Het kistje van Morai
Half gebogen en tergend langzaam loopt ze in de schemering van de avond, het bospad af dat bezaaid is met natte rode, gele en bruine bladeren. Met haar oude ledematen valt het niet mee om haar evenwicht goed te verdelen op het gladde pad. Dit is ze helemaal niet gewend. De koude herfstwind waait door haar grijze haren heen en trekt aan haar kleding. Ze kan de open plek al tussen de takken van de bomen door zien. Hoe willen ze de bijeenkomst geheim houden nu de herfst haar intrede heeft gedaan en alle beschutting van de bomen heeft laten vallen?
Ietwat nerveus stapt Gwendalin de open plek op, waar de bijeenkomst vanavond zal plaatsvinden. Wat als ze haar door hebben? Terwijl Gwendalin zich mengt tussen de andere genodigden worden de laatste kaarsen aangestoken. De honderden vlammetjes verlichten de schemerige open plek en verjagen de kilheid.
Het verbaast haar hoeveel ouderen hier zijn. Zouden er nog meer zoals haar zijn?
‘Wat fijn dat u gekomen bent!’
Gwendalin probeert haar angst om ontdekt te worden te verbergen. Juffrouw Waterkruid kan de oude vrouw zowaar herkennen. En dan valt het hele plan in duigen.
‘Neemt u toch plaats,’ zegt juffrouw Waterkruid vriendelijk terwijl ze naar een omgevallen boom wijst. ‘Straks zal u nog lang genoeg mogen staan.’
Gwendalin voelt haar botten kraken en zuchten als ze op de omgevallen boom gaat zitten die vol zit met kleine elvenbankjes en oplichtend groen mos. Ze heeft nooit geweten dat ouderdom zo slecht voor iemand kan zijn. Wat is ze blij dat dit tijdelijk is.
De laatste ouderen verschijnen ook op de open plek, sommige herkent Gwendalin. Ze kan door de vermommingen heen kijken. Wat doen zij hier? Zullen zij haar herkennen?
Juffrouw Waterkruid wenkt haar en geeft haar een brandende kaars. Terwijl ze plaats neemt in de kring, kijkt de hoofdmeester de oude dame doordringend aan. Zou hij door haar vermomming heenkijken? De grillige wind blaast zo nu en dan de vlammetjes alle kanten uit, maar ze blijven branden.
In het midden van de kring op een stenen altaar, staat het houten kistje waarvan de inhoud onthult zal worden. Iedereen heeft het er al over sinds het gevonden is. Haar ogen worden groot en ze voelt zich hebberig. In dat kistje moet wel iets waardevols zitten. De deksel is rijkelijk versierd met kronkelende lijnen en kleuren. Het kistje lijkt voor het normale oog een gewoon, waardeloze prul, maar voor de studenten van de Flisjona Academie is het een ware schat. Al weken speculeren de leerlingen over de inhoud. Iedereen weet dat de docenten het in de doofpot willen stoppen. En hier zijn al die docenten, klaar om het te onthullen en vervolgens weer te laten verdwijnen. Voor alle leerlingen zal het een mysterie blijven, behalve voor Gwendalin. Als niemand haar vermomming opmerkt, natuurlijk.
De hoofdmeester heft zijn handen; ‘We zijn hier bijeen om het verloren kistje van Morai te openen.’
Ademloos kijkt Gwendalin naar het kistje. Er zijn zoveel dingen die er in kunnen zitten. Of wellicht is hij leeg en is iemand hen voor geweest. Morai is een heks die er om bekend staat dingen kwijt te raken of gewoon kistjes te laten rondslingeren, maar ze is vooral bekend vanwege haar verzamelwoede van magische en mythische items.
De hoofdmeester begint een lange spreuk te prevelen en al snel vallen de ouderen op de open plek hem bij. Gwendalin beweegt haar lippen, zonder iets te zeggen. Hier heeft ze geen kennis van, zij is geen heks. Niet eens een klein beetje.
De vlammen van de kaarsen verliezen hun gele kleur en worden groter terwijl ze groen beginnen uit te slaan. Gwendalin zet onwillekeurig een stap achteruit als het houten kistje begint te trillen op het stenen altaar. Wanneer de deksel open klapt is er een koude windvlaag die alle kaarsen uitblaast. Het geprevel van de spreuk stopt abrupt.
Gwendalin ziet dat er iets oplicht in het kistje. Ze verbreekt de kring waarin ze staat en schuifelt aarzelend naar het altaar. Wanneer de oude dame voor het kistje staat pakt ze een van de dingen eruit.
‘De ringen der elementen,’ fluistert ze.
Ze houdt een ring in haar handen met een oplichtende edelsteen, die een blauwe gloed verspreid.
Hier en daar worden de kaarsen weer aangestoken en komen meer ouderen nieuwsgierig bij Gwendalin kijken. De ringen, zo wordt gezegd, bevatten de kracht van het water, vuur, aarde en lucht. En zijn de meest zeldzaamste ringen in de magische wereld.
‘Dank u allen, zonder u was het nooit gelukt,’ verbreekt de hoofdmeester de stilte. ‘Als bestuur van de Flisjona Academie zijn we verplicht de ringen der elementen te beschermen.’
Dit moment vergeet Gwendalin nooit meer. Alle schoolregels heeft ze er meegebroken, maar het was het meer dan waard. Zonde dat het altijd een geheim zal blijven.
Later die avond stapt Minske haar slaapkamer in en zoekt tussen de vele cd’s naar die ene met alle rocknummers. Die ene die haar haar eigen gedaante zal teruggeven. Ze stopt hem vlug in haar cd-speler. Ze wil graag weer haar jonge zelf zijn, ze heeft lang genoeg oude Gwendalin gespeelt.
Zodra de geluiden haar kamer vullen voelt ze zichzelf jong worden. Niet alleen haar lichaam, maar ook haar geest. Aan het einde van de hele bijeenkomst begon zelfs haar gedachtegang te verouderen.
Lenig gaat ze even op haar handen staan om zich zelf te bewijzen dat ze echt weer jong is. De oudheid moet er uitgejaagd worden! Ze laat zich zachtjes vallen en zet de cd nog iets harder. Ze schudt met haar hoofd zodat ze haar lange blonde krullen weer ziet en geen grijze haren.
Minske glimlacht tevreden. Taak volbracht. Zij weet tenminste wat er in dat speciale houten kistje zat. Iedereen op de academie zal in het duister tasten, behalve zij!
Genietend laat ze zich achterover vallen terwijl ze luistert naar haar favoriete CD, die haar altijd weer terugbrengt bij haar eigen vertrouwde gedaante.
Twee gedaantes staan in de ochtendschemering in het grote bos achter de Flisjona Academie. Verkleurde blaadjes dwarrelen naar beneden en het is gaan miezeren.
‘We kunnen vaststellen,’ zegt de hoofdmeester terwijl hij aarde in een gat gooit. ‘Dat Minske geslaagd is.’
Juffrouw Waterkruid knikt.
‘Zowaar met onze zeer gewaardeerde mevrouw Gwendalin,’ zegt ze. ‘Zoals alle studenten voor haar die voor Gwendalin kozen.’
‘Ach,’ zegt de hoofdmeester. ‘Zolang onze studenten zich maar inleven in deze oude dame. Ze is nu eenmaal de meest besproken vrouw op de academie en toch weet niemand iets van haar.’
‘Dat is zo, ze is en blijft een mysterie. Ik zal Minske vertellen dat ze haar gedaanteverwisseling examen heeft gehaald.’
‘Uitstekend,’ zegt de hoofdmeester, als hij de laatste schep aarde neer gooit waar eens een gat was. Hij laat voor de zoveelste keer het geheimzinnige kistje van Morai verdwijnen, tot het volgende gedaanteverwisseling examen.