Sommige gedichten zijn ook erg vreemd. Maar ja, dat ben ik ook

----
Vrijheid
In deze kamer zonder ramen, vecht ik,
omarmd door de duisternis tegen de slaap
daar ik weet dat mijn leven hier zal eindigen
als ik toegeef aan de moede die mij omhelst.
Ik ontvlucht mijzelf en ontsnap uit deze toren
Bijna naakt zwerf ik door het donkere woud
De regen striemt reeds mijn gezicht,
de wind geselt mij als zijnde een zweep.
De koude grijpt mij vast, verdooft mijn lijf
zodat ik de pijn niet langer voel
Langzaam sijpelt het bewustzijn weg uit mijn lichaam
en ik besef dat het einde bijna gekomen is.
Met een laatste snak naar adem neem ik afscheid
En ga tenslotte mijn vrijheid tegemoet.
---------
Donkerrood op grauwe steen
Schaduwen glijden over haar gezicht
In haar ogen staat slechts haat te lezen
Gekrijs doorbreekt de grimmige stilte
De grond is bedekt met een laag bloed,
Donkerrood op grauwe steen
Hij knielt voor haar, buigt en smeekt,
en zij kijkt tevreden naar het schouwspel
ziet het bloed, hoort het gekrijs en grijnst
Haar valse lach bezegelt zijn lot.
Ze staat op van haar fluwelen troon,
en haar mond fluistert een bevel
“Dood hem” zeggen haar bloedrode lippen
Terwijl haar ogen dorsten naar zijn bloed
Nog een kreet schalt door de ruimte
Hij valt voor haar voeten neer
Zijn bloed bedekt de grond voor haar troon
Donkerrood op grauwe steen…
-------
Vrijheid (2)
De struiken beginnen weer te groeien,
bladeren komen langzaam terug.
De kleine knopjes zijn weer te vinden,
het verse gras bedekt het dal.
Langzaam komt de zon weer op,
beginnen de vogels weer te fluiten,
komen de dieren uit hun holen,
begint de aarde weer te leven,
eindelijk loopt de tijd weer verder
Ja, dit is vrijheid…
De bloemen en de planten bloeien
bijen zwermen door de lucht.
De hemel is vrij van wolken,
als een uitgestrekte blauwe weide.
Het gras kleurt langzaam goud
door de stralen van de zon.
De eerste vruchten beginnen te rijpen,
de bomen zijn weer vol en groen.
Ja, dit is vrijheid…
De bladeren beginnen te verdorren,
vallen een voor een op de grond
De vogels vliegen de warmte achterna
De dieren verzamelen nu voedsel,
de zaden en noten zijn gerijpt.
De wind begint weer hard te waaien,
takken vallen op de grond,
waar ze rotten om de grond te voeden.
De donkere wolken pakken samen
de zon verstopt zich achter de horizon
Ja, ook dit is vrijheid…
De bomen zijn nu kaal en zonder bladeren,
De sneeuw valt langzaam uit de wolken,
bedekt het land met een witte gloed…
De nachten worden langer, de dagen korter,
de koude heeft het land nu in zijn greep
een laagje ijs ligt op de heuvels,
riviertjes zijn bevroren en geen dier is meer te zien
ze zijn weggetrokken met de zon mee
of slapen in hun kleine, koude holen
de tijd lijkt haast stil te staan
Ja, dit is vrijheid…
Leven van wat het land je biedt
leven met de natuur, de jaargetijden
Tijden van schaarste en van overvloed
De vreugde als de zon weer terugkomt,
als de tijd weer begint te lopen,
de planten en bomen weer groeien,
maar ook het besef niet meer te nemen
dan wat je werkelijk nodig hebt
te laten leven wat niet hoeft te sterven,
Delen zodat ook anderen genoeg hebben,
zodat of niemand of iedereen tekort komt
Ja, dat is vrijheid, mijn kind…
-----
Mijn val
Ik val
Gegrepen door de duisternis
Vastgehouden door schaduw
Mijn ijzingwekkend geschreeuw
Verdoofd door de stilte
Niemand om me op te vangen
Niemand om me te redden
Slechts veilig als ik alleen ben
Eenzaam en alleen...
Ik vecht
Nog steeds verzet ik me
Vecht ik voor mijn vrijheid
Eindelijk ontsnap ik
Ik vlucht, terug de wereld in
Maar het licht verblindt me
De hitte verschroeit me
Te lang in duister en kou geweest
Niemand om me op te vangen
Niemand om me te redden
Slechts veilig als ik alleen ben
Eenzaam en alleen...
Te lang weg geweest
Pijn, kou en duister hebben me veranderd
Ik pas niet meer in deze wereld
Ik ben nu te anders
Eenzaam en alleen voor altijd
Niemand om me te helpen
Niemand die mij nog begrijpt
Niet langer veilig
Ik ben te anders, een bedreiging
Op de vlucht voor de anderen
De enigen die me hadden kunnen helpen
Ik moet vluchten, wegrennen voor het te laat is
Ik vlucht opnieuw, verblind
Verschroeid door de pijn
Maar ik ga door, op zoek
Naar rust, naar veiligheid
Ik val...
Opnieuw gegrepen door de duisternis
Geketend door de schaduwen
Te zwak om te vechten
Te sterk om op te geven...
Geketend in duister, blind geworden
Verwond en verschroeid
Het duister verzwakt me langzaam
De stilte klinkt als verdovende schreeuwen
Gevallen, onveilig, aangevallen
Gehaat, gevreesd door hen
Pijn, haat, angst en vrees
Verbrand, verschroeid en zwart
Zwak en gewond sta ik wankelend op
Ik probeer te vluchten
Weg uit mijn duistere gevangenis
Tot ik besef dat ik het zelf ben
Gevangen in mezelf
Nog eenmaal vecht ik, tegen mezelf ditmaal
Langzaam raak ik verzwakt
Ik bloed, maar geef niet op, tot ik verslagen ben
Langzaam stort ik in elkaar
Nog een laatste gedachte
Ik ben vrij...