Supergaaf, twee nieuwe lezers die (tot zoverre) nog enthousiast zijn ook!

Wat wil je nog meer!

Onwijs bedankt haha en hopelijk blijven jullie het leuk vinden

op naar het laaste deel! Ik hoop dat jullie niet vinden dat je er hier teveel 'ingegooid' wordt, dus dat dit stuk en Skey's gevoelens/overpeinzingen uit het niets komen vallen. Zo wel, hoor ik het natuurlijk graag met eventuele tips & trucs

het is wel de bedoeling dat het echt een nieuw deel is en dat dit stukje als een soort intro aangeeft waar dit laatste deel (onder andere) een beetje over zal gaan.
_________________________________________________________________________
Deel 5
Terug
Hoofdstuk
‘Ze zijn heel snel begonnen met pakken,’ zei Aimon. ‘Toen jullie verdwenen, hebben we de week nog afgemaakt en daarna is alles afgebroken. De tenten, de kampen. Ze zijn hetzelfde weekend nog vertrokken. Na wat er gebeurd was, jullie verdwijning, konden we daar niet langer blijven.’
De groep vampieren zat in het oude fabriekspand op het industrieterrein, verspreid door de ruimte op de bovenste verdieping. Het was dag en al pratend en rustend wachtten ze gezamenlijk de zonsondergang af. Ondanks de commotie van afgelopen nacht was iedereen grotendeels ongedeerd. Zowel Skey als Jeremiah hadden een snee in hun wenkbrauw en Harper had een blauw oog, maar niemand was levensbedreigend gewond.
De rust was inmiddels weer redelijk teruggekeerd. Skey en Talitha zaten naast elkaar op de grond, leunend tegen de muur achter hun rug. Tegenover hen leunde Aimon tegen een bureau aan, waar Bradley op lag te slapen. Scrooge en Harper zaten verderop met Jeremiah en Marida te praten.
‘Waar zijn ze nu?’ vroeg Skey aan Aimon, doelend op de artiesten en de circuskaravaan. Zijn arm lag om Talitha heen, die met haar hoofd tegen zijn schouder zat te slapen. De afgelopen uren hadden Aimon en hij pratend doorgebracht, wachtend op het verstrijken van de dag. Aimon had hem verteld over de gebeurtenissen bij het circus nadat ze verdwenen waren en hun verdere plannen uitgelegd. Skey wist inmiddels dat ze de open plek bij het bos verlaten hadden om verder te trekken, om zo uit zicht van de plaatselijke autoriteiten en eventuele vriendjes van Brandon te komen.
Aimon steunde op zijn stok en verplaatste wat tegen het bureau.
‘Zo’n tweehonderd kilometer verder noordwaarts,’ zei hij. ‘Ik weet waar, we zijn er eerder geweest. Ze hebben er een tijdelijk kamp opgezet en wachten daar op ons. Als we terug zijn, trekken we van daaruit verder om de landsgrenzen over te steken.’ Skey staarde voor zich uit. In gedachten verzonken streelde hij over Talitha’s arm.
‘Dat is een lange reis,’ zei hij. Aimon knikte.
‘De langste sinds decennia,’ zei hij. ‘Maar het moet. De omstandigheden vereisen het en in dergelijke situaties kunnen we dat niet negeren.’ Skey knikte. Hij dacht aan de artiesten van het circus, alle dieren en de spullen, die op zo’n korte termijn alweer ingepakt en verhuisd moesten worden. Hij voelde zich daar verantwoordelijk voor, op een vervelende manier. Zijn koppigheid en openlijke relatie met Talitha hadden ervoor gezorgd dat de veilige plek die ze hadden gehad niet langer veilig was. Nu moesten ze die gedwongen al veel te snel weer halsoverkop verlaten.
‘Ze zullen niet blij met me zijn,’ zei hij dan ook. Aimon keek hem aan.
‘Niemand neemt jou iets kwalijk, Skey. Als ze jou niet om je relatie met Talitha hadden uitgekozen, hadden ze iemand anders er waarschijnlijk wel om een totaal andere reden uitgepikt. Het is niet jouw schuld. Het is al een geschenk dat iedereen nog leeft. De rest is bijkomend nadeel, maar futiel vergeleken met hoe het ook af had kunnen lopen.’ Skey’s blik verhardde wat.
‘Dat kun je wel zeggen, ja,’ zei hij. ‘Ik had het mezelf nooit vergeven als er iemand was omgekomen tijdens jullie poging om ons te redden. Of als Bradley of Taltiha het niet overleefd hadden.’ Aimon knikte één enkele keer, op een kalme, geruststellende manier.
‘Misschien,’ zei hij. ‘Maar dat is niet gebeurd. Iedereen is min of meer in orde en de schade die er wel gedaan is, valt niet meer terug te draaien.’ Skey stemde zwijgend toe, wetend dat Aimon gelijk had. Het was zo, hij moest dankbaar zijn voor het feit dat iedereen nog leefde. Maar toch kreeg hij de uitgedoofde lichtjes in Talitha’s ogen niet uit zijn gedachten.
Hij sloot zijn arm wat vaster om haar heen en liet zijn hoofd tegen de wand achter zich steunen. Hij keek naar haar rustige gezicht en streelde zacht met zijn duim langs haar wang.
‘Hoe voelt het?’ vroeg hij toen aan Aimon. ‘Om erachter te komen dat je altijd gelijk hebt gehad? Over ons? Over de risico’s?’ Hij bleef naar Talitha kijken, terwijl de stilte nog even voortduurde. Toen richtte hij zijn blik op Aimon. Hij zag dat de oude man hem aankeek.
‘Vervelend,’ zei hij. ‘Zoals altijd in gevallen als deze.’ Skey zei niets en zijn blik dwaalde weer af. Hij keek voor zich uit en voelde Talitha’s warme lichaam merkwaardig nadrukkelijk tegen het zijne. Even deed hij zijn ogen dicht. Toen keek hij weer opzij, naar haar slapende gezicht, naar haar borst die kalm bewoog op het ritme van haar ademhaling. Zacht streek hij een pluk haar uit haar gezicht.
‘Ik wil geen mensen meer in gevaar brengen,’ zei hij terwijl hij met de achterkant van zijn vingers langs haar gezicht streek. ‘Haar niet, jullie niet. Ik wil geen pijn meer veroorzaken. Maar ik weet niet hoe ik dat moet doen zonder mezelf pijn te doen. En haar, wat dat betreft.’ Aimon sloeg zijn armen over elkaar.
‘Je hoeft niets alleen te doen, Skey. Ook wij zullen voorzorgsmaatregelen nemen, als gemeenschap. We weten nu waar het gevaar vandaan kan komen en hoe we onszelf ertegen kunnen wapenen.’ Skey streek langs een schram op Talitha’s wang.
‘Maar het gevaar zal altijd blijven,’ zei hij. ‘Het is waar wat je zegt, wat je altijd gezegd hebt. We maken elkaar kwetsbaar. Wat we voor elkaar voelen is het mooiste en tegelijkertijd het moeilijkste wat we hebben.’ Hij pauzeerde een seconde, zoekend naar de juiste woorden.
‘Ik weet alleen niet of het ons meer of minder kwetsbaar maakt als we samen deel uitmaken van de circusgemeenschap.’ Hij slaakte een zucht. Aimon wachtte, liet hem rustig praten.
‘Als ik eraan denk, geeft het een gevoel van veiligheid,’ zei Skey terwijl hij voor zich uit keek. ‘Het circus is mijn thuis geworden, mijn familie. Maar, wat als dat een vals gevoel van veiligheid is? Wat als het gevaar er alleen maar groter door wordt?’ Nu antwoordde Aimon wel.
‘Ik begrijp waar je bang voor bent,’ zei hij. ‘Maar niemand kan weten wat de toekomst brengt, Skey. Jij ook niet. Niemand weet wat er verder op je pad zal komen door de keuzes die je maakt. Dat kan niemand weten tot je het probeert. Je moet doen wat je hart je ingeeft.’ Skey staarde voor zich uit, zonder echt iets te zien.
‘Dat is het probleem juist,’ zei hij. ‘Wat mijn hart me ingeeft is duidelijk, maar de gevolgen die ik daaraan moet verbinden, zijn zo tegenstrijdig.’ Hij slikte. ‘Misschien moet ik doen wat juist is. Misschien moet ik haar bij het circus achterlaten en vertrekken, haar een kans geven op een rustig en veilig leven, beschermd, zonder gevaar. Maar zonder haar…’ Hij hief zijn hand op in een vaag gebaar, dat verloren ging in de lucht. Hij wist echter dat Aimon hem begreep. De stalmeester boog naar voren en hun blikken ontmoetten elkaar toen Aimon zijn hand op Skey’s schouder legde.
‘Neem de tijd,’ zei hij. ‘Neem de tijd om erover na de denken. Je hoeft nog niets te beslissen. Ga met ons mee tot het kamp en beslis er vanaf daar verder over. Denk er onderweg over na. Ik zal de laatste zijn die je zegt dat je moet gaan, maar als dat dan jouw beslissing is, dan is dat zo. Maar neem de tijd en praat er onderweg met Talitha over. Vroeg of laat zul je weten wat het juiste is.’ Skey keek hem aan. Langzaam knikte hij.
‘Misschien,’ zei hij. ‘Ik hoop het.’ Hij hoopte dat het zo makkelijk zou zijn als het klonk. Diep van binnen wist hij echter al dat het de moeilijkste en belangrijkste beslissing van zijn leven zou zijn. En hij wist boven alles dat dat alles behalve makkelijk was.