Oke. Dit is mijn eerste verhaal.
Het is niet echt heel goed, maar ik wilde het graag hierop zetten om te kijken wat jullie er van vinden.
Dit is wat ik tot nu toe heb.
---
Ohja, mijn hoofdstukken zijn heel erg kort. ...
---
1.
Ik keek de klas rond. Míjn klas. De klas waar ik al zo lang in zat. Steeds meer lege plekken waren er gekomen. Eerst Tamara, daarna waren ook Simon, Sanne en Jura vertrokken, of weggestuurd. Wanneer zou ik aan de beurt komen?
“Michaëla?” vroeg meneer Jeffers.
“Eh, ja, meneer?” vroeg ik zacht. Ik zat dus weer eens niet op te letten. Waar had die man het nou weer over?
“Het antwoord?”
Ik zuchtte en sloeg mijn ogen neer. “Op welke vraag, meneer?”
Meneer Jeffers ging rechter staan en keek me aan. “Laat maar, Michaëla…” hij zuchtte.
Op dat moment ging de deur open, en wist ik niet, dat dat moment mijn leven voorgoed zou veranderen.
De directeur kwam binnen. “Michaëla, Kim en Joshua, meneer Jeffers. En, neem je spullen maar mee.”
“We komen toch zo terug?” protesteerde Joshua.
“Neem nou maar gewoon je spullen mee, ja?”
Ik wist dat het niet goed was. Ik voelde het, en ik wist het. Ik wist het omdat Kim, Joshua en ik de enige joodse kinderen waren. De enige uit mijn klas.
Dat gevoel werd sterker toen ik in de gang Jill, Mohamed, en nog meer joodse kinderen zag lopen.
En toen werd mijn vermoeden bevestigd. Want toen ik langs de deur liep, op weg naar het kamertje waar de docenten vergaderden, zag ik het.
Het briefje wat al bij zoveel dingen voor de deur hing. Bij de ijscoman, in de tram, bij de supermarkt, en nu hing het hier ook.
Het vreselijke briefje, met ‘Verboden voor Joden.’
2.
“Jullie kunnen hier niet langer op school zitten,” begon de directeur. Ik wist niet hoe hij heette, iets met Jacob ofzo. “Jullie worden allemaal overgeplaatst, naar het Joods Lyceum.”
Ik hoorde verschillende geluiden om me heen, gemaakt door de kinderen.
Verwarring, paniek, angst, nog meer paniek, nog meer verwarring.
Maar ik voelde enkel boosheid.
Boosheid om mijn vrijheid, om de vrijheid van Jill, om de vrijheid, van de joden.
Boosheid om alles wat van ons afgepakt werd, ijs, zitplaatsen in het park, het park zelf, of het winkelcentrum…
Mijn hele lichaam trilde.
“Michaëla,” de stem galmde en leek ver weg, alsof iemand aan de andere kant van een tunnel stond. “Michaëla.”
En toen werd ik plotseling kalm. Niet door de stem, of door een of ander wonder. Nee. Ik voelde haar hand in de mijne zakken en haar zijdezachte sopraanstem. “Mi.” Fluisterde ze zacht. “Mi, het komt wel goed.”
En toen haalde ik diep adem en keek kalm naar haar gezicht. “Ja.” Verzuchtte ik. “Het zal wel goed komen. Sorry, ik verloor mezelf even.”
Ik keek op naar de directeur. Zijn gezicht stond vol medelijden. “Het spijt me heel erg.” Zei hij. “Ik heb het niet gewild.”
Ik klemde mijn tanden op elkaar en mijn kaken werden strak.
Jill kneep in mijn hand. “Mi.” Fluisterde ze. “Ik beloof het.”
Het was ongelofelijk wat mijn kleine zusje Jill allemaal kon doen met me.
Eén enkel woord was genoeg om me te kalmeren, enthousiast te maken of op te beuren.
Als ik háár zou verliezen, dacht ik, dan zou ik volledig verwilderen.
Ik zuchtte. Alle ingehouden woede kwam in die ene ademtocht naar buiten en maakte me volledig kalm vanbinnen. Ik sloot mijn ogen en vergat alles. Het enige wat er toe deed was dat ik hier was, met haar kleine hand in de mijne.
3.
“Ik vind het eng, Mi.” Fluisterde Jill.
Ik glimlachte naar haar. “Het komt wel goed.” Fluisterde ik zacht tegen haar. “Je kent Mohamed en José, toch?”
Ze knikte en ik hoorde de angst in haar zwijgen.
Ik kneep in haar hand. “Het komt wel goed.” Bezwoer ik. “Echt waar.”
“Beloof je dat?” piepte ze zacht.
Ik sloeg mijn ogen neer. “Ja.” Fluisterde ik schor. “Ja, dat beloof ik.”
Want het deed er niet meer toe.
Vanaf het moment dat de eerste trein met joden ging. Wist ik het. We gingen deze oorlog niet overleven. Wij niet.
4.
Verboden voor joden.
Joden niet gewenst.
Joden na 17.00.
Geen toegang voor joden.
Ik draaide me nog een keer om en keek naar de slapende Jill. In haar slaap verdween elk tegen van angst, of verwarring. Haar gezicht stond kalm en zorgeloos. Zoals dat van een kind zou moeten staan.
Ik kon niet slapen.
Telkens als ik mijn ogen sloot, zag ik het.
De borden, de briefjes. Alles waarmee gezegd werd dat we niet gewenst werden. Alles waarmee gezegd werd, dat we het niet waard waren om daar te komen, om daarmee te reizen, om daar überhaupt ze zitten.
Ik gromde en rolde weer op mijn andere zij.
Waarom joden?
Ik was joods.
Hitler was kwart joods, volgens mij.
Wat hadden we gedaan wat zo erg was dat we niet meer gewenst waren? Dat we niet meer voor vijf uur boodschappen mochten doen? Dat we geen toegang hadden tot daar?
Een traan ontsnapte en rolde op mijn kussen.
Ik sloot mijn ogen en draaide me weer om, met het vooruitzicht dat Jills zorgeloze gezicht me zou kalmeren.
En het werkte.
Ik keek naar haar kalme, vredige gezicht en ik werd leeg.
Ik wist hoe moeilijk Jill het had.
Ze was erbij. Ze was erbij toen mam werd doodgeschoten. Zij was daar.
Ik had haar kunnen troosten, en ze schrok niet meer zo op van elk geluid. Maar haar grote, onschuldige ogen hadden iets gezien wat geen enkel kind had moeten zien.
Ik sloot mijn ogen en ademde diep in en uit. Steeds weer.
Ik knipte mijn nachtlampje uit en even was er geen verschil tussen mijn ogen geopend en gesloten.
Even was er helemaal niets.
Een groot, zwart gat, net als onze toekomst.
Wat zou er allemaal gebeuren met ons?
Hoe vaak kon je een volk vertrappen, verscheuren, verbranden en vernielen, voordat het zich overgaf en smeekte hen te vermoorden, weg van de pijn?
En op dat moment, heel even, maakte het me niet uit. Op dat moment, vond ik het goed om daar zo te liggen.
Met het slapende gezicht van Jill naast me, niet wetend wat de toekomst zou brengen.
Dus ik sloot mijn ogen en droomde weg.
5.
Tot na de oorlog.
Het briefje had in de handen van Margot en Lise gelegen. Hun ogen waren verward over het papier gegleden terwijl wij op weg waren naar de trein.
We moesten twee dagen reizen toen we in het kamp aankwamen. Twee lange dagen met allemaal arme, stille mensen en jammerende, krijsende kinderen.
Ik had Jill op mijn schoot gezet en ze had haar hoofd tegen mijn schouder begraven. Er kwam een gesmoord gesnik uit haar mond. Ik streelde over haar haar.
En toen waren we aangekomen.
We moesten in een ruimte gaan staan. In een ruimte met een soort van douchekoppen.
“Douchen!” beval iemand. Het was nog maar een jongen. Misschien vijftien jaar.
Hoe kon hij dit doen? Schoot er door mijn hoofd. Hoe kon hij de schuld van al deze moorden dragen?
We moesten ons uitkleden en gingen onder de douches staan.
Er klonk luid gesis en uit de douchekoppen kwam gas. Ik snoof een klein beetje op en voelde mijn hoofd licht worden.
“Adem inhouden!” beval pap.
Ik stopte met ademen en voelde dat Jill dat ook deed.
Mijn longen barstten en ik liet mijn adem langzaam ontsnappen. Heel langzaam. Beetje bij beetje.
Toen viel Jill naast me neer en ademde ze diep en schokkerig in en uit.
“Nee!” gilde ik.
Ik wilde niet meer leven. Ik ademde het gas in en uit en voelde de pijn samen met mijn bewustzijn wegsijpelen.
Toen werd ik met een ruk wakker.
Ik had mijn droom aan mijn vader verteld. Maar nog voordat ik bij het kamp aan was gekomen, had hij me al onderbroken.
Het is maar een simpele trein, had mijn vader gezegd. Maar een simpele trein. Gewoon naar een werkkamp.
Ik was kwaad geworden.
“Maar een simpele trein?” had ik gegild. “Maar. Een. Simpele. Trein.”
Wat een schoft. Hij wíst het. Híj wist, dat er een trein was met joden. Een trein waarin joden vervoerd werden om in een kamp ze zitten en te ‘werken.’
Maar ik wist het zeker.
In die kampen waren nooit genoeg plekken voor zoveel mensen.
En wat moesten de kleintjes doen? Ook werken?
Ik wist het al. Als je eenmaal naar zo’n kamp werd gestuurd, was er een immense, grote, extreme kans, dat je daar niet meer uit zou komen.
Niet levend tenminste.
Nu zat ik in mijn kamer. Ik dacht na over alles wat er was gezegd. Over dat het geen oorlog was. Het was maar een kleine uitbreiding van Duitsland.
“Maak je geen zorgen, Mi.” Had hij gezegd. Alsof ik Jill was waartegen hij praatte.
Maar ik was Jill niet.
Ik, ik was Michaëla Cohen, en ik wist dingen.
Ik wist dat mijn droom een voorteken was. Ik wist dat wat ik in mijn droom had gezien, echt zou gebeuren.
Ik wist het.
Maar ik kon er niets aan doen.
is het altijd zo irritant? Ik kan niets goed typen want hij schiet de hele tijd terug naar boven :S Erg vervelend…
De gele sterren.
-
- Balpen
- Berichten: 277
- Lid geworden op: 04 mei 2011 12:38
You can take everything I have
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
Heey, ik heb je eerste hoofdstuk gelezen wilden alvast reageren. Wel moeilijk onderwerp heb je gekozen zeg
wel knap. Wel viel me je namen op. Je noemt hier een joods kind Mohamed, ik weet niet hoe vreemd het in die tijd was, maar het lijkt me niet dat een joods kind snel mohamed heet
aangezien mohamed een Moslimse naam is.
VOor de rest vind ik wel dat je netjes schrijft, alleen zie ik je hoofdstukken meer als alinea's
oke, ik ga nu weer verder lezen 
edit: in je tweede hoofdstuk vond ik wat Jill zei heel goed van alles komt wel goed, vooral omdat de joden dit ook echt dachten.



VOor de rest vind ik wel dat je netjes schrijft, alleen zie ik je hoofdstukken meer als alinea's


edit: in je tweede hoofdstuk vond ik wat Jill zei heel goed van alles komt wel goed, vooral omdat de joden dit ook echt dachten.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
-
- Balpen
- Berichten: 277
- Lid geworden op: 04 mei 2011 12:38
Haha, ik wist even geen joodse namen meer, dus heb ik er Mohamed van gemaakt. 
Maar Jose en Jill zijn ook niet echt Joodse namen. En van Michaela weet ik het niet.
Eigenlijk zijn het ook niet echt hoofdstukken, maar een verhaal zonder hoofdstukken is heel rommelig.
Ik schrijf het eigenlijk in word, maar heb je het boek 'een brief aan mijn ontvoerder' gelezen? Die heeft ook allemaal kleine stukjes en bij elk nieuwe stukje een plaatje van een vlinder. Bij mij in word staat er bij elk nieuw stukje een plaatje van een jodenster. Maar ik heb die dr hier niet bijgedaan.

Maar Jose en Jill zijn ook niet echt Joodse namen. En van Michaela weet ik het niet.
Eigenlijk zijn het ook niet echt hoofdstukken, maar een verhaal zonder hoofdstukken is heel rommelig.
Ik schrijf het eigenlijk in word, maar heb je het boek 'een brief aan mijn ontvoerder' gelezen? Die heeft ook allemaal kleine stukjes en bij elk nieuwe stukje een plaatje van een vlinder. Bij mij in word staat er bij elk nieuw stukje een plaatje van een jodenster. Maar ik heb die dr hier niet bijgedaan.
Laatst gewijzigd door Babette<3. op 04 mei 2011 17:06, 1 keer totaal gewijzigd.
You can take everything I have
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
- Saskjezwaard
- Computer
- Berichten: 4449
- Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
- Locatie: in bed
Twee tips: word en firefox! Schrijf je je verhalen in word? Vergeet dan de eerste tip
maar om een of andere reden werkt de reactieding niet goed op internet explorer en schiet hij de hele tijd terug naar boven. Firfox, of google chrome, hebben dit probleem niet. We weten dat het er is, maar we krijgen het niet opgelost. Volgens mij had het met IE zelf te maken.
Over je verhaal zelf, ik krijg het gevoel alsof het een proloog is. Dat ze alles heeft meegemaakt en nu terugkijkt op de momenten in haar leven waarbij ze wist dat het alles zou veranderen. Want je schrijft het in de voltooid verleden tijd (geloof ik
: ). De meeste boeken worden geschreven in de verleden tijd, een paar uitzonderingen in de tegenwoordige tijd. Jij gebruikt 'had gegild' en zulke woorden, waarbij het dus al gebeurd is. Je moet zelf weten wat je ermee doet natuurlijk
maar ik zou persoonlijk in de verleden tijd gaan schrijven. Dan kun je de momenten meer uitwerken.
Wat ik nu vooral mis zijn de beschrijvingen, dat heeft ook te maken met de tijd waarin je schrijft. Van de personen en omgeving heb ik een vaag tot geen beeld. Probeer die er wel in te stoppen.
Wat ik wel heeeeel erg goed vind, zijn de emoties en gedachten van de hoofdpersoon. Ze komt op mij over als heel sterk, wat je heel goed neerzet. Ik kan helemaal met haar meeleven en heb de eerste stukjes zelfs met kippenvel zitten lezen, gewoon omdat ik zo met haar meeleefde. Dat is echt super
Ik houd persoonlijk niet zo van oorlogsverhalen, zeker niet van de tweede wereldoorlog, maar hiervoor wil ik met liefde een grote uitzondering maken. Ik ben heel erg benieuwd hoe je het verhaal verder laat gaan
Veel succes met schrijven!

Over je verhaal zelf, ik krijg het gevoel alsof het een proloog is. Dat ze alles heeft meegemaakt en nu terugkijkt op de momenten in haar leven waarbij ze wist dat het alles zou veranderen. Want je schrijft het in de voltooid verleden tijd (geloof ik


Wat ik nu vooral mis zijn de beschrijvingen, dat heeft ook te maken met de tijd waarin je schrijft. Van de personen en omgeving heb ik een vaag tot geen beeld. Probeer die er wel in te stoppen.
Wat ik wel heeeeel erg goed vind, zijn de emoties en gedachten van de hoofdpersoon. Ze komt op mij over als heel sterk, wat je heel goed neerzet. Ik kan helemaal met haar meeleven en heb de eerste stukjes zelfs met kippenvel zitten lezen, gewoon omdat ik zo met haar meeleefde. Dat is echt super

Ik houd persoonlijk niet zo van oorlogsverhalen, zeker niet van de tweede wereldoorlog, maar hiervoor wil ik met liefde een grote uitzondering maken. Ik ben heel erg benieuwd hoe je het verhaal verder laat gaan

Veel succes met schrijven!
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Het is niet erg om geen joodse namen te gebruiken ( want genoeg joden hebben geen joodse namen ) maar dan zou ik geen namen nemen van een ander geloof, dus Mohammed ( Morrokaanse namen of Turkse namen enz. ) Omdat dat hoever ik weet niet voorkomt, kies dan voor ( als dit in nederland afspeeld? ) Voor Nederlandse namen. Ook zou ik nie tte veel amerikaanse invloed in je namen gebruiken, ( die was toen nog veel minder )
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
-
- Balpen
- Berichten: 277
- Lid geworden op: 04 mei 2011 12:38
Oke. Ik moet eigenlijk bekennen dat ik stukje 3 het beste vind. (Niet opschepperig bedoelt ofzo.)Saskjezwaard schreef:Ik kan helemaal met haar meeleven en heb de eerste stukjes zelfs met kippenvel zitten lezen, gewoon omdat ik zo met haar meeleefde. Dat is echt super
Maar ik download even google chrome.
You can take everything I have
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
-
- Balpen
- Berichten: 277
- Lid geworden op: 04 mei 2011 12:38
Oke, volgende stukje 
-----
6.
Ik ben nooit echt een prater geweest. Nee. Ik was meer van gevoel en de hersens.
Maar als ik nu terugdenk, praatte ik soms best veel.
Maar niet tegen mensen – uitgezonderd Jill.
Ik praatte tegen alles wat niet leefde, maar wat ik mooi vond.
Ik heb eens een steen gevonden, hij was doorzichtig, met roze aders erin.
Ik heb de steen al mijn verhalen verteld.
Over mama, over Jill, over mijn leven. En nu had ik hem weer gepakt. Ik pakte de steen en vertelde hem al mijn angsten.
De steen heette Rose.
Ik weet niet waarom. Misschien, omdat er van die roze aders doorheen liepen. Of misschien kwam het door de zon die roze reflecteerde in de steen, waardoor hij roze opgloeide. En misschien, misschien was het, omdat mijn moeder zo heette.
Warme tranen vielen op de steen terwijl ik dacht aan wat ons te wachten stond. Dat kon niet, dat mocht niet.
Mam was dood, al vier jaar, vanaf mijn achtste. Het enige wat zij had meegemaakt waren haar jonge jaren die ze in Engeland had doorgebracht, waar ze was geboren en getogen, en haar kleine negen jaar die ze hier had doorgebracht, toen bleek dat ze zwanger was van mij. Maar wat als ze er nog geweest was? Wat als ze samen met mij en papa en Jill dit allemaal zou moeten beleven?
Ik rilde. Hoeveel ik ook van haar hield, op dat moment was ik blij dat ze het niet had meegemaakt.
“Mi,” klonk het zachtjes.
Ik keek met een ruk op en Jill kwam binnenlopen.
“Waarom huil je?” ze keek naar de steen en toen naar de tranen op de wangen van haar zus.
“Ik moest aan mama denken.” Het was zo, voor een deel dan. Ik wilde Jill niet opzadelen met mijn angsten.
Ze kroop bij me op schoot. “Wat is er allemaal aan de hand, Mi?” vroeg ze zachtjes.
Ik hield mijn adem in. Ik was vergeten hoeveel Jill zág.
“Hoe bedoel je?” draaide ik eromheen.
“Papa doet raar, jij doet raar, jullie schreeuwen tegen elkaar, Mi,” fluisterde ze. “Ik snap het niet meer.”
Met mijn lippen veegde ik de tranen van haar wangen. “Het is een beetje een moeilijke tijd, Jill,” probeerde ik luchtig uit te leggen. “Sommige mensen vinden dat, mensen zoals wij – joden – er niet mogen zijn.” Ik zuchtte.
“Waarom niet?” wilde ze weten.
Ik zuchtte weer en schudde toen langzaam mijn hoofd. “Ik weet het niet, Jill, ik weet het niet,” bekende ik.
Er verschenen rimpels in haar voorhoofd terwijl ze nadacht over mijn woorden. Ik probeerde objectief naar haar te kijken. Hoe zou ze op andere mensen overkomen? We waren maar half joods. Aan mij zag je het wel een beetje; lichtbruin haar, bruine ogen, licht getinte huid.
Ik legde mijn arm naast die van haar.
Zij zou weg kunnen komen. Ze viel niet op tussen blanke mensen. Ze viel niet op als een joods meisje. Haar huid was ivoorkleurig, haar goudblonde haar golfde om haar gezicht, en ze keek je hypnotiserend aan met haar diepgroene ogen, omrand met een volle rij donkere, zwarte wimpers.
“Wat kijk je?” vroeg ze, plotseling opgelaten.
Ik sloeg mijn armen nog wat strakker om haar heen en knuffelde haar. Omdat ik je misschien binnenkort kwijt ga raken, dacht ik. Maar ik keek in haar ogen om een plagerig antwoord te kunnen verzinnen. “Omdat je zo mooi bent,” grijnsde ik.
Ze verborg haar hoofd in mijn hals. “Grappenmaker!” murmelde ze.
Ik gaf een kus op haar haar. “Ik maak geen grapjes,” prevelde ik. “Je bent de allermooiste.”
Jill grimaste en legde haar witte arm naast de mijne. “Wit,” verduidelijkte ze.
Ik glimlachte. “Je hoeft niet bruin te zijn om mooi te zijn,” zei ik lachend. “Jij bent mooi, op jou manier, op de Jill manier.”
Ze glimlachte haar engelenglimlach die altijd mijn weerstand brak.
Er kwam een brok in mijn keel zitten en ik probeerde hem weg te slikken. Het was onmogelijk.
“Wat is er?” vroeg Jill, plots weer bezorgd.
Ik schudde mijn hoofd. “Ik hou van jou,” fluisterde ik liefdevol. “Dat mag je nooit vergeten.”

-----
6.
Ik ben nooit echt een prater geweest. Nee. Ik was meer van gevoel en de hersens.
Maar als ik nu terugdenk, praatte ik soms best veel.
Maar niet tegen mensen – uitgezonderd Jill.
Ik praatte tegen alles wat niet leefde, maar wat ik mooi vond.
Ik heb eens een steen gevonden, hij was doorzichtig, met roze aders erin.
Ik heb de steen al mijn verhalen verteld.
Over mama, over Jill, over mijn leven. En nu had ik hem weer gepakt. Ik pakte de steen en vertelde hem al mijn angsten.
De steen heette Rose.
Ik weet niet waarom. Misschien, omdat er van die roze aders doorheen liepen. Of misschien kwam het door de zon die roze reflecteerde in de steen, waardoor hij roze opgloeide. En misschien, misschien was het, omdat mijn moeder zo heette.
Warme tranen vielen op de steen terwijl ik dacht aan wat ons te wachten stond. Dat kon niet, dat mocht niet.
Mam was dood, al vier jaar, vanaf mijn achtste. Het enige wat zij had meegemaakt waren haar jonge jaren die ze in Engeland had doorgebracht, waar ze was geboren en getogen, en haar kleine negen jaar die ze hier had doorgebracht, toen bleek dat ze zwanger was van mij. Maar wat als ze er nog geweest was? Wat als ze samen met mij en papa en Jill dit allemaal zou moeten beleven?
Ik rilde. Hoeveel ik ook van haar hield, op dat moment was ik blij dat ze het niet had meegemaakt.
“Mi,” klonk het zachtjes.
Ik keek met een ruk op en Jill kwam binnenlopen.
“Waarom huil je?” ze keek naar de steen en toen naar de tranen op de wangen van haar zus.
“Ik moest aan mama denken.” Het was zo, voor een deel dan. Ik wilde Jill niet opzadelen met mijn angsten.
Ze kroop bij me op schoot. “Wat is er allemaal aan de hand, Mi?” vroeg ze zachtjes.
Ik hield mijn adem in. Ik was vergeten hoeveel Jill zág.
“Hoe bedoel je?” draaide ik eromheen.
“Papa doet raar, jij doet raar, jullie schreeuwen tegen elkaar, Mi,” fluisterde ze. “Ik snap het niet meer.”
Met mijn lippen veegde ik de tranen van haar wangen. “Het is een beetje een moeilijke tijd, Jill,” probeerde ik luchtig uit te leggen. “Sommige mensen vinden dat, mensen zoals wij – joden – er niet mogen zijn.” Ik zuchtte.
“Waarom niet?” wilde ze weten.
Ik zuchtte weer en schudde toen langzaam mijn hoofd. “Ik weet het niet, Jill, ik weet het niet,” bekende ik.
Er verschenen rimpels in haar voorhoofd terwijl ze nadacht over mijn woorden. Ik probeerde objectief naar haar te kijken. Hoe zou ze op andere mensen overkomen? We waren maar half joods. Aan mij zag je het wel een beetje; lichtbruin haar, bruine ogen, licht getinte huid.
Ik legde mijn arm naast die van haar.
Zij zou weg kunnen komen. Ze viel niet op tussen blanke mensen. Ze viel niet op als een joods meisje. Haar huid was ivoorkleurig, haar goudblonde haar golfde om haar gezicht, en ze keek je hypnotiserend aan met haar diepgroene ogen, omrand met een volle rij donkere, zwarte wimpers.
“Wat kijk je?” vroeg ze, plotseling opgelaten.
Ik sloeg mijn armen nog wat strakker om haar heen en knuffelde haar. Omdat ik je misschien binnenkort kwijt ga raken, dacht ik. Maar ik keek in haar ogen om een plagerig antwoord te kunnen verzinnen. “Omdat je zo mooi bent,” grijnsde ik.
Ze verborg haar hoofd in mijn hals. “Grappenmaker!” murmelde ze.
Ik gaf een kus op haar haar. “Ik maak geen grapjes,” prevelde ik. “Je bent de allermooiste.”
Jill grimaste en legde haar witte arm naast de mijne. “Wit,” verduidelijkte ze.
Ik glimlachte. “Je hoeft niet bruin te zijn om mooi te zijn,” zei ik lachend. “Jij bent mooi, op jou manier, op de Jill manier.”
Ze glimlachte haar engelenglimlach die altijd mijn weerstand brak.
Er kwam een brok in mijn keel zitten en ik probeerde hem weg te slikken. Het was onmogelijk.
“Wat is er?” vroeg Jill, plots weer bezorgd.
Ik schudde mijn hoofd. “Ik hou van jou,” fluisterde ik liefdevol. “Dat mag je nooit vergeten.”
Laatst gewijzigd door Babette<3. op 07 mei 2011 18:15, 2 keer totaal gewijzigd.
You can take everything I have
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
Hey Babette,
Zojuist heb ik je verhaal helemaal gelezen. De titel heeft mij nieuwsgierig gemaakt waardoor ik aan het lezen ben geslagen. Daar komt bij dat je een prettige schrijfstijl hebt waardoor je verhaal ook gemakkelijk leest.
Ik zie dat je de gesproken regels goed tussen aanhalingstekens zet en deze steeds op een nieuwe regel zet. Hiermee zorg je voor overzicht en een gemakkelijk leesbaar verhaal. Om het nog overzichtelijker te maken zou je gebruik kunnen maken van enkele aanhalingstekens. Dit staat rustiger voor de ogen maar is niet verplicht.
Het viel mij inderdaad, zoals Jodiejj terecht opmerkte, op dat je namen gebruikt niet niet Joods klinken. Wanneer je geen namen meer weet kan google uitkomst bieden. Daar staan veel Joodse namen op zodat het wellicht beter in je verhaal past. Persoonlijk vind ik Jill niet echt een goede naam en doet deze mij meer Engels aan. Maar dit is natuurlijk helemaal aan jou wat je er mee wilt doen.
De hoofdstukken zijn erg kort. Zelf zie ik het ook meer als alinea's. Een verhaal hoeft niet altijd hoofdstukken te hebben. Soms wordt deze opgedeeld in verschillende delen en die worden dan weer onderverdeeld in alinea's. Echter heb jij een beeld in je hoofd zoals die in een ander boek beschreven stond. Ik kan me voorstellen, dat wanneer je dit mooi vind, het zelf ook gaat toepassen. Heel persoonlijk dus wat je hier mee wilt doen.
De tip om in Word te schrijven heb je al gekregen. Het is dan alleen nog een kwestie van kopiëren en plakken. Over het algemeen wordt dit als prettiger werken ervaren dan wanneer je direct online typt. Het voordeel is ook dat je je geschreven verhaal gemakkelijker op kan slaan.
Wanneer je een verhaal schrijft over dit onderwerp is het verstandig verschillende bronnen te raadplegen zodat ook alles echt klopt. Hierdoor wordt je verhaal realistischer. Momenteel heb ik geen fouten ontdekt hoor, het is enkel een tip:)
Al met al een verhaal waar zeker potentie in zit!
Ik denk dat je er wel uit komt en ben benieuwd naar je vervolg op dit verhaal. Heel veel succes met het schrijven van je verhaal!
Zojuist heb ik je verhaal helemaal gelezen. De titel heeft mij nieuwsgierig gemaakt waardoor ik aan het lezen ben geslagen. Daar komt bij dat je een prettige schrijfstijl hebt waardoor je verhaal ook gemakkelijk leest.
Ik zie dat je de gesproken regels goed tussen aanhalingstekens zet en deze steeds op een nieuwe regel zet. Hiermee zorg je voor overzicht en een gemakkelijk leesbaar verhaal. Om het nog overzichtelijker te maken zou je gebruik kunnen maken van enkele aanhalingstekens. Dit staat rustiger voor de ogen maar is niet verplicht.
Het viel mij inderdaad, zoals Jodiejj terecht opmerkte, op dat je namen gebruikt niet niet Joods klinken. Wanneer je geen namen meer weet kan google uitkomst bieden. Daar staan veel Joodse namen op zodat het wellicht beter in je verhaal past. Persoonlijk vind ik Jill niet echt een goede naam en doet deze mij meer Engels aan. Maar dit is natuurlijk helemaal aan jou wat je er mee wilt doen.
De hoofdstukken zijn erg kort. Zelf zie ik het ook meer als alinea's. Een verhaal hoeft niet altijd hoofdstukken te hebben. Soms wordt deze opgedeeld in verschillende delen en die worden dan weer onderverdeeld in alinea's. Echter heb jij een beeld in je hoofd zoals die in een ander boek beschreven stond. Ik kan me voorstellen, dat wanneer je dit mooi vind, het zelf ook gaat toepassen. Heel persoonlijk dus wat je hier mee wilt doen.
De tip om in Word te schrijven heb je al gekregen. Het is dan alleen nog een kwestie van kopiëren en plakken. Over het algemeen wordt dit als prettiger werken ervaren dan wanneer je direct online typt. Het voordeel is ook dat je je geschreven verhaal gemakkelijker op kan slaan.
Wanneer je een verhaal schrijft over dit onderwerp is het verstandig verschillende bronnen te raadplegen zodat ook alles echt klopt. Hierdoor wordt je verhaal realistischer. Momenteel heb ik geen fouten ontdekt hoor, het is enkel een tip:)
Al met al een verhaal waar zeker potentie in zit!
Ik denk dat je er wel uit komt en ben benieuwd naar je vervolg op dit verhaal. Heel veel succes met het schrijven van je verhaal!

-
- Balpen
- Berichten: 277
- Lid geworden op: 04 mei 2011 12:38
@ Marly,,
Dat over die engelse namen, dat was eigenlijk ook een soort ander puntje, maar ik loop in mijn word document een beetje heel erg voor op wat ik hier post. Later in het verhaal kwam eigenlijk het punt dat de moeder van Michaela en Jill - Rose - geboren en getogen is in Engeland en dat ze ongeveer negen jaar - vanaf dat bleek dat ze zwanger was tot na Michaela's achtste - in Nederland gewoond had, tot ze stierf. Jill was op dat moment dus drie en daardoor komt de engels/amerikaanse naam Jill ;D. Ik heb het in het vorige stukje verwerkt en mijn verhaal aangepast. Maar ik hoop dat het nu duidelijk is.
Maarja, nu voordat mijn uitleg langer wordt dan dit stukje:
Derde stukje:
Stuk 7 en een klein stukje van stuk 8. (Yup, het zijn niet echt hoofdstukken ;D. )
---
7.
Het leek een week of twee beter te gaan. De joden hielden zich aan afspraken en de enige regel die er nog bij was gekomen, was dat joden nu niet meer mochten vissen. Ik had daar niet zo’n moeite mee gehad – pap wel. Hij was een drukke man, maar maakte graag een uur of twee vrij om rustig aan de kant te zitten met zijn hengel in het water.
Maar toen gebeurde het. Hetgeen waar ik zo bang voor was geweest. Alleen waren wij niet het slachtoffer, het was Jills klasgenootje José.
Het joodse meisje woonde aan het einde van onze straat. Ze hadden een brief ontvangen waarin stond dat de gehele familie naar een werkkamp moest.
José’s ouders hadden een brief geschreven aan mijn vader. Wat erin stond wist ik niet, maar ik vermoedde dat het een normale brief was, dat we de moed erin moesten houden, en dat ze ons zouden zien, na de oorlog.
Pap had er niets over gezegd, maar ik had een voorgevoel. Zo’n tinteling in mijn buik die me waarschuwde, die me vertelde dat er iets goed mis was. Dat we de familie van José niet meer zouden zien.
8.
Ik ging elke dag naar school. Elke dag liep ik naar school met Jill, en kwam ik ’s middags terug om te koken.
Tot de laatste dag. Maar toen ik ’s ochtends naar school liep, kwam ik Joshua tegen. Waarom liep hij naar ons toe? Het was nog ruim driekwart kilometer naar de school, en dat was de andere kant op.
“Michaëla!” riep hij. “Michaëla!”
Ik stopte en trok Jill schuin achter me.
“Michaëla!” schreeuwde hij, terwijl hij nu nog geen meter van me vandaan was.
“Wat is er?” vroeg ik terughoudend. Zijn ogen waren groot en opgewonden.
“Ze zitten in onze school!” riep hij uit.
“Wie?” vroeg ik.
Jill keek schichtig naar de vreemde jongen met het zwarte haar en de net zo donkere ogen.
“De moff– ik bedoel Duitsers! Ze zitten in onze school!”
Ik keek hem verward aan. Wat moesten Duitse soldaten in onze school? Het was een Jodenschool, wat moesten ze daar?
Joshua schoot in de lach door mijn verdwaasde uitdrukking. “Ik snap het ook niet,” bekende hij. “Maar we hebben dus geen school meer.”
Hij haalde de boeken en schriften uit zijn tas. “Hier,” zei hij terwijl hij haar de helft overhandigde. “Ik heb je boeken, stop ze in je tas en ga naar huis, orders van meneer Hinde.” Joshua glimlachte, knipoogde snel en draaide zich toen om, om na nog een zwaai terug naar zijn huis te rennen.
“Kom, Jill,” zuchtte ik terwijl ik me naar haar toedraaide. “We gaan naar huis.”
“Naar huis?” vroeg Jill verrast. Ze had blijkbaar niets meegekregen van ons gesprek.
“Ja, we kunnen niet meer naar school,” zei ik. “Kom, we gaan naar huis.”
Ik trok haar mee terwijl ik met grote stappen door de straten beende. En voor de derde keer in vijf minuten, vroeg ik me af: wat deden die Duitsers in godsnaam in onze school?
Dat over die engelse namen, dat was eigenlijk ook een soort ander puntje, maar ik loop in mijn word document een beetje heel erg voor op wat ik hier post. Later in het verhaal kwam eigenlijk het punt dat de moeder van Michaela en Jill - Rose - geboren en getogen is in Engeland en dat ze ongeveer negen jaar - vanaf dat bleek dat ze zwanger was tot na Michaela's achtste - in Nederland gewoond had, tot ze stierf. Jill was op dat moment dus drie en daardoor komt de engels/amerikaanse naam Jill ;D. Ik heb het in het vorige stukje verwerkt en mijn verhaal aangepast. Maar ik hoop dat het nu duidelijk is.
Maarja, nu voordat mijn uitleg langer wordt dan dit stukje:
Derde stukje:
Stuk 7 en een klein stukje van stuk 8. (Yup, het zijn niet echt hoofdstukken ;D. )
---
7.
Het leek een week of twee beter te gaan. De joden hielden zich aan afspraken en de enige regel die er nog bij was gekomen, was dat joden nu niet meer mochten vissen. Ik had daar niet zo’n moeite mee gehad – pap wel. Hij was een drukke man, maar maakte graag een uur of twee vrij om rustig aan de kant te zitten met zijn hengel in het water.
Maar toen gebeurde het. Hetgeen waar ik zo bang voor was geweest. Alleen waren wij niet het slachtoffer, het was Jills klasgenootje José.
Het joodse meisje woonde aan het einde van onze straat. Ze hadden een brief ontvangen waarin stond dat de gehele familie naar een werkkamp moest.
José’s ouders hadden een brief geschreven aan mijn vader. Wat erin stond wist ik niet, maar ik vermoedde dat het een normale brief was, dat we de moed erin moesten houden, en dat ze ons zouden zien, na de oorlog.
Pap had er niets over gezegd, maar ik had een voorgevoel. Zo’n tinteling in mijn buik die me waarschuwde, die me vertelde dat er iets goed mis was. Dat we de familie van José niet meer zouden zien.
8.
Ik ging elke dag naar school. Elke dag liep ik naar school met Jill, en kwam ik ’s middags terug om te koken.
Tot de laatste dag. Maar toen ik ’s ochtends naar school liep, kwam ik Joshua tegen. Waarom liep hij naar ons toe? Het was nog ruim driekwart kilometer naar de school, en dat was de andere kant op.
“Michaëla!” riep hij. “Michaëla!”
Ik stopte en trok Jill schuin achter me.
“Michaëla!” schreeuwde hij, terwijl hij nu nog geen meter van me vandaan was.
“Wat is er?” vroeg ik terughoudend. Zijn ogen waren groot en opgewonden.
“Ze zitten in onze school!” riep hij uit.
“Wie?” vroeg ik.
Jill keek schichtig naar de vreemde jongen met het zwarte haar en de net zo donkere ogen.
“De moff– ik bedoel Duitsers! Ze zitten in onze school!”
Ik keek hem verward aan. Wat moesten Duitse soldaten in onze school? Het was een Jodenschool, wat moesten ze daar?
Joshua schoot in de lach door mijn verdwaasde uitdrukking. “Ik snap het ook niet,” bekende hij. “Maar we hebben dus geen school meer.”
Hij haalde de boeken en schriften uit zijn tas. “Hier,” zei hij terwijl hij haar de helft overhandigde. “Ik heb je boeken, stop ze in je tas en ga naar huis, orders van meneer Hinde.” Joshua glimlachte, knipoogde snel en draaide zich toen om, om na nog een zwaai terug naar zijn huis te rennen.
“Kom, Jill,” zuchtte ik terwijl ik me naar haar toedraaide. “We gaan naar huis.”
“Naar huis?” vroeg Jill verrast. Ze had blijkbaar niets meegekregen van ons gesprek.
“Ja, we kunnen niet meer naar school,” zei ik. “Kom, we gaan naar huis.”
Ik trok haar mee terwijl ik met grote stappen door de straten beende. En voor de derde keer in vijf minuten, vroeg ik me af: wat deden die Duitsers in godsnaam in onze school?
You can take everything I have
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
-
- Puntenslijper
- Berichten: 27
- Lid geworden op: 09 mei 2011 19:30
Zeer mooie schrijfstijl. Ik ben al van toen ik klein was geboeid door 'soldaten' en later werd dat dan meer naar de Tweede Wereldoorlog verschoven. Het is zeker geen makkelijk onderwerp om over te schrijven aangezien je je niet écht kan voorstellen wat zij hebben meegemaakt niettegenstaande er veel informatie te vinden is op het net en elsewhere.
Goed punt:
Je start je 'gezegdes' op een nieuwe lijn.
Er zit veel variatie in woordgebruik in.
Slecht punt:
Vaak start je een nieuwe lijn op plaatsen waar ik het niet zou gebruiken (gewoon tussen twee normale zinnen in)
Vb.
Goed punt:
Je start je 'gezegdes' op een nieuwe lijn.
Er zit veel variatie in woordgebruik in.
Slecht punt:
Vaak start je een nieuwe lijn op plaatsen waar ik het niet zou gebruiken (gewoon tussen twee normale zinnen in)
Vb.
Volgens mij (mijn mening) is het beter als je dit allemaal aan elkaar rijgt.Ik draaide me nog een keer om en keek naar de slapende Jill. In haar slaap verdween elk tegen van angst, of verwarring. Haar gezicht stond kalm en zorgeloos. Zoals dat van een kind zou moeten staan.
Ik kon niet slapen.
Telkens als ik mijn ogen sloot, zag ik het.
De borden, de briefjes. Alles waarmee gezegd werd dat we niet gewenst werden. Alles waarmee gezegd werd, dat we het niet waard waren om daar te komen, om daarmee te reizen, om daar überhaupt ze zitten.
“So the whole game is fixed by the will of Gramps on his throne while we're down here for what? His entertainment? That makes us chumps, or God's a sadist and either way, I got no use for him.”
- PFC Robert Leckie
Je stukjes zien er netjes uit. Ik denk dat je ze wel wat meer kan uitbreiden om het nog meer beeldend te maken. Daardoor gaat het verhaal meer leven. Je kan het ook iets uitgebreider schrijven. De lezer kan best wat meer informatie verwerken. Dit hoort ook bij het uitbreiden van je verhaal.
Je kunt bijvoorbeeld beschrijven hoe het huis eruit ziet, wat ze kookt, hoe de straten eruit zien, de mensen die ze tegen komt en zo heb jen nog veel meer mogelijkheden.
Succes!

Succes!

-
- Balpen
- Berichten: 277
- Lid geworden op: 04 mei 2011 12:38
@ Motionrecord - Ik vind ook dat ik soms teveel enters doe enzo ;D. Maar ik ben er voor mezelf nog niet helemaal uit wanneer ik wel of niet op een nieuwe regel begin. ;p.
@ Marly - ik zal t proberen.
---
Eenmaal thuis was mijn vader net zo verrast als Jill toen hij hoorde dat we niet naar school konden. Ik jaagde Jill zo’n beetje weg met de vraag of ze in mijn kamer naar mijn pennen kon zoeken, en ging toen tegenover mijn vader zitten.
“Wat is er?” bromde hij.
Ik deed alsof ik zijn stuurse toon niet opmerkte en zei op een zachte, dringende toon: “Er zitten Duitsers in onze school.”
Paps ogen werden groot. “Wat zeg je?” vroeg hij.
Ik keek hem ongeduldig aan. “Oh, je hoorde me wel, pap,” zei ik. “En ik lieg niet.”
“Natuurlijk niet,” gromde hij fel. “Maar…” En toen stond hij met zijn mond vol tanden.
Ik schudde mijn hoofd. “Laat maar,” zei ik. “Maar ik wilde vragen hoe lang je de schijn nog op ging houden, voor mij tenminste.”
“Ik houd geen schijn op, Michaëla.” Bromde hij, maar hij wist dat hij ging verliezen.
“Oké, dan,” begon ik. “Of je hebt echt geen idee wat er allemaal gebeurt buiten, met mensen, met joden, met óns, of je wilt ons gewoon zo goed beschermen, dat het onze dood kan worden.”
Hij haalde een paar keer beverig adem. “Oké,” zei hij uiteindelijk met trillende stem. “Ik weet wat er gebeurd daar, Mi, maar ik wil jullie niet met dingen opzadelen die jullie niet aangaan. Dit is oorlog, soms doen mensen vreselijke dingen, en meestal gaan mensen dood.”
Ik knikte begrijpend. “Ik zal er niet meer over beginnen als Jill erbij is,” beloofde ik.
Pap knikte een keer kort en richtte zich toen weer tot de krant.
Op dat moment kwam Jill binnen met mijn pennen binnen.
“Hier,” zei ze kortaf. “Je pennen.” Ze gooide ze bijna op de tafel en draaide zich toen met een ruk om. Er was nog geen seconde verstreken, en Jill was al weg.
“Wat is er met haar?” wilde pap weten.
Ik werd nijdig. “Hoe kan ík dat nou weten?” snauwde ik.
“Sorry,” mompelde hij opgelaten. “Ik dacht… ja…” hij stopte. “Laat maar.”
Ik knikte en begon aan mijn werk. Ik wist niet waarom ik het deed. Maar ik moest íéts doen. Na een tijdje stond ik op en snelde achter Jill aan.
Want plots wist ik wat er was. Ik voelde het. En ik wist ook waar ik haar kon vinden.
Vrijwel geruisloos liep ik de zoldertrap op en deed ik de deur op een kiertje open. Ik liet mijn ogen door de kamer dwalen. Er viel maar een beetje licht door de kleine ramen met de grijze, stoffige vitrages ervoor en het stond er vol met de mahoniehouten kasten. Ik stapte naar binnen en liep naar de deur van de handdoekenkast. Het was er anders. Lichter. De muren en vloer waren van grijs beton en de handdoeken stonden in stapels – gesorteerd op kleur en grootte – verspreid over de gehele kast. Hij was zo’n drie bij drie meter en ik gluurde door het raampje. Daar zat ze, weggestopt in de wasmand.
Ik stapte naar binnen. “Jill,” begon ik.
“Nee,” snikte ze. “Nee, ga weg!”
Ik deed het niet. Ik kwam langzaam dichterbij, mijn handen naar voren, met mijn handpalmen naar haar toe. “Ik doe niets wat jij niet wilt, Jill,” zei ik. “Ik doe niets, maar je moet naar me luisteren.”
Ze slikte een keer luidruchtig en knikte toen voordat ze weer een schokkerige huilbui kreeg.
“Ik weet dat je je zorgen maakt, Jill, ik weet het,” mompelde ik zacht. “En ik snap het. Jij bent hetzelfde als ik, Jill, je hebt net als ik, een soort voorgevoel.” Ik stopte even en haalde diep adem. “Ik begrijp je, Jill.” Ik draaide me om en wilde net de deur weer sluiten, toen Jill in beweging kwam.
“Blijf,” smeekte ze. “Heel even. En luister.”
Ik kwam weer naar binnen en ging voor haar zitten. “Je kunt me alles vertellen.”
En toen begon ook Jill met haar verhaal.
“Ik voel me vreselijk,” zei ze met een vervormde stem. “Mijn hoofd barst uit elkaar, Mi, en ik wil gewoon weg. Weg van hier. Weg van alles.” Ze snikte.
Mijn ogen werden groot. “Jill,” begon ik.
Maar ze schudde alleen maar haar hoofd. “Ik wil… alleen zijn…” fluisterde ze.
Ik knikte en verliet de kamer.
@ Marly - ik zal t proberen.
---
Eenmaal thuis was mijn vader net zo verrast als Jill toen hij hoorde dat we niet naar school konden. Ik jaagde Jill zo’n beetje weg met de vraag of ze in mijn kamer naar mijn pennen kon zoeken, en ging toen tegenover mijn vader zitten.
“Wat is er?” bromde hij.
Ik deed alsof ik zijn stuurse toon niet opmerkte en zei op een zachte, dringende toon: “Er zitten Duitsers in onze school.”
Paps ogen werden groot. “Wat zeg je?” vroeg hij.
Ik keek hem ongeduldig aan. “Oh, je hoorde me wel, pap,” zei ik. “En ik lieg niet.”
“Natuurlijk niet,” gromde hij fel. “Maar…” En toen stond hij met zijn mond vol tanden.
Ik schudde mijn hoofd. “Laat maar,” zei ik. “Maar ik wilde vragen hoe lang je de schijn nog op ging houden, voor mij tenminste.”
“Ik houd geen schijn op, Michaëla.” Bromde hij, maar hij wist dat hij ging verliezen.
“Oké, dan,” begon ik. “Of je hebt echt geen idee wat er allemaal gebeurt buiten, met mensen, met joden, met óns, of je wilt ons gewoon zo goed beschermen, dat het onze dood kan worden.”
Hij haalde een paar keer beverig adem. “Oké,” zei hij uiteindelijk met trillende stem. “Ik weet wat er gebeurd daar, Mi, maar ik wil jullie niet met dingen opzadelen die jullie niet aangaan. Dit is oorlog, soms doen mensen vreselijke dingen, en meestal gaan mensen dood.”
Ik knikte begrijpend. “Ik zal er niet meer over beginnen als Jill erbij is,” beloofde ik.
Pap knikte een keer kort en richtte zich toen weer tot de krant.
Op dat moment kwam Jill binnen met mijn pennen binnen.
“Hier,” zei ze kortaf. “Je pennen.” Ze gooide ze bijna op de tafel en draaide zich toen met een ruk om. Er was nog geen seconde verstreken, en Jill was al weg.
“Wat is er met haar?” wilde pap weten.
Ik werd nijdig. “Hoe kan ík dat nou weten?” snauwde ik.
“Sorry,” mompelde hij opgelaten. “Ik dacht… ja…” hij stopte. “Laat maar.”
Ik knikte en begon aan mijn werk. Ik wist niet waarom ik het deed. Maar ik moest íéts doen. Na een tijdje stond ik op en snelde achter Jill aan.
Want plots wist ik wat er was. Ik voelde het. En ik wist ook waar ik haar kon vinden.
Vrijwel geruisloos liep ik de zoldertrap op en deed ik de deur op een kiertje open. Ik liet mijn ogen door de kamer dwalen. Er viel maar een beetje licht door de kleine ramen met de grijze, stoffige vitrages ervoor en het stond er vol met de mahoniehouten kasten. Ik stapte naar binnen en liep naar de deur van de handdoekenkast. Het was er anders. Lichter. De muren en vloer waren van grijs beton en de handdoeken stonden in stapels – gesorteerd op kleur en grootte – verspreid over de gehele kast. Hij was zo’n drie bij drie meter en ik gluurde door het raampje. Daar zat ze, weggestopt in de wasmand.
Ik stapte naar binnen. “Jill,” begon ik.
“Nee,” snikte ze. “Nee, ga weg!”
Ik deed het niet. Ik kwam langzaam dichterbij, mijn handen naar voren, met mijn handpalmen naar haar toe. “Ik doe niets wat jij niet wilt, Jill,” zei ik. “Ik doe niets, maar je moet naar me luisteren.”
Ze slikte een keer luidruchtig en knikte toen voordat ze weer een schokkerige huilbui kreeg.
“Ik weet dat je je zorgen maakt, Jill, ik weet het,” mompelde ik zacht. “En ik snap het. Jij bent hetzelfde als ik, Jill, je hebt net als ik, een soort voorgevoel.” Ik stopte even en haalde diep adem. “Ik begrijp je, Jill.” Ik draaide me om en wilde net de deur weer sluiten, toen Jill in beweging kwam.
“Blijf,” smeekte ze. “Heel even. En luister.”
Ik kwam weer naar binnen en ging voor haar zitten. “Je kunt me alles vertellen.”
En toen begon ook Jill met haar verhaal.
“Ik voel me vreselijk,” zei ze met een vervormde stem. “Mijn hoofd barst uit elkaar, Mi, en ik wil gewoon weg. Weg van hier. Weg van alles.” Ze snikte.
Mijn ogen werden groot. “Jill,” begon ik.
Maar ze schudde alleen maar haar hoofd. “Ik wil… alleen zijn…” fluisterde ze.
Ik knikte en verliet de kamer.
You can take everything I have
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
Je beschrijvingen zijn in dit stukje al een stuk gedetailleerder. Ik kon de kasten voor me zien en ook hoe Jill in de wasmand zat. Probeer dit vol te houden. Op dit moment kan ik nog niet goed inschatten hoe oud Jill is. Op sommige momenten lijkt ze me al aan het puberen door haar woordkeus maar op andere momenten lijkt het alsof ze wordt behandeld als een kind van zeven of acht jaar. Wellicht is het handig om de leeftijden van de beide meiden nog even te benoemen.
Verder ziet het stukje er keurig uit.

Verder ziet het stukje er keurig uit.

-
- Balpen
- Berichten: 277
- Lid geworden op: 04 mei 2011 12:38
@ Marly - Thanks.
Next!
---
“Mi, wat gebeurt er met José?” vroeg Jill plots toen ik aan de keukentafel bezig was met mijn rekenwerk.
Ik schudde mijn hoofd. “Ik weet het niet, Jill,” zei ik weifelend. “Het kan zoveel zijn.”
“Maar wat dénk je dat er gebeurt?” drong ze aan.
“Ik denk…” Ik wachtte. Wat moest ik zeggen? Ja Jill, ik denk dat ze José en haar familie hebben vermoord of zij en haar moeder liggen nu dood te gaan in het kamp terwijl haar broers en vader werken tot ze erbij neervallen? Dat kon ik niet zeggen, dat mocht ik niet zeggen, en dat wílde ik niet zeggen. “Ik denk dat ze in een kamp zitten,” zei ik uiteindelijk maar.
Jill knikte.
Ik keek naar de keuken. Onze kasjes waren lichtgeel. Mama’s lievelingskleur. Het aanrecht was glimmend zwart. De muur was bedekt met tegels waar teksten op stonden. Eentje was mijn favoriet.
Zonder iets te zeggen stond ik op en liep naar de tegel. Mijn tegel. Ik had de tekst zelf verzonnen.
Be Proud, stond er in de sierlijke letters van mijn moeders handschrift.
Maar mam… zei ik in gedachten tegen haar. We hebben de ruimte niet meer om trots te zijn.
Ik slikte. Een traan brandde in mijn oog. Hij ontsnapte en rolde over mijn wang.
“Wat is er?” vroeg Jill. Ze keek me met haar grote, groene ogen naar mijn gezicht.
Ik wist dat ik niet gewoon ‘niets, Jill, niets,’ kon zeggen, dus keek ik haar aan en liet mijn ogen spreken.
Ze knikte begrijpend en pakte mijn hand.
Mijn Jill, mijn allerliefste Jill, ik wist dat ik haar niet kwijt wilde. Dat ze alles was. Dat ik een maan was, die om haar heen draaide. Zij was de planeet.
Ik sloot mijn ogen. Hoe zou iemand ooit kunnen overleven zonder een meisje zoals Jill? Zonder iemand waarop je kon rekenen?
Toen ik mijn ogen opende, keken haar ogen mij aan. Haar ogen, die op een of andere manier veel te intelligent leken voor een meisje van zeven.
Ik wist wat het was. Ik wist dat Jill hoogbegaafd was, maar het was zo vanzelfsprekend geworden dat Jill haar eigen leven had. Dat Jill gewoon… Jill was.
Ik glimlachte.
“Mi.” Jills stem beefde.
En op dat moment was het goed. Het was goed om naar Jill te kijken. Haar stem te horen. Het maakte niet uit wat er zou gebeuren. Niets maakte wat uit. Het was goed zo. Want ik had Jill.
Next!
---
“Mi, wat gebeurt er met José?” vroeg Jill plots toen ik aan de keukentafel bezig was met mijn rekenwerk.
Ik schudde mijn hoofd. “Ik weet het niet, Jill,” zei ik weifelend. “Het kan zoveel zijn.”
“Maar wat dénk je dat er gebeurt?” drong ze aan.
“Ik denk…” Ik wachtte. Wat moest ik zeggen? Ja Jill, ik denk dat ze José en haar familie hebben vermoord of zij en haar moeder liggen nu dood te gaan in het kamp terwijl haar broers en vader werken tot ze erbij neervallen? Dat kon ik niet zeggen, dat mocht ik niet zeggen, en dat wílde ik niet zeggen. “Ik denk dat ze in een kamp zitten,” zei ik uiteindelijk maar.
Jill knikte.
Ik keek naar de keuken. Onze kasjes waren lichtgeel. Mama’s lievelingskleur. Het aanrecht was glimmend zwart. De muur was bedekt met tegels waar teksten op stonden. Eentje was mijn favoriet.
Zonder iets te zeggen stond ik op en liep naar de tegel. Mijn tegel. Ik had de tekst zelf verzonnen.
Be Proud, stond er in de sierlijke letters van mijn moeders handschrift.
Maar mam… zei ik in gedachten tegen haar. We hebben de ruimte niet meer om trots te zijn.
Ik slikte. Een traan brandde in mijn oog. Hij ontsnapte en rolde over mijn wang.
“Wat is er?” vroeg Jill. Ze keek me met haar grote, groene ogen naar mijn gezicht.
Ik wist dat ik niet gewoon ‘niets, Jill, niets,’ kon zeggen, dus keek ik haar aan en liet mijn ogen spreken.
Ze knikte begrijpend en pakte mijn hand.
Mijn Jill, mijn allerliefste Jill, ik wist dat ik haar niet kwijt wilde. Dat ze alles was. Dat ik een maan was, die om haar heen draaide. Zij was de planeet.
Ik sloot mijn ogen. Hoe zou iemand ooit kunnen overleven zonder een meisje zoals Jill? Zonder iemand waarop je kon rekenen?
Toen ik mijn ogen opende, keken haar ogen mij aan. Haar ogen, die op een of andere manier veel te intelligent leken voor een meisje van zeven.
Ik wist wat het was. Ik wist dat Jill hoogbegaafd was, maar het was zo vanzelfsprekend geworden dat Jill haar eigen leven had. Dat Jill gewoon… Jill was.
Ik glimlachte.
“Mi.” Jills stem beefde.
En op dat moment was het goed. Het was goed om naar Jill te kijken. Haar stem te horen. Het maakte niet uit wat er zou gebeuren. Niets maakte wat uit. Het was goed zo. Want ik had Jill.
You can take everything I have
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
You can break everything I am
Like I'm made of paper
Go on and try to tear me down
I will be rising from the ground
Like a skyscraper.
-
- Balpen
- Berichten: 256
- Lid geworden op: 23 jan 2012 14:19
- Locatie: Leiden
Waarom ben je in godsnaam gestopt:O!
never give up, there is no such thing as an ending. just a new beginning.