Proloog
‘Lumeus, gij bent de uitverkorene, gaat gij, en kiest gij een metgezel uit voor uwe reis naar het licht’ In een overvolle zaal, zonder een enig puntje licht werd Lumeus, de zoon van Andromedeus, verkozen tot de uitverkorene. Hij die licht zal vinden, en zich zal wagen aan het diepe dal, wat naar de tunnel leid, ‘de levenstunnel’.
Sinds de Aren waren gekomen is het licht volledig uitgedoofd, zij sloten ons dorp af van al het zichtbare, ons volk is verblind. Iedereen tast sindsdien letterlijk in het duister, en nu is alles op deze jongeman aangewezen.
Het laatste beetje licht wat nog wel zichtbaar is, is afhankelijk van de floomy’s, de kleine wezens die vastgelinkt zitten aan een ieder. Ieder heeft zijn eigen floomy, zijn eigen floomy met een eigen karakter, vaak bezit de floomy het tegenovergestelde karakter als dat wat de eigenaar bezit.
Deel 1
Het was nu aan mij, ik moest de juiste keuze maken, de keuze voor een geschikte metgezel. Een schare van honderden mannen stond om mij heen, en een ieder wilde mee op deze reis. Misschien wel de gevaarlijkste reis die ik ooit in mijn leven zal maken. Ik voelde hoe mijn Floomy, Rodon heet hij, op mijn schouder kroop, en iets in mijn oor fluisterde :
‘Mijn goedhartige meester, kies geen van deze zotskappen om mee te nemen op uwe reis, ik verzeker u, met heel mijn hart, kies Valeria’ ik hoorde iets dwingends in de stem van Rodon, en besloot zijn aanbeveling in beraad te nemen.
Valeria is een jongedame, met lange blonde haren, zij is avontuurlijk, maar ook een dwaas. Zij heeft geen heer getrouwd en heeft met meerdere mannen het hof gemaakt, word verteld.
Ze snauwt als een hoer, en stapt als een boerin, maar zij maakt toch altijd wat los in mij.
‘Heere Lumeus, kies uwe metgezel, en vertrek!’ De stem van de meester klonk dringend, dus ik verhefte mijn stem, maar toen begon ik te twijfelen.
‘Rodon, ben je er zeker van?’ Ik siste via mijn gesloten lippen naar buiten zodat niemand het zou kunnen horen.
‘Mijne Meester’ klonk de gedempte stem van Rodon, ‘Maar natuurlijk, zij zal u bijstaan in de zware tijden die u tegemoet gaat, zij zal uw niet verlaten wanneer u zal vallen.