Weg voor altijd

Hier kun je naar hartelust je One Shots kwijt die in het genre Drama vallen. Maak een topic aan en zet ze er allemaal in.

Moderator: Patrick

Plaats reactie
Gebruikersavatar
Miss James
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 mei 2007 21:03
Locatie: Middelburg
Contacteer:

Hey,

Voor degenen die het begin al hebben gelezen, ik heb een aantal dingen verandert en het hele verhaal staat er nu op.

Weg. Voor altijd.
Omhels me nog even. We zullen elkaar lange tijd niet zien misschien. Ik weet het niet. Ik heb werkelijk geen idee wat er zal gebeuren. Beloof me dat... Ik kijk op. Dit heeft geen zin. Weglopen voor je gevoelens. Weglopen van hetgeen dat tegenzit. Weglopen van alles. Het kan niet. Het is onmogelijk. Ik leg het boek naast me neer, en sta op. Ik loop mijn kamer uit, en ga naar de badkamer. Met een natte washand wrijf ik over mijn gezicht. Daarna doe ik mijn make-up op. Ik ruim alles op, en loop de trap af. Snel pak ik een boterham met kaas uit de koelkast. Ik had hem die middag klaargemaakt, maar ik had geen honger. Daarna doe ik mijn jas aan. Ik kijk nog even in de spiegel en loop dan naar buiten. Het is koud, het waait hard. Ondanks dat ik mijn haar in een staart heb gedaan waaien er nog steeds plukken in mijn gezicht. Ik doe mijn sjaal nog iets beter om, zodat ik de kou minder goed voel. Het begint te regenen. Ook dat nog. Ik moet nog minstens twintig minuten lopen. De neiging om naar huis te gaan wordt hierdoor nog groter dan die al was. Lekker voor de tv hangen, met een bak chips. Nergens aan denken. Doen alsof er niks aan de hand is. Maar tegelijkertijd weet ik ook dat dit geen oplossing is. Ik moet toch een keer naar haar toe gaan, toch een keer zien hoe het met haar gaat. Het moet. En ik kan niet wegblijven. Ik ben haar dochter. Ik hoor er voor haar te zijn. Maar wat doe ik? Ik loop weg, terwijl zij degene is die het het moeilijkste heeft van allemaal. Nu pas besef ik dat ik het helemaal fout doe. Vanaf nu ga ik alles anders doen. Ik ga er voor haar zijn. Ik ga voor haar zorgen. Ik ga zorgen dat het goed komt. En misschien, misschien valt het allemaal ook wel mee. Misschien is het niet zo erg als ik me voorstel. Misschien is ze wel helemaal niet zo ziek als ik denk. Als ik opkijk, merk ik dat ik al bij het ziekenhuis ben. De regen is gestopt. Door de grote, glazen draaideur loop ik naar binnen. Het is druk. Logisch, het is bezoekuur. Ik heb altijd een hekel aan ziekenhuizen. De geur alleen al. Zo steriel. Vreselijk. Ik loop naar de balie, en vraag in welke kamer ze ligt. Ik schaam me een beetje. Een beetje lieve dochter weet natuurlijk allang waar haar moeder ligt, als die al meer dat twee weken in het ziekenhuis ligt. Maar ik niet. Nadat de vrouw achter de balie mij vertelt waar ik heen moet, loop ik naar de lift. Er staan nog meer mensen te wachten. Een zuster, die een rolstoel duwt. In de rolstoel zit een oude man. Hij ziet er moe uit. Zou hij erg ziek zijn? Zou hij dood gaan? Ernaast staat een gezin. Vader, moeder, zoon en dochter. Ik wordt er een beetje jaloers van. Hadden wij maar zo’n gezin. Mijn vader verliet mijn moeder toen ik drie was. Broers en zussen had ik niet. En een jaar geleden ben ook ik bij mijn moeder weggegaan. Ik had er geen zin meer in. Ik wilde doen waar ik zelf zin in had. Ik ben op mezelf gaan wonen. In dezelfde stad, dat wel. Maar toch, ik denk dat mijn moeder vanaf toen heel eenzaam was. De liftdeuren gaan open. Iedereen stapt in. Mijn moeder ligt op de eerste verdieping. Ik ben de eerste die uitstapt. Ik kijk om me heen en hoor allerlei mensen praten. Terwijl ik onderweg ben naar de kamer van mij moeder, zie ik een klasgenoot. Jonathan. Vroeger had ik altijd lol met hem, maar de laatste jaren is het minder geworden. Jammer eigenlijk. Hij begroet mij met een geschrokken blik in zijn ogen. Ik vraag me af waarom, maar loop toch gewoon verder. Als ik bij de kamer van mijn moeder ben aangekomen, zie ik dat ze helemaal alleen is. Ze ligt te slapen. Ze snurkt zachtjes. Ze ziet er slecht uit. Al mijn illusies over dat het misschien wel mee zal vallen zijn dus onzin. Toch ben ik blij haar te zien. Dat vertrouwde gezicht. Ze blijft mijn moeder. Er komt een verpleger aan. Het is een leuke jongen. Rond de twintig, denk ik. Hij loopt naar mijn moeder toe en maakt haar wakker. Ze ziet er slaperig uit. De verpleger geeft haar de medicijnen. Het zijn er veel. Heel veel. Nadat hij haar infuus gecontroleerd heeft loot hij de kamer uit. Op weg naar de andere patiënten. Gewoon routine. Ik raap al mijn moed bij elkaar en stap langzaam naar binnen. Ze heeft haar ogen dicht, maar ik weet dat ze niet slaapt. Ik zie het. ‘Mam.’ Ik probeer sterk over te komen, maar ik weet dat mijn stem schor en bang klinkt. Mijn moeder zegt niks. Ze laat niks merken. Geen emotie, niks. Het doet me pijn. Ik wil er voor haar zijn. Waarom doet ze zo afstandelijk? Zou ze echt zo boos zijn? Of komt het doordat ze niet helemaal helder is. Ik weet het niet. Stilte. ‘Slaap je?’ vraag ik twijfelend. Weer geen antwoord. Ik begin rond te lopen. Er liggen veel cadeautjes op het tafeltje naast haar bed. Een fruitmand, bloemen, en kaarten, heel veel kaarten. Maar wat heeft ze eraan? Niks. Ik voel woede naar boven komen. Waarom denk iedereen dat met cadeautjes alles zomaar goed is. Kanker kan je niet goed maken, met niks! Ik draai me om. Nog steeds heeft ze haar ogen gesloten. Dit heeft geen zin. Ik kom morgen wel terug. Langzaam loop ik de kamer uit, een paar keer achterom kijkend, in de hoop dat ze toch met me wil praten. Maar het blijft akelig stil. Ik doe de deur achter me dicht, en loop door de gang terug naar de lift. Dezelfde verpleger die mijn moeder haar medicijnen gaf, lacht vriendelijk naar me. Ik lach terug, maar van binnen huil ik. Net als de lift aankomt, en ik in stap, zie ik Jonathan aanlopen. Nog net op tijd stapt hij in. Ik zeg niks, en ook hij zorgt ervoor dat de akelige stilte niet verbroken word, maar als de lift bijna op de begane grond is zegt hij: ‘Je hebt me hier niet gezien, oké?’ Dan loopt hij weg, nog voordat ik antwoord kan geven. Dit is vreemd. Heel vreemd. Helemaal niet zoals ik hem ken. Het lijkt alsof hij iets te verbergen heeft, iets dat niemand mag weten. Normaal is hij altijd een van de vrolijkste jongens van de klas. Hij heeft altijd wat te melden en zegt precies wat hij vindt. Zoals hij nu deed, past absoluut niet bij hem. Zo is Jonathan niet. Er moet meer aan de hand zijn. En…ik wil weten wat. Ook al zijn we niet zulke goede vrienden als we vroeger waren, dit doet me iets. Ik loop voorbij de receptie. De vrouw die me net heeft verteld waar mijn moeder ligt zit er niet meer. Er zit een andere vrouw. Ook zij lacht vriendelijk naar me, net als de verpleger. Opnieuw lach ik terug, opnieuw lach ik terug, terwijl ik van binnen huil.

Het regent, de wint waait hard. Al dagen is dit slechte weer aan de gang. Het begint me te irriteren. Het is al eind mei, en nog steeds is het geen mooi weer. Als ik mijn fiets heb neergezet loop ik de school binnen. Eerst nog even langs mijn kluisje. De bel is al gegaan. Alweer te laat, zoals altijd. Ik loop nog even snel naar mijn rooster om te kijken waar ik les heb, en loop dan snel naar het lokaal. Gelukkig. De deur staat nog open. Geen briefje dit keer. Snel loop ik naar mijn tafel en ga zitten. De les begint, maar ik denk heel ergens anders aan. Telkens als ik probeer op te letten, dwalen mij gedachten af naar wat er gisteren gebeurt is. Mijn moeder, die deed of ik er niet was. Jonathan, die heel vreemd reageerde toen hij mij tegenkwam. Hij zit een paar tafels van me vandaan. Ik kijk naar hem. Hij zit te staren. Waar zou hij aan denken? Ook aan gisteren? ‘Het antwoord op vraag vijf graag!’ De dwingende stem van mijn geschiedenisleraar dringt nu pas tot me door. ‘Sorry, ik was er even niet bij met mijn gedachten, welke vraag was het?’ De leraar zucht. ‘Mirjam, beantwoord jij de vraag maar.’ Zuchtend kijk ik naar buiten. Nog steeds regen. Nog vijf minuten. Dan heb ik het eerste uur weer overleeft. Ik stapel mijn boeken alvast op. Direct als ik de bel hoor sta ik op, en loop ik naar buiten. Ik heb geen zin om met iemand te praten. Maar ik ben niet de enige met dat idee. Als ik omkijk zie ik dat Jonathan achter me staat. Hij heeft nu economie, net als ik. Zijn rooster is bijna precies gelijk aan het mijne. We lopen samen door de gangen, maar zeggen niks tegen elkaar. Ik heb geen zin om met iemand te praten. Als we bij het lokaal zijn aangekomen gaan we allebei direct naar onze plaats. Hij naar de ene kant van het lokaal, ik naar de andere kant. De tijd gaat langzaam, tergend langzaam. Als de bel is gegaan en ik weg wil lopen, komt Jonathan naar me toe. ‘Kan ik je heel even spreken?’ vraagt hij. ‘Uhm, ja, goed, waarover?’ Snel loopt hij naar de hoek van het lokaal. ‘Over gisteren… Wil je alsjeblieft tegen niemand zeggen dat je me gezien hebt?’ ‘Natuurlijk, maar..waarom dan?’
‘Het is nogal…laat maar..’ Diezelfde klank in zijn stem als gisteren. Hij zit echt ergens mee, ik voel het gewoon. ‘Je kunt het mij vertellen.’ Ik kijk hem aan. ‘Ik heb liever niet dat iemand het weet,’ antwoord hij. Dan loopt hij weg, zo snel mogelijk. Ik wil achter hem aan lopen, maar ik doe het toch niet. Uit angst, denk ik. De pauze is nu begonnen. En ik ben weer eens mijn eten vergeten. Dat wordt weer naar de kantine gaan om eten te kopen. Gelukkig heb ik wel geld mee en kan ik een frikadellenbroodje kopen. Het broodje is lekker warm. Ook Jonathan heeft iets gekocht in de kantine. Ik wil op hem afstappen, maar ik doe het toch niet. Straks heb ik weer les met hem, misschien dat ik hem dan aanspreek. Niet veel later gaat de bel. Engels en biologie zijn de volgende lessen die ik heb. Als ik bij het lokaal aankom, zie ik dat bijna iedereen er al zit. Snel loop ik naar mijn plaats. De lerares begint de les in het Engels, zoals gewoonlijk. Ze praat de hele les vol lijkt het wel. Over haar vakantie in Schotland, maar meer dringt er ook niet tot me door. Ik vind Jonathan veel interessanter. Ik vraag me nog steeds af, wat het is dat ik niet mag weten. De bel gaat. Ik sta op en wil naar Jonathan, maar hij is al weg. Bij biologie kan ik mijn gedachten er ook niet bij houden. De leraar praat weer de hele les vol, zoals hij altijd doet. Zijn verhaal over Pietje Platworm doet me niet veel. Hij heeft ook weer zijn anekdotes, die hij zo langdradig kan vertellen. Ik val gewoon bijna in slaap. Ineens wordt ik gewekt uit mijn droom. ‘Waar zijn je aantekeningen? Hebben we weer zitten dagdromen?’ ‘Nee,’ antwoord ik, ‘ik vond het niet nodig om aantekeningen te maken.’ ‘Het is je eigen verantwoordelijkheid als je geen aantekeningen maakt, maar kom dan niet bij me om te zeggen dat het niet in je boek stond of dat je het niet kon weten.’ Saved by the bell! Ik ga vlug achter Jonathan aan. Hij loopt naar de studieruimte.
Gelukkig is het druk, zodat het niet opvalt dat ik naast hem kom zitten. Ik pak mijn biologieboek, en doe net of ik begin met leren. Af en toe kijk ik op zij. Hij schenkt geen aandacht aan me. Ik zoek naar een geschikt moment om een gesprek te beginnen, maar dat moment lijkt niet te komen. Toch moet ik een keer beginnen met praten om te weten wat er met hem aan de hand is. ‘Gaat alles wel goed met je? Je doet zo…vreemd de laatste tijd?’
‘Hoe bedoel je?’ ‘Nou, gewoon, afstandelijk, niet zoals anders…’ ‘Valt wel mee hoor..’ Zo snel als hij kan verdiept hij zich weer in zijn boek. Dit gaat niet werken. Hij wil niet geholpen worden. Nog een keer probeer ik het. ‘Mag ik vragen…ik was in het ziekenhuis voor mijn moeder, voor wie was jij er?’ ‘Luister, ik wil niet dat iemand dit weet, kun je er alsjeblieft over ophouden?’ Zijn onverschillige en onzekere stem heeft plaats gemaakt voor een boze. ‘Ik wil je alleen maar helpen. Je bent veranderd. En ik wil weten waarom! Je kunt het me vertellen, echt waar!’ ‘Waarom ben je opeens zo geïnteresseerd in me?’ ‘Ik weet het niet, ik weet alleen dat ik me zorgen maak.’ ‘Waarom?’ ‘Weet ik veel! Geloof me nou maar!’ ‘Goed..ik vertel het, maar niet hier… Loop maar mee naar buiten.’ Eindelijk. Snel pak ik mijn tas in en loop ik achter hem aan. We zeggen niks tegen elkaar totdat we buiten zijn. Op een stil plekje op het schoolplein blijft hij stilstaan. ‘Kijk.. Het gaat om mijn vader.. Hij… Hij ligt in het ziekenhuis omdat…’ Hij stopt even met praten. Ik zie dat hij het moeilijk heeft. ‘Hij heeft een overdosis genomen. Medicijnen.’ Hij staart naar de grond. Ik weet niet hoe ik moet reageren. Dit is niet wat ik verwachtte. Opeens gaat hij verder. ‘Hoe kon hij? Hoe kon hij dat doen? Hij wilde ons gewoon in de steek laten! Ik haat hem!’ Hij is boos. Ik probeer iets zinnigs te zeggen, maar het enige wat ik kan bedenken is: ‘Misschien bedoelde hij het niet zo.’ ‘Nee, natuurlijk niet,’ zegt Jonathan sarcastisch. En dan… Hij begint te huilen. Zomaar ineens. Zachtjes, dat wel, maar ik zie dat er een traan over zijn wang rolt. ‘Laten we even gaan zitten,’ zeg ik zachtjes. Langzaam lopen we naar een bankje, net buiten het plein. De bel gaat, maar dat kan me even niks schelen. ‘Ik snap het gewoon niet. Houdt hij niet genoeg van ons? Waarom heeft hij het gedaan?’ Ik denk even na. ‘Misschien zag hij het gewoon even niet meer zitten? Ik weet zeker dat hij ontzettend veel van jullie houdt!’ Ik twijfel even, en sla dan een arm om hem heen. Daar zitten we, samen. We zeggen niks. Als ik naar hem kijkt zie ik dat hij is gestopt met huilen. ‘Dankjewel.’ ‘Geen probleem. Ik heb niks bijzonders gedaan.’ ‘Jawel, je hebt geluisterd naar me, dankjewel.’ Samen lopen we terug naar het schoolgebouw. Ik heb Frans, hij Duits. Het enige verschil in ons rooster. Als we op de eerste verdieping zijn gekomen staat hij nog even stil. ‘Nogmaals bedankt.’ Opeens geeft hij mij een kus. Zomaar. Uit het niets. Dan loopt hij weg. De gang in. Even blijf ik staan, verbaasd. Dan loop ik verder naar Frans. Ik voel me helemaal gelukkig.

Vandaag is precies zoals twee weken geleden. Weer die tegenzin, weer datzelfde gevoel. Waarom ben ik niet gelijk de volgende dag teruggegaan. Het had alles veel gemakkelijker gemaakt. Maar ik was weer laf. Opnieuw liep ik weg voor mijn problemen. Ik dacht alleen maar aan Jonathan. Tenminste, ik wilde alleen maar aan Jonathan denken. Aan die kus, en de dagen erna. Gister bood hij aan om mee te gaan. Hij vond dat hij iets goed te maken had, omdat ik hem ook had geholpen. Maar ik weet dat ik dit alleen moet doen. Het is iets tussen mijn moeder en mij. Daar kan niemand bij helpen. Ook hij niet. Net als twee weken geleden doe ik mijn jas aan. Ik hoor de telefoon rinkelen, maar neem niet op. Ik moet nu gaan. Anders stel ik het alleen maar nog langer uit. Opnieuw ga ik naar het ziekenhuis. Weer lopend. Het is fijn om even buiten te zijn. Het weer is een stuk beter dan de vorige keer. Geen regen, weinig wind. Ik geniet er van, maar hoe dichter ik bij het ziekenhuis kom, hoe meer spanning ik voel. Hoe zou ze dit keer reageren? Zou ze me willen zien? Of zou ze me weer negeren, net als toen? En hoe zou ze eraan toe zijn? Net zo ziek als toen? Minder ziek? Of misschien nog erger? Opnieuw loop ik door de draaideur naar binnen. Opnieuw die steriele geur. Nog steeds erger ik me eraan. Ik loop langs de balie. Dezelfde vrouw die mij vertelde waar mijn moeder lag zit er weer. Waar mijn moeder ligt hoef ik niet meer te vragen. Ik loop door naar de lift. In tegenstelling tot de vorige keer sta ik nu alleen bij de lift. Ik druk op het knopje, en wacht. Het duurt lang. Te lang. Ik besluit met de trap te gaan. Ik loop naar boven. Telkens sla ik een trap over. Dat doe ik altijd. Al zolang ik me kan herinneren. Opnieuw loop ik door de gang. Opnieuw naar die kamer. Maar als ik naar binnen stap zie ik dat het bed leeg is. Hoe kan dat? Ik weet heel zeker dat dit de kamer is, waar ik toen ook stond. Zou ze in een andere kamer liggen? Snel loop ik naar het kamertje waar de verplegers zitten. ‘Uhm..mag ik iets vragen? Ik ben op zoek naar mijn moeder, en ze lag eerst op kamer 205, maar nu is die kamer leeg.’ De verpleger die vorige keer mijn moeder verzorgde kijkt even naar de anderen en staat dan op. ‘Wij hebben je een aantal keer gebeld.’ ‘Hoezo?’ Ik krijg een raar gevoel van binnen. ‘Afgelopen nacht is je moeders toestand erg achteruit gegaan. Vanochtend is ze in coma geraakt, en…vanmiddag is ze…’ Ik hoor de rest niet meer. Dit kan niet. Dit mag niet. Ze kan me niet achterlaten. Niet zo! Maar het is echt waar. Ze is weg. Voor altijd.
Laatst gewijzigd door Miss James op 08 jun 2007 14:24, 1 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Silent Dream
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 17
Lid geworden op: 01 jun 2007 19:44
Contacteer:

Aangezien het voor Nederlands is, neem ik aan dat je kritische reacties wilt.

Gebruik alinea's, want nu is het één lap tekst, waardoor het lezen minder prettig is.

Verder, let op woorden die je vaak gebruikt en probeer synoniemen te verzinnen:
Weglopen voor je gevoelens. Weglopen van hetgeen dat tegenzit. Weglopen van alles. Het kan niet. Het is onmogelijk. Ik loop mijn kamer uit, en ga naar de badkamer.
Ik had hem die middag klaargemaakt, maar ik had geen honger
En misschien, misschien valt het allemaal ook wel mee. Misschien is het niet zo erg als ik me voorstel. Misschien is ze wel helemaal niet zo ziek als ik denk.
Nog een paar andere opmerkingen:
en loop de trap af, naar beneden.
Dit is behoorlijk dubbelop. Wanneer je de trap af gaat, ga je meestal naar beneden (altijd eigenlijk).
Het was koud, het waait hard
Was = verleden tijd
waait = tegenwoordige tijd


Als laatste zou ik proberen er niet zo'n opsomming van te maken: 'ik doe dit, ik doe dat, ik doe zus, ik doe zo.'
Maak gebruik van wat meer details. Als het regent, kun je het zo omschrijven dat 'ik' de regen ook op zich voelt. Wanneer er een gesprek plaatsvindt, schrijf dan niet: 'ik vraag waar ze ligt', maar maak er een echt dialoog van.
Dit soort kleine dingen zorgen ervoor dat je verhaal gaat leven.

[/b]
Gebruikersavatar
Miss James
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 mei 2007 21:03
Locatie: Middelburg
Contacteer:

Silent Dream schreef:Aangezien het voor Nederlands is, neem ik aan dat je kritische reacties wilt.

Gebruik alinea's, want nu is het één lap tekst, waardoor het lezen minder prettig is.

Verder, let op woorden die je vaak gebruikt en probeer synoniemen te verzinnen:
Weglopen voor je gevoelens. Weglopen van hetgeen dat tegenzit. Weglopen van alles. Het kan niet. Het is onmogelijk. Ik loop mijn kamer uit, en ga naar de badkamer.
Ik had hem die middag klaargemaakt, maar ik had geen honger
En misschien, misschien valt het allemaal ook wel mee. Misschien is het niet zo erg als ik me voorstel. Misschien is ze wel helemaal niet zo ziek als ik denk.
Misschien heb je gelijk, hoewel het soms ook juist een mooie draai aan het verhaal kan geven
Nog een paar andere opmerkingen:
en loop de trap af, naar beneden.
Dit is behoorlijk dubbelop. Wanneer je de trap af gaat, ga je meestal naar beneden (altijd eigenlijk).
Uhm, ja..dat is waar :lol:
Het was koud, het waait hard
Was = verleden tijd
waait = tegenwoordige tijd
Klopt!

Als laatste zou ik proberen er niet zo'n opsomming van te maken: 'ik doe dit, ik doe dat, ik doe zus, ik doe zo.'
Maak gebruik van wat meer details. Als het regent, kun je het zo omschrijven dat 'ik' de regen ook op zich voelt. Wanneer er een gesprek plaatsvindt, schrijf dan niet: 'ik vraag waar ze ligt', maar maak er een echt dialoog van.
Dit soort kleine dingen zorgen ervoor dat je verhaal gaat leven.

[/b]
Yup, ik zal er naar kijken
Gebruikersavatar
Darkstar
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 978
Lid geworden op: 03 jun 2007 17:30
Locatie: Zuid-Nederland

Ik vind het jammer van het einde. Ik neem aan dat dit verhaal niet verder gaat. Ik denk dat het mooier zou zijn als je eindigd met dat je beschrijft dat ze haar moeder ziet liggen of zoiets. Verder vind ik het een leuk verhaal!
Gebruikersavatar
Miss James
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 mei 2007 21:03
Locatie: Middelburg
Contacteer:

Darkstar schreef:Ik vind het jammer van het einde. Ik neem aan dat dit verhaal niet verder gaat. Ik denk dat het mooier zou zijn als je eindigd met dat je beschrijft dat ze haar moeder ziet liggen of zoiets. Verder vind ik het een leuk verhaal!
Dit is nog maar het begin, het einde moet ik nog schrijven ;)
Gebruikersavatar
Darkstar
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 978
Lid geworden op: 03 jun 2007 17:30
Locatie: Zuid-Nederland

Ow okee, ik dacht dat dit het hele verhaal was. Dan heb ik niets gezegd. Ben benieuwd hoe het verder zal gaan dan =P .
Gebruikersavatar
Miss James
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 mei 2007 21:03
Locatie: Middelburg
Contacteer:

Haha, oké dan ;)
Gebruikersavatar
Miss James
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 mei 2007 21:03
Locatie: Middelburg
Contacteer:

Het hele verhaal staat nu online
Gebruikersavatar
Darkstar
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 978
Lid geworden op: 03 jun 2007 17:30
Locatie: Zuid-Nederland

Maar nu is alles én super klein én zonder alinea's. Door één grote lap tekst kom ik niet doorgespit. Kun je niet proberen het nieuwe deel in een apart artikel te plaatsen en er alinea's in te doen?
You're the one who cries, when you're alone..
Gebruikersavatar
Miss James
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 mei 2007 21:03
Locatie: Middelburg
Contacteer:

Ik kon het nieuwe deel niet apart toevoegen omdat ik in het 1st deel een aantal dingen veranderd heb...Ik zie het probleem niet eigenlijk..
Gebruikersavatar
yesdnil
Erelid
Erelid
Berichten: 327
Lid geworden op: 01 sep 2006 22:48
Locatie: Brugge
Contacteer:

heey, vind het mooi verhaal. Maar vind het wel jammer dat het zo'n klein lettertype is ( leest persoonlijk wat moeilijker ) doe zo verder:)
Acta est fabula!!! Sanis libris, vita lacuna ...
Gebruikersavatar
Darkstar
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 978
Lid geworden op: 03 jun 2007 17:30
Locatie: Zuid-Nederland

Het leest nogal ongemakkelijk nu omdat het één grote lap tekst is.
You're the one who cries, when you're alone..
Roosj
Balpen
Balpen
Berichten: 224
Lid geworden op: 05 mei 2007 17:57
Contacteer:

Alinea's en een groter lettertype en het komt helemaal goed =P
The best way to make your dreams come true, is to wake up
Gebruikersavatar
Miss James
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 10 mei 2007 21:03
Locatie: Middelburg
Contacteer:

dankjewel allemaal :)

Ok, misschien is het lettertype iets te klein :lol:
Ik weet niet, gebruik dat altijd op forums..
Plaats reactie

Terug naar “Dramatische One Shots”