@Saskia, NOg 1 of 2 okee, dan komt je favorite

De prins op het witte paard xD haha, jaa nog ff :p en bij je arm uit de kom kun je nog wel alles bewegen alleen niet zo goed. Er zijn gewoon vet veel mensen die zelf hun arm uit de kom kunnen halen

, vind ik nog steeds griezelig xD haha.
@Romy: Aah dat maakt me blij

Altijd geweldig om te horen als iemand het verhaal kan voelen:D
@Maaike, uh iedereen die zin heeft om te kijken staat te kijken. Mag ik vragen wat je in de war maakte? Dan ga ik even kijken of ik het kan aanpassen.
@Maaike en Chris, I know dat daar geen bloed bij vrijkomt, maar wie heeft gezegd dat dit de enige straf is die aan de palen wordt gegeven

. ghehe. Ooh en dank je voor het foutje

. Zo te zien was mn hoofd weer overal en nergers.
Ziet iemand de tekt heel raar? Alles groot gedrukt bijv. Saskia had dit, maar op mijn pc is het normaal
Intermezzo
Toen ik bijkwam hing ik niet meer tussen de palen. Even had het allemaal op een droom geleken, tot ik me natuurlijk bewoog en mijn armen het hadden uitgeschreeuwd van de pijn. Volgens Garen, de man die mij had verzorgd, had ik beiden armen uit de kom gehaald. Daarbij waren zo'n beetje alle spieren in mijn armen gescheurd. Weken leefde ik in de kwellende pijn dat ik het bij iedere beweging wel kon uitschreeuwen. Het bracht wel één voordeel, ik niet hoefde te trainen, of eigenlijk kon ik gewoon niet trainen. Het maakte ook niet uit of ik nu trainde. Torak had een ander plan met me terwijl ik genas. Hij ging een belofte vervullen waar ik in die weken niet eens aan had gedacht. We gingen naar Kempten. Ik was er blijer mee dan met al het andere. Niet alleen omdat ik dan meer kon zien van de wereld, maar ook omdat ik dan even weg kon.
In die weken was het kamp vreselijk geweest. Als niemand toezicht hield, teisterde de jongeren me omdat ik niet hoefde te trainen, omdat ik weer werd voorgetrokken. En ik had niemand waar ik wat troost bij kon vinden. Ik was woedend op Mattue dat hij niets had gedaan, dat hij geeneens in de buurt was gebleven.
Zelfs zijn laatste poging om het goed te maken voor ik vertrok, ramde ik aan scherven.
Een nieuwe wereld
Het grenswoud, Agiama
"Shanara, het spijt me. Maar ik kon toch niets doen! Wilde je mij er dan naast zien hangen?"
Het donkerharige meisje had al zoveel van Mattues excuses woedend afgewezen dat zelfs hij zijn rust niet meer kon bewaren.
"Ik ving anders ook de klap van de stok voor jou op!"
Mattue's vuisten balden zich. Voor het eerst was ook hij echt boos. "Daar had ik niet om gevraagd! Dat had je helemaal niet moeten doen!"
Shanara blies haar wangen op en liep van hem weg, naar het water om haar warme schouders nog eens te koelen. De botten waren wel weer gezet, maar dat deed ze niet veel beter voelen. Mattue pakte haar hand vast voor ze te ver weg kon komen. Meteen gilde het meisje in pijn. Hij liet direct schuldbewust los. "Sorry, sorry!" riep hij uit met zijn handen verdedigend in de luchtg gestoken.
Shanara wierp hem een dodelijk blik toe en wreef over de aangedane schouder.
"Alsjeblieft, Shan, laat het me goed maken."
Haar blik bleef onveranderd.
"Ik zou je nog laten zien hoe je ogen eruitzagen!" flapte hij er dolblij uit, alsof hij daarmee haar vergeving zou winnen.
Shanara was dat hele punt allang vergeten. Wat kon haar het schelen hoe raar haar ogen eruitzagen als haar armen voelden alsof ze in de fik stonden!
"Kom!" Hij wuifde naar haar dat ze hem moest volgen en hoe woedend ze ook was toch deed ze het. Haar nieuwsgierigheid was onverminderd.
Ze slopen door het bos en beklommen de hoge rotsen die door erosie waren gevormd. Ondanks Shanara's avontuurlijke instelling was ze eigenlijk nooit het bos in geweest. De wolven, waar Torak haar zo sterk voor had gewaarschuwd, zorgden dat ze netjes in het kamp bleef. Mattue hielp haar met klimmen, terwijl ze dieper het woud in verdwenen. Ze kon haar armen ondertussen wel bewegen, maar kracht zetten was een heel ander punt. Toen ze eindelijk boven waren, was haar woede nog onverminderd. De moeite die de klim had gekost, had haar bloed alles behalve gekoeld.
Mattues verrassing kon maar beter goed zijn, voor zijn eigen best wil. Het was in ieder geval niet wat Shanara verwacht had. Boven op de heuvel staken grote rotsen omhoog. Ze stonden in een kring om elkaar heen, alsof mensen ze zo neergezet hadden. Hij wenkte haar enthousiast dat zij hem moest volgen. Shanara deed het zo ongeïnteresseerd dat zijn glimlach gelijk weer van zijn gezicht viel.
Met haar armen over elkaar geslagen, stapte ze de stenenkring binnen. Zodra ze binnen de cirkel stond, knepen haar ogen strak dicht. Een fel licht viel haar van alle kanten aan. Het was de zon die tegen de stenen weerkaatste, die haar verblindde. Ze wreef over haar ogen en opende ze weer voorzichtig. Ze moest ze samenknijpen om iets te kunnen zien, maar nu zag ze tenminste wel wat haar zo verblind had. De stenen die van buiten ruig hadden geleken, waren van binnen helemaal afgevlakt. Een prachtig glanzend oppervlak bleef achter, een die alles in zijn omgeving weerkaatste. Zelfs Mattue's spiegelbeeld en het hare.
Terwijl haar ogen meer gewend raakten aan de felle schitteringen stapte ze dichter naar de steen recht voor haar.
Haar eigen beeld werd scherper. Haar lange, bruine haren die sluik rond haar ronde gezicht vielen, haar vuile kleren die veel te los om haar lichaam heen hingen en tot slot haar ogen die tot haar schok geen pupil leken te bevatten. Ze waren puur grijs, met blauwe schitteringen. Verschrikt bleef ze even stilstaan. Ze schudde haar hoofd en kroop dichterbij tot haar neus zowat tegen het koude gesteente drukte.
Langzaam kon ze haar pupil te voorschijn zien komen. Hij was veranderd in een dunne streep die bijna onzichtbaar was, maar nu haar schaduw haar tegen het licht beschermde, opende hij weer. Langzaam rekte de zwarte streep zich in de breedte tot hij een smal ovaal vormde.
Met een ruk draaide ze zich naar Mattue. De omgeving was weer wit, maar dit keer kon ze haar pupil voelen kleiner worden tot haar omgeving zichtbaar werd.
Mattue keek haar verbaasd, bij geschokt aan. Daarna schudde hij zijn hoofd en glimlachte. "Ik zei toch dat je ogen raar waren."
Dit moest haar opvrolijken? Of in ieder geval haar hem laten vergeven. Wat dacht hij wel niet! Het enige waar ze nu zeker van was, was dat ze nog meer een buitenstaander was. Nu niet alleen voor de mensen om haar heen, maar ook voor haar zelf.
Mattue moest haar woede hebben gezien. De glimlach was heel snel weer van zijn gezicht verdwenen. Shanara wendde zich van hem af. Ze wilde hem nu niet zien, maar met dat ze zich omdraaide moest ze wel weer haar eigen spiegelbeeld aanvaarden. Dat van het rare meisje met de onnatuurlijke ogen. Ze griste een steen van de grond af.
"Shanara, wat doe je?"
Ze negeerde Mattue angstige vraag. Plots had ze de perfecte manier om haar woede af te reageren. Zonder aan haar verwondingen te denken, smeet ze het ding naar de steen. Het gladde oppervlakte spatte uiteen op hetzelfde moment dat zij met een gil tegen de grond zakte. Haar arm stak van de pijn die er doorheen was geschoten. Ze hield hem op de plaats met haar andere arm, ook al geloofde ze niet dat hij opnieuw uit de kom was geraakt. Dat had nog veel meer pijn gedaan.
Door haar betraande ogen keek ze naar de schade die ze had aangericht. In het midden van de steen was het glanzende oppervlakte uiteen gespat, weg, maar daar omheen was nauwelijks een schrammetje te vinden.
"Shan, gaat het?" Mattue hurkte naast haar neer om haar te helpen. Shanara was al opgesprongen voor hij een hand naar haar uit kon steken.
"Val dood!" riep ze woest naar hem. Ze wist nog net de gekwetste uitdrukking op zijn gezicht op te vangen voor ze wegrende.
Behendig zonder haar armen te gebruiken sprong ze over de rotsen heen. De adrenaline maakte het gemakkelijker. Ze twijfelde geen enkele keer waardoor zelfs de momenten dat ze geen evenwicht wist te vinden opgelost werden. De scherpe rotsen waren niets voor haar met eelt versterkte voeten. Het gaf haar alleen maar meer adrenaline. De druk die tegen pijn grensde. De schrik wanneer ze even verkeerd sprong.
Zonder op haar omgeving te letten klom ze door tot de rotsen ineens weer door mos vervangen waren. Vreemd zacht voor haar aangedane voeten. Ze hield haar arm vast terwijl ze door liep, nu de adrenaline was gestopt kwam het bonkende gevoel terug.
Een ritselend geluid verstijfde haar. Voor haar verscheen de reden dat ze nooit het bos inging. Dat ze de beproeving van het klimmen en springen wat ze met zoveel gemak kon doen, nooit aanging.