Cirque des Vampires

Hier vind je alle voltooide fantasieverhalen!
Xatham
Banned
Banned
Berichten: 1503
Lid geworden op: 14 mei 2011 12:44

Jeeej! Ik wist wel dat Deora iedereen zou redden! :D En wat ben ik blij dat ik net weer genoeg stukjes gemist heb om niet in spanning te zitten over die mannen bij Talitha :P
As the phoenix arises from his ashes...
ejell
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 1805
Lid geworden op: 16 jun 2011 22:21
Locatie: Lima Heights Adjacent

Awh mooi einde van je stuk! Ik vind dat je echt een prettige schrijfstijl hebt en je werkt je personages goed uit.
Soms valt het me wel op dat je de neiging hebt om bepaalde woorden snel achter elkaar opnieuw te gebruiken.

~ Skey keek naar Talitha terwijl ze dronk. De manier waarop ze het deed was zacht, haast teder. Ondanks haar dorst en slechte gezondheid dronk ze langzaam en beheerst, bijna onschuldig. Hij kon haar energie voelen groeien naarmate ze meer bloed binnen kreeg. Hij streelde haar haren en voelde haar warmer worden onder zijn hand. Langzaam nam haar kracht toe en sterkte haar energie aan.
Na een tijdje richtte ze haar hoofd op. Met haar grote, donkere ogen keek ze hem aan. Skey keek terug en beantwoordde de vraag in haar ogen zonder dat ze hem hoefde te stellen. Hij knikte en stroopte de mouw van het meisje wat op. ~

Hier heb je bijvoorbeeld twee keer Skey staan, terwijl er ook 'hij' of 'deze' kan staan. Hoop dat je er iets aan hebt!
When the power of love overcomes the love of power.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Dank jullie wel allebei! :) Ejell, de herhaling was in jouw voorbeeldgeval omdat er een nieuwe alinea begon, maar ik ga er op letten, thanks! :)

___________________________________________________________________________________

Hoofdstuk

Niet veel later zat Skey op een bureau in de verlaten fabrieksruimte. Buiten was het inmiddels dag geworden en alle aanwezigen hadden zich binnen verzameld. Ook Deora was er. Ze lag bij Skey’s voeten op de grond en was de grote held. Aimon had Skey verteld dat zij degene was die hem en Talitha had weten op te sporen.
Nog de nacht dat ze verdwenen waren, waren Aimon en de anderen op pad gegaan om hen te zoeken. Ze hadden Deora laten leiden, die Skey’s geur wist op te vangen en hen heel ver in de goede richting leidde. Ze had hen naar het industriegebied gebracht waar Brandon hen vasthield, maar was daar vastgelopen. Gezien Skey en Talitha ondergronds zaten, was het moeilijk voor haar hen precies te lokaliseren. Aimon en de anderen hadden zich opgehouden in een gebouw op het industrieterrein en iedere nacht een bepaald gebied uitgekamd. Bij het gebouw waar Skey had gezeten waren ze nog niet geweest, maar na een paar nachten had Deora een opleving gekregen. Aimon vertelde dat ze ineens wakker geworden was uit haar slaap, een tijdlang met gespitste oren ergens heen had gekeken en toen plotseling overeind was gekomen. Ze was het gebouw uitgerend en had hen een bepaalde kant op geleid. Halverwege hadden ze moeten schuilen voor het daglicht en zodra het donker was, waren ze verder gegaan. Nog diezelfde nacht waren ze bij Talitha uitgekomen, die in het verlaten fabriekspand op Skey wachtte, die voor haar aan het jagen was.
Zo had Deora ervoor gezorgd dat iedereen nu weer bij elkaar was, in de ruimte op de bovenste verdieping van het fabriekspand. Jeremiah stond voor Skey bij het bureau. Hij was bezig Skey’s gezicht te bekijken en de wonden te verzorgen, om het versnelde genezingsproces te helpen. Skey liet hem zijn gang gaan. Het maakte hem niet zo veel uit of hij een dag sneller of langzamer heelde, maar Aimon had het graag gewild en hij wist dat hj daar ook wel zijn redenen voor had.
Terwijl Jeremiah Skey’s verwondingen bekeek, was Marida aan de andere kant van de ruimte op dezelfde manier met Talitha bezig. Skey keek ernaar vanaf zijn plek op het bureau. Talitha keek voor zich uit, haar hoofd een beetje schuin, terwijl Marida een wondje op haar wenkbrauw ontsmette. Marida had nog geen woord gezegd sinds ze binnen waren gekomen. Zij en Talitha waren niet bepaald vriendinnen, maar toch had Aimon aan haar gevraagd Talitha of ze Talitha wilde behandelen en niet Scrooge of Harper. Skey had wel een vermoeden waarom hij dat gedaan had. Toen hij Aimon verslag had gedaan van wat er de afgelopen dagen allemaal gebeurd was, had hij niet verteld wat Brandon met haar had gedaan. Hij wist niet of Talitha dat wel wilde en hij wilde haar privacy niet schaden. Ondanks dat vermoedde hij dat Aimon bepaalde delen zelf kon invullen. Waarschijnlijk was dat de reden dat hij Talitha aan een vrouw toegewezen had.
‘Hoe heb je Marida zo ver gekregen om mee te gaan?’ vroeg Skey aan Aimon, die vlak bij hen tegen de muur leunde. Aimon had staan kijken hoe Jeremiah de wond op Skey’s hoofd ontsmette en zijn ogen verplaatsen zich naar die van hem.
‘Rangorde,’ zei hij. ‘Ik zei haar dat we haar nodig hadden, dus ze had geen keus.’ Skey glimlachte grimmig.
‘Daar was ze vast blij mee.’ Aimon haalde zijn schouder op.
‘Waar zij wel en niet blij mee was, deed er in deze situatie niet toe. Na Harper en jou en Deora is ze één van de beste spoorzoekers die we hebben. Het zou zonde zijn om haar thuis te laten, ook al hadden zij en degene die ze moest zoeken een hekel aan elkaar.’ Skey kneep een oog dicht toen Jeremiah de wond bij zijn slaap schoonmaakte met iets wat venijnig prikte.
‘Dan zal het een uitdaging voor haar zijn om te zoeken naar iemand die ze nog minder mag dan mij,’ zei hij. Aimon keek hem aan.
‘Bradley,’ zei hij. Skey knikte.
‘Ja. Ik denk dat Brandon hem nog steeds vasthoudt.’
‘Denk je dat hij nog leeft?’ Skey liet Jeremiah zijn kin wat omhoog duwen, zodat hij naar de afdrukken van de schakelketting rond zijn hals kon kijken.
‘Ik weet het niet, maar ik kan hem niet zomaar achterlaten zonder het zeker te weten.’
‘Wil je hem gaan zoeken?’ vroeg hij. Skey knikte.
‘Ja. Ik wil niet dat ze hem alsnog het leven zuur maken. Of erger.’
‘Je hebt hem een paar keer gezien, toch?’
‘Ja, twee keer.’
‘Hadden ze hem iets gedaan, dat jij weet?’
‘Nou, ze hebben hem in ieder geval bang gemaakt. Ik denk dat die angst hem voor erger behoed heeft.’ Jeremiah trok de kraag van Skey’s overhemd wat opzij, vermoedelijk zoekend naar de bron van het bloed in zijn hals. Vanaf zijn plek bij de muur keek Aimon naar wat hij deed.
‘Dat denk ik ook, ja,’ zei hij. ‘Was hij gewond?’ Skey schudde zijn hoofd.
‘Niet ernstig. Voor zover ik kon zien, tenminste. Alleen oppervlakkig. Maar-’ Hij was nog niet uitgesproken toen hij halverwege zijn antwoord werd onderbroken door Jeremiah.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Okej dis niet eerlijk!! Ik wil weten wat er aan de hand is met skey's nek ofzo??!
Ik vermoed dat Brandon een chip ofzo in heeft geplaats, hets maar een idee.

Oja ergens in het midden had je staan: Aimon haalde zijn schouder op.

Ik denk dat er schouders moet staan, weet niey zeker. :P

Schrijf snel verder!!
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Xatham
Banned
Banned
Berichten: 1503
Lid geworden op: 14 mei 2011 12:44

Tsss... Lekker vervelend moment uitgekozen om te stoppen met je stukje. Nu weten we nog niet wat er gezegd gaat worden.

Eén foutje weer. Als je overigens niet wilt dat ik er steeds foutjes uithaal mag je dat best zeggen hoor, af en toe vind ik het ook best irritant om de hele tijd feedback te krijgen, en ik weet niet hoe anderen dat zien:
Zij en Talitha waren niet bepaald vriendinnen, maar toch had Aimon aan haar gevraagd Talitha of ze Talitha wilde behandelen en niet Scrooge of Harper.
Volgens mij hoort die tweede 'Talitha' niet thuis in deze zin.
As the phoenix arises from his ashes...
Gebruikersavatar
xIMISSYOU
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 923
Lid geworden op: 01 jan 2009 14:44

Je hebt weer een heel mooi stukje neergezet! Echt goed hoe je alles beschrijft en hoe je lezer een precies beeld kan vormen van wat er aan de hand is. Prachtig!
Ik hoop alleen dat Skey zichzelf niet in de problemen brengt door Bradley te proberen redden, maar hij kan hem inderdaad niet aan zijn lot overlaten. :D
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~

Nano: 6670/50 000
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Leuk, zoveel positieve reacties! :D Xatham, blijf maar rustig verbeteren hoor, daar zijn we hier ten slotte voor :) volgende stukje! Beetje lang dit keer, lastig knippen.

___________________________________________________________________________________

‘Trek uit,’ zei hij doodleuk. Skey keek zijn kant op.
‘-ik weet niet wat ze met hem zullen doen als ze- wat?’ Jeremiah knikte naar het bloed in zijn hals.
‘Je overhemd uit. Trek uit. Ik moet zien waar dat vandaan komt en ik wil naar je ribben kijken.’ Skey zette zijn kraag rechtop, zodat het bloed in zijn hals aan het zicht onttrokken werd.
‘Niet nodig, het isiets levensbedreigends,’ zei hij. Verderop zei Aimon echter waarschuwend: ‘Skey…’ Skey onderdrukte een zucht. Hij wist dat ze hem niet met rust zouden laten tot ze ervan overtuigd waren dat ze ieder wondje op zijn lichaam uitgebreid bekeken en behandeld hadden.
Skey pakte met tegenzin een knoop vast en begon zijn overhemd los te maken. Hij liet het van zijn armen glijden en legde het naast zich neer. Met ontbloot bovenlijf bleef hij op het bureau zitten. De lijnen van de spieren in zijn buik waren overtrokken met blauwe plekken en de wond in zijn hals stak diep donkerrood af tegen zijn bleke huid.
‘Tevreden?’ vroeg hij. Hij zag dat Aimon en Jeremiah allebei naar de afdruk van Talitha’s beet in zijn schouder keken. Vanaf de andere kant van de kamer keek ook Marida er even naar, met een bepaalde blik in haar ogen. Ondanks het feit dat zijn hele bovenlichaam kneuzingen vertoonde en de striemen van de loden pijp nog op zijn rug stonden, was die wond de grootste issue. De meeste vampieren hadden bepaalde meningen over en een zekere afkeer voor vampieren die zich door anderen lieten bijten. Niet alleen omdat het zinloos was en werd geassocieerd met een bepaald soort lust die de meeste vampieren afgezworen hadden, maar ook omdat het denigrerend gevonden werd. Gebeten worden was iets voor mensen en de meeste vampieren waren van mening dat een vampier zich niet tot dat niveau moest verlagen. Doorgaans werd het als nogal onterend gezien en er zouden waarschijnlijk maar al wat vampieren zijn die hun naaste nog liever lieten sterven dan dat ze zich door een ander lieten bijten. De moraal binnen de gemeenschap was wat dat betreft altijd nogal krom geweest.
Zwijgend bleef Skey op het bureau zitten. De anderen keken naar de wond in zijn hals. Even gebeurde er niets, tot Jeremiah een stap naar Skey toezette.. Hij duwde zijn hoofd wat opzij en analyseerde naar de beetafdruk in zijn schouder. Toen draaide hij zich zonder nog iets te zeggen om en begon op het bureau te zoeken naar spullen om de wond mee schoon te maken.
Een paar meter verderop leunde Aimon op zijn stok. Zijn ogen gleden van Skey’s hals terug naar zijn ogen. Er was geen verwijt of veroordeling in zijn ogen, zoals die er bijna nooit was.
‘We zullen je helpen Bradley te zoeken, Skey,’ zei hij alsof die korte onderbreking er niet was geweest. ‘Dat zijn we hem verschuldigd.’ Skey haalde licht zijn schouders op.
‘Jullie niet,’ zei hij. ‘Ik wel.’ Aimon knikte.
‘En wij zijn het jou en Talitha verschuldigd. Jullie zijn een deel van onze gemeenschap. Dat is hij ook. Als we hem kunnen redden, zullen we er alles aan doen om dat voor elkaar te krijgen. Ieder van ons.’ Skey voelde dat Jeremiah de wond in zijn schouder ergens mee schoonmaakte.
‘Ik weet niet hoeveel hulpjes Brandon nog heeft. Ze zullen hem niet zonder slag of stoot aan ons meegeven,’ zei hij. Aimon schudde zijn hoofd.
‘Maak je daar maar geen zorgen over. Weet je waar ze hem vasthouden?’
‘Nee. Maar ik weet wel hoe ik Brandon kan vinden.’
‘Hoe dan?’
‘Met Deora. Deora kan hem opsporen.’ Aimons ogen gleden van Jeremiah’s bezigheden terug naar Skey’s gezicht.
‘Heb je iets om haar als leidraad te geven?’ vroeg hij.
‘Ja.’ Skey voelde dat Aimon zijn gezicht bestudeerde, maar hij hield zijn blik op de grond gericht.
‘Wat dan?’ vroeg Aimon toen Skey niet van plan leek uit zich zelf toelichting op de bewering te geven.. Skey keek naar hem op. Hij vond het lastig te bepalen hoe hij het moest zeggen, omdat hij eigenlijk niet over Talitha wilde praten zonder dat hij daar eerst met haar over overlegd had. Hij wist echter vrijwel zeker dat Aimon het wel ongeveer wist, wat er gebeurd was, gezien hij Talitha aan Marida overgegeven had.
Hij zuchtte.
‘Talitha,’ zei hij toen. ‘Talitha ruikt naar hem. Ze draagt zijn geur met zich mee.’ Hij zuchtte.
‘Talitha,’ zei hij toen. ‘Talitha ruikt naar hem. Ze draagt zijn geur met zich mee.’ Zwijgend keek Aimon hem aan. Zijn ogen gleden over die van Skey. Skey zag dat hij het snapte, het verhaal erachter. Toen knikte hij. Ze draaiden automatisch allebei hun hoofd om en keken opzij, naar Talitha, die aan de andere kant van het vertrek op het bureau zat. Haar nachtjurkje lag op de grond en ze had de deken om haar lichaam geslagen. Ze hield de doek open bij haar zij, zodat Marida daar iets kon verzorgen dat ze niet konden zien. Haar gezicht vertelde dat het pijn deed, ondanks het verse bloed in haar aderen en haar daardoor verhoogde pijngrens. Toen ze een licht draaiende beweging maakte omdat iets wat Marida deed pijnlijk leek te zijn, viel de deken wat opzij en werden de grote, langgerekte schaafplekken over de gehele zijkant van haar lichaam zichtbaar. Skey slikte en hij merkte dat Aimon zijn kant op keek. Hij gaf geen gehoor aan diens blik en hield zijn ogen op Talitha gericht.
‘Je hebt het goede gedaan, Skey,’ zei Aimon naast hem. ‘Het is misschien moeilijk te geloven, maar het is zo.’ Maar Skey keek naar Talitha’s gehavende lichaam, terwijl Jeremiah de wonden in zijn polsen begon te ontsmetten.
‘Nee, dat heb ik niet,’ zei hij. ‘Kijk hoe ze eruit ziet, wat ze met haar gedaan hebben. Ik had het nooit zo ver mogen laten komen.’ Aimon schudde zijn hoofd.
‘Als je dit niet had gedaan, was ze dood geweest. Ze hadden haar en jou vermoord zodra je gedaan had wat ze vroegen. Juist omdat je ze niet gaf wat ze wilden, zijn jullie in leven gebleven. Ik weet dat het moeilijk te geloven is, maar je hebt haar leven gered, Skey. De prijs is hoog geweest, maar haar wonden zullen helen.’
Skey keek naar Talitha, die voor zich uitstaarde terwijl Marida iets ter hoogte van haar ribben ontsmette.
‘Niet allemaal,’ zei hij. ‘Sommigen littekens gaan niet meer weg. Die zal ze altijd met zich meedragen.’ Hij bleef naar Talitha staren, terwijl het gevoel wat zijn eigen woorden opriepen zwaar was in zijn lichaam. Aimon legde zijn hand op zijn schouder.
‘En daar zal hij voor boeten,’ zei hij. ‘Je verdient alle wraak die je krijgen kunt en die van haar ook. Wij zullen je daarbij helpen.’ Skey knikte vaag, er niet helemaal bij met zijn gedachten.
‘Hij verdient het, ja,’ zei hij. ‘Maar wraak neemt niet weg wat er gebeurd is. Tenminste, niet meer voor Talitha.’
‘Nee,’ zei Aimon naast hem eerlijk. ‘Waarschijnlijk niet.’ Skey keek naar Talitha, naar haar gezicht en de manier waarop ze de deken om zich heen hield.
‘Ik moet steeds denken aan hoe ze was,’ zei hij. ‘Voor dit alles. Haar levenslust, haar passie. Dat was een groot deel van haar karakter en dat is er nu niet meer door wat ik geweigerd heb te doen.’ Aimon kneep even in zijn schouder.
‘Maar jij kunt haar helpen dat terug te vinden, Skey. Dat is het mooie van liefde, van vertrouwen. Jij kunt haar helpen terug te vinden wie ze was.’ Skey keek nog even naar Talitha. Toen kwam hij van het bureau af en begon zijn overhemd weer aan te trekken.
‘Ja,’ zei hij. ‘Het zou alleen nog mooier zijn geweest als dat niet nodig was geweest.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Zoo, weer hélémaal bijgelezen. En éindelijk gaat het goed :D Pffft, ik dacht even dat je ze weer in het nauw zou drijven door de mannetjes van Brandon te laten verschijnen in de kamer waar Tahlita was achtergelaten. Gelukkig schrijf je met je hart en is het tot dusver weer goed :D Deora is rulezz!

Ga zo door! Ik ben benieuwd of Brandon nog in zijn schuilplaats is en of Bradley nog leeft :)
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Bedankt voor je reactie Maaike! :)


_____________________________________________________________________________

Het plan was de volgende nacht na zonsondergang op pad te gaan om Bradley en Brandon te zoeken. In zijn hart had Skey liever nog een dag gewacht, zodat hij nog even bij Talitha kon blijven, maar hij wist dat het dan alleen maar moeilijker zou worden om Bradley nog te vinden. Hoe langer ze wachtten, hoe verder Brandon al uit de buurt kon zijn en hoe meer kans er bovendien was dat Bradley niet meer leefde.
Aimon, Jeremiah, Scrooge en Harper gingen allemaal met hem mee. Talitha zou achter blijven met Marida. Skey wilde absoluut niet dat Talitha meeging. Ze stonden sterk met vijf vampieren en bovendien wist hij niet hoeveel mannetjes Brandon nog bij zich zou hebben en hoe sterk hun tegenstand zou zijn. Het risico dat er iets verkeerd zou gaan was altijd aanwezig en hij wilde niet dat ze haar weer te pakken zouden krijgen.
Hij vermoedde echter dat Talitha hetzelfde over hem dacht en hij moest nog een manier zien te vinden om haar te vertellen dat hij haar weer alleen zou laten om Brandon achterna te gaan, met alle risico’s die daarbij hoorden. Dat wilde hij haar voorzichtig brengen, want ondanks dat ze gedronken had, maakte ze nog steeds een kwetsbare indruk. Hij wilde niet dat ze zich druk maakte. Ze zag er gezonder uit, ze was minder bleek en haar wonden bloedden niet meer, maar er was nog steeds iets fragiels over haar. De levendige, sprankelende blik in haar donkere ogen was nog niet teruggekomen. Dat zorgde voor een diepgeworteld schuldgevoel bij Skey, dat nog extra versterkt werd door zijn beslissing haar alleen met Marida in het verlaten fabriekspand achter te laten om Brandon te gaan zoeken.
Hij besloot Talitha even apart te nemen toen Jeremiah klaar was met het verzorgen van zijn wonden. Marida was nog met die van Talitha bezig; ze was iets op haar vingertoppen aan het smeren op de plekken waar ze het mes onder haar nagels hadden geduwd. Talitha leek een beetje in gedachten verzonken, maar keek op naar Skey toen hij naar haar toe kwam lopen. Ook Marida keek kort zijn kant op, maar zij wendde haar blik al gauw weer op Talitha’s handen.
‘Hé,’ zei Skey tegen Talitha. ‘Kan ik je even spreken? Onder vier ogen?’ Talitha keek hem aan, maar voor ze iets kon zeggen, zei Marida: ‘Ze is nog niet klaar.’ Skey’s blik gleed naar Marida. Aan haar hele houding merkte hij dat ze hem nog net zo min mocht als voor dit alles. Hij merkte ook dat dat nog steeds net zo goed wederzijds was.
‘Ik heb haar maar heel even nodig,’ zei hij. ‘Je krijgt haar zo weer terug.’ Marida wreef een zalf uit over Talitha’s beschadigde handen.
‘Moet het perse nu?’ vroeg ze. Skey knikte.
‘Als het even kan wel, ja.’ Marida wierp hem een minachtende blik toe, terwijl ze ook Talitha’s andere hand begon in te smeren.
‘Ik snap niet waar die haast ineens vandaan komt,’ zei ze. ‘Volgens mij had je ook niet zo’n haast toen je ergens met een mensenhoertje bezig was terwijl je vriendinnetje in één of andere oude fabriek dood lag te gaan.’ Ze bekeek hem van top tot teen, met een misprijzende uitdrukking op haar gezicht. ‘Misschien is het de rest ontgaan, maar ik heb wel gezien dat de knopen van je broek los waren toen je terugkwam.’ Skey’s gezicht vertrok van ergernis.
‘Doe niet zo belachelijk, Marida. Je weet zelf dat dat onzin is. Kan ik haar even meekrijgen of is het teveel gevraagd om even twee minuten te wachten?’ Marida klemde haar kaken op elkaar. Haar ogen verhardden en ze zei niets. Ze liet Talitha los, gooide haar spullen opzij en veegde haar handen af aan een doek. Toen draaide ze zich naar hem om. Haar gezicht was een paar centimeter van dat van Skey verwijderd en ze keek hem strak aan.
‘Ze is helemaal voor jou,’ zei ze. ‘Zoals je het graag hebt. Veel plezier.’ Ze gooide de doek neer en liep langs hem heen de andere kant op. Skey keek haar nog even met een donkere blik na, maar richtte zich toen op Talitha. Die hield de deken om zich heen en keek hem met haar grote, donkere ogen aan. Ze glimlachte niet, maar hij zag kort iets geruststellends in haar ogen.
‘Luister maar niet naar haar,’ zei ze. ‘Het ligt zo in haar karakter dat ze het zelfs in dit soort situaties niet kan laten.’ Skey wierp nog een blik op Marida en knikte zuur.
‘Ik weet het. Veranderen zal ze nooit.’ Hij stak zijn hand naar haar uit. ‘Kom je mee? Ik moet even met je praten.’ Talitha pakte de hand vast die hij naar haar uitstak en ze kwam overeind. Samen liepen ze de ruimte uit en Skey deed de oude, bladderende deur achter hen dicht. Terwijl hij dat deed, bedacht hij zich dat hij geen idee had hoe hij dit tegen haar moest zeggen. Hij wilde niet dat ze zich opwond, maar wist bijna zeker dat ze boos zou worden. Dat zou hij ook doen in haar plaats.
Skey draaide zich naar haar om. Hij voelde dat Talitha naar hem keek, maar hij hield zijn blik op de grond gericht. Hij vond het moeilijk haar aan te moeten kijken, met wat hij tegen haar moest zeggen in het vooruitzicht.
‘Kijk, Talitha,’ begon hij. ‘Ik vind het vervelend om dit nu te sprake te moeten brengen, maar ik wilde even met je praten over vervolg van dit alles. Van de afgelopen dagen, bedoel ik. Over Bradley, en over Brandon. Ik weet dat het moeilijk is geweest en dat we blij moeten zijn dat we weer vrij zijn, en dat ben natuurlijk ik ook, maar…’ Hij zocht even naar woorden. ‘Het is nog niet afgelopen. Dat weet je, toch?’ Even bleef het stil. Skey wachtte af. Hij voelde dat Talitha naar hem keek en hij richtte zijn hoofd op. Even keken ze elkaar aan, maar toen was Talitha degene die haar blik afwendde.
‘Misschien,’ zei ze. Skey keek naar haar gezicht. Haar ogen waren terneergeslagen en met haar linkerhand hield ze de deken om haar schouders vast.
‘Bradley is daar nog, Talitha,’ zei hij. ‘Ik kan hem niet zomaar achterlaten.’ Ietwat aarzelend zette hij een stap naar haar toe, maar toen pakte hij haar zacht bij haar schouders. ‘Ik moet proberen hem daar weg te krijgen. Ik kan hem niet aan zijn lot overlaten.’ Talitha keek naar hem op. Hij zag iets van pijn in haar ogen, op een trieste, verslagen manier.
‘Je gaat daar niet alleen heen voor Bradley, Skey,’ zei ze en hij hoorde wat hij in haar ogen zag ook terug in haar stem. ‘Als dat zo was, had je Aimon en de anderen ook kunnen laten gaan.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Xatham
Banned
Banned
Berichten: 1503
Lid geworden op: 14 mei 2011 12:44

Pfoooeee... Talitha kent Skey beter dan Skey zichzelf kent. Dat is pas pure liefde! Weer twee hele leuke stukjes en ik ben nog altijd benieuwd naar hoe het verder gaat. Kun je mij niet alvast je Word-documentje sturen dat ik gewoon in één keer lees tot hoe ver je nu bent met schrijven? :P
As the phoenix arises from his ashes...
ejell
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 1805
Lid geworden op: 16 jun 2011 22:21
Locatie: Lima Heights Adjacent

Talitha wordt met de dag cooler! Ik vraag me af waarom marida zo onaardig doet... Of heb je dat al eens verteld? Zoniet, misschien een leuke nieuwe verhaallijndingetje? Ten slotte heeft iedereen een reden voor z'n gedrag :P
When the power of love overcomes the love of power.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Ahh wat leuk Jeetje!! Ik liep een beetje achter :P Maar gelukkgi heb ik gewoon alles ingehaald. Egt hele leuke stukjes, jeetje ik val in herhaling. Mar jeweetzelf! ;)

Opzich vind ik Marida niet zo heel erg, je moet het van de posotieve kant bekijken. Ze heeft Talitha geholpen met haar wonden dus ze is nog niet zo erg. Misschien heeft ze zo haar eigen redenen om lullig tegen Skey te doen.
Misschien is ze stiekum jaloers ;)

Maar wat ik wil zeggen is dat je verder moet gaan. @.@
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Wat ontzettend leuk, zoveel reacties in zo'n korte tijd :) en dan ook nog op pasen haha :) nieuwe paasdag dus nieuw stukje! Het gaat straks (volgens mij tenminste) weer een totaal andere kant op met (hoop ik) lekker veel actie enzo, dus hopelijk blijven jullie het leuk vinden :)

____________________________________________________________________________________

Skey’s ogen gleden over haar gezicht
‘Die gaan ook met me mee. Ik ga niet alleen.’ Ze keek hem aan en schudde haar hoofd.
‘Maar je gaat zelf ook,’ zei ze. ‘Je laat hen niet alleen gaan, je gaat mee. We zijn er nog nauwelijks uit en je stort jezelf alweer in de problemen’
‘We zijn nu met z’n vijven. We kunnen ze wel aan.’
‘Daar gaat het niet om, Skey. Je hóéft niet mee, maar je dóét het wel. Niet omdat het nodig is, maar omdat je het wilt. En dat doe je niet voor Bradley.’
‘Jawel.’
‘Niet alleen. Je doet het om Brandon.’ Skey keek haar aan. De trieste blik in haar ogen deed hem pijn, alsof ze iets had opgegeven,alsof ze wist dat er iets was dat toch niet meer goed zou komen. Hij wist niet precies wat en vermoedde dat hij dat ook niet wilde weten.
Zijn handen gleden van haar armen. Hij wendde zijn blik af en stak zijn handen in zijn zakken. Schuldbewust keek naar de grond.
‘Ja,’ gaf hij toen toe. ‘Ook.’ Haar ogen gleden over zijn gezicht.
‘Skey, ik wil net zo goed als jij dat hij boet voor wat hij gedaan heeft. Maar niet als het één van ons of de anderen weer in gevaar kan brengen.’
‘Hij mag er niet ongestraft mee wegkomen, Talitha.' Ze schudde haar hoofd. Haar donkere ogen stonden triest.
‘Maar het heeft geen zin, Skey,’ zei ze. ‘Het is gebeurd en er is niets meer wat je daaraan kunt veranderen. Je kunt het verleden niet ongedaan maken. Het is net zo goed mijn keuze geweest om dit te laten gebeuren en je kunt niet de verantwoordelijkheid van de hele wereld in je eentje dragen. Er is niets wat dat gaat veranderen, wat je hem ook aandoet. Snap je dat dan niet?’ Skey keek naar de grond.
‘Dat begrijp ik heel goed,' mompelde hij. Talitha pakte zijn gezicht vast en streek over zijn wang.
‘Waarom kun je het dan niet gewoon loslaten?' vroeg ze. 'Waarom kun je er dan niet gewoon genoegen mee nemen dat we vrij zijn?’ Skey keek naar haar op. Hij voelde dat er iets begon te borrelen, diep in zijn lichaam. Hij pakte haar bij haar pols en hield haar gehavende arm tussen hun gezichten in omhoog.
‘Hierdoor niet,’ zei hij. ‘Door hoe je lichaam eruit ziet, door de blik in je ogen. Omdat we niet vrij zijn, nu niet, en nooit meer. Dit zal nog jaren als een donkere schaduw boven ons blijven hangen. Aimon heeft altijd gelijk gehad, Talitha. We zullen nooit veilig zijn door onze liefde voor elkaar. En zo lang iemand dat weet, zo lang Brandon leeft, zullen we nooit veilig voor hem zijn. Wat dat dan ook nog moge betekenen.’ Talitha keek hem aan. Skey keek terug en even was het stil. Haar gezicht was harder geworden, een beetje star. Toen trok ze haar arm los uit zijn greep. Haar hand verdween onder de deken om haar lichaam. Hij zag iets smeulen in haar ogen, maar het was lang niet zo sterk als het vroeger geweest was.
‘Ga dan maar,’ zei ze. ‘Ga maar als je zo graag wilt. Het is niet mijn plaats, noch in mijn macht je tegen te houden. Ik kan je niet vertellen wat je wel en niet moet doen. Hoe graag ik dat ook zou willen.’ Ze keek hem aan met die licht smeulende blik in haar ogen. Het trieste erin was er echter nog steeds, verder weg.
‘Ik weet in ieder geval waar je prioriteiten liggen,' besloot ze. Ze draaide zich om. Skey keek met stekende pijn in zijn hart hoe ze van hem wegliep
‘Dat is niet waar,’ zei hij. Talitha draaide haar hoofd even wat naar haar schouder toe, maar ze bleef niet staan om naar hem om te kijken. Skey kneep zijn ogen dicht en slikte. Haar voetstappen verdwenen richting de deur. Hij klemde zijn kaken op elkaar en ademde een keer diep in.
‘Talitha,’ zei hij toen. De toon van zijn stem was nu anders. Hij hoorde dat Talitha bleef staan omdat zij het ook hoorde. Toen hij opkeek stond ze bij de deur, half naar hem omgedraaid. Hij haatte zichzelf om wat hij nu moest zeggen. Nogmaals slikte hij.
‘Brandon,’ zei hij. ‘Jouw lichaam draagt zijn geur. Deora heeft je nodig om hem te kunnen vinden.’ Talitha keek hem aan, zonder iets te zeggen. Haar gezicht was strak. Er lag iets kils in, dat er net nog niet was geweest. Skey wist niet of dat was omdat zijn woorden weer herinneringen terugbrachten of omdat ze dacht dat enkel dit de werkelijke reden was dat hij haar had willen spreken. Omdat hij haar nodig had.
Nog even bleef ze hem bewegingloos aankijken. Toen knikte ze.
‘Best,’ zei ze. ‘Waarom niet. Gebeurd is gebeurd.’ Ze draaide ze zich om. Zonder nog iets te zeggen verdween ze en de deur ging achter haar dicht.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Xatham
Banned
Banned
Berichten: 1503
Lid geworden op: 14 mei 2011 12:44

Awh... Wat heeft Talitha toch? :( Ik wil dat ze weer de oude leuke levendige Talitha wordt :(
As the phoenix arises from his ashes...
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Geen zorgen, op den duur komt dat weer helemaal goed ;)
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Haha, licht je nu een stukje van de sluier op ? :P Geef je nu stiekem aan dat het einde goed zal zijn?

Ik snap haar wel hoor ;) Hierdoor kan Tahlita het ook niet loslaten omdat Skey zo nodig die Brandon moet vinden. Maar hem snap ik ook, Brandon moet boeten.. pfft, spannend..

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
xIMISSYOU
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 923
Lid geworden op: 01 jan 2009 14:44

Skey zijn plaats is bij Talitha, de anderen kunnen wel naar Bradley gaan zoeken O.o wraak haalt niets uit, zoals Talitha zegt, ook al is het niet goed van haar om er ruzie over te maken. ^^
Ik lees graag meer ;d
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~

Nano: 6670/50 000
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Wat leuk, weer zoveel reacties! Ik zal verder niet teveel verklappen haha en gewoon verder posten :)

____________________________________________________________________________

Hoofdstuk

Skey en Talitha spraken niet met elkaar terwijl Skey en de anderen zich voorbereidden om weg te gaan. Er hing een zelfde soort spanning tussen hen in als er was geweest in Skey’s tent, vlak voor Brandon hen meegenomen had. Talitha was weer op het bureau bij Marida gaan zitten en ze staarde voor zich uit terwijl Marida haar laatste wonden verzorgde. Skey keek af en toe naar haar, maar ze leek zo diep in gedachten verzonken dat het hem nauwelijks lukte haar blik te vangen. Hun ogen ontmoetten elkaar één keer, toen Talitha toevallig net zijn kant op keek op het moment dat hij haar gadesloeg. Ze keken elkaar even zwijgend aan, elk vanaf een andere kant van de kamer. Talitha’s gezicht was star, maar tegelijkertijd lag er iets triests in haar ogen. Haar blik veranderde niet toen hij die van Skey ving en al gauw wendde ze hem weer zonder iets te zeggen af. Daarmee was het korte moment tussen hen weer ten einde.
De anderen aanwezigen leken de negatieve sfeer tussen hen ook te merken. Er werd nauwelijks gesproken terwijl de voorbereidingen voor de reis die in het verschiet lag werden getroffen. Ondanks dat Skey een groot deel van het plan vormgegeven had, was Aimon degene die het voortouw nam omdat Skey dat op het moment niet deed. Hij kwam overeind toen iedereen klaar was voor vertrek en liep met zijn stok naar het midden van de ruimte. Daar bleef hij staan en even keek hij de aanwezigen in de ruimte aan.
‘Ik denk dat iedereen inmiddels klaar is voor vertrek,’ zei hij. ‘Laat het duidelijk zijn dat meegaan geen verplichting is. Niets moet, alles mag. We weten niet hoe dit af zal lopen en iedereen die hier wil blijven, heeft daar het volste recht toe.’ Opnieuw keek hij de ruimte rond. Niemand maakte echter aanstalten er toch voor te kiezen bij Talitha en Marida in het verlaten pand te blijven. Talitha bleef omdat Skey niet wilde dat ze opnieuw in gevaar zou komen en Marida bleef bij haar zodat Talitha niet alleen zou zijn, mochten ze onverhoopt ineens gevonden worden. De mannen zouden alleen gaan en bij geen van hen leek er ook maar een haar op hun hoofd aan te denken om niet mee te gaan.
Aimon knikte toen niemand in de ruimte iets zei.
‘Goed,’ zei hij. ‘Dan is dat duidelijk.’ Hij draaide zich om en wendde zich tot Deora. Ze zat naast Skey en keek hem net als de anderen geïnteresseerd aan met haar grote gele ogen.
‘Deora,’ zei Aimon. Deora kwam overeind en ze draafde naar hem toe. Bij zijn benen bleef ze staan. Aimon legde zijn hand op haar kop en keek om naar Talitha.
‘Wij zijn zover als jij dat bent,’ zei hij tegen haar. Talitha zei niets. Ze zat met haar benen opgetrokken op het bureau, met de deken om haar lichaam heengeslagen. Haar blik gleed naar Skey en even dacht hij iets door de strakke uitdrukking op haar gezicht heen te zien breken, een soort pijn die te sterk was om te verbergen. Het moment verdween echter al gauw weer en hij zag aan haar ogen dat ze zich probeerde af te sluiten voor haar emoties, voor wat ze moest doen. Ze slikte een keer, maar toen draaide ze zich om, zodat ze met haar rug naar hen toe zat. De rug waar Brandon zich tegenaan had gedrukt terwijl hij haar pijn deed, lichamelijk en mentaal, die hen nu naar hem terug zou leiden. Nog even bleef ze zo zitten, maar toen pakte ze de deken met beide handen vast en liet hem langzaam langs haar blote rug omlaag zakken.
Talitha’s huid was licht in de schemer van het gebouw. Licht genoeg om te zien hoe ze er aan toe was. Skey keek naar de striemen en kneuzingen die haar rug bedekten en klemde zijn kaken op elkaar. De schaafplekken op haar zij liepen ver naar achteren door en de plek waar ze haar ergens mee bewerkt hadden, was bont en blauw. Skey merkte dat Harper verontwaardigd zijn hoofd schudde toen hij zag hoe haar lichaam eraan toe was, iets mompelend wat hij niet verstond. Ook Aimon keek even naar Talitha’s gehavende rug, maar toen richtte hij zijn blik op Deora en hij zei iets tegen haar. Deora luisterde aandachtig naar hem, maar toen draaide ze haar kop om naar Skey. Ze keek hem aan met haar grote, gele ogen, alsof ze zijn toestemming vroeg om te doen wat Aimon vroeg, om aan zijn mensenvriendin te mogen komen. Skey knikte en zei haar dat het goed was.
Deora draaide haar kop om naar Talitha. Ze aarzelde niet meer. Ze liep naar haar toe en haast geluidloos sprong ze met een sierlijke beweging naast haar op het bureau. Voorzichtig begon ze aan Talitha’s rug te snuffelen, bij haar hals, maar ze deed het zacht, alsof ze wist dat ze Talitha pijn kon doen. Talitha had haar hoofd wat opzij gedraaid en Skey zag dat ze haar ogen ondanks Deora’s zachtheid even dichtkneep toen de zachte snuit haar lichaam onderzocht. Skey wendde zijn blik af, zichzelf hatend omdat hij haar dit aandeed.
Toen Deora de geur genoeg in zich opgenomen had, ging ze naast Talitha op het bureau zitten. Ze richtte haar blik op Skey en keek hem bewegingloos aan, met alleen haar staart over het bureau heen en weer glijdend. Het was haar manier om te laten weten dat ze genoeg had om te gaan zoeken.
‘Dat is het teken,’ zei Aimon. ‘Laten we gaan.’ Iedereen kwam overeind. De mannen stonden op en begonnen dwars door elkaar heen naar de deur te lopen. Talitha bleef zitten, op het bureau. Ze hees de deken weer over haar schouders en hield hem stevig vast. Deora, die nog naast haar op het bureau zat, keek haar kant op. Ze kwam wat overeind en gaf Talitha een kopje in haar hals. Talitha glimlachte licht en ze liet haar hand even langs Deora’s pluizige oren glijden. Toen draaide het luipaard zich om en ze sprong van het bureau af, de rest naar de deur volgend.
Skey bleef nog even in de kamer staan, terwijl de anderen langs hem heen naar buiten liepen. De energie en geuren van de anderen passeerden hem langzaam, maar hij hield zijn blik op Talitha gericht. De glimlach was gelijk met Deora weer verdwenen zodra ze van de tafel was gesprongen. Skey keek naar haar, hoe ze de deken met neergeslagen ogen wat over haar blote schouder trok toen hij afzakte. Het was of ze zijn blik voelde en ze keek over haar schouder naar hem om. Haar gezicht was uitdrukkingsloos en hij kon de blik in haar ogen niet ontcijferen. Ze keken elkaar aan, zwijgend, en even leken ze te blijven hangen in dat moment. Het was of alles langs hen heen in stilte verderging terwijl zij stilstonden, terwijl ze even bleven staan in de tijd. Ze zonken weg in die woordeloze connectie tussen hen en even was er niets anders meer.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Hey! Daar ben ik weer :D
Weetje ik vind de sfeer tussen Talitha en Skey niet zo leuk. Het is zo stil en saai als ze niks tegen elkaar zeggen. Zie je hebt het zo beschreven dat je de stemming tussen die twee zo goed aanvoelt dat je hett iritant vind.
Waarom doet Talitha zo afstandelijk, ik wil de oude Talitha terug. Zij was veel vrolijker, hoop dat ze haar oude ik terug krijgt.

Verder heb ik niks te zeggen,
Oja verder!!
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Bedankt voor je reactie Jenna! :)

____________________________________________________________________________7

‘Skey.’ Skey’s gedachten werden afgeleid toen iemand zijn naam zei. Hij keek om. Aimon stond in de deuropening.
‘Kom je?’ vroeg hij. Skey keek hem even aan. Toen gingen zijn ogen nog even terug naar Talitha. Ze keek naar hem, met die vreemde, onbewogen uitdrukking op haar gezicht. Hun ogen hielden elkaar even vast, maar ze zei niets.
‘Ja. Ik kom,’ zei Skey toen. Zijn blik liet die van Talitha los en hij draaide zich om. Hij voelde dat ze hem nakeek terwijl hij naar de deur liep en hij klemde zijn kaken op elkaar, zichzelf dwingend niet toe te geven aan de aandrang om naar haar terug te lopen en haar in zijn armen te nemen. Hij kon moeilijk eerst ruzie met haar maken omdat hij zo egoistisch was haar alleen achter te laten en dan vervolgens naar haar teruglopen om zijn affectie te tonen en verwachten dat ze die zou accepteren. Hij had het graag gedaan, maar hij wist dat hij het niet kon het maken tegenover haar.
Met pijn in zijn binnenste liep Skey de kamer uit. Hij keek niet meer achterom en volgde Aimon, Scrooge, Harper en Jeremiah de donkere gangen door. Hij bond zijn lange haar bij elkaar in een staart terwijl hij met de anderen de trap afdaalde, nog half met zijn gedachten bij Talitha. Hun voetstappen waren licht hoorbaar in het stille trappenhuis. Op sommige plekken scheen het licht van de maan zwak door kieren in de ramen heen en hij kon het stof dat onder hun voeten opwaaide omlaag zien dwarrelen in het schijnsel. Het was of het kille maanlicht om hem koud maakte van binnen als hij er doorheen liep. In werkelijkheid kwam dat gevoel voort uit het besef dat hij steeds verder van Talitha verwijderd raakte en zonder dat hij behoorlijk afscheid van haar had genomen.
Ook de frisse, pure nachtlucht bracht Skey geen opluchting. Ze klommen door het kapotte raam naar buiten en liepen bij het gebouw vandaan. De hemel boven hen was zo donkerblauw dat hij bijna zwart was en er stonden talloze sterren om de maan heen. Skey keek nog een keer om, omhoog naar de contouren van de fabriek, die zwak verlicht werd door de bleke maan, naar de verdieping waar Talitha zich bevond. Hij hoopte nog een glimp van haar op te vangen, maar ze was nergens te zien.
‘Ze houdt van je, Skey,’ hoorde hij Aimon toen naast zich zeggen. Skey keek naar hem om. Aimon liep naast hem, voor zich uitkijkend in het donker.
‘Daarom maken jullie ruzie,’ zei hij. ‘Omdat jullie om elkaar geven.’ Skey wendde zijn blik af en keek naar de grond.
‘Je hebt het dus gehoord,’ zei hij. Aimon knikte.
‘Delen ervan,’ zei hij. ‘Het maakt deel uit van wat jullie hebben, Skey. Als jullie niets om elkaar gaven, zouden jullie dit soort aanvaringen ook niet hebben.’ Skey haalde zijn schouders op.
‘Ligt eraan hoe je het bekijkt,’ zei hij. ‘Misschien hebben we juist wel dit soort aanwijzingen omdat ik telkens dingen doe die bewijzen dat ik niet zoveel om haar geef als ik zou moeten.’ Hij voelde dat Aimon zijn kant op keek.
‘Dat zeg je, maar je weet dat het niet zo is. Jullie maken juist ruzie omdat je elkaar voor al het mogelijke gevaar wilt behoeden. Omdat je het beste voor elkaar wil. Kijk maar naar de rest van de gemeenschap. De reden dat er nooit onderlinge ruzies zijn, is niet dat iedereen zo aardig is. Het is omdat het niemand iets kan schelen wat de anderen doen omdat het ze niet uitmaakt wat er met hen gebeurd.’ Skey keek naar de grond. Misschien had Aimon gelijk, maar toch voelde hij zich een egoïst. Talitha had gelijk, hij ging niet alleen mee om Bradley te zoeken. Het waren voor een groot deel zijn eigen woede en zijn eigen wraakzucht die hem ervan overtuigden om mee te gaan. Twee futiele emoties, die zo menselijk waren maar tegelijkertijd te sterk om te negeren. En voor die emoties liet hij Talitha opnieuw in de steek.
Skey wilde net tegen Aimon zeggen wat hij dacht, toen hij iets achter zich hoorde. Het was een stem die iets riep, niet ver van hen vandaan. Het was zijn naam. En hij herkende Talitha’s stem.
Met een ruk draaide hij zich om. Daar, verderop, zag hij Talitha. Ze was hen door het raam achterna gekomen kwam zijn kant op rennen. Ze had haar nachtjurkje weer aangetrokken en de deken die ze eroverheen om zich heen hield, fladderde achter haar aan om haar schouders.
‘Skey!’ riep ze. ‘Skey, wacht!’ Ze bleef rennen en éé punt van de deken raakte los uit haar greep. De plaid wapperde achter haar aan en nog voor ze bij hem was, ontglipte de andere punt haar ook. De vierkante lap stof belandde achter haar op de grond, maar Talitha stopte niet. Ze kwam snel naar hem toe en eindelijk zag Skey weer emotie op haar gezicht, een soort ontlading van opluchting en verdriet en tegelijkertijd spijt en die er eindelijk uitkwamen. Er was niets meer over van haar starre, matte houding van daarnet.
Talitha botste vol tegen hem op toen ze bij hem was. Skey ving haar op en draaide een half rondje om zijn as met haar, door de snelheid waarmee ze tegen hem was opgelopen. Talitha sloeg haar armen stevig om hem heen en kuste hem een paar keer op zijn mond.
‘Het spijt me zo,’ zei ze toen en ze drukte haar gezicht in zijn hals. ‘Het spijt me zo, het spijt me zo. Ik wil niet dat je zo weggaat, ik hou zo veel van je, ik kan je niet zo laten gaan. Ik wil niet dat je weggaat met ruzie en dan nooit meer terugkomt en we dan zo uit elkaar zijn gegaan. Ik hou van je, Skey. Ik hou zoveel van je en ik wil je niet kwijt. Alsjeblieft, wees voorzichtig. Kom alsjeblieft terug.’ Skey sloeg zijn armen om haar heen en hield haar tegen zich aan. Haar warme lichaam en vertrouwde geur omhelsden hem en hij deed zijn ogen dicht. Talitha hield hem stevig vast en verborg haar gezicht in zijn hals. Alle spanning viel van hen af, ontlaadde zich, en alles werd weer helder en duidelijk. Hij sloot zijn armen vaster om haar heen.
‘Talitha,’ zei hij. Hij hield haar wat van zich af, keek haar aan en streek met zijn hand over haar mooie gezicht. ‘Je hoeft nergens je excuses voor aan te bieden. Het spijt mij. Ik hou meer van jou dan van wat dan ook en ik blijf je maar pijn doen. Maar ik kom terug, ik beloof het. Ik kom terug en dan laat ik je nooit meer alleen.’ Talitha glimlachte licht en er gleed een traan over haar wang. Skey veegde hem weg met zijn hand en streek een pluk van haar haar naar achteren. Talitha kneep haar ogen dicht. Ze klemde haar armen om zijn hals en drukte haar gezicht in zijn hals. Skey sloot zijn armen om haar heen aan en over haar schouder zag hij hoe Aimon glimlachend naar hem keek. In zijn ogen zag hij wat de oude stalmeester wilde zeggen. Skey keek hem aan en toen glimlachte hij ook.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Nieuw stukje! Ik twijfel of dit een beetje te snel gaat, wat vinden jullie? Ik kan er eventueel nog een stuk dialoog tussen plakken om het wat te vertragen, tenzij jullie dat niet nodig vinden natuurlijk :)

_______________________________________________________________________________

Nadat Skey alsnog op een behoorlijke manier afscheid van Talitha had genomen, trokken Aimon, Scrooge, Jeremiah, Harper en hij met Deora voorop het industriegebied in. Talitha bleef achter in het gebouw waar ze zich de afgelopen dagen hadden schuilgehouden. Zowel Aimon als Skey wilden niet dat ze weer gevaar zou lopen door met hen mee te gaan en daar leek ze vrede mee te hebben. Marida bleef bij haar om te voorkomen dat ze alleen zou zijn als ze toch gevonden zou worden. Hoewel het niet echt van harte ging, stemde Marida toe. Ze leek altijd nog liever bij Talitha te blijven dan mee te gaan om Bradley zoeken.
Eenmaal bij de vertrouwde schuilplaats vandaan, nam Deora direct de leiding. Ze deed wat er van haar gevraagd was. Met haar oren gespitst draafde ze een paar meter voor hen uit, vol overtuiging. Ze liep met Skey voorop, met de rest in colonne achter hen, en draafde in een aardig tempo voor hen uit. Haar gele ogen waren groot en ze raakte geen moment uit haar concentratie. Het was of ze een route volgde die alleen voor haar zichtbaar was, die haar zonder moeite de goede kant op leidde. Zelfverzekerd liep ze straatjes door en langs gebouwen heen, terwijl de rest geluidloos achter haar aan rende. Ze waren grotendeels in het zwart gekleed en nauwelijks zichtbaar in de duisternis. Ze waren minimaal bewapend. Alleen Jeremiah, messenwerper van oorsprong, had een aantal messen bij zich. Meer was er ook niet nodig. Vijf gezonde vampieren met bijbehorende spierkracht en hun vermogen om mensen mentaal over te nemen, moest meer dan genoeg zijn. Tenminste, als Brandon niet nog veel meer hulpjes had dan ze konden voorzien.
Deora leidde hen een tijdlang door het netwerk van steegjes heen. Ze bewees zichzelf weer en bracht hen eerst naar een hoog gebouw met hoge ramen. Skey herkende het al vanaf een afstandje. Het was de hal waar Talitha en hij de afgelopen dagen in vastgehouden waren. Hij bedacht zich hoe mooi het zou zijn als Brandon daar nog zou zitten, in een omgeving die hij kende, maar hij wist dat de kans dat Brandon zo stom was nihil was. Deora passeerde het gebouw dan ook zonder te stoppen, af en toe al lopend ruikend aan de grond. Ze liepen langs de glassplinters onder het raam waar Skey doorheen was gesprongen en volgden haar een straat achter het gebouw in. Ze leidde hen verder, langs ingewikkelde kruisingen en achterafstraatjes. Slechts één keer bleef ze even staan, liep een richting uit, keerde terug en vervolgde en andere route, maar verder twijfelde ze geen seconde. Ze leek aan te voelen hoe belangrijk het voor hen was en loodste hen soepel langs alle gebouwen en obstakels heen.
Uiteindelijk kwamen ze bij de achterkant van het industrieterrein uit. Het was er net zo donker en uitgestorven als in de rest van het gebied, afgezien van het gebouw waar Deora hen naartoe leidde. Ook daar waren de ramen dichtgespijkerd, maar vanuit sommige ruimten vielen er minieme straaltjes licht van binnenuit naar buiten. Er hing een vage, vervlogen geur van planten en kunstmest omheen. De structuur ervan deed Skey vermoeden dat er in andere tijden beneden proeven met planten waren gedaan, die in de kantoren op de bovenverdiepingen gedocumenteerd en verwerkt werden. De oude lucht werd nu enkel grotendeels overspoeld door een andere, namelijk die van drugs. Skey rook de geur van onversneden cocaïne en van hogere verdiepingen kwam de lucht van een lab waar crystal meth gemaakt werd.
Skey keek naar Deora. Vlak bij het gebouw kwam ze tot stilstand. Ze ging ervoor op de grond zitten en keek met haar grote, gele ogen Skey’s kant op. Dit was het eindpunt. Volgens Deora was Brandon hier. Skey vermoedde dat ze gelijk had. Hij voelde energie vanuit het gebouw, van meerdere mensen. En wat hat Brandon gezegd? Hij handelde in dingen. Drugs waren er daar één van en die waren hier zeker.
Skey keek omhoog, naar de donkere gevel met hier en daar smalle, verlichte streepjes. Hij deed zijn ogen dicht en concentreerde zich op de energie die van binnen kwam. Met gesloten ogen probeerde hij de energie op te splitsen om er zo achter te komen hoe veel mensen er binnen waren. Hij merkte dat Aimon naast hem kwam staan.
‘Hoe veel denk je?’ hoorde hij de oude stalmeester vragen. Skey deed zijn ogen open en keek naar het gebouw.
‘Een stuk of negen. Misschien tien. Niet meer,’ zei hij. Aimon knikte.
‘Volgens mij ook,’ zei hij. ‘Drie of vier boven, de rest beneden.’
‘Ja.’ Skey hield zijn blik nog even op het gebouw gericht. Toen keek hij opzij naar Aimon.
‘Ik voel Brandon niet,’ zei hij. ‘En Bradley ook niet.’ Aimon keek zijn kant op.
‘Ik ook niet,’ zei hij, en hij wendde zijn blik weer op het gebouw. ‘Laten we hopen dat dat niet betekent dat hij er ook niet is.’ Hij keek naar de lichtval op de verschillende verdiepingen.
‘Goed, vier om zeven, dus. Heb je ideeën?’ Skey knikte en liet zijn ogen langs de gevel glijden.
‘Brandon zei dat hij zich met drugs bezighield. Aan de geur te oordelen, doen ze dat hier. De chemische lucht komt van boven, dus ik denk dat ze daar met chemische processen bezig zijn. De mensen die daar mee bezig zijn zullen eerder slimmeriken dan vechtersbazen zijn, dus waarschijnlijk zijn ze minder gevaarlijk dan Brandons mannetjes, die, naar ik aanneem, beneden zullen zitten.’ Hij keek Aimons kant op. ‘Wilde gok. Ik kan er faliekant naast zitten. Dan lopen we tegen een probleem aan.’ Aimon knikte en keek naar het gebouw.
‘Alles kan, maar feit blijft dat er beneden meer zijn dan boven. Gevaarlijker of niet, het overgrote deel van ons moet degenen op de benedenverdieping aanpakken.’ Hij keek Skey aan. ‘Wat denk je? Scrooge en Harper naar boven, de rest naar beneden?’ Skey knikte.
‘Ja, Scrooge naar boven, Jeremiah en wij beneden. Harper met Deora via de achterkant, stilletjes, de rest via de voorkant.’ Aimon keek zijn kant op.
‘Stilletjes?’ vroeg hij. Skey keek hem aan. Toen wendde hij zijn blik weer op het gebouw.
‘Dat lijkt me niet nodig,’ zei hij.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
xIMISSYOU
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 923
Lid geworden op: 01 jan 2009 14:44

Ik vind het niet nodig, ik geloof dat een dialoog het te langdradig gaat maken. Weer een goed stukje, meer heb ik er momenteel niet over te zeggen :D
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~

Nano: 6670/50 000
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Ok thanks xIMISSYOU! Weer een nieuw stukje, had een beurs dit weekend dus duurde een beetje lang, sorry daarvoor! :) Tijd voor wat actie, hopelijk vinden jullie dit soort scenes ook een beetje leuk :)

_______________________________________________________________________________________

De vijf aanwezigen op de benedenverdieping van het verlaten fabriekspand wisten niet wat hen overkwam toen er met een enorme knal drie ramen aan de voorzijde van het gebouw in stukken uiteenspatten. Glassplinters vlogen in het rond, schitterend onder het licht van de lampen aan het plafond. Tenmidden van al het geweld zeilden Skey, Aimon en Jeremiah het gebouw binnen, alle drie perfect op hun voeten op de grond landend. Al voor alle glasscherven op de vloer terecht gekomen waren, zetten de drie vampieren de aanval in. Er werd niet getreuzeld, niet getwijfeld, geen seconde gewacht. De mannen die binnen zaten, kregen nauwelijks de tijd om overeind te komen. Voor ze goed en wel doorhadden wat er gebeurde, was het alweer afgelopen.
Er zaten er drie rondom een tafel. Een vierde zat een krant te lezen naast een massief luik in de grond en de vijfde stond bij een open raam aan de andere kant van de ruimte te roken. Ze keken allemaal als één man op toen Skey, Jeremiah en Aimon door de ramen naar binnen kwamen springen.
De eerste was al uitgeschakeld voor hij zich had kunnen realiseren wat er gebeurde. Hij zat op een stoel bij de tafel en had nog nauwelijks opgekeken toen één van Jeremiah’s messen hem vol in zijn borst trof. Hij greep naar het heft dat uit zijn borst stak en ze hoorden hem gillen terwijl hij met een klap van de stoel af op de grond viel. Met een zwiepend geluid vloog er een tweede mes door de lucht. De man naast het eerste slachtoffer kreeg het lemmet vol in zijn voorhoofd. Zijn ogen draaiden even naar het mes toen het door zijn schedel in zijn hersenen drong en hij gleed levenloos van zijn stoel af.
Ook de derde kreeg niet de tijd om overeind te komen. Hij kreeg Skey bovenop zich toen die naar hem toe sprong en met zijn volle gewicht tegen hem op beukte. Met stoel en al vielen ze achterover op de grond. Skey herkende zijn slachtoffer als één van Brandons hulpjes, net als de andere twee die net gesneuveld waren door Jeremiah’s toedoen. De man klapte met zijn hoofd achterover op de vloer toen de stoel omviel en Skey landde hard met zijn knieën op zijn borst. Hij hoorde wat ribben kraken, maar hij wachtte niet om te zien of dat afdoende zou zijn. Hij greep de bodygaurd vast en wist hem een paar keer met zijn hoofd tegen de grond te rammen voor het de man lukte hem van zich af te werpen. Skey viel van hem af, maar hij rolde door en draaide zich gelijk weer om. Hij dook alweer bovenop Brandons hulpje voor hij overeind had kunnen komen.
Ondertussen gebeurde alles tegelijk. Een paar meter verderop brak Aimon het borstbeen van de man die aan het roken was geweest. Hij verkocht hem een enorme stoot met het uiteinde van zijn stok en de man viel achterover op de grond. Vervolgens brak Aimon een flink deel van de botten uit zijn lichaam door hem met specifieke technieken op bepaalde manieren met zijn stok te raken. Jeremiah ontfermde zich intussen over de bodyguard die bij het luik op de grond had gezeten, die een geduchte tegenstander bleek. Skey vocht met de bodyguard waar hij boven op gedoken was, zich vooral focussend op hem tot moes slaan. Het ging goed, tot de bodyguard er in slaagde hem met beide handen bij zijn keel te grijpen, op zo’n manier dat het Skey door de gedwongen houding van zijn hoofd niet lukte oogcontact te maken. Hij stompte de man onder hem in zijn maag, maar die liet hem niet los.
‘Jeremiah!’ riep hij met afgeknepen keel. Hij zag dat Jeremiah zijn kant op keek en stak zijn hand in de lucht. Jeremiah wist ruimte voor zichzelf te maken door zijn tegenstander bij zich uit de buurt te schoppen en hij wierp een mes naar Skey. Die ving het op aan het heft en zonder te kijken, totaal op gevoel, ramde hij het lemmet de zijkant van de hals van de bodyguard in. Aan een gorgelende gil hoorde dat hij goed gegokt had. De greep om zijn hals verstevigde even, maar verzwakte toen en de handen verdwenen. Hij rook de geur van bloed en keek omlaag. De man lag schokkend op de grond, zijn mond verwrongen in een gil, en een grote plas bloed vormde zich bij zijn hals. Skey wachtte niet tot hij dood was, maar kwam overeind en keek opzij toen hij nog meer bloed rook. Hij was nog net op tijd om te zien hoe Jeremiah met soepele haal met één van zijn messen de keel van zijn tegenstander doorsneed.
Aimon was de enige die zijn tegenstander in leven had gelaten. De enige die zo slim was, misschien wel. Zijn kleerkast zat op de grond, zijn rug tegen de muur. Hij had zijn ogen wijd opengesperd en op Aimon gericht. Zijn borstkas bewoog snel op en neer, maar verder was zijn hele lichaam verstijfd, alsof hij bevroren was. Uit alles bleek dat zijn houding voortkwam uit de mentale controle die Aimon op hem uitoefende. Hij hield zijn blik gevangen en dwong hem moeiteloos zo te blijven zitten.
Jeremiah wilde aanstalten maken met een mes naar Aimons tegenstander te lopen, maar Aimon hief zijn hand op zonder zijn blik van de kleerkast af te wenden.
‘Wacht,’ zei hij. ‘Nog niet. We weten nog niets. Ik hoor Scrooge en Harper naar beneden komen. Laten we eerst wachten op wat zij te zeggen hebben.’ Jeremiah en Skey keken met een ruk om toen er voetstappen vanuit een andere ruimte klonken. Instinctief waren ze ondanks Aimons woorden allebei gelijk op hun hoede, maar het waren inderdaad Scrooge en Harper die binnen kwamen. Ze hadden Deora bij zich, die met een snoet die vochtig was van het bloed achter hen aan kwam. Ook Harper had andermans bloed rond zijn mond. Ze zagen er allemaal ongedeerd uit. Skey en Jeremiah ontspanden.
Laatst gewijzigd door Jeetje op 15 apr 2012 22:36, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
ejell
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 1805
Lid geworden op: 16 jun 2011 22:21
Locatie: Lima Heights Adjacent

Spannend spannend spannend! Ik moet eerlijk zeggen dat ik één keer heb weggeklikt omdat ik er even niet doorheen kwam, al weet ik niet goed waarom. Misschien omdat het hele gevecht zo gedetailleerd is beschreven dat het best lastig is om er in één keer te komen.
Jammer dat Brandon niet zo dom is om daar te blijven, maar dat maakt het wel een stuk spannender (:
When the power of love overcomes the love of power.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Snap denk ik wel wat je bedoelde Ejell dus heb eea aangepast, hopelijk leest het nu wat makkelijker/beter :)
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

‘En?’ vroeg Skey. Scrooge hief grijzend zijn handen op.
‘Piece of cake,’ zei hij. ‘Twee nerdjes die iets aan het brouwen waren en twee mannetjes die hen moesten bewaken. Geen schijn van kans. Er was er één die lastig was, maar superkat Deora heeft hem voor ons uitgeschakeld.’ Hij streek Deora over haar kop.
‘Je had haar moeten zien. Die vent kreeg ineens zestig kilo luipaard in zijn nek. Ze had zijn keel al doorgebeten voor hij door had wat hem geraakt had.’ Skey glimlachte en hij liet zijn hand over Deora’s rug glijden toen ze trots naast hem kwam staan. Hij klopte haar op zij en keek Scrooge en Harper aan.
‘Geen overlevenden?’ vroeg hij. Scrooge schudde zijn hoofd.
‘Allemaal dood,’ zei hij schouderophalend. ‘Risico van het vak.’ Skey knikte.
‘Geen Brandon?’ vroeg hij. Ze hadden afgesproken dat niemand Brandon eigenhandig zou afmaken, behalve Skey. Als ze hem zouden vinden, werd hij aan hem overhandigd. Dat gunden ze hem allemaal van harte.
‘Nee,’ zei Scrooge. ‘Volgens Deora niet. Ik zag ook geen blonde exemplaren boven. Niemand die leek op jouw omschrijving.’
‘Ook geen Bradley, neem ik aan?’
‘Nee, jammer genoeg niet. Hier ook niet, blijkbaar?’
‘Nee, geen spoor.’ Scrooge knikte. Hij keek naar de bodyguard op de grond, die nog steeds als bevroren tegen de muur aan zat.
‘Was ik al bang voor. Trouwens, waarom zit er daar eentje die nog leeft?’ Ze keken naar Aimon, die zijn slachtoffer nog steeds met zijn blik op zijn plek hield. De stalmeester wenkte hen en ze liepen naar hem toe.
‘Omdat,’ zei hij. ‘-ik rekening heb gehouden met de mogelijkheid dat we zowel Bradley als Brandon hier niet aan zouden treffen. Nu deze aardige heer nog leeft, kunnen we hem vragen waar we ze dan wel kunnen vinden.’ Jeremiah liep langs de dode bodyguards en trok zijn messen uit de borst van de ene en uit het voorhoofd van de andere.
‘En hoe denk je dat we hem zo ver gaan krijgen dat hij dat ons dat gaat vertellen?’ vroeg hij. Skey draaide zich om. Hij keek naar de bevroren bodyguard op de grond.
‘Ik weet wel een manier.’ Hij stak zijn hand uit naar Jeremiah. ‘Mag ik een mes?’ Jeremiah pakte een mes bij het lemmet en gaf het aan Skey. Die nam het aan en hij liep ermee naar de laatste overlevende van Brandons hulpjes. Hij hurkte bij hem neer en keek om naar Aimon.
‘Ik neem het wel over,’ zei hij. Aimon knikte en Skey wendde zich tot de bodyguard. Hij pakte zijn gezicht vast, draaide het zijn kant op en wachtte tot hij de verstijfde toestand van zijn lichaam voelde verdwijnen. Dat was het moment waarop Aimon hem losliet. Zodra dat gebeurde, gaf Skey de man een tik tegen zijn wang, zodat zijn ogen automatisch zijn kant op schoten. Zijn blik boorde in die van de bodyguard en hij hoefde het nauwelijks te denken om hem zo op zijn plek te houden.
‘Ik denk dat je mij nog wel kent,’ zei hij tegen de bodyguard, die hem met grote ogen aankeek terwijl zijn borstkas steeds sneller op en neer ging. ‘Er zijn twee dingen die we willen weten. De eerste is waar we Brandon kunnen vinden en de tweede is waar Bradley gebleven is. Ik ga er vanuit dat jij ons dat wel kunt vertellen.’ De man keek hem met grote ogen aan. Hij leek bang, maar ondanks het feit dat Skey het hem toestond te praten als hij dat wilde, zei hij niets. Skey steunde met zijn elleboog op zijn bovenbeen en hield het mes voor de bodyguard zijn ogen.
‘Als je niet meewerkt, laat ik je je adem inhouden tot je bijna dood bent en maak ik vlak voor je stikt een extra luchtgaatje in je luchtpijp. Hier.’ Hij zette de punt van het mes tegen zijn keel, ter hoogte van het kuiltje in zijn hals. ‘Ik kan je verzekeren dat dat een hele pijnlijke manier is om dood te gaan. En ik kan je er ook van verzekeren dat ik van je baas heb geleerd dat daadwerkelijke moment zo lang mogelijk uit te stellen. Wij hebben de tijd. Ik zal beginnen één voor één je vingers van je lichaam te scheiden tot je bereid bent te praten.’ Hij pakte de hand van de bodyguard vast en zette hem met de palm op de grond, met zijn vingers uitgespreid op de vloer. Hij keek naar hem op.
‘Je mag gillen als je wilt,’ zei hij. Hij hief het mes op en liet het op volle kracht omlaag suizen. Er klonk een gil door het vertrek toen het lemmet dwars door een pink heen op de harde vloer klapte.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Iejew wat een einde zeg. Hallo die Skey is net zo erg als Brandon!!
Hij moet zich egt beheersen zeg, getver wat vies.

Heb je zulke moord technieken van internet of zijn het gewoon jouw fantasieen. Anyway ze zijn grose, vooral op de manier hoe jij ze kan beschrijven. Alsof je zelf in die lichaam van die klerenkast zit en zelf de pijn meemaakt. Ik moest egtt huiveren toen Skey dat mes ophief en zijn pink afsneed.

Daar krijg je rillingen van hoor.
Maar zoals ik al zei goed beschrijven!!

Ik ben egt benieuwd waar Brandon en Bradley zijn. Die Brandon is slimmer dan we dachten zeg!

Ga snel verder!
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Haha gewoon mijn eigen fantasie en gewoon veel televisie denk ik. En als ik Skey was en ik had de kans zou ik ze ook allemaal zo hard mogelijk terugpakken voor wat ze gedaan hebben hoor! :)

_______________________________________________________________________________

Hoofdstuk

Het kostte tien minuten en drie vingers om de bodyguard aan het praten krijgen. Er bleek een simpele verklaring te zijn voor Brandons afwezigheid. Hij zat volgens de bodyguard ergens in de stad, vlak ij het centrum. Hij had daar een club waar hij zo nu en dan tijd doorbracht en een paar uur eerder was hij daar per helikopter heengebracht. Dat was waarschijnlijk de reden dat Deora zijn spoor maar tot aan de drugsfabriek had kunnen volgen. Gelukkig wist de bodyguard de exacte locatie van de club en het gevoel van zijn middelvinger die van zijn hand gescheiden werd, kreeg hem zover die met Skey en de anderen te delen. Het was niet heel ver weg en moest nog gemakkelijk die nacht te bereiken zijn.
Bradley bzou onder het massief ijzeren luik in de grond moeten te zitten. Het was een oude ingebouwde afvalcontainer voor chemische restproducten die alleen van buitenaf te openen was. Het luik had een groot wiel met drie spaken dat open gedraaid kno worden als er een bepaalde cijfercombinatie op het platform ernaast ingevoerd werd. De bodyguard vertikte het eerst echter om de code te geven waarmee dat gedaan moest worden, dus Skey trok met behulp van één van Jeremiah’s messen twee van zijn vingernagels van zijn vingers en toen kreeg er met een hoop gekrijs en gekreun de combinatie uit.
Het was Harper die op het platform naast het luik de code onder een klein schermpje invoerde. Op dat moment steeg de spanning in het vertrek. Het was niet waarschijnlijk dat de bodyguard met opzet in deze situatie nog de verkeerde code zou geven, maar alles was mogelijk. Het geluid van de piepjes die Harper veroorzaakte viel even samen met het klaaglijke gekerm van de kleerkast, die inmiddels vier vingers en twee nagels aan zijn andere hand miste. Het gejank werd overstemd toen het platform drie luide pieptonen gaf. Het schermpje lichtte drie keer groen op en bleef toen een neutraal, wittig licht uitstralen. Harper keek ernaar en zei: ‘Zowaar, ik geloof dat hij de goede combinatie gegeven heeft.’ Hij keek op naar de anderen en Aimon knikte.
‘Maak maar open,’ zei hij. ‘Op hoop van zegen.’ De bodyguard mocht immers denken dat Bradley nog leefde, het was nog niet honderd procent zeker dat dat ook het geval was.
Harper richtte zijn blik op het ijzeren luik. Hij boog naar voren en pakte het driespakige wiel vast. Hij draaide eraan en er klikte iets binnenin de ijzeren plaat. De scharnieren piepten en langzaam verscheen er een kier tussen het luik en de opening waar het in viel. Even staarden ze ernaar, allemaal volledig op scherp, maar er gebeurde niets. Er kwam niemand naar buiten en er klonk geen geluid uit het luik.
Harper keek even naar de donkere kier, maar toen boog hij naar het luik toe en hij probeerde het open te trekken. Scrooge schoot hemte hulp en samen kregen ze het open. Het luik was dik, een centimeter of twintig, als de deur van een kluis. Toen het eenmaal voorbij zijn verticale positie was, viel het met een oorverdovende knal naar de andere kant toe open op de vloer. Scrooge en Harper bleven allebei rondom de opening staan en keken omlaag. Even bleef het stil. Vol spanning keken ze naar de gezichten van de twee vampieren bij het luik. Goddank ontspande Scrooge’ gezicht toen. Dat vertelde iedereen dat het goed was.
‘Bradley?’ hoorde Skey hem zeggen. ‘Wij zijn het. Kom, ik help je eruit.’ Na nog een korte stilte kwam er geluid van binnen uit het luik. Het was alsof er iemand op een trap opliep. Scrooge stak zijn arm in het gat en een paar seconden later werd er een vuile hand van binnenuit om zijn pols geslagen. Scrooge stapte achteruit en trok Bradley tevoorschijn uit het gat.
Skey’s eerste indruk van Bradley was dat hij vuil was. Hij had nog steeds de gevangenisachtige kleding aan die hij de afgelopen dagen gedragen had en die zat onder de vlekken. Er zaten zwarte vegen in zijn gezicht en ook zijn handen waren smerig. Zijn wangen waren ingevallen en de donkere kringen onder zijn ogen staken nog steeds af tegen zijn bleke gezicht. Skey zag een sterke verbazing op zijn gezicht verschijnen toen hij zag wie er allemaal in de ruimte stonden. Het was aandoenlijk om te zien, die haast kinderlijke opluchting en verrassing die zo groot waren dat ze hem totaal overdonderden. Hij bleef vertwijfeld staan en keek stomverbaasd naar iedereen om hem heen.
‘Skey?’ zei hij. ‘Scrooge?’ Hij keek hen aan en schudde ontsteld zijn hoofd.
‘Hoe hebben jullie…’ Skey glimlachte licht en stak zijn hand uit naar Deora, die naar hem toe kwam lopen.
‘Dankzij deze zwarte panter,’ zei hij. Nog een keer schudde Bradley verdwaasd zijn hoofd. Hij hief zijn hand op om zijn haar uit zijn gezicht te strijken, op een onhandige manier die vertelde dat hij compleet van zijn apropos was.
‘Jullie…’ zei hij. ‘Ik… ik kan niet geloven dat jullie hier zijn.’ Hij keek naar Skey. ‘Toen we ineens moesten verhuizen, dacht ik dat dat was omdat hij jullie gedood had. Ik dacht dat het afgelopen was, dat hij mij ook zou vermoorden. Ik had nooit verwacht dat ik jullie nog zou zien. En Scrooge, Aimon…’ Hij slaakte een zucht, haast wanhopig door zijn eigen verbazing. Toen leek hij zich echter iets anders te realiseren en zijn ogen begonnen door de ruimte te schieten. Uiteindelijk gingen ze terug naar die van Skey. De opluchting en verbazing op zijn gezicht maakten plaats voor nog iets anders, een soort vrees en lichte angst. Skey zag dat hij diep slikte.
‘Talitha…’ zei hij een beetje radeloos. ‘Is ze…’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Xatham
Banned
Banned
Berichten: 1503
Lid geworden op: 14 mei 2011 12:44

Goh, wat weet je toch weer een lekker moment uit te kiezen om met een stukje te stoppen. We weten allemaal wat Skey's reactie zal zijn, maar toch is het moment een beetje flauw :P

Ik moest glimlachen toen Talitha, Skey achterna kwam rennen. Als ik een meisje als Talitha zou hebben, zou ik echt zielsgelukkig zijn volgens mij :P

Hopelijk krijgen ze Brandon nog wel te pakken...
As the phoenix arises from his ashes...
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Nanana ik weet al wat Skey gaat zeggen. Nee bradley ze is niet dood. En dan met zo een happy face. Nee okej dat niet maar ik weet zeker dat hij een gek gezicht gaat trekken. Of niet

Offfff weet ik veel. Schrijf maar gewoon verder. Dan zien we wel. Kijke of ik gelijk heb :D
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Dank jullie wel voor je reactie! Nog een stukje erbij voor vandaag. Had het nog een keer extra na willen kijken, maar verkeer in een depristemming dus ben er niet meer aan toegekomen. Vertrouwen in mijn eigen schrijfkunsten is inmiddels ook tot het nulpunt gedaald door allemaal externe factoren dus durf het niet meer over te lezen ook uit angst dat dat mijn egodip alleen nog maar meer bestaansrecht geeft :P blegh, kutavond.

____________________________________________________________________________

Maar Skey schudde geruststellend zijn hoofd.
‘Het gaat goed met haar,’ zei hij. ‘Ze leeft. Op het randje, maar ze heeft het gered.’ Bradley keek opgelucht, maar nog steeds een beetje vertwijfeld, alsof hij het nog steeds niet helemaal durfde te geloven.
‘Echt?’ vroeg hij onzeker. Skey knikte.
‘Echt,’ zei hij. Bradley’s gezicht stond schuldbewust.
‘Ik vond het zo erg,’ zei hij. ‘Wat ze met haar deden, hoe slecht ze eraan toe was. Ik had nooit gedacht dat ze het zou overleven. En hoe hij jou toetakelde…’ Hij slikte. ‘Ik was zo bang dat jullie dood zouden gaan. Ik voelde me zo schuldig toen ik zag hoe jullie eruit zagen. Jullie hadden dat allemaal doorstaan en nog steeds gaven jullie niet toe. Ik had al toegegeven voor hij me uberhaupt met een vinger aanraakte. Alleen zijn dreigementen over wat hij met Talitha zou doen trokken me al over de streep.’
‘Het geeft niet, Bradley,’ zei Skey. ‘Het is gebeurd zoals het gebeurd is en iedereen is er levend uit gekomen. Dit is bijna afgelopen en dan keert alles terug naar het oude. Voor zover dat nog mogelijk is, dan.’ Bradley keek van de één naar de ander. Er verscheen weer iets van vrees op zijn gezicht.
‘Hoe bedoel je, ‘bijna’ afgelopen?’ vroeg hij. ‘Gaan we dan niet terug naar het circus?’ Nu stapte Aimon naar voren.
‘Nee,’ zei de stalmeester. ‘Nog niet. Het is goed je in een behoorlijke conditie terug te vinden, Bradley, maar Skey heeft gelijk. We hebben nog dingen af te handelen. We vragen je niet om mee te gaan, dat zou ook niet eerlijk zijn. Sterker nog, ik heb liever dat Scrooge en Deora met je meegaan en je jezelf terug laat brengen naar de schuilplaats waar Talitha en Marida zitten. We willen je niet weer in gevaar brengen.’ Bradley werd een beetje bleek.
‘Marida?’ vroeg hij. Scrooge glimlachte. Hij klopte hem geruststellend op zijn schouder.
‘Je hebt dit doorstaan en dan nog ben je bang voor Marida?’ vroeg hij. Bradley’s wangen werden rood.
‘Ja, nee,’ zei hij. ‘Nou, ik…’ Skey en Scrooge wierpen elkaar grijnzend een blik toe.
‘Het komt wel goed, Bradley,’ zei Skey. ‘Scrooge blijft bij je en na wat er gebeurd is, heb je wel genoeg geboet voor het probleem met Marida’s hoofdact. Jullie staan meer dan quitte.’ Bradley knikte. Hij wreef zijn vuile handen even over elkaar en keek toen weer op.
‘En jullie?’ vroeg hij. Skey keek hem even aan, maar wendde toen zijn blik af.
‘Wij hebben nog wat dingen af te sluiten,’ zei hij. Hij voelde dat Bradley naar hem keek.
‘Brandon?’ vroeg hij. Skey knikte.
‘Ja.’ Bradley knikte ook. Even keek hij naar de grond.
‘Gaan jullie hem vermoorden?’ vroeg hij. Toen het stil bleef, keek hij weer op naar Skey. Skey keek terug. Toen knikte hij. Hij zag iets in Bradley’s ogen verschijnen, een hardheid die hij nog nooit bij hem gezien had. Hij vermoedde dat hij de uitdrukking niet had kunnen produceren voor alles met Brandon gebeurd was.
‘Goed zo,’ zei hij. ‘Dat verdient hij. Doe hem maar goed pijn voor hij dood gaat.’ Skey knikte.
‘Maak je daar maar geen zorgen over.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Classy Cat
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1220
Lid geworden op: 24 apr 2011 19:41

Ik heb je verhaal in één klap helemaal uitgelezen. o.ó
Eigenlijk had ik al verwacht dat ik het nog eens zou doen. xD Al dácht ik in het begin dat het onderwerp me niet zo zou trekken.

Ik ben gisteren begonnen met lezen en eigenlijk werd ik er vrijwel meteen ingezogen. ^^
Ik vind je schrijfstijl nog steeds steen goed! Vooral je dialogen vind ik heel mooi. Stiekem kreeg ik een brok in mijn keel toen Skey vanachter die muur tegen Talitha praatte. Toen ze de eerste keer zei hoe veel ze van hem hield. Dat vond ik echt prachtig! Alles eigenlijk!
Ik vond het ook geweldig hoe je Brandon omschreef, vooral door wat je hem allemaal liet zeggen. o.o Telkens zat ik op het puntje van mijn stoel als hij voor binnenkwam.

Vanaf het gedeelte dat Brandon er voor het eerst in voor kwam, was ik er ook eigenlijk niet meer bij weg te slaan. xD Ik móést en zou telkens weten hoe het verder zou gaan.

Hmmm,
en nu krijg ik eigenlijk een beetje een raar voorgevoel dat het ze niet gaat lukken om Brandon te vermoorden. Wie weet wat hij allemaal nog in zijn mars heeft!
Straks zitten ze nog allemáál gevangen. >.<
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Class, wat een ontzettend toffe reactie! Echt, onwijs bedankt :D:D doet me onwijs goed om te horen dat je het helemaal hebt weten door te lezen en het nog leuk vond ook, ook al is het misschien je genre niet. Groter compliment bestaat er niet! :)

Nieuw stukje erbij voor vandaag, wat langer om gisteren te compenseren :)

_________________________________________________________________________

Hoofdstuk

Zoals Aimon voorgesteld had, ging Bradley samen met Scrooge terug naar de oude fabriek op het industrieterrein. Scrooge offerde zich op, omdat hij degene was die het beste met Bradley op kon schieten. Zijn afwezigheid zou hen één man kosten als het in Brandons club op vechten aan zou komen, maar Bradley’s veiligheid was net zo belangrijk, zo niet belangrijker. Bovendien waren ze zonder Scrooge nog met zijn vieren over en dat moest genoeg zijn om de hele operatie tot een goed einde te brengen. Volgens de bodyguard die hun informatie verstrekte, had Brandon in zijn club niet zoveel hulpjes omdat hij zich daar op veilig, eigen terrein bevond.
Na gelukswensen over en weer verlieten Bradley en Scrooge de drugsfabriek en was het aan Skey, Aimon, Jeremiah en Harper om zo snel mogelijk bij de club in de stad te zien te komen. Brandon was daar heengebracht met een helikopter, maar dat was niet bepaald een reismogelijkheid voor Skey en de anderen. Ze discussieerden kort over de mogelijkheden en besloten toen de bodyguard te raadplegen om uit te vinden hoe Bradley zich normaal verplaatste als hij geen helikopter bij de hand had.
‘Hoe is Brandon hier in de eerste plaats gekomen?’ vroeg Skey de man, die nog steeds bloedend tegen de muur op de grond lag. Ze hadden de mentale controle over de bodyguard opgeheven, al had de man zo veel pijn dat hij toch niet meer op zijn benen kon staan. Naast zijn lichaam lag een plas bloed en hij hield zijn gehavende hand krampachtig vast met zijn andere. Hij was lijkbleek en trilde over zijn hele lichaam. Het zou niet lang meer duren voor hij in shock zou raken.
Toen de man niet reageerde, hurkte Skey bij hem neer. Hij pakte zijn gezicht vast en draaide het naar zich toe.
‘Hé,’ zei hij. ‘Focus. Hoe is Brandon hier gekomen?’ De trillende bodyguard keek hem aan, half aanwezig, half verdoofd door de pijn.
‘Met de… met de auto,’ bracht hij trillend uit. Skey hield zijn gezicht vast en keek hem aan.
‘Met de auto?’ herhaalde hij. De bodyguard knikte zwak. Skey keek naar zijn gezicht.
‘Waar is die nu, die auto? Is die hier?’ De bodyguard knikte opnieuw. Zijn gezicht glom van het zweet in het licht van de lampen aan het plafond. Skey zag dat zijn ogen dreigden dicht te vallen. Hij sloot zijn hand om de gehavende vingers van de bodyguards en de man schreeuwde het uit toen hij er druk op uitoefende.
‘Waar is die auto?’ vroeg Skey toen hij weer de volle aandacht had. De bodyguard slikte en deed zijn ogen dicht, nog een paar tinten witter dan daarnet.
‘In de… in de loods,’ zei hij. Skey wierp een blik over zijn schouder naar de roldeuren achter hem.
‘Welke?’ vroeg hij. Langzaam hief de bodyguard zijn hand op. Skey zag dat hij nog witter werd en met de wijsvinger van zijn rechterhand, de enige vinger die hij daar nog had, wees hij langs Skey heen naar een grote roldeur aan de andere kant van het vertrek. Even keek iedereen in de ruimte om naar de betreffende deur, en toen keken ze elkaar aan. Aimon richtte zich tot Jeremiah.
‘Jeremiah,’ zei hij tegen hem. ‘Kijk of het klopt.’ Jeremiah draaide zich zwijgend om en Skey, Harper en Aimon keken hoe hij naar de deur liep. Hij drukte op een knop aan de linkerkant van de gevel en er klonk een mechanisch gezoem. Verassend soepel rolde de deur omhoog. Jeremiah keek de loods in, naar iets wat zich buiten het zicht van de anderen bevond. Toen keek hij naar hen opzij en hij knikte.
Skey richtte zich weer tot de bodyguard. Hij pakte de man weer bij zijn gehavende hand en kneep erin.
‘Je hebt vast wel een sleutel hier, voor gevallen van nood,’ zei hij terwijl de man piepend en brabbelend om genade smeekte. ‘Waar is die?’ Het leek te bodyguard kracht en inspanning te kosten om niet van zijn stokje te gaan, maar net voor hij bijna flauw leek te vallen, liet Skey zijn hand weer los. De man snakte naar adem en trillend greep hij zijn bloedende hand weer beet. Even bleef hij hijgend zitten, maar Skey opnieuw zijn hand ophief om hem vast te pakken, draaide hij zijn hoofd snel naar één van zijn dode collega’s toe.
‘Bij hem,’ zei hij. ‘Hij heeft hem, hij heeft hem. Alsjeblieft, niet meer.’ Ze keken opzij, naar de bodyguard die hij aanwees. Het was de bodyguard die Skey uitgeschakeld had. Aimon en Skey keken elkaar even aan, en toen liep Aimon naar de man toe en knielde bij het lichaam neer. Hij begon in de kleding naar sleutels te zoeken. Een paar tellen later haalde hij een autosleutel tevoorschijn en liet hem aan Skey zien. Skey draaide zijn hoofd weer om naar de man voor hem.
‘Goed,’ zei hij. Hij klopte hem tegen zijn gezicht en kwam toen overeind. Hij draaide zich om en keek om zich heen naar de rest.
‘Ik denk dat we niet meer nodig hebben,’ zei hij. ‘Wat doen we met hem?’ De bodyguard begon ondanks zijn al niet bepaald gezonde toestand nog harder te trillen en hij maakte lijdende geluidjes. Harper kwam naast Skey staan. Skey keek naar hem opzij en dat hij zag dat Harper met een vreemde schittering in zijn ogen naar de man op de grond keek.
‘Laat dat maar aan mij over,’ zei hij. Skey keek naar de bodyguard, die probeerde te smeken, maar nog nauwelijks de kracht leek te hebben om geluid te maken. Toen knikte hij.
‘Ga je gang,’ zei hij. Hij draaide zich om en liet de bodyguard aan Harper over. Terwijl hij met Aimon naar Jeremiah toe liep, hoor hij dat het gesmeek van de bodyguard angstiger werd. Een paar seconden later klonk er een grauw die gevolgd werd door een schrille gil, doorspekt van pijn en angst, en toen werd het weer stil. De energie van de bodyguard was al weggevallen voor Skey bij Jeremiah was.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Classy Cat
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1220
Lid geworden op: 24 apr 2011 19:41

Gelukkig maakt mijn reactie je een beetje blij! :')

Ik vind het genre heel interessant, hoor! Maar dat had ik niet gedacht voor ik het zou lezen.
Je hebt er een heleboel dingen in verwerkt. Ik vond het op bepaalde punten een beetje thriller/horror-achtig, en voor dat genre mag je mij wakkermaken. @.@

Pfffft,
ik hoop wel dat het allemaal goed komt, hoor!
Het is gevaarlijk wat ze doen... maar nu ze met meer zijn, is het natuurlijk wel anders! ;(
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Haha dank je wel voor je reactie Class! Supertof dat je meeleest en reageert :) nieuw stukje, tijd voor wat actie!

__________________________________________________________________________________

Jeremiah stond nog steeds bij de roldeur. Hij leunde tegen de deurpost en keek naar iets wat binnen in de andere ruimte stond. Skey en Aimon liepen naar hem toe. Onder het felle TL-licht in de garage stond een witte Porsche Panamera Turbo S.
Skey en Aimon gingen naast Jeremiah staan. Ze keken naar de auto, die glom als een spiegel onder de lichten aan het plafond.
‘Natuurlijk,’ zei Aimon. ‘Hoe noem je zoiets?’ Ze keken alle drie naar de lijnen van de auto.
‘Porsche Panamera,’ zei Jeremiah. Skey knikte.
‘Typisch,’ zei hij. ‘Hij heeft zoveel geld dat hij zich een helikopter kan veroorloven en dan rijdt hij in zo’n auto.’ Even keken ze allemaal in stilte naar de Porsche. Een paar tellen later voegde ook Harper zich bij hen. Hij keek langs hen heen naar de witte Panamera en veegde wat bloed van zijn mond.
‘Ik zie dat ons vervoer geregeld is?’ zei hij. ‘Het ziet er snel uit. Is er iemand die erin kan rijden?’ Naast Skey schudde Aimon zijn hoofd.
‘Ik niet. Ik ben te oud voor een rijbewijs,’ zei hij. Harpers mondhoek trok op in een glimlach.
‘Hier nog eentje,’ zei hij. Hij keek opzij. ‘Jeremiah?’ Jeremiah haalde half om half zijn schouders op, zonder zijn blik van de auto af te wenden.
‘In principe wel,’ zei hij. ‘Maar dat is wel heel lang geleden.’ Skey knikte.
‘Zelfde geldt voor mij,’ zei hij. Weer keken ze allemaal naar de auto. Na een tijdje kwam Jeremiah in beweging en hij liep naar de Porsche toe. Hij maakte er een rondje omheen en keek door het raam naar binnen.
‘Kun jij met een schakelbak rijden?’ vroeg hij Skey. Skey knikte en liep ook naar de auto toe.
‘Als het goed is wel,’ zei hij. ‘Hoezo?’ Jeremiah wees door het raam van de auto naar binnen.
‘Hij heeft stuurflippers,’ zei hij. ‘Het laatste waar ik in gereden heb, was een automaat en dat is een hele tijd geleden. Ik weet niet of ik dit nog kan.’ Hij keek op naar Skey. ‘Denk je dat jij er mee overweg kunt?’ Skey leunde naar voren en keek ook door het raam naar binnen.
‘Ik denk het wel,’ zei hij. Jeremiah knikte.
‘Mooi. Dan is hij voor jou.’
‘Prima.’ Skey kwam weer overeind en hij keek om naar Aimon. Hij hield zijn hand op en Aimon overhandigde hem de autosleutel. Skey zocht het juiste knopje, drukte erop en ontgrendelde de deuren. Harper keek ernaar en zei met iets van bewondering in zijn stem: ‘Handig.’ Skey glimlachte. Hij trok de deur aan de bestuurderskant open en zei: ‘Als je handig wilt zien, moet je de achterkant in de gaten houden als we snelheid maken. Als het goed is zit er een ingebouwde achtervleugel in die zichzelf uitvouwt.’ Harper, duidelijk nieuwsgierig, liet zich dat geen twee keer zeggen en liep naar één van de achterdeuren. Hij nam plaats op de achterbank met Aimon naast zich en Jeremiah ging naast Skey op de bijrijdersstoel zitten. Toen iedereen zat, gingen de deuren dicht en werd alles weer in geïsoleerde stilte en de geur van leer en cockpitspray gehuld.
‘Chic, hoor,’ zei Harper, die naar de champagnekleurige lederen bekleding en de bijpassende hemel boven zijn hoofd keek. ‘Dit moet aardig wat kosten. Die gozer krijgt een rolling als hij weet dat we zijn auto meenemen.’ Skey zette zijn voeten op de pedalen en zocht rondom het stuur naar het contact.
‘Daarom juist,’ zei hij. ‘Ik doe graag alles wat ik kan om hem dwars te zitten.’ Hij boog wat naar voren en vond het contact links van de stuurkolom. Toen hij contact maakte, lichtten er lampjes en tekentjes op in het dashboard. Skey keek ernaar op en hij sloot zijn rechterhand om het lederen, champagnekleurige stuur.
‘Mooi,’ mompelde hij. ‘Nu eens kijken of we dit ding opgestart krijgen.’ Hij zette zijn voet op de rem en draaide de sleutel naar ’start’. De auto begon licht te vibreren en met een rauw, grommend geluid sloeg de motor aan. Daarna bleef hij regelmatig brommen en de vampieren in de auto keken elkaar aan. Even was het stil.
‘Nou, dat was makkelijk, toch?’ zei Harper toen vanaf één van de achterstoelen. ‘En nu?’ Skey keek naar de versnellingsbak rechts van hem. Hij duwde de pook in de voorste positie en legde zijn handen weer op het stuur. Een paar keer drukte hij afwisselend met zijn duim en wijsvinger op de stuurflippers, schakelend tussen versnellingen, en toen drukte hij het gaspedaal in zonder de koppeling los te laten. Het geluid van de motor zwol aan en de auto gromde dreigend. Skey keek Harper aan via de achteruitkijkspiegel. Naast hem deed Jeremiah zwijgend zijn gordel om
‘Dat zien we vanzelf,’ zei hij. ‘Hou je vast.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

No fun? :o

______________________________________________________________________

Hij wachtte niet meer en nog voor Harper iets kon zeggen, trapte hij het gaspedaal in. Het diepe, ronkende geluid van de motor knalde brullend door de lucht en de auto kwam in beweging. Ze schoten vooruit en raceten onder een lage garagedeur door de donkere nacht in. De koplampen van de Porsche verlichtten oud, slecht onderhouden asfalt en de wielen denderde er overheen. Dat ging goed, maar er bleek al gelijk na een paar meter een scherpe bocht in de uitrit te zitten die Skey door de snelheid net iets te laat instuurde. De banden piepten, maar hij wist de auto onder controle te houden en met gierende banden vlogen ze de bocht door. De auto kwam half in de berm terecht, maar Skey stuurde hem weer terug de weg op en hij schakelde naar een hogere versnelling. Hij drukte het gaspedaal verder in en de auto schoot vooruit. De wijzer van de kilometerteller kroop omhoog, op de wijzerplaat die tot over de 300 ging.
‘Weet je waar je heen gaat?’ vroeg Harper vanaf één van de achterstoelen. Skey schakelde nog een keer omhoog en liet zijn ogen kort over de borden die ze passeerden glijden.
‘In ieder geval hieruit,’ zei hij. ‘Een snelweg op en dan richting het centrum. En dan vanaf daar de route van de bodyguard volgen.’ Hij zag een afslag aankomen en net op tijd herkende hij het tekentje op het bord rechts ervan, dat vertelde dat de afslag naar een snelweg leidde. Hij trapte op de rem en gooide het stuur om naar rechts. De auto schoot de bocht door, uitbrekend naar links, en de wielen lieten rook achter in de lucht. Met piepende banden kwam de brullende Porsche weer recht op de afslag terecht en Skey scheurde het industrieterrein door. Het geluid van de motor weerkaatste tussen de hoge gebouwen, tot ze die achter zich lieten en een B-weg op schoten. Het grootste deel daarvan ging rechtuit en Skey drukte het gaspedaal nog verder in. De kilometerteller klom op tot honderdvijftig, tweehonderd en uiteindelijk tweehonderdtwintig voor ze de volgende afslag bereikten. Van daar kwamen ze op de snelweg terecht.
Ze voegden in en met een bloedgang schoot de Porsche de andere auto’s op de snelweg voorbij. De weg had weinig bochten en de kilometer teller liep ver op naar rechts. Met deze snelheid zou het niet lang duren voor ze bij de locatie van Brandons club waren en dat was ook precies de bedoeling. Ze moesten bij Talitha en de rest terug zijn voor de zon op zou komen. Dat leek in het begin volgens plan te gaan: het was rustig op de weg en de auto haalde op rechte stukken een snelheid van bijna 300 kilometer per uur. Veel andere automobilisten weken uit naar de rechterbaan, de Porsche de ruimte gevend op de linker. Waarschijnlijk kwam de Panamera met zo’n afschrikwekkende snelheid aanzeilen dat niemand het risico wilde lopen zijn pad te kruisen.
De andere weggebruikers waren het probleem dan ook niet. Een opstopping in een tunnel zo’n drie kilometer voor het centrum was dat echter wel. Er was daar een groepje wegwerkers bezig met een asfaltlaag in de middelste rijbaan. Voor dat doel hadden ze niet alleen de middelste, maar ook de linker baan afzet. Dat betekende dus dat iedereen halverwege de tunnel van drie banen naar één rijbaan moest zien te komen en uiteraard liep dat finaal in het honderd. Bovendien hadden waren de twee rijbanen niet enkel een paar meter afgezet, maar gelijk over bijna de gehele lengte van de tunnel. Het verkeer stond bij het invoegpunt al vast en Skey zag toen ze aansloten in de rij dat er pas heel verderop weer stapvoets wat beweging in de colonne kwam.
‘En dan denk je dat je als je vampier wordt bij een rondtrekkend circus voor eens en altijd van deze ellende verlost ben,’ zei Jeremiah, doelend op de file. ‘De eerste keer in vijftig jaar dat je weer in een auto zit, sta je gelijk ergens vast. En dat midden in de nacht. Ik bedoel maar.’ Skey leunde met zijn elleboog op de deurpool en drukte het gaspedaal en stukje in, zodat hij dichter aansloot op de auto voor hem.
‘Wat dat betreft verandert er niet veel, nee,’ zei hij. Hij stuurde wat opzij, zodat hij langs de auto’s heen kon kijken naar de wegwerkzaamheden op de middelste baan. Die waren nog minimaal een halve kilometer verderop en vooralsnog zat er nauwelijks beweging in de lange rij auto’s voor hem. De lege midden- en linkerbaan lonkten.
‘Waarom moeten ze alles dan ook een halve kilometer van tevoren al afzetten?’ vroeg Harper, langs Jeremiah’s stoel heenbuigend om te kijken naar de opstopping. ‘Dat heeft toch geen enkele zin?’ Skey liet het stuur met één hand los. Hij pakte zijn gordel en klikte die vast.
‘Om te voorkomen dat ze in de knoei komen met idioten als wij die geen tijd hebben om te wachten,’ zei hij. ‘Doe je gordel om. Dit duurt te lang. We nemen de snellere route.’ Achter hem pakten Aimon en Harper hun gordel vast en Skey hoorde dat ze ze omdeden. Naast hem keek Jeremiah door de voorruit naar buiten en hij pakte de steun aan de binnenkant van de deur vast.
Skey legde zijn arm achter de hoofdsteun van Jeremiah’s stoel en draaide zich om. Hij reed een stukje naar achter, tot de parkeersensoren van de Porsche aangaven dat hij te dicht bij zijn achterbuurman in de buurt kwam. Toen draaide hij zich weer om en hij schakelde terug naar de eerste versnelling. Even wachtte hij, met zijn voet op het gaspedaal. Toen de auto voor hem een paar meter naar voren reed en hij daar de ruimte kreeg, trapte hij het gaspedaal vol in rukte het stuur om naar links.
De Porsche schoot bijna in een hoek van negentig graden linksaf. De motor brulde terwijl de auto vooruit sprong, op de grote, oranje pionnen die op de weg stonden af. Skey hoorde het geluid van de pionnen die tegen de voorbumper klapten, maar hij hield het gaspedaal ingedrukt en gooide het stuur weer om naar rechts. De achterwielen slipten, maar als bij een wonder kwam de auto recht op de meest linkerbaan terecht, naast de betonnen wand die de linkerbaan van de drie banen in tegenovergestelde richting scheidde. Skey schakelde naar een volgende versnelling en drukte het gaspedaal verder in. De Porsche schoot vooruit en het scheurende geluid van de motor galmde door de lange tunnel. Ze vlogen langs de lange rij wachtende auto’s heen, richting de plaats waar de wegwerkers op de middelste baan met de weg bezig waren. Ze hadden rood-witte hekken neergezet die de gehele middenbaan en tevens het grootste gedeelte van de linker afsloten. De afzettingen hekken kwamen snel dichterbij, maar Skey nam geen gas terug.
‘Skey…’ mompelde Harper achterin een beetje vertwijfeld. ‘Weet je zeker dat…’ Maar naast Skey zei Jeremiah: ‘Leidt hem niet af. Als we met deze snelheid tegen die wand knallen, overleven zelfs wij dat niet.’ Harper zei gelijk niets meer en hij hield zijn mond. Skey drukte het gaspedaal verder in om meer vaart te maken en stoof op de afzettingen af. De reflectoren erop lichtten op in het schijnsel van de koplampen en kwamen steeds dichterbij. Honderd meter, vijftig, twintig, tien. Toen ramde de neus van de auto de afzettingen en reed er dwars doorheen. De hekwerken vlogen opzij, het hout en de reflectoren versplinterden en scherven en splinters vlogen door de lucht. Er werd getoeterd en geroepen en Skey zag de wegwerkers verderop heen en weer rennen. Ze probeerden de spullen waar ze mee bezig waren geweest zo snel mogelijk bij de linkerbaan uit de buurt te krijgen en sleepten slangen en pionnen weg. Enkelen gebaarden heftig en zwaaiden en riepen dingen terwijl de Panamera aan kwam racen, snel makend dat ze uit de buurt kwamen. Het enige wat bleef staan was een groot voertuig, een soort stoomwals, op de middenbaan. De wals was breed en stond veel naar links, om te voorkomen dat de ruimte voor de doorrijdende auto’s op de rechterbaan te krap werd. Dat betekende echter wel dat er niet veel ruimte overbleef tussen de stoomwals en de betonnen wand naast de linkerbaan. Naast Skey verschoof Jeremiah wat op zijn stoel.
‘Zie je dat?’ vroeg hij. Skey hield zijn blik op de voorruit gericht.
‘Ja,’ zei hij. Ook Jeremiah keek naar de weg voor hen.
‘Passen we daar tussendoor?’ vroeg hij. ‘Op deze snelheid?’ Skey hield het stuur recht en liet de auto doorrazen.
‘Daar komen we vanzelf achter,’ zei hij.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Oeps sorry voor het zolang niet reageren. Ik liep een heel stuk achter. Niet handig :D
Maar nu heb ik weer bijgelezen. Wat een spanning zeg hej! Ik vind het egt gaaf om te lezen over hoe die porsche racet enz. Lijkt egt op zo een film met heel veel actie en achtervolgingen enz. In ieder geval I like it :D
Ik hoop voor skey dat de auto tussen door past, zoniet jammer :P

schrijf snel verder >.<
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
ejell
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 1805
Lid geworden op: 16 jun 2011 22:21
Locatie: Lima Heights Adjacent

Die vampiers zijn niet echt voorzichtig met die auto heh :P

Ben benieuwd hoe lang ze erover gaan doen om Brandon te vinden (:
When the power of love overcomes the love of power.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Haha nee niet bepaald inderdaad :P ik had ze eerst in een Aston Martin willen laten rijden maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen ze die zo toe te laten takelen haha, vandaar dat het deze geworden is ;) ik heb dit met veel plezier geschreven, hopelijk vinden jullie het ook leuk om te lezen :)

____________________________________________________________________________

Ze waren inmiddels bij de wegwerkers en schoten langs ze heen. Skey zag een flits van boze gezichten en geroep en reed op de stoomwals af. Al van een paar meter afstand zag hij al dat het niet zou passen. De wals stond te dicht naar de betonnen wand toe.
Ondanks dat reed Skey door. Het gevaarte kwam snel dichterbij en op het laatste moment bewoog hij het stuur een paar centimeter naar links om de wals te ontwijken. Toch raakte de rechterachteruitkijkspiegel de zijkant van de stoomwals, maar de spiegel klapte dicht en bleef wonder boven wonder intact. Dat gold echter niet voor de spiegel aan de andere kant, want door het ontwijken van de stoomwals raakte de rechterkant van de Porsche de betonnen wand. Eerst alleen de spiegel, die aan diggelen sprong, maar daarna de gehele zijkant. Er klonk een ijzingwekkend, schrapend geluid terwijl de Porsche met bijna tweehonderd kilometer per uur langs de massieve wal schoot en met haar gehele linkerzijkant langs het beton schuurde. Er sprongen vonken langs de ramen en achter Skey leunde Harper opzij naar rechts. De witte lak van de auto liet een langgerekte, witte streep op het beton achter.
Eenmaal voorbij de stoomwals stuurde Skey de Porsche weer van de wand af. De auto ramde ook de afzettingshekken aan het andere einde en met een bonk vloog er een stuk hout via het dak over de auto heen. Achterin bukte Harper in een reflex en terwijl hij naar het dak keek, zei hij: ‘Allejezus.’ Skey reageerde niet en hij scheurde de lege baan over, richting het punt waar het verkeer weer de vrijheid van drie banen kreeg. Daar trapte hij op de rem. De banden van de Porsche piepten en slipten, maar Skey wist de auto in bedwang te houden en voegde hem met een behendige stuurbeweging weer tussen de stroom rijdende auto’s in. Veel tijd om bij te komen nam hij echter niet, want vrijwel direct drukte hij het gaspedaal weer verder in en begon weer tussen de andere auto’s door te slalommen. De paar minuten die ze in de file hadden gestaan waren kostbare geweest en die wilde hij koste wat kost inhalen.
Zo reden ze door tot ze bij de stad waren. Ze volgden de snelweg nog een tijdje en namen toen een afslag naar het centrum. De club van Brandon lag aan de buitenrand van de stad en het duurde niet lang voor ze daar waren. Dat ging wel enigszins ten koste van de auto. Skey reed nog steeds op het randje en om niet meer tijd te verliezen racete hij zo nu en dan door rood of reed hij half over stoepen heen om langzaam rijdende auto’s te passeren. Ze schepten één keer een prullenbak en bij één van de stoplichten reden ze over een verhoging in de weg heen, die de onderkant van de Porsche hard op het asfalt liet slaan. Verder kwam iedereen er zonder kleerscheuren van af en de inzittenden kwamen uiteindelijk ongedeerd bij Brandons club aan. Harper was degene die als eerste de straat die ze moesten hebben in het oog kreeg. Hij boog zich langs Skey’s stoel heen toen ze langs de buitenrand van het centrum reden en wees naar een straat verderop aan de linkerkant.
‘Is dat het niet?’ vroeg hij en hij wees naar een straatbordje aan de zijkant van een gebouw. ‘Aan je linkerhand, volgens mij moet het daar zijn.’ Ze reden nog steeds bijna honderd en door hun hoge snelheid kwam het bordje snel dichterbij. Skey zag echter dat Harper gelijk had, net op tijd, en hij rukte het stuur om naar links. De auto schoot de linker straat in. Hij vloog een stuk zijwaarts de stoep op en een groepje mensen moest achteruit springen om niet onder de banden terecht te komen. De auto denderde weer van de stoep af de weg op en de skirts onder de voorbumper raakten het asfalt, maar Skey reed door. Hij liet zijn ogen langs de gevels glijden terwijl hij door de straat scheurde en keek naar de teksten uit verlichte neonletters, die oplichtten in de donkere nacht. Toen trapte hij vol op de rem. De banden krijsten en met veel rookvorming en een diepzwart remspoor achter zich latend kwam de auto langs de stoep tot stilstand. Aimon, Harper en Jeremiah vlogen allemaal naar voren in de gordels door de plotselinge stop en vielen weer terug in hun stoel toen de Porsche stilstond. Het bleef even stil, terwijl de rook rondom de auto langzaam wegzakte en de gevels om hen heen weer vorm kregen.
‘Allemachtig,’ zei Harper toen van achteren. ‘En ik al die jaren maar denken dat ik geen adrenaline meer kon voelen.’ Naast hem boog Aimon naar voren.
‘Zijn we er?’ vroeg hij. Ze keken allemaal in de richting waar Skey heenkeek.
‘Ja,’ zei Jeremiah vanaf de bijrijdersstoel. ‘Die zwarte gevel. Donkerblauwe lichtletters boven een groot raam.’ Iedereen keek opzij. Inderdaad zagen ze Brandons club aan hun linkerkant, een paar meter verderop aan de overkant van de straat. De bovenkant van de gevel hing een stuk over de stoep heen en de blauwe letters met de naam van de club gaven licht in de duisternis. Eronder bevond zich een nog dichte deur, met bodyguards aan weerskanten, en aan de rechterkant daarvan een enorm raam zonder vitrage. Binnen zagen ze hoge tafels onder zwak licht en verderop in de ruimte een bar, die van een andere ruimte werd gescheiden door een grote aquariumwand. Het was nog leeg binnen, de club was nog niet open. De energie die Skey voelde, was van Brandon en zijn hulpjes afkomstig, niet van bezoekers.
‘Zijn ze er?’ vroeg Jeremiah rechts van Skey. Skey liet het raam aan zijn kant van de auto zakken en keek naar de gevel van de club. Er begon iets sterks door zijn lichaam te trekken, wat venijnig brandde en heftige gevoelens aanwakkerde.
‘Ja,’ zei hij. ‘Ik voel Brandons energie.’ Zijn blik gleed naar de bodyguards. ‘En ik herken die gozer links van de deur. Hij heeft me een paar keer in elkaar getrimd.’ Hij zag in zijn achteruitkijkspiegel dat Harper zijn wenkbrauwen optrok.
‘Afwisselende baan,’ zei hij. Skey wendde zijn blik af en liet het raam dichtgaan.
‘Hoe komen we erin?’ vroeg Harper, kijkend naar de bodyguards voor de deur. ‘Die deur ziet er stevig uit en zij staan in de weg.’ Skey keek strak voor zich uit. Hij drukte het gaspedaal een paar keer in en de motor gromde.
‘Ik weet wel een manier,’ zei hij. Naast hem keek Jeremiah naar de bewegende wijzers van de tellers op het dashboard. Harper kreunde achterin.
‘Ik had het kunnen weten,’ zei hij. Hij liet zich weer in zijn stoel zakken en keek de auto rond. ‘Jammer. Ergens is het zonde.’ Skey liet de motor nog een keer brullen.
‘Nee. Alles wat hij heeft, moet kapot. Wat het dan ook is.’ Harper zuchtte. Skey keek naar hem via de achteruitkijkspiegel en zag dat hij nog één keer naar de beklede hemel keek. Toen knikte hij.
‘Goed,’ zei hij. ‘Doe het dan maar. Hoe eerder het gebeurd is, hoe beter.’ Skey zei niets meer. Het gevoel van Brandons energie, ergens vanuit de club, bracht allemaal emoties terug. Woede, haat. Ze trokken door zijn lichaam als adrenaline en maakten hem immuun voor al het andere.
Nog één keer draaide hij zijn hoofd naar links. Zwijgend keek hij de club aan de overkant van de straat, Brandons energie voelend als een gif dat door zijn hele lichaam trok. De Porsche trilde zachtjes onder hem, klaar om toe te slaan.
Toen klemde Skey zijn kiezen op elkaar. Zonder nog ook maar één seconde te aarzelen, trapte hij het gaspedaal in. De auto schoot vooruit. De kilometerteller vloog binnen een paar seconden naar de tachtig. Ze vlogen de straat over en ter hoogte van de club rukte Skey het stuur om naar links. De Porsche draaide een kwartslag om zijn as en raasde dwars de weg over. De voorbumper schampte de stoeprand voor de auto de stoep op knalde en de motor brulde en toen de neus van de Porsche zich dwars door het grote raam de gevel van de club in boorde.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Jammer, geen reacties, hopelijk is het nog weel een beetje leuk om te lezen.

_______________________________________________________________________________

De klap leverde een kabaal van jewelste op. Het geluid van staal dat werd verwrongen sneed door de lucht en was oorverdovend. Het glas van het enorme raam brak in duizenden stukken en viel met een donderend geraas op de auto neer. Het dakraam, de voorruit en de koplampen braken en de het meubilair van de club werd met veel gekraak onder de wielen verpletterd. Eén van de banden van de Porsche klapte en de auto kwam tot stilstand, half binnen, half buiten de club. Er vielen lichten uit en er begonnen mensen te roepen.
De ravage was enorm, maar ondanks dat kwam gelijk iedereen in actie. Skey kwam overeind uit zijn stoel en klom uit het dakraam naar buiten. Jeremiah deed hetzelfde, maar dan door de voorruit. Harper trapte zijn achterdeur open toen die ergens door werd tegengehouden en Aimon sprong aan zijn eigen kant de auto uit.
Vrijwel direct kwamen er uit een zware deur naast de aquariumwand drie van Brandons hulpjes tevoorschijn. Ze renden naar de auto, de deur achter hen dichtslaand, en ook vanuit een andere richting kwamen er eentje aangerend. De andere twee, die net bij de deur hadden gestaan, kwamen van buitenaf over de auto heen naar binnen geklommen. Dat bleek een grote fout, want die route over de auto maakte hen veel te kwetsbaar. Nog voor ze halverwege waren wist Aimon er één van het dak te sleuren, die hij met zijn hoofd de deuropening van de auto induwde. Met een paar flinke klappen sloeg hij de achterdeur dicht, tot het hoofd van de bodyguard ertussen verbrijzeld werd. Bij de neus van de auto sprong Jeremiah bovenop de auto om de andere bodyguard uit te schakelen. Hij gleed via de motorkap door de kapotte voorruit de auto weer in en op het moment dat de tweede bodyguard over het dak heen de club in probeerde te komen, stak Jeremiah een mes door het gat van het dakraam naar boven. Het lemmet boorde zich recht in de borst van de overstekende bodyguard, precies op de goede plek De man maakte een gorgelend geluid en viel vervolgens languit en bewegingsloos op het dak van de Porsche neer. Een donkerrode straal bloed gleed langs de witte lak van de deurpool omlaag.
De andere vier bodyguards lieten zich echter niet afschrikken door het plotselinge einde van hun collega’s. Ze stormden op Skey en de rest af en gingen onverschrokken in de aanval.
Skey kreeg er één op zijn nek die hij niet kende. Hij was niet heel groot, niet zo breed als de andere types die Brandon doorgaans in dienst had, maar toch was zijn gewicht zwaar om Skey’s nek. Hij hield zijn onderarm strak om Skey’s hals, proberend zijn adem af te snijden, en beukte tegelijkertijd met de vuist van zijn andere hand in zijn rug. Het gevoel maakte Skey kwaad, en wakkerde een adrenaline in hem aan die niet te vergelijken was met wat hij tijdens het ritje in de auto had gevoeld. Hij balde zijn hand tot een vuist, stootte zijn elleboog met al zijn kracht naar achteren en ramde de bodyguard een paar keer tussen zijn ribben, tot die naar adem snakte en hem losliet. Daarna draaide zich om en hij pakte de man met één hand bij zijn keel. Hij hief zijn andere arm op en beukte de bodygaurd twee keer hard met zijn elleboog tegen de zijkant van zijn hoofd, tot hij iets hoorde kraken.. Skey liet hem los en de bodyguard viel bewegingloos voor hem op de grond.
De man lag nog nauwelijks aan zijn voeten toen Skey een grauw hoorde. Een paar meter verderop zag hij Harper, die in gevecht was met één van de andere bodyguards. Harpers tegenstander was snel en gebruikte twee messen, die Harper behendig wist te ontwijken tot hij een goedgemikte karatetrap tegen zijn borst kreeg. Hij viel achterover op de motorkap van de Porsche en de bodyguard wierp een mes naar hem, dat Harper vol in zijn schouder trof. Als klap op de vuurpijl dook zijn tegenstander zelf ook nog bovenop hem en hij probeerde het mes in Harpers hals te boren. Harper greep zijn hand vast en wist het mes een paar centimeter bij zijn nek vandaan te houden, maar de bodyguard probeerde het met zijn volle gewicht omlaag te drukken.
Skey zag dat Harpers handen trilden van de krachtinspanning en met en ruk draaide hij zich om. Hij sprong over het lichaam van de bodyguard die hij net om zeep geholpen had heen en schatte zijn afstand tot Harpers tegenstander in. Toen zette hij af en hij sprong naar de motorkap toe. Hij wierp zichzelf zijwaarts naar de bodyguard toe, knalde tegen hem aan en wist hem zo bij Harper uit de buurt te krijgen. Ze kwamen allebei op de grond terecht, maar Skey rolde door en stond sneller weer op zijn benen dan zijn tegenstander. Hij had de bodyguard al bij zijn jas gegrepen voor die helemaal overeind was gekomen en hij slingerde hem tegen de muur. Het lichaam van de man bonkte tegen de wand en voor hij terug kon stuiteren, was Skey al bij hem. Hij greep hem vast, duwde hem tegen de wand en boorde zijn tanden in zijn hals. De man schreeuwde en zijn bloed vloeide langs zijn nek en Skey’s kin omlaag. Met een ruk draaide Skey zijn hoofd opzij, waardoor zijn hoektanden de aderen van zijn tegenstander doorscheuren, en hij liet de man los. Het bloed gutste uit de wond in zijn hals en lijkbleek viel hij neer op de grond. Binnen nog geen seconde was al het leven uit hem weggevloeid.
Op hetzelfde moment slaagde Jeremiah er achter Skey in om met behulp van zijn messen in zijn eigen tegenstander uit te schakelen. De bodyguard kwam vlak naast de vijfde van zijn collega’s terecht, die al lang en breed bewegingsloos met zijn gezicht naar beneden op de grond lag na zijn duel met Aimon. Er was er dus nog maar één van de zes over. Die laatste overlevende leek lang niet meer zo zeker van zichzelf door het gemak waarmee zijn maatjes uitgeschakeld waren. Hij liep met een kwade uitdrukking op zijn gezicht achteruit de hoek in, teruggedreven door Aimon en Harper, terwijl hij leek te proberen in te schatten wie hij het eerste moest aanvallen. Skey herkende de man meteen. Het was de dikke, kale bodyguard, die hem een paar dagen eerder in de gang omver geschopt had en op de ketenen om zijn armen was gaan staan.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Classy Cat
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1220
Lid geworden op: 24 apr 2011 19:41

Ik vind het nog steeds leuk om te lezen, hoor! @.@ Maar het is gewoon zo spannend... Elke keer als ik bij het einde van een stukje ben, wil ik meer, haha!

Daarbij weet ik ook heel vaak niks nuttigs te zeggen, net als bij je vorige verhaal.
Dus, je zal me af en toe voorbij zien komen! :D
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Dank je wel Class, fijn om een reactie te krijgen, is echt een opsteker en toch heel wat motiverender dan geen reacties :) Ejell, ook bedankt voor het leuk vinden, super! :D

___________________________________________________________________

Toen de bodyguard zoekend naar een uitweg om zich heen keek, ving zijn blik die van Skey. Hij had nu geen zonnebril op en de kwade, vechtlustige uitdrukking op zijn gezicht vertrok een beetje toen hij Skey opmerkte. Skey zag aan de blik in zijn ogen dat hij wist dat hij hem herkende en hij grijnsde zijn lange hoektanden bloot. Hij draaide zich om naar de bodyguard en met borrelend leedvermaak en scherpe haat in zijn aderen liep hij naar Aimon en Harper toe. Hij legde zijn hand op Harpers schouder en hield hem tegen. Ook Jeremiah kwam bij hen staan, terwijl hij het lemmet van zijn messen afnam met de colbertjas van één van zijn slachtoffers.
‘Wacht,’ zei Skey tegen Harper terwijl hij naar de bodyguard keek. ‘Wij kennen elkaar. Wij hebben nog wat zaken af te handelen.’ Hij liep langs Harper en Aimon heen naar de bodyguard, die Skey’s mentale kracht schijnbaar nog niet vergeten was en zijn arm voor zijn gezicht opgeheven hield om te voorkomen dat Skey hem aan kon kijken. Skey liep een rondje om de man heen, die half met hem meedraaide, maar verder nog niet zeker leek te weten of hij het nog aandurfde Skey iets te doen met de anderen in de buurt.
‘Deze meeloper heeft nog iets goed te maken,’ zei hij. ‘Hij gaat ons vertellen hoe we bij Brandon komen. Want hij weet dat ik hem heel veel pijn ga bezorgen als hij dat niet doet.’ De bodyguard draaide met Skey mee en zei, met zijn ogen afgedekt met zijn arm: ‘Val dood, Britse kutbloedzuiger. Jij krijgt helemaal niets van mij.’ Skey liep langzaam om hem heen.
‘Jawel,’ zei hij. ‘Jij gaat mij de code van de deur naar de ruimte hiernaast geven. Ik weet dat Brandon daar is. Ik kan zijn energie voelen. We hoeven er alleen nog maar binnen te komen. Dat kan goedschiks of kwaadschiks, maar hoe dan ook ga jij ons daarbij helpen.’ De man zette een stap achteruit.
‘Ik help je helemaal nergens bij,’ zei hij. ‘Doe wat je wilt, maar ik breek niet, bloedzuigende klootzak.’ Skey grijnsde. Hij bleef tegenover de man staan en keek hem aan.
‘Dan doen we het anders,’ zei hij. ‘Want jij breekt misschien niet, maar ik wil wedden dat dat glas dat wel doet.’ Het bleef even stil. De bodyguard leek de woorden even tot zich door te moeten laten dringen, maar al voor hij het begreep, had Skey hem bij zijn kraag gegrepen. Hij sleurde hem opzij, tilde van hem grond en smeet hem toen met al zijn kracht naar de grote aquariumwand die de ruimte van de kamer ernaast scheidde. Het lichaam van de bodyguard knalde dwars door het glas heen en brak door de achterwand heen naar de andere kant. Het glas sprong alle kanten op en honderden liters water kletterden als een vloedgolf over de vloer. De grote krabben die in de bak hadden gezeten, dreven met de golf omlaag en gleden met het water mee over de grond.
Skey was in twee stappen bij de wand en met een behendige sprong klom hij door het kapotte aquarium heen. Hij hoorde dat Aimon, Harper en Jeremiah achter hem aankwamen. Zijn voeten landden met een klap aan de andere kant van kapotte wand op de vloer, vlak naast de bodyguard die hij net door de muur heen had gegooid. De man lag op zijn rug op de grond, met zijn handen om een grote glasscherf in zijn borst, en gorgelde terwijl zijn energie steeds meer afnam.
Skey keek op en richtte zijn blik op de andere kant van het kleine, vierkante vertrek. Hij had het goed gevoeld: Brandon was daar. Hij stond met twee hulpjes bij de achterste muur, aardig geagiteerd. De deur aan de voorkant, naast het aquarium waardoor Skey en de rest naar binnen waren gekomen, was de enige in het vertrek en die was gevaarlijk dicht bij de vier vampieren in de buurt. Brandon keek ernaar en leek heen en weer geslingerd te worden tussen de aandrang erdoor naar buiten te rennen en tegelijkertijd een zekere vrees voor Skey en de anderen, die er vlakbij stonden.
‘Wat is er, Brandon?’ vroeg Skey. ‘Geen achter uitgang?’ Brandon keek hem aan, zowel kwaad als op zijn hoede. Hij had geen zonnebril op en voor het eerst zag Skey zijn ogen. Ze waren groen, met goudkleurig bruin rondom zijn pupil. Hij richtte zich tot zijn twee hulpjes zonder zijn ogen van Skey af te wenden en zei: ‘Waar wachten jullie op? Maak ze af!’
Daarna ging alles heel snel. Zijn twee hulpjes gingen in de aanval over, maar dat was maar van korte duur. Ook zij droegen geen zonnebril en maakten waarschijnlijk de fout oogcontact met Aimon of één van de anderen te maken, want halverwege hun weg naar Skey staakten ze allebei hun aanval. Eén van de twee stond plotseling middenin zijn sprint stil en de andere struikelde over zijn eigen benen. Hij viel stijf als een plank voorover en kwam plat met zijn gezicht op de grond terecht. Harper rende naar hem toe en Jeremiah dook bovenop de andere bodyguard, die hij door middel van mentale controle stokstijf stil had laten staan.
Skey liet de bodyguards aan de anderen over. Zijn eigen geest en hele wezen waren op Brandon gericht. Hij merkte vaag dat Aimon achter hem kwam staan, maar hij wendde zijn blik niet van Brandon af. Hij zag dat Brandon bang was, op de geërgerde, wrokkerige manier waarop mannen als hij ergens bang voor waren. Hij liet hem er even in gaarkoken, terwijl hij hem aankeek en langzaam naar hem toe liep. Hij deed nog niets, lichamelijk en mentaal niet, maar toch liep Brandon voor hem achteruit tot hij met zijn rug tegen de muur stond. Er was ook woede in zijn gezicht te lezen en Skey zag dat hij zichzelf haatte omdat hij bang was voor Skey, dat hij zichzelf haatte om zijn angst.
‘Ik zei je dat ik het je betaald zou zetten,’ zei hij tegen Brandon. ‘Voor dit voorbij is en het is nog niet voorbij. Nog lang niet, als het aan mij ligt. Ik ga dit zo lang mogelijk uitrekken.’ Skey bleef staan, vlak voor Brandons neus. Even keek hij hem aan, maar toen vertrok zijn gezicht. Zijn hand schoot naar voren en hij greep Brandon bij zijn keel. Met een ijzeren greep hield hij hem met zijn rug tegen de muur gedrukt. Brandon klemde zijn kaken op elkaar, zijn hoofd wat naar voren gebogen in een poging oogcontact te vermijden, en Skey bekeek hem, met zijn achterovergekamde haar en zijn dure pak, en er trok een sterke sensatie haat en afschuw door zijn lichaam. Hij haalde uit en sloeg Brandon met zijn vuist tegen de zijkant van zijn gezicht. Hij liet hem los en door de kracht van de klap viel Brandon opzij op de grond. Hij wist zichzelf redelijk goed op te vangen, maar zijn lip bloedde wel. Skey zag de moeite die het hem kostte om hem geen hatelijke blik toe te werpen, maar hij wist zich in te houden en keek kwaad naar de grond, terwijl hij met zijn hand het bloed van zijn lip veegde. Skey liep om hem heen
‘Wat is er, Brandon?’ vroeg hij. ‘Je wilde toch zo graag mentale controle zien? Oogcontact? Kom, wees een man en kijk me aan.’ Hij liep naar de achterkant van Brandons lichaam, dat nog steeds half op de grond lag, en schopte hem in zijn rug. Brandon viel naar voren op de grond, maar draaide wat opzij en duwde zichzelf weer overeind. Skey liep verder om hem heen en trapte hem in zijn maag. Jeremiah en Harper hadden hun bodyguard inmiddels uitgeschakeld en ze kwamen naast Aimon staan, die van een paar meter verderop toekeek. Ze lieten Skey gaan en hielden afstand. Ze gunden hem zijn wraak en bemoeiden zich er niet mee.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Duidelijk 16+ stukje denk.

_______________________________________________________________________________

‘Kijk me aan, Brandon,’ zei Skey. ‘Dood ga je toch wel, of ik het nu doe of jij, indirect. Of direct, misschien wel.’ Er trok een spiertje in Brandons kaak, waarschijnlijk een uitvloeisel van onderdrukte woede en misschien wel spijt die Skey veroorzaakte door de woorden te herhalen die hij ooit zelf uitgesproken had. Brandon hield zijn blik echter koppig op de betonnen vloer gericht, zonder een woord te zeggen, enkel licht in elkaar gekrompen door de trap in zijn maag.
Skey was echter niet van plan zo gemakkelijk op te geven. Hij boog naar hem toe en sleurde Brandon overeind aan zijn pak. Nog voor hij goed en wel op zijn benen stond, haalde Skey uit en gaf hem opnieuw en vuistslag tegen zijn slaap. Brandon klapte weer hard op het beton, maar opnieuw krabbelde hij half overeind.
‘Kijk me aan,’ herhaalde Skey terwijl hij om Brandon heen liep. ‘Je bent toch niet bang? Een harde als jij, de grote baas, die alles voor elkaar krijgt. Jou kan toch niets gebeuren?’ Maar Brandon hield zijn gezicht met een kwade blik op de grond gericht. Er liep bloed uit zijn mond, wat in druppels op de grond viel. Met een korte beweging veegde hij het aan zijn mouw af.
‘Val dood,’ zei hij kil. Skey keek op hem neer.
‘Voorlopig waarschijnlijk nog niet,’ zei hij. ‘En anders pas over een hele, hele lange tijd. Dat ga jij sowieso niet meer meemaken.’ Hij greep Brandon bij zijn colbert, trok hem overeind en sleepte hem naar de muur. Hij duwde hem met zijn rug tegen de wand en sloot zijn hand om zijn keel. Hij keek naar Brandon, die koppig langs hem heen bleef kijken, en stak zijn hand naar achteren zonder zijn blik van Brandons ogen af te wenden.
‘Jeremiah,’ zei hij. Hij hield zijn hand op en hij hoorde dat Jeremiah naar hem toe kwam lopen. Hij legde een mes in zijn uitgestoken hand en Skey pakte het aan. Hij hield zijn ogen op Brandons gezicht gericht en zette de punt van het lemmet tegen diens onderbuik. Langzaam liet hij het omlaag glijden, langs de rand van Brandons broek naar zijn gulp, terwijl hij hem met zijn andere hand bij zijn keel vasthield.
‘Kijk me aan,’ zei hij. ‘Kijk me aan, Brandon. Ik wil de blik in je ogen zien als ik je eigenhandig castreer. Dit is je laatste kans om te doen wat ik zeg. Anders wordt het alleen nog maar erger.’ Hij voelde Brandons energie paniekeriger worden, angstiger. Zijn gezicht bleef strak, met op elkaar geklemde kaken, maar hij was wel degelijk bang. Hij vertikte het echter nog steeds om Skey aan te kijken en hield zijn blik op een punt links van hem gericht. Skey sloot zijn hand steviger om zijn keel.
‘Goed,’ zei hij. ‘Dan niet.’ En sloot zijn hand om het heft en hij drukte het lemmet van het mes dwars door de stof van Brandons broek heen in zijn kruis. Brandons ogen werden groot, zijn gezicht vertrok en hij begon te schreeuwen. Zijn geschreeuw ging over in gekrijs, dat door merg en been ging. Zijn gezicht kleurde knalrood en trok daarna wit weg. Even liet Skey hem creperen, tot het geschreeuw afnam, en toen draaide het mes met al zijn kracht een kwartslag om. Brandon krijste, zijn lichaam begon te schokken, te protesteren, maar Skey hield hem stevig vast en hield het mes op zijn plek. Hij rook bloed, hoorde Brandons hart slaan in zijn borst, zo snel dat het overbelast dreigde te raken. Het laatste beetje kleur trok uit Brandons gezicht weg en Skey voelde hem in zijn hand in elkaar zakken. Hij verloor de controle over zijn lichaam en zijn ogen vonden die van Skey. Dat was het moment waarop Skey had gewacht. Hij ving Brandons blik en drong zonder moeite zijn hoofd binnen.
‘Je was toch zo nieuwsgierig naar mentale controle?’ vroeg hij hem, terwijl diep doordrong tot in zijn geest en hem langzaam met zijn hand om zijn keel en het mes tussen zijn benen op de grond liet zakken. ’Je wilde toch zo graag weten hoe het werkt? Ik zal het je laten zien.’ Hij zocht zijn weg in Brandons hoofd en brak door zijn laatste restje van zijn weerstand heen. Moeiteloos gebood hij hem zijn hand op te heffen en hij liet hem die naar het heft van het mes brengen. Brandons hand volgde de weg die Skey hem beval te volgen, maar trilde en schokte onophoudelijk door de pijn en adrenaline. Skey hielp hem door het heft los te laten, Brandons hand te pakken en die naar het mes te begeleiden. Hij liet Brandon zijn hand om het heft sluiten en legde zijn eigen hand er licht omheen.
‘Ik kan je alles laten doen wat ik wil,’ zei hij. ‘Hoeveel pijn het je ook doet.’ Brandon keek hem met grote ogen aan, bevroren in zijn trillende, geschokte toestand. Een plas bloed vormde zich tussen zijn benen op de grond. Skey hield zijn blik op die van hem gericht. Hij liet hem zijn hand stevig om het heft sluiten en liet hem los. Toen beval hij hem het lemmet dieper door te duwen in zijn vlees. Brandons lichaam gehoorzaamde aan het brein dat Skey had overgenomen en zijn hand deed wat hij vroeg. Brandons ogen werden groot door de pijn die het mes veroorzaakte, maar Skey liet hem niet gillen.
‘Voel het maar,’ siste hij. ‘Met alles wat je hebt. Voel maar wat je Talitha hebt aangedaan.’ Hij liet Brandon het mes een stuk omdraaien en omhoog trekken en zijn ogen werden nog groter. Zijn gezicht werd in één klap asgrauw en toen gleden zijn ogen half dicht. Hij viel bijna flauw, maar Skey sloeg hem met vlakke hand in zijn gezicht en het lukte hem hem bij te houden.
‘Goed zo,’ zei hij. ‘Niet wegzakken. We zijn nog niet klaar.’ Hij beval Brandon het mes los te laten, wat makkelijk ging omdat diens ledematen zodra Skey ze niet meer liet spannen als een pudding in elkaar zakten. Brandons hand gleed van het mes en zakte naast hem op de grond. Skey nam het van hem over en pakt het heft vast. Met een korte ruk trok hij het mes uit Brandons lichaam. Brandons ademhaling haperde en hij kreunde. Skey schonk er geen aandacht aan. Hij pakte Brandon zijn keel beet en duwde zijn hoofd omhoog. Vlak onder zijn hand legde hij het mes tegen Brandons hals. Hij drukte de scherpe kant van het lemmet tegen zijn huid en zijn arm spande zich, klaar om zijn keel door te snijden. Er was echter iets diep binnen hem dat hem tegenhield, ondanks de woede en haat die door zijn lichaam stroomden. Het was zo verleidelijk, die ene haal met het mes, langzaam of juist snel, het maakte niet uit. Als Brandon maar leed, als hij maar stierf. Er was echter iets dat hem zei het niet te doen.
Even speelde er zich een tweestrijd in Skey af. De spieren in zijn arm bleven gespannen en zijn blik boorde in die van Brandon. Een paar seconden gebeurde er niets, maar toen ontspande zijn greep om het mes wat. Hij klemde zijn kaken op elkaar, nog steeds niet zeker van wat hij deed, maar toen liet hij zijn arm zakken. Hij kwam overeind en keek omlaag naar Brandon, met het mes in zijn hand, terwijl hij probeerde zijn emoties en lichaam weer onder controle te krijgen. Toen liet hij het mes uit zijn hand vallen. Het lemmet kwam met een enkele, holle tik neer op de vloer en viel in één keer stil op de tegels. Zo bleef hij staan. Aimon en de rest liepen naar hem toe.
‘Ik dacht dat je hem wilde doden,’ hoorde hij Harper achter zich zeggen. Skey keek naar Brandon, die hijgend en bloedend tegen de muur aan op de grond lag.
‘Nee,’ zei hij. ‘Ik wil dat hij pijn heeft en sterft. Het wie dat doet en hoe het gebeurd is daar ondergeschikt aan. Vooral als ik iemand anders misschien kan helpen door het niet zelf te doen.’ Hij draaide zijn hoofd om. Jeremiah en Harper hadden hun blik beide op Brandon gericht, maar Aimon keek hem aan.
‘Talitha,’ zei hij. Skey knikte. Hij gunde het Talitha om Brandon te doden, meer dan hij het zichzelf gunde. Hij hoopte dat het haar zou helpen, dat het misschien een afsluiting voor haar zou zijn. Of ze het zou waarderen wist hij niet, maar anders waren zowel Harper als hij en de anderen waarschijnlijk niet te beroerd Brandon alsnog eigenhandig om zeep te helpen.
Harper liet zijn ogen naar Skey glijden. Even keek hij de anderen aan, die allemaal knikten. Toen knikte hij ook.
‘Goed,’ zei hij. ‘We nemen hem mee.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
ejell
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 1805
Lid geworden op: 16 jun 2011 22:21
Locatie: Lima Heights Adjacent

Jaaa dat liken is echt handig, vooral als je niks beters dan 'leuk stuk, ben benieuwd naar het vervolg' te melden hebt!
Je bent wel sadistisch zeg! :P maakt het wel realistischer op één of andere manier (:

Nog twee aandachtspuntjes;
In het laatste stuk zegt Skey op een gegeven moment 'En anders pas over hele, hele lange tijd.' Dat moet 'heel, heel lange tijd' zijn. Anders zou er ook een halve lange tijd zijn en dat is raar :P
Dan nog iets. Je zet een aantal keer een komma voor 'en'. Dit hoort dacht ik niet. Tenminste, dat hoorde ik toen ik dat nog deed xD. Maar als je erover nadenkt is het ook wel logischer zonder komma.

En om even cliché te eindigen: ben heel benieuwd naar of Talitha dat ook echt wilt doen! Dus snel meer posten! :D
When the power of love overcomes the love of power.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Bedankt voor de verbeteringen Ejell en super bedankt voor je reactie! Zo weet ik iig dat je het nog leuk vindt om te lezen :) thanks! En liever 'nutteloze' reacties dan geen reacties hoor, anders ben ik altijd bang dat niemand nog reageert omdat ze het niet leuk meer vinden haha.

____________________________________________________________________________

Hoofdstuk

Skey, Aimon, Jeremiah en Harper namen Brandon mee de afgsloten ruimte uit. Door de kapotte aquariumwand liepen ze ravage van dode bodyguards, bloed, glas en water in. Bij de voorgevel stond de Porsche die nog steeds half door de ruit heen binnen in het vertrek. Buiten hadden zich inmiddels mensen rondom de geruïneerde auto verzameld, die nieuwsgierig en geschrokken naar binnen keken.
Aimon wierp even een blik op de mensen buiten en toen keek hij om naar Skey.
‘Wacht maar,’ zei hij. ’Ik regel het wel.’ Skey knikte. Aimon draaide zich om en klom behendig over de auto heen naar buiten. Skey hoorde dat hij tegen de mensen begon te praten, maar deed niet de moeite te verstaan wat hij zei. Hij wist dat Aimon ze met zijn rustige uitstraling en hypnotiserende manier van spreken zonder moeite weg zou krijgen en dat hij zijn hulp niet nodig had.
In plaats daarvan keek om naar Brandon. Skey had hem de afgelopen paar meter aan zijn kraag mee over de grond gesleept en hij zag er niet zo goed uit. Hij was zo wit als een doek en de pijpen van zijn broek kleurden steeds roder. Zijn hele lichaam trilde en zijn ogen waren constant dichtgeknepen van de pijn.
Skey trok Brandon naar zich toe en hees hem overeind. Hij zette hem op zijn benen hield hem vast bij zijn arm. Brandons lichaam schokte en zodra hij op zijn benen stond, begon hij over te geven. Skey schonk er geen aandacht aan en wachtte samen met Jeremiah en Harper tot Aimon de mensen buiten had weggestuurd. Ze waren naast de Porsche uitgekomen. Toen Brandons maag weer wat gekalmeerd was, keek even opzij, naar wat er van zijn auto over was. Dat was niet veel. De hele linkerzijkant van de Porsche was geschaafd, door het incident in de tunnel. Alle ramen lagen eruit, de neus en de motorkap zagen er verfomfaaid uit door hun aanvaring met de gevel en twee van de vier banden waren lek. Om het geheel af te maken, liepen er straaltjes bloed van de dode bodyguard over het dak naar beneden. Ondanks het leed dat hij al leed, leek de aanblik van zijn in puin liggende auto Brandon nog meer pijn te doen en hij kneep zijn ogen dicht.
Ook Skey keek naar de auto. Hij liet zijn blik naar de ravage onder Porsche glijden. Er lekte iets vanonder de auto, dat tussen alle scherven en houtsplinters een grote, doorzichtige plas op de grond vormde. Aan de geur rook hij dat het benzine was.
‘Hoe komen we hier weg?’ vroeg Harper achter hem. ‘Doet die auto het nog?’ Skey schudde zijn hoofd.
‘Nee, die is net zo ten dode opgeschreven als zijn eigenaar. Daar.’ Hij knikte naar de plas benzine op de grond. Harper keek ernaar en zijn gezicht betrok een beetje.
‘Ach,’ zei hij. ‘De vergankelijkheid van techniek. Dat was ik vergeten.’ Hij schudde mistroostig zijn hoofd.
‘En nu?’ Skey trok Brandon naar zich toe.
‘Ik regel wel wat. Hier, houd hem even vast.’ Hij duwde Brandon naar Harper toe, die hem met een grijns op zijn gezicht aanpakte.
‘Met alle plezier,’ zei hij. Skey liet Brandon achter bij Harper en liep naar de voorgevel van de club. Hij klom over de auto heen naar buiten, waar de mensen die Aimon toesprak langzaam bezig waren af te druipen. Skey passeerde ze zonder aandacht aan ze te schenken. Hij stak de stoep over en liep naar de weg toe. Hij had geluk, want een paar meter verderop kwam net een donkerblauwe Mercedes de straat ingedraaid. Skey liep door zonder te aarzelen en ging de weg op. De auto kwam met zo’n vijftig kilometer per uur aanrijden, maar Skey liep door tot hij op de rechterbaan stond. Midden op de weg bleef hij staan. De auto was inmiddels nog maar een paar meter van hem verwijderd en de bestuurder moest vol op zijn rem trappen om te voorkomen dat hij hem aan zou rijden. Met piepende banden kwam de Mercedes tot stilstand, met de neus nog geen twintig centimeter van Skey’s benen vandaan.
Toen de auto volledig stilstond, liep Skey langs de neus naar het portier aan de bestuurderskant. Hij rukte de deur open en stak zijn arm naar binnen. Hij greep de bestuurder, een ietwat gezette man van rond de vijftig, bij zijn kraag en trok hem half naar buiten.
‘Ik moet je auto lenen,’ zei hij. ‘Eruit.’ De man keek hem verbaasd aan vanachter zijn bril en leek eerst te verdwaasd om te reageren, maar toen Skey hem half naar buiten trok, begon hij zich te verzetten.
‘Hé!’ riep hij. ‘Dat kun je niet zomaar doen. Laat me los!’ Skey klemde zijn kaken op elkaar en pakte de man ook met zijn andere hand vast. Zonder al teveel moeite wist hij de spartelende bestuurder van zijn stoel te krijgen en hem naar buiten te trekken. De man kwam met een plof op de grond terecht en begon overeind te krabbelen toen Skey hem losliet.
‘Hé!’ riep hij weer, maar Skey hoorde aan zijn stem dat hij onzeker was. ‘Dat is mijn auto! Dit kun je niet zomaar doen!’ Skey keek naar hem en ontgrendelde de achterdeuren, terwijl Aimon, Jeremiah en Harper met Brandon aan kwamen lopen.
‘Je moet niet zo aan materiële dingen hechten,’ zei hij. ‘Dat komt je duur te staan, vroeg of laat.’ De man keek hem vertwijfeld aan, maar draaide geschrokken zijn hoofd om toen Harper zijn hand op zijn schouder legde.
‘Opzij,’ zei hij. ‘Doe wat ik zeg. Of wil je zoals hij eindigen?’ Hij knikte naar Brandon en de ogen van de bestuurder schoten opzij. Hij keek naar Brandon, die eruit zag als een lijk en een spoor van bloed op de straat achterliet. Hij werd een beetje wit rondom zijn neus en verschrikt keek hij weer terug naar Skey. Die keek hem aan en trok de achterdeur open.
‘Je krijgt hem terug,’ zei hij, doelend op de Mercedes. ‘Ze zullen hem terugvinden en er zal niets mee aan de hand zijn. Je moet alleen de bloedvlekken uit de bekleding wassen.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gesloten

Terug naar “De Boekenplank”