Ik kan geen kant op.
Waar naartoe,
ik weet het niet.
Niemand luistert naar mij.
Verlaten, eenzaam, alleen de geluiden in mijn hoofd.
Tranen in mijn ogen.
Het doet erg pijn.
Ja, hartpijn mijn eigen pijn.
Niemand hoort mijn gezang.
Niemand ziet mijn mooie vleugels.
Ik voel geen wind meer.
Ik haat het, mijn vrijheid, mijn eigen ik.
Ik zing,
Het zal altijd blijven.
Waarom merkt niemand mijn schoonheid,
mijn gezang die in de verte te horen zal zijn.
