Melian schreef:Een verhaal van Imke, daar moet ik natuurlijk bij zijn! ;D En weer eens Pierre Bouvier... Oh, the memories. xD
Hihihi. <3
Wat een lieve reacties allemaal! Dank jullie wel! Hier is weer een nieuw stukje :)
OH TROUWENS. Pierre heeft in reallife dus serieus een dochtertje gekregen een aantal weken terug (hij heeft het zelf nog niet bevestigd, maar goed, het hele fandom weet het toch wel). Ik wil zo graag weten hoe ze heet! Stel je voor dat ze Julia heet :D
~
Ruby voelde hoe haar hart een sprongetje maakte, maar besloot met moeite nog even geen blik naar buiten te werpen. Het zien van haar nieuwe thuis voor het komende jaar had wel even wat meer tijd nodig dan een enkele, haastige seconde. Daarom bukte ze zich voorover, pakte haar portemonnee en betaalde chauffeur het verschuldigde bedrag. Hij nam het aan, bedankte haar op beleefde toon en stapte uit om haar deur open te maken. Vlug schuifelde Ruby van de achterbank met haar rugzak in haar hand en draaide zich bewust de verkeerde kant op toen ze uitstapte. De chauffeur had haar twee loodzware koffers al moeizaam uit de kofferbak getild en overhandigde haar die nu.
“Bedankt,” reageerde Ruby afwezig. Ze hees de rugzak over haar schouders en nam in beide handen een koffer, waar gelukkig wieltjes onder zaten. Even keek ze nog toe hoe de chauffeur weer instapte en wegreed, maar toen haalde ze diep adem. Dit was het moment van waarheid. Ruby draaide zich om.
Na een eerste blik op het huis voelde ze een vreemd gevoel door haar lichaam gaan dat ze niet helemaal kon plaatsen in die paar seconden. Het prikkelde een beetje, alsof ze op het punt stond om iets te doen dat tegen de regels inging.
Het huis waar ze voor stond, was net zo groot als alle andere huizen die Ruby tot nu toe in deze straat had gezien. Grote ramen bevonden zich aan de straatkant, waardoor het een moderne indruk gaf en dat beviel Ruby goed. Er hingen echter licht doorschijnende gordijnen voor, waardoor het niet meteen mogelijk was om naar binnen te gluren. Hoogstwaarschijnlijk zou je wel naar buiten kunnen kijken als je binnen zat, dacht Ruby. De voordeur bevond zich in een soort inham met een boog erboven gevestigd, waar een schattig bankje onder stond met een paar grote planten ernaast. Driekwart van de voordeur bestond uit glas, maar ook hier kon je niet zomaar doorheen kijken.
Na even vol verwondering naar het huis (vanaf wanneer mocht je een huis eigenlijk een villa noemen?) te hebben gestaard, begon Ruby toch maar de oprijlaan op te lopen. Die was gemaakt van grote, lichtkleurende keien en werd omgeven door felgroen gras. Perfect gemaaid, waarschijnlijk tot op de centimeter na. Ze maakte een flauwe bocht naar richting het huis. Of villa dus. Ruby was er nog niet helemaal over uit.
Aarzelend bleef ze onder de boog bij de voordeur stilstaan. Ze zette haar koffers neer, slikte en drukte toen met een razend hart op de deurbel. Nu was ze wel zenuwachtig. Ze friemelde aan het kralenarmbandje om haar rechterpols en schuifelde met haar linkervoet over de steentjes heen, terwijl ze naar haar felrood gelakte teennagels keek.
Geen reactie.
Een beetje verbaasd keek Ruby na een tijdje weer op, maar ze zag nergens schimmen verschijnen achter de deur. Waarschijnlijk hadden ze haar niet gehoord. Daarom drukte ze opnieuw op de deurbel, dit keer een tikkeltje langer en wachtte met inhouden adem af.
Maar ook dit keer kwam er geen reactie.
Ruby begon zich nu af te vragen wat er aan de hand kon zijn. Toen duidelijk was dat er vertraging was met het vliegtuig en door het verliezen van haar bagage, had ze meteen opgebeld. Ze zouden er rekening mee houden en het was geen probleem blijkbaar. Voor de derde keer drukte ze op de deurbel.
Eindelijk klonk er het haastige getik van hakken, het geblaf van een hond en kon Ruby iemand horen praten. Het leek een nogal gehaast gesprek, maar wat er precies gezegd werd, verstond Ruby niet aan de andere kant van de deur. Voordat ze het doorhad, was het gesprek blijkbaar afgelopen en werd de voordeur opengetrokken.
“Hallo,” zei Ruby vlug en ze vervloekte zichzelf dat ze de trilling in haar stem niet kon voorkomen. “Ik ben Ruby. De au pair.”
Ze bekeek de vrouw voor haar aandachtig en moest haar uiterste best doen om niet te gaan staren. Vol bewondering nam ze de vrouw in haar op. Zij had lange, vuilblonde haren die steil langs haar gezicht vielen en precies de goede lengte hadden. Ruby was er direct weg van en wenste dat zij ook zo’n haren had, in plaats van haar eigen, saaie kapsel. De vrouw droeg een lichtblauw zomerjurkje dat haar gebruinde lichaam goed liet zien en haar hoge, zwarte pumps met een open teen sloten het geheel af. Een aantal zilveren armbanden rinkelden om haar polsen en ze droeg een opvallende ketting die haar erg goed stond. Ze keek Ruby even verward aan terwijl ze tegelijkertijd probeerde om de hond binnen te houden.
“Oh, ja, natuurlijk!” reageerde ze na een paar tellen eindelijk. “We hebben elkaar al eens aan de telefoon gehad. Sorry, het is even chaos hier in huis. Ik moet er eigenlijk ook meteen vandoor. Ik ben Lachelle, trouwens. Lachelle Farrar. Delilah, ssh!”
Het hondje hield zich dit keer ook daadwerkelijk stil, waardoor Ruby een snelle blik op hem (of haar, aan de naam te horen) wierp. Het was een voornamelijk zwarte chihuahua, maar diens hals en buik waren gedeeltelijk wit. Ze had spitse oren en chocoladebruine ogen, wat haar een schattige uitstraling gaf.
Ruby deed een stap naar voren en schudde de uitgestoken hand van de vrouw, terwijl ze slikte. Dit was niet bepaald het welkom dat ze in gedachten had, als ze heel eerlijk moest zijn.
“Ruby Parker dus.”
“Kom binnen,” zei Lachelle, terwijl ze een stap opzij deed voor Ruby.
Ruby voelde hoe ze lichtjes bekeken werd en pakte opnieuw met moeite haar koffers op, waarna ze voor de eerste keer een voet over de drempel van het huis zette.
“Pierre is er nu niet en hij komt vanavond pas terug,” begon Lachelle met een blik op haar blinkende horloge, “en ik ben al bijna te laat voor mijn afspraak bij de nagelsalon, ben ik bang. Ik zal je even je kamer wijzen.”
Ruby knikte, maar wist niets te zeggen. Lachelle leek aardig, maar het voelde niet prettig dat ze blijkbaar was vergeten dat Ruby nu zou komen. Een au pair nam je toch niet zomaar in huis? Blijkbaar was het voor Ruby een belangrijkere zaak dan voor Lachelle. Het was alsof zij dit even tussendoor deed, terwijl Ruby hier toch echt voor een jaar zou blijven.
Ze probeerde echter haar gedachten te verzetten en richtte haar aandacht nu op de binnenkant van het huis, dat haar minstens zoveel verbaasde als de buitenkant had gedaan. Ze bevonden zich in een ruime, lichte welkomsthal. De muren waren geschilderd in gebroken wit, wat goed paste bij het meubilair. Er stond namelijk een houten tafel met een grote, zilveren vaas waarin twee prachtige, lichtroze orchideeën stonden. Ruby wilde ze wat beter bekijken, maar Lachelle liep al door naar de grote glazen deur waardoor je de woonkamer al kon zien. Die was onvoorstelbaar groot, ook al ving Ruby er alleen een vlugge glimp van op. Ze zag in ieder geval in de vluchtige oogopslag een aantal banken staan van wit leer, een open haard en een enorm scherm daarboven. Veel tijd om te kijken had ze echter niet, want Lachelle ging haar dan wel voor door de deur, maar liep direct door naar rechts, een andere gang in. Het huis had een aparte, maar zeer moderne indeling en dat vond Ruby ergens best spannend. Het kon nog wel eens leuk gaan worden om alle geheimen van dit huis volledig te ontdekken!
“Wat was er nou trouwens gebeurd met je bagage?” vroeg Lachelle plotseling, waardoor Ruby opschrok uit haar gedachten.
“Oh, die was zoekgeraakt,” antwoordde ze met een zucht, “en ik had in Heathrow ook al vertraging, dus de reis verliep niet geheel zoals gepland.”
Lachelle glimlachte. “Altijd hetzelfde liedje qua bagage. Ik kan me voorstellen dat het niet prettig is om zo te reizen.”
Ze liepen verder door de gang waarin zich verschillende deuren bevonden, maar die helaas allemaal dichtzaten. Ruby was van nature nogal nieuwsgierig aangelegd, dus ze kon nu al niet wachten om erachter te komen wat er allemaal achter die deuren zat. Ook deze muren hadden een gebroken witte kleur en hier en daar hingen schilderijen met heldere, mooie kleuren, maar verder was de gang leeg. Aan het einde stopte Lachelle pas.
“Hier is je kamer,” zei ze terwijl ze de deur openmaakte. “De sleutel krijg je straks wel, want die heeft Pierre nog, als het goed is. Mocht je iets nodig hebben, dan zul je nog heel even moeten wachten, ben ik bang, maar Pierre komt binnen nu en twee uur thuis. Ik moet nu alleen écht gaan!”
“Oh, natuurlijk, dat is goed!” antwoordde Ruby vlug en ze deed een stap opzij zodat Lachelle haar weer kon passeren.
“Tot vanavond!” Lachelle liep op hoog tempo de gang weer uit en verdween door de glazen deur, waardoor Ruby in doodse stilte achterbleef. Ze slikte, maar draaide zich toen om zodat ze haar kamer kon bekijken. En daardoor viel haar mond even open.