Leuk, zoveel positieve reacties!

Xatham, blijf maar rustig verbeteren hoor, daar zijn we hier ten slotte voor

volgende stukje! Beetje lang dit keer, lastig knippen.
___________________________________________________________________________________
‘Trek uit,’ zei hij doodleuk. Skey keek zijn kant op.
‘-ik weet niet wat ze met hem zullen doen als ze- wat?’ Jeremiah knikte naar het bloed in zijn hals.
‘Je overhemd uit. Trek uit. Ik moet zien waar dat vandaan komt en ik wil naar je ribben kijken.’ Skey zette zijn kraag rechtop, zodat het bloed in zijn hals aan het zicht onttrokken werd.
‘Niet nodig, het isiets levensbedreigends,’ zei hij. Verderop zei Aimon echter waarschuwend: ‘Skey…’ Skey onderdrukte een zucht. Hij wist dat ze hem niet met rust zouden laten tot ze ervan overtuigd waren dat ze ieder wondje op zijn lichaam uitgebreid bekeken en behandeld hadden.
Skey pakte met tegenzin een knoop vast en begon zijn overhemd los te maken. Hij liet het van zijn armen glijden en legde het naast zich neer. Met ontbloot bovenlijf bleef hij op het bureau zitten. De lijnen van de spieren in zijn buik waren overtrokken met blauwe plekken en de wond in zijn hals stak diep donkerrood af tegen zijn bleke huid.
‘Tevreden?’ vroeg hij. Hij zag dat Aimon en Jeremiah allebei naar de afdruk van Talitha’s beet in zijn schouder keken. Vanaf de andere kant van de kamer keek ook Marida er even naar, met een bepaalde blik in haar ogen. Ondanks het feit dat zijn hele bovenlichaam kneuzingen vertoonde en de striemen van de loden pijp nog op zijn rug stonden, was die wond de grootste issue. De meeste vampieren hadden bepaalde meningen over en een zekere afkeer voor vampieren die zich door anderen lieten bijten. Niet alleen omdat het zinloos was en werd geassocieerd met een bepaald soort lust die de meeste vampieren afgezworen hadden, maar ook omdat het denigrerend gevonden werd. Gebeten worden was iets voor mensen en de meeste vampieren waren van mening dat een vampier zich niet tot dat niveau moest verlagen. Doorgaans werd het als nogal onterend gezien en er zouden waarschijnlijk maar al wat vampieren zijn die hun naaste nog liever lieten sterven dan dat ze zich door een ander lieten bijten. De moraal binnen de gemeenschap was wat dat betreft altijd nogal krom geweest.
Zwijgend bleef Skey op het bureau zitten. De anderen keken naar de wond in zijn hals. Even gebeurde er niets, tot Jeremiah een stap naar Skey toezette.. Hij duwde zijn hoofd wat opzij en analyseerde naar de beetafdruk in zijn schouder. Toen draaide hij zich zonder nog iets te zeggen om en begon op het bureau te zoeken naar spullen om de wond mee schoon te maken.
Een paar meter verderop leunde Aimon op zijn stok. Zijn ogen gleden van Skey’s hals terug naar zijn ogen. Er was geen verwijt of veroordeling in zijn ogen, zoals die er bijna nooit was.
‘We zullen je helpen Bradley te zoeken, Skey,’ zei hij alsof die korte onderbreking er niet was geweest. ‘Dat zijn we hem verschuldigd.’ Skey haalde licht zijn schouders op.
‘Jullie niet,’ zei hij. ‘Ik wel.’ Aimon knikte.
‘En wij zijn het jou en Talitha verschuldigd. Jullie zijn een deel van onze gemeenschap. Dat is hij ook. Als we hem kunnen redden, zullen we er alles aan doen om dat voor elkaar te krijgen. Ieder van ons.’ Skey voelde dat Jeremiah de wond in zijn schouder ergens mee schoonmaakte.
‘Ik weet niet hoeveel hulpjes Brandon nog heeft. Ze zullen hem niet zonder slag of stoot aan ons meegeven,’ zei hij. Aimon schudde zijn hoofd.
‘Maak je daar maar geen zorgen over. Weet je waar ze hem vasthouden?’
‘Nee. Maar ik weet wel hoe ik Brandon kan vinden.’
‘Hoe dan?’
‘Met Deora. Deora kan hem opsporen.’ Aimons ogen gleden van Jeremiah’s bezigheden terug naar Skey’s gezicht.
‘Heb je iets om haar als leidraad te geven?’ vroeg hij.
‘Ja.’ Skey voelde dat Aimon zijn gezicht bestudeerde, maar hij hield zijn blik op de grond gericht.
‘Wat dan?’ vroeg Aimon toen Skey niet van plan leek uit zich zelf toelichting op de bewering te geven.. Skey keek naar hem op. Hij vond het lastig te bepalen hoe hij het moest zeggen, omdat hij eigenlijk niet over Talitha wilde praten zonder dat hij daar eerst met haar over overlegd had. Hij wist echter vrijwel zeker dat Aimon het wel ongeveer wist, wat er gebeurd was, gezien hij Talitha aan Marida overgegeven had.
Hij zuchtte.
‘Talitha,’ zei hij toen. ‘Talitha ruikt naar hem. Ze draagt zijn geur met zich mee.’ Hij zuchtte.
‘Talitha,’ zei hij toen. ‘Talitha ruikt naar hem. Ze draagt zijn geur met zich mee.’ Zwijgend keek Aimon hem aan. Zijn ogen gleden over die van Skey. Skey zag dat hij het snapte, het verhaal erachter. Toen knikte hij. Ze draaiden automatisch allebei hun hoofd om en keken opzij, naar Talitha, die aan de andere kant van het vertrek op het bureau zat. Haar nachtjurkje lag op de grond en ze had de deken om haar lichaam geslagen. Ze hield de doek open bij haar zij, zodat Marida daar iets kon verzorgen dat ze niet konden zien. Haar gezicht vertelde dat het pijn deed, ondanks het verse bloed in haar aderen en haar daardoor verhoogde pijngrens. Toen ze een licht draaiende beweging maakte omdat iets wat Marida deed pijnlijk leek te zijn, viel de deken wat opzij en werden de grote, langgerekte schaafplekken over de gehele zijkant van haar lichaam zichtbaar. Skey slikte en hij merkte dat Aimon zijn kant op keek. Hij gaf geen gehoor aan diens blik en hield zijn ogen op Talitha gericht.
‘Je hebt het goede gedaan, Skey,’ zei Aimon naast hem. ‘Het is misschien moeilijk te geloven, maar het is zo.’ Maar Skey keek naar Talitha’s gehavende lichaam, terwijl Jeremiah de wonden in zijn polsen begon te ontsmetten.
‘Nee, dat heb ik niet,’ zei hij. ‘Kijk hoe ze eruit ziet, wat ze met haar gedaan hebben. Ik had het nooit zo ver mogen laten komen.’ Aimon schudde zijn hoofd.
‘Als je dit niet had gedaan, was ze dood geweest. Ze hadden haar en jou vermoord zodra je gedaan had wat ze vroegen. Juist omdat je ze niet gaf wat ze wilden, zijn jullie in leven gebleven. Ik weet dat het moeilijk te geloven is, maar je hebt haar leven gered, Skey. De prijs is hoog geweest, maar haar wonden zullen helen.’
Skey keek naar Talitha, die voor zich uitstaarde terwijl Marida iets ter hoogte van haar ribben ontsmette.
‘Niet allemaal,’ zei hij. ‘Sommigen littekens gaan niet meer weg. Die zal ze altijd met zich meedragen.’ Hij bleef naar Talitha staren, terwijl het gevoel wat zijn eigen woorden opriepen zwaar was in zijn lichaam. Aimon legde zijn hand op zijn schouder.
‘En daar zal hij voor boeten,’ zei hij. ‘Je verdient alle wraak die je krijgen kunt en die van haar ook. Wij zullen je daarbij helpen.’ Skey knikte vaag, er niet helemaal bij met zijn gedachten.
‘Hij verdient het, ja,’ zei hij. ‘Maar wraak neemt niet weg wat er gebeurd is. Tenminste, niet meer voor Talitha.’
‘Nee,’ zei Aimon naast hem eerlijk. ‘Waarschijnlijk niet.’ Skey keek naar Talitha, naar haar gezicht en de manier waarop ze de deken om zich heen hield.
‘Ik moet steeds denken aan hoe ze was,’ zei hij. ‘Voor dit alles. Haar levenslust, haar passie. Dat was een groot deel van haar karakter en dat is er nu niet meer door wat ik geweigerd heb te doen.’ Aimon kneep even in zijn schouder.
‘Maar jij kunt haar helpen dat terug te vinden, Skey. Dat is het mooie van liefde, van vertrouwen. Jij kunt haar helpen terug te vinden wie ze was.’ Skey keek nog even naar Talitha. Toen kwam hij van het bureau af en begon zijn overhemd weer aan te trekken.
‘Ja,’ zei hij. ‘Het zou alleen nog mooier zijn geweest als dat niet nodig was geweest.’