Nr. 26

Hier vind je alle voltooide, overige verhalen!
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

dat zou ik zeker fijn vinden :) en heel erg bedankt om deze fouten er alvast uit te halen, ik pas ze meteen aan.

Het vervolg zal nog wat duren, ik krijg het maar niet goed geschreven
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Oké, ik had nog een verhaal liggen en die heb ik vermengd met mijn geschreven stukken voor Nr.26. Hoop dat het goed is :)
------------------------------------------------------------------------

Eindelijk is het zo ver: Rick vertrekt naar de privé school van Meneer Logan. Vol spanning stapt hij de bus uit die vlak voor een hoge ijzere hek stopt. Rick kijkt zijn ogen uit. Voor het eerst zou hij naar een school gaan waar hij ook blijft slapen en waar Black niet bij hem zou zijn.
“Wel dan, hier gaan we.” Fluisterd Rick en stapt door de poort. Het gebouw achter de poort is reuze groot en lijkt meer op een modern kasteel villa dan op een school. Rick blijft, met wijd open mond, vol verwondering staan. Hier mag hij naar school gaan, hoe cool is dat wel niet?
“Groot hé.” Hoort Rick iemand achter hem zeggen dus draait hij zich om. Daar staan drie jongens, waar van hij er eentje herkent en blijkbaar herkent de jongen hem ook.
“Hé! Jij kwam naast me zitten tijdens de uitslag van de examens.” Zegt de jongen en zet zijn grote uilenbril wat beter op zijn neus.
“Joshua was het toch?” zegt Rick en de jongen knikt. “Mijn naam is Rick.”
“Dat weet ik, het is ook moeilijk om de naam te vergeten van de enige geslaagde op Sint-Jozef.” Zegt Joshua. Dan komen de twee andere jongens er bij staan.
“Oh Rick, dit zijn mijn twee goeie vrienden. Ze zijn van dezelfde school als ik.”
Ze stelde zich voor als Dimitri en Peter. Peter kijkt rond zich.
“Zo te zien begint iedereen toe te komen.” Zegt hij en nu pas merkt Rick de andere jongeren op. De meeste hebben een schooluniform aan en snellen zich naar binnen, maar een zestig tal heeft gewone kleren aan en kijkt zijn ogen uit.
“Het zijn er nog best veel.” Zegt Rick en tot zijn verbazing begint Joshua te lachen.
“Veel? Zestig van over de hele wereld is echt niet veel.”
“Wat bedoel je?”
“Ik bedoel dat deze school bijna wereld bekend is en dat er over de hele werld scholen zijn die aan de examens mee doen. Zestig is dus echt heel weinig.” Daar is Rick verbaasd om. Hij had nooit verwacht dat deze school zo bekend zou zijn en hij moet toe geven dat zestig dan zeker weinig is. Opeens klinkt er een melodie en iedereen word stil.
“Beste jongeren. Mag ik jullie vragen om naar binnen te gaan en daar Meneer Lauwerts te volgen.” Klinkt er over heel het terrein. Meteen gaat iedereen naar binnen. Rick blijft bij Joshua en gaat ook naar binnen. Daar worden ze naar een grote zaal geleid waar ze allemaal plaats moeten nemen. Wanneer iedereen zit komt meneer Logan op het podium.
“Beste jongens en meisjes. Welkom op mijn Privé school, ik hoop dat jullie een geweldige tijd gaan hebben. Ik wil jullie even uitleggen hoe het hier werkt. Op deze school heb je drie klassen, A B en C. Zo meteen worden er namen af geroepen en dan ga je met jou groep naar een zaal waar je een bepaalde proeven moet afleggen. Aan de hand van die proeven word je in een klas gestoken. Voor alle duidelijkheid: slimheid heeft niets met je klas hoogte te maken. Ieder van jullie heeft een speciale gave die hij of zij gekregen heeft na een bepaalde gebeurtenis en hoe sterker je gave is hoe meer kans je hebt om in de hoge klas te zitten.”
Tot Ricks verbazing staat Joshua recht en steekt zijn hand op.
“Jongeheer Keulens, heeft u een vraag?” Al was Joshua verwonderd dat meneer Logan zijn achternaam wist, hij liet het niet merken en stelde gewoon zijn vraag.
“Ik snap niet echt wat u bedoelt met speciale gave die we zouden gekregen hebben na een bepaalde gebeurtenis.” Meneer Logan glimlacht.
“Ik zal je een voorbeeld geven: toen jij vijf was, is jou huis volledig afgebrand door een onbekende oorzaak. Sinds die dag kan niets van vuur jou deren. Klopt dat?”
Joshua is zo overrompeld dat hij gewoon knikt en gaat zitten.
Meneer Logan kijkt de zaal rond.
“Nog meer vragen? Nee? Oké, dan starten we met de eerste groep.” Zo word de zaal steeds leger en leger. Op het laatste moeten Rick en de drie vrienden. Ze worden naar een spier witte zaal gebracht waar een groep mensen, helemaal in het wit gekleed, rond lopen en bezig zijn met toestelen.
“Niet te geloven dat hij gewoon de meter opblies.” Briest een kleine, mollige man die op de groep afkomt.
“Zijn kracht was gewoon wat te sterk en het apparaat kon het gewoon niet aan.” Verontschuldigd een vrouw die hem probeert te kalmeren. De man wuift de vrouw weg.
“Haal die andere dan, de volgende groep is er al.”
“Oké professor.” En weg is de vrouw. De man wend zich naar de groep en bekijkt iedereen voor hij zich voorsteld.
“Goed, ik ben professor Hein en ik ga jullie de testen afnemen. Wees gerust geen enkel test is met naalden. Luister goed naar me want ik leg het maar één keer uit.”

Na een lange uitleg moesten ze allemaal in een rij staan voor een groote computer. Wanneer Rick aan de beurt is krijgt hij een band rond zijn hoofd, armen en buik.
“Hm vreemd. De computer geeft niets aan.” Hein duwt op wat knopjes maar nog steeds verschijnt er niets op het scherm.
“Denk maar niet dat ik me vrij geef aan zo een miezerige mens. Hij is nog erger dan die ouwe.” De demon in Rick lacht. Ook bij de rest van de testen gebeurt er niets. Ze moeten bijvoorbeeld papier in brand steken door het gewoon vast te pakken, wat Joshua tot Ricks verbazing lukt. En zo doen ze wel tien testen, maar nergens krijgt Rick iets gedaan en zo beland hij in klas C.

De klas bestaat uit zo een twintig tal leerlingen en hun leerkracht is meneer Timo.
“Welkom nieuwe leerlingen. Dit is dus klas C, maar denk nu niet dat jullie de slechtste zijn of niets waard zijn omdat jullie hier zitten. Ieder van jullie heeft een gave en dat is de reden dat jullie op deze school mogen zitten.”
Rick gelooft er niet veel van. Eigenlijk vind hij deze school best wel vreemd, want welke school test zijn leerlingen eerst voor ze in een klas mogen zitten? En wat is dat nu over die ‘gave’? Hij moet en zal alles uit zoeken over die gave. Rick hoort opeens zijn naam.
“Ja?” zegt hij.
“Ah toch nog, ik heb je al vijf keer afgeroepen. Let in het vervolg wat beter op, oké?”
“Ja meneer.” Zegt Rick en meneer gaat de rest van de lijst af. De rest van de voormiddag krijgen ze een rondleiding in de school en ook lopen ze de lessen af die ze gaan krijgen. Natuurlijk krijgen ze de gewone lessen zoals aardrijkskunde en wiskunde, maar ze krijgen ook lessen waar Rick nog nooit van gehoord heeft. Hun eerst les in de namiddag is één van de onbekende: gave ontdekking.
“Dit is een les die alleen klas C krijgt omdat veel van jullie je gave nog niet weten. Zo als meneer Logan bij de verwelkoming heeft gezegd hebben jullie die gave gekregen bij een speciale gebeurtenis. De meest voorkomende zijn door brand, maar er zijn er nog meer. Ik ga jullie leren hoe je je gave kunt vinden en hoe je het kan gebruiken. Ga nu allemaal nu maar ergens in de zaal staan en sluit je ogen.” Rick zet zich helemaal achteraan in de zaal en kijkt wat rond voor hij zijn ogen sluit.
“Iedereen klaar? Goed, dan wil ik nu dat jullie denken aan een bol. Die bol kan van alle materiaal gemaakt zijn, maar probeer die bol voor je te zien.” Het is muisstil in de zaal. Rick ziet na een poosje ook de bol voor zich. Dan klinkt weer de stem van de leerkracht.
“Goed, nu probeer je die bol vast te pakken. Het zal niet direct lukken, maar probeer het toch.” Nu is het niet meer zo stil, sommige slaken een kreet. Rick haalt diep adem en rijkt naar de bol maar word achteruit geduwd door iets.
Als je dat maar laat!” gromt de demon. “Eén stap dichterbij en ik vermoord je ter plekken!” Rick heeft opeens zo een schrik dat hij zijn ogen open doet en het lokaal uitrend. In de gang zakt hij tegen de muur. Waarom was de demon zo kwaad? Wat is die bol nu eigenlijk die ze voor zich zien als ze hun ogen sluiten? Rick is zo in de war dat hij er bang van is.
“Gaat het?” vraagt opeens een stem en Rick draaid zich met een ruk om. Het is meneer Timo, Rick zucht en knikt. Meneer Timo stapt naar Rick toe en gaat naast hem op de grond zitten.
“Ik heb wel vaker leerlingen geschrokken gezien, maar de angst op jou gezicht heb ik nog nooit gezien. Wat is er gebeurd?” vraagt meneer Timo ongerust.
“Ik... het was gewoon erg vreemd. Die bol voelde zo vreemd aan dat ik er bang van werd. Ik zal in het vervolg niet meer weg lopen.” Zegt Rick en staat recht. “Het spijt me dat ik u zo bezorgd heb gemaakt meneer Timo.” Meneer Timo kijkt Rick even goed aan en glimlachd dan.
“Goed, laten we maar weer naar de les gaan.” In de les doet Rick gewoon weer mee, buiten dan dat hij de bol niet aan raakt. Hij had nog nooit zo een grote angst gevoeld van iets, en hij wil het ook nooit meer voelen. Rick is dus ook opgelucht als de les gedaan is, maar jammer genoeg is de volgende les ook weer met hun ‘gave’. Al snel heeft Rick door hoe de lessen hier verlopen. In de voormiddag krijgen ze gewone lessen en in de namiddag de speciale lessen, waarschijnlijk omdat die laatste lessen erg vermoeiend zijn. Eén keer in de week moeten ze naar professor Hein om weer aan dat machien gekoppeld te worden. Als je gave hoog genoeg is mag je over naar klas B. Na de eerste twee maanden is de helft over naar B en zitten ze nog maar met tien.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 14 jan 2013 19:16, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Het is gemakkelijker om naar klas B te gaan dan naar A, want alleen als je gave echt super sterk is mag je daar naar toe, en wat Rick nog gehoort heeft is dat de meeste in klas A twee gavens hebben. Natuurlijk voelt klas A zich beter dan de rest, maar dat klas A op klas C neer kijkt, krijgt Rick al de eerste week in de gaten.

Het is na de middagpause, wanneer ze met heel de klas naar de gave ontdekking les lopen, wanneer ze klas A tegen komen met hun leerkracht meneer Droic.
“Wie we daar hebben jongens, het is klas C.” Zegt meneer Droic en heel de klas lacht. “En zo te zien zijn ze onderweg naar hun les gave ontdekking, wat een voordeel om die speciale les te hebben.”
“Aan de kant meneer Droic, ik en mijn klas moeten naar de les.” Zegt meneer Timo rustig en wil door stappen, maar klas A blokkeerd de gang.
“Nee, serieus nu. Ik weet echt niet waarom meneer Logan zulke zwakkelingen toe laat op zijn school. Als het aan mij lag waren ze allemaal al weg geveegd van dit school terein.” Zegt meneer Drioc en kijkt de leeringen van C met een duistere blik aan. Rick merkt dat de klas wat angstig wordt. Hij zelf daar in tegen wordt steeds bozer en bozer. –Wie denkt hij wel niet hij is?- denkt Rick kwaad en wil net iets gaan zeggen als er drie jongens van de A klas voor hen komen staan.
“Hé baby’s, waarom kruipen jullie niet gewoon terug naar jullie moeder? Dit is niet voor kleintjes die met moeite een papiertje in brand kunnen steken.” Zegt de voorste, een vrij lange, magere jongen met bruin haar en grijs kleurige ogen.
“zeg het hen Griffen.” Grinnikt de rechtse jongen.
“Wil die sterveling sterven?”
“Waarom vraag je dat?”
“Zo ja moet hij zo door blijven gaan.” Gromt de demon kwaad, wat de laatste zet is die Rick nodig heeft. Op het moment dat Griffen zijn mond open doet om iets te zeggen stapt Rick recht voor hem, tussen de twee klassen in.

“Wat hebben we hier? Een kleine worm die denkt dat hij ons aan kan?” spot Griffen en heel de A klas lacht met hem mee. Meneer Timo beveelt om te stoppen, maar niemand luisterd. Zelfs meneer Drioc staat met een gemene grijns toe te kijken.
“Zeg wat je wilt, worm.” Zegt Griffen en kijkt lachend naar Rick die zich opeens vreemd voelt. Hij kan zich niet herinneren dat hij zich zo gevoelt heeft, maar toch komt het gevoel hem bekend voor. Niemand merkt iets, buiten meneer Timo en meneer Drioc, die stoppen met praten en naar Rick staren. Rick moet zijn ogen sluiten want alles draaidt voor zich. Zo blijft hij staan met gesloten ogen.

“Wat is die aan het doen?” vraagt de linkse jongen aan Griffen, die zijn schouders op haalt.
“Ik denk dat hij bang is geworden van je Griffen!” roept opeens iemand en meer jongens stemmen in en juichen Griffen toe.
“Wel dan, als jij niet de eerste stap neemt doe ik het wel.” Zegt Griffen en haalt met zijn vuist uit naar Ricks hoofd, maar tot iedereens verbazing slaat Griffen mis. Rick zette maar twee stappen aan de kant, maar het ging zo snel dat niemand het kon zien. Weer haalt Griffen uit, maar deze keer grijpt Rick gewoon de vuist vast en staart Griffen recht aan.
“Nu heb ik je.” Lacht die en Rick krijgt een hevige schok door zijn lichaam. Verrast valt Rick op de grond en iedereen van klas A lacht hem uit. Rick hoort de demon in hem ook lachen en hij springt woedend recht.
“Zit je me nu ook uit te lachen? Daarnet was je tegen hen.” roept Rick kwaad naar de demon, waardoor iedereen hem vreemd aan kijkt.
“Volgens mij heb ik hem een te harde schok gegeven.” Lacht Griffen, maar Rick negeert hem.
“Dat mens is veel sterker dan jij en slimmer.” Zegt de demon en zucht. “Ooit was jij ook zo slim Nr.26.”
“Stop met me zo te noemen.”
“Ik noem je hoe ik wil, Nr.26” zegt de demon treiterend waardoor Rick nog bozer word.
“Noem me geen Nr.26!” roept Rick kwaad. Even is het stil, maar dan begint Griffen te lachen.
“jij? Laat me niet lachen. Nr.26 zit opgesloten in een instelling, die geraakt nooit meer vrij. En trouwens, iemand zo zwak als jij kan nooit Nr.26 zijn.” Rick draaidt zich met een ruk om naar Griffen, die toch wat terug deinst als hij de moordlustige blik in Ricks ogen ziet.
“Noem me geen Nr.26!” sist Rick neidig. “Of ik vermoord je.” Normaal zou Griffen lachen als iemand dat tegen hem zou gezegd hebben uit klas C, maar door de blik in Ricks ogen weet hij dat Rick het echt meent. Het gevoel dat Rick daarnet had word steeds sterker en sterker. Iets hem zegt hem om Griffen aan te vallen, wat tot Ricks verbazing hem een plezierige idee lijkt.

“Oké, dat is wel genoeg geweest.” Zegt meneer Timo opeens, “We moeten nu echt naar de klas.” en nog voor meneer Drioc iets kan zeggen duwt meneer Timo zijn klas de gang door.
“Rick, kom je ook?” roept meneer Timo naar Rick, die stil aan weer tot zich zelf komt en snel achter zijn klas aan gaat.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 14 jan 2013 19:18, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Snel gaan ze allemaal op hun mat zitten en beginnen ze de les. Zo als iedere les moeten ze hun ogen sluiten en zich de bol voor zich zien. Rick sluit wel zijn ogen, maar alleen maar zo dat hij beter kan na denken. Het gevoel van daarnet was weg, maar het heeft Rick wel aan het denken gemaakt. Normaal gezien is Rick tegen vechten, maar sinds dat hij de demon vrij gemaakt heeft en hij te weten is gekomen dat hij Nr.26 is er iets in hem los gekomen. Het idee daarnet om die gast aan te vallen liet hem haast glimlachen, wat Rick wat angstig maakt. Is het de invloed van de demon? Of komt het omdat hij zelf toch wel iets van Nr.26 weg heeft? De vragen stappelen zich op en er kommen maar geen antwoorden.
“Altijd dat na denken en nooit iets ondernemen. Jullie mensen zijn laffaards.”
“Wat moet ik dan doen?”
“Sla je vuist in zijn gezicht. Moeilijk is dat niet.” Zegt de demon en Rick zucht. Ergens had hij dat wel verwacht van de demon. Die denkt alles op te lossen met geweld.
“Gaat dat bij jullie dan zo? Gewoon anderen aanvallen?”
“Als je sterk wilt zijn moet je de sterkste verslagen.”
“Hoe kan je nu in hemels naam iemand verslaan die sterker is dan jij?”
“Dat weet jij maar al te goed. Hoe denk je anders dat jij nog steeds leeft?” Rick wil net iets vragen wanneer hij iemand zijn naam hoort zeggen. Rick opend zijn ogen en ziet dat iedereen al in de cirkel staat. Snel springt Rick recht en zet zich ook in de circel. De rest van de namiddag doet Rick zijn best om op te letten. Wanneer de lessen gedaan zijn haast hij zich naar zijn kamer. Daar zet hij zich op zijn bed en kijkt naar de staan spiegel die hij van de badkamer naast zijn bed gesleurd heeft. Even later komt de demon in de spiegel te voorschein.
“Dat praat wat makkelijker.” Zegt Rick glimlachend.
“Denk maar niet dat ik het voor jou doe.” Zegt de demon snel waar door Rick grinnikt.
“Maakt mij niet uit. Wat ik wil weten is dat gevoel van daarstraks, het kwam me bekent voor maar ik kan me niet herinneren me ooit zo gevoeld te hebben.”
“Dat is nu Nr.26.” Rick staart de demon niet begrijpend aan.
“Wat bedoel je met dat dat Nr.26 is? Ik dacht dat ik Nr.26 was.”
“Ben je dan zo dom? Jij en Nr.26 zijn één en de zelfde, alleen heeft die monk samen met mij die kant verzegeld. Het was niet alleen ik die je lichaam onder controle had. Ergens was er een deel van jou toch aanwezig, anders zou je gestorven zijn toen die monk me verzegelde.”
“Dus wat je bedoelt is dat jij alleen maar de kracht was van Nr.26?” Rick staat recht en begint te ijsberen. “Maar wat moet ik nu doen? Ergens vind ik best eng om me zo te voelen.”
“Lafaard. Ik zeg je één ding, als je het onderdrukt komt het er ooit uit en dan neem ik de kans om je weer overtenemen. Een lafaard als jij moet ik niet hebben als lichaam.” Rick kijkt naar de spiegel en ziet zijn eigen spiegelbeeld weer. -Wat nu?- denkt Rick en laat zich op zijn bed vallen.

De weken en maanden gaan voorbij en nog steeds heeft Rick nog geen gave. Normaal gezien maakt hij zich daar zorgen om, maar vandaag niet. Ze gaan op tweedaagse en Rick kijkt er erg naar uit. Eindelijk ziet hij eens iets anders dan de school en hoeft hij zich geen zorgen te maken over de namiddag lessen. Jammer genoeg moeten ze wel nog steeds hun schooluniform aanhebben als ze met de leerkrachten weg gaan, maar wanneer ze vrij hebben mogen ze hun eigen kleren aan doen. Rick pakt rap wat kleren in en ontdekt dan opeens een zak met kleren in die hij nog nooit gezien heeft.
“Van waar komen die?” Rick bekijkt ze en hij moet toe geven dat hij ze best wel mooi vind. Een zwarte vest met een zwarte broek en zwart T-shirt, met zowel aan de vest als aan de broek dunne kettings. Rick besluit om ze mee te nemen, steekt ze in zijn sporttas en snelt zich naar de bus buiten. Natuurlijk willen Joshua en de anderen dat hij bij hen zit dus zet Rick zich naast Dimitri, aan het raam. Wanneer iedereen op de bus is neemt meneer Timo de microfoon.
“Oké, beste leerlingen. Ik hoop dat jullie allemaal zullen genieten van deze tweedaagse en om het zo goed mogelijk te laten verlopen wil ik een paar afspraken maken.” Iedereen zucht of draait met zijn ogen. “Ik weet het, maar het moet van de directeur. Tijdens dat we op stap zijn blijven jullie bij de leerkracht, jullie gaan genoeg vrije tijd hebben om zelf wat rond te hangen dus verdwijn niet zomaar.” Zo gaat meneer Timo de regels af. Natuurlijk is de grootste regel dat ze hun gave niet mogen gebruiken, net zo als op school. Wanneer meneer Timo gedaan is start de bus en iedereen juicht, ze vertrekken.

De rit duurt lang en in het begin praat iedereen, zingen ze. Maar al snel word het stil en liggen er zelfs een heel deel te slapen. Rick is diep in gedachten en probeert met de demon te praten, maar die zwijgt in alle talen. Dus na een poosje sluit Rick ook zijn ogen en valt in slaap.


“Speel toch geen spelletje Rick.”
“Laten we terug keren.”
“Wacht, zie je dat?”
“Dat is...”
“Rick? Gaat het?”
“Doe niet zo eng!”
“Rick! Rick!!!”

Rick schrikt wakker en kijkt recht in Dimitri’s gezicht.
“Hij is wakker.” Zegt die tegen Joshua en Peter.
“Wat is er?” vraagt Rick nog wat verward, de stemmen uit de droom galmen nog na.
“Haha, slaapkop. We zijn aan gekomen.” Lacht Joshua en Rick kijkt snel naar buiten. Ze bevinden zich op een soort kampterein met groote blokhutten van twee verdiepingen.
“We zijn dus aangekomen. Als jullie uitgestapt zijn en jullie koffer hebben ga dan bij jullie klas staan.” Iedereen stapt zo snel mogelijk uit en gaat per klas staan. Rick gaat bij zijn klas staan en kijkt, net als iedereen, verwonder rond zich. Ze bevinden zich op een open plaats die helemaal omringt is met hoge bergen. De enigste in- en uitgang is een uitgehouwde poort waar net een bus door kan. Wanneer iedereen er is leidt meneer Timo hen naar hun verblijf, waar ze hun slaapkamers toe gewezen krijgen. Rick is blij dat het allemaal één persoonskamers zijn, want nu kan hij zonder probleem met de demon spreken. Snel instaleerd hij zich en gaat dan het terein wat verkennen. Er staan nog meer huizen op het terein en zelfs een grote winkel waar je alles kan kopen. Rick word er al snel naar toe gesleurd door Dimitri omdat de twee anderen daar ook al zijn.

De winkel is reuze groot en er is echt van alles te koop: van snoep tot een waterkoker. Rick kijkt op zijn gemak rond tot dat de drie anderen hebben wat ze willen.
“Rick! We gaan betalen!”
“Ik kom!” roept Rick en stapt op zijn gemak naar de kassa. Daar zijn Joshua en de kassierster aan praten.
“Schoolieren? Dat is goed nieuws.”
“Komen er dan niet veel scholieren dan?” vraagt Joshua verbaasd. Meneer Timo had hun nog tans verteld dat deze plaats door veel scholen werd bezocht.
“Ach, vroeger zat het hier vol met scholen die hun schooluitstappen hier deden tot dat ongeluk.” Zucht de kassierster.
“Daar heeft meneer Timo niets van gezegd.” Zegt Dimitri verbaasd.
“Kan best zijn dat hij het niet weet, de baas van hier gaat het natuurlijk niet rond gaan vertellen. Het is trouwens ook best al lang geleden, ik denk dat veel het niet weten.” Joshua betaald en ze gaan weer terug naar hun slaapplaats.
“Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar dat ongeluk. Zou het een leerling of leerkracht geweest zijn?” vraagt Peter zich af. Ze praten er nog wat over, maar al snel denken ze er niet meer aan want er is zo veel te zien en te doen. Wanneer ze ’s avonds gaan slapen zijn ze het al vergeten.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 14 jan 2013 21:04, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
NeleVanHol
Balpen
Balpen
Berichten: 213
Lid geworden op: 03 mei 2012 10:27

Leuk verhaal :) Nieuwe lezer hier! Snel verder!?
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

tof dat je het leuk vind, zal zo snel mogelijk weer wat posten :)
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

De volgende dag vertrekt klas C op een trek tocht met een gids. De weg die ze gaan afleggen was vroeger een pelgrimsroute die tot boven aan de bergen gaat. Er zijn veel overaltaars onderweg en ook beeldjes van de goden. Iedereen is meer opgewonden over de tocht dan over de altaars en beeldjes. Het is een stevige wandeling en regelmatig moeten ze een pauze nemen. Tijdens de derde pauze komen ze op een openstuk waar een kruisje staat met allemaal bloemen bij.
“Meneer, waar voor is dit kruis?” vraagt iemand en iedereen gaat om het kruisje staan het beter te bekijken. Ook meneer Timo komt kijken en iedereen word stil als de gids zijn keel schraapt.
“Wel, dit kruis is hier neer gezet zodat we steeds weer herinnerd worden aan de gevaren van deze weg. Jaren geleden is er tijdens een nacht hier een jongen verongelukt. Hij was samen met zijn school hier op uitstap en is ’s nachts weg geslopen. Wat er precies is gebeurt weet men nog steeds niet.” Iedereen kijkt stil naar het kruisje. Rick krijgt een onaangenaam gevoel, maar waarom weet hij niet en wanneer ze even later verder gaan voelt Rick zich steeds minder en minder op zijn gemak. Ze zijn nog niet zo ver wanneer de gids een padje in slaat. Iedereen is best wel benieuwd naar waar ze gaan, want het pad ziet er erg oud uit. Rick voelt dat de demon onrustig is.
“Wat scheeldt er?”
“Als ze maar niet denken dat ik terug daar in ga. Die monk is al lang dood, dus niemand kan me nog gevangen zetten. Al wie dat probeert vermoord ik.” Gromt de demon strijdlustig. Rick snapt er niets van, maar besluit toch om extra op zijn hoede te zijn.

Na een hele tijd stappen komen ze bij een oud gebouw.
“Wat jullie hier zien is een oude tempel. Soms werden die ook op pelgrim routes gebouwd om in te bidden en soms ook voor in te overnachten. Deze tempel is speciaal omdat om één of andere reden is dat pad ongeveer twaalf jaar geleden pas ontdekt. Van de ene dag op de ander was het er opeens. Hoe dat komt weet niemand en het vreemde is dat, wat we ook proberen, niemand de deuren open kan krijgen.” Verteld de gids.
“Hoe kan dat nu? Het is een oude tempel zei u net, dus kunt u niet gewoon een sloophamer of zo gebruiken?” zegt Dimitri en stapt naar de deur toe.
“We hebben echt alles geprobeert. Zelfs de sloophamer hebben we geprobeert en het maakte nog geen krasje.”
“Dat geloof ik niet. Laat mij eens proberen.” Zegt Dimitri en pakt de linkse klink vast. Met al zijn kracht trekt Dimitri aan de deur, maar er gebeurt niets. Dat was het teken en heel de klas stormt op de deur af. Meneer Timo en de gids beginnen durk te praten over wat de mogelijke verklaring hier van kon zijn. Rick daarin tegen staat met een uitdrukkeloos gezicht naar het gebouw te staren.

“Ze krijgen nooit die deur open, het is net als toen.” Zegt de demon.
“Wat bedoel je?” vraagt Rick dromerig.
“Weet je het nu nog niet?Wat ben jij dom. Dit is waar je mij vond, twaalf jaar geleden.” Opeens beginnen er allemaal herinneringen boven te komen. Hij herinnert zich weer hoe hij met zijn school hier kwam en ’s nacht wegsloop met een groep vrienden. Hij vond dit pad en ze kwamen bij die tempel. Het was ook hij zelf die de deur open kreeg en die de demon bevrijde uit de kettings.

Rick wil meer weten dus stapt hij naar de deur toe, waar zijn klas nog steeds aan de deuren staat te trekken. Even stopt Rick en aarzelt wat.
“Doe die deuren open, je zult meer te weten komen.” Zegt de demon dus stapt Rick verder.
“Aan de kant.” Zegt Rick, op een toon waardoor iedereen meteen aan de kant gaat. Rick pakt de twee klinken en trekt.

De gids en meneer Timo waren gestopt met praten wanneer ze Rick naar de deuren toe zagen stappen. De gids zijn mond valt haast open, want Rick opend zonder moeite de twee deuren.
“Hoe doet hij dat?” stamelt de gids en haast zich naar de tempel, waar ze eindelijk naar binnen kunnen. Rick stapt traag naar binnen en nog meer herinneringen komen boven.
De demon had zijn lichaam wel overgenomen, maar Rick realiseert zich dat hij zelf nooit weg geweest is. Hij had gewoon niet genoeg kracht om te vechten tegen de demon en heeft dus alles uit de verte toch gezien en meegemaakt.

Rick herinnert zich hoe de demon zijn vrienden had weggejaagd en ze waren roepend weg gelopen. Maar niet alleen de herinneringen van in de tempel komen terug, oh nee. Al de herinneringen van die twaalf jaar komen in een keer terug en het word Rick wat te veel. Alles duizeldt voor hem en voor de ogen van zijn klas en meneer Timo valt Rick bewusteloos in de tempel.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 14 jan 2013 21:06, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

hier nog een stukje
---------------------

Rick heeft het gevoel dat hij in een diepe slaap ligt. De herinneringen komen één voor één voor bij en het lijkt wel of hij alles weer herbeleeft. Hij ziet hoe de demon stal en moorde om geld en eten te krijgen tot hij de bende joinde. Normaal gezien zou Rick die beelden allemaal afschuwlijk vinden, maar buiten zijn herinneringen is ook dat ander deel van hem wakker geworden. De Nr.26 in Rick heeft zich weer vermengt met Rick en eindelijk voelt hij zich volledig, ook al heeft hij er ook schrik van.

De laatste herinneringen van de gevangenis en Black vervagen en Rick wordt stilaan wakker.
“Hij word wakker! Roep meneer Timo!” hoort Rick iemand in de verte roepen en wanneer hij zijn ogen opend doet ziet hij dat hij op zijn kamer op de privé school is.
“Wat is er gebeurt?” vraagt Rick, zo gezegd verward. “En waarom ben ik terug op school?”
“Je viel opeens flauw na dat je die tempel deuren open deed.” Legt de persoon naast Rick uit. “En omdat je maar niet wakker werd heeft meneer Timo de school gebeld. Van meneer Logan mogt je niet naar het ziekenhuis dus zijn we meteen terug gekeerd naar de school.” Rick ziet nu dat het Dimitri is en hij wil net nog iets vragen als meneer Timo de kamer binnen komt.
“Hoe voel je je Rick?” vraagt die en gaat op een stoel naast Ricks bed zitten.
“Vreemd.” Is al wat Rick zegt en gaat wat rechter zitten. Hij kijkt meneer Timo recht aan en die bekijkt Rick goed.
“Hm, er is iets anders aan je.” Zegt meneer Timo en bestudeerd Ricks gezicht nog wat beter. Rick glimlacht flauwtjes.
“Ik voel me nog wat slap, misschien is dat het.” Even kijkt meneer Timo nadenkend naar Rick en staat dan recht.
“Slaap nog maar wat.” En even later is Rick alleen.

Rick hoort de demon grinniken.
“Je hebt hier plezier in.” Stelt Rick vast. “ en je wist dat dit ging gbeuren nadat ik de tempel in ging.” De demons lach galmt in Ricks hoofd.
“Ha, het was een gok. Een gok die het waard was. Want Nr.26 is terug. Ik hoop dat je me nu meer kunt amuzeren dan normaal.”
“Het betekent niet dat ik nu opeens Nr.26 ben. Dat was jij samen met een klein deeltje van mij.”
“Je kunt het niet verstoppen. Zag je niet hoe dat mens naar je keek? Hij zag gewoon dat je anders bent.” Rick moet de demon gelijk geven, meneer Timo had hem vreemd aangekeken. Snel schud hij zijn hoofd.
“Nee, ik ben nog steeds Rick. Ook al herinner ik me alles weer.” Zegt Rick standvastig en probeert nog wat te slapen.

De week daar op probeert de demon Rick steeds weer te overtuigen dat hij Nr.26 is. Rick moet toe geven dat hij stil aan begint te twijfelen aan de persoon die hij nu is. Sinds dat hij alles weer weet heeft hij een soort fobi gekregen aan te veel mensen om zich heen. Ook merkt hij dat, wanneer iemand zich zeer doet of op zijn dak krijgt van de leerkracht, hij er iets in hem daar van geniet. Stil aan begint Rick zich af te zonderen, spreekt hij haast niet meer en vermijdt hij lichaamelijk contact. Echt zorgen maakt Rick zich er niet om, tot die ene middag.

Het is woensdag middag en Rick stapt met zijn eetplateau naar een tafel helemaal in de hoek. Opeens steekt iemand zijn voet uit en Rick valt plat op de grond, zijn eten vliegt alle kanten uit.
“Kan je niet uitkijken waar je loopt? Je had mijn been kunnen breken.”
“Ja, nu moet je je excusses aanbieden.” Rick herkent de stemmen van Griffen en zijn twee volgelingen. Traag staat Rick recht, maar wordt vast gegrepen door twee paar handen.
“Smeek veer vergiffenis, op je knieën.” Zeggen ze lachend en duwen Rick naar beneden.
“Blijf van me af.” Horen ze Rick zeggen.
“Wat zei je?”
“Ik zei blijf met je poten van me af.” Zegt Rick nu harder. Griffen pakt Rick vast aan de haren en trekt hem omhoog.
“Hoe durf je zo tegen iemand van klas A te spreken worm?” sist Griffen kwaad. Rick blijft het maar herhalen en opeens slaat Griffen recht in Ricks gezicht.
“Dat zal je leren me te negeren!” zegt Griffen en slaat Rick weer. Rick valt op de grond en anderen van klas A beginnen Rick te schoppen. Dimitri wil weg rennen om meneer Timo te halen, maar word weg geblazen door een sterke wind.
“Je mag je kracht niet gebruiken buiten de les!” roept Joashu kwaad tegen Griffens volgeling, Tom.
“Er zijn hier geen leerkrachten dus niemand zal het zien.” Lacht die en blaast Joshua hard weg.
“Als jullie het doen, doen wij het ook!” roept Peter en steekt Toms broek in brand, die roepent weg rent op zoek naar water. Na een poosje is het één groot gave gevecht. Het blijft maar duren tot opeens ieders gave lijkt te verdwijnen.
“Wat in hemels naam is er hier aan de hand!” buldert er een woedende stem en iedereen draait zich om naar de deur, waar meneer Timo staat met Joshua naast hem. Het was hem toch gelukt om weg te glippen en hij had meteen meneer Timo gehaald. Er rennen nu verschillende leerkrachten de eetzaal binnen en halen de leerlingen uit elkaar.
“Laat Rick met rust!” roept meneer Timo nu tegen de jongens die nog steeds Rick aan het schoppen zijn. Geschrokken gaan ze aan de kant en meteen rennen Joshua en de twee anderen naar Rick toe.
“Rick, gaat het?” vraagt Joshua en legt zijn hand op Ricks arm.
“Raak me niet aan mens!” roept Rick en staat opeens boven op een tafel midden in de zaal. Meneer Timo voelt gewoon dat er iets mis is en stapt rustig op Rick af.
“Kalm aan Rick.” Zegt hij geruststellend, maar Rick luisterd niet. Hij is aan het vechten met zich zelf.
“Stop! Ik laat je niet me voor zot houden met jou haat gevoelens.” Zegt Rick tegen de demon.
“Stommeling, stop met vechten. Ik ben het niet deze keer, deze gevoelens zijn van jou. Denk eens goed na wat die stervelingen je allemaal al aangedaan hebben.” Rick sluit zijn ogen en denkt na. De meeste herinneringen die hij heeft zijn inderdaad van mensen die hem slecht behandeld hebben of gewoon misbruik van hem maakte.
“Jij bent veel beter dan hen. Je ben Nr.26, waar iedereen schrik van heeft. Vecht niet langer en laat het komen.” Rick zucht en knikt. Heel zijn lichaam tintelt en hij voelt zich opeens sterk, veel sterker dan voordien. Hij wil net zijn ogen open doen wanneer hij een tik tegen zijn hoofd voelt en hij zich sloom begint te voelen.
"Breng Rick naar de isoleercel, misschien dat hij daar tot rust komt." zegt meneer Timo snel en twee leerkrachten brengen Rick weg.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 14 jan 2013 21:36, 2 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
NeleVanHol
Balpen
Balpen
Berichten: 213
Lid geworden op: 03 mei 2012 10:27

Wow meneer Timo kwam net op tijd met die tik :) Snel meer! :)
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Spannend! Schrijf snel verder.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Even later zit Rick, half slapend, in de isoleercel tegen de muur. Rick snapt maar niet waarom hij zich zo moe en slap voelt.
“Hoe durven ze die... Ik vermoord hem! Als ik hem nog één keer zie, dan.... Aaaarg!” de demon is wild van woede en moordlust.
“Waarom ben je zo opgejut?” vraagt Rick en de demon blijft nog even doorrazen voor hij antwoord geeft.
“Dat miezerige kleine mens hoort hier niet. Iedereen denkt dat het zijn gave is, maar ik zie recht door hem. Ha, mij houd die niet voor de zot.”
“Wie?”
“Die net jou die tik gaf is geen normaal mens. Zag je hoe hij ieders gave liet stoppen toen hij de zaal binnen kwam?” Rick probeert na te denken.
“Ik zag niet veel onder die voeten van klas A. Maar ik merkte wel dat iedereen verbaasd klonk en geschrokken. Zou dat meneer Timo’s gave zijn?”
“Dat wil hij iedereen laten geloven. Dat mens is in hels naam een monk.”
Als Rick niet zo slap had gevoelt zou hij recht gesprongen zijn van verbazing.
“Wat doet een monnik nu hier?”
“Snap je het niet? Hij wil mij en al de andere demonen doden. Dat doen monks nu eenmaal. Zij geloven niet in samen werking, wat meestal ook niet het geval is.”
Rick begint zich weer wat beter te voelen en kan al wat beter nadenken. –Dus meneer Timo is een monk, euh monnik. Zou hij echt hier zijn om al de demonen te doden? Waarom is hij dan zo vriendelijk tegen iedereen en helpt hij hun met de gave te ontdekken?- het klinkt Rick echt niet logies dat je vriendelijk zo doen tegen iemand die iets heeft waar je zo een hekel aan hebt.
“Wacht eens! Wat als die hier is om ons allemaal onder controle te houden?”
“Ha, dat geloof je toch zelf niet. Je weet drommels goed dat ze allemaal ons haten, dat heb je gemerkt in de RedWolfs. Bijna weekelijks kwamen er om mij uit je te krijgen.” De gedachte er aan maakt Rick nu ook wel wat boos. Want het klopt wat de demon zegt, dat is zeker. Wekelijks kwamen er mannen en vrouwen van de hele wereld en van verschillende geloven om de demon uit hem te krijgen. Meestal eindigte het met dat de monnik stierf door de demon. Rick besluit om te doen als of hij het niet weet en gaat meneer Timo in de gaten houden. Vanaf dat die één verkeerde beweging maakt zal Rick de demon zijn werk laten doen.

Uren zit Rick daar, met alleen de demon als gezelschap. Hij praat over van alles en nog wat tegen de demon, zonder een antwoord te krijgen.
“Enig idee hoe het komt dat jij soms spreekt terwijl ik nog controle heb over mijn lichaam?” Vraagt Rick en de demon zucht.
“Normaal kan dat alleen als we een contract hebben, maar om een bepaalde reden konden we het zonder.”
“Je klinkt niet verbaasd. Heb je het nog eens mee gemaakt?” Even is het stil.
“Oké ik zal het vertellen, maar alleen zo dat je stopt met die vragen.” –Dat zal wel- denkt Rick glimlachend.
“Ik was de demon van Jacob de Vaart.”
“Jacob? De tweeling broer van Jasper?”
“Laat me nu uitspreken!” roept de demon geïriteerd.
“Ik zal zwijgen.”
“Zijn tweelingbroer Jasper was ruw en gemeen, een perfect persoon om een contract mee te maken. Maar Ik vond hem niet goed, al wat me kon intresseren was een nieuw lichaam te krijgen. Jacob had me gezien in die hoop demonen maar kwam niet naar me toe. Steeds weer zocht hij me op, zette zich neer en begon tegen me te praten. Na een hele tijd maakte ik een contract met hem. We kregen dus de helft van het land, maar Jasper was daar niet mee eens. Hij steerde steeds weer van die monks op ons af om me uit te drijven, wat niet lukte. Tot op een dag. Die monk wist een rym die niemand kende en het was zo een sterke dat het mij en jacob versloeg. Wat mensen niet weten is dat als een demon en mens heel lang in contract staan dat hun leven één worden. Toen hij me uit Jacob drijfde strief hij.” Even zwijgt de demon. Rick is geschokt door het verhaal.
“Wist die monnik dat Jacob ging sterven?”
“Ja, hij wist het maar al te goed.” Zegt de demon woedend.
“Maar dat is moord! Waarom laat hij Jacob sterven als hij alleen jou wou hebben?”
“Zo zijn mensen nu eenmaal, als ze iets moeten hebben doen ze er alles aan om het te krijgen ongeacht de prijs. Dat weet je toch ondertussen ook al wel.” Antwoord de demon bitter. Nu snapt Rick nog meer waarom de demon zo een hekel aan mensen heeft. Zijn eerste meester en beste vriend werden gedood door hen.
“Maar vertel eens, waarom vernietigde hij je niet? Hij was zo sterk om je uit te drijven.”
“Ha, die rym was alleen maar om me uit Jacob te krijgen. Maar het bleek al snel dat hij niet sterk genoeg was om me te vernietigen dus sloot hij me op. Ik zat jaren vast tot op een dag een groep kinderen, waar jij tussen zat, de tempel vond. Je was de enigste die me kon zien en bevrijde me, waardoor jij haast dood ging. Omdat ik erg zwak was nam ik je lichaam over en zo ging ik op zoek naar die monk.”
“En je hebt hem gedood, ik herinner het me. Ik snapte eerst niet waarom, maar nu wel en ik vind dat je niets verkeerds gedaan hebt. Die monk heeft jou vriend bewust gedood en dus verdiend hij zelf niets anders dan jou wraak.” De demon lacht.
“Je lijkt meer en meer op de oude. Ik heb mijn besluit genomen, ik wil met jou een contract maken. Vorm een contract met me en je hebt toegang tot nog meer macht dan je ooit gehad hebt.”

Rick weet niet wat te zeggen. De demon die altijd de spot met hem dreef, hem haatte, wil opeens een contract met hem maken. Het maakt hem gelukkig.
“Je weet niet hoe blij ik ben dat je met me een contract wilt maken.”
“Het is al goed. Laten we er maar snel aan beginnen. Een contract met mij is niet zo als die lage lvls, ik ben van de rang die net onder de koning zelf staat. Dus het is met bloed en zo te zien zal dat geen probleem zijn.” Rick ziet nu pas dat hij bloed aan zijn been.
“Ik luister, wat moet ik doen?” Rick volgt al de instructies op en na een poosje staat er op de muur, met Ricks bloed, heel zijn naam geschreven. Dan neemt de demon het lichaam over en rijkt zijn hand uit naar de muur. Rick ziet hoe het bloed opstijgt als damp tot er niets van overblijft. De demon trekt zich terug en Rick heeft weer controle.
“Dat was het?” vraagt hij en nog voor de demon antwoord kan geven krijgt Rick een hevige pijn in heel zijn lichaam. Rick valt op de grond en probeert het niet uit te schreeuwen.
“Wat gebeurt er?”
“Ik heb nu weer mijn volledige kracht en door het contract is mijn bloed en kracht zich aan het mengen met dat van jou. We worden nu echt één.” Na een poosje verdwijnt de pijn en zet Rick zich recht. Hij voelt zich nu anders, niet menselijk en sterk, nog sterker dan wanneer hij stopte met vechten tegen Nr.26 in zich.
“Dit is geweldig! Nog nooit heb ik me sterk gevoeld, nu kan ik eindelijk eens iedereen in de grond slaan.” Rick slaat geschrokken zijn hand voor zijn mond. Zijn stem klonk als die van de demon!
“Wat was dat?”
“Hahahaha, ik kon het niet laten.” Lacht de demon kei luid in Ricks hoofd. Rick zit stom verbaasd voor zich te staren. Dit is voor het eerst dat hij de demon een grap hoort uithalen en die eigenlijk best wel grappig is.
“Ik wist niet dat je hield van grappen.” Zegt Rick glimlachend en meteen stopt de demon met lachen.
“Hou ik ook niet van.” Zegt hij nors en nu is het Rick die luid aan het lachen is. Hij moet toe geven dat de demon een vreemde persoon is. Hij komt gemeen en koelbloedig over, maar Rick weet nu dat er meer gevoel in de demon zit dan dat die laat merken.
"Trouwens, wat is nu je naam?" vraagt Rick na een poosje.
"Zephyr "
"Zephyr? Klinkt cool."
Dan gaat de deur open en mag Rick weer naar de klas, die net de gave ontdekking leslokaal binnen gaan.
"Tijd om die zwakkelingen te tonen wat echte kracht is." Zegt Rick met fonkelende ogen en met Zephyrs lach in zijn hoofd stapt Rick het lokaal even later binnen en sluit de deur achter zich.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 14 jan 2013 21:38, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ik vind het tof dat je tegen mijn verwachtingen in rick een beetje slecht laat worden. En ik ben zeer vermurwd wat er straks allemaal fout zal gaan, want ik vermoed dat er iets fout gaat.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Dat Rick slecht word was eerst totaal niet mijn plan, maar ik vond dat de Nr.26 van het begin er toch weer in moest komen.

Ik zal snel weer wat posten, al heb ik zelf nog geen idee hoe het verhaal zal uitdraaien ^^
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Iedereen is stom verbaasd wanneer Rick opeens toch een gave blijkt te hebben en dan nog een sterke ook. Rick kan zonder probleem de krachten van Zephyr gebruiken, alleen heeft hij er nog niet echt controle over de sterkte. Bij de gave leren gebuiken les zitten ze bij het stuk waar ze leren te vechten met hun gave.
“Goed, jullie zien hier allemaal oefen poppen staan. Ga nu elk bij eentje staan, wanneer ik bij je kom raak je de pop zo hard mogelijk met je gave. Zo kan ik zien hoe ver je gave al ontwikelt is.” Iedereen gaat bij een pop staan en wacht tot de leerkracht bij hen komt. Rick kijkt verveeld het lokaal door.
“Die zijn echt wel zwak. Ze kunnen niet eens een pop verslaan.” Zucht Rick en volgt alles wat er in de klas gebeurt. Eindelijk is het zijn beurt.
“Klaar, start.” Zegt de leerkracht en Rick plaats zijn polsen tegen elkaar en schiet een vuurbol af naar de pop. Met een knal vliegt de bol tegen de pop en de kamer vult zich met rook. Wanneer de rook weg is staart iedereen met grote ogen naar Rick en de plaats waar de pop had gestaan.
“Wat is er met de pop gebeurt?” vraagt de leerkracht wat bevend en Rick grijnst naar hem.
“Vernietigt.” Is al wat hij zegt en zet zich op de grond tegen de muur. Iedereen begint door elkaar te praten en de leerkracht stapt, met trillende benen, naar de volgende. Rick moet grinniken. In de vorige les had hij ook de leerkracht zo laten beven en dat gebeurt in de weken er na nog. Zijn krachten worden sterker en uiteindelijk besluiten de leerkrachten om Rick over te plaatsen naar klas A, wat nog nooit eerder gebeurd is. Leerlingen beginnen hem te vermijden, wat Rick niet erg vindt. Al wie hij nodig heeft zijn zich zelf en Zephyr, de rest kan voor zijn part doodvallen.

Al snel verveelt Rick zich ook in klas A, hij kan zijn krachten niet genoeg gebruiken naar zijn zin. Ze mogen het alleen tijdens de gave lessen doen, wat alleen in de namiddag is en het nivo is veel lager dan zijn krachten. Alles wat hij moet raken is meteen vernietigd en hij krijgt steeds weer op zijn dak wanneer hij zijn tegenstander in 1v1 haast vermoord. Tijdens een zaterdag besluit Rick om van het school terrein af te gaan. Tijdens de geschiedenis les hebben ze geleerd dat er in de stad een vreselijk straatbende was met een rechterhand die Nr.26 heette. Sinds de dag dat Rick zijn geheugen terug heeft vroeg hij zich af wat er met de RedWolfs was gebeurt en nu dat hij weet dat ze dicht bij zijn wil Rick ze opzoeken. ’s Morgens vroeg vertrekt Rick naar de grote poort, maar wanneer hij bij de poort komt word hij tegen gehouden door mannen, helemaal in het zwart gekleed.
“Het is verboden voor leerlingen het schoolterrein te verlaten.” Zeggen de mannen in koor.
“Maar ik wil gewoon naar de stad.” Sputterd Rick tegen.
“Het is verboden.” Bijten ze hem toe en Rick word terug naar het schoolgebouw gestuurd.
“Het zijn die zwarte weer.” Sist Zephyr kwaad.
“Die zwarte? Bedoel je dezelfde die me weg haalde bij de bende?”
“Ja, maar het waren wel andere. Mag ik ze roosteren? Dan kan je gelijk ook naar de stad.”
“Hm, klinkt best goed.” Zegt Rick en heeft dan opeens een ander idee. “Maar dat zal te veel opvallen. Ik weet een ander manier.” Met hulp van de demon klimt Rick gewoon over het hek, wat normaal onmogelijk is. Even later zwerft Rick rond in de stad.
“Het is nog precies het zelfde als vroeger.” Zegt Rick vol verwondering.
“Hier is het.” Even aarzelt Rick maar slaat dan toch de steeg in, waar het vreeselijk donker en vies is.
“Weet je nog waar ze hun hoofplaats hadden?” vraagt Rick en de demon leid hem er naar toe. De plaats zit vol met kinderen, zowel jonge als oudere. Eerst negeren ze hem, maar wanneer Rick steeds dicht bij stapt kijken ze Rick vijandig aan.
“Ze zien me niet echt graag.” Fluisterd Rick, maar blijft toch door stappen.
“Angsthaas.” Rick strekt zijn rug en blijft door stappen. De kinderen beginnen Rick in te sluiten tot dat Rick niet verder kan.
“Wat doe jij hier op het terein van de RedWolfs?” vraagt één van de jongens en komt recht voor Rick staan.
“Ik wil graag de baas spreken.” zegt Rick en de groep begint te lachen.
“Hij wilt de baas spreken. Hahaha! De baas laat je weten als je de baas mag zien.” Rick bekijkt de jongen. Hij is veel kleiner dan Rick, bruine stekels en bruingroene ogen. De jongen port in Ricks buik.
“Ik zou maar ophoepelen als ik jou was voor dat ik je dode lichaam aan de baas laat zien.” Rick kijkt hem ijskoud aan en grijpt opeens de jongen zijn kraag en tilt hem gewoon op.
“Zeg kleine, ik ben veel ouder dan je en als een oudere iets vraagt moeten de kleintjes luisteren, begrepen?” Even kijkt de jongen hem verbaasd aan maar kijkt dan kwaad.
“Grijp hem! Laat hem zien wie de RedWolfs zijn!” brult de kleine en meteen stormen al de kinderen op Rick af.
“Laat ze maar komen.” Lacht Zephyr terwijl Rick al de stokken ontwijkt. Na een poosje stoppen er steeds meer en meer kinderen met vechten en staren ze Rick met grote ogen aan. Want wat ze ook oden, niets kan Rick raken.
“Wat doen jullie!” tiert de kleine. “Weigeren jullie naar me te luisteren? De baas gaat niet blij zijn als hij hoort dat jullie een bevel van de rechterhand negeerd hebben!” –Rechterhand? Dit is de rechterhand?- Opeens barst Rick in gelach uit.
“Vind je dit grappig of zo?”
“Ha, sorry. Maar ik kon met niet voor stellen dat een klein ventje als jij de rechterhand is van de ooit zo gevreesde RedWolfs.” Ricks voelt zich steeds sterker en beter op zijn gemak.
“Ik ben de sterkste van allemaal, dus ben ik de rechterhand.” Zegt de jongen en kijkt wat gekwetst naar Rick. Die kijkt nu dood serieus.
“Dan zijn jullie wel erg gezakt.” Zegt hij. Rick weet zelf niet wat hem overkomt, maar ook al was het niet hij zelf vijf jaar geleden, iets in hem is teleurgesteld in de zo machtige groep van vroeger.

Terwijl hij daar staat herinnerd hij zich steeds meer en meer van die vijf jaar in de groep. Ook de mensen die demon gedood heeft herinnert Rick zich nu nog duidelijker en er komen allemaal emoties boven. Er is één emotie die er uit springt: macht.
Rick kijkt naar al de kinderen rond zich.
“Wie zat hier zes a zeven jaar geleden ook?” een deel steekt zijn hand op. “Herinnert zich iemand nog waarom de bende zo berucht was?”
“De baas was toen nog goed.” Antwoord iemand.
“Stil, wat als de baas je hoort?”
“Het is toch waar? Al wat hij nu doet is maar op zijn zetel zitten en dromen over vroeger.”
“Dat is waar. Sinds de rechterhand van toen werd mee genomen is hij niet meer dezelfde.”
“Je bedoelt Nr.26?”
“Ja, dat was te minsten een echte rechterhand.” Iedereen begint door elkaar te praten en de meningen vliegen rond. Rick is eigenlijk best wel trots dat ze hem nog steeds herinneren.
“Wat is al dat kabaal hier!” roept er opeens een stem en iedereen is direct muisstil. De jongen voor Rick gaat naar de persoon die zo riep.
“Baas, deze gast kwam zomaar op ons terein en begon een opstand tegen u.” Verteld de jongen snel en grijnst gemeen naar Rick.
“Is dat zo? Een opstand nog wel. Vertel eens vreemdeling, waarom zou jij een opstand maken met mijn bendeleden als je hier nog maar net komt?” vraagt de baas, die nu naar Rick toe stapt.
“Ik vroeg gewoon of iemand zich nog kan herinneren hoe het zes a zeven jaar geleden was. Omdat toen ik hoorde dat die kleine de rechterhand is ik teleurgesteld was.” Rick kijkt nu de baas recht aan, die vlak voor Rick was gestopt.
“Is dat zo? En van waar die teleurstelling?”
“Hoe moet ik het zeggen? Ik denk dat ik meer had verwacht van mijn opvolger.” Antwoord Rick en blijft de baas aanstaren. Die begint steeds verbaazer en verbaazer te kijken.
“Ah, zo te zien heb je het gemerkt.” Zegt Rick grijnzend. Iedereen kijkt vragend naar Rick en de baas. Opeens slaakt één van de kinderen een kreet.
“Het is hem!”
“Wie?”
“Zie je het dan niet? Het is Nr.26!” Meteen word Rick omsingeld en word hij bekeken langs alle kanten. Dat ze dat niet eerder gezien hadden! Iedereen praat door elkaar en de rechterhand sputtert tegen.
“Dat is niet Nr.26, hij zei nooit een woord en liet zich niet aanraken. Het is iemand die op hem lijkt. Baas vertel het hen dan.” Smeekt de jongen bijna. Maar de baas en Rick blijven elkaar aanstaren.
“Waarom? Waarom ben je zo lang weg geweest?” vraagt de baas opeens.
“Wat maakt dat nu uit? Ik verveel me en wil iets doen." zegt Rick en er verschijnt een glimlach op de baas zijn gezicht.
“Laat dan maar, het belangrijkste is dat je terug bent.” Zegt hij en steekt zijn armen in de lucht. “RedWolfs! Onze echte rechterhand is terug! Vandaag is het feest!” Iedereen juicht en van overal halen ze drank en eten te voorschijn. Rick gaat met de baas mee naar binnen.
“Zo, vertel me eens, waarom zaten die mannen eigenlijk achter je aan?”
“Dat weet ik nog steeds niet. Ik herinner me niets van twee jaar geleden en dat frustreert me erg. Maar weet je, ik zit op die ene school in deze stad en daarstraks werd ik tegen gehouden door twee mannen, helemaal in het zwart gekleed, omdat ik naar de stad wilde gaan.” Keneth, zo noemt de baas, fluit vol bewondering.
“Je moet wel rijk zijn om op die school te zitten.”
“Och valt mee, maar het is saai. Toen ik te horen kreeg dat ik in jullie stad was wou ik meteen naar hier komen.” Keneth lacht.
“Hier is het veel leuker dan op die banken. Al moet ik zeggen dat we niet veel meer doen. De mensen hebben geen schrik meer van ons sinds dat ze te horen kregen dat je weg was.”
“Ha, daar zal snel verrandering in komen.” Zegt Rick en zijn ogen fonkelen strijdlustig.
“Dat is goed om te horen. We zullen beginnen met een paar overvallen, als die goed gaan gaan we verder.”

“Wacht even, ik ben hier de rechterhand en niet dat rijkeluis joch.” Briest de rechterhand kwaad. “Ik eis een krachtmeting.” Keneth zucht.
“Goed dan, het zijn nu eenmaal de regels.” Zegt hij en zo staan Rick en de jongen tegenover elkaar. Rick heeft geen zin om te moeten vechten tegen iemand die hij in één slag neer kan halen. Dus besluit hij om even te spelen met de jongen. Wanneer het startsein word gegeven vliegt de jongen schreeuwend op Rick af, die hem ontwijkt. Zo gaat het een poosje door tot de jongen begint te heigen en dan grijpt Rick zijn kans. Maar de jongen heeft hier opgerekend en laat Rick struikelen. Die valt op de grond en ziet hoe de jongen zijn stok op heft om zo op Ricks hoofd te slaan.
Maar Rick grijnst alleen maar en grijpt de stok vast.
“Dacht je nu echt dat je me hier mee kon raken, kleine?” zegt Rick met een ijskoude stem. Iedereen houdt zijn adem in, want Ricks ogen zijn niet meer blauw maar pikzwart.
Zonder probleem tilt Rick de stok, met de jongen er nog aanhangend, omhoog.
“Dacht het niet.” De jongen kijkt hem nu vol angst aan. Rick hoort de andere kinderen fluisteren.
“Laat me los!” jammert de jongen en Rick laat hem terug neer op de grond.
“Ik geef het op, jij bent veel sterker.” Zegt de jongen, maar Rick kijkt hem aan en grijnst gemeen.
“Zo snel al? We hebben nog niet eens gevochten.” Rick grijpt de jongen bij zijn haar en slaat hem gewoon recht in het gezicht. Hij blijft slaan tot de jongen bewusteloos is en laat hem dan neer vallen. Keneth komt lachend naar hem.
“Dat is de Nr.26 die ik ken, geen genade. Welkom terug, laten we meteen nieuwe plannen maken.” Rick volgt Keneth en iedereen negeert de jongen die bewusteloos achter wordt gelaten.

Heel de dag trekt Rick op met de bende, en hij moet toe geven dat hij plezier heeft. In het begin had iedereen schrik van hem, maar al snel merkte ze de verrandering in hem en praten ze gewoon met hem. Net voor het avond eten klimt Rick weer over het schoolhek en haast zich naar zijn kamer. Daar laat hij zich op zijn bed vallen en zucht.
“Wow dat was plezant.” Zucht hij, maar zijn vreugde verdwijnt als hij de beelden van de jongen voor zich ziet.
“Was ik niet te hardhandig?” vraagt Rick zich hard op af en Zephyr komt in de spiegel.
“Wat zijn jullie mensen toch slap.”
“Het is toch normaal om je zorgen te maken om anderen?”
“Denk eens terug, hij had ook geen medelijden met jou. Als hij je had geraakt met die stok zou hij echt door geslagen hebben?” Daar moet Rick hem gelijk in geven.
“En geef nu toe, je had er plezier in.”zegt Zehyr lachend. Dat was ook zo, hij had plezier toen hij de jongen sloeg en eerlijk gezegd zou hij het zo weer doen.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 14 jan 2013 21:42, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ik liep een beetje achter :P je had heel wat sneller gepost dan ik dacht. En ik zou je willen aanraden het bij 1x op een dag te houden dat je iets plaatst. Anders gaat het wel heel snel voor me :$

Het is een spannend vervolg en het las zo weg. Ik begin de demon al beter te begrijpen en ook Nr.26. Ik vraag me af hoe lang het onopgemerkt blijft dat hij bij een gang zit. In elk geval was hij slim genoeg om op tijd terug te zijn. Het beloofd nog spanennd te worden :D

Zoals beloofd zou ik je verhaal checken op spelling. Het is een lange lijst geworden (want ik ben begonnen bij waar ik was gebleven 3 januari), dus niet schrikken ;)

3 januari
dat is de rede dat
rede = reden
Eén stap dichter en ik vermoord je te plekken
dichter = dichterbij
te plekken = ter plekken
gaat naast hem op de grond zit.
zit = zitten

10 januari
Rick merkt dat de klas wat angstig word.
word = wordt
Hij zelf daar in tegen word steeds bozer en bozer.
word = wordt
Rick moet zijn ogen sluiten want alles draaid voor zich.
draaid = draait
Rick draaid zich met een ruk om naar Griffen
draaid = draait
maar door de blik in Ricks ogen weet hij dat Rick het echt meend.
meend = meent

12 januari
met zowel aan de vest als aan de broek dunne kettings.
kettings = kettingen / kettinkjes
leid meneer Timo hen naar hun verblijf
leid = leidt
“Schoolieren? Dat is goed nieuws.”
schoolieren = scholieren
een pelgrim roete die tot boven aan de bergen gaat.
een pelgrim roete = een pelgrimsroute
“Wat scheeld er?”
scheeld = scheelt
Alles duizeld voor hem
duizeld = duizelt

13 januari
Rick word stilaan wakker.
word = wordt
vermijd hij lichaamelijk contact
vermijd = vermijdt
maar word vast gegrepen
word = wordt
Heel zijn lichaam tinteld
tinteld = tintelt

14 januari
het klinkt Rick echt niet logies
logies = logisch
Bijna weekelijks kwamen er om mij uit je te krijgen
weekselijks = wekelijks
wat Rick niet erg vind
vind = vindt
een vreeselijk straatbende was
vreeselijk = vreselijke
zwerfd Rick rond in de stad.
zwerfd = zwerft
de rechterhand sputterd tegen.
sputterd = sputtert
houd zijn adem in
houd = houdt
de jongen die bewusteloos achter word gelaten.
word = wordt
hij had ook geen medelijde met jou
medelijde = medelijden

Misschien kun je voor het dt-dilemma de smurf-tactiek gebruiken. Als je een werkwoord hebt waarbij je niet zeker weet of dit met een dt of niet geschreven wordt, zet je er tijdelijk het werkwoord "smurfen" neer, daar hoor je namelijk altijd of er een T hoort. Zelf gebruik die ook vaak ;)

Het was een hele lijst :) Succes met het volgende stukje! Ik kijk er in elk geval naar uit :D
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

zal proberen om eerst een heel stuk te schrijven voor ik het post en zal dan één keer per dag proberen te posten :)
en echt heeeeeeel erg bedankt om me te helpen met de fouten, ik zal dat smurfen trucje eens proberen hoopelijk is er dan minder te verbeteren:D
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

zo, ik heb alles verbetert :)
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Geen idee of dit stuk te onrealistich is, met de politie en zo. Laat maar weten wat ik anders aan moet passen :)
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Rick wil dat het nu al dat het volgende weekend is, want dan gaan ze met de bende zich zelf weer kenbaar maken. Woensdagavond sluit Rick zich op in zijn kamer en probeert de transformatie onder de knie te krijgen.
“Waarom lukt het niet!” schreeuwt Rick gefrustreerd. “Ik moet het tegen zaterdag kunnen want stel dat het in het nieuws komt met foto’s mogen mijn ouders me niet herkennen.” Rick begint te ijsberen.
“Waarom moet je je kunnen verranderen? Als je er niet uitziet als vroeger zullen ze denken dat je een valse bent.”
“Weet ik, maar wat als Black me herkent en het door heeft?”
“Dan reken je gewoon met hem af, het is maar een vuile monk.” Als het iemand anders zou geweest zijn had Rick dat een goed plan gevonden, maar ondanks dat Black een monnik is was hij wel de persoon die Rick beschermde en redde uit die gevangenis. Zephyr voelt Ricks twijfel en kijkt hem minachtig aan van uit de spiegel.
“Ik kan niet geloven dat je die monk ziet als vriend. Ik verzeker je dat vanaf hij van ons contract weet, hij hier zal staan om me uit jou te krijgen. En denk maar niet dat het hem iets kan schelen of je sterft of niet.” –daar gaan we weer- denkt Rick en zucht. Steeds weer komen ze bij dit punt wanneer ze het over Black hebben en Rick is het stilaan beu.
“Oké oké, het is al goed. Als Black hier staat en jou uit me wilt halen, met mijn dood als gevolg, zal ik hem stoppen. En als praten niet helpt, doe ik het met geweld.” Zephyr kijkt nu al wat meer tevreden en verandert van onderwerp.
“Vraag anders aan die RedWolf baas of jullie soms wolvenmaskers kunnen dragen, dan is je gezicht niet duidelijk. Oh en trouwens, wanneer je je krachten gebruikt veranderen je ogen van blauw naar zwart, dus maak je daar maar geen zorgen om.” Rick draait zich om naar de spiegel.
“Echt? Hoe komt het dan dat mijn ogen blauw blijven tijdens de lessen?”
“Je denkt toch niet dat ik mijn volledige kracht aan je ga geven voor iets mensen je laten doen? Er zal dan meer vernietigt worden dan alleen maar die stomme poppen.” lacht Zephyr.
“Wel, als je er voor zorgt dat mijn ogen echt zwart worden ben ik gerustgesteld.” Zegt Rick en laat zich op zijn bed vallen.
“Laat het nu maar snel zaterdag worden.” Zegt Rick met een verlangende blik in zijn ogen. “Ik kan haast niet wachten!”

De rest van de week doet Rick zwijgend wat er van hem wordt gevraagd. Want het zou een ramp zijn als hij zaterdag straf werk krijgt. Zelfs wanneer Griffen hem weer lastig valt houdt Rick zich in. Volgende morgen ontbijt hij snel en sluipt dan naar buiten, waar hij weer over het hek klimt. De overval zou plaats nemen in de grote supermarkt, ze zouden wachten tot de politie komt zodat ze kunnen tonen dat de RedWolfs weer actief zijn. Rick stapt gewoon de winkel binnen en doet of hij aan het winkelen is.
“Eindelijk actie.” Zegt de demon vol verwachting.
“Ik maak me eigenlijk toch nog wel wat zorgen. zeker weten dat ze me niet gaan herkenen als Rick?"
“Waar jullie mensen je toch steeds druk om maken. Doe gewoon het zelfde als gisteren. Je ziet er dan ongeveer uit als mij, maar niet helemaal.” Rick besluit om op de demon te vertrouwen en winkelt gewoon verder. Aan de kassa kijkt hij naar buiten, neemt een spiegel uit zijn zak en zwaait er wat heen en weer mee. Buiten zien Keneth en de anderen de weerspiegeling en lopen naar binnen. Met hun rode wolven maskers op en stokken, ijzeren pijpen en messen in de hand beginnen ze te roepen.
“Dit is een overval! Iedereen op de grond met handen op het hoofd!” schreeuwt Keneth. Een paar mensen schrikken en doen het maar andere denken dat het een grap is. Een man stapt op Keneth af.
“Moeten jullie niet op school zijn in plaats van grappen uit te halen?” vraagt hij boos. Rick voelt zijn lichaam tintelen en zijn ogen worden pikzwart. Hij pakt een blik van de loopband en smijt die tegen het hoofd van de man. De man slaakt een kreet van pijn en er loopt bloed uit de wond. Geschrokken kijkt iedereen naar hem.
“Hoor je soms niet goed? Hij zei plat op de grond, dus ik zou het maar doen als ik jou was. Of wil nog een blik tegen die grote kop van je?” zegt Rick en kijkt met een harde, ijskoude, blik naar de man. Er verschijnt een brede grijns op Keneths gezicht en hij stampt in de maag van de man.
“Liggen!” kreunend legt de man zich op de grond en ook de andere mensen doen het.
“Haal de rekken leeg en neem ook al het geld van die op de grond liggen!” roept Keneth en joelend beginnen de bendeleden alles te pakken en in karren te steken. Keneth loopt triompelijk rond tussen de mensen.
“Wie zouden ze zijn?” fluistert iemand en Keneth begint te lachen.
“Wie we zijn? Sorry dat we zo lang weg geweest zijn, maar één van onze leden nam een vakantie en nu zijn we weer terug. Wij beste mensen, wij zijn de RedWolfs.” Een andere man van begint te lachen.
“De RedWolfs? Kunnen jullie echt niet creatiever zijn met jullie naam? De RedWolfs zijn uit elkaar omdat hun Rechterhand opgepakt is. Die laten ze nooit meer vrij.” Rick stapt naar de man toe en hurkt neer zodat hij de man recht aan kan kijken.
“Echt waar? Was die rechterhand dan zo gevreesd?”
“Hij was de sterkste van de bende, zonder hem waren ze niets. Dat hebben we gemerkt al die jaren dat hij weg was.”
“Echt waar?”vraagt Rick zo geïntresseerd mogelijk. “Wel dan, zal ik je een geheimpje verklappen? Hij is terug.” Fluistert Rick in de man zijn oor, die hem spottend aan kijkt maar wanneer hij Ricks gezicht beter bekijkt komt er angst in zijn ogen.
“Ah, heb je het gemerkt?Wel baas, ik vrees dat ons geheimpje niet meer zo geheim is.” Zegt Rick en staat weer recht.


“Het is hem...Het is hem.” Stamelt de man steeds weer. Rick begint er meer en meer plezier in te hebben en ook Zephyr heeft er plezier in. Na een poosje geeft Keneth een teken naar Rick en hij stapt naar de kassierster en tilt haar aan het haar op.
“Dame, zou je zo vriendelijk willen zijn om al de kassas open te doen? We hebben namelijk het geld dringend nodig.” Zegt Rick zo vriendelijk mogelijk waardoor de bende leden moeten lachen.
“Wat is hij toch een echte heer.” Zegt één van de jongens en weer lacht iedereen. De kassierster opent bevend de kassas. Bij de laatste kassa steekt ze de sleutel in de kassa en duwt dan op een knopje. Meteen klinkt er een alarm door heel de winkel. Opeens staat Rick naast haar, iedereen kijkt verbaasd van de eerste kassa naar de laatste.
“Hoe deed hij dat?” fluistert iemand.
“Hij is geen mens.” Fluistert een ander. Rick glimlacht naar de doodsbange kassierster, maar zijn ogen lachen niet mee.
“Wat een moedig persoon ben je toch. Jammer genoeg was dit allemaal gepland en wilde we dat je die knop induwde. Iedereen heeft de spullen al veilig weg gestoken en dus kan niemand ze vinden.” Rick kijkt rond en ook de kassierster kijkt rond zich. En zo als je ziet zijn alleen ik, de baas en de linkerhand er nog.” Er klinken sirenes buiten.
“Nr.26, ze zijn er.” Zegt Keneth, dus grijpt Rick de kassierster vast en stapt samen met de twee anderen naar buiten. De politie stapen uit hun wagens
“Het zijn maar kinderen.” Zucht één van hen. “Waarschijnlijk vals alarm.”
“Nee, kijk eens naar hun gezichten. Ze dragen maskers.”
“Dat doen veel kinderen deze tijd.”
“Ja, maar dit zijn rode wolven maskers.” Nu ziet de andere agent het ook. Snel gaat hij in de wagen zitten en vraagt voor versterking.
“Groep kinderen hebben winkel overvallen, mogelijk de RedWolfs, maar niet zeker. Er staan nu drie van hen buiten en ze hebben een gijzelaarster.” Even later stoppen er nog twee andere politie wagens.
“Denk je echt dat het de RedWolfs zijn?”
“Ze hadden nooit maskers op, maar toen ze voor het eerst in actie kwamen deden ze precies het zelfde: ze overvielen een winkel, lieten alarm slaan en kwamen met drie man buiten staan.” Legt een agent uit.
“Maar ik dacht dat ze uit elkaar waren.”
“Dat maakt nu niets uit, we moeten nu de gijzelaarster vrij zien te krijgen.”
Niemand weet wat ze van de toestand moeten denken, maar dat de gijzelaarster het belangrijkste is weten ze wel zeker, dus pakt een agent de megafoon.

“Jongens, dit is een gevaarlijk spel dat jullie spelen. Laat haar los en stop dit spelletje. We zouden jullie verwarren met een gevaarlijke straatbende en dat zouden slechte gevolgen hebben.” Ze zien tot hun verbazing hoe de middenste jongen begint te lachen.
“Spelletje? Denken jullie echt dat dit een spelletjes is?” Keneth lacht hard en kijkt naar Rick en Steven. “ Ze denken dat we een spel spellen, Nr.26.” Er verschijnt vewarring op de agenten hun gezicht. Moeten ze dit nu geloven of niet? Is het echt Nr.26 die daar staat of niet? Ze stellen zich paraat voor wat er gaat komen. Ook Steven en Rick lachen nu.
“Zullen we ze laten zien of het een spel is of niet?” vraagt Steven aan Rick.
“Ach waarom niet.” Horen de agenten opeens achter hen. Tot hun verbazing staat Rick vlak achter hen.
“Hoe?” Er ontstaat volledige chaos bij de agenten, want Rick staat steeds ergens anders.
“Toe Nr.26, je maakt ze in de war.”
“Oh sorry, ik zal er mee stoppen.” Zegt Rick grijnzend en valt direct aan. Met één slag vliegt de agent voor hem naar de andere kant van de straat tegen de voorgevel van een huis en zakt in een hoopje op de grond. Natuurlijk komen de bewoners kijken, maar ze worden meteen terug naar binnen gestuurd door de agenten. Ze staren allemaal naar Rick en Rick krijgt haast medelijden met hen als hij de angst in hun ogen ziet, maar zijn lust voor meer neemt het over. Even later liggen al de agenten op de grond buiten eentje, die krabbelt recht en vlucht in een wagen.
“Je laat er eentje gaan.” Zegt Keneth.
“Als ik ze allemaal neer haal, wie moet dan het nieuws door vertellen?” Ze gaan zo snel mogelijk terug naar de rest en hebben groot feest. Jammer genoeg kan Rick niet al te lang blijven, want als het nieuws van de overval uitkomt zou het verdacht zijn als hij niet te vinden is op school. Ze spreken af voor het volgende weekend en Rick vertrekt naar school.

Natuurlijk gaat het nieuws snel rond en tijdens het avond eten is iedereen bezig over de overval. Normaal zit Rick alleen, maar opeens komen Joshua en de twee anderen bij hem zitten. Het gesprek gaat al snel over het nieuws.
“Ze zeggen dat het de echt Nr.26 was.” Zegt Joshua tegen Dimitri.
“Dat kan toch niet? Die hadden ze toch op gepakt en voor altijd achter slot en grendel gestoken?”
“Dat is waar, maar het kan toch dat die ontsnapt is?” zegt Peter maar Joshua schud zijn hoofd.
“Waarom hebben ze dan niets gezegd? Het is groot nieuws als die ontsnapt. Wat denk jij Rick?”
“Wel, waarschijnlijk zouden ze het geheim houden als die ontsnapt zou zijn. Stel je eens voor wat voor een chaos het zou veroorzaken als die zou ontsnapt zijn?” Daar zagen zijn vrienden wel wat in. Rick eet snel zijn eten op en gaat dan naar zijn kamer.
“Dat was eens een druk weekend.” Zegt Rick en glimlacht breed.
“Ik begin je meer en meer te mogen.” Zegt de demon opeens.
Rick is aangenaam verrast, want al sinds hij Zephyr had vrij gelaten wilde hij vrienden worden met hem.
“Maar we zijn nog geen vrienden.” Zegt Zephyr er snel achter. “Pas als je die belofte waar kunt maken."
“Belofte?” Rick ziet Zephyr kwaad worden. “Oh! Sorry, was er niet bij met mijn gedachten. Natuurlijk ben ik de belofte niet vergeten. Ik help je met je eigen lichaam te krijgen met al mijn macht.”
“Het is je geraaien.” Zegt Zephyr en verdwijnt uit de spiegel.
Rick legt zich op zijn bed en zucht. “Maar voorlopig kijk ik in ieder geval eerst uit naar het volgende weekend.”


Zo gaan de weken voorbij. Ieder weekend glipt Rick van school weg en werkt met de RedWolfs en tijdens de week volgt hij gewoon school. Rick krijgt steeds meer en meer plezier in de weekends en hij merkt dat demon stil aan zich anders gedraagd tegen over hem.

In de weken die volgen komen de actieviteiten van de RedWolfs steeds vaker in het nieuws en Rick merkt ook dat er steeds meer en meer mannen in het zwart op school rondlopen. Rick moet steeds meer moeite doen om ongezien de school te verlaten, maar dat zijn niet zijn enigste zorgen want tijdens de les werd er om geroepen dat er woensdagmiddag geen school zou zijn. Het was de gewoonte dat een paar keer per jaar de ouders langs kwamen. Natuurlijk was iedereen opgewonden om hun ouders te zien, maar Rick was zowel bezorgd als opgewonden. Hij wou zijn ouders en Kris zeer graag zien, maar Black iets minder. Wat als Black zou merken dat ze nu een contract hadden? Zephyr had hem verzekerd dat hij zich kalm zou houden, maar Rick was er toch niet zo gerust om.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 21 jan 2013 18:14, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Woensdag kan bijna niemand zich op de lessen concentreren, maar meneer Drioc dult dat niet.
“De gene die nu niet op let mag zijn ouders niet zien!” roept meneer Drioc wanneer het er steeds gefluistert wordt vanaf dat hij zijn rug naar de klas keert. “Neem nu een voorbeeld aan Rick, die is te minsten stil en probeert op te letten.” Zegt meneer Drioc tot ieders verbazing. Ook Rick is wat verbaasd, maar laat het niet merken. Normaal is Griffen de lieveling van meneer Drioc en mag die echt alles doen. Rick had wel gemerkt dat de haat van meneer Drioc over ging, maar hij had niet verwacht dat hij als voorbeeld zou gebruikt worden als goede leerling. Griffen werpt hem een giftige blik toe en kijkt dan weer naar het bord. De lessen gaan verder zonder probleem.
Tijdens de middag sluit Rick zich op in zijn kamer tot dat de bel gaat. Iedereen verzamelt zich in de inkomhal en wacht daar op zijn of haar ouders. Iedere klas gaat eerst met zijn ouders op een rondleiding en daarna mogen ze afzonderlijk spreken.
“Oh Rick, wat heb ik je zo gemist.” Is het eerste wat Ricks moeder zegt wanneer ze in zijn kamer zijn en omhelst hem.
“Ik jou ook mam.” Zegt Rick, die haast verpletterd wordt en blij is dat Kris hem verlost.
“Ben je nu groter geworden? Straks haal je me nog in.” Lacht Kris en Rick merkt nu pas dat hij inderdaad wat gegroeid is. Dan merkt Rick dat Black er niet is.
“Waar is Black?”
“Oh die moest nog dingen doen. We moesten de groeten doen en zeggen dat hij het erg vind dat hij er niet bij kan zijn.” Rick voelt zich meteen meer ontspannen en gaat snel stoelen halen. Even later zetten ze zich neer en moet Rick vertellen over wat hij allemaal al gedaan heeft. Helemaal op het laatste beslist

“Mam, Pap, ik heb een vraag.” Zegt Rick en zijn ouders merken dat Rick opeens serieus is. Ze kijken elkaar aan en knikken.
“Wat is je vraag Rick?”
“Waarom hebben jullie alles geheim gehouden?”
“Wat bedoel je met geheim houden? We hebben nooit iets geheim voor je gehouden.” probeert zijn vader maar Rick kijkt hem doordringend aan.
“Doe niet als of je er niets van af weet. Ik heb mijn geheugen terug, dus ik weet alles weer.” Ricks hart klopt als een zot, hij ziet schrik in zijn moeders ogen en ook zijn vader is wat angstig.
“Dus je weet echt alles?”
“Wel, nu niet echt alles maar toch de belangrijkste dingen. Ik weet dat ik rondgezworven heb twaalf jaar lang, en ik weet dat ik tijdens de schoolreis me erg bezeerd had na een grote val. Een persoon zorgde voor me, maar ik herinnerde me niets meer dus kon hij me niet thuis brengen. Van de laatste paar jaren weet ik niets.” Liegt Rick en kijkt of zijn ouders het geloven. Hij merkt opluchting bij zijn ouders, ze lachen zelfs. -Ze hadden waarschijnlijk gedacht dat ik over de RedWolfs, de gevangenis en Zephyr zou vertellen.- denkt Rick, maar dat gaat hij nooit vertellen. Rick wil Zehyr nooit meer kwijt en hij heeft daar ook alles voor over. Toch is Rick blij dat zijn ouders dit geloven en hij niets ergs moest doen.

De rest van de middag wandelen ze wat rond en praten ze over echt vanalles. Rick leek even weer op de Rick die geen contract had met een demon, die niet bij een bende zat en die gewoon lacht en praat. Alleen de gene die goed kijken zien dat Ricks ogen geen enkele keer echt mee lachen, ze blijven ijskoud en emotieloos. Vanaf dat zijn ouders weg zijn is Rick weer de stille jongen die steeds op zijn kamer zit.

“Ben ik blij dat ze weg zijn.” Zucht Rick. “Nu kan ik me weer op belangrijke zaken concentreren. Deze zaterdag is het een belangrijke dag.”
“Zeker weten, die stervelingen zullen weten wat angst is.” Lacht Zephyr. De RedWolfs gaan hun straten weer opeisen en wie niet betaald voor bescherming krijgt een waarschuwing: Nr.26. Het is de eerste keer dat ze het weer doen en natuurlijk gaan er veel mensen tegen stribbelen, maar dat zal Rick niet erg vinden. Het zou te saai zijn als ze gewoon toegeven zonder een gevecht.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 21 jan 2013 18:15, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

De zaterdag ging goed en tot nu toe hadden ze nog niet veel tegen stand gehad. Iedereen die moeilijk deed bezweek al snel op het moment dat ze Rick zagen. Het begon al snel op Ricks zenuwen te werken, want hij was in de eerste plaats bij de bende om meer van zijn kracht te kunnen gebruiken dan op school kan. Hij neemt een besluit: als de laatste winkel ook zich zo maar overgeeft gaat hij heel het plein slopen.
Uiteindelijk komen ze bij de laatste winkel. Wanneer ze binnen willen gaan vliegen er opeens kogels rond hun oren.
“Bukken! Deze is gewapend!” roept Keneth en iedereen bukt zo snel mogelijk. Rick grijnst en ook Zephyr is opgewonden.
“Storm binnen! Laat die miezerige sterveling zien wie hier de sterkste is!” Roept Zephyr op gewonden. Keneth en Steven zijn aan het overleggen wat ze moeten doen als ze merken dat Rick zich recht stelt.
“Nr.26! Straks raakt hij je nog!” roept Steven en grijpt Ricks broek vast.
“Wacht!” roept Keneth die Rick aan kijkt en de grijns op zijn gezicht ziet. “Ik denk dat we hem moeten laten gaan.” Zegt hij tegen Steven en Steven laat Ricks broek los. Rick stapt naar de deur en doet hem gewoon open. Meteen klinken er knallen en vliegen de kogels rond Ricks oren.
“Speeltijd!” Roept Rick en de bendeleden kijken met grote ogen door de ramen naar hoe Rick steeds ergens anders te voorschijn komt. De winkelier blijft maar schieten en Rick weet het steeds te ontwijken.
“Zeg, dit begint saai te worden.” Klaagt Zephyr en Rick knikt. Hij kijkt naar de winkelier en zijn grijns maakt plaats voor een ijskoude blik.
“Speeltijd is over, mens.” Knal! Weer een kogel op Rick gemikt en mist hem net.
“Ik zei dat het gaan was.” Sist Rick en schiet een electrice bol af naar een paar winkelrekken waar er niets van overblijft. De winkelier slikt en begint wat angstig te worden. Toch schiet hij nog een kogel af naar Rick, maar die staat al achter de man.
“Hij wil niet luisteren.” Zegt Rick en het gezicht van de de man word lijkbleek wanneer hij opeens Zephyr in de spiegels ziet.
“Wa...Wat ben jij!” stamelt de man angstig en de winkel vult zich met de lach van Zephyr.
“Ik ben Nr.26 en meer moet je niet weten.” Zegt Rick opeens weer serieus en grijpt het wapen uit de man zijn handen. Met een vuurbol laat Rick het gewoon smelten.
“Stervelingen zijn een vreemde soort. Ook al weten ze dat ze het niet kunnen halen blijven ze vechten.” Zegt Zephyr.
“Maar het maakt niet veel uit.” Zegt Rick en richt zijn handen naar de man. “Zij die de RedWolfs tegen werken moeten uit de weg.” Zegt Rick en de man begint te smeken maar Ricks ogen staren hem ijskoud aan.
“Verdwijn.” Er vliegt een electrice bol op de man af, die nog weg probeert weg te kruipen maar te vergeefs.

Rick roept Keneth en de bendeleden beginnen de winkel te plunderen. Steven en Keneth staren Rick aan.
“Ook al is hij veranderd, hij blijft even genadeloos en eng als vroeger.” Zegt Steven en Keneth knikt.
“We moeten hem als vriend houden, want ik wil niet tegen over hem komen te staan als vijand. Want lang zal ik daar dan niet staan.” Lacht Keneth en gaat naar Rick toe. Ze zijn zo druk bezig dat ze niet merken dat er iemand de winkel binnen stapt en op Rick af gaat.

“Monk.” Gromt Zephyr en ook Rick voelt een vreemde tinteling. Hij kijkt de winkel rond en zijn ogen blijven op een persoon hangen die een lange mantel aan heeft met een kap op die zijn gezicht verbergt.
“Oooh, we hebben bezoek.” Zegt Rick en iedereen stopt met zijn bezigheid. Rick stapt op de persoon af. “Waar aan heb ik deze eer meneer de monnik?” Keneth kijkt Rick geschrokken aan.
“Monnik? Toch niet weer zo eentje als vroeger?” Rick knikt. Keneth en Steven stellen zich naast Rick.
“Waarom ben je hier? Nr.26 is gewoon een speciale jongen en ik snap echt niet wat jullie steeds met hem willen.” Zegt Keneth en iedereen blijkt er zo ook over te denken want ze beginnen door elkaar hun mening te roepen.
“Baas, deze is hier voor mij en ik weet best wel waarom. Het ding is dat jullie monniken het niet afgeleerd hebben om achter me aan te zitten, ondanks al de doden.”
“Je kunt nooit iedereen doden.” Zegt de persoon en Rick herkent de stem opeens.
“Hahaha! Nee maar, als het die Timo niet is.” Lacht Zephyr die het van Rick overgenomen heeft en Rick ziet dat de persoon verrast is.
“Hoe...”
“Hoe maakt niet uit, en eerlijk gezegt maakt het me ook niet uit wie je bent. Iedere monk is mijn vijand.” De persoon, die wel degelijk meneer Timo is, hersteld zich en kijkt Rick aan.
“Ik weet dat je in deze jongen zit en dat je hem overgenomen hebt. Daarom ben ik hier om je uit hem te drijven.”
“Doe maar, laat zien wat je kunt monk!” zegt Zephyr uitdagend en meneer Timo houd een beschreven papier voor zich en begint een rym op te zeggen. Iedereen kijkt vol spanning naar Rick en ze deinzen wat terug wanneer die begint te schreeuwen en te kronkelen. Meneer Timo kijkt triomfelijk en stopt met op zeggen, maar dan veranderd Ricks geschreeuw in gelach.
“Dacht toch niet dat dat zou werken?” Zegt Zephyr en staart Timo recht aan. Die ziet hoe Ricks haar nu ook zwart wordt en ook wordt hij groter. Rick ziet alles en laar Zephyr doen, hij zelf heeft ook een hekel aan monniken gekregen. Want ze willen zijn beste vriend doden.
“Hoe kan dit? Meester Shu had gezegt dat elke demon hier door krachteloos zou worden.” Mompelt meneer Timo en Rick voelt opeens haat op wellen.
“Meester Shu? De meester Shu die jaren lang geleefd heeft en ooit de demonmeester gedood heeft?”
“Ik ben zijn tweede leerling. Meester Shu was inderdaad zo sterk en heeft die demonmeester gedood. Geen demon maakt een kans tegen hem.”
“Oh echt? Waar is hij dan nu?”
“Hij is door rovers gedood.” Zegt meneer Timo. Opeens staat Rick vlak naast meneer Timo.
“Rovers? Oh nee, het was Ik die hem gedood heb. Stormde zijn huis binnen, bond hem vast en schoot een super grote vuurbol recht in zijn gezicht, maar dat dode hem niet. Haha, ik heb hem daar laten hangen en heb toe gekeken hoe hij langzaam stierf van de pijn en na een poosje zelfs smeekte om gedood te worden.” De ogen van meneer Timo worden groter van afschuw.
“Jij monster!” Schreeuwt meneer Timo en haalt uit naar Rick, maar die staat al weer bij Keneth en Steven.
“Ik? Een monster? Je noemt me monster omdat ik die monk heb gedood en heb laten lijden, maar je hebt geen idee wat hij mij ooit aangedaan heeft!”
“Demonen hebben geen gevoelens. Ze houden er gewoon van om mensen te doden.”
“Dan weet je maar erg weinig van ons om me een monster te kunnen noemen.” Meneer Timo haalt snel een ketting uit zijn zak en begint een andere rym op te zeggen. Deze keer merkt Rick er wel wat van.
“Als ik je niet kan verzwakken haal ik je er uit maar geweld. Ik ga deze jongen redden, wat het ook kost.” Rick voelt iets aan hem trekken en voelt stil aan Zephyr uit hem getrokken worden. –Dit wil ik niet! Ik moet Timo stoppen!- denkt Rick en hij neemt weer controle over zijn lichaam.
“Als je dit doet sterf ik.” Zegt Rick tegen meneer Timo en die begint te lachen.
“Natuurlijk sterf je, demonen kunnen niet zonder een lichaam overleven.” En hij zegt de rym verder.
“Ik ben niet de demon!” roept Rick en meneer Timo ziet dat Ricks ogen niet meer zwart zijn maar blauw en ook zijn haar is weer blond. Er verschijnt ongeloof op meneer Timo’s gezicht wanneer die hem herkent.
“Rick?”
Laatst gewijzigd door lisbeth op 21 jan 2013 18:17, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Oei oei, wat gaat timo nu doen? Ik vind het heel leuk dat rick slecht is geworden, niet clichematig en zo. Ik ben benieuwd naar wat er komen gaat
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

yociame schreef:Ik vind het heel leuk dat rick slecht is geworden, niet clichematig en zo.
kan je uitleggen wat je bedoelt met de clichematig? snap het niet echt :$
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Hij stopt met de rym op te zeggen en Rick neemt zijn kans. Hij vuurt een vuurbal af op meneer Timo en raakt zijn handen. Van pijn laat meneer Timo de ketting vallen en Steven pakt die snel op.
“Het was een truc? Natuurlijk! Hoe kan ik nu ooit denken dat je Rick bent. Rick zou nog geen vlieg kwaad doen.” Binnen een paar minuten is meneer Timo vast gebonden. Rick staat voor hem en stuurt iedereen weg.
“Nog geen vlieg? Kom nou, zo zwak ben ik echt niet.” Zegt Rick en meneer Timo staart hem aan.
“Maar waarom Rick? Waarom laat je me die demon niet uit je halen? Je zou geen kwaad meer moeten doen.”
“Tssss, die demon heeft een naam en ik laat je hem niet weg halen omdat we vrienden zijn.”
“Vrienden? Maar jongen toch, een demon wordt nooit vrienden met een mens.”
“Toch niet met een mens als jij.” Geschrokken kijkt meneer Timo links van zich en in het raam ziet hij Zephyr.
“Wat? Hoe kan je daar zijn?”
“Gaap niet zo! Als het niet aan Nr.26 lag had ik je al lang neer gemaait.”
“Zeph en ik zijn dezelfde en als je denkt dat ik kwaad doe vanwegen hem heb je het mis. Maar genoeg over mezelf, ik heb een paar vragen. Wat doet een monk nu op een school waar kinderen met demons in zich naar toe gaan?”
“Ik zou graag ergens anders naar toe gaan als ik kon, maar ik heb Black beloofd om een oogje in het zeil te houden op de school.”
“Black?” meneer Timo kijkt betrapt.
“Dus je kent Black. En waarschijnlijk weet je alles over mij dus ook.” Meneer Timo knikt.
“Was het ook jou plan om naar die tempel te gaan met die school uitstap?”
“Natuurlijk niet, als ik had geweten dat dit als gevolg zou zijn was ik daar nooit naar toe geweest. Het was meneer Logan die de uitstap gepland had.” –Dus die Logan zit hier iets voor tussen. Ik denk dat ik hem eens een bezoekje moet gaan brengen om echt de waarheid van alles te weten te komen.- denkt Rick. Meneer Timo probeert zich los te wringen en na wat gewring raakt hij los.
“Pas op Rick! Hij is los!” roept Steven en Rick ziet hoe meneer Timo een andere ketting uit zijn tas haalt en de rym weer opzegt. Rick herkent de ketting als die van meester Shu, het is de zelfde waar mee hij toen Jacob doode en Zephyr mee vast zette. Zephyr verdwijnt uit de spiegel en Ricks ogen worden weer zwart. Rick en Zephyr proberen aan elkaar vast te houden, maar dat lukt maar net.
“Ik kan niet genoeg kracht geven aan je, ons contract is stil aan kapot aan het gaan en dat betekent het einde van je.” Hoort Rick Zephyr zeggen, met iets van wanhoop in zijn stem. Zephyr wilt Rick niet kwijt en dat geld het zelfde voor Rick. Hij schiet een vuurbol af naar meneer Tino, maar die dooft nog voor hij bij meneer Timo komt. Ook de electrice bol raakt hem niet.
“Concentreer je, we moeten proberen genoeg kracht bij elkaar te krijgen om dit te breken.” Zegt Zephyr. Rick kijkt naar Keneth en die begrijpt wat Rick bedoelt. Meteen geeft hij teken naar de bende dat ze meneer Timo moeten aan vallen. Schreeuwend rennen ze op hem af, maar alles lijkt wel op een onzichtbaar schild af te ketsen. Rick sluit zijn ogen en concentreert zich op Zephyr. Hij voelt hoe Zephyr stil aan uit hem getrokken wordt en hij wordt wat radeloos. Dan heeft hij plan, een erg gewaagd plan.

“Zephyr! Weet je nog dat ik je ging helpen met je eigen lichaam?!”
“Waar denk je nu opeens aan? Die monk is ons uit elkaar aan het halen!”
“Luister! Volgens mij heeft dat niets met mijn kracht te maken, je moet de wil hebben en samen moeten we er aan werken!” Rick voelt zich wat duizelig worden en merkt dat zijn kracht stil aan weg ebt. “Hoe graag wil je een eigen lichaam hebben?”
Wat voor een vraag is dat? Ik wil het zo graag dat ik de hele wereld voor zou vernietigen als het moest!”
“Dan doe het gewoon!” Roept Rick luid en opeens begint heel zijn lichaam te stralen. Meneer Timo stopt even met zijn rym, wat Rick genoeg tijd geeft om kracht bij elkaar te rapen en er schiet een felle flits door heel de winkel.

Wanneer het licht weg is duurt het nog even voor iedereen genoeg kan zien. Meneer Timo is de eerste die een kreet slaat. Naast Rick staat er nu een jongeman in zwarte kleren, met pikzwart haar en pikzwarte ogen die meneer Timo ijskoud aanstaren. Rick grijnst breed en de jongeman kijkt hem aan.
“Ik zei toch dat je de wil moest hebben?” zegt Rick triomfelijk en de jongeman staat opeens voor de spiegel achter de toonbank.
“Wel heb je in hels naam... Het is je gelukt.”
“Nee Zephyr, het is ons gelukt”

“Dit kan niet! Hoe in hemels naam kan dit? Meester Shu heeft me nooit verteld over zo iets.” Stamelt meneer Timo en van het ene moment op het andere heeft de jongeman meneer Timo vast bij de kraag en tilt hem zonder probleem op.
“Ik zei toch dat jullie niet veel van ons weten?” Hij kijkt naar Rick. “Wat doen we met hem Nr. 26?” Rick haalt zijn schouders op.
“Maakt mij niet uit, amuzeer je maar. Ik ga de anderen wat helpen met de winkel te legen.” Zegt Rick en draait zijn rug naar Zephyr en meneer Timo die angstig van Zephyr naar Rick kijkt.
“Rick! Laat je hem me gewoon vermoorden? Dit is moord!”
“Hoor je niet goed of zo? Het maakt hem niet uit wat ik met je doe. Hij is dan ook Nr.26 voor iets. Maar goed, wat ga ik nu met jou doen?” Zephyrs lach overstemt het geroep van meneer Timo en vult heel de winkel. Keneth ziet hoe Ricks ogen van genot fonkelen en krijgt kippenvel. Hij zou al lang weggerend geweest zijn als hij niet wist wat Nr.26 allemaal kon doen. Plus hij is een RedWolfs en die zijn voor niets of niemand bang. Toch besluit hij om Rick in de gaten te houden.

Even later zijn ze allemaal weer bij de schuilplaats. Wanneer ze de hut binnen stappen knielt Zephyr opeens voor Rick.
“Nr.26, vanaf nu zie ik je als mijn enige en echte meester. Ik doe alles wat je wilt en als het in mijn macht lag gaf ik jou heel het demonenrijk dat van Jacob afgenomen was. Jij bent voor mij de echte demonenmeester.” Iedereen staart vol ongeloof naar Zephyr, maar Rick knikt en glimlacht vriendelijk naar Zephyr.
“Ik ben blij dat ik op jou kan rekenen Zephyr en ik denk dat je me wel kunt helpen met dat land terug te krijgen.” Snel staat Zephyr op.
“Hoe?”
“Die Logan van de school ziet er het zelfde uit als ik en zijn achternaam is ook de Vaart.” Zephyr begint het te snappen.
“Maar dat is niet alles, Black liet die school in de gaten houden. Het zit daar vol met mannen in het zwart, net als die me jaren geleden hier weg gehaald hebben. Wat als die Logan hier iets voor tussen zit? Stel nu dat hij een afstammeling van Jasper is en dat hij nu het land heeft. Alles gaat goed tot dat er dingen gebeuren: jij wordt bevrijd, een zekere Rick de Vaart wordt vermist op de zelfde plaats als de tempel waar jij in vast zat, de rechterhand van de RedWolfs wordt gevreesd en lijkt niet menselijk. Dat kan voor een opstand zorgen in het rijk van de demonenmeester. Want nu zijn er weer twee die de kracht hebben.”
“Waar heb je het over?” vraagt Keneth en Rick was totaal vergeten dat de anderen er ook nog bij waren.

“Ik leg het nog wel eens uit, nu moet ik eerst terug naar school en naar die Logan gaan om hem aan de tand te voelen.”
“Vergeet die mannen niet.” Rick grijnst.
“Die braad je toch gewoon?” lacht Rick en ook Zephyr lacht nu. Ze willen de hut uit gaan maar Keneth houdt Rick tegen.
“Wacht, als ik het goed heb ga je vechten tegen dezelfde mannen die jou hier vroeger weg gehaald hebben?”
“Ja en ook hun baas.” Steven slaat met zijn stok op de grond.
“Dan gaan we mee, toch baas?” Keneth knikt.
“We willen wraak voor al onze leden die het toen niet hebben overleefd.”
“Wat denken jullie kleintjes nu te kunnen doen tegen die mannen?”
“Zephyr, we kunnen alle verwarring goed gebruiken. Zij vallen de school en de mannen aan terwijl wij voor Logan gaan.”
“Hm, goed dan. Maar verwacht niet dat ik in sta voor hun veiligheid. Jij bent mijn prioriteit.” Rick knikt en Keneth begint orders rond te roepen. Omdat ze een school gaan overvallen hebben ze meer man nodig en blijkbaar heeft Keneth veel kennisen, want al snel staan er nog meer bendes bij hen.
“Goed, we zijn nu met zes grote groepen en we moeten ons ook geen zorgen maken om de flikken. Steven heeft net een brief met een groot geld bedrag binnen gebracht. Ze gaan zich niet moeien met ons.”
“Goed, dan is het tijd om te gaan.”
Met Rick op kop vertrekt de groep naar de school, waar ze zich nog van niets bewust zijn.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 21 jan 2013 18:20, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ik vond het stuk met de politie goed geschreven! Tot nu toe vind ik het sowiso realistisch (in fantasietermen dan ^.^ ) En zoals Yociame al zei, totaal niet clichè (dat is dat het voor de handliggend is en dat het al vaak geschreven is). Ik zag het bijvoorbeeld totaal niet aankomen dat de demon een eigen lichaam creëerde.

Oké hier komt de verbeterlijst. Je hebt al wat minder dt foutjes, goed zo! :D
17 januari
schreeuwt Rick gefrustreert.
gefrustreert = gefrustreerd
rede uit die gevangenis.
rede = redde
Ik verzekeer je dat
verzekeer = verzeker
verrandert van onderwerp.
verranderen je ogen van blauw naar zwart
verrandert = verandert (& veranderen)
Rick draaidt zich om naar de spiegel.
draaidt = draait (stam van draaien is draai, plus een t)
Er zal dan meer vernietigd worden
vernietigd = vernietigt
Volgende morgend ontbijt hij snel
Volgende morgend = De volgende morgen
waar hij weer over het hek kruipt.
Je kruipt onder iets door en je klimt er overheen ;)
gaan herkkenen als Rick
herkkenen = herkennen
winkeld gewoon verder.
winkeld = winkelt (als het in de tegenwoordige tijd is, komt er een T bij, nooit een d, dat is alleen in de verleden tijd en wanneer het een voltooid deelwoord is ;) )
fluisterd iemand en Keneth begint te lachen.
Fluisterd Rick in de man zijn oor,
“Hoe deed hij dat?” fluisterd iemand.
“Hij is geen mens.” Fluisterd een ander.
fluisterd = fluistert
Er verschijnt vewaring
verwaring = verwarring
Ze spreken af voor het volgend weekend
naar het volgend weekend
volgend = volgende

19 januar
roept meneer Drioc wanneer het er steeds gefluisterd word vanaf dat hij zijn rug naar de klas keert
gefluisterd = gefluistert, word = wordt
Iedereen die moeilijk deed bezweek al snel vanaf ze Rick zagen.
vanaf = toen / op het moment dat
Ook al is hij verranderd,
verranderd = veranderd
Mompeld meneer Timo
mompeld = mompelt
“Als je dit doet sterft ik.”
sterft = sterf

20 januari
maar ik heb Black belooft
belooft = beloofd (voltooid deelwoord -> heb beloofd)
maar die doofd nog voor
doofd = dooft
een erg gewaagt plan.
gewaagt = gewaagd
Het zit daat vol met mannen in het zwart
daat = daar
Keneth houd Rick tegen.
houd = houdt
we kunnen alle verwaring goed gebruiken
verwaring = verwarring

Het viel me op dat je in de laatste twee hoofdstukken al een stuk minder fouten maakt. Je gaat vooruit :D Ik kijk uit naar het volgende stukje :) Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

ah ok, nu snap ik wat ze bedoelde met clichematig :)
Van de demon zijn eigen lichaam was al mijn plan geweest vanaf het begin.

en ja ik doe mijn best om er op te letten met die dt :)
Je tip van de vorige keer helpt
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

De school ligt er rustig bij, iedereen is aan het genieten van de vrije dag en doet waar hij zin in heeft. Opeens schrikt iedereen op van een alarm die af gaat en zien ze hoe leerkrachten naar hen toe komen rennen.
“Iedereen naar de kelder!” roepen de leerkrachten en leiden de overrompelde leerlingen naar de kelders. Joshua en de twee anderen worden ook naar beneden geleid.
“Zou dit een oefening zijn?” vraagt Dimitri.
“Denk het,” Zegt Peter, maar Joshua denkt het niet. De leerkrachten zijn te gehaast en kijken te serieus voor een oefening. Er moet iets aan de hand zijn en het kan waarschijnlijk gevaarlijk zijn, vandaar dat ze naar de kelder moeten. Wanneer iedereen in de kelder is wordt de deur gesloten en staan er twee leerkrachten als bewaking voor. Joshua wil hier eigenlijk wel het fijne van weten.
“Meneer, waarom zitten we hier?” vraagt hij aan de leerkracht die samen met nog vier anderen iedereen probeert stil te krijgen.
“Het is niets, een stelletje jongeren wil de school binnen dringen. Ze zullen snel opgepakt worden en dan kunnen jullie weer naar boven.”
“Een stel jongeren? Ha! Denk je echt dat we dat geloven? Voor een stel jongeren moeten we ons toch niet verstoppen?” Joshua is verrast om Griffen te horen. Steeds meer en meer leerlingen beginnen door elkaar te roepen.
“Stilte!” roept de leerkracht en zweet hevig. “Goed, ik vertel het.”
“Hé, je weet wat meneer Logan gezegt heeft!” zegt een andere leerkracht.
“Wat maakt het nu uit? We zitten hier toch als ratten in de val als ze ons hier vinden.”
“Ze zullen nooit door de bewaking geraken.”
“We hebben het hier wel over Nr.26, De Nr.26.” De kelder is opeens muisstil.
“Zei u net Nr.26?” vraagt Joshua en de leerkracht knikt.
“Hij is terug en samen met de RedWolfs staat hij voor de schoolpoort.” Even is het nog stil, maar dan breekt er paniek uit. De leerkrachten proberen iedereen stil te krijgen, maar te vergeefs. Uiteindelijk is het Griffen die iedereen stil krijgt door opeens luid te lachen.
“Jullie maken toch een grapje? Nr.26 is al lang weg. Die in het nieuws is een valse en ik zal het bewijzen.” Zegt Griffen en gaat naar de deur. De leerkrachten proberen hem tegen te houden, maar krijgen electrishce schokken vanaf dat ze hem aanraken.
“Wat ga je doen?” vraagt Joshua.
“Hem uit dagen tot een gevecht.” Zegt Griffen en verlaat de kelder met zijn twee vrienden. Even twijfelt Joshua en gaat dan toch achter Griffen aan, met Dimitri en Peter achter hem aan.

Op dat moment zijn Rick en de RedWolfs al door de poort heen, van de bewakers is er geen spoor meer.
“Ze branden te snel.”zegt Zepyr die bij een schroeivlek in het gras staat. Rick glimlacht en kijkt naar Zephyr.
“Dan moet je minder kracht gebruiken in het vervolg. Kom, we moeten nu verder.” Overal rond hen ontstaan er stil aan gevechten van RedWolf leden tegen mannen in zwarte kleren. Keneth is druk bezig met bevelen rond te roepen en Steven heeft totaal geen moeite met de twee mannen tegenover hem.
“Ze zijn nog goed.” Zegt Zephyr die rond zich kijkt.
“Daarom is het ook de bende die jij koos.” Zegt Rick en samen stappen ze gewoon door. Rick merkt verandering in Zephyrs houding tegenover hem. Vanaf dat er iemand te dichtbij Rick komt staat Zephyr meteen tussen Rick en de aanvaller, om met één beweging de aanvallers te verassen. Het lijkt wel als of Zephyr Ricks bodyguard geworden is en hem tegen alles beschermd. Rick is blij dat hij op Zephyr kan rekenen en maakt zich totaal geen zorgen om wat hen te wachten staat. Niet veel later zijn ze bij het schoolgebouw en wanneer ze binnen zijn is het leeg.

“Doorzoek elke plaats!” roept Keneth en gaat naast Rick staan. “Ik denk dat ze alarm geslagen hebben toen we bij de poort waren. Waarschijnlijk is iedereen al lang weg.” Rick haalt diep adem en grijnst.
“Nee, kijk in de kelder.”
“Er zijn er al onderweg.” Zegt Zephyr en ja hoor, uit de linkse gang komen er zes leerlingen naar hen toe gerend.
“Waar is die valse Nr.26!” brult er eentje en Rick herkent Griffen meteen. Ook de andere vijf herkent hij nu. Rick kijkt naar Zephyr en die verdwijnt in de schaduw. Keneth, Steven en Rick staan nu tegen over de zes. Tot Ricks verbazing stapt Joshua als eerste naar voren.
“Ik weet niet wie jullie zijn, maar in ieder geval horen jullie hier niet. Zouden jullie zo snel mogelijk dit terrein dan ook willen verlaten?” even is het stil en dan schieten Keneth en Steven in de lach.
“Dit meen je toch niet?” lacht Steven. “zei die net echt ‘zouden jullie zo snel mogelijk dit terrein willen verlaten’.” Doet hij Joshua’s stem na en ze liggen nog meer in een deuk van het lachen. Keneth legt zijn arm op Ricks schouder.
“Man, als ik had geweten dat deze plaats zo plezant was zou ik hier eerder naar toe gegaan zijn. Wat heb jij toch geluk Nr.26 om hier te mogen zitten.”
“Nr.26?”
“Hier zitten?” roepen Griffen en Joshua tegelijk. Griffen duwt Joshua aan de kant en wijst naar Rick.
“Dus jij bent die valse! Ik daag je uit!” Zephyr had heel de tijd toe gekeken maar vindt dat deze mens te ver gaat. Opeens staat hij tussen Rick en Griffen in. Met een gil van schrik valt Griffen op de grond.
“Durf nog eens naar mijn meester te wijzen en je hebt geen vinger meer over, mens.”
“Rustig maar Zeph, ik verveel me dus ik denk dat ik zijn uitdaging aan neem.” Zephyr gaat aan de kant zodat Rick naar voor kan stappen.
“Zeker weten? Je weet niet of je nog...”
“Dan zal ik het nu snel weten.” Lacht Rick en kijkt Griffen aan. “Sta op keukenmeid, ik vecht niet tegen angsthazen die gillend als meiden op de grond kruipen.” Kwaad springt Griffen recht en haalt uit naar Rick die de slag ontwijkt, maar de tweede is wel raak en Rick valt op de grond.
“Ha! Zie je wel dat je de valse bent!” roept Griffen triomfelijk.
“Jij miezerige kleine...!” Gromt Zephyr maar Rick houd hem tegen en staat recht.
“Rustig Zeph, hij is van mij.” Zegt Rick en kijkt Griffen aan. “Laten we het nog eens doen.” Griffen slaat en deze keer houdt Rick zijn vuist tegen.
“Nu heb ik je!” lacht Griffen maar zijn glimlach verandert als hij de grijns op Ricks gezicht ziet.
“Denk je nu echt dat ik hier nog eens in trap Griffen?” Met grote ogen staren de anderen naar Rick wanneer hij zijn masker af doet.
“Rick?” stamelt Joshua en gaat naast Griffen staan. “Dit meen je toch niet?”
“Ik ben maar al te serieus Joshua.” En met één draai aan Griffens arm ligt die op de grond. Dimitri en Peter staan nu ook naast Joshua en kijken Rick aan.
“Kom op Rick, dit kan toch niet waar zijn? Jij bent niet Nr.26 die mensen zo maar doodt.” Josuha kijkt Peter en Dimitri radeloos aan. “Zeg ook eens iets!” Even aarzelen Peter en Dimitri, maar dan doet Dimitri zijn mond open. Alleen wat hij zegt is niet wat Joshua wil horen.
“Dus jij bent echt Nr.26? Eerlijk gezechd kijk ik erg naar je op, ben een soort fan van je. Zou het mogelijk zijn dat ik je mag joinen?” zegt Dimitri met glinsterende ogen.
“Dimitri!” roept Joshua geschrokken en ook Peter staart hem vol ongeloof aan. Rick daar in tegen moet lachen.
“Wel dan, wat denk jij Zeph?”
“Hij is zwak.”
“Hm, dat weet ik ook wel maar wat denk je van een test?” Zephyr knikt. “Kies maar Zeph.”
“Wel dan mens, als jij mijn meester wil joinen moet je sterk zijn.”
“Ben ik ook.”
“Ha! Niet alleen van lichaam, maar ook van wil. Nr.26 is sterker dan jullie allemaal hier, maar goed. Dit is je test: ruim die twee stervelingen op.” Zegt Zephyr en wijst naar Peter en Joshua. Geschrokken kijken ze naar Dimitri, die ook geschrokken kijkt.

Dimitri sluit zijn ogen en wanneer hij ze opent staan ze hard.
“Als dat is wat u wilt.” Zegt Dimitri en opeens begint er water uit de sproeiers, die aan het plafond hangen, te stromen en blijft zweven rond Dimitri. Peter en Joshua deinzen achteruit.
“Kom op Dimi, je gaat dit toch niet doen?” zegt Joshua tegen Dimitri, die zijn hand naar hem uitstrekt en het water vliegt naar Joshua. Stil aan vormt het water een bubbel rond Joshua en Peter. Ze proberen er uit te geraken, maar het is te sterk en elke inspanning kost hen lucht, die stil aan op geraakt .
“Ho, ik dacht niet dat die het echt ging doen.” Zegt Rick aangenaam verrast en kijkt naar Keneth en Steven, die zich sterk proberen te houden. Toch merkt Rick de angst in hun ogen en hij moet er van glimlachen. Terwijl Joshua en Peter aan het worstelen zijn in het water stormt Griffen weer op Rick af.
“Heb je nog niet geleerd dat ik de echte ben?” zegt Rick en schud zijn hoofd. “Dit is zo zielig.” Zijn lichaam begint te tintelen en Rick voelt zich krachtig. Hij strekt zijn hand uit naar Griffen en er komt een soort paarse electrice-vuur uit Ricks hand. Het raakt Griffen, die kronkelend van de pijn op de grond valt.
“Griffen!” roepen zijn twee vrienden, die tot nu toe versteend hadden toe gekeken en rennen naar Griffen toe.
“Hoe durf je dit hem aan te doen!” roepen ze woedend en vallen Rick aan, maar ook zij liggen al snel op de grond. Er klinken twee bonken en Rick draait zijn gezicht naar Dimitri.

Peter ligt op de grond, muisstil. Joshua daar in tegen leeft nog, maar hapt naar adem.
Dimitri stapt naar Peter en schopt een keer tegen hem.
“Wel wel wel, je hebt het dus toch gedaan.” Zegt Rick en klapt in zijn handen. “Welkom bij de groep Dimi.” Er staat nog even twijfel in Dimitri’s ogen, maar die verdwijnt al snel na Ricks woorden. Dimitri voelt zich sterk en hij grijnst. Dan hoest Joshua luid.
“Jij verrader!” schreeuwt Joshua kwaad en er rollen tranen over zijn wangen. “We zijn vrienden!” Hij kruipt naar Peter en begint zijn naam te roepen.
“Vergeet het, hij is dood.” Zegt Rick en hurkt naast Peters lichaam. “Dimitri is geen verrader, hij heeft de juiste beslissing genomen. Als jij nu ook slim bent zou je dat ook moeten doen.”
Rick staat weer recht en richt zich naar Dimitri.
“Toon me waar ze in de kelder zitten, misschien dat er nog zijn zo als jij.” Dimitri knikt en gaat hen voor naar de kelder. Joshua blijft schreeuwent achter met Peters lichaam in zijn armen en de drie anderen op de grond.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 30 jan 2013 02:28, 2 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Duister, inkt en inktzwart, and I like it!
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

leuk om te horen dat ik niet de enigste ben die van dat hou :)
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Spannend vervolg! Ik vind jammer dat Rick zo slecht is geworden, maar alleen omdat hij in het begin als zo'n aardige jongen overkwam. Ik vraag me af waar Black blijft als monnik om alles weer goed te maken.
“Denk het.” Zegt Peter
het." Zegt = het," zegt (staat nog een aantal keer in je tekst. De zin loopt door omdat Peter iets zegt ;) )
een stelletje jongeren willen de school binnen dringen.
willen = wil (een stelletje jongeren is een groep en een groep wordt als enkelvoud aangesproken. )
krijgen electrice schokken vanaf dat ze hem aanraken.
electrice = elektrische
met de twee mannen tegen over hem
in Zephyrs houding tegen over hem.
tegen over = tegenover
Vanaf dat er iemand te dicht bij
dicht bij = dichtbij
Het lijkt wel als of zephyr Ricks bodyguard
Rick is blij dat hij op zephyr kan
zephyr = Zephyr
bij het school gebouw
school gebouw = schoolgebouw
“Door zoek elke plaats!"
door zoek = doorzoek
geslaan hebben
geslaan = geslagen
zes leerlingen naar hen toe gerent.
gerent = gerend (Ken je 't exkofschip? Als de laatste letter van een stamwoord (bij voorbeeld ren, hier dus de N) niet in het 't exkofschip zit, dan komt er in de verleden tijd en voltooid deelwoord een D. Zit de letter er wel in, dan wordt het een T ;) Geldt alleen voor regelmatige werkwoorden)
dit terein
terein = terrein
maar vind dat deze mens
vind = vindt
dat ik zijn uitdaaging aan neem
uitdaaging = uitdaging
houd Rick zijn vuist tegen.
houd = houdt
zo maar dood
dood = doodt
Dimitri radeloosaan.
radeloosaan = radeloos aan
Eerlijk gezecht kijk ik erg naar je op
gezecht = gezegd
opend staan ze hard.
opend = opent

Ga zo door! Ik kijk uit naar het volgende stukje :D
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

ze moeten niet altijd braaf blijven vindt ik ^^
Soms is het gewoon leuk om het hoofd character slecht te maken, vind ik toch. Maar ja, ik schrijf vaak wat duistere verhalen en hou er ook van om zulke boeken te lezen of films/anime's te kijken die zo zijn.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

In de kelder is iedereen gespannen aan het wachten. Ze hoorde daarnet allemaal lawaai, maar nu is het muisstil geworden.
“Zou het gedaan zijn?” vraagt er iemand zich hard op af.
“Denk het niet, Nr.26 is genadeloos en laat niemand leven. Die zal nu waarschijnlijk heel de school door zoeken tot hij ons vindt.” Zegt een anderen en een paar meiden beginnen te jammeren.
“Zie nu wat je doet.”
“Het is de waarheid. Die Nr.26 is een monster, ik vraag me eigenlijk af hoe het komt dat hij terug is. Ze hadden hem moeten doden toen ze hem te pakken hadden.” Een paar zijn het met hem eens.
“Wat als hij net als ons is?” zegt opeens een jongen en iedereen kijkt zijn richting uit.
“Hoe bedoel je?”
“Denk is na, wat heb je geleerd over hem?”
“Dat hij een monster is?”
“Dat ook, maar hebben de leerkrachten ook niet verteld dat hij van personage leek te veranderen wanneer hij zijn krachten gebruikte?” er wordt gemompeld en een paar knikken.
“Wat wil je daar mee zeggen?”
“Soms heb ik het gevoel dat er iets of iemand anders in me zit. Wanneer ik mijn gave gebruik heb ik het gevoel dat er iets in me boven komt dat niet van mezelf is.” Zegt de jongen en het wordt muisstil in de kelder. Opeens staat er een meisje recht.
“Ik heb soms gesprekken met een jongen die in me zit. Ik durfde het tegen niemand te vertellen omdat het zo vreemd lijkt om met iemand te spreken die alleen jezelf kunt horen.”
De leerkrachten kijken toe hoe er meer en meer leelingen vertellen over de stem en de persoon in hen. Uiteindelijk staren al de leerlingen naar de leerkrachten.
“Nu dat we weten dat haast iedereen dit voor heeft, zou het niet tijd worden om ons uit te leggen wat er nu eigenlijk aan de hand is?” zegt een jongen en de leerkrachten kijken elkaar angstig aan.
“Dit is strikt geheim, meneer Logan verbied het om...” Op dat moment vliegt de deur wagenwijd open en vallen de twee leerkrachten die het bewaakte op de grond. Iedereen kijkt geschrokken naar de deur opening en er klinken kreten wanneer ze zien wie daar staat.
“Het is Rick!”
“En Dimitri staat er ook bij.”
“Wie zijn die anderen? Die zijn niet van deze school.” De leerkrachten weten niet wat ze moeten doen en blijven gewoon naar Rick staren.
“Dus hier zitten ze, bedankt Dimi.” Zegt Rick en Dimi kijkt blij. Rick stapt naar binnen en blijft vlak voor de leerlingen staan.
“Wow, dit zijn er best veel. Had nooit gedacht dat er zoveel hun broeken willen slijten op banken in plaats van plezier te beleven op straat.” Zegt Steven die de kelder rond kijkt.
“Niet iedereen is zo lui als jij.” Lacht Keneth en de andere bendeleden moeten ook lachen.
Opeens slaakt iemand een kreet.
“Dat zijn de RedWolfs!” Ook de anderen zien nu de maskers.

Rick glimlacht.
“Goed gezien, dit zijn de RedWolfs. Maar ik ben niet naar hier gekomen om hen aan jullie te tonen. Ik heb daarnet jullie gesprek overhoord en zo te zien hebben jullie al door dat er meer achter die gave zit dan dat ze hier zeggen. Die stemmen in jullie zijn demonen, door dat ze in jullie zitten kunnen jullie hun krachten gebruiken.” Iedereen is stil, maar dan begint iedereen door elkaar te praten. De jongen die daarnet de vraag aan de leerkrachten had gevraagt stapt naar voren.
“Denk je nu echt dat we dat geloven? Demonen bestaan niet, dat weet iedereen.”
“Wel ik voel me vrij echt voor niet te bestaan.” Iedereen draait zich om en achter de leerkrachten staat Zephyr tegen de muur.
“Hoe kom jij hier?” stamelt een leerkracht.
“Zo.” En Zephyr staat naast Rick.
“Dit is een truc, meer niet.” Zegt de jongen standvastig en Zephyrs ogen staan nu hard.
“Een demonstratie nodig mens?” sist hij en heeft opeens één van de leerkrachten vast. “Brand.” Sist hij en van de leerkracht blijft er niets anders over dan een hoopje as. De leerlingen slaan in paniek en beginnen te roepen en te gillen.
“Wie nu niet stil is volgt!” roept Rick en het is muisstil. “Dat is beter.” Grijnst hij.
“Zeph, ik denk dat ze wel genoeg hebben gezien.” Rick wendt zich naar de jongen die nu wat bleek ziet.
“Normaal gezien was ik van plan om de RedWolfs iedereen uit te leten schakelen, maar door Dimi heb ik me bedacht. Straks ga ik naar Logan, maar er zijn zo van die mannen die in mijn weg staan. Dimi heeft me getoond dat er toch sterke op deze school zitten dus geef ik jullie een kans. Kies je voor me te volgen mag je je gave gebruiken zo als je wilt en blijf je leven. Kies je niet voor me...wel, dan zal je deze kelder nooit meer verlaten. Toch niet levend.”


Na dat gezegd te hebben stelt Rick vier bendeleden als bewaking en geeft de leerlingen tien minuten de tijd om te kiezen. Keneth en Steven gaan weer naar boven om te zien hoe het daar gaat met de jongeren en de mannen. Rick en Zephyr verlaten de kelder en sluiten de deur weer.

Eerst zegt niemand iets, maar dan stelt iemand zich recht. Het is de jongen die zei dat Nr.26 het zelfde is als zij.
“Goed zal ik dan maar de eerste zijn. Ik join hem.”
“Lafaard! Als we samen vechten kunnen we winnen.”
“Heb je dan nog niet door wie Rick echt is? Hij is Nr.26, de nummer één gevreesde tiener.”
“Wat zeg je nu?”
“Hij is cool, ik zie hem sinds dat ik hier ben gekomen als een voorbeeld. Nu nog meer, nu ik weet dat Nr.26 Rick is. Het is me een eer om hem te joinen.” Zegt de jongen en stelt zich tegen de muur, links van de deur.
“Al wie het met mij eens is kom hier staan.” Zegt de jongen en na wat aarzelen stappen er toch best wel veel jongeren naar links. Na tien minuten staat er een deel links, een deel rechts en ook staan er nog in het midden. Rick komt de kamer binnen samen met Zephyr en kijkt de kamer rond.
“Zo, dus wie joint me?” De jongen stapt naar Rick toe.
“Ik heb even de leiding genomen over de joiners, maar vanaf nu volgen we u.” Rick bekijkt de jongen eens goed. Hij zat in de C klas, dat weet Rick nog.
“Naam?”
“Frederic.”
“Wel dan Frederic, laten we eens zien wat je waard bent.” Rick knikt naar Zephyr en die verteld het zelfde als hij tegen Dimitri had gezegd over de test.
“Als je de test begrepen hebt doe het maar, oh en begin met de groep in het midden. Ik moet geen halve hebben.” Natuurlijk kijken er veel vol afschuw naar Rick, maar Frederic knikt en stapt naar de groep in het midden. Zijn tegenstander probeert terug te vechten maar al snel valt die neer op de grond. Nu dat hij het gedaan heeft volgen er meer van de joiners, tot dat er niemand meer in het midden recht staat. Rick is verwonderd dat de rechtse groep niet geholpen heeft. Ze staan daar maar bevend te staren, sommigen zijn zelfs aan het bidden.
“Goed, Zephyr reken jij af met hen? De anderen volgen Frederic en Dimitri, ze kunnen alle hulp gebruiken boven."
“Het is er maar eentje, we kunnen hem aan!” roept iemand van de rechtse groep en stormt op Zephyr af.
“Ha, denk je nu echt dat je tegen mij kunt winnen?” Zegt Zephyr en kijkt de groep ijskoud aan. “Kom maar op.”
Rick wacht buiten de deuren en na nog vijf minuten staat Zephyr weer naast hem.
“Volgende is Logan.” En ze verlaten de kelder.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 30 jan 2013 02:33, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Sorry als het verhaal wat koudbloedig lijkt, met al die doden. Ik probeer het zo min mogelijk erg te maken, wat me niet altijd lukt :$ Mijn verhalen leven zo een beetje hun eigen leven, klinkt misschien vreemd maar weet niet hoe ik het anders moet zeggen.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Zo snel mogelijk gaan Rick en Zephyr naar het kantoor van Logan. Zo als verwacht staat er bewaking voor de deur, maar Zephyr rekent al snel met ze af. Rick besluit om alleen naar binnen te gaan.
“Dat mens is niet te vertrouwen, ik ga mee.”
“Nee Zeph, waarschijnlijk denkt hij dat jij nog steeds in me zit. Dat kunnen we als voordeel gebruiken.” Tegen zijn zin stemt Zephyr toe en wacht in de gang. Rick doet de deur open en stapt het kantoor binnen.
“Ik verwachte je al Nr.26, of beter gezegt: Rick de Vaart. Wie had ooit kunnen denken dat ik je toch nog gevangen heb na je ontsnapping twee jaar geleden.” Zegt Logan, die achter zijn bureau zit. Rick stapt tot vlak voor het bureau en kijkt Logan recht aan.
“Dus ik had het juist. Jij hebt me in dat gevang gestopt.” Logan knikt.
“Vanaf het moment dat ik hoorde dat die demon bevrijd was heb ik je gezocht. Uiteindelijk vond ik je in die bende en ik dacht dat ik je voor altijd had. Als die domkoppen gewoon geluisterd hadden zat je nog steeds daar. Maar dat maakt niet veel meer uit, want ik heb je weer gevangen en deze keer kom je niet meer vrij.” Logan lacht luid. Rick heeft heel te tijd gewoon geluisterd en grijnst.
“Hoe gaat het met de opstand?” zegt Rick en Logan stopt met lachen.
“Welke opstand?”
“Och kom, je weet goed waar ik het over heb. Het rijk is steeds zonder probleem in jou families bezit geweest, maar nu blijkt het dat ik ook de gave van contract heb en mensen beginnen aan je te twijfelen.” Rick ziet dat hij het juist heeft en lacht. “Je wilt me gewoon gevangen nemen omdat je niet het zelfde wil krijgen als met Jasper en Jacob.” Even kijkt Logan verrast, maar hersteld zich snel.
“Dus je weet er van. Makkelijker voor mij om een beslissing te nemen. Ik ga je niet gevangen houden, jij moet sterven.” Rick ontwijkt net optijd een straal ijs die Logan op hem afschiet.
“Ho, dus jou demon heeft ijs krachten? Denk je dat je kan winnen tegen de mijne?”
“Daar kom ik snel achter.” Ricks lichaam tintelt weer en een vuurbal vormt zich in zijn hand. Rick vuurt hem af op Logan, die tot Ricks verbazing de bal gewoon dooft.
“Is dat al wat je kunt? Dan is je demon toch wel zwak.” Zegt Logan en laat een regen van ijspegels op Rick af gaan. Rick ontwijkt ze, maar slaakt dan een kreet van pijn. Eén van de pegels heeft hem geraakt en steekt in zijn linkerbeen.
“Zo, nu kun je me niet meer ontwijken.” Zegt Logan en er vormt zich een grote ijspegel boven zijn hoofd. “Sterf!” roept Logan en schiet de pegel af.
“Zephyr!” roept Rick luidkeels en de deur vliegt met een knal open. De ijspegel smelt gewoon weg en even kunnen ze niets zien door de stoom. Wanneer de stoom weg is staat er ongeloof op Logans gezicht. Rick kijkt blij naar Zephyr die voor hem staat.
“Dat was op het nippertje.” Lacht Rick en Zephyr hurkt neer bij hem.
“Gaat het?” Het is vreemd voor Zephyr om te vragen of het met Rick gaat, maar het vult Rick met vreugde.
“Ik ben in orde.” Rick verzet zijn been en zijn gezicht vertrekt van de pijn.
“Noem je dat in orde? Blijf zitten, dit is zo opgelost.”zegt Zephyr en staat recht. Rick ziet voor het eerst echte bezorgdheid en woede in Zephyrs ogen.
Logan kijkt geïnteressert naar Zephyr.
“Dit heb ik nog nooit gezien. Een demon met een eigen lichaam, dit is echt wel vreemd. Misschien moet ik dat ook eens proberen.”
“Zwijg mens! Je hebt het lef om mijn meester aan te raken en ook nog eens te verwonden. Jacob heb ik niet kunnen redden, maar nu ben ik sterker dan toen.”
“Ha, als Rick al zo zwak is zonder jou ben jij niets.” Zegt Logan en schiet ijs af naar Zephyr. Zephyr blijft gewoon staan en smelt al het ijs met één vuurbal. Zo gaan ze een tijd door, al wat Logan af vuurt dooft Zephyr en andersom ook. Opeens stopt Logan met aanvallen en grijnst.
“Dit werkt niet. Jongens!” roept Logan en er komen opeens vier jongemannen het bureau binnen.
“Monks.” Sist Zephyr.
“Goed geraden, dit zijn mijn persoonlijke monniken. Ze helpen met de leerlingen op deze school onder controle te houden en wie te krachtig wordt sturen we naar hen.” Legt Logan uit en kijkt naar de mannen. “Begin maar.” Zegt hij en de vier mannen beginnen een rym op te zeggen. Meteen valt Zephyr op zijn knieën.
“Zephyr! Wat gebeurt er?”
“Arg!” Rick ziet dat Zephyr in pijn is en legt zijn armen om hen heen.
“Stop dit, hij heeft pijn.” Logan lacht.
“Natuurlijk, het is een verboden rym. Degene die het op zegt verliest een deel van zijn levenskracht. Het is zo krachtig dat elke demons kracht weg gehaald wordt en uiteindelijk sterft de demon. Ik weet hoe ik me er tegen moet beschermen dus ik heb er geen last van. Eens zien hoe lang jou demon het uit kan houden.” Rick kijkt naar Zephyr, die er steeds zwakker en zwakker uit begint te zien.
“Wat kan ik doen?” fluisterd Rick. “ Ik wil je niet kwijt, je bent de enigste op wie ik kan vertrouwen.” Dan herinnert Rick zich iets. Toen hij nog maar net van de demon wist had hij boeken gelezen over demons. In één er van stond dat als de contract houder een deel van zich zelf opgaf, de demon sterker zou worden.
“Zephyr, ik weet niet of dit gaat werken. Zo ja, heb ik het er voor over.” Zephyr kijkt Rick aan.
“Waarom...Waarom heb je zo veel voor me over om me te helpen?” zegt Zephyr hijgend en valt neer op de grond.
“Heb je het nog niet door? Ik ben je vriend en ik heb alles voor jou over.” Zegt Rick. “Dus neem het, neem de helft van mijn menselijkheid. Het zou je sterker moeten maken.” Zephyr pakt Ricks rechterhand, die vol met bloed hangt.
“Dit kan pijn doen.”
“Toch nooit zo veel pijn als jij nu hebt.” Logan ziet dat ze iets van plan zijn, maar door dat ze te ver liggen kan hij niet verstaan wat ze zeggen.
“Schiet op met die rym! Ze zijn iets van plan.” Roept Logan tegen de vier mannen en ze beginnen het sneller op te zeggen. Meteen krijgt Zephyr een grote pijnscheut door zich heen. Hij verzamelt al zijn kracht en pakt Ricks hand weer vast. Zephyr zegt een tekst op in een vreemde taal en likt het bloed van Ricks hand. Daarna maakt Zephyr een snee in zijn arm en maakt met zijn bloed een cirkel op Ricks voor hoofd. Meteen voelt Rick een ijskoude gloed door zijn lichaam lopen. Eerst voelt het vreemd, maar dan begint het pijn te doen. Rick roept het uit en valt dan van de pijn flauw. Ook Zephyr ligt opeens muisstil op de grond. Logan blijft naar hen staren en begint dan te lachen.
“Ja! Het is gelukt!” roept hij en laat de mannen stoppen met de rym. Hij rent naar Rick en Zephyr en maakt een vreemd dansje rond hen.
“Eindelijk zijn ze weg en kan ik terug naar mijn land. De opstanden zullen stoppen en ik moet me geen zorgen meer maken.”

“Nr.26!” roept opeens iemand en Logan draait zich om naar de deur. Daar komen al de RedWolfs en de leerlingen het bureau binnen gestormt. Keneth ziet Rick liggen.
“Nee!” roept hij en rent naar hem toe, met Steven, Frederic en Dimitri achter hem aan. Logan gaat aan de kant en kijkt toe hoe de vier Rick proberen wakker te maken.
“Nee, dit kan niet. Hij mag niet dood gaan.” Zegt Dimitri waardoor Logan moet lachen.
“Wat sta jij te lachen?” zegt Keneth kwaad.
“Hij mag niet dood gaan? Zo iets vreemds heb ik nog nooit gehoord. Nr.26 was een moordenaar die de mensheid aanviel, we zijn beter af zonder hem. Wat als hij niet genoeg had met enkel deze stad en school? Wie weet nam hij heel dit land over.”
“Als dat zo is zou ik hem volgen.” Zegt Frederic en ook Dimitri knikt. Logan snapt het niet, hoe kunnen ze nu een koudbloedige moordenaar nu volgen? Hij haalt zijn schouders op.
“Maakt niets meer uit, hij is dood. Net als die demon van hem.” Logan draait zich om en stapt naar zijn bureau. Hij wil net de telefoon pakken om de politie te bellen wanneer hij verbaasde kreten hoort.
“Zie je dat? Hij verandert.” Hoort hij Steven zeggen.
“Zijn haar wordt zwart!” –Zwart?- Logan stapt voorzichtig naar de groep toe.
“kijk, zijn nagels zijn even lang als die van Zephyr.” Er begint iets te dagen bij Logan en op het moment dat hij weet wat Rick gedaan heeft opent Zephyr zijn ogen. Die kijkt Logan recht aan en stapt op hem af.
“Wel nu, waar waren we gebleven?” grijnst Zephyr en Logan bekijkt hem goed. Zephyr ziet er nog hetzelfde uit, alleen straalt hij meer kracht uit. Logan valt als eerste aan en verwacht dat Zephyr het weer zou smelten, maar tot zijn ongeloof schiet Zephyr geen vuurbol of electrice bol af. Nee, het is het zelfde paars electrice-vuur als Rick deed bij Griffen. Zephyr raakt Logans rechter been.
“Dat zal je leren om mijn meester te raken.” Logan valt op de grond en grijpt naar zijn been.
“Mijn been! Je raakte mijn been! Ik ben je meester, de demonmeester.” Zegt Logan overstuur.
“De enige echte demonmeester is Nr.26. En al zijn vijanden moeten verdwijnen.” Zephyr grijpt Logans gezicht vast en tilt hem op. Logan spartelt tegen, maar Zephyr is te sterk.
“Verdwijn.” Zegt Zephyr en schiet een paarse straal af, recht in Logans gezicht. Logan stopt meteen met spartelen en wanneer Zephyr hem laat vallen is Logan al dood. Hij flitst naar de groep en zet zich naast Rick.
“Wat gebeurt er met hem? Zijn haar is veranderd en ook zijn nagels zijn langer geworden.”
“Hij is nu geen mens meer.”
“Wat?”
“Contract houders kunnen de helft van hun menselijkheid afstaan aan de demon zodat die sterker wordt. Normaal gezien halveert dat de levensduur van de contracthouder. Maar ik heb dat helft vervangen.” Zegt Zephyr en blijft naar Rick kijken. Dimitri snapt het meteen.
“Je hebt hem half demon gemaakt?!” Ze kijken Zephyr aan.
“Kan dat dan?”
“Niet bij een gewone mens, als dat is wat je wil weten. En nee, Nr.26 is geen gewone mens.” Op dat moment opend Rick zijn ogen.
“Hij is wakker!” roept Steven en iedereen juicht. Rick kijkt rond zich en blijft dan Zephyr aan kijken.
“Het is dus gelukt.”
“Ja.”
“Maar je hebt nog iets gedaan, ik voel het.”
“Ik heb je helft vervangen door mijn bloed. Demons hebben eeuwig leven en hun bloed is krachtig.” Rick kijkt Zephyr aan en glimlacht.
“Bedankt.” Hij staat recht en merkt dat de wond in zijn been genezen is.
“Cool, ook een effect?” Zephyr knikt. Dan ziet Rick Logans lichaam liggen.
“Het is voorbij. Jij bent nu de enige echte demonmeester.” Zegt Zephyr en knielt voor Rick. “Zeg maar wanneer je er heen wilt, ik volg je overal.” Dan knielt Dimitri ook.
“Ik weet niet waar je naar toe gaat, maar ook ik volg je. Al ging je naar het einde van de wereld.” Frederic knielt naast Dimitri en na een poosje knielen al de leerlingen voor Rick. Keneth kijkt Rick aan.
“Wel, ik heb niet zo van die krachten als jij en de anderen, maar als je toch nog plaats hebt voor een gewone mens neem mij dan.” Zegt Keneth en knielt dan ook. Steven kijkt Rick twijfelend aan.
“Wees gerust Steven, wat je ook kiest jou doe ik niets. Je hebt me geholpen met mijn probleem op te lossen en daar ben ik je dankbaar voor.” Zegt Rick en Steven ontspant zich wat. “Ik verwelkom jullie allemaal in mijn land.” Zegt Rick tegen iedereen die knielt en laat ze weer recht staan.
“Laten we deze plaats verlaten. Zeph, wil jij de weg tonen naar het land?” Zephyr knikt en ze gaan richting de schooluitgang.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 30 jan 2013 02:38, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

“Hoor je dat?” zegt Keneth vlak voor ze bij de voor deur komen.
“Politie.”
“Ik dacht dat ze niet gingen komen?” ze kijken door het raam en zien niet alleen maar politie, maar ook agenten met schilden en wagens van de speciale dienst.
“Die zijn niet van hier.” Zegt Steven. Rick kijkt ook buiten en zijn blik blijft hangen op een man.
“Dat meen je niet.” Zegt hij vom ongeloof. Zephyr kijkt ook en zijn ogen vullen zich met haat.
“Black.”

Het is inderdaad Black die buiten staat. Voordat meneer Timo naar Rick ging had hij Black gebeld en gezech dat hij naar Nr.26 zou gaan om de demon uit hem te halen. Black was er tegen, maar meneer Timo luisterde niet. Daarna kreeg Black niets meer te horen van hem en wanneer hij belde kreeg hij het antwoordaparaat. Dus had Black besloten om er zelf naar toe te gaan. Wanneer hij bij de politie kwam overhoorde hij een gesprek over het geld en de brief dat Steven had binnen gedaan. Meteen belde Black naar de speciale dienst en na lang praten overhaalde hij de politie om versterking te vragen. Wanneer Black en de politie bij de poort kwamen waren ze al te laat, Rick en de RedWofls waren op dat moment al lang bezig in de kelder.

Nu staan ze buiten te wachten tot dat de RedWolfs buiten zouden komen.
“Ken je die vent?” vraagt Keneth en Rick knikt.
“Hij is degene die me uit dat gevang gered heeft. Alleen is het probleem dat hij ook zo een monnik is.” Rick heeft het moeilijk, ergens hoopt hij dat Black het zou snappen als hij uitlegt waarom Zephyr zo tegen mensen is. Als het kon zou Rick niet vechten tegen Black, waarom weet Rick niet. Normaal zou hij iedereen uitschakelen die in de weg staat. Zephyr merkt de twijfels bij Rick.
“Als je hem niet dood wilt zeg het, dan doe ik hem niets.” Rick draait zich om naar Zephyr.
“Ik ga eerst met hem praten. Wacht op mijn teken en wat er ook gebeurt, doe hem niets.” Zegt Rick en stapt naar buiten. Even aarzelen de anderen, maar dan beslissen Steven, Dimitri, Keneth en Frederic om ook naar buiten te gaan. Al de anderen proberen door de ramen iets te zien.

“Er komen er naar buiten!” roept iemand en meteen staat iedereen klaar. Black gaat naast de leider staan.
“Wacht, ik ken die ene jongen. Laat me met hem praten.”
“Goed, maar niet te lang.” Black stapt naar voren en ook Rick stapt naar voren. Ze staren elkaar aan.
“Wel wie we daar hebben. Black, ik dacht dat je niet kon komen omdat je dringende dingen te doen had?” zegt Rick en Black zucht.
“Ik heb buiten jou bodyguard zijn nog een ander werk.”
“Als monnik zeker.” Black kijkt hem verrast aan.
“Ik weet wat je bent en wat je gedaan hebt bij dat gevang.”
“Je ouders zeiden dat je niets meer wist.”
“En? Is het nooit bij je op gekomen dat ik kon liegen? Ik herinner me juist alles, van mijn negende tot nu. Maar daar voor kom ik niet naar buiten. Black, de demon in me is niet zo als je denkt dat hij is. Hij wil helemaal niet de wereld in verderf brengen, al wat hij wilde was wraak op meester Shu.” Black kijkt wat geschrokken wanneer Rick die naam zegt.
“Dus het was toch hem die meester Shu heeft gedood. Dat verhaal van die rovers klopte langs geen kanten. En aan de hand van dat weet ik genoeg hoe die demon is. Hij houd er van om mensen te zien lijden en ze te martelen. Rick, laat me hem uit je halen. Het is het best voor iedereen.” Rick kijkt naar de grond. Tot zijn spijt wil Black niet luisteren, dus zit er niets anders op.
“Nee.” Zegt hij zachtjes.
“Wat zei je?” vraagt Black en Rick kijkt hem opeens recht aan.
“Ik zei nee!” roept Rick en richt zijn rechter hand naar Black. Black pakt een ketting uit zijn zak en kan net op tijd een schild rond zich maken voor de vuurbollen hem raken. Black snapt het niet, Ricks haar is pikzwart maar zijn ogen zijn nog steeds helderblauw. -Heeft hij dan controle over de demon gekregen?- denkt Black en krijgt een vreselijke gedachten.
“Rick! Je hebt toch geen contract met dat monster?” Roept Black naar Rick, wat hem nog bozer maakt.
“Hij is geen monster!” roept Rick kwaad en vuurt nu ook electrice bollen af. Black staat versteld van hoe krachtig Rick is. Hij is er zeker van dat Rick niet zo dom zou zijn om een contract te maken, maar wat als het wel zo was? Black moet dan te weten komen hoe lang ze al in contract zijn, want hoe langer hoe meer hun levens zich mengen.

Zephyr kijkt toe van op het dak en moet zich in houden om niet tussen Rick en Black te gaan staan. Hij snapt het zelf niet waarom hij opeens zo veel om Rick geeft en hij er alles aan wil doen om hem te beschermen. Zephyr heeft altijd mensen gehaat omdat ze hem steeds wegjaagden en omdat ze zijn eerste meester vermoord hebben.
“Mensen zijn slap en ze haten ons.” mompelt Zephyr, dat is toch wat hij altijd dacht. Rick is anders, vanaf dat hij wist dat Zephyr in hem zat deed Rick er alles aan om bevriend te geraken met hem. Zelfs nu wordt Rick kwaad wanneer Black zegt dat Zephyr een monster is. Zephyr was zo wie zo van plan om Rick te volgen en hem te dienen, maar hij wilt meer. Boven op het dak maakt Zephyr een nieuwe regel in het contract: Nooit maar dan ook nooit zal hij Rick verraden of in de steek laten.

Rick voelt dat Zephyr iets gedaan heeft en moet glimlachen, waar door Black hem wat vreemd aan kijkt. –We zijn hier aan het vechten en hij begint te glimlachen? Dat moet de demon zijn die boven komt.- Denkt Black en neemt een papier uit zijn zak en begint een rym op te zeggen. Ricks glimlach wordt nog breder.
“Dat werkt niet, Timo had het ook al geprobeert en het draaide helemaal anders uit dan hij dacht.”
“Timo? Wacht, dus jij bent Nr.26 van uit het nieuws?” Rick lacht en klapt in zijn handen.
“Wat ben je toch slim Black, inderdaad ben ik dat. We dragen maskers zodat niemand me zou herkennen plus mijn ogen veranderde van kleur als ik mijn krachten gebruikte.” Black schudt zijn hoofd. Wat een rommeltje, hij had nooit Rick naar hier mogen laten gaan. Als hij had geweten dat de RedWolfs juist in deze stad zaten zou hij het verboden hebben.
“Kom op Black, kijk niet zo bedroeft. Ik ben juist blij dat ik hier ben gekomen. Dankzij deze school heb ik de demon leren kennen, de bende weer terug gezien en ik voel me volledig.”
Black doet zijn mond open om wat te zeggen wanneer er opeens een grote knal klinkt.
“Kijk uit!” roept Steven en Rick ziet tot zijn ongeloof een reuze kogel op hem af komen. Hij grijnst en wil de kogel tegen houden, maar hij wordt door de grote waterkanon neergehaald en Rick geraakt niet weg. Zephyr ziet het en ook al mocht hij er niet tussen komen van Rick, flitst hij naar Rick grijpt hem vast en laat het water gewoon verdampen.

“Zeph, had ik niet gezegd dat je moest wachten?” zegt Rick en kijkt recht in Zephyrs ogen. “Toch bedankt.” Glimlacht Rick en voor het eerst ziet Rick opluchting in Zephyrs ogen. –Komt dit door dat ik nu een deel van hem ben dat hij zo om me geeft?- denkt Rick maar hij moet wachten om het te vragen, want Black staat druk te praten met de leider.
“Ik zei dat je moest wachten!” roept Black naar de man.
“Uw tijd is op, we moeten Nr.26 voor eens en altijd op ruimen. Dat weet u net zo goed als ik.” Black weet dat maar al te goed, maar het pijnigt hem dat hij Rick moet doden. Dan hoort hij kreten en gekraak. Black draait zich met een ruk om en ziet hoe het waterkanon in duizend stukken ligt. Er klinkt weer gekraak en deze keer is het het kanon.
“Kijk!” roept iemand en nu ziet Black hoe Rick recht staat, met behulp van een jongeman. Blacks ogen worden groot van verbazing. De jongeman grijnst naar hem en flitst tot vlak voor Blacks gezicht.
“Wel wel wel, wie hebben we hier? Als dat niet de monk is van twee jaar geleden. Herinner je me nog?”
“Hoe kan ik iemand als jou nu ooit vergeten?” Zephyr lacht.
“Oh die haat, het maakt me zo bang.” Zegt Zephyr sarcastisch en lacht weer. Black bekijkt Zephyr goed. Het is inderdaad de demon waar Nr.26 in was veranderd twee jaar geleden en Black had hem verzegeld in Rick. Black weet alles over contract houders en demons, maar nog nooit heeft hij gehoord van een demon die een eigen lichaam aan maakt en dat de mens nog steeds zijn kracht kan gebruiken.
“Dit had je niet verwacht hé? Ik moet jou eigenlijk bedanken, als je me twee jaar geleden, in plaats van op te sluiten, uit hem gehaald had was het me nooit gelukt om mijn eigen lichaam te krijgen. Ach wat kan jou nu mijn dankbaarheid nu schelen?”
“Hoe ben je eigenlijk vrij geraakt? Die zegel was zelfs voor jou te sterk.”
“Nr.26 heeft me vrij gelaten.” Black kijkt Rick met aan.
“Is dat zo?” Rick knikt.
“Ik heb hem zelf vrij gelaten en hij heeft me toen geholpen met die irritante mensen op school. We wisten dat je het door had, maar dat maakt niet uit.” Black begint te vrezen dat hij niets meer voor Rick kan doen, nu dat de demon eigenlijk al uit hem is. Rick is het praten beu en kijkt naar Zephyr.
“Zeph, dit duurt te lang. Als je wilt mag jij het doen.” Zephyr grijnst breed.
“Met alle plezier.” Black moet echt opzij springen om Zephyrs aanval te ontwijken. De paarse straal snijd gewoon door elke wagen en mens die in de weg staat. Black kijkt met grote ogen toe hoe Zephyr in één haal meer dan de helft van de politie vernietigt. Hij had nooit gedacht dat een demon zo krachtig kon zijn buiten een contract. Dan kijkt Black Rick met een ruk aan.
“Nee, dit kan niet! Rick zeg me dat je het niet gedaan hebt!”
“Wat gedaan? Oh je bedoelt een contract? Yep ik heb het gedaan.” Blacks laatste hoop op Rick te redden vliegt weg. Want ook al zijn ze nu uit elkaar, Rick en Zephyrs levens zijn nog steeds met elkaar verbonden door het contract.
“Haha, je moet je gezicht zien Black. Wacht tot je dit hoort: ik ben geen volledig mens meer.”
Blacks kijkt hem verbaasd aan.
“Ik heb de helft van mijn menselijkheid gegeven aan Zeph zodat hij sterker werd en hij heeft dat vervangen door zijn bloed.” Blacks gezicht wordt stil aan bleek. Dit gaat verder dan dat hij ooit geleerd heeft van meester Shu. Demons horen normaal gezien alleen maar een mensen lichaam over te nemen om zo verderf te brengen. -Maar deze demon gaat veel verder, het lijkt wel als of de demon om Rick geeft. Dat kan toch niet? Demons haten mensen.- Black wordt duizelig van het na denken en blijft op de grond zitten.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 30 jan 2013 02:43, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

een vraagje, denken jullie dat ik hier van een boek zou kunnen maken? Of is het daar niet goed genoeg voor?
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

De leider geeft teken dat ze moeten aanvallen en ook Rick geeft teken naar de RedWolfs en de leerlingen. Black kijkt vol ongeloof toe hoe jongeren tegen volwassen vechten. Hij had van Timo gehoord dat de leerlingen op deze school elk een demon in zich hadden, maar hoe het precies in elkaar zat heeft Timo nooit kunnen vertellen. Timo! Wat is er eigenlijk met hem gebeurt? Black staat recht en gaat naar Rick toe.
“Rick! Waar is Timo? Hij is naar je toe gegaan en ik heb niets meer van hem gehoord.” Rick grijnst.
“Timo? Die is dood.” Black kijkt Rick recht aan en stil aan wordt hij woedend, op Rick en op zich zelf. Hij heeft heel de tijd gedacht dat Rick nog die vriendelijke jongen is en was blind voor wat hij echt is.
“Jij bent niet de Rick die ik ken.” Zegt Black en Rick knikt.
“Rick is weg, Black. Het is nu Nr.26.” ze kijken elkaar aan en even blijven ze elkaar recht in de ogen aan kijken.
“Het spijt me dat ik hier niet eerder was, dan had ik je kunnen helpen.” Zucht Black.
“Mij had je nooit geholpen met hem weg te halen, hij is een deel van mijn leven.”
“Wel dan houdt niets me tegen om jou uit de weg te ruimen.” Zegt Black en pakt weer een papiertje en zegt een spreuk op, waardoor er een soort lichtstralen op Rick af gaan. Die lacht en ontwijkt ze allemaal.
“Nu ik!” roept Rick en richt zijn hand naar Black, waar er de zelfde paarse straal uit komt. Het laatste gevecht is nu echt begonnen.

Het gevecht duurt uren en langs de twee kanten zijn er grote verliezen. De agenten dachten dat ze wel zouden winnen tegen een stel jongeren, maar door dat de leerlingen hun gave gebruiken zijn ze sterker. Sommige leerlingen krijgen door het vechten contact met hun demon en beslissen om een contract te maken. Uren later is het gevecht stil aan op het einde, de agenten merken dat ze steeds sneller in de minderheid zijn en er beginnen er te vluchten, maar de jongeren willen meer en gaan achter hen aan. Geen enkele volwassen lukt het om te ontkomen aan de leerlingen. Zephyr is ook druk aan het vechten en opeens hoort hij Keneth roepen. Keneth was gevallen en de agent mikt zijn pistool op hem.
“Dit is het einde van de RedW...” een paarse straal raakt de man en hij vliegt weg. Keneth kijkt op en ziet Zephyr naast hem staan.
“Bedankt.” Zegt Keneth.
“Hmp, denk maar niet dat ik het voor jou deed.” Zegt Zephyr en flitst naar een andere plaats. Keneth moet lachen. –Zo vreselijk is hij nu ook weer niet.- denkt Keneth, pakt het pistool op en stormt schreeuwend naar het volgende slachtoffer.

Rick merkt dat Black moe begint te worden. Hij heigt en het zweet loopt over zijn gezicht.
“Toch niet moe zeker?” zegt Rick treiterend met een brede grijns. “Ik dacht dat je me uit de weg ging ruimen?” Black kijkt hem boos aan. Hij merkt dat hij moe wordt, zijn kracht is haast op. Rick daar in tegen is nog lang niet moe en Black voelt dat hij gaat verliezen. –Dit mag ik eigenlijk niet doen, maar het is mijn laatste hoop.- denkt Black en pakt een ketting uit zijn zak, maar deze is anders dan de normale kettings van monniken. Aan deze hangt geen kruis maar een cirkel met daarin een rode diamant. Black haalt diep adem en begint een rym op te zeggen. Rick schiet een paarse straal naar Black, maar het kaatst af op een onzichtbare schild. Stil aan begint de diamant te gloeien en onder Ricks voeten is er nu een rode cirkel te zien. Zephyr voelt dat er iets mis is en snelt zich naar Rick toe. Wanneer Black de laatste woorden zegt komen er grote kettingen uit de grond en willen Rick vast grijpen, maar dan wordt Rick opeens weg geduwd en wanneer hij op kijkt ziet hij Zephyr vast hangen.
“Zephyr!” roept hij. Black is even verbaasd maar hersteld zich snel.
“Wel wel, ik had nooit gedacht dat je vrijwillig weer vast gezet wilt worden.” Zegt Black en krijgt een ijskoude blij van Zephyr.
“Kijk me niet zo aan, je hebt dit zelf gedaan.” Rick springt recht en wil naar Zephyr toe rennen.
“Kom niet dichterbij!” roept Zephyr en Rick blijft staan.
“Waarom?”
“Jij bent nu half demon, als je te dicht bij komt wordt je ook vast gezet.”
“Maar ik wil je redden.”
“Blijf weg! Denk je nu echt dat we vrienden zijn? Ik heb je altijd gehaat, net als die anderen. Dit was allemaal mijn plan.” Rick buigt zijn hoofd en zwijgt. “Je bent net zo erg als al die anderen, zwak en nutteloos. Ha, ik hang nog liever hier vast dan dat ik bij jou moet zijn.” Black hoort het aan en kijkt naar Rick.
“Zie je Rick? Al de demons zijn het zelfde, ze bedriegen je en willen je niets anders dan in verderf brengen.” Black wendt zich naar Zephyr.
“Laten we dit maar snel oplossen,” zegt Black en begint een andere rym op te zeggen. De kettingen rond Zephyr worden strakker en stil aan beginnen ze Zephyr in de grond te trekken.
-Wel dat was het dan.- denkt Zephyr en kijkt Rick aan. –Wie had ooit gedacht dat ik zo veel voor een mens over had?- Black kijkt verbaasd naar Zephyr, ziet hij het nu goed? Zephyr glimlacht en kijkt Rick zo vriendelijk aan als of het lijkt dat Zephyr wel om Rick geeft. Black schudt zijn hoofd en blijft de rym op zeggen. Hij mag zich nu niet voor de gek laten houden.
Dan horen ze Rick iets zeggen.
“Zei je iets Rick?”
“Leugenaar. Ik weet dat je dit zegt zodat ik me beter zou voelen wanneer je weg bent, maar dat is niet zo.” Rick kijkt naar Black en zijn ogen staan ijskoud. “Ik laat niemand mijn beste vriend weg pakken.” Zegt Rick. “Al moet ik daar voor jou doden.” Zephyr en Black geloven hun ogen niet. Het lijkt wel als of Ricks lichaam onder stroom staat, want er komen allemaal paarse vonken van hem af.
“Wel heb je ooit,” zegt Zephyr en er komt een grijns op zijn gezicht. Black daar in tegen is gestopt met zijn rym op te zeggen en moet zich beschermen tegen de electrische stralen die op hem af komen. Nog nooit heeft hij gehoord dat een mens zo krachtig kan zijn, zou dit de demon kant van hem zijn?

Rick richt zijn rechterhand naar Zephyr en met één schot breken de kettingen en verdwijnt de rode cirkel.
“Dit is het einde, Black.” Zegt Rick ijskoud en richt op Black, die zich nog probeert te beschermen met een schild, maar Ricks aanval is te sterk en het schild breekt.
Het gevecht is over.
Iedereen is druk bezig met de gewonden te verzorgen. Rick staat naar Black te kijken, die op de grond ligt en nog leeft.
“Waarom?” vraagt Rick en valt op zijn knieën. “Waarom wou je me niet geloven Black? Dan had dit anders gelopen.” Black hoest en legt zijn hand op Ricks.
“Ik wilde je wel geloven maar ik kon niet. Demons horen niet zo te zijn, en wat jij mee maakt met die demon is voor het eerst in eeuwen. Nog nooit heeft een demon een eigen lichaam gekregen en hield hij echt van zijn contract houder.” Black stopt met praten en heigt zwaar. Zephyr strekt zijn hand uit naar Black.
“Zal ik het eindigen?” vraagt hij, maar Rick schud van nee.
“Laat hem.” Rick staat weer recht en wil weg stappen, maar Black grijpt Ricks broek vast.
“Als ik dit overleef kom ik je achterna.”
“Weet ik, en ik kijk er naar uit,” zegt Rick en draait zich om naar Black. “Tot dan vriend.” Zegt Rick glimlachend en even lijkt hij weer op de oude Rick. Black laat hem los en Rick stapt weg.
“Kom Zephyr, het is tijd dat we naar ons land gaan.” Samen met de overlevende vertrekt Rick naar het land van zijn voorouders en neemt daar de plaats in van Logan.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 30 jan 2013 02:45, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Leuk verhaal :) en ik ben ook blij dat hij black niet vermoord heeft, ik heb het met veel plezier gelezen :D
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

er komt nog een klein stukje, zal het straks posten
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Wanneer de hulp diensten op de school komen vinden ze geen enkele levende en als ze bij de plaats komen waar Black lag, vinden ze niemand.

Rick werd gevreesd, maar is ook erg geliefd bij de mensen in het land. De ouders van de leerlingen kregen elk de keuze of ze in het land wilde komen wonen met hun kinderen of niet. Meeste ouders zeiden nee, ze wilden niets meer met hun kind te maken hebben. Sommige noemde hun kind zelfs een monster. Het bracht veel verdriet bij de leerlingen, want het zijn wel hun ouders. Een paar ouders besloten wel om er te komen wonen en de leerlingen wiens ouders nee gezegd hadden werden goed op gevangen door de mensen die er al woonde.
Keneth besloot om samen met een deel van de RedWolfs als bewakers van Rick te gaan werken. Jammer genoeg wilde Steven dat niet. Hij neemt de andere deel van de RedWolfs terug naar de stad en wordt de nieuwe leider van hen.

Ricks ouders wisten niet wat ze moesten denken, maar na lang overleg besloten ze om toch daar te gaan wonen. Tot Ricks spijt komt Kris niet mee. Hij wil niets van demonen enzo weten en hij breekt volledig de band met de familie. Gelukkig is Zephyr er nog, die blijft trouw aan Ricks zijde en steeds weer wanneer Rick het moeilijk heeft herhaalt Zephyr de zelfde zinnen.
“Wie jou ook bedriegt of verlaat, ik blijf steeds bij je.”

Jaren gaan voorbij en het demon rijk is rustig en kalm. Rick is ondertussen getrouwd en heeft een tweeling. De tweeling is erg gehecht aan elkaar en tot ieders opluchting hebben ze elkaar zo lief dat ze het totaal niet erg vinden dat de ene het land mag regeren en de anderen niet. Net als Rick zijn ze alle twee half demon en half mens. Ze hebben alle twee zwart haar, alleen de oudste heeft helder blauwe ogen. Gelukkig hebben ze nu al kracht door het demon bloed en dus moet er niet meer gekeken te worden voor een demon. Zephyr dient de tweeling net zo goed als hij Rick dient en ze zijn verzot op hem. Door dat Rick half demon is veroudert hij ook minder snel. Om de twee jaar wordt hij een jaar ouder, net als de tweeling.

Zes jaar later, op de dag dat het gevecht op school plaats had gevonden, zit Rick buiten naar de hemel te kijken.
“Waar denk je aan?” Rick kijkt naast zich en glimlacht naar Zephyr.
“Het is al bijna twaalf jaar geleden dat dit gevecht plaats had genomen. Ik vraag me af hoe het met Black en Kris gaat.” Dan voelt Zephyr hoe een persoon dichterbij de grens komt.

En inderdaad stopt er op dat moment een man, met een lange mantel en een kap op, voor de grens van het demonrijk. Een poosje blijft hij daar staan kijken.
“Dus dit is het?” zegt opeens een andere stem. De man draait zich om en knikt.
“Ja, hier is de grens.”
“Niet echt speciaal, ziet er als een gewoon land uit.”
“Wie het probeert te bereiken komt weer terug hier uit, hoe ver hij ook wandelt.” Ze kijken samen naar het land voor zich.
“Oh ja, ik kwam je eigenlijk halen. Ze hebben een vergadering in verband met de heropening van die privé school en de zoekttocht naar die gevangenis. Ze willen jou er ook bij van wegen je ervaring.” De man zucht.
“Als het moet.” Samen stappen ze weg, maar de man blijft toch nog even staan en kijkt achter zich.
“Rick, ik ben de belofte niet vergeten. Ik hoop dat je nog steeds op me wacht, want ik ben klaar voor je.” Fluistert de man.
“Hé Black! Haast je!”
“Ik kom!” roept Black, kijkt nog even naar de grens en stapt dan weg.

“Die monk is taai, hij zal het wel overleef hebben.” Zegt Zephyr, die Black en de andere monnik gevoeld heeft.
“Denk je?” Zephyr knikt. Rick kijkt weer naar boven.
“Ik hoop dat ik hem nog eens zie.” Zucht hij en sluit zijn ogen.
“Rick! Rick! De verkenners hebben nieuws!” Snel springt Rick recht en samen met Zephyr rent hij naar binnen.

Ergens in een dicht bos rijdt er een pikzwarte wagen met verduisterde ramen over het hobbelige pad. Heel de tijd rijden ze tussen de bomen tot ze op een open plek komen waar een heel groot en goed beschermd gebouw staat. Je zou haast denken dat het een gevangenis is, zo dik zijn de muren waarop er allemaal bewaking op staat. De wagen stopt bij de bewaker die bij de reuze poort staat en het raam van de bestuurder gaat open. Er wordt een pas getoond en de bewaker geeft teken dat ze door mogen rijden. De grote poort gaat langzaam open en na een poosje verdwijnt de wagen naar binnen.

Helemaal binnen in het gebouw zijn er twee hele grote zalen waar van eentje vol zit met mannen. Je hebt er alle soorten: dik, dun, klein, groot, schuw, ruw en noem maar op. Tussen die mannen zitten er drie. Ooit waren ze bewakers maar dat was al lang geleden. Opeens gaat de deur open en komen er twee mannen de zaal binnen met tussen hen in een jongeman, met pikzwart haar en pikzwarte ogen. Ze leiden hem tot in het midden van de zaal en keren dan weer terug.
“Waar voor zou die hier zitten?” vraagt de eerste van de ex-bewakers.
“Vraag het hem, hij komt naar ons.” Ze kijken toe hoe de jongeman naar hen toe stapt en hen recht aan kijkt.
“Hoe gaat die, welkom in de oh zo super moderne verblijf plaats.” Grapt de kleinste van de drie.
“Mijn naam is Dirk en dit zijn Hans en Nathan.”
“Wat is jou naam?” de jongeman begint te lachen en kijkt hen aan. Er verschijnt herkenning op het gezicht van de drie en ze kijken angstig. De jongeman grijnst vals.
“Nr.26.”
Laatst gewijzigd door lisbeth op 30 jan 2013 02:48, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
MeTheWriter
Balpen
Balpen
Berichten: 156
Lid geworden op: 06 jan 2013 03:02

Ik vind het erg mooi! Je had onlangs gevraagd of je er een boek van zou maken. Ik zou het doen! Maar dan moet je wel de spellingsfouten eruit halen.

XXX me.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

ben er al een tijdje over aan het na denken, zal eens dit op sturen naar een paar uitgeverijen en zien wat ze er van zeggen. Bedankt om te reageren :D
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Voor hen die het interesseert, ik heb eens de stamboom na gemaakt die Rick samen met zijn grootvader gemaakt heeft :)

Verkleinde Afbeelding
Verkleinde afbeelding. Klik om te vergroten.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Awh en toen was het einde al :( Ik heb er van genoten hoor! Nu het af is kun je in je eerste bericht het boektekentje aanvinken, dan kan hij naar de boekenplank :D

Wat betreft je vraag of het goed genoeg zou zijn voor een uitgever. Dat is lastig te zeggen, het hangt er een beetje vanaf wie je verhaal leest en wat z'n humeur is :roll: Het is vind ik wel creatief en eigenzinnig. Er zijn geloof ik ook niet zo heel veel verhalen in dit thema (in elk geval ik ben ze niet tegen gekomen :P )
Maar, uitgeverijen vinden het niet fijn als het hele verhaal al op internet te vinden is, dus als ik jou was zou ik er wel flink wat wijzigingen in maken voordat je het opstuurt. Dan heb je denk ik meer kans ;) (Eigenlijk is het het beste om verhalen op te sturen die nog nooit met internet in aanraking zijn geweest of waarvan alleen het begin op bijvoorbeeld een forum heeft gestaan)
Ik wens je in elk geval succes en zeker proberen!

Zo en nu weer de lijst met foutjes die ik opgespoord heb :P
23 januari
tot hij ons vind.
vind = vindt
kunnen jullie hen krachten gebruiken.”
hen = hun
Dimi heeft me getoont dat er
getoont = getoond (heeft getoond)
Zijn tegen stander probeert
tegen stander = tegenstander

24 januari
Dat kunnen we als voor deel gebruiken.
voor deel = voordeel
Als die domkoppen gewoon geluistert hadden
geluistert = geluisterd (geluisterd hadden)
“Hoe gaat het met de opstand?” zegt Rick en Logan stopt met lachen.
“Wat opstond?”
Hoort Logan het verkeerd of bedoel je "welke opstand"
Rick ontwijkt net optijd een straal ijs dat Logan op hem afschoot.
dat Logan = die Logan & afschoot = afschiet
steekt in zijn linker been.
linker been = linkerbeen
Misscien moet ik dat ook eens proberen.
Misscien = Misschien
De gene die het op zegt verliest een deel van zijn levenskracht.
De gene = degene
Ik weet hoe ik me er tegen moet schermen dus ik heb er geen last van.
schermen = beschermen
Zephyr pakt Ricks rechter hand
rechter hand = rechterhand
Zephyr ziet er nog het zelfde uit
het zelfde = hetzelfde
ook een efect?
efect = effect

25 januari
Voor dat meneer Timo naar Rick ging had hij Black gebeld en gezecht dat hij naar Nr.26 zou gaan om de demon uit hem te halen.
voor dat = voordat & gezecht = gezegd
Hij is de gene die me uit dat gevang gered heeft.
de gene = degene
zal hij Rick veraden of in de steek laten.
veraden = verraden
Denk Black en neemt een papier uit zijn zak en begint een rym op te zeggen
denk = denkt
Black schud zijn hoofd.
schud = schudt
maar hij wordt door de grote waterkanon neer gehaalt
neer gehaalt = neergehaald (wordt neergehaald)
Wacht tot je dit hoord:
hoord = hoort

26 januari
Zo vreeselijk is hij nu ook weer niet.
vreeselijk = vreselijk
Black schud zijn hoofd
schud = schudt
Rick richt zijn rechter hand
rechter hand = rechterhand
maar is ook erg gelieft bij de mensen in het land.
gelieft = geliefd (is geliefd)
Wie het probeert te berijken komt weer terug hier uit
berijken = bereiken
de zoekt tocht naar die gevangenis
zoek tocht = zoektocht
Fluisterd de man.
flusiterd = fluistert
“Die monk is taai, hij zal het wel overleeft hebben.” Zegt Zephyr, die Black en de andere monnik gevoelt heeft.
overleeft = overleefd (overleefd hebben) & gevoelt = gevoeld (gevoeld heeft)
samen met Zephyr rend hij naar binnen.
rend = rent
Ergens in een dicht bos rijd er
rijd = rijdt

Ik vond het -nogmaals- een leuk verhaal en ik vind dat je het goed geschreven hebt! Qua spelling ben je al flink vooruit gegaan :D Ik kijk uit naar meer verhalen van je.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

bedankt iedereen om dit verhaal te lezen en er op te reageren ^^
-Maaike- :super echt bedankt voor me te helpen met mijn fouten te verbeteren. Daar door heb ik weer wat bijgeleerd en maak ik al wat minder fouten :)
Laatst gewijzigd door lisbeth op 30 jan 2013 04:17, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

nu hier nog een samenvatting van maken. Is moeilijker dan ik dacht.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Plaats reactie

Terug naar “De Boekenplank”