut plan.
Zijn ogen beefde en schrille traantjes vloeide naar beneden naar zijn mond, de zoutige smaak gleed zijn mond binnen. Dit ging niet werken, nooit niet zie je nu moest ie weer janken, een volwassen vent.
Kenneth stak een sigaret op, hij lurkte eraan, blies vervolgens de rook uit en hoesten.
`Krijg toch allemaal maar de kolere`.
`Kenneth, Kenneth stop, genade!` Roos schaterde van het lachen er verschenen kleine kuiltjes in haar bolle, rode wangen.
Haar handen schoten alle mogelijke kanten op, terwijl haar korte beentjes lustig om zich heen spartelde.
God wat hield hij eigenlijk van haar, `Genade` kermde Roos zachtjes terwijl ze zich los probeerde te trekken.
Kenneth wist alles van haar, en vooral het feit dat ze niet tegen kietelen kon!
Hij stopte met kietelen, `Als ik een kus krijg` stelde Kenneth voor terwijl hij zijn droge lippen tuiten.
Roos grijnsde en stak haar tong naar hem uit, haar lange, rode haar was losjes uit haar knot gevallen en haar ruwe, paarse badjas hing losjes over haar blanke schouder.
Kenneth tilde Roos over zijn gespierde schouder, Roos gilde en schaterde tegelijk hij sleurde haar de slaapkamer rond, hij pakte haar linker been en liet haar lichaam op het tweepersoons, krappe bed leunen.
Roos haar lippen speelde met die van Kenneth en belanden uiteindelijk op elkaar, Roos gaf Kenneth speels een duw en duwde het grote, gespierde mannen lichaam van zich af. `Hou op, je houd me van mijn werk` zei ze gemaakt boos, liep naar de deur en wierp Kenneth een kus handje toe.
Kenneth liet zijn pen vallen, hij liet zijn hand langs zijn ongeschoren gezicht gaan, zijn pupillen werden groot, hij wou niet terug denken aan goede tijden, kut psycholoog, kut plan.
Zijn ogen beefde en schrille traantjes vloeide naar beneden naar zijn mond, de zoutige smaak gleed zijn mond binnen. Dit ging niet werken, nooit niet zie je nu moest ie weer janken, een volwassen vent.
Kenneth stak een sigaret op, hij lurkte eraan, blies vervolgens de rook uit en hoesten.
`Krijg toch allemaal maar de kolere`.
Laatst gewijzigd door 15lila op 31 mar 2011 07:09, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven word aangevallen door dromen.
Hallo!
Je proloog is zeer veelbelovend en mooi geschreven. Ook je eerste hoofdstuk heeft iets heel erg leuks. Ik begrijp perfect het verdriet van Kenneth. Toch een foutje ontdekt:
Voor de rest was het zeer mooi geschreven. Arme Kenneth. Het is lastig als je iemand verliest die je zo dierbaar is. Ik voel echt waar met hem mee. Heel mooi gedaan!
Veel succes met het schrijven van je verhaal!
Je proloog is zeer veelbelovend en mooi geschreven. Ook je eerste hoofdstuk heeft iets heel erg leuks. Ik begrijp perfect het verdriet van Kenneth. Toch een foutje ontdekt:
Deze zin moet een enter krijgen, zodat het gesproken onder de gewone tekst komt te staan. Daarbij is het 'zei' in plaats van 'zij'.`Hou op, je houd me van mijn werk` zij ze gemaakt boos, liep naar de deur en wierp Kenneth een kus handje toe.
Voor de rest was het zeer mooi geschreven. Arme Kenneth. Het is lastig als je iemand verliest die je zo dierbaar is. Ik voel echt waar met hem mee. Heel mooi gedaan!
Veel succes met het schrijven van je verhaal!
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~
Nano: 6670/50 000
`Kenneth? waar zit je?` Een bezorgde stem galmde door het drie kamers appartement.
Kenneth hield zijn adem in, hij wist zeker dat het zijn zusje was, negentien jaar was ze nog maar net geworden, en Kenneth was er niet eens voor haar geweest, omdat hij sneu zat weg te rotte aan een keukentafel.
`Kenneth ik weet dat je er bent` een lang, mager lichaam verscheen in de deuropening.
`Melissa` Kreunde Kenneth zachtjes, Melissa's ogen schoten door de woonkamer het was echt een rotzooi, er lagen borden, kledingstukken, papiertjes en briefen op het stoffige laminaat.
`Kenneth` haar stem klonk bedroeft, hij kon zelfs een vleugje teleurstelling horen in haar zachte, bijna vrouwelijke stem.
Kenneth kuchte zachtjes, dit was geen vertoning tegenover zijn jongere zusje, zijn gezicht was ongeschoren, zijn haar hing klitterig over zijn vermagerde schouders en het enige wat hij aan had was een joggin broek en een wit halter shirt.
Melissa liet haar schouders zakken, ze keek roekeloos om zich heen, haar korte blonde haar zat netjes en ze had een lange, zwarte jas aan `Gaat het wel?` Melissa liep voorzichtig naar haar broer toe, ze hield afstand, net alsof hij beet.
`Ja alles is goed` Loog Kenneth en rekte zich uit, `ik ben net wakker` verzon hij er gouw bij.
Hij wou niemand met zijn verdriet lastig vallen, en zolang je zei dat het goed ging, ging het toch ook goed, toch?
Melissa knikte argwanend, en nam statig plaats op de oude, leren barkruk die tegenover die van Kenneth stond.
`We maken ons zorgen` Opperde Melissa ongemakkelijk, ze probeerde Kenneth's ogen te mijden.
Ze hadden zo een goede band gehad, toen ze een groot gezin waren met twee grote zussen erbij was Kenneth degene die haar vriend was, haar maatje, nu leek het net alsof ze vreemdelingen waren.
`Niet nodig` Kenneth lachten schaapachtig en stak een sigaret op.
`Ik dacht dat je gestopt was` Zei Melissa verbaast, ze wou zo graag schreeuwen tegen Kenneth, ze wist dat het niet ging, zonder iemand, zonder iets, als een weduwenaar.
`Dacht ik ook` Kenneth keek een beetje ongemakkelijk `Wie maken zich dan zorgen?` voegde hij er toch nog ietwat onzeker op aan.
Melissa slikte, `Mama, Papa, Charlie, Leyla` , `Kenneth kom thuis wonen` smeekte Melissa.
Kenneth zuchten, `Ik moet dit zelf doen` het klonk zeker niet overtuigend dat wist hij, maar hij kon moeilijk ook nog eens zijn ouders hiermee lastig gaan vallen, hij was toch zeker geen twaalf meer?
`Ok` zo snel dat hij het antwoord had gehoor, had Melissa haar tas gepakt en was op gestaan.
`Het is tijd om te gaan` Melissa hield een ingehouden traan vallen en verliet het appartement.
Kenneth hield zijn adem in, hij wist zeker dat het zijn zusje was, negentien jaar was ze nog maar net geworden, en Kenneth was er niet eens voor haar geweest, omdat hij sneu zat weg te rotte aan een keukentafel.
`Kenneth ik weet dat je er bent` een lang, mager lichaam verscheen in de deuropening.
`Melissa` Kreunde Kenneth zachtjes, Melissa's ogen schoten door de woonkamer het was echt een rotzooi, er lagen borden, kledingstukken, papiertjes en briefen op het stoffige laminaat.
`Kenneth` haar stem klonk bedroeft, hij kon zelfs een vleugje teleurstelling horen in haar zachte, bijna vrouwelijke stem.
Kenneth kuchte zachtjes, dit was geen vertoning tegenover zijn jongere zusje, zijn gezicht was ongeschoren, zijn haar hing klitterig over zijn vermagerde schouders en het enige wat hij aan had was een joggin broek en een wit halter shirt.
Melissa liet haar schouders zakken, ze keek roekeloos om zich heen, haar korte blonde haar zat netjes en ze had een lange, zwarte jas aan `Gaat het wel?` Melissa liep voorzichtig naar haar broer toe, ze hield afstand, net alsof hij beet.
`Ja alles is goed` Loog Kenneth en rekte zich uit, `ik ben net wakker` verzon hij er gouw bij.
Hij wou niemand met zijn verdriet lastig vallen, en zolang je zei dat het goed ging, ging het toch ook goed, toch?
Melissa knikte argwanend, en nam statig plaats op de oude, leren barkruk die tegenover die van Kenneth stond.
`We maken ons zorgen` Opperde Melissa ongemakkelijk, ze probeerde Kenneth's ogen te mijden.
Ze hadden zo een goede band gehad, toen ze een groot gezin waren met twee grote zussen erbij was Kenneth degene die haar vriend was, haar maatje, nu leek het net alsof ze vreemdelingen waren.
`Niet nodig` Kenneth lachten schaapachtig en stak een sigaret op.
`Ik dacht dat je gestopt was` Zei Melissa verbaast, ze wou zo graag schreeuwen tegen Kenneth, ze wist dat het niet ging, zonder iemand, zonder iets, als een weduwenaar.
`Dacht ik ook` Kenneth keek een beetje ongemakkelijk `Wie maken zich dan zorgen?` voegde hij er toch nog ietwat onzeker op aan.
Melissa slikte, `Mama, Papa, Charlie, Leyla` , `Kenneth kom thuis wonen` smeekte Melissa.
Kenneth zuchten, `Ik moet dit zelf doen` het klonk zeker niet overtuigend dat wist hij, maar hij kon moeilijk ook nog eens zijn ouders hiermee lastig gaan vallen, hij was toch zeker geen twaalf meer?
`Ok` zo snel dat hij het antwoord had gehoor, had Melissa haar tas gepakt en was op gestaan.
`Het is tijd om te gaan` Melissa hield een ingehouden traan vallen en verliet het appartement.
Het leven word aangevallen door dromen.