[Deel 1]
Het was nacht. Nathan kwam thuis na een training met Sam. Sam was de sterkste persoon die Nathan ooit had gekend.
Maar dit was tot die ene ontmoeting.
Sam had Nathan vanavond weer vechttechnieken bijgeleerd. Hier waren ze de laatste paar maanden steeds mee bezig geweest.
Nathan was nog maar zestien, dus waar hij precies mee bezig was begreep hij niet helemaal, of beter gezegd: waarvoor. Een oorlog? Maar toch voelde hij de gespannen sfeer, merkte soms duistere krachten op en wilde hij leren vechten voor wanneer het kwaad roept, al houdt hij er eigenlijk niet zo van. Vaak vroeg hij aan Sam waarom’ iedereen niet gewoon aardig kon zijn tegen elkaar’, maar Sam kon die vraag ook niet beantwoorden. Ook hij vocht liever niet, maar wat hadden ze anders voor optie?
Sam was desondanks erg sterk: hij trainde veel. Met zijn vrienden en alleen. Hij was dan ook gespierd en lang in tegenstelling tot Nathan. Verder had Sam donkerbruin, warrig haar met blauwe ogen. Nathan was een beetje klein voor zijn leeftijd en je zou niet per definitie kunnen zeggen dat hij er sterk uitzag.
Nathan praatte vaak met Sam en zou willen dat hij ook zo met zijn vader kon praten, maar deze was altijd slechtgehumeurd en had geen geduld. Zo zag hij er dan ook uit, met zijn eveneens donkerbruine haar en ook die lichtblauwe ogen. Nathan was eigenlijk blij dat hij niet op zijn vader leek, hij had lichtbruin haar. Wel had hij dezelfde blauwe ogen als Sam en zijn vader, maar zij zeiden iets van dat het in de familie zou zitten. En net als Sam was zijn vader ook gespierd. Nathan kon het verhaal van de ogen niet controleren, want buiten zijn moeder en nog twee ooms, Matt, de zoon van Sam en Thorn had hij geen familie, maar dezen hadden inderdaad blauwe ogen.
Nathan keek even in zijn huis rond en had half om half zijn moeder verwacht.
Hij leek meer op haar, met dezelfde kleur haar en zijn moeder was ook slank. Zij was zorgzaam over hem, al konden ook zij vaak bekvechten.
‘Zij zal wel weer op haar werk zijn’, dacht hij. Zijn moeder is verpleegkundige en dat kwam maar goed uit ook, want met deze donkere tijden konden ze wel iemand met verstand van verwondingen gebruiken. Zijn moeder had ook een praktijk waar ze vaak schoonheidsbehandelingen gaf. Ze had hier geen opleiding voor gevolgd, maar ze had er genoeg ervaring mee en vooral plezier in. Ze vond het een leuk extra’tje verdienen, ook al werkt ze goedkoper als schoonheidsspecialisten met een opleiding. Ze werkte in de praktijk met een vriendin van haar, Farell, al was die vaak ziek de laatste tijd.
Terwijl Nathan verder in zijn huis rondkeek, dacht hij aan de keer dat hij besloot om met zijn vader te gaan trainen, twee jaar geleden. Zijn vader ging er vanuit dat hij alle technieken al beheerste, maar dit was een onmogelijke opgave voor Nathan. Zoveel ervaring kon hij helemaal niet hebben en dat heeft Nathan wel geweten: hij brak zes botten die avond.
Het punt was dat als ze hard en snel genoeg een bepaalde richting insloegen, dat er een soort windstoten uit hun handen kwamen. Later ondervond Nathan dat het ook energiestoten konden worden, als je maar hard genoeg sloeg. Soms leek hij ze te zien, maar hij was er dan niet zeker van. Ditzelfde gold ook voor je voeten. Wanneer je je daar hard genoeg op concentreerde, kon je de energie die uit de voeten komen ook gebruiken voor een extra harde schop.
Zijn familie was erg goed in dit soort stoten en konden vijanden dan ook ernstig verwonden, maar hij heeft maar een paar keer het geven van deze stoten kunnen meemaken. En dan was het maar een zuchtje wind.
Nadat Nathan niemand in huis trof, ook zijn ooms die er logeerden niet, besloot hij om in zijn eentje verder te gaan trainen. Sam was ook niet meegekomen, want hij zei dat hij nog iets moest regelen.
Nathan vond het fijn om nog even niet te gaan slapen, hij kon de laatste tijd toch niet slapen. Het was altijd maar stress om de duistere mensen. Je wist niet meer waar je veilig was, wie je kon vertrouwen. Hij vroeg zich af of het vroeger anders was geweest hier en hoe zijn leven er dan had uitgezien.
Nathan besloot naar een bos te gaan, waar Sam en hij af en toe in trainden. Hij hield van dit bos. Het was er enorm groot, stil, rustig, maar toch ook druk door de natuuromgeving. Hij kon het niet echt uitleggen, maar dan kwam hij er ook niet zo vaak als hij zou willen, het had namelijk ook wel wat angstaanjagends ‘s nachts. Bij die gedachte baalde hij dat hij zo snel bang werd.
Het bos had veel dingen om op te trainen: rotsen, bomen, enige minigrotten en zelfs een paar meren. Soms stelde hij zich bij een hoge rots en een meer een waterval voor. Dan zou deze plek voor hem echt af zijn. Hij zou soms wel willen wonen hier. ‘Weg van al die duistere ongein’, dacht hij, ‘ik kies hier niet voor’.
Hij rende zo diep in gedachte het bos in dat hij op een nieuwe plek terecht kwam. Het had een mooie omgeving met rotsen en een meer. Hij vermoedde dat dit diep in het bos moest zijn: het was helemaal dicht en ook erg donker. Hij besloot te stoppen met rennen en te gaan lopen, omdat hij dacht dat hij wat hoorde. ‘Zal wel een dier zijn’, zei hij zachtjes tegen zichzelf. Moest dit een geruststelling hem zijn? Toch voelde het anders en hij was opeens ook niet bang.
Hij liep op het geluid af en schuifelde van boom tot boom. Jammer dat hij juist nu een felblauw vest aanhad... Zo zou elk wild dier hem meteen kunnen bespringen.
Hij kwam dicht bij een meer terecht en zag een meisje die haar training deed op een aantal rotsblokken en bomen.
‘Vreemd’, bedacht hij zich tevens bewonderend.
Het meisje leek van zijn leeftijd.
Het begin van iets groots, nog niet echt een titel xd
[Deel 2]
Nathan besloot zich te verstoppen achter de dichtstbijzijnde boom. Dadelijk zou hij haar laten schrikken en zou ze zich nog eens naar hem keren. Toen bedacht hij dat zij hem toch niets kon maken, want Nathan en zijn familie leken wel de enige zijn die die energiestoten onder controle hadden en met die arrogante ingeving liep hij naar haar toe.
Hij maakte lawaai en wist nog niet eens wat hij wou gaan zeggen, toen ze zich al focuste op het geluid wat hij maakte. Wat ging hij nou zeggen? Iets van ‘ruzie thuis?’, nee, dat is flauw. Hoe komt hij erbij?… Hij moest nu snel wat zeggen.
‘Hoi’, zei Nathan opgelaten.
‘Good shot’, dacht hij sarcastisch bij zichzelf.
Het vreemde meisje zei nog niets, maar opeens kreeg hij een hele sterke vibe van haar. Het leek wel een krachtveld om haar heen, zoals hij af en toe bij Sam voelde bij een training.
Nu moest hij verder praten…
‘Ben je aan het trainen voor iets?’
Ze draaide zich nu wel om.
Ze had een aparte uitstraling, is wat Nathan het eerst opviel. Haar haar was ingevlochten en lichtbruin. Haar oogkleur kon hij niet zien in het donker. Hij zag wel dat haar blauwe trainingsbroek een paar gaten had. Verder had ze een normaal postuur en zag er kalm en zelfverzekerd uit.
Ze keek hem glazig aan en bestudeerde hem. Waarschijnlijk vond ze hem nu al raar. Hij baalde meteen van zichzelf, maar kennelijk besloot ze hem een kans te geven.
Twijfelend zei ze: ‘Eigenlijk… ja. Soms zijn er rare voorvallen in de stad en ik wil voorbereid zijn voor wanneer er weer één is.’
Het vreemde meisje keek hem afwachtend aan. Misschien vroeg ze zich af waarom hij er eigenlijk niet versteld van stond dat ze rotsen kapot kon slaan, want ze keek schunnig naar wat kapotte stenen op de grond, alhoewel ze ook wel weer opgelucht leek dat hij er niet over begon.
Nathan dacht daar even over na, waardoor er meteen een stilte ontstond.
Hij wou haar vragen om samen te gaan trainen, maar hij wou eigenlijk eerst weten wat ze hier deed in haar eentje en zo laat. Hij wist nog niets van haar.
‘Moet je niet al thuis zijn?’, probeerde hij, in de hoop wat meer los te krijgen.
‘Niet echt… en jij zo te zien ook niet’, zei ze half vragend.
Nathan knikte.
‘Mijn familie en ik trainen vaak ’s avonds en ’s nachts, dan valt het niet op voor de omgeving’, zei hij.
Hij voelde zich opslag stom: ‘Fijn’, dacht hij, ‘nu al verraden dat ik ook train.’ Hij voelde zich een opschepper.
‘Oké, ik woon in een weeshuis hier verderop’, zei ze dromerig, alsof dat haar koud liet.
Weer een stilte, maar dit keer was het aan haar om weer te beginnen met praten.
Voorzichtig vroeg ze: ‘Dus… hoe train je precies.’
Het meisje maakte een gespannen indruk, alsof ze niet kon wachten op antwoorden. Ze leek haar adem ook een beetje in te houden.
Nathan vond het een beetje sneu om haar in spanning te laten en zei: ‘Laat ik het zo zeggen, ik heb gezien wat je kan en dat kan ik ook.’
Haar mond viel bijna open van verbazing, maar ze veranderde het snel in een glimlach.
‘Hoe dan? Hoe kan dat? Niemand bij mij in het weeshuis kan iets wat hier maar op lijkt.’
Ze keek hem achterdochtig aan, maar zag Nathan nou ook dat ze stond te popelen om bewijzen?
‘Ik weet niet waarom ik het kan, maar mijn hele familie kan wat ik kan, beter zelfs’, vervolgde hij.
En het meisje bevestigde zijn gedachte: ‘Dan stel ik voor dat je me nu wat laat zien, want ik neem je niet zo op je woord.’
Dit stond erg naar Nathans oren.
Nathan besloot zich te verstoppen achter de dichtstbijzijnde boom. Dadelijk zou hij haar laten schrikken en zou ze zich nog eens naar hem keren. Toen bedacht hij dat zij hem toch niets kon maken, want Nathan en zijn familie leken wel de enige zijn die die energiestoten onder controle hadden en met die arrogante ingeving liep hij naar haar toe.
Hij maakte lawaai en wist nog niet eens wat hij wou gaan zeggen, toen ze zich al focuste op het geluid wat hij maakte. Wat ging hij nou zeggen? Iets van ‘ruzie thuis?’, nee, dat is flauw. Hoe komt hij erbij?… Hij moest nu snel wat zeggen.
‘Hoi’, zei Nathan opgelaten.
‘Good shot’, dacht hij sarcastisch bij zichzelf.
Het vreemde meisje zei nog niets, maar opeens kreeg hij een hele sterke vibe van haar. Het leek wel een krachtveld om haar heen, zoals hij af en toe bij Sam voelde bij een training.
Nu moest hij verder praten…
‘Ben je aan het trainen voor iets?’
Ze draaide zich nu wel om.
Ze had een aparte uitstraling, is wat Nathan het eerst opviel. Haar haar was ingevlochten en lichtbruin. Haar oogkleur kon hij niet zien in het donker. Hij zag wel dat haar blauwe trainingsbroek een paar gaten had. Verder had ze een normaal postuur en zag er kalm en zelfverzekerd uit.
Ze keek hem glazig aan en bestudeerde hem. Waarschijnlijk vond ze hem nu al raar. Hij baalde meteen van zichzelf, maar kennelijk besloot ze hem een kans te geven.
Twijfelend zei ze: ‘Eigenlijk… ja. Soms zijn er rare voorvallen in de stad en ik wil voorbereid zijn voor wanneer er weer één is.’
Het vreemde meisje keek hem afwachtend aan. Misschien vroeg ze zich af waarom hij er eigenlijk niet versteld van stond dat ze rotsen kapot kon slaan, want ze keek schunnig naar wat kapotte stenen op de grond, alhoewel ze ook wel weer opgelucht leek dat hij er niet over begon.
Nathan dacht daar even over na, waardoor er meteen een stilte ontstond.
Hij wou haar vragen om samen te gaan trainen, maar hij wou eigenlijk eerst weten wat ze hier deed in haar eentje en zo laat. Hij wist nog niets van haar.
‘Moet je niet al thuis zijn?’, probeerde hij, in de hoop wat meer los te krijgen.
‘Niet echt… en jij zo te zien ook niet’, zei ze half vragend.
Nathan knikte.
‘Mijn familie en ik trainen vaak ’s avonds en ’s nachts, dan valt het niet op voor de omgeving’, zei hij.
Hij voelde zich opslag stom: ‘Fijn’, dacht hij, ‘nu al verraden dat ik ook train.’ Hij voelde zich een opschepper.
‘Oké, ik woon in een weeshuis hier verderop’, zei ze dromerig, alsof dat haar koud liet.
Weer een stilte, maar dit keer was het aan haar om weer te beginnen met praten.
Voorzichtig vroeg ze: ‘Dus… hoe train je precies.’
Het meisje maakte een gespannen indruk, alsof ze niet kon wachten op antwoorden. Ze leek haar adem ook een beetje in te houden.
Nathan vond het een beetje sneu om haar in spanning te laten en zei: ‘Laat ik het zo zeggen, ik heb gezien wat je kan en dat kan ik ook.’
Haar mond viel bijna open van verbazing, maar ze veranderde het snel in een glimlach.
‘Hoe dan? Hoe kan dat? Niemand bij mij in het weeshuis kan iets wat hier maar op lijkt.’
Ze keek hem achterdochtig aan, maar zag Nathan nou ook dat ze stond te popelen om bewijzen?
‘Ik weet niet waarom ik het kan, maar mijn hele familie kan wat ik kan, beter zelfs’, vervolgde hij.
En het meisje bevestigde zijn gedachte: ‘Dan stel ik voor dat je me nu wat laat zien, want ik neem je niet zo op je woord.’
Dit stond erg naar Nathans oren.
I just wanna live while I'm alive.
Die avond, of eigenlijk nacht, hadden Nathan en Hailey afscheid van elkaar genomen en afgesproken elkaar binnenkort weer in dit bos treffen. Nathan rende naar huis en hoefde niet aan slapen te denken: vol opwinding pakte hij meteen het eerste, het beste schriftje dat hij kon vinden en begon over zijn ontmoeting met het bijzondere meisje te schrijven:
‘Aah, zo vet! Vandaag zo’n meisje ontmoet. Ze heeft krachten net als ons! Ben nog niet echt wijzer of zij of ik sterker was vanavond, maar we spreken binnenkort toch opnieuw af! Volgens mij ben ik wel sterker, maar ik vond het weer sneu om haar meteen te vernederen op de eerste ontmoeting.’
Toen Nathan klaar met schrijven was, dacht hij nog even na. Het zou natuurlijk ook andersom kunnen zijn… Dat zij juist sterker is dan hij. Hij pakte zijn potlood en wilde verder schrijven, maar besloot dat maar te doen nadat ze de volgende keer hadden gestreden. Al met al was hij toch moe geworden.
De volgende dag was het weer in zijn eentje trainen en op maandag kon hij niet wachten tot zijn lessen waren afgelopen. Dromerig zat hij achterin de klas. Hij vroeg zich af of zijn klasgenootjes nooit bang waren voor de duistere krachten. Zij hadden er wellicht niet direct mee te maken, maar zijn ze dan nooit bang om erdoor overvallen te worden?
De bel ging al. Eindelijk. Hij had geen woord meer opgevangen van wat er verteld werd over de Engelse werkwoorden en hij begon meteen zijn spullen bij elkaar te rapen.
Hij had wel uitgebreid tegen een paar van zijn vrienden kunnen vertellen dat hij iemand had ontmoet om mee te trainen, maar dan zouden ze ook meteen weten dat zijn familie bijzondere krachten hadden. Bovendien werden ze een paar jaar geleden al achterdochtig dat hij haast nooit tijd voor ze had, dus had hij de goede smoes verzonnen dat hij op judo zat, en daar vaak ‘s avonds voor moest trainen.
Haastig liep hij naar huis.
‘Vanwaar die haast? School is nog maar net begonnen’, zei zijn vriend Lucas treiterig.
‘Ja.’
‘Je hebt niet eens gehoord wat ik zei, hè. Zit je zo met je gedachte bij je vriendinnetje?’
‘Ja, nee, dat is ze niet, ze is gewoon nieuw op judo’, zei Nathan ongeduldig. Hij mocht Lucas graag, maar soms zou hij willen dat hij aan de andere kant van de stad woonde. Je kon lol met hem maken, maar een serieus gesprek zat er vaak niet in. Na een aantal jaren was dat wel duidelijk geworden.
‘Wanneer ontmoet ik haar?’, zei Lucas, ‘dan scoor ik er ook even één en dan gaan we dubbeldaten. Dan kan ik eindelijk gênante dingen uit je jeugd vertellen. Die kans geef je me nooit. Zó kieskeurig.’
Lucas ratelde nog even verder. Het was net of de naam Lucas stond voor de oren van je kop af kletsen.
‘Ja, komt nog wel, oké? Ik moet me nu snel omkleden.’
‘Vergeet je parfummetje niet’, riep Lucas hem nog na.
Eindelijk was het avond. Hij ging naar het bos en ging op een rots zitten. Hij wiebelde met zijn benen heen en weer. Aan zijn familie had hij over haar verteld, waarna hij meteen moest beloven haar een keertje voor te stellen. Hij had op dat moment gezucht en zuchtte nu weer.
Net toen hij probeerde voor te stellen of zijn familie haar zou mogen, kwam ze aangelopen. Enthousiast stond hij op.
‘Hee!’, zei hij en ze groette terug.
‘Ahh, groene ogen heeft ze dus’, dacht hij. Hij glimlachte.
‘Heb je zin om verder te gaan waar we gister gebleven waren’, vroeg hij.
‘Jaja’, zei ze lachend, ‘even opwarmen, hoor’.
Nathan had een goed gevoel bij haar. Ze was zo vrolijk en toch zo sterk.
Na een korte opwarming, stonden ze tegenover elkaar.
‘Begin maar’, zei Hayley kalm.
Al gauw was het gevecht begonnen en werden er rake energiestoten uitgedeeld. Hij leerde al gauw dat hij wel wat sterker was dan haar, maar Hayley sneller. Kon hij nou ook maar een zwakke plek vinden.
Het strijden met elkaar was na de vorige avond in ieder geval wat makkelijker geworden. Het is nog niet zo makkelijk om alles wat je kunt te geven aan iemand die je eigenlijk wel mag. Hayley leerde hem al gauw dat zij hem wel alles zou geven, dus als hij niet steeds wilde verliezen, hij dat ook maar moest doen. Ze hield zich aan haar woord en de eerste energiestoten kwamen van haar.
Een paar keer had hij haar goed, hij kreeg haar in een houdgreep en ze vond het kennelijk nogal moeilijk om daaruit te komen. Zo had hij zijn kans om nu haar weer aan te vallen. Maar daartegenover had zij van die snelle rake energiestoten die hij net niet bij kon houden. Naarmate het gevecht vorderde waren ze zo op dreef dat ze nu ook met grotere energiestoten te werk konden gaan, iets wat nog aardig nieuw was voor Nathan. Hij wist niet hoelang zij dat al beheerste. Kennelijk was Nathan weer teveel aan het nadenken, want na een paar energiestoten op een rij was hij uitgeteld.
Hij liep naar een plek met wat gras en plofte daar neer. Hayley was in ieder geval zo redelijk om niet verder te gaan en plaatste haarzelf bij hem in de buurt. Ze zocht een boom om tegen aan te leunen. Intussen was het al avond geworden.
‘Niet slecht,’ zei ze treiterend.
‘Dat was niet alles hoor’, verdedigde Nathan zichzelf.
‘Ben benieuw wanneer ik dat dan eens zie’, zei Hayley en ze deed een poging haar haren goed te doen.
Nathan keek haar met opgehaalde neus aan.
‘Ik snap het niet, je lijkt meer om je haar te geven en toch w-win je van me’, bracht hij moeizaam uit.
‘Ja maar kort haar staat me niet’, zei ze in een poging een ander onderwerp op brengen.
Nathan nam er geen genoegen mee en staarde beteuterd voor zich uit.
‘Nu heb ik nog steeds niet alles kunnen geven vanavond, sputterde hij.
‘Je neemt een andere keer maar revanche hoor’, zei ze pestend.
Nathan glimlachte geforceerd.
‘Deal.’
Ze rustten nog een poosje uit en langzaam begonnen ze over school te praten. Ze zat een klas lager op zijn school en deed ook havo, maar gezien hij in de bovenbouw zat en zij in de onderbouw, zaten ze nooit in hetzelfde gebouw. Ze begonnen ook een beetje te praten over hun familie, maar meer dan dat ze in een weeshuis woonde, wilde Hayley er niet over kwijt. Nathan besloot daar niet lullig over te doen en begon wel gewoon over zijn eigen leven te vertellen. Dat leek ze wel te waarderen. Hij vertelde dat zijn ouders gescheiden waren en dat hij vaak bij zijn oom of moeder verbleef. Hij verbleef graag bij zijn oom, omdat ze dan samen konden trainen. Zijn vader woonde alleen. Nathan vertelde ook wat hem vandaag nog dwars zat. Namelijk dat hij het wel jammer vond dat hij met niemand echt over de trainingen met zijn familie kon praten, omdat hij ze wellicht in gevaar kon brengen als ze bijvoorbeeld mee wilden vechten wanneer het moment daar was. Dat begreep Hayley wel: haar broertjes en zusjes in het weeshuis en klasgenootjes wisten er ook niet van. Zij zat zogenaamd bij een studentenclub.
De weken streken na deze ontmoeting geleidelijk voorbij en de trainingen vonden regelmatig plaats. Hij had het gevoel dat hij de technieken steeds beter onder controle had. Ook was hij blij dat hij een vriendin erbij had. Hij hoopte dat zij er ook wel zo over dacht en hem niet enkel zag als iemand om mee te trainen. Hij vertrouwde haar namelijk wel. Ondertussen moest hij wel steeds het gezeur van zijn familie en Lucas aanhoren over zijn ‘nieuwe vriendinnetje’, waardoor hij maar beloofde haar snel voor te stellen.
‘Aah, zo vet! Vandaag zo’n meisje ontmoet. Ze heeft krachten net als ons! Ben nog niet echt wijzer of zij of ik sterker was vanavond, maar we spreken binnenkort toch opnieuw af! Volgens mij ben ik wel sterker, maar ik vond het weer sneu om haar meteen te vernederen op de eerste ontmoeting.’
Toen Nathan klaar met schrijven was, dacht hij nog even na. Het zou natuurlijk ook andersom kunnen zijn… Dat zij juist sterker is dan hij. Hij pakte zijn potlood en wilde verder schrijven, maar besloot dat maar te doen nadat ze de volgende keer hadden gestreden. Al met al was hij toch moe geworden.
De volgende dag was het weer in zijn eentje trainen en op maandag kon hij niet wachten tot zijn lessen waren afgelopen. Dromerig zat hij achterin de klas. Hij vroeg zich af of zijn klasgenootjes nooit bang waren voor de duistere krachten. Zij hadden er wellicht niet direct mee te maken, maar zijn ze dan nooit bang om erdoor overvallen te worden?
De bel ging al. Eindelijk. Hij had geen woord meer opgevangen van wat er verteld werd over de Engelse werkwoorden en hij begon meteen zijn spullen bij elkaar te rapen.
Hij had wel uitgebreid tegen een paar van zijn vrienden kunnen vertellen dat hij iemand had ontmoet om mee te trainen, maar dan zouden ze ook meteen weten dat zijn familie bijzondere krachten hadden. Bovendien werden ze een paar jaar geleden al achterdochtig dat hij haast nooit tijd voor ze had, dus had hij de goede smoes verzonnen dat hij op judo zat, en daar vaak ‘s avonds voor moest trainen.
Haastig liep hij naar huis.
‘Vanwaar die haast? School is nog maar net begonnen’, zei zijn vriend Lucas treiterig.
‘Ja.’
‘Je hebt niet eens gehoord wat ik zei, hè. Zit je zo met je gedachte bij je vriendinnetje?’
‘Ja, nee, dat is ze niet, ze is gewoon nieuw op judo’, zei Nathan ongeduldig. Hij mocht Lucas graag, maar soms zou hij willen dat hij aan de andere kant van de stad woonde. Je kon lol met hem maken, maar een serieus gesprek zat er vaak niet in. Na een aantal jaren was dat wel duidelijk geworden.
‘Wanneer ontmoet ik haar?’, zei Lucas, ‘dan scoor ik er ook even één en dan gaan we dubbeldaten. Dan kan ik eindelijk gênante dingen uit je jeugd vertellen. Die kans geef je me nooit. Zó kieskeurig.’
Lucas ratelde nog even verder. Het was net of de naam Lucas stond voor de oren van je kop af kletsen.
‘Ja, komt nog wel, oké? Ik moet me nu snel omkleden.’
‘Vergeet je parfummetje niet’, riep Lucas hem nog na.
Eindelijk was het avond. Hij ging naar het bos en ging op een rots zitten. Hij wiebelde met zijn benen heen en weer. Aan zijn familie had hij over haar verteld, waarna hij meteen moest beloven haar een keertje voor te stellen. Hij had op dat moment gezucht en zuchtte nu weer.
Net toen hij probeerde voor te stellen of zijn familie haar zou mogen, kwam ze aangelopen. Enthousiast stond hij op.
‘Hee!’, zei hij en ze groette terug.
‘Ahh, groene ogen heeft ze dus’, dacht hij. Hij glimlachte.
‘Heb je zin om verder te gaan waar we gister gebleven waren’, vroeg hij.
‘Jaja’, zei ze lachend, ‘even opwarmen, hoor’.
Nathan had een goed gevoel bij haar. Ze was zo vrolijk en toch zo sterk.
Na een korte opwarming, stonden ze tegenover elkaar.
‘Begin maar’, zei Hayley kalm.
Al gauw was het gevecht begonnen en werden er rake energiestoten uitgedeeld. Hij leerde al gauw dat hij wel wat sterker was dan haar, maar Hayley sneller. Kon hij nou ook maar een zwakke plek vinden.
Het strijden met elkaar was na de vorige avond in ieder geval wat makkelijker geworden. Het is nog niet zo makkelijk om alles wat je kunt te geven aan iemand die je eigenlijk wel mag. Hayley leerde hem al gauw dat zij hem wel alles zou geven, dus als hij niet steeds wilde verliezen, hij dat ook maar moest doen. Ze hield zich aan haar woord en de eerste energiestoten kwamen van haar.
Een paar keer had hij haar goed, hij kreeg haar in een houdgreep en ze vond het kennelijk nogal moeilijk om daaruit te komen. Zo had hij zijn kans om nu haar weer aan te vallen. Maar daartegenover had zij van die snelle rake energiestoten die hij net niet bij kon houden. Naarmate het gevecht vorderde waren ze zo op dreef dat ze nu ook met grotere energiestoten te werk konden gaan, iets wat nog aardig nieuw was voor Nathan. Hij wist niet hoelang zij dat al beheerste. Kennelijk was Nathan weer teveel aan het nadenken, want na een paar energiestoten op een rij was hij uitgeteld.
Hij liep naar een plek met wat gras en plofte daar neer. Hayley was in ieder geval zo redelijk om niet verder te gaan en plaatste haarzelf bij hem in de buurt. Ze zocht een boom om tegen aan te leunen. Intussen was het al avond geworden.
‘Niet slecht,’ zei ze treiterend.
‘Dat was niet alles hoor’, verdedigde Nathan zichzelf.
‘Ben benieuw wanneer ik dat dan eens zie’, zei Hayley en ze deed een poging haar haren goed te doen.
Nathan keek haar met opgehaalde neus aan.
‘Ik snap het niet, je lijkt meer om je haar te geven en toch w-win je van me’, bracht hij moeizaam uit.
‘Ja maar kort haar staat me niet’, zei ze in een poging een ander onderwerp op brengen.
Nathan nam er geen genoegen mee en staarde beteuterd voor zich uit.
‘Nu heb ik nog steeds niet alles kunnen geven vanavond, sputterde hij.
‘Je neemt een andere keer maar revanche hoor’, zei ze pestend.
Nathan glimlachte geforceerd.
‘Deal.’
Ze rustten nog een poosje uit en langzaam begonnen ze over school te praten. Ze zat een klas lager op zijn school en deed ook havo, maar gezien hij in de bovenbouw zat en zij in de onderbouw, zaten ze nooit in hetzelfde gebouw. Ze begonnen ook een beetje te praten over hun familie, maar meer dan dat ze in een weeshuis woonde, wilde Hayley er niet over kwijt. Nathan besloot daar niet lullig over te doen en begon wel gewoon over zijn eigen leven te vertellen. Dat leek ze wel te waarderen. Hij vertelde dat zijn ouders gescheiden waren en dat hij vaak bij zijn oom of moeder verbleef. Hij verbleef graag bij zijn oom, omdat ze dan samen konden trainen. Zijn vader woonde alleen. Nathan vertelde ook wat hem vandaag nog dwars zat. Namelijk dat hij het wel jammer vond dat hij met niemand echt over de trainingen met zijn familie kon praten, omdat hij ze wellicht in gevaar kon brengen als ze bijvoorbeeld mee wilden vechten wanneer het moment daar was. Dat begreep Hayley wel: haar broertjes en zusjes in het weeshuis en klasgenootjes wisten er ook niet van. Zij zat zogenaamd bij een studentenclub.
De weken streken na deze ontmoeting geleidelijk voorbij en de trainingen vonden regelmatig plaats. Hij had het gevoel dat hij de technieken steeds beter onder controle had. Ook was hij blij dat hij een vriendin erbij had. Hij hoopte dat zij er ook wel zo over dacht en hem niet enkel zag als iemand om mee te trainen. Hij vertrouwde haar namelijk wel. Ondertussen moest hij wel steeds het gezeur van zijn familie en Lucas aanhoren over zijn ‘nieuwe vriendinnetje’, waardoor hij maar beloofde haar snel voor te stellen.
I just wanna live while I'm alive.