Jaren geleden ben ik al met dit verhaal begonnen, maar heb het helaas nooit afgemaakt omdat ik met een nieuwe studie begon. Nu ben ik het aan het herschrijven. Dit is het proloog, hope you'll like it.
Feedback, suggesties, opmerkingen hoe klein ook, is allemaal welkom!!^^
Proloog
Het nerveuze getik van hoge hakken op de linoleum vloer doorbrak de stilte in de aula. Over een paar minuten zou het geluid verstommen onder een gedempt gezoem, gevolgd door lokaaldeuren die openvlogen en juichende leerlingen die verlangde naar hun welverdiende voorjaarsvakantie. Toch bleef het meisje met de hoge hakken onophoudelijk naar haar horloge kijken, alsof ze de secondewijzer ermee kon gebieden sneller te tikken. Als ze niet op haar horloge keek, staarde ze strak naar de klapdeuren die toegang gaven tot de lerarenkamer aan de andere kant van de ruimte. Er kwam iemand naast haar zitten, zwijgend. Ze leek de feilloos aan te voelen dat het meisje met de hakken weinig geduld had om een gesprek aan te knopen. Wel stopte ze met het irritante geklak van haar laarsjes. Zo bleven ze beide roerloos aan een tafeltje van de aula zitten. Ergens hoorden ze al leerlingen de trap naar de begaande grond afdenderen. Een enkele leraar had zijn vakantie met een paar seconde vervroegd. Aan de andere kant van een van de lokaaldeuren klonk geroezemoes van een andere klas, die zich als mieren tegen de deur aan verzamelden, onder luid protest van de lerares die ze niet in de hand kon houden. Nog eens keek het meisje op haar horloge. Het andere meisje lachte flauwtjes. Net op het moment dat ze iets bemoedigends tegen haar wilde zeggen, hoorden ze het verlossende geluid van de zoemer. Het geklapper van deuren en gejuich en gelach van leerlingen liet geen moment op zich wachten. Het meisje, Anna, slaakte een diepe zucht. Ze stond op, zette een eerste pas richting de docentenkamer. Maar ze bedacht zich en beende naar buiten, haar vriendin volgde haar op de voet.
‘Even een sigaretje roken om de spanning los te laten.’, zei ze toen ze buiten stond en een pakje Lucky Strike uit haar jaszak viste. Het uitblazen van het eerste haaltje deed haar inderdaad ontspannen. Anna merkte nu pas dat ze in de aula haar schouders krampachtig had aangespannen. Ze voelde daar een zeurderig gevoel, die doortrok naar haar nek en achterhoofd. Het deed haar weinig. Het andere meisje, Sjors, nam Anna’s aansteker over en haalde ook een sigaret tevoorschijn.
‘Ga je het vandaag vertellen?’, vroeg ze terwijl ze de rook sierlijk uit haar mond blies. Anna haalde haar schouders op.
‘Het is niet dat ik het niet wil’, zei ze toen haar vriendin een spottend gegrinnik uit haar keel liet ontsnappen.
‘Maar ik wil het gewoon goed afwegen. Ik bedoel, wat zouden de gevolgen kunnen zijn als ik het hem vertel?’
‘Dat weet je niet’, antwoordde Sjors, niet voor het eerst die dag.
‘Je weet alleen wat er gebeurt als je het hem niet vertelt.’
‘Wat dan?’, vroeg Anna een beetje verstrooid.
‘Dan zit je er gedurende de rest van je middelbare school periode mee, en daarmee ik ook.’
Anna knikte. ‘Dan kan ik het maar beter vertellen’, concludeerde ze.
Sjors knikte. Ze rookten hun sigaretje op en liepen weer de school in. Vol goede moed liep Anna naar het aardrijkskundelokaal, maar toen zij en Sjors daar aankwamen, bleek het lokaal al afgesloten. En dus liepen ze terug en staken de aula over naar de docentenkamer. Maar Anna’s moed om er naartoe te lopen, zijn naam te noemen en vragen of hij even tijd had om met haar te praten was net zo snel weer verdwenen als dat het buiten was opgekomen. Ze zakte op een stoel in een gang verderop, buiten het zicht van de docentenkamer en vocht tegen de tranen. Alle spanning die ze de afgelopen week had opgebouwd vloeide weg. Ze had zichzelf streng toegesproken, getwijfeld en gebeefd van schaamte en telkens voor zich uit geschoven. Nu was ze zelfverzekerd geweest en dat had haar gesterkt en meteen daarna weer gekrenkt. Hoe haalde ze het ook in haar hoofd om die man lastig te vallen met haar armzalige gejammer. Het was een stom, een belachelijk idee. Ze had er nooit over moeten beginnen. En even leek het erop dat Anna haar voornemen om met haar docent te gaan praten zou laten varen. Toen gebood Sjors haar door het raam tegenover hen te kijken. Vanuit hier had je zich op de parkeerplaats. Het was puur toeval geweest dat Anna uitgerekend tegenover dat raam was gaan zitten, maar op het moment dat ze die docent richting zijn auto zag lopen, was er geen twijfel meer. Ze liet een sissend geluid tussen haar voortanden komen, wat nog het meest overeen kwam met ‘shit’. Ze sprong op en rende zo hard als haar hakken haar toelieten de aula door, langs de kapstokken naar buiten. Toen ze de parkeerplaats bereikt had zag ze dat haar docent zijn auto bijna had bereikt. Ze rende verder en zwaaide met haar armen. Op en moment dat hij in de auto zat en de motor al bromde bereikte ze zijn auto en tikte op het raam van de passagiersplaats. Zonder verder af te wachten opende ze het portier, boog voorover en keek hem recht aan. Hij vroeg Anna om naast hem in de passagierstoel plaats te nemen, er vanuit gaand dat er iets erg was. Voor een moment keek Anna naar zijn hand, die uitnodigend op de stoel rustte. Ze bedacht zich wie er normaal gesproken in deze stoel zou zitten en dat gaf haar het impuls om haar hoofd te schudden en de man uit de auto te laten stappen. Ze leunde met haar armen over elkaar tegen het voertuig aan, en ratelde een hele serie excuses tegen haar schoenen voor ze de woorden zei die ze in het afgelopen jaar nooit over haar lippen had durven krijgen. Maar nu zei ze het wel: ‘Ik ben verliefd op U.’
Stilte. Anna probeerde wat ze zojuist had gezegd te relativeren. Wat had ze gezegd? Had ze dit echt gezegd? Ze hoorde zacht gegrinnik naast zich. Toen ze opzij keek zag ze nog net zijn grijns achter zijn grote hand verdwijnen. Maar zijn ogen lachte mee, en zeiden genoeg. Achteraf had ze er waarschijnlijk ook om kunnen lachen, maar niet nu. Een golf van schaamte trok over haar heen, ze voelde haar wangen warm worden. Ergens kon Anna niet geloven dat haar leraar haar gewoon stond uit te lachen. Ze had zichzelf allerlei scenario’s van dit moment voorgesteld, maar niet dit.
Ze maakte zich los van de auto en zette de eerste passen richting het schoolplein, vernedert en beledigd.
‘Nee, Anna wacht!’
Als ze door was gelopen had hij haar niet tegengehouden. Het zou niet gepast zijn geweest haar arm vast te pakken om haar tegen te houden. Elke vorm van fysiek contact was nu taboe. Maar Anna draaide zich wel om. Ze liep zelfs terug, en leunde opnieuw tegen de auto.
‘Ik bedoelde het niet zo’, begon hij. ‘Ik dacht alleen dat er iets ergs aan de hand was.’
Anna slikte de verwijtende woorden die ze hem in het gezicht had willen schreeuwen weg. In plaats daarvan zuchtte ze diep. Haar leraar beschouwde het als een zucht van opluchting want hij vroeg er ook naar. Ja, het voelde ook als een opluchting, al voelde ze zich nog een beetje trillerig.
Anna merkte dat ze al de hele tijd tegen haar schoenen praatte, hem nog niet recht aan heeft durven kijken sinds ze had gezegd wat er op haar hart lag. Dus ze vermande zich, liet opnieuw een geluidloze zucht ontsnappen. Ze lachte er een beetje nerveus bij.
‘Ik verwacht heus niet dat U me nu om de hals vliegt of zo hoor.’ Ze hief haar hoofd en keek hem aan.
‘Ik vind het knap dat je dit durft te zeggen Anna. Ik weet niet of ik het had gedurfd zoiets tegen een lerares te zeggen.’
Van binnen gloeide ze weer, maar nu niet van schaamte.
Het werd opnieuw stil tussen de leraar en zijn leerlinge. Onwennig, maar minder gespannen keken beiden voor zich uit, ieder met zijn eigen gedachten.
Uiteindelijk kondigde hij aan naar huis te gaan. Het moest even bezinken, tijd hebben om deze bekentenis te verwerken. Anna knikte, ze spraken elkaar nog. Later, na de vakantie. Ze liep terug naar het schoolterrein om haar fiets te pakken. Bij de poort voelde ze de auto langs haar rijden, maar ze keek niet meer opzij.
Ze keek hem niet meer recht aan, en hij haar niet. En wanneer ze elkaar tegenkwamen in de gangen werd er snel een andere kant op gekeken. Het was als een afspraak die nooit bevestigd was door woorden. Spreken met elkaar deden ze ook niet meer. Op één keer na, dat bestond uit de woorden ‘Gefeliciteerd’ en ‘DankUwel’ bij de diploma-uitreiking.