... Niet Anna... Omg... Bah, wat een vreselijk stukje. Ik wil niet dat Anna dood is, ik vond haar een leuk personage...
Meh. Vlug meer.
Changes
Met een donkere blik zitten Thymen en ik weer in de auto. De naamloze baby nog in mijn armen en de motor van de auto die een enorm lawaai maakt met het opstarten. Het lukt niet in één keer, dus Thymen blijft de sleutel omdraaien om de motor aan te zetten. Na drie pogingen lukt het hem eindelijk. Maar hij rijd niet weg. Hij legt zijn handen op het stuur en kijkt recht vooruit. Voorzichtig draai ik mijn hoofd naar de linkerkant, zodat ik Thymen beter kan zien. Langzaam buigt hij zich voorover, en legt zijn voorhoofd op het stuur. Hij schokt een beetje waardoor ik kan zien dat hij huilt. Niet gewoon een paar traantjes, maar echt huilen. Ik pers mijn lippen op elkaar om niet ook in huilen uit te barsten en kijk het raampje aan mijn eigen kant uit. Een paar minuten blijven we zo zitten. Dan hoor ik hoe Thymen weer omhoog komt en zijn riem omdoet, waarna hij het parkeerterrein van het ziekenhuis rustig af rijdt en weer terug naar het appartement van mijn ouders gaat.
'Zouden haar ouders het al weten?' Thymen haalt zijn schouders op.
'Dan hadden we die wel in het ziekenhuis gezien. Volgens mij waren we alleen.'
'Wat moeten we met de baby?' Opnieuw haalt Thymen zijn schouders op. Zijn ogen zijn rood. Zijn gezicht staat grauw. Ik had nooit geweten dat de dood van een vriendin iemand zo aan kon grijpen. Voor mezelf is volgens mij de klap nog niet gekomen. Ik bedoel; ik zit hier wel met het kind van een vriendin van me die vandaag is overleden, maar ik voel er niks bij. Ik zie hoe Thymen helemaal gebroken is, maar het doet me niks. Ik schrik op door het geluid van mijn mobiel die midden op tafel ligt. Voor Thymen ligt hij dichterbij, dus hij pakt het ding op en kijkt naar de nummerweergave. Hij trekt zijn wenkbrauwen op en kijkt me aan. Ik kijk vragend terug en probeer over zijn hand heen te kijken om het nummer te lezen. Kut. Het is Melle.
'Zouden haar ouders het al weten?' Thymen haalt zijn schouders op.
'Dan hadden we die wel in het ziekenhuis gezien. Volgens mij waren we alleen.'
'Wat moeten we met de baby?' Opnieuw haalt Thymen zijn schouders op. Zijn ogen zijn rood. Zijn gezicht staat grauw. Ik had nooit geweten dat de dood van een vriendin iemand zo aan kon grijpen. Voor mezelf is volgens mij de klap nog niet gekomen. Ik bedoel; ik zit hier wel met het kind van een vriendin van me die vandaag is overleden, maar ik voel er niks bij. Ik zie hoe Thymen helemaal gebroken is, maar het doet me niks. Ik schrik op door het geluid van mijn mobiel die midden op tafel ligt. Voor Thymen ligt hij dichterbij, dus hij pakt het ding op en kijkt naar de nummerweergave. Hij trekt zijn wenkbrauwen op en kijkt me aan. Ik kijk vragend terug en probeer over zijn hand heen te kijken om het nummer te lezen. Kut. Het is Melle.
Ik vind het wel goed dat je zegt dat de klap nog niet is aangekomen bij Elisa, want ik miste wel een beetje de emotie in dit stukje. Ik ben erg benieuwd hoe ze dit gaat oplossen, ze kan nu toch moeilijk voor Melle gaan werken?
Vlug maar weer meer!
(Ik ben niet zo origineel in commentaar geven
)
Vlug maar weer meer!
(Ik ben niet zo origineel in commentaar geven

Part Fourteen
De telefoon gaat nog een keer over en met een angstige blik in mijn ogen kijk ik naar Thymen, die zijn wenkbrauwen nog steeds op heeft getrokken en een beetje verslagen terug kijkt.'Neem maar op,' zegt hij, terwijl hij de telefoon dichter bij mijn hand houd. Hij gaat nog een keer over. Ik kijk nog een keer naar de nummerweergave voor ik de telefoon uit Thymens hand pak en op het groene telefoontje druk om op te nemen.
'Met Elisa.'
'Yo, mij hier. Wat dacht je om zomaar zo vroeg weg te gaan? Dacht je dat je daar mee weg zou komen?' roept Melle door de telefoon. Ik hou mijn mobiel een beetje van mijn oor vandaan om mijn gehoord te beschermen.
'Sorry, er waren problemen thuis.'
'Welk probleem kan er in vredesnaam belangrijker zijn dan je werk?!'
'Een krijsende baby van mijn vandaag overleden vriendin. Sorry Mel, ik moet hangen. Ik bel wel als ik weer beschikbaar ben.' Met die woorden klap ik mijn mobiel weer dubbel, zodat er automatisch op word gehangen. Ik pak de baby weer wat beter vast en loop achter Thymen aan naar de keuken. Hij staat met zijn handen tegen het aanrecht en zijn hoofd tussen zijn armen. Als hij mij de keuken in hoort komen lopen, kijkt hij op. Ik weet niet wat ik zie in zijn ogen. Het is weer zo'n mix van vele verschillende dingen. Teleurstelling? Angst? Verdriet? Woede? Agressie misschien wel.
'Zullen we even een stukje gaan rennen?' vraagt hij. Ik druk mijn lippen op elkaar en knik.
'Ik ga me even omkleden. Zorg jij voor de baby?'
'De buren?'
'Lijkt me goed,' knik ik waarna ik naar mijn slaapkamer loop en uit de kledingkast een strak, zwart hemdje en een grijze joggingbroek pak. Naast de kast staan een paar zwarte gympen die ik aandoe als ik de joggingbroek over mijn kont heb getrokken. Als ik alles aan heb en een hoge staart in mijn haar heb gemaakt, ga ik voor de spiegel staan. Eerst recht ervoor, dan een beetje schuin. Ik moet afvallen. Ik krijg een behoorlijk buikje van al dat gefeest. Het is ook al te lang geleden dat ik iets aan sport heb gedaan. Ik ben benieuwd hoe lang ik het rennen vandaag vol houd. Wat ik wel heb gehoord, is dat het beoefenen van een sport - met name hardlopen - kan helpen om opgekropte gevoelens en gedachten te bevrijden. Misschien helpt het wel om mijn gedachten terug op orde te brengen. Misschien dat ik dan eindelijk ga beseffen dat ik Anna kwijt ben. Dat ze weg is. Nooit meer terug zal komen. Ik knijp mijn ogen dicht en draai me om om me op het bed te laten vallen. Ik kan mezelf gewoon niet meer aankijken. Niet nu ik weet dat er tranen achter mijn ogen staan te wachten op een startsein, waarna ik nooit meer zal kunnen stoppen met huilen. Zo voelt het nu. En dat voelt kut. Ik ben Anna kwijt. Ik zit met haar kind. Wat moet ik in vredesnaam doen met mijn leven, hoe kom ik hier ooit levend uit? Ik veeg met de palm van mijn hand in mijn ogen om de tranen weg te vegen en veeg ook een hele lading make-up mee. Boeit niet, dat gaat er toch wel af als ik straks ga zweten. Ik hoor hoe de voordeur dicht valt en luister naar de voetstappen die langzaam naar mijn slaapkamer komen lopen.
'Bijna klaar?' Ik snik zachtjes en veeg de laatste tranen uit mijn ogen voordat ik de deur open doe en de gang in stap. Thymen glimlacht naar me en pakt de sleutels uit het mandje naast de voordeur waarna hij me voor gaat naar buiten en achter me de deur dicht doet.
Wat erg van Anna! Ik snap niet hoe het ziekenhuis zo snel aan Elisa's telefoonnummer is gekomen. Ontzettend goed geschreven 

The quiet scares me cause it screams the truth
Part Fifteen
'Volgens mij heb je mij een heleboel te vertellen,' hijgt Thymen als we weer terug zijn, en in het halletje samen met onze handen tegen de muur staan om onze spieren een beetje op te rekken. Ik kijk verschrikt opzij en probeer enige emotie van zijn gezicht af te lezen, iets wat niet heel erg lijkt te lukken. Dan bijt ik zachtjes op mijn lip en ga rechtop staan, waarna ik met mijn rechterhand mijn linkervoet beet pak en die tegen mijn kont druk, ook om de spieren op te rekken.'Zoals?'
'Waarom er een leeg stripje van de pil in de badkamer ligt, al sinds dat we hier zijn, en je nog steeds niet ongesteld bent. Waarom Melle je belt, waarom je hem gaat bellen 'als je weer beschikbaar bent' en weet ik veel wat je nog meer achter mijn rug om doet.' Ik zucht diep en laat mijn voet weer los om losjes tegen de muur aan te gaan hangen. Thymen is inmiddels ook rechtop gaan staan, waardoor hij een heel stuk boven me uit steekt en naar beneden moet kijken om me aan te kunnen kijken.
'Dat over Melle hoef ik je niet te vertellen. Daar kun je wel naar raden. En dat over de pil. Het is dat je het nu zegt, want het is me zelf nog niet opgevallen. Als je wilt haal ik wel een zwangerschapstest, dan weten we meteen dat ik niet zwanger ben. Want ik weet dat je me niet op mijn woord gaat geloven.'
'Ben je de pil niet een keer vergeten of zo?'
'Eén keer, ja. Maar toen zei je dat je een condoom om deed.' Thymen valt stil. 'Dat zei je. Thymen?'
'En als ik daar nou even niet aan heb gedacht?'
'Dan zitten we met een probleem,' zucht ik diep. 'Nog één er bij. Ik kan het even niet allemaal meer volgen nu geloof ik.' Thymen knikt zachtjes en legt zijn handen op mijn schouders, om dan lichtjes voorover te buigen en me zo recht aan te kunnen kijken.
'Weet je wat we gaan doen? We gaan op vakantie. Zeker een maand. Weg van dit alles hier, de boel een beetje de boel laten. Even tot rust komen en dan helemaal opnieuw beginnen.' Dat is op zich best een goed idee. Maar het zal nooit gaan lukken als we terug vallen in het leventje waar we nu in zitten. We zullen allebei dingen op moeten geven. Nieuwe dingen zoeken.
'Je zal moeten stoppen met de drugs om opnieuw te kunnen beginnen. Om alle problemen achter ons te laten. Je strafblad is lang genoeg nu. En dat van mij ook. We hebben geld zat, geen schulden. Nu is het juiste moment om te stoppen met dealen.' Hij had zeker niet verwacht dat ik dat zou zeggen, en ik voel dat hij het zeker niet met me eens is. Misschien wel qua gevoel, maar niet qua... Ja, ik weet niet. Het zal wel moeilijk voor hem zijn om het leventje waar hij vanaf zijn twaalfde in heeft gezeten achter hem te laten. Hij weet niet hoe een 'gewoon' leven er aan toe gaat. 'Je hebt mij. Je hebt de baby van Anna die nog steeds geen naam heeft. Doe het voor ons.' Dan knikt Thymen. Hij wendt zijn blik af en laat mijn schouders los om zich om te draaien en het appartement in te lopen. Ik loop achter hem aan naar de badkamer maar de deur valt voor mijn neus dicht waarna Thymen hem op slot draait. Ik leg mijn hand tegen de deur en doe mijn ogen dicht. Niet lang daarna hoor ik Thymen zachtjes huilen. En dan kan ook ik mijn tranen niet meer in bedwang houden. Huilend loop ik naar mijn slaapkamer, waar ik onder mijn bed ga liggen en mezelf rustig uit laat huilen.
Zeker een uur heb ik er gelegen. Huilend, gillend, schreeuwend. Ik sloeg met mijn vuisten op de grond, tegen de muur, tegen alles wat dichtbij genoeg was. Nu loop ik zo rustig mogelijk naar de woonkamer, waar Thymen achter de computer zit en net bezig is iets uit te printen.
'Tickets zijn geboekt.'
'Waar gaan we heen?'
'Hawaii.'
'Kan het nog duurder?'
'Duurder vast wel. Mooier niet.' Ik glimlach een beetje en loop naar Thymen toe om hem een kus op zijn mond te geven, gevolgd door een dikke knuffel.
Even nog een klein stukje ^^
'Helemaal goed,' vult Thymen mij aan. Hij kijkt opzij en glimlacht even naar me, waardoor ik weet dat hij meer bedoelt dan wat mijn ouders denken. Het gaat goed met ons op vakantie, dat is wat hun weten. Wat wij weten, is dat het goed met ons zal gaan met de rest van ons leven. Ik pak kleine Anna van mijn moeder over en glimlach even naar haar. Ze slaapt veel. En als ze wakker is dan is ze de vrolijkste baby die ik waarschijnlijk ooit zal zien. Mijn moeder en ik maakten ons al zorgen over de reis, maar we zullen niet met het vliegtuig gaan, wat ik in de eerste instantie dus wel dacht. We gaan een stuk met de auto en vervolgen onze reis dan op een grote boot die ons naar Hawaii zal brengen. Een paar dagen op een luxe yacht zou me al goed doen. En een lange vakantie op Hawaii voor de boeg maakt het allemaal nog even wat mooier.
Part Sixteen
'Het komt allemaal goed met ons,' glimlach ik naar mijn moeder. Ze staat naast mijn vader, die zijn arm om haar heen heeft geslagen. Ze zijn een paar dagen eerder terug gekomen van vakantie om mij en Thymen uit te zwaaien. Ik had ook niet door dat hij tickets had geboekt voor meteen de volgende dag al. Als ik dat wel had geweten had ik er voor gezorgd dat het een paar dagen later zou worden, zodat mijn ouders konden genieten van hun vakantie. We hebben de baby inmiddels een naam gegeven. Anna, naar haar moeder. Dat leek ons wel het beste. Een teken dat Anne misschien wel dood is, maar niet verdwenen van deze wereld, verdwenen uit ons hart. Dat is iets wat Thymen en ik hoe dan ook tegen willen gaan, en door de baby haar naam te geven zou dat prima moeten gaan lukken.'Helemaal goed,' vult Thymen mij aan. Hij kijkt opzij en glimlacht even naar me, waardoor ik weet dat hij meer bedoelt dan wat mijn ouders denken. Het gaat goed met ons op vakantie, dat is wat hun weten. Wat wij weten, is dat het goed met ons zal gaan met de rest van ons leven. Ik pak kleine Anna van mijn moeder over en glimlach even naar haar. Ze slaapt veel. En als ze wakker is dan is ze de vrolijkste baby die ik waarschijnlijk ooit zal zien. Mijn moeder en ik maakten ons al zorgen over de reis, maar we zullen niet met het vliegtuig gaan, wat ik in de eerste instantie dus wel dacht. We gaan een stuk met de auto en vervolgen onze reis dan op een grote boot die ons naar Hawaii zal brengen. Een paar dagen op een luxe yacht zou me al goed doen. En een lange vakantie op Hawaii voor de boeg maakt het allemaal nog even wat mooier.
Goede stujes weer!
Er zijn wel een paar dingetjes waarbij ik denk: huh? Wat is er met Anna gebeurd? Hoeveel tijd zit er tussen 14 en 15? Zoekt niemand de baby en wat vindt haar moeder van de baby en de reis?
Ik ben benieuwd naar meer

Ik ben benieuwd naar meer

The quiet scares me cause it screams the truth
Ik ben weer bij! Oeh, en wat verlang ik nu naar meer... Spannend, echt spannend! Hoe je beschreef dat ze gillend en schreeuwend zit te huilen... Zo ontzettend zielig van Anna... Het is wel goed om die baby Anna te noemen, ook al zal dat wel moeilijk zijn omdat dat hen misschien weer ongelukkig maakt door te denken aan de overleden Anna.
Snel meer!
Snel meer!
Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Het allerlaatste stukje van dit deel... Misschien schrijf ik over een tijdje een deel 2, maar eerst schrijf ik dit deel opnieuw om de details wat beter uit te werken en zo. In ieder geval; voor nu dus het laatste stukje. Ik zal ook een nieuw verhaal openen. Ik weet nog niet precies hoe of wat, maar dat merken jullie wel. Bij Fantasy ben ik ook een nieuw verhaal begonnen, The Stone. Nou ja, bedankt voor het lezen en het reageren iedereen. Echt, dat motiveerd me om verder te schrijven ^^
'Ik heb drie zwangerschapstesten gedaan,' begin ik als we Nederland net uit rijden. Thymen trekt zijn wenkbrauwen op en kijkt me aan, wachtend op antwoord. 'Alledrie positief.' Thymen weet duidelijk niet wat hij moet zeggen. Zijn uitdrukking is weer een groot raadsel. Een raadsel wat ik vast nog wel een keertje op zal kunnen lossen, maar waar ik nu nog niks van snap.
'Leuk? Denk ik?' reageert hij. Ik haal mijn schouders op en leun een beetje voorover om naar de kleine Anna te kijken, die met grote ogen uit het raam staart. Ze ligt in een kinderstoeltje wat vast zit op de bijrijdersstoel van Thymens auto.
'We komen er wel,' zeg ik dan met een glimlach. 'Dit is waar we altijd van hebben gedroomd. En nu hebben we eindelijk de kans om die droom waar te maken.' Thymen knikt.
'We laten wel alles achter. Behalve ons strafblad, behalve onze vijanden. Die zullen er altijd zijn en ze zullen ons ook niet vergeten.'
'Dan geven we onszelf aan. Ze kunnen ons moeilijk oppakken voor iets wat tijden geleden gebeurd is, waar nu geen bewijs meer voor is. We kunnen slachtofferhulp aanvragen, beveiliging aanleggen in het huis waar we voor gaan sparen. We moeten alles doen om onze kinderen te beschermen.'
'Kinderen?'
'Anna en het wezentje wat nu in mijn buik groeit,' grijns ik.
'Anna is niet van ons.'
'Maar wij zijn wel haar ouders. Ze zal ons zien als ouders, zal nooit weten hoe het is om een echte vader of moeder te hebben. Wij zullen de rol van haar echte ouders moeten spelen, wij zullen haar moeten behandelen als ons eigen kind om haar jeugd draagzaam te maken. Wat waarschijnlijk geen makkelijke taak word met Anna als moeder.' Thymen knikt langzaam en houd zijn blik op de weg gericht waarneer hij een afrit op rijd en iets later een oprit naar een andere snelweg op rijd.
'Je hebt gelijk,' zucht hij. 'We komen er wel.'
'Ik heb drie zwangerschapstesten gedaan,' begin ik als we Nederland net uit rijden. Thymen trekt zijn wenkbrauwen op en kijkt me aan, wachtend op antwoord. 'Alledrie positief.' Thymen weet duidelijk niet wat hij moet zeggen. Zijn uitdrukking is weer een groot raadsel. Een raadsel wat ik vast nog wel een keertje op zal kunnen lossen, maar waar ik nu nog niks van snap.
'Leuk? Denk ik?' reageert hij. Ik haal mijn schouders op en leun een beetje voorover om naar de kleine Anna te kijken, die met grote ogen uit het raam staart. Ze ligt in een kinderstoeltje wat vast zit op de bijrijdersstoel van Thymens auto.
'We komen er wel,' zeg ik dan met een glimlach. 'Dit is waar we altijd van hebben gedroomd. En nu hebben we eindelijk de kans om die droom waar te maken.' Thymen knikt.
'We laten wel alles achter. Behalve ons strafblad, behalve onze vijanden. Die zullen er altijd zijn en ze zullen ons ook niet vergeten.'
'Dan geven we onszelf aan. Ze kunnen ons moeilijk oppakken voor iets wat tijden geleden gebeurd is, waar nu geen bewijs meer voor is. We kunnen slachtofferhulp aanvragen, beveiliging aanleggen in het huis waar we voor gaan sparen. We moeten alles doen om onze kinderen te beschermen.'
'Kinderen?'
'Anna en het wezentje wat nu in mijn buik groeit,' grijns ik.
'Anna is niet van ons.'
'Maar wij zijn wel haar ouders. Ze zal ons zien als ouders, zal nooit weten hoe het is om een echte vader of moeder te hebben. Wij zullen de rol van haar echte ouders moeten spelen, wij zullen haar moeten behandelen als ons eigen kind om haar jeugd draagzaam te maken. Wat waarschijnlijk geen makkelijke taak word met Anna als moeder.' Thymen knikt langzaam en houd zijn blik op de weg gericht waarneer hij een afrit op rijd en iets later een oprit naar een andere snelweg op rijd.
'Je hebt gelijk,' zucht hij. 'We komen er wel.'
Oeh.. ben zeer benieuwd naar deel twee. Mooi geschreven! Hoe noemen ze hun eigen kind? Hoe zal de bevalling gaan? Niet prettig, lijkt me
We lezen t vanzelf, hoop ik!
Heel erg veel schrijfplezier aan dit deel en aan deel 2! Ik ben benieuwd...


Sometimes is there a day to forgiveness... Sometimes is that day to revenge.
Ben ook heel benieuwd naar deel twee! Hopelijk schrijf je snel verder, want het is echt spannend en je schrijft goed 

The quiet scares me cause it screams the truth