Mijn eerste verhaal op deze site (yhee!)
Het is een verhaal waar ik lang gelden ooit was aan begonnen, maar nooit meer verder aan heb gewerkt. Misschien dat als jullie het goed vinden ik me toch aan het vervolg waag. We shall see.
Hier is dus de proloog (commentaar is altijd welkom ^^)
Proloog
Ik voelde een kleine duw in mijn rug en door de kracht die erachter zat was ik gedwongen een stap vooruit te zetten. Ik draaide me om naar Lilly en keek haar wanhopig aan.
“Moet ik dit echt doen,” vroeg ik, in de hoop dat ze de opdracht zou laten varen. Het meisje rolde met haar ogen, alsof ik een bang kind was, dat zich aanstelde.
“Sam, het is maar een gewoon huis. Je gelooft toch niet echt dat er spoken zijn?”
Ik wierp het huis een blik toe over mijn schouder en schudde daarna heftig met mijn hoofd. Als ik dit niet zou doen, dan zou ik de hele vakantie geplaagd worden, omdat ik dan een angsthaas zou zijn. Dit wilde ik koste wat kost vermijden. Ik vulde mijn longen met lucht in de hoop zo meer moed te krijgen, maar het hielp niets.
“Enkel naar binnen, een foto nemen van één van de kamers en daarna terugkomen,” vroeg ik voor de zekerheid, zodat ik zeker wist dat ik de opdracht juist begrepen had.
“Enkel een foto van één van de kamers op de eerste verdieping,” zei ze met een knikje en draaide me om richting het huis, waarna ze me opnieuw een duw gaf. Ik had meteen al spijt dat ik had meegedaan aan de weddenschap, want ik wist dat ik altijd verloor met dat soort spelletjes. Voorzichtig duwde ik het verroeste hek open dat hevig kraakte. Ergens deed me dit vaag aan een goedkope horrorfilm denken. Middernacht, volle maan, een oud huis en een krakende poort. In de verte was het geluid te horen van krekels die tjirpten. Mijn hand vond zich een weg in mijn broekzak en omklemde mijn gsm waarmee ik de foto zou moeten maken. Met kleine passen baande ik me een weg over het pad dat overwoekerd was met planten. Het duurde niet lang voor ik voor de deur stond. Het was nu het tweede jaar dat ik naar dit kamp kwam en tijdens het kampvuur gingen er altijd verhalen de ronde over hoe dit huis behekst zou zijn. Ik geloofde nooit echt in die onzin, maar toch werd ik nu overspoeld door angst. Mijn hand greep de deurknop vast en voor ik het ding omdraaide keek ik nogmaals naar Lilly die glimlachend stond toe te kijken. In de hoop dat de deur gewoon gesloten zou zijn draaide ik aan de deurknop. Een kleine klik was te horen en meteen stopte ik met ademen. Mijn voeten voelden aan als lood en heel mijn lichaam protesteerde om naar binnen te stappen. Ik balde mijn linkerhand die nogal slap langs mijn lichaam hing tot een vuist en duwde met de andere de deur verder open. Een piepend geluid was te horen.
Met kleine pasjes liep ik naar binnen en keek rond in de hal waar ik terechtgekomen was.
Het zag er net zo uit als ik me ingebeeld had. De buitenkant van het huis zei al genoeg. De De muren zaten vol barsten en de verf bladerde af. Grote spinnenwebben hadden zich overal gevormd en oude schilderijen, die onherkenbaar waren geworden door een dikke laag stof, hingen scheef. Ik wou er nog niet eens aan denken hoeveel ongedierte hier moest zitten. Toch klopt er iets niet, het rook er helemaal niet muf zoals je zou verwachten. In tegenstelling, het rook er eigenlijk best lekker, naar lelies. Ik herinnerde mezelf eraan waarvoor ik hier gekomen was en liep richting de trap. Trede per trede liep ik naar boven en verdeelde mijn gewicht uiterst voorzichtig. Er konden immers rotte treden tussen zitten. Wat ik nu vooral niet wou was door de trap heen zakken. Het viel me op dat bij elke trede die ik nam mijn hartslag sneller begon te slaan van de spanning en angst. Ik wist best dat hier niets kon zijn, maar toch had ik er geen goed gevoel bij. Zodra ik boven aan de trap stond keek ik naar de verschillende deuren waaruit ik kon kiezen. Ik moest gewoon een foto maken van één van de slaapkamers, dus dat betekende dat ik één van deze deuren moest binnengaan. Mijn keuze was gevallen op de eerste deur aan mijn linkerkant, omdat die het dichtste bij de trap gelegen was. Met mijn hart dat ondertussen in mijn keel klopte, opende ik de deur. Er was geen raam, dus de hele kamer was in duisternis gehuld. Het enige licht was afkomstig van het ene raam dat de hal verlichte. Vaag kon ik het bed zien en liep eropaf. Mijn hand raakte het linnen aan dat tot mijn verbazing zachter aanvoelde dan verwacht. Het was de zachtste stof die ik ooit gevoeld had. Terwijl ik langs het bed verder stapte liet ik mijn hand over de stof mee glijden. De stof voelde zo zacht aan dat het ik het langs mijn gezicht wou wrijven om de zachtheid te kunnen voelen. Terwijl ik verder liep verdween de zachte stof plots onder mijn vingers en maakte plaats voor een ruwere stof. Ik bleef stilstaan om de stof te herkennen. Ik herkende het gevoel ergens van, maar kon het niet plaatsen. Het was ruw, maar toch zacht en warm. Zodra ik doorhad wat het was trok ik mijn hand geschrokken terug. Het was helemaal geen stof! Het was huid, mensenhuid! Mijn ademhaling versnelde en mijn knieën leken het elk moment te kunnen begeven. Het eerste dat in me opkwam was dat het een lijk moest zijn, maar dat leek onwaarschijnlijk, want als een lijk hier al zo lang lag, dan was het onmogelijk dat er nog een huid op zat, want dat was het eerste dat verging. Ik slikte en nam mijn gsm uit mijn broekzak. Met mijn gsm voor me uit, die voor licht zorgde, deed ik een stap terug in de richting van het bed. Ik scheen naar de plek waar ik de huid had gevoeld en inderdaad, er lag een hand. De hand zag er tot mijn verbazing normaal uit, alsof hij elk moment kon bewegen. Ik liet het licht verder omhoog glijden en zag een arm, een schouder en daarna het silhouet van een gezicht. Voorzichtig zette ik nog enkele passen richting het gezicht en liet het licht erop schijnen. Mijn mond viel haast open zodra ik het gezicht duidelijk zag. Het was een jongen, iets ouder dan ik, maar hij was prachtig. Zijn gezicht zag er vriendelijk uit met zijn zwarte haar, dat wild alle kanten op stak en zijn ogen die gesloten waren. Alsof ik betoverd was door zijn schoonheid, strekte ik mijn hand uit en net voor mijn vingertoppen de kaakbeenderen van de jongen aanraakte, twijfelde ik even. Vragen over hoe de jongen hier terecht was gekomen kwamen niet eens in me op. Het enige waar ik aan kon denken was zijn schoonheid en de kalmte die hij uitstraalde. Ik bracht mijn hand nog wat naar voren en uiteindelijke voelde ik zijn zachte huid onder mijn vingers. Hij voelde warm aan, wat betekende dat hij nog leefde. Ik liet mijn vingertoppen verder langs zijn kaak glijden tot ik bij zijn mondhoek kwam en liet ze daar rusten.
Een plotse beweging trok mijn aandacht. Ik richtte het licht in de richting waar ik iets had zien bewegen en zag hoe enkele vingers zachtjes bewogen. Van verbazing en angst zette ik enkele stappen achteruit en viel daardoor op de grond. Mijn gsm viel uit mijn handen tijdens de val en schoof onder het bed. Ik keek verbaasd omhoog naar het bed en zag nu hoe het gezicht zich lichtjes bewoog. Overspoeld door paniek en angst wist ik overeind te klauteren en rende zo snel als ik kon de kamer uit. Ik rende de trap af rechtstreeks naar buiten. Zodra ik bij Lilly aankwam begaven mijn benen het en voelde ik hoe mijn ogen zich met tranen vulde. Lilly hurkte voor me neer en greep mij bij de schouders.
“Sam? Wat is er gebeurd? Heb je soms spoken gezien,” vroeg ze lachend. Ik veegde de tranen met de rug van mijn hand weg en keek mijn vriendin met een nog steeds geschrokken uitdrukking aan.
“E-er ligt een jongen …” wist ik uit te brengen en dit zorgde ervoor dat Lilly des te harder begon te lachen. Het kwetste me dat ze me niet leek te geloven, maar ik kon het haar niet kwalijk nemen. Wie zou er nu ook geloven dat er een jongen lag te slapen in een huis waar al jaren niemand meer was binnengegaan. Lilly stond op en trok me bij mijn arm omhoog.
“Heb je een foto kunnen nemen van die jongen van je,” vroeg ze daarna en ik was er zeker van dat ik een lichte spot hoorde in haar stem. Toen pas realiseerde ik me dat ik mijn gsm eerder had laten vallen.
“N-nee, ik heb hem laten vallen toen hij plots bewoog.”
“Ja .. zal wel. We zullen hem morgen dan wel gaan halen.” Aan de frons op haar gezicht was het duidelijk te zien dat ze geen geloof hechtte aan mij woorden. Morgen, als we terug zouden komen, moest ze me wel geloven. moest ze me wel geloven. Dan zou ze de jongen met haar eigen ogen zien. Ik wilde niet graag terug, maar ik moest wel wilde ik bewijzen dat ik gelijk had.
A new path to walk
- Artemiss
- Tipp-Ex team
- Berichten: 890
- Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
- Locatie: Ergens in de Randstad
Hallo! Tipex-Team meldt zich!
Je hebt een interessant verhaal!
Je spelling valt reuze mee, ik heb het veel erger gezien. Een paar foutjes, ook grammaticaal. Nou ja, eigenlijk vrij veel, maar allemaal kleintjes. Ik heb een voorstel.
Ik haal met plezier alle fouten eruit en doe nog andere suggesties, als je het graag hebt, maar in deze commentaar-box gaat dat een beetje lastig en langzaam. Ik doe het liever in Word.
Als ik toestemming van jou heb, om je verhaal te kopiëren en in Word te bewerken met andere kleurtjes en ik mag je e-mailadres, dan stuur ik een verbeterde versie naar je op! Idee?
Groeten, Lilian.
Je hebt een interessant verhaal!
Je spelling valt reuze mee, ik heb het veel erger gezien. Een paar foutjes, ook grammaticaal. Nou ja, eigenlijk vrij veel, maar allemaal kleintjes. Ik heb een voorstel.
Ik haal met plezier alle fouten eruit en doe nog andere suggesties, als je het graag hebt, maar in deze commentaar-box gaat dat een beetje lastig en langzaam. Ik doe het liever in Word.
Als ik toestemming van jou heb, om je verhaal te kopiëren en in Word te bewerken met andere kleurtjes en ik mag je e-mailadres, dan stuur ik een verbeterde versie naar je op! Idee?
Groeten, Lilian.
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...
-Herman van Veen
-Herman van Veen
-
- Typmachine
- Berichten: 1220
- Lid geworden op: 24 apr 2011 19:41
Hé!
Dit lijkt me wel een leuk verhaal... Ik had al eerder gekeken, maar ik heb er niet zoveel op te zeggen.
Ik ben benieuwd hoe het verder gaat!
x
Dit lijkt me wel een leuk verhaal... Ik had al eerder gekeken, maar ik heb er niet zoveel op te zeggen.

Ik ben benieuwd hoe het verder gaat!
x
Proloog
Beter: Ik herinnerde mezelf eraan waarvoor ik hier gekomen was en liep richting de trap.
trap was gelegen=trap gelegen was
beter:Lilly stond op en trok me bij mijn arm omhoog.
Wou is eigenlijk slecht Nederlands. Ik wou, maar niet wij wouen, het is geen werkwoord
Ik hoop dat je er iets aan hebt. Let wel op je zinnen dat je ze niet te lang maakt, want dat is vaak storend. Probeer afwisselend lange en korte zinnen. Het verhaal is opzicht wel leuk en ik ben benieuwd naar de rest. Let wel op je foutjes en weet je iets niet zeker controleer het dan op internet. De meest belangrijke regel: lees je werk na voor het publiceren dat voorkomt veel stomme foutjes.
Groetjes, Michael
vooruit zetten=vooruit te zettenIk voelde een kleine duw in mijn rug en door de kracht die erachter zat was ik gedwongen een stap vooruit zetten.
in de hoop dat ze de opdracht zou laten varen. Als je spreekwoorden gebruikt controleer dan of je hem juist gebruikt.“Moet ik dit echt doen,” vroeg ik, in de hoop dat ze de opdracht zou laten vallen.
te lange zin. Beter: Als ik dit niet zou doen, dan zou ik de hele vakantie geplaagd worden, omdat ik dan een angsthaas zou zijn. Dit wilde ik koste wat kost vermijden. Let weer op bij het gebruik van spreekwoorden.Als ik dit niet zou doen, dan zou ik de hele vakantie geplaagd worden omdat ik dan een angsthaas zou zijn en dat wou ik kost wat kost vermijden.
Middernacht, volle maan, een oud huis en een krakende poort. In de verte was het geluid te horen van krekels die tjirpten. tjerpende bestaat helaas niet.Middernacht, volle maan, een oud huis, krakende poort en in de verte het tjerpende geluid van krekel dat te horen was.
achter lood moet 'aan' komen.Mijn voeten voelden als lood en heel mijn lichaam protesteerde om naar binnen te stappen.
weg met de 4 achter vuist.Ik balde mijn linkerhand die nogal slap langs mijn lichaam hing tot een vuist4 en duwde met de andere de deur verder open.
Barsten zitten in de muur en verf kan niet afbrokkelen. Beter: De muren zaten vol barsten en de verf bladerde af.De muren waren bedekte met barsten en verf die afbrokkelde.
Ik liet mezelf eraan herinneren waarvoor ik gekomen was en liep richting de trap.
Beter: Ik herinnerde mezelf eraan waarvoor ik hier gekomen was en liep richting de trap.
Tree voor tree liep ik naar boven en verdeelde mijn gewicht uiterst voorzichtig. Er konden immers rotte treden tussen zitten.Trede per trede liep ik naar boven, vooral voor het geval de trap rot was.
verwijder de laatste punt.Wat ik nu vooral niet wou was door de trap heen zakken..
Mijn keuze was gevallen op de eerste deur aan mijn linkerkant, omdat die het dichtste bij de trap was gelegen.
trap was gelegen=trap gelegen was
er op af=eropafVaag kon ik het bed zien en liep er op af.
deed ik terug een stap=deed ik een stap terugMet mijn gsm voor me uit, die voor licht zorgde, deed ik terug een stap in de richting van het bed.
er op=eropVoorzichtig zette ik nog enkele passen richting het gezicht en liet het licht er op schijnen.
recht=overeind verwijder het woord terug, het voegt niets toe.Overspoeld door paniek en angst wist ik recht te klauteren en rende zo snel als ik kon de kamer terug uit.
Beter: Lilly hurkte voor me neer en greep mij bij de schouders.Lilly hurkte zich voor me neer en nam mijn schouders vast.
Lilly stond recht en trok me bij mijn arm omhoog.
beter:Lilly stond op en trok me bij mijn arm omhoog.
foto's neem je en niet trek je. foto kunnen trekken=foto kunnen nemen“Heb je een foto kunnen trekken van die jongen van je,” vroeg ze daarna en ik was er zeker van dat ik een lichte spot hoorde in haar stem.
Beter: Toen pas realiseerde ik me dat ik mijn gsm eerder had laten vallen.Toen pas realiseerde ik me dat mijn ik mijn gsm eerder had laten vallen.
Beter: Aan de frons op haar gezicht was het duidelijk te zien dat ze geen geloof hechtte aan mij woorden. Morgen, als we terug zouden komen, moest ze me wel geloven.Aan de frons op haar gezicht was het duidelijk dat ze niets van wat ik zei geloofde, maar als we morgen zouden teruggaan, moest ze me wel geloven.
Ik wilde niet graag terug, maar ik moest wel wilde ik bewijzen dat ik gelijk had. Probeer wou te vermijden en zeker niet twee keer achter elkaar hetzelfde woord, hierbij is het storend.Hoewel ik niet terug wou, toch wou ik bewijzen dat ik gelijk had.
Wou is eigenlijk slecht Nederlands. Ik wou, maar niet wij wouen, het is geen werkwoord
Ik hoop dat je er iets aan hebt. Let wel op je zinnen dat je ze niet te lang maakt, want dat is vaak storend. Probeer afwisselend lange en korte zinnen. Het verhaal is opzicht wel leuk en ik ben benieuwd naar de rest. Let wel op je foutjes en weet je iets niet zeker controleer het dan op internet. De meest belangrijke regel: lees je werk na voor het publiceren dat voorkomt veel stomme foutjes.
Groetjes, Michael
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
Enorm bedankt voor de verbetering ^^ Echt gênant dat ik zulke fouten kan maken. Ik zal zeker rekening houden met wat je zegt en enkele keren grondig nalezen voor ik het vervolg hier post.
Tnx
Tnx
~Confusion is always the most honest response~
- Artemiss
- Tipp-Ex team
- Berichten: 890
- Lid geworden op: 01 jul 2008 14:29
- Locatie: Ergens in de Randstad
Ik ga weer reageren op een reactie. Dit begint een gewoonte te worden.
Ja... Ze had er eerst 'aan' achter staan. Dit heb ik haar afgeraden. 'Mijn voeten voelden als lood' is goed Nederlands. Ik vond dat voelen zonder aan in deze zin mooier stond. Je zou die zin ook kunnen schrijven als: 'Mijn voeten voelden alsof ze van lood waren', dat is toch ietsjes anders dan wanneer ze als lood aanvoelden. Als ze als lood aanvoelden, dat zou je zeggen dat het voelt alsof ze van lood zijn wanneer je ze aanraakt.
Je zou het ook op jouw manier kunnen schrijven, en ik ben het met je eens dat jouw manier wat mooier staat. 'Trede per trede' is echter geen taalfout, maar een taalverschil. Kahla is een Belgische. Volgens mij is 'trede per trede' gewoon goed Vlaams. Dat zou je aan haar moeten vragen.
trap was gelegen=trap gelegen was
Neem me niet kwalijk, maar volgens mij maakt het helemaal niet uit en zijn beide mogelijkheden goed. In het Duits zou het, omdat het een bijzin is, wel met de persoonsvorm aan het eind gemoeten hebben/hebben gemoeten (is er weer zo een). In het Nederlands hoeft dat niet (meer?).
Nogmaals, dit heet Vlaams. 'De kamer terug uit rennen' is in België goed. Ik zou niet weten waarom we dat op deze site fout zouden moeten rekenen.
Hetzelfde verhaal. Waarschijnlijk een Vlaamse uitdrukking, hoewel ik deze niet ken.
achter lood moet 'aan' komenMijn voeten voelden als lood en heel mijn lichaam protesteerde om naar binnen te stappen.
Ja... Ze had er eerst 'aan' achter staan. Dit heb ik haar afgeraden. 'Mijn voeten voelden als lood' is goed Nederlands. Ik vond dat voelen zonder aan in deze zin mooier stond. Je zou die zin ook kunnen schrijven als: 'Mijn voeten voelden alsof ze van lood waren', dat is toch ietsjes anders dan wanneer ze als lood aanvoelden. Als ze als lood aanvoelden, dat zou je zeggen dat het voelt alsof ze van lood zijn wanneer je ze aanraakt.
Tree voor tree liep ik naar boven en verdeelde mijn gewicht uiterst voorzichtig. Er konden immers rotte treden tussen zitten.Trede per trede liep ik naar boven, vooral voor het geval de trap rot was.
Je zou het ook op jouw manier kunnen schrijven, en ik ben het met je eens dat jouw manier wat mooier staat. 'Trede per trede' is echter geen taalfout, maar een taalverschil. Kahla is een Belgische. Volgens mij is 'trede per trede' gewoon goed Vlaams. Dat zou je aan haar moeten vragen.
Mijn keuze was gevallen op de eerste deur aan mijn linkerkant, omdat die het dichtste bij de trap was gelegen.
trap was gelegen=trap gelegen was
Neem me niet kwalijk, maar volgens mij maakt het helemaal niet uit en zijn beide mogelijkheden goed. In het Duits zou het, omdat het een bijzin is, wel met de persoonsvorm aan het eind gemoeten hebben/hebben gemoeten (is er weer zo een). In het Nederlands hoeft dat niet (meer?).
recht=overeind verwijder het woord terug, het voegt niets toe.Overspoeld door paniek en angst wist ik recht te klauteren en rende zo snel als ik kon de kamer terug uit.
Nogmaals, dit heet Vlaams. 'De kamer terug uit rennen' is in België goed. Ik zou niet weten waarom we dat op deze site fout zouden moeten rekenen.
foto's neem je en niet trek je. foto kunnen trekken=foto kunnen nemen“Heb je een foto kunnen trekken van die jongen van je,” vroeg ze daarna en ik was er zeker van dat ik een lichte spot hoorde in haar stem.
Hetzelfde verhaal. Waarschijnlijk een Vlaamse uitdrukking, hoewel ik deze niet ken.
Alles draait om jou en mij en wij, we draaien overal omheen...
-Herman van Veen
-Herman van Veen
Haha ^^ Weet je wat ik laat het gewoon staan zoals het nu staat
Het belangrijkste is de inhoud, dus laten we het voorlopig daar bij houden
Toch bedankt en ik ga nog snel enkele dingen aanpassen die ik zelf mooier vind staan. ^^

Het belangrijkste is de inhoud, dus laten we het voorlopig daar bij houden

Toch bedankt en ik ga nog snel enkele dingen aanpassen die ik zelf mooier vind staan. ^^
~Confusion is always the most honest response~
Het vervolg (eerste hoofdstuk). Hopelijk staan er niet te veel spellingsfouten in (heb het echt veel nagelezen) :p
Hoofdstuk I
Hetzelfde vreselijke liedje als elke dag vulde de slaapvertrekken. Automatisch trok ik mijn laken verder over mijn hoofd in de hoop zo, het vreselijke geluid te laten verdwijnen. Ik was moe. Nee, uitgeput. De hele nacht had ik geen oog kunnen dichtdoen. Elke keer als ik net dacht in slaap te vallen doken de beelden van het huis en de jongen opnieuw op. Het leek me maar niet los te kunnen laten.
Iemand trok aan mijn deken en met tegenzin liet ik het van me af trekken.
“Kom op Sam, we hebben nog maar tien minuten voor we bij het ontbijt moeten zijn,” zei Lilly met geïrriteerde stem. Ik gooide mijn benen over de rand van mijn bed. Na vermoeid in mijn ogen gewreven te hebben bukte ik me om mijn kleren die ik vorige avond maar snel had uitgetrokken op te rapen. Normaal vouwde ik mijn kleren altijd netjes op, maar gisteren had ik gewoon de energie niet meer gehad. Lilly liep terug naar haar eigen bed, naast dat van mij en begon haar haren te vlechten. Ik was altijd al jaloers geweest op haar perfect krullende blonde lokken. Mijn eigen haren waren bruin en stijl en wat ik er ook met probeerde te doen niets werkte. Dus meestal liep ik rond met mijn haren los of in een simpele staart.
De ontbijttafels bevonden zich buiten, op het kleine groene pleintje waar we de meest activiteiten deden. Het eten stond op een aparte tafel. Ik nam een bord en schoof aan in de rij met de andere kinderen. Ik voelde Lilly haar ogen in mijn rug en draaide me om.
“Wat is er Lilly?” vroeg ik toen ze snel wegkeek zodra ze doorhad dat ik haar blik had opgemerkt.
“Wel ... ik heb je de hele nacht horen woelen en ik maak me zorgen om je,” zei ze terwijl ze mijn gezicht bestudeerde. Een kleine zucht verliet mijn lippen terwijl ik me terug omdraaide en een broodje op mijn bord legde.
“Ik moest steeds denken aan de jongen van gisteren.” Van uit mijn ooghoek zag ik Lilly met haar ogen rollen. Het was duidelijk dat ze er niets van geloofde, maar ik was ervan overtuigd dat wat ik gezien had niet een droom was geweest. Nadat we beiden ons ontbijt op ons bord hadden liggen liepen we naar een nog vrije tafel en zette ons er neer. Net toen ik een hap wou nemen van mijn broodje begon iemand van de begeleiding in zijn handen te klappen om onze aandacht te vragen. Waarschijnlijk zou het weer zo een lange uitleg zijn over wat er vandaag te doen stond. Ik draaide me op de bank, zodat ik recht naar voren kon kijken en de begeleider duidelijk kon zien en horen.
“Beste kinderen,” begon de man zijn speech “,ik heb vandaag een verrassing voor jullie.”
Ik moest toegeven dat hij mijn aandacht nu volledig had. Ik hield niet echt van verrassingen. Eigenlijk haatte ik ze, maar toch had ik het gevoel dat dit een ... aangename verrassing zou worden.
“Deze ochtend is er een nieuwe deelnemer bijgekomen. Het was heel onverwacht, maar ik hoop dat jullie hem met open armen opnemen in de groep, zoals al de rest.” Ik zocht bij de begeleiders naar een teken van de nieuweling, maar zag niets. Uit het niets steeg gemompel op en zo te zien hadden da andere jongeren iets gezien dat ik niet had opgemerkt. Ik volgde de blikken en kwam uiteindelijk uit bij een jongen die uit het leidingsgebouw kwam. Mijn mond viel haast open toen ik hem zag. Het zwarte warrige haar, de volle lippen, het knappe gezicht. Het was de jongen van gisteren. De jongen ging naast de begeleider staan en toverde een kleine verlegen glimlach op zijn gezicht. Ik moest toegeven dat ik bijna ter plekken smolt. De glimlach maakte hem enkel nog onweerstaanbaarder. Nu begonnen vooral de meisjes te fluisteren onder elkaar en hier en daar hoorde je wat gegiechel. De jongen stond iets te ver af om hem erg goed te kunnen zien en gisteren was het ook al niet duidelijk geweest door de duisternis in de kamer. Iedereen werd stil toen de jongen het woord leek te gaan nemen. “Eeuh ...,” begon hij, duidelijk niet wetend hoe hij zich moest voorstellen aan zoveel kinderen. Zijn verlegenheid was uiterst schattig. De jongen legde zijn hand nerveus in zijn nek terwijl hij zijn toespraak hervatte. “Ik ben dus Neal, en ik hoop dat jullie het niet erg vinden dat ik me nu pas bij jullie voeg.” Hij had een stem die perfect zou zijn voor reclamespotjes. Ruw, maar met een vriendelijke ondertoon.
Van het moment dat hij was begonnen met praten tot nu kon je wel een speld horen vallen tussen de jongeren. Neal zijn blik gleed over de massa en ik meende op te merken dat zijn ogen even bij mijn tafel bleef hangen. De begeleider klopte de jongen op zijn schouder en zei dat hij een plaats mocht zoeken. Nu begon iedereen terug luid te praten en waarschijnlijk waren nu alle meisjes aan het hopen dat hij bij hen aan tafel kwam zitten..Tot mijn opluchting besloot hij aan een tafel te gaan zitten met enkel jongens. Waarom was ik eigenlijk opgelucht? Omdat ik hem als eerste had gezien? Ik was niet het type dat alles voor zichzelf wou of snel jaloers was, maar toch was ik blij dat hij niet bij meisjes was gaan zitten.
“Oh My God!” hoorde ik Lilly plots naast me zeggen. Ik draaide me om naar haar en zag dat haar blik op Neal gericht was.
“Is hij niet zowat perfect? Hij is echt wel een lekker ding. Zelfs geen lekker ding, hij is gewoon een god! Sam, we gaan straks met hem praten! Ik moet hem leren kennen.” Ik besloot enkel te knikken. Tegen haar in gaan zou verloren moeite zijn. Zodra Lily haar zinnen op iets had gezet zou ze doorgaan tot ze het kreeg. En krijgen deed ze het meestal ook. Of ze deze keer aan kans zou maken wist ik niet, want ik had een vermoede dat ze niet het enige meisje zou zijn dat Neal voor haarzelf wou. Het zou onmogelijk zijn om de jongen nog maar aan te spreken. Waarschijnlijk zou hij hopen meisjes rond hem hebben hangen nog voordat het ontbijt voorbij was. De gedachte om tegen Lily te zeggen dat hij de jongen van gisteren was kwam zelf niet in me op. Ze zou toch enkel lachen.
Zodra het ontbijt gedaan was begonnen steeds meer kinderen te verdwijnen naar hun slaapzalen om zich klaar te maken voor wat de begeleider hadden voorbereid voor de dag. Ik was één van de laatste die van de tafel opstond om mijn vuile bord bij de stapel te gaan zetten. Ik had bijna geen hap door mijn keel gekregen door dat ik steeds opnieuw naar de rug van Neal had zitten staren. Hoe hard ik ook mijn best deed, steeds opnieuw leken mijn ogen naar hem toe gezogen te worden. Lilly had de hele tijd niets anders gedaan dan plannen zitten maken over hoe ze Neal zou aanspreken en hoe perfect ze wel niet samen zouden zijn. Ik zelf was eerder nieuwsgierig naar hoe de jongen gisteren in het huis was en nu plots hier stond zat. “Lilly,” zei ik terwijl we onze borden aan het wegbrengen waren “,kunnen we anders, nu we nog even tijd hebben voor we onze eerste activiteit hebben voor vandaag mijn mobiel terug gaan halen?” Het was niet omdat ik niet zonder mijn mobiel kon, maar eerder omdat ik wou weten of er nog sporen zouden zijn van Neal. Lilly leek na te denken en knikte uiteindelijk dat ze instemde met het voorstel.
“Oké, maar daarna gaan we meteen op zoek naar die Neal, want ik móét gewoon met hem spreken.” Ik glimlachte enkel en dat leek Lilly al tevreden te stellen. Zodra we zagen dat niemand op ons lette glipte we weg, naar het pad dat ons naar het oude huis zou leiden.
Het duurde niet lang of ik stond alweer voor de deur van het huis, maar deze keer met Lilly naast me. Nu het licht was zag het huis er al veel minder angstwekkend uit, maar nog even oud en vervallen. Mijn ogen waren gericht op de deurknop en mijn hart klopte in mijn keel. Waarom was ik zo bang? Misschien dat ik hoopte dat de jongen er nog zou liggen en dat het niet Neal was. Of ik hoopte dat we bewijzen zouden vinden dat ik gisteren enkel gedroomd had. Het was pas toen Lilly uit ongeduld de deur openduwde dat ik terug tot de realiteit werd geroepen.
“Wauw, dit huis is in veel beter staat dan ik verwacht had,” hoorde ik Lilly zeggen. Ik stak mijn hoofd naar binnen en dacht even dat we verkeerd moesten zijn. Er was geen teken van ouderdom meer. De vloer was proper en nergens meer tekens van spinnenwebben. Er hing zelf een geur van lotussen. Ik zette enkele stappen naar binnen en wist niet naar waar ik moest kijken. Was ik soms gek aan het worden? Misschien was gisteren toch een droom geweest. Maar vanbuiten zag het huis er nog steeds hetzelfde uit.
“Kom op Sam, we hebben niet de hele dag.”
Ik liep snel achter Lilly de trap op en ging haar voor naar de kamer van gisteren. Voor ik de deur open duwde zoog ik mijn longen vol lucht. Elke spier in mijn lichaam stond gespannen van de stress.
Met een kleine duw opende de deur zich en liep ik naar binnen, gevolgd door Lilly. Mijn blik viel meteen op het bed, waar niemand lag. Het bed was leeg en ik wist niet of ik teleurgesteld of blij was. Lilly begon de kamer rond te kijken en ik liep naar de plek waar ik mijn mobiel had laten vallen. Toen ik het ding niet zag liet ik me op mijn knieën zakken en begon onder het bed te kijken, maar geen teken van mijn mobiel.
“Heb je hem al?” hoorde ik Lilly vragen terwijl ze naar de spullen op de kleine boekenkast aan het kijken was
“Nee, ik vind hem niet,” gaf ik toe. Lilly draaide zich om en rolde met haar ogen.
“Wat, heeft die geheimzinnige jongen van jou hem soms meegenomen?” vroeg ze plagend terwijl ze terug naar de deur liep.
“Ik ga terug,zoeken naar Neal, zie jij zelf maar wat je doet. Ik heb geen zin in die gekke fantasieën van jou.” Ik keek Lilly na die de kamer uit liep en niet veel later hoorde ik de deur van het huis dichtslaan. Geweldig, dus Lilly dacht nu dat ik alles verzonnen had. Ach, wat maakte me het eigenlijk uit. Ik was er zeker van dat de jongen die ik had gezien echt was en het feit dat Neal sprekend op de jongen leek bewees dat toch? Het kon toch niet dat ik me alles ingebeeld had, want hoe verklaarde ik dan het verdwijnen van mijn mobiel. Ik liep naar het bed en legde mijn hand op de plek waar gisteren het hoofd van de jongen had gelegen. Er waren geen sporen meer van hem, zelf de lakens lagen perfect. Voorzichtig liet ik me op de bedrand zakken en streek met mijn hand over de zachte stof. Ik keek naar de deur, maar het was toch niet dat plots iemand zou komen binnenvallen. Met een kleine glimlach legde ik me op mijn zij en legde mijn hoofd op exact dezelfde plek als waar die jongen gisteren had gelegen. Ik moest nog maar lichtjes de lucht inademen of mijn neus vulde zich met de geur van de jongen. Hij rook vertrouwd, alsof zijn geur alleen al iemand gerust kon stellen. Met mijn hand gleed ik langs de zachte stof en een glimlach verscheen vanzelf op mijn gezicht. Hoewel ik hem niet kende en ik nog steeds niet zeker was dat het Neal was, toch was er iets dat me ongelofelijk nieuwsgierig, opgewonden en rustig maakte op het zelfde moment.
“Lig je daar goed?” Mijn ogen schoten open en zodra ik Neal tegen de deurpost zag leunen veerde ik van het bed, waardoor ik half mijn evenwicht verloor. Geen woord zeggende bleef ik hem aanstaren, alsof ik net betrapt was op het stelen van examen antwoorden. De jongen duwde zich af tegen de deurpost en liep naar me toe, waarna hij op een afstand halt hield. Zijn gezicht stond neutraal. Niets gaf ook maar blijk van hoe hij zich op dit moment voelde, waardoor ik me enkel nog meer ongemakkelijk en schuldig ging voelen dat ik hier was.
“H-het spijt me! I-ik was opzoek naar mijn mobiel!” wist ik er uit te krijgen, jammer genoeg iets luider dan de bedoeling was. De jongen liet zijn hand in de broekzak van zijn zwarte jeans glijden en haalde er niet veel later mijn mobiel uit.
“Deze?” vroeg hij en ik meende iets van amusement in zijn stem te kunnen herkennen. Ik knikte en Neal zette een stap naar me toe, waarna hij de mobiel in zijn hand voor me hield. Voorzichtig hief ik mijn hand op en nam de mobiel vast, waardoor per ongeluk -nu ja misschien deed ik het wel expres, gewoon omdat ik huid op huid contact wou hebben-, onze vingers elkaar raakte. Mijn ogen schoten naar de zijne en zijn blik veranderde, alsof de aanraking ervoor zorgde dat er iets veranderde in hem. De blik die eerder neutraal was geweest, uitdrukkingsloos boorde zich in mijn ogen. Hoewel de aanraking één enkele seconde duurde, toch leek het een eeuwigheid. Een rilling liep langs mijn rug. Het was iets angstaanjagend, want ik had het gevoel dat ik niet meer de enige was die mijn gedachten beheerste, alsof al mijn gedachten de zijne werden. Ik trok mijn hand snel terug en zodra de aanraking voorbij was werd zijn blik terug neutraal. Zijn mondhoek trok iets omhoog, waardoor er een scheve grijns op zijn gezicht stond dat hem nog knapper maakte en hij stak nu zijn beide handen in zijn broekzak en liet deze daar zitten. Ik moest even mijn ademhaling terug vinden voor ik mijn ogen van de zijne afwende naar mijn mobiel. “Bedankt,” fluisterde ik zacht.
Hoofdstuk I
Hetzelfde vreselijke liedje als elke dag vulde de slaapvertrekken. Automatisch trok ik mijn laken verder over mijn hoofd in de hoop zo, het vreselijke geluid te laten verdwijnen. Ik was moe. Nee, uitgeput. De hele nacht had ik geen oog kunnen dichtdoen. Elke keer als ik net dacht in slaap te vallen doken de beelden van het huis en de jongen opnieuw op. Het leek me maar niet los te kunnen laten.
Iemand trok aan mijn deken en met tegenzin liet ik het van me af trekken.
“Kom op Sam, we hebben nog maar tien minuten voor we bij het ontbijt moeten zijn,” zei Lilly met geïrriteerde stem. Ik gooide mijn benen over de rand van mijn bed. Na vermoeid in mijn ogen gewreven te hebben bukte ik me om mijn kleren die ik vorige avond maar snel had uitgetrokken op te rapen. Normaal vouwde ik mijn kleren altijd netjes op, maar gisteren had ik gewoon de energie niet meer gehad. Lilly liep terug naar haar eigen bed, naast dat van mij en begon haar haren te vlechten. Ik was altijd al jaloers geweest op haar perfect krullende blonde lokken. Mijn eigen haren waren bruin en stijl en wat ik er ook met probeerde te doen niets werkte. Dus meestal liep ik rond met mijn haren los of in een simpele staart.
De ontbijttafels bevonden zich buiten, op het kleine groene pleintje waar we de meest activiteiten deden. Het eten stond op een aparte tafel. Ik nam een bord en schoof aan in de rij met de andere kinderen. Ik voelde Lilly haar ogen in mijn rug en draaide me om.
“Wat is er Lilly?” vroeg ik toen ze snel wegkeek zodra ze doorhad dat ik haar blik had opgemerkt.
“Wel ... ik heb je de hele nacht horen woelen en ik maak me zorgen om je,” zei ze terwijl ze mijn gezicht bestudeerde. Een kleine zucht verliet mijn lippen terwijl ik me terug omdraaide en een broodje op mijn bord legde.
“Ik moest steeds denken aan de jongen van gisteren.” Van uit mijn ooghoek zag ik Lilly met haar ogen rollen. Het was duidelijk dat ze er niets van geloofde, maar ik was ervan overtuigd dat wat ik gezien had niet een droom was geweest. Nadat we beiden ons ontbijt op ons bord hadden liggen liepen we naar een nog vrije tafel en zette ons er neer. Net toen ik een hap wou nemen van mijn broodje begon iemand van de begeleiding in zijn handen te klappen om onze aandacht te vragen. Waarschijnlijk zou het weer zo een lange uitleg zijn over wat er vandaag te doen stond. Ik draaide me op de bank, zodat ik recht naar voren kon kijken en de begeleider duidelijk kon zien en horen.
“Beste kinderen,” begon de man zijn speech “,ik heb vandaag een verrassing voor jullie.”
Ik moest toegeven dat hij mijn aandacht nu volledig had. Ik hield niet echt van verrassingen. Eigenlijk haatte ik ze, maar toch had ik het gevoel dat dit een ... aangename verrassing zou worden.
“Deze ochtend is er een nieuwe deelnemer bijgekomen. Het was heel onverwacht, maar ik hoop dat jullie hem met open armen opnemen in de groep, zoals al de rest.” Ik zocht bij de begeleiders naar een teken van de nieuweling, maar zag niets. Uit het niets steeg gemompel op en zo te zien hadden da andere jongeren iets gezien dat ik niet had opgemerkt. Ik volgde de blikken en kwam uiteindelijk uit bij een jongen die uit het leidingsgebouw kwam. Mijn mond viel haast open toen ik hem zag. Het zwarte warrige haar, de volle lippen, het knappe gezicht. Het was de jongen van gisteren. De jongen ging naast de begeleider staan en toverde een kleine verlegen glimlach op zijn gezicht. Ik moest toegeven dat ik bijna ter plekken smolt. De glimlach maakte hem enkel nog onweerstaanbaarder. Nu begonnen vooral de meisjes te fluisteren onder elkaar en hier en daar hoorde je wat gegiechel. De jongen stond iets te ver af om hem erg goed te kunnen zien en gisteren was het ook al niet duidelijk geweest door de duisternis in de kamer. Iedereen werd stil toen de jongen het woord leek te gaan nemen. “Eeuh ...,” begon hij, duidelijk niet wetend hoe hij zich moest voorstellen aan zoveel kinderen. Zijn verlegenheid was uiterst schattig. De jongen legde zijn hand nerveus in zijn nek terwijl hij zijn toespraak hervatte. “Ik ben dus Neal, en ik hoop dat jullie het niet erg vinden dat ik me nu pas bij jullie voeg.” Hij had een stem die perfect zou zijn voor reclamespotjes. Ruw, maar met een vriendelijke ondertoon.
Van het moment dat hij was begonnen met praten tot nu kon je wel een speld horen vallen tussen de jongeren. Neal zijn blik gleed over de massa en ik meende op te merken dat zijn ogen even bij mijn tafel bleef hangen. De begeleider klopte de jongen op zijn schouder en zei dat hij een plaats mocht zoeken. Nu begon iedereen terug luid te praten en waarschijnlijk waren nu alle meisjes aan het hopen dat hij bij hen aan tafel kwam zitten..Tot mijn opluchting besloot hij aan een tafel te gaan zitten met enkel jongens. Waarom was ik eigenlijk opgelucht? Omdat ik hem als eerste had gezien? Ik was niet het type dat alles voor zichzelf wou of snel jaloers was, maar toch was ik blij dat hij niet bij meisjes was gaan zitten.
“Oh My God!” hoorde ik Lilly plots naast me zeggen. Ik draaide me om naar haar en zag dat haar blik op Neal gericht was.
“Is hij niet zowat perfect? Hij is echt wel een lekker ding. Zelfs geen lekker ding, hij is gewoon een god! Sam, we gaan straks met hem praten! Ik moet hem leren kennen.” Ik besloot enkel te knikken. Tegen haar in gaan zou verloren moeite zijn. Zodra Lily haar zinnen op iets had gezet zou ze doorgaan tot ze het kreeg. En krijgen deed ze het meestal ook. Of ze deze keer aan kans zou maken wist ik niet, want ik had een vermoede dat ze niet het enige meisje zou zijn dat Neal voor haarzelf wou. Het zou onmogelijk zijn om de jongen nog maar aan te spreken. Waarschijnlijk zou hij hopen meisjes rond hem hebben hangen nog voordat het ontbijt voorbij was. De gedachte om tegen Lily te zeggen dat hij de jongen van gisteren was kwam zelf niet in me op. Ze zou toch enkel lachen.
Zodra het ontbijt gedaan was begonnen steeds meer kinderen te verdwijnen naar hun slaapzalen om zich klaar te maken voor wat de begeleider hadden voorbereid voor de dag. Ik was één van de laatste die van de tafel opstond om mijn vuile bord bij de stapel te gaan zetten. Ik had bijna geen hap door mijn keel gekregen door dat ik steeds opnieuw naar de rug van Neal had zitten staren. Hoe hard ik ook mijn best deed, steeds opnieuw leken mijn ogen naar hem toe gezogen te worden. Lilly had de hele tijd niets anders gedaan dan plannen zitten maken over hoe ze Neal zou aanspreken en hoe perfect ze wel niet samen zouden zijn. Ik zelf was eerder nieuwsgierig naar hoe de jongen gisteren in het huis was en nu plots hier stond zat. “Lilly,” zei ik terwijl we onze borden aan het wegbrengen waren “,kunnen we anders, nu we nog even tijd hebben voor we onze eerste activiteit hebben voor vandaag mijn mobiel terug gaan halen?” Het was niet omdat ik niet zonder mijn mobiel kon, maar eerder omdat ik wou weten of er nog sporen zouden zijn van Neal. Lilly leek na te denken en knikte uiteindelijk dat ze instemde met het voorstel.
“Oké, maar daarna gaan we meteen op zoek naar die Neal, want ik móét gewoon met hem spreken.” Ik glimlachte enkel en dat leek Lilly al tevreden te stellen. Zodra we zagen dat niemand op ons lette glipte we weg, naar het pad dat ons naar het oude huis zou leiden.
Het duurde niet lang of ik stond alweer voor de deur van het huis, maar deze keer met Lilly naast me. Nu het licht was zag het huis er al veel minder angstwekkend uit, maar nog even oud en vervallen. Mijn ogen waren gericht op de deurknop en mijn hart klopte in mijn keel. Waarom was ik zo bang? Misschien dat ik hoopte dat de jongen er nog zou liggen en dat het niet Neal was. Of ik hoopte dat we bewijzen zouden vinden dat ik gisteren enkel gedroomd had. Het was pas toen Lilly uit ongeduld de deur openduwde dat ik terug tot de realiteit werd geroepen.
“Wauw, dit huis is in veel beter staat dan ik verwacht had,” hoorde ik Lilly zeggen. Ik stak mijn hoofd naar binnen en dacht even dat we verkeerd moesten zijn. Er was geen teken van ouderdom meer. De vloer was proper en nergens meer tekens van spinnenwebben. Er hing zelf een geur van lotussen. Ik zette enkele stappen naar binnen en wist niet naar waar ik moest kijken. Was ik soms gek aan het worden? Misschien was gisteren toch een droom geweest. Maar vanbuiten zag het huis er nog steeds hetzelfde uit.
“Kom op Sam, we hebben niet de hele dag.”
Ik liep snel achter Lilly de trap op en ging haar voor naar de kamer van gisteren. Voor ik de deur open duwde zoog ik mijn longen vol lucht. Elke spier in mijn lichaam stond gespannen van de stress.
Met een kleine duw opende de deur zich en liep ik naar binnen, gevolgd door Lilly. Mijn blik viel meteen op het bed, waar niemand lag. Het bed was leeg en ik wist niet of ik teleurgesteld of blij was. Lilly begon de kamer rond te kijken en ik liep naar de plek waar ik mijn mobiel had laten vallen. Toen ik het ding niet zag liet ik me op mijn knieën zakken en begon onder het bed te kijken, maar geen teken van mijn mobiel.
“Heb je hem al?” hoorde ik Lilly vragen terwijl ze naar de spullen op de kleine boekenkast aan het kijken was
“Nee, ik vind hem niet,” gaf ik toe. Lilly draaide zich om en rolde met haar ogen.
“Wat, heeft die geheimzinnige jongen van jou hem soms meegenomen?” vroeg ze plagend terwijl ze terug naar de deur liep.
“Ik ga terug,zoeken naar Neal, zie jij zelf maar wat je doet. Ik heb geen zin in die gekke fantasieën van jou.” Ik keek Lilly na die de kamer uit liep en niet veel later hoorde ik de deur van het huis dichtslaan. Geweldig, dus Lilly dacht nu dat ik alles verzonnen had. Ach, wat maakte me het eigenlijk uit. Ik was er zeker van dat de jongen die ik had gezien echt was en het feit dat Neal sprekend op de jongen leek bewees dat toch? Het kon toch niet dat ik me alles ingebeeld had, want hoe verklaarde ik dan het verdwijnen van mijn mobiel. Ik liep naar het bed en legde mijn hand op de plek waar gisteren het hoofd van de jongen had gelegen. Er waren geen sporen meer van hem, zelf de lakens lagen perfect. Voorzichtig liet ik me op de bedrand zakken en streek met mijn hand over de zachte stof. Ik keek naar de deur, maar het was toch niet dat plots iemand zou komen binnenvallen. Met een kleine glimlach legde ik me op mijn zij en legde mijn hoofd op exact dezelfde plek als waar die jongen gisteren had gelegen. Ik moest nog maar lichtjes de lucht inademen of mijn neus vulde zich met de geur van de jongen. Hij rook vertrouwd, alsof zijn geur alleen al iemand gerust kon stellen. Met mijn hand gleed ik langs de zachte stof en een glimlach verscheen vanzelf op mijn gezicht. Hoewel ik hem niet kende en ik nog steeds niet zeker was dat het Neal was, toch was er iets dat me ongelofelijk nieuwsgierig, opgewonden en rustig maakte op het zelfde moment.
“Lig je daar goed?” Mijn ogen schoten open en zodra ik Neal tegen de deurpost zag leunen veerde ik van het bed, waardoor ik half mijn evenwicht verloor. Geen woord zeggende bleef ik hem aanstaren, alsof ik net betrapt was op het stelen van examen antwoorden. De jongen duwde zich af tegen de deurpost en liep naar me toe, waarna hij op een afstand halt hield. Zijn gezicht stond neutraal. Niets gaf ook maar blijk van hoe hij zich op dit moment voelde, waardoor ik me enkel nog meer ongemakkelijk en schuldig ging voelen dat ik hier was.
“H-het spijt me! I-ik was opzoek naar mijn mobiel!” wist ik er uit te krijgen, jammer genoeg iets luider dan de bedoeling was. De jongen liet zijn hand in de broekzak van zijn zwarte jeans glijden en haalde er niet veel later mijn mobiel uit.
“Deze?” vroeg hij en ik meende iets van amusement in zijn stem te kunnen herkennen. Ik knikte en Neal zette een stap naar me toe, waarna hij de mobiel in zijn hand voor me hield. Voorzichtig hief ik mijn hand op en nam de mobiel vast, waardoor per ongeluk -nu ja misschien deed ik het wel expres, gewoon omdat ik huid op huid contact wou hebben-, onze vingers elkaar raakte. Mijn ogen schoten naar de zijne en zijn blik veranderde, alsof de aanraking ervoor zorgde dat er iets veranderde in hem. De blik die eerder neutraal was geweest, uitdrukkingsloos boorde zich in mijn ogen. Hoewel de aanraking één enkele seconde duurde, toch leek het een eeuwigheid. Een rilling liep langs mijn rug. Het was iets angstaanjagend, want ik had het gevoel dat ik niet meer de enige was die mijn gedachten beheerste, alsof al mijn gedachten de zijne werden. Ik trok mijn hand snel terug en zodra de aanraking voorbij was werd zijn blik terug neutraal. Zijn mondhoek trok iets omhoog, waardoor er een scheve grijns op zijn gezicht stond dat hem nog knapper maakte en hij stak nu zijn beide handen in zijn broekzak en liet deze daar zitten. Ik moest even mijn ademhaling terug vinden voor ik mijn ogen van de zijne afwende naar mijn mobiel. “Bedankt,” fluisterde ik zacht.
Laatst gewijzigd door Kahla op 15 aug 2011 16:42, 1 keer totaal gewijzigd.
~Confusion is always the most honest response~
Hey!
Je hebt een leuke, lekkere leesstijl. Je houdt het lekker mysterieus en de verandering van dat oude huis is echt goed bedacht! Je maakt me erg nieuwsgierig.
Wel heb ik een paar kleine foutjes opgemerkt.

)


Ik hoop dat je er iets aan hebt. Schrijf snel verder want ik ben er benieuwd hoe het verder gaat
Groetjes Maaike
Je hebt een leuke, lekkere leesstijl. Je houdt het lekker mysterieus en de verandering van dat oude huis is echt goed bedacht! Je maakt me erg nieuwsgierig.
Wel heb ik een paar kleine foutjes opgemerkt.
Ik denk dat je hier begonnen bedoelt in plaats van beginnen.Kahla schreef:Van het moment dat hij was beginnen
Achter zelf moet nog een SKahla schreef: Zelf geen lekker ding, hij is gewoon een god!

Ik zou "vanaf het ontbijt voorbij was" veranderen in iets als " voordat het ontbijt voorbij was"Kahla schreef:hem hebben hangen vanaf het ontbijt voorbij was.
Een extra E bij enKahla schreef:Ik was en van de laatste die van de tafel
Zelf zou ik van moet, móét maken voor extra nadruk dat het hoe dan ook zal moeten gebeuren, dat Lily met de jongen gaat pratenKahla schreef: want ik moet gewoon met hem spreken.”

Lijden hoort hier met een korte EI, leiden. Wanneer je het met een lange IJ schrijft heb je het over pIJN lijden. (Dat is ook het ezelsbruggetje om het uit elkaar te houden, lange ij heeft te maken met pijnKahla schreef:naar het pad dat ons naar het oude huis zou lijden.

Terug is in deze zin een beetje overbodig, je kunt het weglatenKahla schreef:De muren waren beige en schilderijen hingen terug recht aan de muur.

Ik denk dat je hier kijken in plaats van zien bedoeltKahla schreef:begon onder het bed te zien,
Een extra G bij zegende (zeggende)Kahla schreef:Geen woord zegende bleef ik hem aanstaren,

Ik hoop dat je er iets aan hebt. Schrijf snel verder want ik ben er benieuwd hoe het verder gaat

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...