Bedankt voor de reacties (:
ik ben van plan om telkens korte stukjes te schrijven en af en toe eens een keer een lang stukje... tenminste... dat is mijn gedachte op dit moment
hier is het volgende stukje
1
Voorzichtig liep Luna Summers achter de oude man aan. Het was koud buiten en haar adem hing in wolkjes voor haar mond. Ze lette erop dat ze zo min mogelijk geluid maakte. Niemand hoefde te weten waar ze naartoe gingen.
Plots bleef de oude man voor een huis staan. Hij had een lange jas aan en een grote muts over zijn hoofd getrokken. ‘Zorg ervoor dat je niet word gevolgd,’ fluisterde hij, ‘anders kan dat je dood betekenen.’ De man had zich niet omgedraaid terwijl hij tegen haar praatte.
Luna knikte terwijl ze wist dat de man het toch niet zou zien. Met grote, geluidloze passen liep de man weg. Luna wachtte tot hij uit het zicht was. Daarna keek ze vluchtig om zich heen voordat ze het huis binnen stapte. Een aangename warmte sloeg haar tegemoet en ze deed haar capuchon af.
Voorzichtig liep ze door de gang naar de woonkamer. In de openhaard brandde een klein vuurtje. Het zag eruit alsof het net was aangemaakt, maar er was niemand te bekennen.
Plots hoorde ze een geluid achter zich. Vliegensvlug schoot haar hand naar het heft van haar zwaard en met een ruk draaide ze zich om. Voor haar voeten zat een kleine muis die haar met grote ogen aanstaarde. Het duurde even voor het tot Luna doordrong dat de muis geen gevaar vormde.
‘Je liet me schrikken,’ mompelde ze. De muis bleef nog even staan, maar verdween toen in een gat in de muur. Voorzichtig liep Luna verder, de trap op naar boven. Toen ze boven was drong een plotselinge stank haar neus binnen. De stank van verrotting, die zou ze herkennen uit duizenden.
Ze keek rond. Er waren drie kamers. Met haar hand op het heft van haar zwaard liep ze naar de eerste deur en bleef daar even staan. De stank was hier niet erger en ook bij de tweede deur niet. Langzaam liep ze door naar de derde kamer.
Voorzichtig opende ze de deur en ze werd overweldigd door de stank die nu veel sterker was. Het was erg donker in de kamer. Gelukkig stonden er wat kaarsen in de kamer dus die stak ze snel aan. De kaarsen gaven niet erg veel licht, maar het was genoeg om te kunnen zien.
In het midden van de kamer stond een tweepersoonsbed en daarnaast twee nachtkastjes. In de hoek stond een kleine kledingkast en in de andere hoek een stoel. Voor het raam hingen dikke, versleten gordijnen waar de motten duidelijk bij waren geweest. Op haar hoede liep ze om het bed heen en zag waar de stank vandaan kwam.
Naast het bed lag een man met lang, grijs haar en een grijze baard die er onverzorgd uit zag. Zijn ogen waren wijd open gesperd, zijn nek zat onder het bloed en lag in een rare positie. Waarschijnlijk gebroken, dacht Luna. In zijn hand hield hij een mes waar bloed aan kleefde en in zijn shirt zat ook een grote bloedvlek. Luna zette een kaars op de grond en ging op haar hurken naast de man zitten. Ze tilde het shirt wat omhoog en keek recht in een gapende wond. Snel wendde ze haar hoofd af en trok het shirt weer omlaag. Altijd weer verwachtte ze niet dat ze recht in een wond zou kunnen kijken. Ze keek weer zijn nek.
Voorzichtig draaide ze het hoofd van de man iets opzij zodat ze de wond in zijn nek kon zien. Haar adem stokte toen ze de wond zag. Dit was geen normale wond, het was een beetwond, en niet zomaar een beetwond. Nee, dit was het bewijs waar ze haar hele leven naar op zoek was geweest. Het bewijs dat de vampier uit de legendes nog bestond.
Luna’s hart begon steeds sneller te kloppen. Ze keek weer naar het mes. Er kleefde nog iets anders aan. Iets zwarts. Nog een bewijs.
Ze keek weer naar het lijk. Dit was duidelijk het werk van de vampier, maar hij was slim. In haar hoofd schetste ze wat er gebeurt was. De man was overvallen door de vampier en had een mes gepakt, maar de vampier was sneller. Hij had de hand van de man omgedraaid en hem met het mes in zijn buik gestoken.
Zo zou het lijken alsof de man zelfmoord had gepleegd, maar toen de vampier hem had losgelaten had de man met zijn laatste krachten de vampier gestoken met hetzelfde mes. De vampier zag daardoor zijn plannetje in het water vallen en had zijn zelfbeheersing verloren door woede. Hij had de man gebeten en zijn nek gebroken. Het zwarte aan het mes was zijn bloed. Hij wist dat dat het enige was waaraan je zijn soort kon herkennen. Zwart bloed...