Nr. 26

Hier vind je alle voltooide, overige verhalen!
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

ik heb geen idee waar ik dit verhaal bij moet zetten dus heb ik het maar hier geplaatst. Het is weer maar een ideetje:)
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
29 februari, het is bijna zes uur en Black loopt door de gangen van de JC instelling. Het was één van de grootste instelling voor jonge criminelen die nog te jong waren voor de gevangenis. Het gebouw was onderverdeelt in drie sectors: je had afdeling K waar vooral probleem jongeren zaten die bijvoorbeeld erg gewelddadig waren of diefstal hadden gepleegd. In de tweede afdeling, G, zaten de al iets grotere problemen zoals gewapende overvallers. Als laatste had je afdeling Z, voor de zware gevallen. Je geraakte daar pas als je een moord had begaan.
Iedere afdeling was dan nog eens gesplitst in groepen met één of twee begeleiders. Zo zat Black in afdeling Z en omdat er daar niet veel jongeren waren had hij maar vijf jongens in zijn groep.

Maar vandaag zou dat veranderen, er kwam namelijk een nieuwe bij. En niet zo maar een nieuwe. Gisteren was Black bij de directeur geroepen om het nieuws het te horen dat de nieuwe jonge de rechter hand van de grootste jongere bende van de stad is. De bende liet mensen betalen voor hun ‘veiligheid’ en wie weigerde te betalen kreeg met de rechterhand van de baas te maken en iedereen had schrik van hem.

Maar die jongen maakte ze niet alleen aan het schrikken, oh nee. Hij had er al heel vaak vermoord met geen enkele emotie. Het vreemde van al is dat de politie die hem probeerde gevangen te nemen, en die het overleefde, een vreemd verhaal vertellen. Zij beweren dat de jongen gewoon voor hen kwam staan en hun bleef aanstaren. De agenten konden gewoon naar hem toe stappen, maar toen iemand de jongen aanraakte werden ze allemaal door iets weg geduwd en zou de jongen volgens de agenten veranderd zijn. Hij zou opeens veel grote geweest zijn, ook ouder, en zijn ogen en haren zouden pikzwart geweest zijn. Natuurlijk gelooft niemand hen en denken ze dat het van de schok komt. Maar Black denkt daar wat anders over. Wat als het nu waar zou zijn? Dan zou die jongen niet gewoon maar een bendelid zijn maar veel meer. Het zou een goede verklaring zijn hoe hij bijna de helft van de agenten had kunnen uitschakelen, letterlijk uitschakelen. Hoe ze hem toch hebben kunnen vangen is niet bekend, maar niemand maakt zich daar zorgen om. Al wat belangrijk is is dat ze hem eindelijk hebben.

Black is zo in zijn gedachten dat hij niet gemerkt had dat hij voor zijn bureau staat. Hij besluit om nog eens in het persoonlijke document te gaan kijken. Hij wil zeker zijn dat hij niets over het hoofd ziet. Dus gaat hij naar binnen en pakt de map. Erg veel staat er niet in, want niemand weet iets van de jongen, zelfs de politie niet. Al wat ze weten is dat hij door iedereen Nr.26 werd genoemd, van wegen de ketting rond zijn nek met 26 er op, en dat hij rond de vijftien a zestien jaar moet zijn.
Net als bij de anderen zit er een foto in het mapje. Black neemt hem er uit en bekijkt Nr.26 nog eens goed.
Op de foto lijkt de jongen helemaal niet op een crimineel, maar het zijn vaak zulke jongens die in afdeling Z komen.

Nr.26 is vrij mager, niet echt lang en erg bleek van huid, wat er niet echt angst aanjagend uit ziet. Maar wat wel speciaal is, zijn de kleuren van de ogen en het haar van Nr.26. Zijn haren waren helemaal blond, bijna wit, en zijn ogen helder blauw. Je zou haast kunnen zeggen dat als Nr.26 niet in die bende was geraakt dat hij best een fotomodel had kunnen worden. Geen wonder dat de slachtoffers hem een demon met engel gelaat noemden. Nog even kijkt Black naar de foto en staat dan recht om de jongens wakker te gaan maken. Binnen een uur zo Nr.26 aankomen en Black had voor het eerst in al die tijd dat hij daar werkte zenuwen.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 27 jan 2013 17:03, 2 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
P_Westdijk
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1068
Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
Locatie: Dichtbij de A-27
Contacteer:

Het is een intrigerend verhaal, maar de manier waarop je het hebt geschreven leidde mijn aandacht te vaak van het verhaal af. Ik ging het meteen tekstueel beoordelen en dan moet je proberen te voorkomen. Het hardop aan je zelf voorlezen helpt mij regelmatig om te achterhalen of zinnen lekker lopen. Een tip waarvan je zelf moet weten of je deze ook toepast. Ik stuitte tijdens het lezen ook op enkele praktische problemen, maar die komen hieronder wel aan bood. De spellingscontrole heb ik achterwege gelaten, maar de vraag wanneer je enkelvoud of meervoud schrijft kwam wel een paar keer bij me op.

Je had Black van mij uitgebreider mogen introduceren. Ik ga ervan uit dat hij een begeleider is, maar het staat er niet geschreven. Het is op verschillende manieren te lezen.
lisbeth schreef:Het was één van de grootste instelling voor jonge criminelen die nog te jong waren voor de gevangenis..
Het is de grootste instelling of één van de grootste instellingen... Leeftijd speelt hier blijkbaar een rol en in plaats van jong lijkt mij de term minderjarig meer voor de hand liggen.
lisbeth schreef:Het gebouw was onderverdeelt in drie sectors: je had afdeling K waar vooral probleem jongeren zaten die bijvoorbeeld erg gewelddadig waren of diefstal hadden gepleegd. In de tweede afdeling, G, zaten de al iets grotere problemen zoals gewapende overvallers. Als laatste had je afdeling Z, voor de zware gevallen. Je geraakte daar pas als je een moord had begaan..
Je begint met drie sectors en er volgt een opsomming van afdelingen? Ik had verwacht: sector K, sector G en sector Z. Zedengeliquenten, vandalen etc ontbreken in dit rijtje. Waar staan de letters K, G en Z eigenlijk voor?
lisbeth schreef:Hij had er al heel vaak vermoord met geen enkele emotie...
De zin loopt niet lekker. Hij word er bovendien van verdacht betrokken te zijn bij diverse afrekeningen. Je kan hier pas moorden schrijven als het voor de rechtbank als bewezen is verklaard.
lisbeth schreef:Het vreemde van al is dat de politie die hem probeerde gevangen te nemen, en die het overleefde, een vreemd verhaal vertellen...
Ik betwijfel ten eerste of een agent bereid is om iets dergelijks in zijn verslag te zetten omdat het zijn carriere in gevaar kan brengen en ten tweede twijfel ik er nog meer aan of dit verslag wordt doorgestuurd naar de gevangenis. Ik verwacht meer een samenvatting na de rechtszaak met informatie die relevant is voor de bewaarders. Je kan overwegen een telefonisch contact met één van de betrokken agenten aan het verhaal toe te voegen voor deze informatie.
lisbeth schreef:Black is zo in zijn gedachten dat hij niet gemerkt had dat hij voor zijn bureau staat.
Wat gebeurd er als hij het niet merkte? Liep hij er soms teenaan?
lisbeth schreef:Dus gaat hij naar binnen en pakt de map.
Waar naar binnen? Hij stond toch al voor zijn bureau of wordt de door hem gezochte informatie ergens anders bewaard?
lisbeth schreef:Black neemt hem er uit en bekijkt Nr.26 nog eens goed.
Hij neemt deze bijnaam meteen over? De politie is via een medisch onderzoek in staat om meer informatie te achterhalen over iemand als deze erg zwijgzaam blijkt te zijn. Deze zwijgzaamheid ontbreekt voor mijn geval en mag voor mijn gevoel best benoemd worden.
lisbeth schreef:Op de foto lijkt de jongen helemaal niet op een crimineel...
Een begeleider die al bevooroordeeld is voor de daadwerkelijke kennismaking heeft plaats gevonden?
lisbeth schreef:Nog even kijkt Black naar de foto en staat dan recht om de jongens wakker te gaan maken.
Volgens mij vervullen bewaarders en begeleiders verschillende funcies enhebben dus veschillende taken. Het wakker maken lijkt me meer een taak voor een bewaarder.
lisbeth schreef:Binnen een uur zo Nr.26 aankomen en Black had voor het eerst in al die tijd dat hij daar werkte zenuwen.
Laat je hier beslist niet door afschrikken. Doe ermee wat je wlt want het is en blijft jouw verhaal. Veel schrijfplezier en laat het verhaal maar snel in omvang groeien.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

heel erg bedankt voor de tips. heel vaak zie ik niet dat ik zinnen verkeerd schrijf, waarschijnlijk door mijn dyslectie. Het was ook nog maar een beginnetje, gewoon een ideetje. Maar ik zal het zeker aanpassen :)

over de bij naam Nr.26 gaat het net, het is niet omdat hij zwijgzaam is dat ze zijn echte naam niet weten. maar dat komt nog aanbod. ik zal proberen zo snel mogelijk een nieuw stukje te plaatsen, misschien dat het dan wat duidelijker wordt.

ik moet ook zeggen dat ik eerst een heel ander begin had, maar heb het toen toch aangepast. echt veel weet ik niet over instellingen of hoe het werkt met politie, rechtzaken enzo, vandaar sommige fouten. ik zal het eens beter moeten opzoeken denk ik :)
Laatst gewijzigd door lisbeth op 15 mar 2012 18:53, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Hey Lisbeth!

Leuk verhaal, het lijkt een beetje op dat boek van Boy 7..
Die is ook zo met jongerengevangenis en zo.
Je maakt het wel spannend zeg met die nr.26! Wat is hij voor een ding/wezen?
Oja van mij mag je die Black wat uigebreider beschrijven..

Maar schrijf verder!

Groetjes,
Jenna
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

zal ik meteen even aanpassen :)
en ja, ik heb dat boek ook gelezen, maar dit gaat heel anders.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

oké, nu ben ik aan het twijfelen of ik met dit begin of mijn vorig begin zou starten :(
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Hoe ziet je vorige begin er dan uit. Als je hem ff laat zien dan kunnen we kiezen welke het beste is :P
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

het begint echt heel anders en is ook langer.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ergens in een dicht bos rijd er een pikzwarte wagen met verduisterde ramen over het hobbelige pad. Heel de tijd rijden ze tussen de bomen tot ze op een open plek komen waar een heel groot en goed beschermd gebouw staat. Je zou haast denken dat het een gevangenis is, zo dik zijn de muren waarop er allemaal bewaking op staat. De wagen stopt bij de bewaker die bij de reuze poort staat en het raam van de bestuurder gaat open. Er wordt een pas getoond en de bewaker geeft teken dat ze door mogen rijden. De grote poort gaat langzaam open en na een poosje verdwijnt de wagen naar binnen.

Helemaal binnen in het gebouw zijn er twee hele grote zalen waar van eentje vol zit met mannen. Je hebt er alle soorten: dik, dun, klein, groot, schuw, ruw en noem maar op. Eén van hen heet Black. Hij is vijfentwintig jaar, is vrij lang van gestalte, goed gespierd, zijn haar was bruin net als zijn ogen en op zijn linker wang heeft hij een groot litteken. Maar dat hebben bijna alle mannen daar. Iedereen die daar zit heeft iets tegen de wet in gedaan en bij iedereen stonden er opeens een groep mannen in zwarte kostuums voor de deur die hen de keus gaven om of wel met hun mee te gaan of aangegeven te worden bij de politie. Natuurlijk wou niemand naar het gevang dus de meeste kwamen dus naar hier. Wat ze daar moesten was dag in en dag uit dozen met voorwerpen in elkaar steken en dan weer inpakken. Niemand wist waar die dozen voor waren of waarom ze dat moesten doen, en niemand vroeg er ook naar.

Black zit samen met zijn vrienden in de ontspanning ruimte toen de mannen in het zwart binnen kwamen met tussen hen in… een jongen? Black geloofde zijn ogen niet. Het was nog maar een jongen, rond de vijftien a zestien jaar. De jongste waren tot nu toe al in de twintig als ze binnen kwamen. Black merkt dat ook de anderen verwonderd zijn.
“Wat brengen ze nu weer binnen,” zucht er één
“Denken ze dat het hier een kindertuin is of zo?” zegt een ander verontwaardigd.
Black moet toe geven dat het veel te hard zal zijn voor zo een jongen, het is zelfs zwaar voor hem.

Dan ziet hij opeens één van de mannen hem wenken. Iedereen word stil als ze Black naar de groep toe zien stappen.
“Black, we willen dat jij deze jongen onder je hoeden neemt.” Zegt de man. Black is stom verbaasd. Meent die dat nu echt? Black had al andere nieuwe wegwijs gemaakt in hoe de dagen verliepen, maar moest hij nu echt voor dit joch gaan zorgen? Natuurlijk was hij zo slim om niets te zeggen. Hij kijkt de man aan.
“Natuurlijk kunt u op me rekenen. Hij zal alles rap door hebben.” Zegt Black zo vrienelijk mogelijk.
“Dat wist ik al. Voor we hem hier bij je laten moeten we je weten dat je nooit, mar dan ook nooit hem mag aanraken. Dat is strikt verboden,” de man wend zich naar de andere mannen “en dat geld ook voor jullie!”
“Wie hem aanraakt zal er spijt van krijgen, dat kan ik jullie verzekeren.” Zegt een andere met een gemene grijns. Na die woorden willen ze vertrekken maar Black heeft toch een vraag.
“Eh, mag ik vragen wat zijn naam is?”
“noem hem maar Nr.26.” en zo blijft Black alleen achter met de jongen.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Ik vind deze versie veel beter en je geet hier ook meer informatie zodat je een beetje weet waar het over gaat. Dus als ik mag kiezen zeg ik deze XD
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

wel, eerlijk gezegd als ik ze zo alle twee naast elkaar zie vind ik ook deze het best. Dus de stukken die volgen zullen als vervolg op dit tweede begin zijn.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Even blijven ze daar staan. Black bekijkt de jongen, die nog geen woord gezegd heeft. Hij moest toegeven dat de jongen er niet alledaags uitzag. Voor anderen zou hij een idool kunnen zijn, met zijn witblond haar en helder blauwe ogen, maar Black ziet meer. Er zit niets van emotie in die blauwe ogen, het lijkt wel als of hij er niet is. Black kijkt nog eens naar de deur waar de mannen door waren verdwenen en zucht.
“Dit is wel erg vreemd. Zo wel voor jou als voor mij.” Zegt Black dus maar en kijkt de jongen aan.
“Ik moet zeggen dat ik nooit had verwacht dat ze hier iemand zo jong als jou zouden brengen. Je zou eigenlijk haast een moord moeten begaan om hier gestoken te worden als kind.” Grinnikt hij, maar Black heeft zo het gevoel dat dat ook de reden is dat deze jongen hier zit.
-Wat was zijn naam ook al weer? Oh ja, Nr.26. Wie noemt nu zijn kind Nr.26?- Black schud zijn hoofd en met grote tegenzin begint hij aan de uitleg en rondleiding.

Nr.26 volgt hem en zegt geen woord. Hij staart uitdrukkingsloos naar alles, als of het hem niet kan schelen dat hij daar is. Na een tijd begint het op Blacks zenuwen te werken maar dan klinkt er een hele luide bel.
-Gered door de bel, wat ben ik voor één keer blij om hem te horen- denkt Black en wenkt Nr.26. Alle mannen staan recht en verzamelen in de tweede grote zaal. Daar staan er allemaal tafels met banken en één grote loopband. Black legt uit wat ze precies moeten doen.
“Iedereen is verdeeld in groepen en je hebt per groep één tafel. Op die loopband komen er dozen en je moet er steeds één pakken, de inhoud in elkaar steken en dan de doos dicht doen. Het klinkt misschien simpel, maar er zijn nog regels. Per groep krijg je een aantal dozen die moet gedaan hebben tegen de volgende pauze, als je te weinig dozen hebt gedaan volgt er straf. Meestal is het naar de koelingcellen, die zijn zo koud dat als je in slaap valt het kan zijn dat je nooit meer wakker word. In het slechtte geval…” Black word onderbroken door een bewaker.
“Aan het werk jullie!” roept de bewaker. Dus pakt Black een doos van de loopband en zet zich in zijn groep en ook Nr.26 pakt er eentje en zet zich neer. Black dacht dat Nr.26 niets zou doen, maar dat heeft hij mis. Nr.26 is zelfs nog sneller dan de anderen. Nog voor de bel ging zijn ze klaar met hun aantal dozen. Nr.26 staat recht en verlaat de zaal. De bewakers doen niets, dus Black vermoed dat ook die de waarschuwing hadden gekregen om Nr.26 niet aan te raken. Waarom eigenlijk? Black is wel erg nieuwsgierig naar de reden. Waarschijnlijk heeft het iets te maken met wat hij mis gedaan heeft. Maar hij wilt het toch niet zelf uitzoeken, de woorden van die tweede man in zwart houden hem tegen. Black denkt er niet verder over na en babbelt wat met de anderen in de groep.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Je maakt me nieuwsgierig over die nr. 26. Hij is wel een raar type zeg. Vertel meer over hem!!

Ga snel verder!!
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

ehm, normaal staat wat Nr.26 zegt schuin in word, maar hoe doe ik dat hier?
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zo gaan de dagen voorbij. Nr.26 zit daar nu al twee weken en alles gaat prima. Sinds dat hij er is gekomen is de groep van black altijd vroeg klaar met de dozen en dat vind de groep natuurlijk geweldig. Weer klinkt die dag de werkbel en gaat iedereen naar de werkzaal. Iedereen is aan het werk, onder toezicht van de bewakers. Drie van die bewakers staan wat te babbelen.
“Heb je het ook gemerkt? Sinds die ene er bij gekomen is is die groep altijd vroeg klaar.”zegt de eerste bewaker.
“Ja, daar voor hadden we nog wat plezier met die groep, maar nu kunnen we hen niets doen.” Zegt de tweede.
“En die regel! We mogen dat joch niet aanraken, of er zal iets gebeuren. Denk je nu echt dat hij ons zal vermoorden?” lacht de derde. Zo staan ze praten over Nr.26. Op eens heeft één van hen een idee.
“Laten we eens zien of er iets gebeurd vanaf dat we hem aanraken.”
“Goed idee, maar wie raakt hem aan?” vraagt de tweede. Ze denken even na en beslissen dan om één van de mannen het te laten doen. En ze weten ook al wie. Zijn naam is Joe en omdat hij erg sterk is heeft hij een groep mannen die hem hier als baas zien. Maar ook is hij niet al te slim. De bewakers roepen hem en Joe komt bij hun staan.
“Joe, wat dacht je er van om die kleine daar eens aan te raken? In ruil mag je stoppen met werken vandaag.” Zegt de derde bewaker. Joe gaat meteen akkoord en stapt op Nr.26 af.
“Hé kleintje, hoe gaat die?” zegt Joe met een grijns op zijn gezicht. Maar Nr.26 blijft gewoon door werken en negeert Joe, die er niet tegen kan om genegeerd te worden.
“Ik vroeg je iets, dan geef je normaal antwoord.” Zegt Joe weer, maar de grijns is nu verdwenen. Nr.26 staat recht, loopt naar de band en negeert Joe weer. Die is stil aan rood aan het worden van boosheid. Wanneer Nr.26 weer wil gaan zitten met zijn nieuwe doos grijpt Joe hem bij de kraag en tilt hem van de grond.
“Mensen die me negeren sla ik tot moes. Maar omdat je nog maar een joch bent geef ik je nog één kans. Geef me antwoord op mijn vorige vraag.” Sist Joe. Ondertussen was iedereen gestopt met werken en staarde nieuwsgierig naar het schouwspel. Nog steeds geeft Nr.26 geen antwoord. Dus balt Joe zijn vuisten en geeft Nr.26 zo een harde slag in het gezicht dat die zijn hoofd laat hangen. Joe laat hem los en Nr.26 blijft roerloos op de grond liggen.
“Dat gebeurd er dus met mensen die niet naar me luisteren.” Roept Joe en zijn volgelingen juichen. Joe stapt naar de bewakers toe maar stopt halverwege omdat iemand riep.
“Joe! Hij staat weer recht!”
Joe draait zich verrast om. Normaal zou zijn slag Nr.26 bewusteloos hebben moeten slaan. Maar ook hij ziet hoe de jongen gewoon, zonder iets te hebben, recht gaat staan en hem recht aanstaart. Joe voelt al de blikken van de mannen op zich en word kwaad.
“Dat was nog maar een beginnetje, eens zien of je deze aan kunt.” En Joe stormt op Nr.26 af, die gewoon blijft staan. Black springt nu recht en wil Nr.26 weg duwen, maar stopt als Nr.26 zich naar hem keert en recht in zijn ogen kijkt. Heeft Black dat nu goed gezien? De ogen van Nr.26 waren niet meer blauw, maar blauw zwart. Black schud zijn hoofd, hij moet het verkeerd gezien hebben.

Joe slaat Nr.26 met al zijn macht. En die valt, met zijn gezicht, op de grond. Daar blijft hij ook weer even liggen, maar staat dan gewoon weer recht. Iedereen staart vol ongeloof naar de jongen. Joe begint er nu stil aan ook wat schrik van te krijgen en slikt. Dan opeens verschijnt er een grijns op Nr.26 zijn gezicht en staart die Joe recht aan.
“Is dat al?” zegt Nr.26. Black gelooft zijn oren niet. -Hij spreekt? Ik dacht dat hij niet kon spreken- Schiet er door zijn hoofd heen. Stil aan begint Black een slecht gevoel te krijgen. Niet door de grijns of door dat Nr.26 kan spreken, maar door iets heel anders.
Ten eerste klonk de stem van Nr.26 daarnet niet als dat van een zestien jarige, maar als dat van een twintiger, en wat er nog gebeurd is dat Nr.26 stil aan begint te veranderen. Het lijkt wel als of hij langer word en tot ieders verbazing word zijn haar pikzwart, net als zijn ogen die ook pikzwart zijn geworden. Black had het dus goed gezien, de kleine, magere en mooie jongen, met witblond haar en blauwe ogen is verranderd in een even mooie lange, goed gespierde, jongeman met pikzwarte haren en ogen. Iedereen staart naar hem en schuift zo ver mogelijk van Nr.26 weg. Alleen Joe blijft voor hem staan. Nr.26 begint naar Joe toe te stappen en stopt vlak voor hem.

“Als dat alles was, is het nu mijn beurt.” Zegt Nr.26. Hij slaat in Joe’s maag en die vliegt tot iedereens verbazing door heel de zaal, tegen de muur aan de andere kant van de zaal en valt daar hij in een klein hoopje op de grond.
“Ha, dacht je nu echt dat je tegen mij zou kunnen winnen? Jij die maar een gewone sterveling bent." Nr.26 spreekt het woord 'sterveling' uit als of hij er van walgde.
“Baas!” roepen verschillende mannen en ze rennen naar Joe. Twee tillen hem op en haasten zich naar de ziekenboeg. De andere mannen wenden zich naar Nr.26.
“Misschien kon je hem aan, maar wij zijn met meer. Grijp hem!” en ze stormen op Nr.26 af. Maar al snel liggen ze allemaal kreunend op de grond. Nr.26 kijkt naar de andere mannen, die de grijns op zijn gezicht plaats zien maken voor een moordlustige blik in zijn ogen.
“wie zal de volgende zijn?”
Laatst gewijzigd door lisbeth op 23 dec 2012 23:53, 4 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Jenna schreef:Je maakt me nieuwsgierig over die nr. 26. Hij is wel een raar type zeg. Vertel meer over hem!!

Ga snel verder!!
ik denk dat je nog nieuwsgierige gaat worden :)
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Okej dit was eg leuk om te lezen!! Altijd leuk om over vechtpartijen te lezen. Je hebt het heel goed beschreven, zo goed dat ik een beetje bang werd alsof ik zelf een van die mannen was. En wat was dat met dat nr.26 veranderde in iemand anders. Dat was egt raar, wat is hij voor ding?

Hiij zei ook zoiets van Jij die maar een gewone sterveling bent?? Is hij zelf dan geen mens. Je maakt me nu wel heel erg nieuwsgierig..

Post je morgen weer n stukje?
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

ik heb nog een klein stukje. ik wou het morgen pas posten, maar ik zal het er nu al vast op zetten :D
Laatst gewijzigd door lisbeth op 17 mar 2012 22:01, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Zonder nog maar iets te zeggen rennen alle mannen de werkzaal uit. De bewakers proberen ze tegen te houden maar niemand luistert.
“Laten we hier weg gaan, straks komt hij achter ons aan,” zegt de eerste bewaker met een bevende stem.
“Jij ook met je ideeën altijd,” zegt de derde boos.
“Ik denk dat we beter om versterking zullen vragen.”
“Ja, vraag om Slim.” De twee anderen kijken de derde bewaker aan.
“Slim is alleen voor noodgevallen.” antwoordt de derde.
“Noem je dit dan geen nood geval?” Even kijken ze elkaar aan en moeten dan toch toegeven dat dit een noodgeval is. Dus neemt de eerste bewaker zijn gsm en vraagt versterking.

Op dat moment zit Slim in de bewakerszaal. Slim is een man rond de dertig en is langer dan twee meter en heel erg gespierd. Opeens gaat zijn gsm.
“Met Slim.”
“Met de bewaker van de werkzaal, we hebben een noodgeval.”
“Wat is het probleem?”
“Er is er eentje op hol geslagen en valt iedereen aan. De andere mannen zijn naar de ontspannings zaal gevlucht.” Slim gelooft zijn oren niet. Al die mannen gevlucht? Daar wil hij het fijne van weten.
“Waar is die ene nu en wat is er precies gebeurd?” Vraagt hij snel.
“Hij staat nog bij zijn tafel in de werkzaal en…”
“Hé? Waar is hij nu naar toe?” Hoort Slim een andere bewaker vragen.
“Ik zei dat jullie hem in het oog moesten houden!” roept de eerste angstig.
“Ja maar hij is zomaar opeens verdwenen,” zegt de andere weer.
Dan hoort Slim opeens een vreemde stem.
“Dus het was jullie idee geweest? Ik zal jullie eens laten voelen hoe het is om in elkaar geslagen te worden.”
“Slim, Hij zit achter ons aan! Kom… Aaaah!” De verbinding is verbroken. Snel roept Slim de anderen op en haast zich naar de ontspannings zaal.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 23 dec 2012 23:54, 3 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Was dat nummer 26??? Okej nu begin ik een beetje bang te worden. Goed cliffhanger trouwens :P

Hier een paar foutjes
---“laten we hier weg gaan, straks komt hij achter ons aan.” zegt de eerste bewaker met een bevende stem.---
Hier moet je laten met een hoofdletter schrijven. En als je zegt de eerste bewaker zegt moet je eingelijk een komma gebruiken in plaats van een punt. Kijk zo .......komt achter ons aan," zegt de eerste bewaker met een bevende stem

---“Slim is alleen voor noodgevallen.” antwoord de derde.---
achter antwoord moet een t


---“Noem je dit dan geen nood geval?”---
Noodgeval aan elkaar schrijven..

---Al die mannen gevlucht? daar wil ij het fijne van weten.---

Daar met hoofdletter en ik denk dat je met ij hij bedoelt :D

---“Hé? Waar is hij nu naar toe?” hoort slim een andere bewaker vragen.---
Je bent vergeten om Slim met een hoofdletter te schrijven.
---“dus het was jullie idee geweest? ik zal jullie eens laten voelen hoe het is om in elkaar geslagen te worden.”
“Slim! Hij zit achter ons aan! Kom… Aaaah!” de verbinding is verbroken. Snel roept Slim de anderen op en haast zich naar de ontspannings zaal.---
In dit stukje zitten best wel veel fouten in. Je vergeet iedere keer een hoofdletter te zetten.
In het begin moet dus en ik met hoofdletter. En bij Slim! Hij komt achter ons aan kun je beter een komma tussen slim en hij zetten
zo Slim, hij komt achter ons aan!!
En als laatste ontspanningszaal moet aan elkaar..


Dat was het eigenlijk. Een tip Ik zou voor het posten ff je stukje nog een keertje doorlezen, je zal zien dat er tog nog hier en daar wat foutjes zitten.

Maar keep going!!
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

ik heb het zo goed mogelijk aangepast. Die hoofdletters komen door mijn word. de ene keer zet die zelf een hoofdletter en de andere keer niet, het is echt vreemd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

nog een stukje, hoop dat er hier minder fouten in zitten :)
---------------
Wanneer Slim daar aankomt ziet hij alle mannen tegen de muur, die het verst van de werkzaal is, staan. Mannen die normaal met elkaar zouden vechten als de ander nog maar naar hen zou kijken, stonden nu op elkaar gepropt.
“Kan iemand me uitleggen wat er hier in gods naam gebeurd is?” vraagt Slim met een donderende stem. Iedereen kijkt naar de persoon naast zich, maar niemand durft zelf naar voren te gaan. Wat als Slim te weten komt dat Joe de regel had gebroken? Dan zwaait er wat voor iedereen. Maar iedereen weet dat Slim niet tevrede gaat zijn als niemand wil antwoorden. En dat is maar al te juist, Slim geeft opdracht om één van de mannen uit de groep naar hem toe te brengen. Aan die man stelt hij nog eens de vraag en na een poosje weet Slim alles. Tot iedereen zijn verbazing word Slim niet kwaad, integendeel. Hij begint te lachen.
“Hahaha, geen wonder dat jullie bang zijn. Die jongen zijn misdaden zijn niets vergeleken met die van jullie.” Legt Slim uit. Black stapt naar voren en richt zich tot Slim.
“Hoe bedoelt u? Wat heeft hij dan zo al uitgespookt?” vraagt hij, maar op dat moment roepen een paar mannen iets en ze wijzen naar de doorgang die naar de werkzaal gaat. Iedereen kijkt en ze zien de drie bewakers zo snel als ze kunnen naar hun toe lopen. Een paar mannen beginnen hun aan te moedigen en al snel roept iedereen. Black doet niet mee, hij stelt nog eens de vraag aan Slim.
“Als je het toch wil weten, ooit al eens van de RedWolfs gehoord?” Black knikt.
“Deze jongen was de rechterhand waar iedereen zo een schrik van had. Hoe de bazen hem te pakken hebben kunnen krijgen is ook voor mij een vraag. Als ik dit voorval vergelijk met al de verhalen die rond gaan, zou ik haast ze nog geloven. Hoe bizar of onnatuurlijk zo ook zijn.” Na die woorden stapt Slim op de drie bewakers af.
“Vlug vlug! Iedereen klaar staan, hij komt er aan!” roept één van de drie overstuur. Slim begint bevelen te geven en na een poos staat iedereen klaar.

Het is muisstil, bijna niemand durft adem te halen. Black denkt vlug terug aan de verhalen van de RedWolfs. Nog voor hij hier werd opgesloten waren ze al wereld nieuws. Wat zeiden ze ook al weer over die rechterhand van hen? Blacks gedachten verdwijnen als hij de man naast hem naar adem hoort happen. Dan ziet hij het ook. In de doorgang staat de zwart harige Nr.26 gewoon naar hen te staren. Slim stapt naar voren.
“Jongen, we weten dat de regel is overtreden en je hebt wraak kunnen nemen op de boosdoeners. Stop nu voor je ook de anderen iets doet. Anders moet ik harde maatregelen nemen.” Iedereen is verbaasd. Nog nooit hebben ze Slim iemand iets zo vriendelijk horen vragen, laat staan dat hij over de anderen hun veiligheid bezorgd is. Even is het stil, maar dan begint Nr.26 te lachen. Maar het is een koude lach, zo één waarvan je koude rillingen krijgt.
“Ben jij me nu aan het bedreigen mens? Dan moet je nog dommer zijn dan die drie daar.”en weer galmt zijn lach door de zaal. Dan is hij weer dood serieus.
“Hm, eigenlijk vind ik het niet echt om te lachen. En trouwens, nu dat ik er toch ben, waarom zou ik weer weg gaan?Ik heb veel te veel plezier.”zegt Nr.26 en hij begint naar hen toe te stappen.
“Dan moet je eerst voorbij mij komen.” Zegt Slim en hij neemt een bokshouding aan. De mannen beginnen Slim aan te moedigen.
“Aan de kant mens, al wat ik zal nemen zijn die drie stommelingen.”De stem van Nr.26 begint geïrriteerd te klinken. Maar Slim blijft gewoon staan.
“Goed, je vraagt er om mens.” zegt Nr.26 ijskoud. En van het ene moment op het ander is hij van halverwege de zaal opeens vlakvoor Slim. Die kijkt Nr.26 met grote ogen aan.
“Dan schakel ik jou eerst uit.”
Laatst gewijzigd door lisbeth op 23 dec 2012 23:57, 2 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Hey!

Je hebt weer een stukje geplaatst. Jij hebt veel tijd zeg om zo vaak te posten! Je spanningsopbouw was dit keer heel goed. Ook met die cliffhanger. Hier eeen paar opmerkingen.


---Wanneer Slim daar aankomt ziet hij alle mannen tegen de muur staan, die het verst van de werkzaal is. ---

Ik vind deze zin een beetje raar. Wat bedoel je me die het verst van de werkzaal is?? Bedoel die mannen of de muur. Het is een beetje onduidelijk. Je kan hem beter zo noteren.

Wanneer Slim eraan komt, ziet hij alle mannen tegen de muur, die het verst van de werkzaal is, staan.

---Mannen die normaal met elkaar zouden vechten als de ander nog maar naar hen zou kijken stonden nu op elkaar gepropt.---

Tussen kijken en stonden kun je beter een komma plaatsen. Ander wordt de zin zolang weetje en het zijn twee werkwoorden achter elkaar.


---“Kan iemand me uitleggen wat er gebeurd is?” vraagt Slim met een donderende stem.---

Hier wil je eigenlijk duidelijk maken dat Slim hee erg boos is, je hebt staan donderende stem. Dan kan je beter het ander formulierren. Zodat er nadruk op wordt gelegd dat hij best wel boos is. Kijk zoiets bijvoorbeeld
Kan iemand mij in Gods naam uitleggen wat er hier aan de hand is?!
Zo komt het overtuigender over :D

---Dan zwaait er wat voor iedereen. Maar iedereen weet dat Slim niet te vrede gaat zijn als niemand wil antwoorden.---

Hier moet tevreden aan elkaar.


---En dat is maar al te juist, Slim geeft op dracht om één van de mannen uit de groep naar hem toe te brengen.---

Opdracht moet ook aan elkaar :D

---Tot iedereen zijn verbazing word Slim niet kwaad, in tegen deel. Hij begint te lachen---

Hier moet integendeel aan elkaar.

---Hoe bizar of onnatuurlijk zo ook zijn.” Na die woorden stapt Slim op de drie bewakers af.---

Ik denk dat er iets in plaats van zo ze moet staan.

---Stop nu voor je ook de anderen iets doet. Anders moet ik maatregelingen nemen.”---

Hier heb je maatregelingen geschreven, maar het moet zijn maatregelen nemen. En voor maatregelen kan je harde plaatsen. Klinkt spannender :D

Dat was het dan alweer. Er zitten nog wel hier en daar hoofdletter/spatie fouten tussen maar die kun je denk ik zelf wel verbeteren.

Ps: probeer niet te veel samenvattend te schrijven, beschrijf meer hoe iedereen zich voelt en wat ze denken enz. E ik zou ook meer dialogen in verwerken.

Ga snel weer verder :D
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

heb toch niets te doen overdag, dus dan kan ik even goed me bezig houden met schrijven :)

ik pas de fouten meteen aan en ik zal het volgende stuk iets minder samenvattend proberen te schrijven.

ik blijf maar woorden van elkaar schrijven, ook al wijzen mensen me daar steeds weer op, dus ik ben blij dat iemand de tijd neemt om de fouten op te schrijven :)
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Angel
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 32
Lid geworden op: 19 dec 2011 21:10

Hopelijk post je snel weer wat, want ik ben zo nieuwsgierig nu :D Echt heel spannend geschreven, leuk dat je ook meteen met wat actie begint, want anders raak ik meestal mijn interesse snel kwijt :P
Every end is just the beginning of a new chapter.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

oke, hier is nog een stukje.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nr.26 strekt zijn armen uit, polsen tegen elkaar en richt op Slim. Die ziet vol ongeloof hoe er in de handen van Nr.26 een grote vuur bal tevoorschijn komt en die word recht op hem af gevuurd. Slim duikt weg en de vuurbal vliegt vlak langs hem heen richting de muur waar al de mannen tegen staan. Iedereen probeert te vluchten. Er wordt geduwd, getrokken, mannen vallen op de grond en worden overlopen. De bal raakt de muur en maakt er een groot gat in. De mannen die hun kans zien rennen door het gat naar buiten. waar ze op gewacht worden door allemaal mannen in het zwart gekleed met schilden.


Ook Black staat er tussen en is kwaad op zich zelf.
-Dom kop! Waarom vergeet ik nu net het belangrijkste?- denkt hij. Maar dan zegt de man naast hem iets waardoor hij het zich weer herinnerd. Black grijpt de man vast.
“Wat zei je nu net? Kun je dat nog eens herhalen?” vraagt Black snel. De man kijkt hem even verrast aan maar ziet dat Black serieus is.
“Wel, ik zei gewoon dat dat joch wel een demon moest zijn.”
“Dat is het!” roept Black. De man snapt er niets van en doet teken naar zijn vrienden dat Black wel gek moest zijn.
–De demon met een engelengelaat, dat was het. Dat ik dat kon vergeten.- Black schud zijn hoofd en kijkt weer naar het gat in de muur.
-Als wat Slim zei waar is, dan is deze jongen niet een gewonen jongen. En ik weet precies wat ik moet doen.- denkt Black en rent uit de groep richting de muur. Daar wordt hij tegen gehouden door de bewakers.
“Niemand mag naar binnen, Slim is die jongen aan het proberen tegen te houden,” zegt één van de bewakers.
“Laat me door! Ik weet een manier om Nr.26 te laten stoppen.” Maar de bewakers willen hem niet door laten.
“Dan maar met geweld!” en Black vecht zijn weg naar Nr.26.

Ondertussen staat Slim weer recht.
“Wel wel wel, dat was me wat. Maar nu is het voor echt.” Slim haalt uit naar Nr.26, maar die ontwijkt met gemak de slag. In plaats van terug te slaan laat hij Slim zich zelf moe maken. Na een poos begint Slim zwaarder te ademen en dan ziet Nr.26 zijn kans. Met één slag in Slims maag ligt die neer.
“wat zeggen jullie mensen ook al weer? Hoe groter ze zijn, hoe harder ze vallen?” zegt Nr.26 en kijkt naar Slim. Die probeert recht te staan, maar het lukt niet.
“geef het op, mijn krachten zijn boven die van jullie stervelingen. Normaal zou ik je hebben kunnen doden met die ene slag, maar ik heb al te veel kracht op gemaakt. En ik wil graag die drie het betaald zetten. Dus blijf jij hier maar liggen terwijl ik daarbuiten de zaak oplos.” En weg is Nr.26.
De mensen buiten zien Nr.26 opeens te voorschijn komen. Black staat er haast naast, zo ver is hij al geraakt. De bewakers laten hem met rust en lopen zo snel mogelijk weg van Nr.26. Die heeft alleen maar oog voor Black.
“Ah, jij. Jij bent geen gewone sterveling.” zegt Nr.26 ijskoud. Black rilt even, maar blijft toch staan.
“Wat bedoel je daarmee?” vraagt hij.
“Ik heb jou soort al eerder tegen gekomen en ook al uitgeschakeld. Bij de RedWolfs kwamen er al om me weg te drijven. Als of een sterveling tegen mijn krachten kan.” Nr.26 kijkt rond, en Black weet al waarvoor. Hij is op zoek naar de drie bewakers, maar dat ging Black niet laten gebeuren.
“Oké, ik twijfelde eerst. Maar nu weet ik het zeker dat jij deze jongen niet bent. Wie ben je?” vraagt Black en Nr.26 lacht.
“Een normale sterveling zou eerst vragen wat ik ben.”
“Ik weet maar al te goed dat je een echt demon bent. Je hebt deze jongen zijn lichaam in genomen om verwoesting te brengen en vanaf dat iemand hem pijn doet kom jij naar boven om je woonplaats te beschermen. ” Nr.26 kijkt Black even aan, richt zich weer naar iedereen buiten.

“Jou soort zal het nooit begrijpen. Wat als ik zeg dat ik niets wil verwoesten?” Black geloofd hem niet en Nr.26 ziet het.
“Zo als ik al dacht. Deze jongen is niet er niet meer, zijn geest is al twaalf jaar geleden uitgedoofd. Al wat hem nog recht houd ben ik.”
“Dan houd niets me tegen om jou volledig uit te drijven.” Zegt Black en hij begint een tekst met vreemde klanken uit te spreken. Black kijkt naar Nr.26 of er verschil is, maar die kijkt hem met een hatelijke blik aan.
“Dat is waarom ik jullie monks haat! Altijd die woorden en die uitspraken van ‘demonen zijn slecht’ wel ik zal je eens laten zien hoe slecht een kwade demon kan zijn!” Nr.26 wil op Black af gaan maar krimpt opeens in elkaar.
“Wat gebeurd er? Wat ben jij aan het doen?” roept Nr.26 kwaad. Weer krimpt hij in elkaar en valt op zijn knieën.
“Dit kan niet! Hij was al lang weg! Hoe kan hij er dan nog zijn?” Nr.26 grijpt zijn hoofd vast en slaakt een vreselijke kreet. Tot iedereen zijn verbazing veranderd Nr.26 weer in de echte jongen. De kreet verstomt en dan kijkt Nr.26 Black aan.
“Wie ben jij?” vraagt hij verbaasd en valt bewusteloos op de grond.

Iedereen is opgelucht, het gevaar is geweken. de mannen in het zwart proberen de dingen weer onder controle te krijgen. De mannen, die niet weg waren gelopen, werden weer terug naar binnen gebracht. Maar Black is niet één van hen, want hij is al lang ergens anders.
Nadat Nr.26 bewusteloos was gevallen had Black hem op zijn rug genomen en was in één van de wagens gestapt. Niemand hield hem tegen, want tot Blacks verbazing was Slim voor de anderen gaan staan en had hen laten weg rijden. Toen ze onderweg waren was Black nog verbaasder omdat op de stoel naast hem een bruine map lag met al de gegevens van de jongen. Zo komt het dat ze nu voor de deur van het huis waar Nr.26 ouders wonen staan. Black belt aan en een vrouw doet open. Wanneer ze Nr.26 ziet begint ze te wenen en roept ze haar man. Die komt aangerend en even staart hij alleen maar naar de jongen.
"Dat is hem, na al die jaren." jammert de vrouw. Na een poosje laat de man Black binnen. Nadat ze Nr.26 in bed gestopt hebben moet Black heel het verhaal doen en dat doet hij ook. Na het verhaal staat Black recht en wil naar de voordeur stappen, maar de vrouw houd hem tegen.
“Waar gaat u naar toe?” vraagt de vrouw.
“Geen idee.” Zucht Black. De vrouw kijkt naar haar man.
“Wat dacht u er van om als onze zoons bodyguard te komen werken? We kunnen u genoeg betalen.” Eerst aarzelt Black, maar hij neemt het toch aan. Hij is ergens wel benieuwd naar hou het nu verder zou gaan met Nr.26, of beter gezegd Rick de Vaart.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 24 dec 2012 00:04, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Oke, dit is misschien een vreemde vraag, maar vinden jullie dat ik kinderachtig schrijf?
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Eerlijk gezegd is het einde netzoals bij een sprookje. Happy end. En ze leefden nog lang en gelukkig, maar het is niet egt kinderachtig. Het hoort gewoon bij je verhaal. Was dit het einde??
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Oke,dat is een opluchting. Want gisteren kreeg ik oop een andere verhalen site te horen dat ik slecht schreef en dat schrijf als een kind van zes.

Maar dit verhaal is nog niet gedaan :)
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

hier is al nog een stukje, straks post ik meer.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2 jaar later

Black werkt nog steeds als bodyguard bij de familie de Vaart. De jongen, die eigenlijk Rick de Vaart heet en niet Nr.26, herinnerd zich niets van al die jaren bij de RedWolfs en het voorval in de ‘gevangenis’ waar hij Black leerde kennen. Zijn ouders hebben hem ook nooit iets verteld van het voorval en Rick ontpopte zich tot een hele lieve en behulpzame jongen. Een week na het voorval ging Rick ook weer naar school. Nu zit Rick daar al twee jaar op en is hij ondertussen zeventien.

Het is ochtend en Black stapt Ricks slaap kamer binnen en opent de gordijnen met een grote zwaai. De zon schijnt mooi binnen, recht op Ricks gezicht.
“Ah! Doe die weer dicht Black, ik wil nog slapen!” roept Rick en kruipt onder zijn deken. Maar Black trekt de dekens van hem af.
“Opstaan, je komt nog te laat voor school. Als je je haast kan je nog met je grote broer mee.” Black is nog maar net uitgesproken of Rick schiet recht.
“Is Kris er dan nog?” vraagt Rick blij en Black knikt. Snel maakt Rick zich klaar en dondert haast de trap af. Zijn moeder houd hem tegen.
“Van waar die haast?” vraagt ze.
“Black zei dat Kris er nog is en dan kan ik met hem mee rijden.” Zijn moeder moet lachen.
“Ja, je broer is er nog. Hij is nog aan het ontbijten, wat jij ook moet doen.” Rick knikt en haast zich naar de ontbijttafel waar zijn broer en vader aan het eten zijn. Ook Black komt er bij.
"hm, misschien moet je iedere dag zeggen dat Kris er is, dan staat hij te minsten op. ” zegt zijn vader lachend tegen Black.
Ze weten allemaal heel goed dat wanneer Kris er is Rick altijd op tijd uit bed is. Rick kijkt heel erg op naar zijn grote broer, die leerkracht L.O. is op de zelfde school als waar Rick naar toe gaat. Kris is een goed gespierde twintiger en ziet er nog eens goed uit ook, met zijn Bruin haar en bruine ogen. Zijn huid is gebruind waar door hij er een beetje oosters uit ziet.
Ook Ricks ouders zijn wat bruin van huid en hebben bruin haar en ogen, alleen Rick zelf is anders. En hoe dat komt is nog steeds een raadsel.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Dan staat Kris op.
“Rick, als je je niet haast ben ik weg zonder je.” zegt hij plagend.
Zo snel als hij kan eet Rick zijn ontbijt op en haast zich achter zijn grote broer aan.
“Krijgen we geen afscheid?” roept zijn vader nog maar de voordeur slaat al dicht.
Wanneer ze onderweg zijn zucht Rick. Kris kijkt even naar hem en dan weer naar de weg.
“Je ziet er moe uit.” Rick knikt.
“Ik heb van de nacht weer gedroomd. Iedere nacht is het weer dezelfde droom.” Legt Rick uit.
“Nog steeds? Ik weet dat je een maand geleden er iets van verteld hebt. Zeker dat het geen andere was?” vraagt Kris ongerust en Rick schud zijn hoofd.
“Helemaal hetzelfde. Iedere keer zie ik een oude deur voor me , zo eentje van een oude tempel. Wanneer ik weg wil gaan hoor ik een stem zeggen dat ik niet weg mag gaan en dat ik de deur moet open doen. De stem klinkt bekend en op één of andere mannier heb ik vertrouwen in die stem. Wanneer ik naar de deur toe wil stappen word ik wakker door dat Black mijn gordijnen open doet.” Even zwijgen ze alle twee.

“Ahah!” roept Rick dan opeens gefrustreerd. “Het maakt me haast gek. Ik probeer uit te vinden van wie die stem is maar ik heb echt geen idee!”
“Denk daar nu maar niet aan. In plaats van bezig te zijn met je droom, ben je al vergeten wat het vandaag is op school?” Rick denkt even na en weet het dan weer.
“De examens! Dat ik die kon vergeten.” Kris lacht.
De examens werden ieder jaar gehouden, maar het waren niet zo maar examens. Je moest de beste zijn in alle opdrachten en dan kreeg je de kans om op de privé school van de beroemde meneer Logan les te volgen. Over de school zelf is er haast niets bekend. Het schijnt dat de lessen daar heel anders zijn dan op een gewone school. Er gaan zelfs geruchten rond dat iedereen die daar naar toe gaat er nooit meer uit komt. De enigste mannier om dat te ontdekken, is door de opdrachten te geraken.Het zijn echt de vreemdste opdrachten en ze zijn echt moeilijk. Er zijn ook een paar jaren geweest dat er niemand door was geraakt. Vorig jaar mocht Rick niet van zijn ouders, maar dit jaar heeft hij zich mogen in schrijven voor de examens. En hij is van plan om er door te geraken, wat het ook moest kosten.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 20 dec 2012 18:08, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

heb het een tijdje druk gehad, maar hier is dan toch nog een stukje
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nadat Kris de wagen heeft geparkeerd stappen ze samen de school binnen. Bij de leraarskamer nemen ze afscheid en gaat Rick naar zijn klas. Daar zet hij zich neer op zijn stoel en legt zich neer op de tafel, die helemaal achteraan in de klas bij het raam staat. Een beetje dromerig kijkt hij de klas rond. Iedereen heeft er zeker één vriend of vriendin, maar hij niet. Vanaf de eerste dag dat hij daar naar school is gegaan is Rick een buitenbeentje. Niemand zoekt contact met hem en dat vind hij prima.
Dan klinkt de bel en beginnen de lessen. Zo als altijd dwalen de gedachten van Rick, al in de eerste les, weg naar zijn droom.

De leerkracht ziet dat Rick weer aan het dromen is en stapt rustig naar die zijn bank. Daar blijft hij staan en slaat zo hard mogelijk met zijn boek op de tafel dat iedereen omhoog springt van het verschieten, behalve Rick. Die kijkt gewoon verbaasd naar de leerkracht.
“Vroeg u iets meneer?” De leerkracht schud zijn hoofd.
“Het is tijd voor de examen uitleg. Ik leg het maar één keer uit dus let goed op.” Rick zet zich recht en bied zijn excuses aan.
“Goed dan, deze test gaat over geschiedenis. Maar niet zo maar geschiedenis, het is een opdracht voor thuis. Want het moet gaan over de geschiedenis van je familie.” Een jongen steekt zijn hand op.
“Ja Tom?”
“Meneer, waarom moet het over onze familie gaan? Een normale school zou toch vragen stellen over gewone geschiedenis?” de rest van de klas vraagt het zich ook af.
“Wel, ik denk dat het te maken heeft met hoe grondig je dingen kan opzoeken en op een aangename mannier over zulke dingen kunt schrijven. Iemand die te lui is zou niet verder gaan zoeken dan de familie die hij kent, maar iemand die zich volledig er voor wil geven zoekt zo ver mogelijk op.” Dan klinkt de bel voor de volgende les. Rick springt van zijn stoel en rent zo snel mogelijk naar de volgende les. Het is ook de enigste les die hij interessant en leuk vind: Lichamelijke Opvoeding. Dat het door Kris word gegeven is een bonus, want naar hem luistert Rick altijd. Ook hier krijgen ze een examen van de Privé school. Het zijn allemaal turn oefeningen, zo als bokspringen. Geen probleem voor Rick, die is daar altijd al de beste in geweest. Vanaf de eerste LO les kon hij elke opdracht perfect uitvoeren en nog snel ook. Waardoor de jongens van zijn klas jaloers op hem zijn, wat één van de redenen is dat Rick geen vrienden heeft.

Zo gaat de rest van de dag, en ook de rest van de week, door met in elke les een examen. Rick heeft ze de vrijdag allemaal gedaan, behalve de geschiedenis examen. De leerkracht had gezegd dat die examen eigenlijk niet echt mee telde met de punten, het was een extra opdracht dat zou kunnen mee tellen als er een gelijk stand zou kunnen zijn. Dus Rick heeft al de tijd, die hij goed kan gebruiken. Hoe graag hij die examen wil maken, hij heeft één probleem: zijn ouders. Rick heeft ooit ook zo een opdracht moeten maken en toen hadden zijn ouders een brief geschreven waarin een uitleg stond waarom Rick de opdracht niet kon maken. Over dat voorval is nooit meer gesproken. Hoe dan ook, hij moet en zal die examen maken dus beslist hij om tijdens het weekend zelf op onderzoek te gaan.
Eindelijk is het zaterdag en zijn ouders zijn weg met een groep vrienden en dus is Rick alleen thuis met Black. En omdat Black druk bezig is in het huis, let hij niet echt op Rick, die stilletjes naar de zolder kruipt. Daar staan allemaal dozen met spullen, waar zeker wel een paar foto’s moeten tussen zitten. Zo stil mogelijk door zoekt Rick ze allemaal en in de zesde doos vind hij een oud verbleekt houten doosje waar er, als hij het open doet, een stapeltje foto’s in zitten. Hij legt ze aan de kant en zoekt verder, maar buiten die foto’s vind hij alleen nog maar een dik, stoffig en heel oud boek waar ‘de Vaart’ in sierlijke letters op staat. Hij sluipt terug naar zijn kamer en begint de foto’s te bekijken.

Op de eerste foto herkent hij zijn ouders, wel jonger dan nu, samen met Kris en nog een ander jongen, die ongeveer drie jaar ouder is dan Kris. Eerst dacht Rick dat hij die jongen was, maar omdat die ouder is dan Kris, bruin haar en ogen heeft moet het iemand anders zijn.
De tweede foto staan weer zijn ouders en Kris, maar de andere jongen niet meer. De rest van de foto’s zijn allemaal het zelfde, met het verschil dat ze op iedere foto wat ouder zijn. Dan schiet Rick iets te binnen. Haastig rent hij naar de living en stopt voor de boekenkast, waar er een fotokader staat, met daar in dezelfde foto als al die andere foto’s. Alleen op deze staat hij zelf er ook bij. Waarom hebben ze iedere keer die zelfde foto genomen? En Waarom zijn die anderen weggestopt op zolder? Hoe meer Rick er over na denkt, hoe minder hij er van snapt. Verward gaat hij terug naar zijn kamer en legt zich op zijn bed, met het boek en begint te lezen.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

lisbeth schreef:Oke,dat is een opluchting. Want gisteren kreeg ik oop een andere verhalen site te horen dat ik slecht schreef en dat schrijf als een kind van zes.
Wat?! :O Hoe durft iemand dat te zeggen? Ik vind dat je een goede schrijfstijl hebt en dat het ook heel spannend is! Waar je wel wat extra aandacht aan kunt besteden is de spelling en zinsopbouw, deze lopen niet altijd even lekker ;) Kwestie van veel oefenen.

Ik vraag me af wanneer de proloog weer in de huidige verhaallijn terug komt. Het lijkt er nu nog zo ver vanaf te staan, al is het maar twee jaar eerder. :) Ik hoop ook dat je verder schrijft, ookal is het een hele tijd geleden..

Wat ik mooi vond, is de overgang van je hoofdpersoon Black naar Rick. Het ging heel geleidelijk en totaal niet storend.

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Mijn spelling probeer ik op te leten, maar vind geen persoon om me te verbeteren. meestal worden mijn verhalen pas verbeterd door andere leden op deze site. Maar zal het nog eens doorlezen en goed na kijken :)

persoonlijk denk ik ook niet dat ik zo erg schrijf, anders zouden mensen mijn verhalen niet lezen en er reacties op geven denk ik. Maar ja, ik trek het me niet meer aan :)

ik zat wat vast met het verhaal, maar ik zal eens zien of ik nu wel wat ideetjes heb. Mijn problemen met verhalen zijn meestal ik of wel het begin weet maar de rest nog niet of het einde en niet weet hoe ik het begin moet doen.

Het zal wel duidelijk worden wat het eerste stuk met de rest te maken heeft, ik hoop alleen dat ik het niet te ingewikkeld ga maken. Laat me maar weten als het te ingewikkeld is.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 20 dec 2012 18:12, 2 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

blijkbaar had ik al een stuk verder geschreven.
----------------------------------------------------

In het begin is het boek erg saai, maar dan begint het interessanter te worden. Het gaat over een zekere Evert de Vaart die op een gewone dag iemand hoort roepen:

‘Zo snel mogelijk ging hij op het geroep af en kwam op een plaats waar Evert een monnik en een vreemd wezen zag. De monnik had een grote ketting rond zijn handen gebonden en was een vreemde tekst aan het opzeggen, waardoor het wezen van pijn in elkaar kromp en vreselijk riep. Evert kreeg medelijden met het wezen en sprong op de monnik af, die van schrik stopte met de tekst. Het wezen zag zijn kans en met één zwaai dode hij de monnik. Even was Evert verbaasd en kreeg schrik, maar het wezen staarde hem gewoon aan met ijskoude ogen. Evert stond recht en stapte op het wezen af die, tot Everts verbazing, voor hem boog. Het wezen legde uit dat hij een demon was en omdat Evert zijn leven had gered de demon hem moest gehoorzamen. Evert zag hier wel iets in en maakte zo een verbond met de demon die daarna samensmolt met Everts lichaam. Sinds die dag is die gaven door gegeven van de oudste zoon op oudste zoon.’

Er wordt gebonkt op Ricks deur en snel stopt Rick het boek onder zijn kussen.
“Ja?” roept Rick en Black komt binnen.
“Wat is er?” vraagt Rick geïrriteerd.
“Het eten is klaar. Ik heb al een paar keer geroepen maar je gaf geen antwoord.”
“Sorry, ik was verdiept in mijn gedachten.” Rick springt van zijn bed af en gaat samen met Black naar beneden. Zo snel mogelijk eet Rick zijn eten op en snelt zich naar zijn kamer. Daar pakt hij het boek en begint verder te lezen. De rest van het boek gaat over hoe Evert een heel groot stuk land veroverd en met behulp van de demon er een schild om heen maakt waardoor niemand het kan vinden. Iedereen die het land zou proberen binnen te komen zou oneindig rondjes lopen en steeds weer op zijn begin punt terecht komen. Het tweede deel gaat over de rest van de Vaart familie. Maar dan stopt het opeens. De rest van het boek zijn allemaal lege pagina’s. Rick snapt het niet, wie maakt er nu een boek waar meer dan de helft leeg is? Rick zucht, veel heeft hij niet gevonden over zijn familie. Dan heeft hij een idee, volgend weekend heeft hij ook niets te doen, dus dan kan hij naar zijn grootvader gaan. Die weet veel over de familie en kan Rick waarschijnlijk helpen. Met een gerust hart valt Rick vroeg in slaap en voor één keer heeft hij geen last van de droom.

De volgende ochtend is Rick erg vroeg wakker en pakt nog eens het boek. Rick bladert tot aan het eerste witte blad en bekijkt het goed. Maar wat hij ook kijkt, het blad is helemaal wit.
Dan hoort Rick voetstappen en stopt het boek weer weg. Black komt binnen en is verbaasd dat Rick zo vroeg al wakker is.
“Toch geen nachtmerrie gehad?” vraagt Black ongerust, maar Rick lacht.
“Integendeel, ik heb super goed geslapen. En vandaag zijn de uitslagen van de examens.” Rick kleed zich opgewekt om en ook aan tafel kan niets zijn dag nog kappot maken.
Omdat Kris al vroeger op school moest zijn, word Rick door Black naar school gebracht.
“Ik kom je na school ook weer op halen.” Rick bedankt Black en stapt de school poort binnen. Hij zet zich neer op een bank tot de bel gaat. Iedereen van de school is benieuwd naar de uitslag van de examens. Omdat al de scholen van de stad aan de examens hebben mee gedaan, word de uitslag in de grote stedelijke feestzaal uitgebracht. Rick zet zich gewoon ergens neer, normaal moeten ze per klas en per school zitten, maar daar heeft hij eigenlijk geen zin in.
“Hé, van welke school ben jij?” Rick draait zich verschrikt om. Een jongen met een grote uilen bril, rossig haar en heel veel sproeten kijkt hem nieuwsgierig aan.
“Zie nu wat je doet Joshua, je geeft hem haast een hart aanval.” Zegt de jongen er naast.
“Sorry.” Zegt Joshua en kijkt verontschuldigend naar Rick.
Rick wil iets terug zeggen, maar dan word hij door zijn leerkracht geroepen en zet hij zich dus met een zucht bij zijn klas. Na een poosje word er om stilte gevraagd en komt de burgemeester het podium op. Zo als ieder jaar word de uitslag door hem bekend gemaakt. Eigenlijk vind Rick dat ze te veel spel maken rond een uitslag van een speciale examen, maar ja. Omdat hij voor het eerst echtgeïntreseerd is in de uitslag luistert Rick dit jaar heel aandachtig.


“Beste jongeren en leerkrachten. Ook dit jaar weer mocht deze stad de scholen laten mee doen aan de examens van de beroemde privé school van meneer Logan. Vorige jaren kon hij er jammer genoeg zelf niet bij zijn, maar dit jaar is hij hier kunnen komen en zal dan ook persoonlijk de uitslag bekend maken. Een applaus voor meneer Logan!” Iedereen applaudisseert en meneer Logan stapt naar voren. Wat Rick meteen opvalt is dat de man erg op hem zelf lijkt. Buiten de lengte is meneer Logan even mager en bleek, maar dat niet alleen. De haren van meneer Logan zijn even witblond en zijn ogen zijn even blauw als die van Rick. Rick staart verbaasd naar de man voor zich.
“Aller eerst ben ik erg blij om hier persoonlijk te kunnen zijn. Want het is gewoon wonderlijk om ieder jaar te weten dat zo veel jongeren hun best doen om naar mijn school te gaan. Jammer genoeg is het alleen voor de beste onder jullie, maar geen getreur als je er dit jaar niet door bent. Volgend jaar krijg je weer een kans en wie weet dat je er dan wel bij bent.” Zegt Meneer Logan met een brede glimlach. Om één of andere reden heeft Rick direct een hekel aan Logan.
Na die woorden begint meneer Logan met de uitslag. De gene die er door zijn moeten naar voren gaan en krijgen daar een envelop met de gegevens van de school. Zo worden al de scholen afgeroepen en helemaal als laatste blijft de school van Rick over.
“Voor ik aan de laatste begin moet ik nog iets zeggen. Ik zelf heb altijd de examens verbeterd en normaal gezien zijn er ten minsten twee of drie per school door. Maar deze school is anders, ik heb nog nooit zo iets gezien. De uitslag voor deze school is dat er maar één door is en dat is een zekere Rick de Vaart.” Rick verstijft. Hij gelooft het niet, van heel de school is hij de enigste die door is? Onmogelijk! Zijn leerkracht roept hem en pas na de derde keer staat Rick recht en stapt naar voren.
“Proficiat Rick. Hier is de envelop en ik kijk er naar uit om je terug te zien op mijn school.” zegt meneer Logan opgewekt en geeft Rick een hand. Dan buigt meneer Logan zich naar voor. “Zorg dat je de deur hebt geopend tegen dan.” fluistert hij in Ricks oor. Rick staart geschrokken naar meneer Logan die weer gewoon recht staat en zich naar de zaal richt. Even blijft Rick op het podium staan en rent dan zo snel als hij kan naar de wc. Daar blijft hij zitten tot dat hij word geroepen omdat ze weer terug naar de school gaan.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

had niets te doen dus heb ik nog maar wat geschreven :)
----------------------------------------------------------------

De rest van de dag is Rick nog meer aan het denken dan anders. Deze keer laat de leerkracht hem met rust, want die denkt dat Rick nog steeds niet goed is van het nieuws. Zo vliegt de dag voor bij en wanneer de bel gaat verlaat Rick als laatste de klas. Als hij buiten komt ziet hij een groep jongens van zijn klas bij de school poort staan.

Rick kijkt naar de grond en wil zo snel mogelijk voorbij de groep gaan, maar ze houden hem tegen.
“Wie we hier hebben, de winnaar van de school.”
“Dat heb je wel even goed gedaan hé? Met je broer als LO leerkracht en dan meneer Logan.” Rick kijkt hun aan.
“Wat bedoel je?” de groep begint te lachen.
“Moeten we het nog spellen?”
“je hebt vals gespeeld.” Ze knikken allemaal. Rick geloofd zijn oren niet.
“Hoe kan ik nu vals spelen met die examens?” vraagt hij verbaasd. Een van de jongens grijpt hem bij de kraag en duwt Rick tegen de grond.
“Meneer Logan is familie van je, geef nu maar toe! Je hebt gewoon vals gespeeld!”
“Dat is niet waar, ik heb hem nog nooit gezien.”
“Leugenaar!” roept de jongen en slaat Rick in zijn gezicht. Rick probeert zich te weren, maar al snel is het vier tegen één. Rick rolt zich op om zo min mogelijk slagen te krijgen, maar het blijft pijn doen.
“Stop daar mee!” buldert er een kwade stem en het gestamp stopt. Rick opent zijn ogen en ziet Black op hem af lopen.
“Je bleef zo lang weg dus ik kwam kijken, en maar goed ook.” Black tilt hem op en legt Rick op de achterbank. Thuis word Rick verzorgd en in bed gestopt.
“Morgen blijf je thuis en ik zal eens een hartig woordje spreken met de school over die jongens.” Zegt zijn vader woedend.
“Probeer maar wat te slapen.” Zegt zijn moeder lief en ze verlaten de kamer.
Rick sluit zijn ogen en ondanks de pijn valt hij snel in slaap.
Wanneer hij zijn ogen weer open doet is het al weer dag. Er ligt een brief naast zijn bed waarop staat dat zijn ouders naar hun werk zijn en dat Black even was gaan winkelen. Rick legt het briefje weg en probeert nog wat te slapen. Vanaf dat hij in slaap valt heeft hij de droom weer.

“Je bent kwaad, kwaad op die jongens.” Zegt de stem. Het is de eerste keer dat Rick hem iets anders hoort zeggen.
“Ja, ik ben kwaad. Maar hoe weet je dat?”
“ik ben jou. Alles wat jij ziet zie ik en alles wat je voelt voel ik.” Rick snapt er niets van. Maar de stem laat hem niet lang er over na denken.
“Wil je wraak?” vraagt de stem. Rick knikt.
“Mijn vader gaat praten met de school, maar veel heb ik daar niet aan. Ze hebben me in elkaar geslagen gewoon omdat zij jaloers zijn. Als ik kon zou ik hun het zelfde laten voelen als ik nu voel.” Zegt Rick woedend. De stem lacht.
“Dat kan je ook. Al wat je moet doen is deze deur openen en dan help ik jou.”
“Echt? Zou jij me willen helpen?” Zonder verder na te denken stapt Rick op de deur af en grijpt de klink met zijn twee handen vast. Maar wat hij ook trekt de deur wil niet open gaan.
“Waarom gaat hij niet open?”
“Zie je die papieren die overal op de deur geplakt zijn? Haal ze er af, die houden de deur op slot.” Zo snel mogelijk trekt Rick ze er af en probeert de deur nog eens open te trekken. Deze keer gaat die krakend open. Er klinken voetstappen en er komt een persoon uit het donker.
“Eindelijk vrij.” Zucht de persoon. Rick kijkt naar de persoon.
“Help je mij nu?”
“Natuurlijk, beloofd is beloofd.” Zegt de persoon en legt opeens zijn hand op Ricks hoofd..
“Maar jij moet wel een flinke jongen zijn en gaan slapen.” Zegt de persoon en zijn holle lach galmt na in Ricks oren, die op de grond valt en stil aan in slaap valt.


Even later is Black terug van de winkel naar huis aan het rijden als hij het nieuws op de radio hoort.
“Op het moment dat de scholen gedaan waren is er een groep jongeren aangevallen geweest van de school Sint-Jozef. Het gaat om een groep van acht jongeren die momenteel in het ziekenhuis liggen. De getuigen zeggen dat ze één enkele jongeman met pikzwart haar en ogen hebben gezien die de acht aangevallen heeft. Het zou volgens de politie om een afrekening gaan want de jongeman zou gezegd hebben dat als ze nog één keer iemand in elkaar zouden slaan ze het niet meer zouden kunnen na vertellen.” Black is lijkbleek geworden en trapt op zijn gaspedaal. Als hij bij het huis komt laat hij de motor nog draaien en rent met twee treden tegelijk de trap op.
Hij smijt de deur van Ricks slaapkamer open. Daar ziet hij heel de kamer overhoop liggen, het grote raam staat wagen wijd open en bij het raam ligt Rick op de grond.
“Rick!” Nog voor Black iets kan doen rent Ricks moeder langs hem naar Rick toe.
“Black, wat is er hier gebeurd?” vraagt Ricks vader die opeens naast Black staat.
“Ik weet het niet. Terwijl ik boodschappen ben gaan doen moet er iets gebeurd zijn. Maar waarom zijn jullie hier?”
“We hoorden het nieuws over de groep jongeren.” Legt Ricks vader uit.
“Was het….” Ricks moeder kijkt Black met tranen in haar ogen aan.
“Ik vrees van wel. Op één of andere mannier is de zegel die ik op hem heb gelegd verbroken.” Zegt Black met een ongeruste blik in zijn ogen. De dag dat hij Rick terug heeft gebracht bij zijn ouders heeft Black een bescherming over Rick gemaakt zodat, wie die demon ook mocht zijn, nooit meer vrij zou kunnen komen. Het is de sterkste bescherming die Black kan maken en toch is die verbroken geweest. De demon kan nooit zo sterk zijn om het alleen los te maken, dus heeft die hulp hebben gekregen van Rick. Maar die gedachten zijn veel te vreemd vind Black. Dus helpt hij Rick terug in bed en zet zich op de stoel naast Ricks bed. Zijn ouders gaan naar beneden en Black houd zo de wacht.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Tot nu toe vind ik het nog niet ingewikkeld worden, en ik ben benieuwd waar het heen gaat. Vraag me echt wanneer de proloog weer terugkomt in het verhaal :)
Dus helpt hij Rick terug in bed en zet zich op de stoel naast Ricks bed. Zijn ouders gaan naar beneden en Black houd zo de wacht.
Uh, ik dacht Rick weg was. Heeft hij trouwens nu zwart haar omdat ze denken dat hij het heeft gedaan? Of is dat een soort camouflage dekmantel?

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ah spannend, ik vind het leuk, schrijf snel verder.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Uh, ik dacht Rick weg was. Heeft hij trouwens nu zwart haar omdat ze denken dat hij het heeft gedaan? Of is dat een soort camouflage dekmantel?
Als je goed de proloog leest verranderde hij toen ook.
Stil aan begint Black een slecht gevoel te krijgen. Niet door de grijns of door dat Nr.26 kan spreken, maar door iets heel anders.
Ten eerste klonk de stem van Nr.26 daarnet niet als dat van een zestien jarige, maar als dat van een twintiger, en wat er nog gebeurd is dat Nr.26 stil aan begint te veranderen. Het lijkt wel als of hij langer word en tot ieders verbazing word zijn haar pikzwart, net als zijn ogen die ook pikzwart zijn geworden.
Dus het is niet een camouflage :) Vanwegen dat hij toen verranderd was, vermoed Black dat Rick het was geweest. Om kort te zeggen : Rick en die jongeman met zwart haar en ogen zitten in het zelfde lichaam.
Ik zal proberen het wat uit te leggen in het verhaal :)
Laatst gewijzigd door lisbeth op 22 dec 2012 01:59, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Terwijl dat Black de wacht houd heeft Rick de vreemdste dromen. Hij ziet zich zelf om ringt met kinderen in een vervallen huis, niemand durft hem recht aan te kijken, dan ziet hij opeens al die kinderen vechten tegen sterke mannen in zwarte pakken. Eén van die kinderen wijst kwaad naar de mannen en
“Jullie krijgen hem nooit! Verdedig Nr.26!”roept hij, waar na al de kinderen al brullend op de mannen afstormen. Dan schrikt Rick wakker. Verward kijkt hij rond zich.
–Wat is er gebeurd? Waar ben ik?- vraagt Rick zich zelf af en ziet dan Black op de stoel naast zijn bed zitten.
-Oh ja, ik had die deur open gedaan en dan heeft die persoon me geholpen met die jongens. Maar kan hij me eigenlijk helpen als hij in mijn droom zit? Een droom is toch niet werkelijkheid?- Rick snapt er niks van.
“Dus je word toch nog een keer wakker?” zegt Black en Rick schrikt uit zijn gedachten en kijkt Black verward aan.
“Herinner je je nog wat er gebeurd was na dat ik boodschappen ging doen?”
“Niets zeggen.” Sist de stem in Ricks hoofd, dus schud hij van nee.
“Ik ben gaan slapen. Is er iets gebeurd dan?” vraagt Rick zo geschrokken mogelijk. Even kijkt Black hem doordringend aan, maar steld hem dan gerust.
“Niets om je zorgen om te maken.” Hij staat recht en stapt naar de deur. “Ik ben zo terug.”
Rick luisterd tot hij niets meer hoord en zucht diep. Hij was blij dat Black niet door had dat wat er gebeurd was Ricks eigen keuze was geweest. Hij sluit zijn ogen en concentreerd zich.

“Zeg Stem, ik heb geen idee wie jij bent. Maar bedankt voor daar net. Je luisterde te minsten naar mijn wil.” Het blijft stil.
“Je beloofde me te helpen met die pestkoppen, maar jij bent toch mijn verbeelding? Hoe kan je me dan helpen met die jongens?” vraagt Rick en hij hoord de zelfde lach als voor hij daarstraks in slaap was gevalen. Even opend hij zijn ogen weer maar hij is echt alleen in zijn kamer. Weer klinkt die lach.
“Wat is er zo grappig?” vraagt Rick een beetje nieuwsgierig maar ook geïriteerd.
“Gaat jou niets aan mens.” Word hem toe gebeten.
“Kalm aan! Je moet mijn neus er niet afbuiten om dat ik je iets vroeg. Daar straks was je zo vriendelijk.”
“Ha! Dat was alleen maar om er voor te zorgen dat je me zou vertrouwen. Jullie mensen trappen ook overal in.”
“Dus je hebt me er in geluisd?”
“Bingo!” roept de stem zo gezegd blij. Even is het stil tussen hen.
“Dus jij bent echt?”
“Zo echt als jou irritante vragen ja.” Rick is verwonderd hoe de, normaal zo vriendelijke, stem zo anders klinkt.

Na een poosje krijgt Rick wat dorst dus staat hij op en gaat naar de keuken om wat te drinken.
Daar hoord hij zijn ouders met Black praten.
“En al enig nieuws over de jongens?”
“Ze zijn zwaar toe getakeld. Ze zeggen dat de jongeman haast bovennatuurlijk sterk was. Ook hebben ze allemaal bevestigd dat de persoon een jongeman tussen de twintig a vijventwintig is, met pik zwart haar en ogen.”
“Het kan niet anders dan dat Hij het was.”
Rick is zo verrast over het nieuws dat hij zich naar zijn kamer snelt.
“Is het waar? Heb jij dat gedaan?”
“Wie anders? Ik zeg nooit nee tegen een vechtpartij”
“Maar hoe? Jij bent in mijn hoofd, je kunt toch niet zomaar uit me gaan of wel?”
“Natuurlijk niet, jij was in slaap terwijl ik je lichaam overnam.”
“Mijn lichaam?” Er klinkt gezucht.
“Wat was je beter twee jaar geleden.” Rick schiet recht op in zijn bed.
“Wat weet jij van twee jaar geleden?” Maar in plaats van antwoord te geven praat de stem gewoon verder.
“Oh en trouwens, als die monk nog eens zo iets probeerd als twee jaar geleden, het zal niet werken. Ik heb zijn truc door.”
“Waar heb je het toch over? Wat is er twee jaar geleden dan gebeurd?” vraagt Rick, maar de deur gaat open en Black komt weer binnen samen met Ricks moeder.

Na vier keer moeten antwoorden dat echt alles goed met hem gaat mag Rick de volgende dag toch weer naar school. Daar word hij nog meer vermeeden dan anders. Wanneer hij op de wc zit hoord hij jongens fluisterend tegen elkaar vertellen over de vreemde, enge jongeman met pik zwart haar en ogen. Eigenlijk vind Rick het best nog wel grappig, iedereen heeft schrik van Rick ook al weet niemand dat het eigenlijk hij zelf was die de jongens hun verdiende loon had gegeven. Oké, zijn lichaam was overgenomen door die jongeman, maar het is toch met zijn lichaam gedaan. Ondanks dat hij van dit alles geniet zit hij nog steeds veel na te denken. Hij heeft geen flauw idee waarom de stem Monk tegen Black zegt en wat hij bedoelde met twee jaar geleden. Zou er iets gebeurd zijn toen? Tot zijn grote frustratie kan Rick zich niets meer herinneren van twee jaar geleden. Dus toen hij opeens naar de directeur toe moest was hij zo slecht gezind als hij maar zijn kon. Hij klopt erg hard op de deur van de directeurs bureau.
“Binnen” klinkt er en Rick stapt naar binnen.
“Zet u maar neer.” Zegt de directeur, die even op kijkt van achter een mapje met papieren.
“Goed, ik wou even praten over het voorval met onze andere studenten. Waarom heb je het niet gewoon gemeld? Iemand anders sturen om hen in het ziekenhuis te slaan is echt niet de oplossing. Iedereen heeft nu schrik van jou en niemand wil nog met jou praten. Dat is nu niet echt een goede sfeer je laatste dag op deze school te eindigen.” Zegt de directeur wat bezorgd. Er ontsnapt een vreemde giechel uit Ricks mond waar hij zelf van verrast is. De directeur kijkt eerst verbaasd maar dan boos.
“Vind je dit soms grappig meneer de Vaart?” vraagt hij kwaad.
“Euh nee, sorry het ontsnapte me gewoon. Vast de zenuwen.” Even zwijgen ze alle twee, maar dan opent Rick zijn mond weer zonder dat hij er echt bij na denkt.
“Maar eerlijk gezegd vind ik het niet echt erg. Al sinds dat ik hier op deze school kwam werd ik uitgesloten. Niet dat het me iets uitmaakte, ik ben nu eenmaal een appart geval.” Zegt Rick rustig en kijkt de directeur recht aan.
“Wat er gebeurd is met die laffaards is mijn doen, en ook al vind iedereen het erg het is hun verdiende loon. Dat is wat ik er van vind en zelfs uw gebabbel kan me er niet anders over laten denken.” Dan klinkt de schoolbel en dus staat Rick recht, groet de stomverbaasde directeur en verlaat de school. Vandaag was het de laatste dag dat Rick op Sint-Jozef zat. Vanaf de maandag zou hij naar de privé school gaan, maar eerst een weekendje bij zijn grootvader.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Ben niet echt zeker over dit stuk, heb het verschillende keren herschreven. Maar kom toch steeds weer ongeveer op hetzelfde terecht dus ga ik het toch posten.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Na een lange rit waren ze bij het kleine huisje aangekomen. Ricks grootvader had al thee klaar staan voor hem en wat koffie voor Black. Na dat ze wat gezellig gepraat hadden was Black vertrokken en nu zat Rick alleen op zijn bed. Hij had geen idee hoe hij over de Stem en het boek zou moeten beginnen. Zou hij gewoon naar grootvader toe gaan en het rechtstreeks vragen? Maar wat als grootvader hem niet zou geloven? Rick zucht.
“Wat een zucht jongeman.” Rick verschiet en ziet zijn grootvader in de deur opening staan.
“Het spijt me dat ik je laat schrikken, maar ik had al vier keer geklopt en je gaf maar geen antwoord.”
“Sorry.” Zegt Rick verontschuldigend, maar zijn grootvader lacht.
“Laat maar, ik denk dat ik al weet wat jou dwars zit. Je wilt me iets vragen, maar je hebt geen idee hoe er over te beginnen. Heb ik het juist?” vraagt zijn grootvader glimlachend en verwonderd knikt Rick.
“Wel, aller eerst ga ik me neer zetten.” En grootvader zet zich naast Rick op het bed.
“Ik vermoed dat je het verhaal van Jasper en Jacob wil weten, of niet soms? Volgens mij ken het verhaal al van Evert.” Rick Kijkt van grootvader verrast aan.
“Haha, ik heb het boek in je rugzak zien zitten. Je ouders hadden het verstopt, maar blijkbaar niet goed genoeg verstopt.”
“Ik vond het op zolder. Jammer genoeg is de helft leeg.”
“Ja, dat komt omdat bijna niemand de rest weet. Mijn vader wist het en heeft het me verteld. Maar omdat ik het boek niet had kon ik het er niet in schrijven.” Legt grootvader uit.
Rick kijkt zijn grootvader vol hoop aan.
“Weet u dan het vervolg?” zijn grootvader knikt lachend.
“Ik wil het horen.” Dus zet grootvader zich wat beter op het bed en begint te vertellen.


“Wel dan, het verhaal gaat zo. Nadat Evert dus een band met de demon had gemaakt was het zo dat die kracht over ging naar de oudste zoon. Elke generatie ging dat goed tot op het moment van Jacob en Jasper. Ze waren namelijk een tweeling, en door een ongeluk was iedereen die bij de geboorte was omgekomen bij een brand. Alleen de twee jongens hadden het wonder boven wonder overleefd. Niemand wist dus wie van de twee het eerst geboren was. Dus gingen ze wachten tot dat de tweeling achtien zou worden met kiezen van een opvolger.
In de jaren dat ze groeide merkte de mensen al snel dat de twee totaal verschilend waren. Jasper was een sterk en een grote wildebras, terwijl Jacob een rustige en vriendelijke jongen was. Stil aan begonnen de mensen Jasper te zien als de opvolger, want alleen iemand die sterk is zou de demonkoning kunnen worden. Dus kreeg Jasper een sterke training terwijl Jacob leerde hou hij zijn broer in de toekomst kon verdedigen.”


“Vond Jacob dat dan niet erg? Niemand wist toch wie de echte opvolger was?” zegt Rick wat verontwaardigd. “Als ik in zijn plaats was zou ik kwaad geweest zijn op al die mensen.”
“En ik denk niet alleen jij, maar Jacob was helemaal niet boos, nee, hij was zelfs blij dat hij niet de opvolger zou zijn. Hij had al de dingen die zijn vader moest doen gezien en dat zag hij totaal niet zitten. Maar ookal was het al geregeld dat Jasper de nieuwe koning zou worden, toch was de helft van het koningkrijk voor Jacob.
Dan kwam eindelijk de dag dat ze achtien werden. Die dag was het grote moment, want nu moesten ze een demon vinden en er een contract mee sluiten. Ze werden alle twee naar een veld gebracht waar er vier grote houten palen in de grond staken, één in het het noorden, oosten, westen en in het zuiden. Daar tussen zaten er demons die vast op aarden zaten. Jasper stapte meteen naar voor en ging op zoek naar een demon die even sterk en wild was als hij zelf. Jacob daar in tegen zette zich gewoon neer op een steen en keek rond zich. Op het einde van de dag had alleen Jasper een contract en dus was hij toen echt officieel de opvolger.”


Rick slaakt een zucht van teleur stelling.
“Ik had nu echt verwacht dat het Jacob ging zijn.” Zijn grootvader moet lachen.
“Wacht even, het is nog niet gedaan.”
“Oh nee?” Grootvader schud zijn hoofd.
“Oh nee, Jasper is al die jaren opgevoed geweest als de opvolger van zijn vader. Maar op de dag dat hij zou gekroond worden kwam Jacob uit het bos, en raad eens? Hij had ook een contract.”
“Echt? Maar hoe heeft hij dat dan gedaan?”
“Niemand weet het. Iedereen was stom verbaasd dat de twee jongens de kracht hadden. Jasper werd woedend op zijn broer en beweerde dat het een truc was, maar toen kwam de helf van het volk in op stand. Na lang en veel gepraat besloot de raad dat het land werd gesplitst en dat elk een deel kreeg om over te regeren. Jaren lang ging dat zonder problemen tot dat op een dag bleek dat Jacob overleden was. En zijn zoon had vreemd genoeg niet de kracht. Iedereen beweerde dat het kwam door dat Jacobs contract een truc was geweest. Dus werd zijn deel van het land terug aan Jasper gegeven, want hij was de echte demonkoning.”

“Dat is één grote leugen.” Gromt de stem in Rick. Omdat hij zo naar het verhaal aan het luisteren was schrok Rick zo erg dat hij half van het bed viel. Zijn grootvader moest grinniken.
“Zo te zien is er eentje niet met mijn verhaal eens. Die demon in jou, hij is kwaad hé?” Rick staard vol ongeloof naar zijn grootvader.
“Hoe weet u dat ik..?”
“Een demon in jou hebt? Wel dat komt omdat iedere man die de kracht bezat kreeg witblond haar en helder blauwe ogen nadat hij een contract had gemaakt. Maar ik was niet echt helemaal zeker.”
“Was het verhaal dan niet waar dat u net vertelde?”
“Jawel, dit was de waarheid die ik van mijn vader gehoord heb, die het ook weer van zijn vader gehoord heeft. Ookal geloofd jou vader er niets van, hij kent het verhaal ook. Maar genoeg daar over, vertel eens wat over die jongeman in jou. Hoe sterk is hij?”
“Ehm, ik heb hem nog maar net bevrijd, en veel praat hij niet. Als hij wat zegt is het op zo een snauwende en bespotelijke manier dat ik er geïriteerd van raak.” Zegt Rick, die weer op het bed gaan zitten is.
“Zeg, ik weet dat je me hoord. Zou je je zelfs eens willen laten zien?”
“Ha! Wie denkt hij niet wie hij is?”
“Hm, ik denk niet dat hij zich wil laten zien grootvader.” Zucht Rick.
“Dat dacht ik al, hij heeft schrik. Of hij is niet zo sterk, dat kan ook. Alleen sterke demons kunnen zich laten zien of lichamen over nemen. En omdat het al eens gebeurd was dacht ik dat hij sterk was. Maar ik kan me ook vergissen.” Zegt zijn grootvader teleurgesteld.
“Oh wel, ik ga dan maar eens de afwas doen. Ik kan moeilijk dagen wachten tot hij genoeg kracht of moed verzameld heeft om zich te laten zien.”
“Wie denk jij wel niet dat je bent om zo over mij te spreken, jij kleine miezerige sterveling!”
Verrasd draaien ze zich tegelijk om en staren naar de grote kleerkast, waar in het midden een grote spiegel is. In plaats van Ricks spiegelbeeld staat er een jongeman man met pikzwart haar en ogen.
“Hahaha, ik wist wel dat hij het niet kon verdragen. Jullie demons zijn zo rap op jullie tenen getrapt als het om moed en kracht gaat.” Lacht grootvader triomfelijk. Even denkt Rick verbazing in de demon zijn ogen te zien maar al snel wisseld die verbazing met woede.
“Je hebt me er in geluisd.” Sist hij kwaad.
“Tja, jullie zijn niet beter. Of wel soms?”
Daarop weet de jongeman niets te zeggen. Rick kijkt vol verwondering naar de jongeman.
“Wat zit jij te staren?”Snauwt die tegen Rick.
“Ik had je nooit zo verwacht. Ik hoorde steeds alleen maar je stem.” De demon kijkt weer naar grootvader.
“Zo als je ziet ben ik sterk.”
“Zeg dat wel, welke rang ben je?”
De jongeman staard alleen maar vijandig naar hen.
“Je mag al blij zijn dat ik hier ben en je het er levend vanaf brengt, ouwe.”
De ogen van hem kijken de kamerrond. Er verschijnt een grijns op zijn gezicht. “Zo, heb je die monk eindelijk kunnen afschudden? Het werd tijd.”
“Monk?” Rick richt zich naar de jongeman. “Dat heb je al een paar keer gezegd. Wat is een monk?”
“Die ‘schoothond’ van bij jou thuis is er eentje. Heeft een even grote hekel aan ons als wij aan jullie mensen.”
“Bedoel je Black? Maar die is helemaal geen schoothond, hij beschermd me.”

“Dat is het zelfde, waar jij heen gaat gaat hij ook.” Rick wil nog protesteren maar de jongeman zucht en kijkt hen verveeld aan.
“Ik dacht dat ik eindelijk wat plezier kon maken, maar jullie zijn saai. Tot de volgende Nr.26.” En weg is de jongeman, Rick ziet zijn eigen spiegelbeeld weer.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Hmm ik vind het best goed gelukt, alleen ik vind zijn opa wel heel rustig, en het lijkt of de opa niks weet van 2 jaar geleden. De demon heeft mensen aangevallen, en dat maakt opa blijkbaar niet zo veel uit, hoezo? Kun je opa iets meer diepgang geven?
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Ik heb wat dingen aangepast, laat maar weten of dit beter is dan het vorige
-------------------------------------------------------------------------------------

Na een lange rit waren ze bij het kleine huisje aangekomen. Ricks grootvader had al thee klaar staan voor hem en wat koffie voor Black. Na dat ze wat gezellig gepraat hadden was Black vertrokken en nu zat Rick alleen op zijn bed. Hij had geen idee hoe hij over de Stem en het boek zou moeten beginnen. Zou hij gewoon naar grootvader toe gaan en het rechtstreeks vragen? Maar wat als grootvader hem niet zou geloven? Rick zucht.
“Wat een zucht jongeman.” Rick verschiet en ziet zijn grootvader in de deur opening staan.
“Het spijt me dat ik je laat schrikken, maar ik had al vier keer geklopt en je gaf maar geen antwoord.”
“Sorry.” Zegt Rick verontschuldigend, maar zijn grootvader lacht.
“Laat maar, ik denk dat ik al weet wat jou dwars zit. Je wilt me iets vragen, maar je hebt geen idee hoe er over te beginnen. Heb ik het juist?” vraagt zijn grootvader glimlachend en verwonderd knikt Rick.
“Wel, aller eerst ga ik me neer zetten.” En grootvader zet zich naast Rick op het bed.
“Ik vermoed dat je het verhaal van Jasper en Jacob wil weten, of niet soms? Volgens mij ken het verhaal al van Evert.” Rick Kijkt van grootvader verrast aan.
“Haha, ik heb het boek in je rugzak zien zitten. Je ouders hadden het verstopt, maar blijkbaar niet goed genoeg verstopt.”
“Ik vond het op zolder. Jammer genoeg is de helft leeg.”
“Ja, dat komt omdat bijna niemand de rest weet. Mijn vader wist het en heeft het me verteld. Maar omdat ik het boek niet had kon ik het er niet in schrijven.” Legt grootvader uit.
Rick kijkt zijn grootvader vol hoop aan.
“Weet u dan het vervolg?” zijn grootvader knikt lachend.
“Ik wil het horen.” Dus zet grootvader zich wat beter op het bed en begint te vertellen.

“Wel dan, het verhaal gaat zo. Nadat Evert dus een band met de demon had gemaakt was het zo dat die kracht over ging naar de oudste zoon. Elke generatie ging dat goed tot op het moment van Jacob en Jasper. Ze waren namelijk een tweeling, en door een ongeluk was iedereen die bij de geboorte was omgekomen bij een brand. Alleen de twee jongens hadden het wonder boven wonder overleefd. Niemand wist dus wie van de twee het eerst geboren was. Dus gingen ze wachten tot dat de tweeling achtien zou worden met kiezen van een opvolger.
In de jaren dat ze groeide merkte de mensen al snel dat de twee totaal verschilend waren. Jasper was een sterk en een grote wildebras, terwijl Jacob een rustige en vriendelijke jongen was. Stil aan begonnen de mensen Jasper te zien als de opvolger, want alleen iemand die sterk is zou de demonkoning kunnen worden. Dus kreeg Jasper een sterke training terwijl Jacob leerde hou hij zijn broer in de toekomst kon verdedigen.”

“Vond Jacob dat dan niet erg? Niemand wist toch wie de echte opvolger was?” zegt Rick wat verontwaardigd. “Als ik in zijn plaats was zou ik kwaad geweest zijn op al die mensen.”
“En ik denk niet alleen jij, maar Jacob was helemaal niet boos, nee, hij was zelfs blij dat hij niet de opvolger zou zijn. Hij had al de dingen die zijn vader moest doen gezien en dat zag hij totaal niet zitten. Maar ookal was het al geregeld dat Jasper de nieuwe koning zou worden, toch was de helft van het koningkrijk voor Jacob.
Dan kwam eindelijk de dag dat ze achtien werden. Die dag was het grote moment, want nu moesten ze een demon vinden en er een contract mee sluiten. Ze werden alle twee naar een veld gebracht waar er vier grote houten palen in de grond staken, één in het het noorden, oosten, westen en in het zuiden. Daar tussen zaten er demons die vast op aarden zaten. Jasper stapte meteen naar voor en ging op zoek naar een demon die even sterk en wild was als hij zelf. Jacob daar in tegen zette zich gewoon neer op een steen en keek rond zich. Op het einde van de dag had alleen Jasper een contract en dus was hij toen echt officieel de opvolger.”

Rick slaakt een zucht van teleur stelling.
“Ik had nu echt verwacht dat het Jacob ging zijn.” Zijn grootvader moet lachen.
“Wacht even, het is nog niet gedaan.”
“Oh nee?” grootvader schud zijn hoofd.
“Oh nee, Jasper is al die jaren opgevoed geweest als de opvolger van zijn vader. Maar op de dag dat hij zou gekroond worden kwam Jacob uit het bos, en raad eens? Hij had ook een contract.”
“Echt? Maar hoe heeft hij dat dan gedaan?”
“Niemand weet het. Iedereen was stom verbaasd dat de twee jongens de kracht hadden. Jasper werd woedend op zijn broer en beweerde dat het een truc was, maar toen kwam de helf van het volk in op stand. Na lang en veel gepraat besloot de raad dat het land werd gesplitst en dat elk een deel kreeg om over te regeren. Jaren lang ging dat zonder problemen tot dat op een dag bleek dat Jacob overleden was. En zijn zoon had vreemd genoeg niet de kracht. Iedereen beweerde dat het kwam door dat Jacobs contract een truc was geweest. Dus werd zijn deel van het land terug aan Jasper gegeven, want hij was de echte demonkoning.”
“Dat is één grote leugen.” Gromt de stem in Rick. Omdat hij zo naar het verhaal aan het luisteren was schrok Rick zo erg dat hij half van het bed viel. Zijn grootvader moest grinniken.
“Zo te zien is er eentje niet met mijn verhaal eens. Die demon in jou, hij is kwaad hé?” Rick staard vol ongeloof naar zijn grootvader.
“Hoe weet u dat ik..?”
“Een demon in jou hebt? Wel dat komt omdat iedere man die de kracht bezat kreeg witblond haar en helder blauwe ogen nadat hij een contract had gemaakt. Maar ik was niet echt helemaal zeker.”
“Was het verhaal dan niet waar dat u net vertelde?”
“Jawel, dit was de waarheid die ik van mijn vader gehoord heb, die het ook weer van zijn vader gehoord heeft. Ookal geloofd jou vader er niets van, hij kent het verhaal ook. Maar genoeg daar over, vertel eens wat over die jongeman in jou. Hoe sterk is hij?”
“Ehm, ik heb hem nog maar net bevrijd, en veel praat hij niet. Als hij wat zegt is het op zo een snauwende en bespotelijke manier dat ik er geïriteerd van raak.” Zegt Rick, die weer op het bed gaan zitten is. Zijn grootvader bekijkt Rick goed.
“En heeft hij, je weet wel, mensen vermoord?” Rick kijkt geschrokken naar zijn grootvader. Daar heeft hij zelf nog niet eens aan gedacht. Wat als hij mensen heeft vermoord? Wie weet heeft de demon wel vaker zijn lichaam overgenomen en zo mensen vermoord. Is hij zelf dan een moordenaar?
Grootvader ziet hoe geschrokken Rick kijkt en legt zijn hand op Ricks schouder.
“Rusitg maar, je kunt er zelf niets aan doen. Ik wou het gewoon weten omdat mijn vader verteld had dat demonen vaak mensen doden. Ik moet toe geven dat ik even erg geschrokken keek als jij nu, toen ik het hoorde en toen ik jou terug zag twee jaar geleden.”
“Weet u wat er twee jaar geleden gebeurd is?” vraagt Rick hoopvol maar grootvader schud zijn hoofd.
“Ik kwam op een dag op bezoek bij jullie en toen zag ik jou. Natuurlijk moesten je ouders alles uitleggen, maar al wat ze verteld hebben is dat iemand zomaar voor de deur stond met jou in de armen.” Rick is verbaasd dat zelfs zijn grootvader niets weet. Zijn grootvader glimlacht en veranderd van onderwerp.
“Maar over mijn vraag daarnet, of hij het nu gedood heeft of niet, niemand kan hem toch stoppen ook zou jij of ik het willen.”
“Ha, hij moest eens proberen in mijn weg te staan.” Weer schrikt Rick, maar deze keer van de gemene lach. Grootvader moet lachen van Ricks gezicht.
“Zeg, demon, ik weet dat je me hoord. Zou je je zelfs eens willen laten zien?”
“Ha! Wie denkt hij niet wie hij is?”
“Hm, ik denk niet dat hij zich wil laten zien grootvader.” Zucht Rick, die eigenlijk ook wel nieuwsgierig is naar hoe de demon er uit zou zien.
“Dat dacht ik al, hij heeft schrik. Of hij is niet zo sterk, dat kan ook. Alleen sterke demons kunnen zich laten zien of lichamen over nemen. En omdat het al eens gebeurd was dacht ik dat hij sterk was. Maar ik kan me ook vergissen.” Zegt zijn grootvader teleurgesteld.
“Oh wel, ik ga dan maar eens de afwas doen. Ik kan moeilijk dagen wachten tot hij genoeg kracht of moed verzameld heeft om zich te laten zien.”
“Wie denk jij wel niet dat je bent om zo over mij te spreken, jij kleine miezerige sterveling!”
Verrasd draaien ze zich tegelijk om en staren naar de grote kleerkast, waar in het midden een grote spiegel is. In plaats van Ricks spiegelbeeld staat er een jongeman man met pikzwart haar en ogen.
“Hahaha, ik wist wel dat hij het niet kon verdragen. Jullie demons zijn zo rap op jullie tenen getrapt als het om moed en kracht gaat.” Lacht grootvader triomfelijk maar ook wat verrasd. Even denkt Rick verbazing in de demon zijn ogen te zien maar al snel wisseld die verbazing met woede.
“Je hebt me er in geluisd.” Sist hij kwaad.
“Tja, jullie zijn niet beter. Of wel soms?” Daarop weet de jongeman niets te zeggen. Rick kijkt geschrokken naar zijn grootvader.

–Dat hij zo durft te spreken tegen de demon. Zei grootvader niet net dat de demon sterk is als hij zichzelf zo kan laten zien? Ik hoop dat er niets ergs gaat gebeuren.-
Rick kijkt vol verwondering naar de jongeman. Hij vind hem best wel cool, met die zwarte ogen en zwart haar.
“Wat zit jij te staren?”Snauwt de demon tegen Rick.
“ik, ik had je nooit zo verwacht. Ik hoorde steeds alleen maar je stem.” stammelt Rick.
De demon kijkt weer naar grootvader.
“zo als je ziet ben ik sterk.”
“Zeg dat wel, welke rang ben je?”
De jongeman staard alleen maar vijandig naar hen.
“Je mag al blij zijn dat ik hier ben en je het er levend vanaf brengt, ouwe.”
De ogen van hem kijken de kamerrond. Er verschijnt een grijns op zijn gezicht. “Zo, heb je die monk eindelijk kunnen afschudden? Het werd tijd.”
“Monk?” Grootvader kijkt erg verbaasd van de jongeman naar Rick.
“Dat heb je al een paar keer gezegd. Wat is een monk?” vraagt Rick.
“Die ‘schoothond’ van bij jou thuis is er eentje. Heeft een even grote hekel aan ons als wij aan jullie mensen.”
“Bedoel je Black? Maar die is helemaal geen schoothond, hij beschermd me.”
“Dat is het zelfde, waar jij heen gaat gaat hij ook.” Rick wil nog protesteren maar de jongeman zucht en kijkt hen verveeld aan.
“Ik dacht dat ik eindelijk wat plezier kon maken, maar jullie zijn saai. Tot de volgende Nr.26.” En weg is de jongeman, Rick ziet zijn eigen spiegelbeeld weer.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

“En weg is hij. Zo te zien is hij niet echt gesteld op mensen.” Zegt grootvader en Rick moet hem toegeven dat de jongeman erg vijandig tegen hen deed.
“Grootvader, wat is een monk?” Grootvader staat recht en loopt naar de living. Rick volgt hem en ziet hoe grootvader een oude boek uit de boekenkast neemt.
“Als ik het juist heb is een monk een woord voor wat wij een monnik noemen. De demonen van vroeger hadden voor niemand schrik, behalven voor de monniken. Door hun gaven konden ze demonen uitdrijven en ze vernietigen. Maar wat ik niet snap is dat die jongeman van jou Black een monk noemt. Normaal gezien zouden er bijna geen monniken meer bestaan, ik las laatst dat de aller oudste en sterkste monnik al bijna twee jaar dood zou zijn.”
“Maar Black is helemaal geen monnik, hij is gewoon een bodyguard door mijn ouders ingehuurd. Kris heeft er ook al een gehad tot dat hij oud genoeg was, dus vreemd is het niet.”
“Hm, toch klopt er iets niet. De bodyguards van jou broer waren nette mannen van een bedrijf, maar Black werkt voor geen enkel bedrijf en hij ziet er meer uit als een crimineel dan een bodguard.” Nu kijkt Rick boos naar zijn grootvader.
“Black is mijn vriend en bodyguard, ik wil niet dat je zo over hem spreekt.” Zegt Rick boos. Grootvader ziet dat hij te ver is gegaan en verontschuldigd zich. Rick neemt het aan en zet zich neer in de zetel.
De rest van de dag praten Rick en zijn grootvader veel over de geschiedenis van hun familie. Opeens krijgt Rick een idee en pakt het dikke boek.
“Grootvader, zou je me willen helpen om een stamboom te maken? De helft van dit boek is leeg en ik zou wat u me verteld hebt er in schrijven plus een stamboom.”
“Dat is een zeer goed plan.” En zo werken ze samen aan het boek en de stamboom.
Zondag middag bekijkt Rick de stamboom en de foto’s die hij op zolder had gevonden.
“Nu moeten alleen jij, Kris en de rest van Jacobs familie er op.” Zegt grootvader.
“Grootvader? Hoe komt het dat ik al op foto’s sta waar Kris nog klein is?” vraagt Rick opeens. Grootvader denkt even goed na.
“Ik denk dat je dat het best aan je ouders kunt vragen.”
“Die zeggen me toch niets.” Zucht Rick. “Ik mocht zelfs nooit ietsover mijn familie weten, laat staan dat ze me dan over die foto’s vertel die ik op zolder gevonden heb.” Grootvader twijfeld nog even maar neemt dan een besluit.
“Goed dan. De waarheid is dat jij de oudste bent en niet Kris.” Rick staart vol verbazing zijn grootvader aan.
“Maar hoe...”
“Waarschijnlijk komt dat door die demon in jou. Je was ongeveer acht a negen jaar toen je na een uitstap met school niet terug was gekomen. Je leerkracht was in tranen en je ouders werden gebeld dat je in de bergen spoorloos was verdwenen. Een deel van je klas was in shok en waren dingen aan het stamelen dus vreesde de politie het ergste.” Rick luistert met grote ogen vol ongeloof naar het verhaal.
“Na weken gezocht te hebben gaven ze het op en waande ze je dood. Kun je je voorstellen hoe blij je ouders zijn dat ze je na twaalf jaar terug hebben?”
“Twaalf jaar! Hoe komt het dat ik twaalf jaar spoorloos verdwenen was zonder dat er ook maar iemand me herkende? En hoe komt het dat ik nog maar zeventien ben?” De vragen blijven maar komen.
“Dat is een mystery voor ons allemaal. Alleen jij zou het kunnen weten, maar jij bent je geheugen kwijt.” Grootvader kijkt Rick aan en glimlacht hem geruststellend toe.
“Maak je maar geen zorgen over het verleden. Je bent nu hier, gezond en wel. En je mag naar de speciale school die oh zo beroemd is.” Ondanks dat Rick vol met vragen zit en zich onrustig voelt moet hij toch glimlachen. Zijn grootvader weet altijd iemand op te vrolijken.
“Kom, het is tijd om te eten. Wat dacht je er van als we naar de frituur gaan?”
“Ik heb niet echt honger.” Zegt Rick, maar dan gromt zijn maag luid. Meteen schieten grootvader in de lach en even later lacht Rick even hard.

Die avond kan Rick niet slapen. Alles wat hij dit weekend gehoord heeft spookt door zijn hoofd heen en de vragen stapelen zich op.
“Zeg stem, weet jij soms wat er in die twaalf jaar met me gebeurd is?” vraagt Rick, maar het blijft stil.
“Jij ook al niet? Het is zo vreemd om te horen dat ik twaalf jaar spoorloos was en dat ik maar zes jaar ouder ben geworden. Het lijkt wel als of ik in een slaap heb gelegen voor zes jaar en dan zes jaar wakker ben geweest.” Een hele tijd luistert Rick of hij de stem misschien kan horen, maar het blijft stil.
“Ik weet dat je een hekel aan mensen hebt, maar ergens hoop ik toch dat jij en ik vrienden kunnen worden.” Rick hoord de holle lach.
“Vrienden? Dan kan je lang wachten. Jij bent gewoon een tijdelijk lichaam waar ik in verblijf, meer niet.”
“Maar je hebt me geholpen met die jongens van op school.”
“Omdat dat de enige manier was om vrij te geraken.”
“Ik zie het anders. Hoe je het ook draait of keert, jij hebt mij geholpen. En ooit zal ik jou helpen, met wat dan ook.”
“Ha! Het enigste waar je me mee kunt helpen is met me een eigen lichaam te geven. Maar dat is onmogelijk voor een mens zo zwak als jij.”
“Een eigen lichaam? Is dat wat je wilt?” De stem blijft stil.
“Goed dan, zeg me hoe ik je daar mee kan helpen en ik doe alles wat ik kan om je te helpen.”
“Luisterde je niet? Het is onmogelijk.”
“Maakt mij niet uit. Een vriend helpt een vriend, dus ik doe er echt alles aan om jou te helpen.” Rick geeuwt.
“Jullie mensen zijn echt zo dom, moet ik het er soms in...” De rest hoort Rick niet meer want hij is in een diepe slaap gevalen. Van uit de spiegel staart de jongeman naar Rick.
“Mensen zijn vreemd. Maar wat als deze gelijk heeft?” de jongeman schud zijn hoofd.
“Nee nee nee, Ik val niet nog eens voor die truc. Mensen zijn gevaarlijk, ze hebben een hekel aan ons en willen ons dood.” De jongeman verdwijnt uit de spiegel en de rust keert weer in de slaapkamer.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 01 jan 2013 18:55, 3 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ja beter :)
En spannend!
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

het zal wat langer duren voor een vervolg, ik heb namelijk twee a drie verschillende versies en ben er niet echt content van, vind dat het iets mist.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Oeps ik liep een beetje achter :O Maar ik ben weer helemaal bijgelezen. Ik vind het nog steeds spannend. En ik vraag me af wat die Demon gaat doen met Rick. Hij zit er niet zomaar.

Ik heb uit je laatste stuk de taalfouten eruit gevist. Het zijn kleine dingetjes. Als je het fijn vindt, zal ik het in het vervolg blijven doen :)
Kris heeft er ook al gehad tot dat hij oud genoeg was, dus vreemd is het niet.”
al gehad = al een gehad
Ik mocht zelfs nooit over mijn familie weten
nooit over = nooit iets over
Een deel van je klas was in schok
schok = shock
Rick luisterd met grote ogen vol ongeloof naar het verhaal
luisterd = luistert
Kun je je voorstellen hoe blij je ouders zijn dat ze je na twaalf terug hebben?
twaalf terug = twaalf jaar terug
Omdat dat de enigste manier was om vrij te geraken
Het enigste waar je me mee kunt helpen

Enigste bestaat niet ;) het is altijd enige
Rick geewt.
geewt = geeuwt

Ga zo door! Ben benieuwd hoe het verder gaat :)
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Plaats reactie

Terug naar “De Boekenplank”