@Silena: Caled is inderdaad cool xD haha
Zo we maken een switch naar mijn laatste karakter

Eindelijk ik ben er doorheen

!!! WOOOH!
Best grappig, volgens mij heb ik alle Bovenwereld karakters xD op Riquelle na dan xD
Veel leesplezier weer
Hoofdstuk 4
Ynisa van huize Altera
Ynisa van huize Altera stond bekend om haar vriendelijke en gangbare persoonlijkheid. Als jongste dochter van het derde lid van het senaat, hadden de meeste mensen verwacht dat ze net zo politiek ingesteld was als haar oudere broers en zusssen, dat bleek al snel een vergissing te zijn. Meerdere malen werd ze gezien terwijl ze met de klusjes van bediende hielp. Op haar prachtige kleren na zou je op die momenten nooit verwachten uit wat voor nageslacht ze kwam.
De momenten van de dag dat ze vrij kreeg van haar lessen in etiquette besteedde ze meestal in het enorme binnenhof. Ze vond het heerlijk om tussen de prachtige bloemen te zitten. De tuin was gemaakt voor rust en vrede en dat was precies waar Ynisa naar zocht als ze hier kwam voor toevlucht. Weg uit het oppervlakkige gebazel van buiten.
Met een observerende blik begon ze bloemen uit de tuin te plukken. Een glimlach wist haar jonge gezicht te betoveren, terwijl ze de samensmeltende kleren van het boeket in haar handen bewonderde. Bedenkelijk tikte ze even met haar vinger tegen haar lippen. Zouden er nog meer bij moeten?
Een ritselend geluid leidde haar af. Meteen richtte ze zich naar de struiken waar een rood geschubd wezentje uit kwam lopen. Zijn passen waren sluipend als die van een kat en zijn lichaam golfde met de bewegingen mee. Ynisa haar glimlach werd groter terwijl het wezentje met de lange klauwe dichterbij haar kwam. De bloemen vielen bijna direct vergeten op de grond.
"Vic!” Ze dook naar voren en streelde het wezen liefkozend over zijn warme gladde kop.
Het reptiel-achtige dier verborg zich nou al twee weken in de tuinen en het leek alleen te voorschijn te komen wanneer Ynisa alleen was. Ze had eens bediendes gevraagd of ze hem hadden gezien, maar iedereen zei haar dat ze spoken zag en dat er niets in de tuin te vinden was.
Aangezien niemand haar iets over het wezen kon vertellen, was ze er zelf informatie over gaan opzoeken. Ze kon zelf niet lezen, zoals gebruikelijk was bij adellijke vrouwen, en had een loopjongen, Leran, om hulp gevraagd. Nooit had ze hem precies verteld waarvoor ze het wilde weten. Ze had gedaan alsof ze gewoon nieuwsgierig was en leergierig als de jonge Leran was, had hij al snel de informatie bij elkaar gesprokkeld.
Het bleek dat Victorie, zoals ze hem zelf was gaan noemen, een draakje was. Wat het hier deed was voor Ynisa een raadsel. Draken leefden niet op de Bovenwereld, ze waren alleen te vinden op de Laaglanden, maar dat had ze terzijde gelegd.
"Niet aan de bloemen komen!" berispte Ynisa het jonge beestje, die naar het boeket was gelopen wat ze had laten vallen.
Even klapte het met een sis zijn vleugels uit, voor het snel tegen haar aankroop als een geslagen hond.
Ze aaide het geruststellend over zijn slanke rug. Knisperende geluidjes kwamen uit zijn licht gespreidde muil, waar lange dunne tandjes in te zien waren.
Ze hield van de aanwezigheid van het jonge draakje. Eerlijk gezegd vond ze de aanwezigheid van het diertje fijner dan van welke persoon ook.
Het was vreemd maar soms had ze zelfs het idee dat ze het diertje precies kon lezen. Alsof ze kon voelen wat hij wilde. Zoals nu.
"Heb je honger?"
Hoog piepend geluid steeg op uit de keel van het draakje en gelijk sprong Ynisa op.
Ze streek haar wijnrode rokken glad en begon zich een weg uit de tuin te baden. Victorie die veel sneller liep, dwarrelde als een verwende kat om haar voeten en een paar keer moest hem berispen ook al ging dat steeds met een glimlach. Ze kon gewoon niet boos op het wezentje zijn.
"Je moet wel stil zijn," zei ze toen ze bij de uitgang van de tuin kwamen, waar het over liep naar prachtige marmeren stenen.
Alsof het draakje haar verstond begon het rustiger te lopen. Zijn schouders staken hoog uit terwijl hij langzaam over de tegels sloop. Steeds iets voorzichtiger als zijn nagels weer tegen de stenen aan tikten.
Ynisa keek even naar beneden en kon niets anders dan giechelen.
Het was vermakelijk om te zien hoe het wezentje steeds, bijna boos, naar zijn klauwen keek als er weer een zacht tikkend geluid opklonk.
het duurde een tijd voor het wezen een manier had gevonden om te lopen waarbij hij geen geluid maakte. Hij liep nu volledig op zijn hielen, zodat de harde nagels nooit de grond raakten.
De waggelende passen lieten de giechelende geluiden van ynisa over gaan in uitgebreid lachen. Het beestje trippelde vrolijk verder met de kop hoog in de lucht geheven, er niets van aantrekkend dat hij uitgelachen werd. Hij was te vol van triomf over zijn werkende manier van lopen.
Het lachen stopte toen ze verder het huis in kwamen. Ze wilde niet dat iemand haar hier betrapte met hem. Ze wist geeneens precies waarom ze hem zo graag geheim wilde houden. Het leek haar gewoon logisch dat draken niet zouden worden geaccepteerd. Het waren nou eenmaal wezens van de Laaglanden en alles wat daar vandaan kwam, werd automatisch als slecht gezien.
Voorzichtig duwde ze de lichthouten deur van de keuken open. Het ding gaf geluidloos mee.
Ynisa stak haar hoofd naar binnen en keek even in het rond om er zeker van te zijn dat er niemand binnen was. Zoals gewoonlijk rond deze tijd was er ook daadwerkelijk niemand.
"Kom Vic."
Aangespoord door de geur van vers vlees, vergat het draakje zijn geluidloze manier van lopen en spurtte naar binnen. Hij werd niet teleurgesteld met de enorme homp vlees wat aan een haak hing te rijpen.
Uitgehongerd gereep hij erna. Het adellijke meisje keek met grote ogen toe hoe Victorie met zijn bek aan het vlees hing terwijl zijn klauwen het verder probeerden los te scheuren. Met verbazing keek Ynisa toe hoe hij door het vlees wist te rijten. Een klap klonk door de keuken toen Victorie met de homp vlees in zijn bek op de grond terecht kwam. Verschrikt keek Ynisa even naar de deur, maar niemand leek het gehoord te hebben. Zuchtend richtte ze zich opnieuw op de draak. Het kauwde smakelijk op het stuk wat hij had weten te bemachtigen.
"Is het lekker?'
Het draakje wendde zijn kop naar haar toe en maakte een hoog geluidje. Ynisa liep dichter naar hem toe en liet zich naast hem neerzakken, oppassend dat het bloed wat van het stuk vlees afkwam niet in haar rokken ging zitten.
"Zo te zien heb je honger,” lachte ze terwijl Victorie stukken vlees bleef afscheuren en ze als een geheel doorslikte. Zonder er bij na te denken pakte Ynisa een stukje van het vlees eraf wat alleen nog door een paar dunne vetstrengetjes werd vast gehouden.
"Dus rauw is beter?" Ze stelde de vraag aan Victorie alsof hij hem ook zou beantwoorden. Misschien was zijn gulzig slikken wel genoeg atnwoord voor haar. Ze had hem ooit gegaard vlees voor gehouden, maar de draak had er zijn neus voor opgetrokken.
Zonder er bij na te denken stopte ze het stukje in haar mond. De smaak was niet vies of extreem lekker, meer vreemd omdat ze zo gewend was het warm te eten. Het was zeker veel sappiger om te eten en Ynisa begreep meteen waarom Victorie de stukken in een keer door slikte. Het was onmogelijk om er door heen te kauwen. Ze slikte eenmaal goed en het stuk gleed door haar keelgat.
"Hm, zo bijzonder is het niet."
Ondanks de niet zo bijzondere smaak bleef ze telkens wat kleine stukjes mee snoepen.
De plotselingen verstijving van Victorie liet haar ophouden.
Mensssen.
Ynisa draaide met een ruk haar hoofd naar de deur. Daarachter kon ze het zachte tikken van sandalen horen.
Paniekerig keek ze terug naar de homp vlees die voor hen lag.
Versstoppen.
De gedachten deden haar omhoog schieten. Een kort moment gleden haar ogen over de keuken, op zoek naar een goede verstopplaats. De voorraadkamer bood uitkomst. Snel vluchtte ze er heen en sloot de deur op een kier na.