De goochelaar

Hier vind je alle voltooide fantasieverhalen!
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Het is een regenachtige avond, de voorstelling is net afgelopen. Lena loopt langs de rode fluwelen stoelen, de eerste show in jaren is vlekkeloos verlopen alsof ze nooit is weggeweest. Ze heeft nauwelijks een idee van wat ze de afgelopen twee jaar heeft gedaan, het is een leeg zwart gat geworden. Ze gaat op een van de stoelen zitten en haalt uit het niets een zandloper te voorschijn. De goochelaar kijkt toe hoe het zand de tijd laat wegglippen. Waar heeft ze dit ding vandaan? En waarom wil ze zo graag zien hoe de tijd oplost tussen haar vingers?
‘Terug van weggeweest?’ vraagt Mowark.
Lena laat de zandloper verdwijnen en kijkt de jongeman aan. Hij heeft haar laten ontsnappen en heeft de consequenties ondervonden. Heel even was hij weer een goochelaar geweest die alles liet zweven, tot het moment zich aandeed dat hij zich mocht bewijzen. Waarom heeft hij haar niet tegen gehouden en haar niet overtuigd hier te blijven?
‘Vreemd genoeg ben je niet naar de kelders toegestuurd,’ gaat hij verder. ‘Typisch vind je niet? En het was niet eens je wens.’
Hij gaat naast haar zitten, leunt op de stoelen voor hem en kijkt naar het podium beneden hen. Mowark speelt graag met zijn talent, met passie laat hij alles zweven wat hij maar kan laten zweven en hij stelt hoge eisen. Lena kijkt toe hoe het zand van het podium begint te zweven, zonder echt te willen gaat ze in zijn spel op. Gooit ze haar eigen talent er in, ze laat het zand van kleur veranderen en laat verschillende tijdsvoorwerpen in de zand draaiklok verschijnen. Een zandloper, een oud zakhorloge, een kopie van haar horloge. Mowark laat het zand los en het dwarrelt terug naar het podium. De klokken verdwijnen net zo simpel als ze zijn verschenen.
‘Ik weet het antwoord,’ zegt hij dan. ‘Omdat hij wil dat je een oogappeltje wordt. Het wordt tijd dat je jouw geheime talenten gaat ontdekken.’
‘Er zijn geen geheime talenten,’ zegt Lena.
‘Hij heeft heel diep gegraven, Lena.’ Mowark kijkt naar de goochelaar naast hem. ‘Hij weet van het vuur. Als oogappeltje is het bestaan zoveel beter. Eens getekend altijd geketend, je kent het gezegde.’ Zijn strenge boosaardige stem verandert heel even in een vriendelijk vreemde stem alsof hij even niet zichzelf is.
‘Ik vind het hier fijn,’ zegt Lena. ‘Dit is mijn thuis. Waar heb je het over?’
Verbijsterd kijkt Mowark haar aan. Hij kijkt diep in haar ogen, de glinstering die ze altijd had wat er ook gebeurde is weggevaagd. Altijd wilde ze weg en iedereen mocht dat weten en nu is ze vergeten waar ze altijd voor had gevochten. De zielenkijker van Zoladius begint eindelijk beter in zijn werk te worden, al betekent dat voor Mowark dat zijn laatste diep gekoesterde herinneringen wellicht zullen verdwijnen.
‘Goed dan. Blijf maar een doodnormale goochelaar! Een die vergeten en vervangen wordt, maak je geen zorgen over afscheid. Binnen de kortste keren is het alsof je nooit hebt bestaan,’ zegt Mowark koud.
Hij staat op en terwijl hij weg loopt laat hij het zand nog even zweven. Deze keer neemt de goochelaar niet de moeite om met het zand te spelen. Zwijgend blijft ze daar zitten. De woorden galmen door haar hoofd zoals nog nooit iets heeft gegalmd, het is er leeg en verlaten nu de stemmen weg zijn. Een niemand die dood normale goocheltrucjes kan, meer is er niet. Dat is niet waar! Ze is veel meer dan dat, Lena heeft geen idee meer waarom ze is weggegaan maar de directeur had haar niet gezocht omdat ze niets waard is. Daar verspilde hij zijn tijd niet aan. Ze krijgt het warm, uit frustratie ademt ze haastig door haar mond in en uit. Er ontstaan kleine vlammetjes bij haar vingers, haar hart begint de klokslag van haar horloge over te nemen, die wild begint te tikken.

-Feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 13 okt 2011 08:03, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

‘Ik ben Lena de goochelaar!’ zegt Lena kwaad terwijl er steeds meer vlammetjes ontstaan.
De stilte in haar hoofd verdwijnt langzaam, oude vertrouwde stemmen nemen hun plaats weer als vanouds in.
‘In vuur en vlam,’ fluistert de bekende stem die ze niet meer kan plaatsen.
Er beginnen tranen over haar wangen te lopen als ze zich realiseert dat het hem weer gelukt is. Dat de zielenkijker weer kans heeft gezien om alle herinneringen overhoop te halen. Alles wat ze koesterde is opgelost, bijna al haar herinneringen zijn vervaagd. Iedere keer brengen de stemmen de boodschap over. De chaos die de fluisterende stemmen in haar hoofd brengen, laten het haar telkens realiseren. Iedere keer vraagt ze hetzelfde van de circusdirecteur, rust in haar hoofd en iedere keer kruipen ze terug, dringen de stemmen zichzelf op net zo lang ze eindelijk toegeeft en beseft wat ze vergeten is.
‘Is dat alles wat je kunt?’ fluistert de bekende stem.
‘Ga weg!’ roept Lena uit.
Ze duwt haar handen op haar oren. De vlammen die rondom haar vingers kronkelen en aan haar likken verbranden haar huid niet. Het wil niet ophouden, hoe erg ze zich ook probeert te concentreren, zelfs de stem in haar hoofd wil niet weggaan. Steeds meer stemmen komen terug.
‘Ga weg!’ snikt Lena als ze zich van de stoel laat afgelijden en op haar knieën valt.
‘De tijd valt weg,’ fluistert de bekende stem. ‘Pak het voordat je zelf voor eens en altijd in het diepe zwarte gat valt.’
‘Ga weg!’ snikt Lena bijna onhoorbaar.
De vlammen beginnen zich te verspreiden, over de stoelen, in de pilaren met gordijnen die voor het magische effect zorgen. Over de vloer en langs het plafond. Er is geen rook en geen geknetterd maar het vuur is overal.
Er klinkt angstig gegil ver weg, geschreeuw vlakbij haar. Ze kan het niet verstaan, de stemmen komen over het geluid heen. In alle chaos buiten en in haar voelt ze hoe een paar ogen zich weer beginnen op te dringen. De goochelaar kan er niet meer tegen en begint zich af te sluiten. Opzoek naar de rust en naar oude herinneringen. Dan slaat de stilte en de duisternis toe.
Ze gaat naar haar vertrouwde kluis diep binnen haar, waarvan ze de deur heeft laten verdwijnen. Een kamer waar alleen Lena naar binnen kan glippen en iedere zielenkijker uitgesloten van is. Het is haar enige veilige plek, waar de stemmen wegblijven en de herinneringen in kleine doosjes zijn opgeborgen. Ondanks de totale duisternis weet ze dat ze er zijn. De goochelaar hoeft ze niet te zien. Op handen en voeten kruipt ze naar een doosje toe en haalt de deksel er vanaf. Op de tast haalt ze er een scherp mes uit. Terwijl ze met haar vingers over het lemmet glijdt, doemt het gezicht van Matt op. Heel even duwt ze het mes plat tegen haar borstkast aan dan stopt ze het voorzichtig terug en legt de deksel weer op de doos. En gaat naar de volgende doos met herinneringen. Net zo lang tot ze zich alles weer herinnerd en ze genoeg moed heeft om tegenover Zoladius te staan.

- Feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 13 okt 2011 08:12, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Hoi, ik ben begonnen met lezen, maar ik heb nog geen tijd gehad om alles te lezen. De eerste paar stukken spraken me zeker aan, dus ik zal binnenkort de rest ook lezen zodat ik een nuttigere reactie kan plaatsen ;)
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Jaaaaaa, Lena is back :D lijkt me raar als telkens je herinneringen worden gewist :? maar goed, leuk stukje! Ik heb niet veel nuttigs te zeggen, ik wilde je alleen laten weten dat ik nog steeds meelees. Jammer genoeg heb ik niet de tijd heb om regelmatig reacties te geven, dus kom ik sporadisch langs. Maar ga snel verder!
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@Mooonie: Leuk dat je meeleest!
@Saskjezwaard: Ik ben blij dat je nog steeds meeleest. :D

Notitie: Ik heb het hoofdstuk Tijd om te gaan een beetje aangepast, ik hoop dat het nu wat spannender en minder langdradig is :)

-----------------------------------------------------------------

Het contract
Het lukt de jonge zielenkijker niet om binnen te dringen. Hij is niet goed genoeg getraind om bij de grote meester binnen te dringen en om haar een angst te geven. Moedeloos gaat hij naast Matt zitten.
‘Het spijt me,’ zegt hij.
‘Het is oké,’ zegt Matt afwezig. ‘Ik heb veel meer gefaald. Ze vertrouwde me toen ik haar beloofde dat ze nooit meer in dat circus zou komen en kijk waar ze nu is.’
Benji loopt nadenkend heen en weer. Op de oprit voor het landhuis is duidelijk te zien waar de jongen het afgelopen half uur heeft gelopen zonder op of om te kijken. Plotseling staat hij stil, het klopt niet. De meester had niet eens geprobeerd Lena te verdedigen, er is niet eens geprobeerd om Zoladius buiten te houden. Benji heeft in het water gekeken en heeft het zien gebeuren, zoals hij altijd de toekomst in het water ziet gebeuren als hij nerveus is. Hij heeft niet alles maar wel een deel gezien. Hij werd opgeschrikt door Lena die in haar slaap vlam vatte. Hij staart naar de meester die daar nog altijd zwijgend staat.
‘Waarom liet u hem binnen? Waarom heeft u haar niet beschermd?’ De vrouw antwoordt niet. ‘Lena zag u als enige hoop en u heeft het niet eens geprobeerd! Waarom laat u Jillo niet toe?’ roept Benji uit. ‘Hoe moeten we haar ooit helpen als u zich niet openstelt?’
Matt kijkt naar de vrouw naast hem.
‘U heeft helemaal geen moeite gedaan om haar te helpen! U stuurde ze persoonlijk de grasweide in!’ gaat de jongen gefrustreerd verder.
Benji heeft gelijk, toen Lena en Matt bij de meester waren heeft ze hem de opdracht gegeven om juist de kelderdeur naar weide te kiezen. Via die weg waren ze volgens de meester veilig, maar kijk waar het Lena en hem had gebracht. Die vergeten artiesten wilde niets liever dan Lena uitleveren. Het enige goede aan die gang was, dat Matt daardoor een weg naar binnen wist waar niemand aan zou denken.
‘Waarom?’ vraagt Benji.
‘Ze is een pion,’ zegt de meester koud. ‘Een pion die grote gevolgen kan hebben als die de verkeerde kant opgeschoven wordt.’
‘Hoe kan het Freakcircus de goede kant zijn?’ vraagt Benji boos.
‘Zolang de goochelaar daar is, is er evenwicht. De afgelopen twee jaren waren afschuwelijk.’
‘Niets van gemerkt,’ zegt Benji nog altijd boos. ‘Het ging juist veel beter! Iedereen kreeg hoop dat er een goed evenwicht tussen mensen en artiesten zou komen!’
‘En daarmee werd het evenwicht verstoord,’ zegt de meester. ‘Ze is een goochelaar die niet vrij zou mogen rondlopen. Als ze er achterkomt waar ze toe in staat is, kan ze alles wegvagen wat we opgebouwd hebben. Artiesten horen op de achtergrond verscholen te zijn!’
‘We?’ vraagt Matt.
‘Zoladius en ik,’ zegt meester na een tijdje. ‘De sterke artiesten horen niet vrij rond te lopen. Ze horen in de gaten te worden gehouden. De goochelaar koos ervoor om hier weg te gaan, als ze was gebleven was dit nooit gebeurd.’
Benji zet een stap naar achteren en kijkt zoekend naar een andere deur dan de voordeur. Hij had het contract bijna getekend als achtjarige. Valt hij daarmee ook onder hen die te sterk zijn voor vrijheid?
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Hoi, ik wilde je even laten weten dat ik nog steeds meelees ;) Ik ben nog niet helemaal bij, maar het komt in de richting.
Ik heb helaas geen feedback voor je, want je bent duidelijk meer ervaren dan ik. Maar als me een keer iets opvalt wat niet klopt of waarvan ik denk dat het beter kan, laat ik het je weten. Ga zo door!
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@ Mooonie: Dat je meeleest doet me al heel veel goed :D Mocht je toevallig iets tegenkomen, dan hoor ik het wel ^_^

---------------------------------------------------------

Ze hijgt en probeert uit alle macht lucht in haar longen te stoppen. Iemand houdt haar vast en schudt haar ruw door elkaar. Ondanks ze haar ogen probeert te openen, willen ze nog even gesloten blijven. Nog heel even wil ze weg blijven uit de chaos om haar heen, die ze zelf heeft gecreëerd. Alsof haar ogen op een commando wachten om te ontwaken in de rust waarin ze nu nog verkeerd.
‘In vuur en vlam,’ fluistert de bekende stem nog altijd.
De chaos begint terug te komen, haar ogen gaan langzaam open en haar mond krijgt de gewilde zuurstof binnen. Voor haar zit Mowark, hij lijkt in paniek. Nog altijd zijn de vlammen overal. Hij trekt haar overeind zodra hij ziet dat haar ogen open zijn en wijst naar het podium.
De zielenkijker staat er, te midden van het vuur. Achter hem staat Zoladius, ietwat in de schaduw. Met trillende knieën loopt Lena naar het pad tussen de stoelen en loopt via de gangpad een stukje naar beneden.
‘Ik herinner me,’ fluistert Mowark in haar oor, ‘mijzelf.’
‘Neem je vlammen terug!’ schreeuwt de zielenkijker uit. ‘Haal ze uit me!’
De stemmen in haar hoofd hitsen haar op. En ongewild worden de vlammen groter en beginnen ze te knetteren als echt vuur. De zielenkijker schreeuwt het uit, terwijl oude herinneringen Lena’s hoofd insluipen en vreemd genoeg van plaats verwisselen met de stemmen.
Zoladius stapt langs zijn zielenkijker heen richting Lena. Hij lijkt onder de indruk op een manier die, ze nooit eerder heeft gezien.
‘Niets is wat het lijkt,’ zegt hij, terwijl hij door de vlammenzee heen stapt. ‘Zij die vuur ademen, hebben echt vuur. Bij een goochelaar zoals jou is het slechts een illusie.’ Hij stopt met lopen als hij vlak voor haar staat. ‘Er is geen angst voor illusies.’ Hij buigt zich naar haar toe. ‘Hoe wil je met dit vuur het contract verbreken, hm?’
Lena haalt diep adem en wil iets zeggen, maar de woorden blijven op haar lippen hangen. De stemmen brengen haar in de war.
‘Zoek de deur,’ fluisteren ze. ‘In vuur en vlam.’
Het vuur rond haar vingers begint warm te worden, het geknetter wordt harder en de geur van rook ontstaat. Directeur Zoladius zet verschrikt een stap naar achteren. Dit is geen illusie vuur meer!
‘Dat kan niet,’ roept hij uit. ‘Eens een goochelaar, altijd een illusionist!’
Hij haast zich de trap af naar zijn zielenkijker, schudt de man ruw door elkaar.
‘Laat haar alles vergeten!’ schreeuwt hij.
Lena kijkt naar Mowark die nog altijd achter haar staat. Hij kijkt verbaasd en gelukkig, bijna lijkt het of hij in een trance is en alle herinneringen die hij ooit had, opnieuw meemaakt. Ze is zo bang voor de man geweest, het oogappeltje van Zoladius die echt alles deed, wat de directeur hem opdroeg en nu herleeft hij de tijd die hem eens is afgenomen.
Lena draait zich om, werpt een blik over haar schouder en haast zich dan de zaal uit, opzoek naar een deur. In het circus zijn heel veel deuren, het is immers ooit een theater geweest. Over welke deur zullen de stemmen het hebben?
‘In vuur en vlam,’ fluisteren ze tegen haar, ‘open de deur.’
Mensen rennen in paniek door de gangen heen. Het vuur is overal, maar de rook en warmte die het creëerde bij het podium, is hier niet terug te vinden. Hier is het vuur dat een illusie is, maar niemand lijkt dat door te hebben.
Lena loopt trappen op en af, gangen in en uit. Ze gaat kleedkamers, slaapzalen en andere vertrekken in, moedeloos stapt weer naar buiten. En dan, dan staat ze voor de kamer van Zoladius. De verboden kamer, de deur hangt vol met hangsloten. Lena loopt naar toe, hoe dichterbij ze komt hoe meer het lijkt of er vlammen achter de deur zijn en ze naar buiten willen. Ze steekt haar hand uit, haar horloge begint overuren te maken en de stemmen houden zich opeens heel stil. De goochelaar concentreert zich met uitgestoken hand op de sloten, laat de vlammen aan hen likken. Tegen haar verwachting in springen ze open en vallen ze op de grond, voordat ze de deurklink kan pakken gaat de deur open. Benji strompelt hoestend naar buiten.
‘Lena,’ fluistert hij. ‘Ik weet waar je het contract kan vinden.’
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Het wordt nu helemaal spannend!!! Nog steeds niks nuttigs te zeggen dan : ga snel verder!!! Je maakt me echt heeeel erg nieuwsgierig wat er verder gaat gebeuren en dat is altijd goed^^ hoelang is dit verhaal nu eigenlijk? En hoe ben je eigenlijk op het onderwerp gekomen? Ben ik altijd nieuwsgierig naar :P
Meer :D
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@ Sakjezwaard: momenteel zit ik op de 52 pagina's in totaal, dat is al een hele lengte voor mijn doen :D Eerlijk gezegd heb ik geen idee waar mijn verhaal ideeën altijd vandaan komen. Soms komt het gewoon in mij op, schrijf ik drie regels en leg het voor een heel lange tijd weer weg, om er vervolgens maar eens mee verder te gaan :) Ik weet wel dat ik aan het begin van dit jaar drie van zulke verhalen ben gestart :roll: waarvan eentje een afgeronde One-shot :P

---------------------------------------------------------------------------

Ondanks alle vlammen die om haar heen zijn, staat Benji toe dat de goochelaar hem in zijn armen trekt.
‘Waar is het?’ fluistert ze terug.
‘De meester,’ begint hij, ‘en Zoladius willen de sterke onder ons gevangen houden. En laten het contract op een plaats waar je grootste angst is. Wat is je grootste angst Lena?’
‘M-mijn angst?’ stamelt Lena.
Ze heeft geen idee. Al die jaren dat ze hier in het circus heeft gewoond, heeft ze altijd gedacht dat Zoladius haar grootste angst is, dat hier gevangen zitten haar grootste angst is. Maar nu er steeds meer oude vergeten herinneringen terug in haar hoofd sluipen en zich vermengen met de wereld van de zielenkijker weet ze niet wie ze is, en wat haar angst zou moeten zijn.
‘Ik weet het niet, Benji.’
‘Denk na, Lena!’ zegt Benji op een bijna smekende toon.
Ze pijnigt haar hersens. Lena probeert de herinneringen te sorteren en zoekt naar het antwoord. Tussen de ooit verloren herinneringen vindt ze haar antwoord.
‘Ik weet het,’ zegt ze.
‘Goed, denk alleen daaraan,’ zegt Benji terwijl hij de deur dicht duwt en haar hand vastpakt. ‘Alleen daaraan.’
Lena knikt, pakt de deurklink vast, haalt diep adem en opent de deur en stapt naar binnen. Benji houdt haar hand stevig vast als hij ziet waar ze zijn.
‘Hier krijg ook ik de kriebels van,’ zegt Benji zacht.
De goochelaar kijkt naar haar omgeving, het waren die avond niet zo zeer haar achtervolgers geweest die haar bang hadden gemaakt maar de steegjes. De benauwde smalle donkere straatjes waar geen einde aan leek te komen. Nee, het was deze plek geweest, de tunnels waar de echo’s je achtervolgen. De gangen die de weg naar vrijheid kennen, maar het je niet geven.
Ze haalt een balletje te voorschijn en laat het licht door de gang heen stralen, het vuur is vreemd genoeg gedoofd. Daarna begint ze aan de dwaaltocht door het labyrinth met Benji vlak achter haar terwijl hij haar hand nog altijd stevig vasthoudt.
‘Waar zijn we?’ vraagt Benji.
‘In het labyrint van de kelders, daar waar je gek wordt van je eigen echo,’ zegt Lena heel zacht.
Benji kijkt om zich heen, het is een smalle lage gang waar ze in lopen. Aan het einde splitst de gang op en achter hen is de deur waardoor ze naar binnen waren gekomen.
‘Ben je hier ooit geweest?’ vraagt Benji.
‘Ja, hij zei als je de weg terug vindt mag je gaan, zo niet dan ben je van mij.’
‘En hier beneden moet dan het contract ergens zijn?’ vraagt Benji.
Lena knikt, als het op de plek is waar ze het meeste bang voor is, dan wel. Voor haar gevoel heeft ze hier uren rondgerend, gek geworden van haar voetstappen die ze overal kon horen. Haar ademhaling die ze bleef horen alsof er nog iemand anders was, behalve zij. En altijd als ze om keek was ze alleen geweest. Nooit had ze de deur gevonden waar Zoladius het over had, wel had ze het midden gevonden. De rillingen lopen over haar rug, terwijl ze aan de verloren herinnering terug denkt. Van alle herinneringen die van plaats hebben gewisseld met de stemmen is dat iets wat ze liever vergeet.
‘We moeten stil zijn. Zo stil mogelijk, anders zullen we gek worden. Ik weet niet of ik voor een derde keer alles kan herinneren,’ zegt Lena tegen zichzelf.

Ze dwalen door de eindeloze gangen, zo nu en dan komen ze zachte voetstappen en gefluister tegen. Dan keert de goochelaar om en haast ze zich weg van het geluid opzoek naar stille gangen.
Lena stopt bij de zoveelste splitsing. Ze haalt uit het niets de zandloper te voorschijn. De zandkorrels vallen niet meer. Hij lijkt bevroren te zijn. Zou de tijd op zijn? Ze kijkt naar horloge, geen wijzer beweegt zich. De goochelaar laat de zandloper verdwijnen en loopt weer verder. Om de zoveel passen verliest ze een kaart. Benji kijkt achterom naar het spoor van kaarten. Vreemd genoeg vallen ze allemaal op dezelfde manier. Allemaal harten azen en schoppen vrouwen, net zoals haar tatoeage op haar enkel, de kaarten liggen in de richting waar ze vandaan komen.
‘Lena,’ fluistert Benji.
Het blijft stil. Benji kijkt nog eens naar de kaarten, ze lijken op te lossen.
‘De kaarten ze verdwijnen!’
‘We zijn er bijna,’ zegt Lena zacht.
Ze kan het voelen aan haar hartslag, aan haar ademhaling, aan de echo’s die in deze gang wegblijven en aan het licht. Het schemerige licht dat in de gangen is, wordt helderder. Benji kijkt langs Lena heen, daar voor hen is het midden. Er staat een stoel waar een dik boek op ligt en er hangt een spot boven. Af en toe knippert het heldere licht even.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Weet je, ik vind het echt heel knap dat je zo'n nou ja, kort wil ik het niet noemen, maar een goede lengte verhaal weet te schrijven. Mijn verhalen lopen altijd op de een of andere manier heel erg uit, haha xD tja, inspiraties comes and goes, daar kun je niet veel aan doen^^

Waah, weer een cliffhanger! Gij zijt gemeen :P je weet er trouwens echt een hele mooi mysterieuze sfeer omheen te hangen, ik weet niet of ik het allemaal ga snappen als het verhaal klaar is, maar dat is positief, blijft de lezer er langer aandenken^^ Ik wil meer :D
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

De goochelaar twijfelt even en stapt dan de ruimte binnen. Hier is het allemaal begonnen, hier probeerden ze een marionetpop van haar te maken. Is er gekeken en gegraven, maar altijd bleef er een stukje van haar zelf over. De stemmen kropen naar binnen met maar één missie, de goochelaar alles laten herinneren. Waarom heeft Lena dat nooit eerder begrepen?
‘Ik zie niets van een contract,’ zegt Benji. ‘Ze zei het zelf.’
‘Wie?’ vraagt Lena zonder om te kijken.
‘De meester. Ze werkt samen met Zoladius om de sterke artiesten weg te houden van hun vrijheid. Ze vertrouwen hen niet. Ons niet.’
De goochelaar gaat voor de stoel staan.
‘De troon van herinneringen,’ mompelt Lena tegen de stoel en het boek. ‘De mijne zullen zich van je losweken.’
Ze steekt haar hand uit en slaat het boek open. De pagina’s zijn vol geschreven en getekend. Alles staat er schots en scheef om elkaar heen. Ze bladert door de vele pagina’s tot ze haar naam tegen komt. Ze legt haar vingers op de bladzijden en leest zwijgend haar geschreven verleden. Er ontstaat een stekende pijn in haar hele lichaam, ondanks dat haalt ze haar vingers niet van de pagina. De herinneringen van lang geleden verwisselen van plaats met de vele stemmen. Ze zakt uitgeput op de grond. Benji deinst achteruit, hij kan het boek horen fluisteren en schreeuwen. Nog altijd houdt Lena het boek vast, verzwakt en uitgeput zoals ze daar zit. Ze voelt zichzelf terugvloeien vanuit het boek. Alles wat de zielenkijker had genomen komt langzaam terug. Haar eigen vertrouwde glimlach en de glinsteringen in haar ogen, zelfs de liefde die ze stiekem koestert voor Matt vindt zijn weg terug. Haar hand valt slap van het boek af. Benji staat tegen de muur aan, het tafereel maakt hem bang, heel bang. Hier is geen deur waar hij heen kan vluchten. En Lena lijkt meer een lappenpop dan een sterke goochelaar. Dat boek kan niet het contract zijn!
Het lijkt een eeuwig te duren schouwspel voordat Lena om kijkt en naar Benji glimlacht. De goochelaar haalt de zandloper te voorschijn, het zand is verdwenen. Met moeite staat ze op. Ze klapt het boek dicht en pakt het op.
‘Kom,’ zegt Lena zacht, ‘we moeten gaan.’
‘En het contract dan?’
‘Het is een illusie herinnering die de zielenkijker heeft gecreëerd. De enige herinnering die zo echt leek dat het niet nep kon zijn.’
Benji kijkt haar verbaasd aan.
‘En de anderen die hier zijn?’
‘Hetzelfde,’ zegt Lena terwijl ze terug de gang in loopt. ‘Een zielenkijker neemt je herinneringen en emoties van je af. Plaatst er stemmen voor in de plaats. Alleen een echt goede zielenkijker kan alles diep in je veranderen. Maar die van Zoladius, liet altijd iets achter.’
Benji pakt haar hand vast en volgt haar door de gangen heen. Lena is niet bang meer nu ze al haar herinneringen terug heeft. Ze mijmert over Matt en zonder het door te hebben staan ze al snel voor de deur waar Zoladius het vier jaar geleden over had. Als ze die deur toen had gevonden... Hij had haar verteld hoe de deur er zou uit zien, oud en versleten. Er zitten spleten in het hout waar zwak licht door komt. De goochelaar laat de hand van Benji los en opent de deur. Voor hen is eenzelfde ronde kamer als dat bij de meester was. Een wenteltrap gaat naar boven, met hoog in de lucht een stipje licht. Ze stappen de kamer binnen. Benji sluit zachtjes de deur en volgt Lena de trap op. Ze heeft het boek nog altijd stevig vast. Het boek waar het laatste puzzelstukje van iedereen in zit. Hiermee kan ze alle ‘contracten’ beëindigen.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Rob
Potlood
Potlood
Berichten: 79
Lid geworden op: 01 okt 2011 18:06

Hey Maaike!

Wat leuk om te lezen!
Ontzettend goed bedacht ook. Weet je ook al onder welk soort fantasy genre je verhaal valt?
Ik denk zelf aan High Fantasy, omdat het niet een klassiek fantasyverhaal is.
Ook ik heb mijn verhaal weer aangepast.
Het staat nu in de topic verwerkt.

Jij moetrazendsnel doorgaan met schrijven!
Ik wil meer lezen! Haha!

Groetjes Rob
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@Rob: Ik ben blij dat je het leuk vindt, hier is een nieuw stukje! Ik zou niet weten wat voor fantasie-soort het is ;)

--------------------------------------------------------------

Reizigers

In het oude landhuis is het druk. Nu het geheim van de contracten is ontrafeld en de goochelaar kans heeft gezien het boek der herinneringen mee te nemen, kan iedereen bevrijd worden. Zonder dat het echt is verteld zijn alle artiesten van het circus naar het landhuis gekomen. Om beurten legt ieder zijn hand op de bladzijden van zijn herinneringen. Lena kijkt met een glimlach toe hoe iedereen zichzelf wordt.
Mowark is als laatste. Enkele herinneringen hebben zijn weg al teruggevonden, maar nu zijn hand contact maakt met de bladzijden stroomt zijn eigen leven terug. De angstaanjagende deken die om hem heen hing valt van hem af. De man die tegenover Lena staat kijkt haar met onschuldige ogen aan, er is niets meer terug te vinden van het oogappeltje dat hij al die tijd was. Voor de meesten is het een zwart gat, wat er in de dagen van het circus is gebeurd. De gebeurtenissen en herinneringen waren niet van hem en zijn vervaagd door zijn eigen herinneringen.
Mowark verlaat de kamer als Lena het boek dichtslaat. Ze legt haar handen er op en laat het verdwijnen naar een plek waar niemand van weet en niemand zal komen. Een kinderkamer waar niemand ooit het bestaan van af zal weten.
Jitske stapt de serre binnen. Gevolgd door Jillo, Matt en Benji. Heer Jorim is er niet bij, maar het lijkt niemand te verbazen. Bij het echte werk laat hij het meestal afweten. Hij is meer een man van het spreken dan van het doen.
De blondine gaat tegenover Lena staan, kijkt naar de plek waar het boek net nog had gelegen. Er is nog een daad te verrichten.
‘Enig idee waar het tweetal heen is?’ vraagt Jitske.
De goochelaar speelt met de kogel om haar nek. Ze weet dat ze met zijn drieën zijn. De zielenkijker zal nooit van de zijde van Zoladius wijken. Net zo min dat de meester dat zal doen. Ergens verbaasd het haar niets, nu ze al haar eigen herinneringen terug heeft was het aan hun gedrag te merken. Het altijd maar proberen om Lena in het landhuis te houden, de lange weg waar je denkt te verdwalen en de afstand naar de bewoonde wereld.
‘Ja,’ zegt Lena. ‘Benji heeft voor me gekeken.’
‘En waar zijn ze dan?’ vraagt Jitkse als ze naar Benji kijkt.
‘In een verlaten sprookjeskasteel, heel ver weg. Half verscholen aan de rand van een bergketen, opzoek naar nieuwe oogappeltjes om sterke artiesten als Lena gevangen te nemen. Maar deze keer zonder een circus.’
‘Hm,’ zegt Jitske bedenkelijk, ‘dat verbaasd me niets. Als plaatsvervanger van de heer Jorim en de meester is het mijn taak om ervoor te zorgen dat de artiesten veilig zijn.’

De avond is neergedaald over het landhuis, de rust is weergekeerd nu de artiesten verlost zijn van hun vloek en zijn terug gegaan waar ooit hun thuis was. In de kelders van het grote landhuis, waar de artiesten ‘zoet werden gehouden’ tijdens hun gevangenschap zit nu het viertal na te denken over een plan. Het circus is misschien wel opgedoekt en de artiesten zijn vrij, Zoladius en de meester zullen niet stoppen. Hun denkbeeld is heel erg duidelijk en er is geen andere kijk mogelijk, dan dat sterke artiesten gevaarlijk zijn.
Er heerst stilte in de kelder, iedereen heeft een bedrukt gezicht. Iedereen heeft dezelfde vragen maar niemand heeft het antwoord. De zandloper staat op tafel, terwijl het lichtbruine zand was verdwenen in de kelders van het circus, nu is het teruggekeerd met witte sneeuw. Vlokje voor vlokje dwarrelt de tijd weg.

Terwijl het viertal hun hoofd dwingt om met een oplossing te komen, staat een niets vermoedend tweetal voor de poort van het noodlot.
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 07 mar 2012 10:58, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ze staan met hun koffer in hun hand voor het hekwerk. Hun ademwolkjes weerspiegelen de kou van het ijzige landschap. Hun voeten zijn een met de temperatuur van de sneeuw. Het tweetal is nog maar een paar meter verwijdert van de warmte.
Een overweldigend groot sprookjesachtig kasteel ligt verscholen in de bergen, waar de winter nooit verstrijkt. Niemand zal zich hier ongevraagd wagen. Alsof de tijd heeft stil gestaan is het oude kasteel nog helemaal intact, met haar torens, kantelen en ophaalbrug. Al er is nooit een gracht geweest.
De jongens weten dat ze hier moeten zijn, hier hebben ze de lange barre tocht voor afgelegd. Alle twijfels, die ze over de oude vrouw hadden, zijn verdwenen. Ze had gelijk gehad over het kasteel. De sneeuw knispert onder hun bevroren voeten als ze naar de grote oude houten poort lopen. Er hangt een grote deurklopper. De jongste van twee aarzelt geen moment en pakt de klopper vast, laat hem met een harde doffe dreun op de deur vallen.
De zon begint onder te gaan en het grillige landschap krijgt een warme oranje gloed over zich heen. Ze kunnen de warmte op hun wangen voelen branden. Een enkele vogel zingt zijn laatste lied voor de nacht invalt. In het kasteel blijft het stil, misschien zijn ze te laat?
Net als ze met verloren moed willen weglopen, gaat de deur langzaam op. De jongens kijken naar een gestalte in zwart gehuld met netjes achterover gekamde, zwarte glanzende haren. Vol van verlangen op een thuis zien ze niet het onheil wat achter de muren van het kasteel ligt.
‘Welkom in huize Zoladius,’ zegt de man met een glimlach en laat de jongens binnen.

Benji rilt als hij opkijkt van het water. Nog altijd heeft het gelijk gehad. En ook nu weet Benji dat hij geen kans heeft om te bewijzen dat wat hij gezien heeft leugens en bedrog zijn. Zoladius zal nooit stoppen. In zijn sprookjesachtige kasteel, waar het ook is, zijn de slachtoffers al niets vermoedend opgesloten. Hij werpt een blik naar Lena die voor zich uitstaart, ver weg in haar geheugen aan het spitten waar Zoladius kan zijn. En hij, de kleine verplaatser, heeft zojuist gezien waar de schuilplaats is. Benji weet dat Lena nog altijd voor Zoladius interessant is, omdat ze steeds aan hem weet te ontkomen. Kan hij het zeggen zonder dat ze er gelijk heen gaat? Kunnen ze niet gewoon als goochelaarduo de steden en dorpjes af en vergeten van Zoladius? Hij is zover weg, dat hij Lena Zoladius vast snel zal vergeten. Benji kijkt nog een keer naar het water. Het beeld is opgelost maar is zo op te roepen, en hij weet dat het volgende slachtoffer voor de poort zal staan, nietsvermoedend en vol hoop op een nieuw veilig thuis. De meester windt ze allemaal om haar vinger, om ze naar het hol van de duivel te sturen. Voorzichtig raakt Benji het water aan om het nieuwe slachtoffer te bekijken. Om zichzelf duidelijk te maken, dat Lena en hij nooit samen zullen optreden zolang Zoladius vrij rondloopt, hoe graag hij dat ook wil.

Ondanks dat de lente inmiddels haar intrede doet, blijft de eeuwige sneeuw rondom het kasteel liggen. Het ligt te midden van die onschuldige witheid, in het hoog gelegen dal er verlaten bij.
Een nieuw tweetal is de oude dame in een klein dorpje tegengekomen. Zonder enige moeite heeft ze hun hoofd vol gestopt met mooie verhalen. Over een thuis waar iedere artiest, zoals zij over droomt. En de oude dame wist hen te vertellen waar de twee jongens dat kunnen vinden.
Nu ligt dat sprookjeskasteel voor hen. De rillingen lopen over hun rug. Twijfelend blijven de twee even tussen hun oude en hun nieuwe leven staan. Ze bekijken het kasteel terwijl ze de laatste afweging maken.
‘Denk je dat ze gelijk had?’
Zijn metgezel knikt.
‘Volgens de verhalen heeft ze altijd gelijk,’ stemt de metgezel in.
Met bevroren voeten stampt de jongen op de ijzige sneeuw om het gevoel van tintelende tenen even terug te krijgen. Dan stapt hij vast beraden op de poort af. Deze keuze is het meer dan waard, zegt hij tegen zichzelf. Dit is het moment om te veranderen. Het is tijd om alle fouten recht te zetten en het water te bewijzen dat wat ze ook voorspelt, hij kan het veranderen.
Dapper vult hij zijn longen met de ijzige kou voordat hij de klopper pakt en aanklopt.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Zoals het tweetal al verwacht heeft, opent hun grootste vijand de deur. En zoals ze hoopten laat hij ze met een vriendelijke glimlach binnen.
Dit moet het waard zijn, denkt Benji als de zware poort achter hem dicht valt en hij even aan het weinige licht moet wennen. Wat er ook gebeurt, ditmaal zal het water dat hem de toekomst laat zien ongelijk hebben.

Lena zit naast Jitske, buiten beweegt het landschap snel langs hen heen. Het enige openbare vervoersmiddel dat door het grillige berglandschap rijdt is een trein. Geen autoweg leidt naar boven, maar de rails weet iedere tunnel te vinden. De bergtoppen zijn bedekt met een laagje sneeuw en de loofbomen die her en der verspreidt staan zijn hun prachtige groene bladeren verloren.
‘Nog iets van de heren vernomen?’ vraagt Jitske.
Lena schudt haar hoofd, ze speelt met de kogel tussen haar vingers. Als dit voorbij is laat ze hem misschien wel achter in het sprookjeskasteel. De laatste weken drukt het als een last op haar borstkast. Misschien laat ze hem verdwijnen naar een plaats waar niemand komt, maar niet voordat de laatste daad is gedaan. Niet voordat ze rustig kan slapen.
Ze werpt een blik naar Matt en Mowark die tegenover haar zitten. Ze zwijgen alle twee al de hele reis, alsof de trein hen verboden heeft te spreken.
‘Ik had verwacht dat Jillo wel van zich zo laten horen, in een van onze hoofden,’ zegt Jitske. ‘Misschien zijn ze gesnapt.’
‘Dan zou hij hier zijn,’ mompelt Lena.
‘Hij zal op je wachten, zoals altijd. Daar is hij heel goed in, dat weet je.’
‘Weet ik,’ zegt Lena. Ze haalt de zandloper te voorschijn en kijkt naar de sneeuw die gedwarreld. ‘Ze weten dat we komen, de meester weet alles.’
Jitske knikt.
‘En toch, ze zullen het niet doorhebben. Ze zijn onherkenbaar, alleen hun krachten binden hen met hem en de meester.’
‘Ik hoop dat je plan werkt,’ zegt Lena.
‘Een beetje vertrouwen,’ reageert Jitske. ‘Niemand is onverslaanbaar. En ik zal niet toestaan dat iemand als hij de eerste wordt.’
Lena glimlacht naar Jitske en kijkt dan weer naar buiten. Nee, dat zou Jitske zeker niet laten gebeuren. De blondine zou nooit een gevecht tussen goed en kwaad willen missen. Als het aan haar had gelegen, was ze de eerste keer met Lena naar binnen gestormd om Zoladius te overmeesteren. Maar ze had alles gemist omdat het haar onthouden was en nu is het voor de rechterhand tijd om dat in te halen. Haar plan kiert nog een beetje aan alle kanten, maar dat vindt Lena niet zo heel erg, deze keer hoeft ze tenminste niet alleen tegenover de man te staan die haar leven voor jaren, in het leven van een marionet heeft veranderd. En met Jitske aan haar zijde zijn haar kansen verdubbeld om de directeur te stoppen. Voor eens en altijd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Simone.'
Nieuw
Nieuw
Berichten: 2
Lid geworden op: 28 okt 2011 23:59

Hee Maaike!

Wat een mooie verhalen schrijf je. Ik heb een begin gemaakt aan het lezen en je hebt echt talent! Ik ga morgen zelf proberen om een kort hoofdstukje te schrijven. Ik deed vroeger altijd mee aan schrijfwedstrijden (jaahaa, dat verwacht je niet van mij!), maar dit was op de basisschool. Ga zo door en ik laat je mijn creatie morgen wel lezen. Ik denk dat ik over real life situaties ga schrijven. Over jongeren met problemen. Denk dat ik hier het meeste mee kan in de eerste instantie en dat ik dan altijd nog richting fantasy of thriller kan gaan. Eerst maar weer eens erin komen. Meid, je hebt me geinspireerd!

Liefs, je klasgenootje :)
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@Simone; leuk dat je mijn verhaal leest en je ge-inspireerd voelt! Het is echt een aanrader het ook te doen :D Vergeet je je niet voor te stellen in het voorsteltopic (en natuurlijk je verhaal te plaatsen?)

Een nieuw plan
De trein is gestopt bij het kleine dorpje waar tot nu toe alle nieuwe artiesten door de wijze meester zijn gevonden. De artiesten die uit deze trein stappen geven zichzelf geen tijd om de oude vrouw te ontmoeten. De tijd die er met haar is doorgebracht is meer dan de vrouw verdiende te krijgen. Jitske loopt vastberaden voorop, met haar zware rugzak en haar goede sneeuwbestendige schoenen begint ze de tocht, gevolgd door Lena, Matt en Mowark.
‘Twee dagen door de sneeuw,’ mompelt Mowark die zich op het laatste moment aanmeldde bij de groep. Nu hij wist wat er met zijn leven was gebeurd wil hij anderen daarvoor behoeden. ‘Beter laten die twee kinderen van zich horen voordat het voor niets is.’
Matt knikt instemmend. Nogal tijd hebben ze niets van Jillo en Benji gehoord. Dat is alles behalve volgens plan. Jillo zou de bevindingen aan het viertal doorgeven, hij is niet voor niets een zielenkijker.
‘Misschien kan hij het niet,’ gaat Mowark verder, terwijl ze zich van het dorpje verwijderen. En het eenzame berglandschap hen begint te omarmen.
‘Jawel,’ zegt Matt. ‘Hij kroop bij Lena ook naar binnen.’
Lena stopt met lopen en draait zich om. Sinds het boek is er rust in haar hoofd en zijn haar herinneringen weer van haar. Niemand heeft geprobeerd naar binnen te kruipen, Jillo dus ook niet. Ze heeft geen idee hoe een zielenkijker, de ziel van een ander weet te bereiken maar de jonge artiest kan het wel.
‘Misschien is hij het vergeten,’ zegt Lena.
‘Hoe kun je zo’n belangrijke missie vergeten?’ bromt Mowark.
‘Hij is de enige die deze opdracht niet in zijn hoofd heeft gebrand,’ zegt Jitske die iets achter Lena staat. ‘Maak je geen zorgen, we zijn nog twee dagen verwijderd van het kasteel. Als we tegen die tijd nog geen signaal hebben, gooien we ons plan om. We hebben niet voor niets een plan B.’

Als een verloren ziel zwerft hij door de koude gangen van het kasteel rond. De paniek in zijn lichaam drijft hem tot waanzin. Het hele plan gaat hen fataal worden! Het water liegt nooit! Rusteloos loopt Benji de trap op, hij blijft bovenaan even staan en begeeft zich dan weer naar beneden. In al die dagen is hij niemand tegenkomen en dat terwijl hij toch echt heeft gezien dat er artiesten naar binnen gingen. Zelfs Jillo is opgelost in een van de vele kamers. Benji begint te twijfelen, of hij hier alleen is gekomen.
De jongen kijkt op naar de grote poort waardoor hij het hol van het kwaad binnen stapte. De deur die gesloten is voor het waterpoelen lezen. Geen enkel beeld wil het water hem meer geven. Buiten dit kasteel weigerde het al beelden te geven, maar zelfs hierbinnen wil het water hem de toekomst niet meer laten zien. Uit frustratie heeft hij een schaal met water aan stukken op de grond laten vallen. Waanzin is het! Als Lena geen teken van Jillo krijgt staan ze straks voor de poort en zullen ze opgesloten worden! Met grote passen loopt Benji naar de deur en trekt aan de hendel. Op slot, net zo als bij iedere eerdere poging. Hij draait zich om en kijkt de gang in. Zelfs Zoladius en de meester hebben zich niet laten zien. Misschien zijn de twee hem vergeten. Sluiten ze iedereen op, maar hebben ze zijn deur open laten staan.
Benji gaat na wat er die dag is gebeurd. Ze stapte hier binnen, Jillo en hij naast elkaar. De woorden van de zielenkijker galmden door zijn hoofd. “Zorg dat ze afgeleidt zijn. Lena zal je bevrijden van de last!”
Jillo ging op in het verhaal van de voormalige circusdirecteur. Een zoetsappig verhaal over het verleden van het kasteel. Ze kregen na heerlijke maaltijden daarna aparte slaapkamers toegewezen. Benji weet nog precies welke kamer het was. Maar toen hij ’s nachts Jillo opzocht, was de kamer leeg. Verlaten alsof er nooit iemand is geweest. Net zoals hij hier als enige is opgesloten.
Benji haalt diep adem en begeeft zich de grote hoofdgang weer in. Jillo moet ergens in het kasteel zijn! Hij trekt aan een deur die hij nog niet eerder heeft geprobeerd en staart naar een wenteltrap die naar boven gaat. Hij kijkt haastig om zich heen en stapt dan de wenteltrap op. De deur valt zachtjes achter hem in het slot terwijl hij aan zijn klim begint. Het liefst heeft Benji de goochelaar aan zijn zijde gehad met haar magische balletjes, nu moet hij het zelf doen. Voordat hij vetrok heeft ze hem er twee gegeven. Gewoon, voor het geval dat. Benji blaast tegen het balletje dat een helder geel licht verspreidt.
“Op een dag word ik net zo’n goochelaar als jou, Lena. En dan zullen we alle markten afgaan!” denkt Benji hoopvol.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Samilya
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 30
Lid geworden op: 10 nov 2011 23:59
Locatie: Etten-Leur

Ha Maaike!

Ik ben ook benieuwd naar jou verhalen, dus ben ik begonnen met de goochelaar; de titel sprak me aan;)

Mijn eerste reactie over je proloog; wauw! Ik was verbluft. Wat mooi geschreven! Ik zag het al helemaal voor me, als een film. Ik wilde na je eerste stuk snel beginnen aan je 2e stuk en toen was ik een klein beetje teleurgesteld. Dat kwam doordat ik echt in je proloog zat en ineens bij een optuttende Lena:p

Wat ik erg goed vond aan je proloog was dat ik het echt voor me zag. Je hebt het erg mooi gedetailleerd geschreven, alsof ik klaar is om te verfilmen, en dat miste ik een beetje bij de volgende posts. Ik ben nu bij 4, binnenkort lees ik verder!

Groet,
Samilya
"People who point at their wrist asking for the time... I know where my watch is pal, where the hell is yours? Do I point at my crotch when I ask where the toilet is?"
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Eh ja.. dat heb ik al meer gehoord :$ Ik denk dat het komt omdat ik de proloog veel later heb geschreven dan de eerste paar stukken.
Met de feedback die ik eerder heb gekregen heb ik het al een heel stuk verbetert van wat het eerst was. Maar op de een of andere manier lukt het me niet om in het begin meer spanning creëen :$
Het wordt wel nog spannend hoor! Ik hoop dat je het tot die tijd blijft lezen :)

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@Samilya Ik wilde je even laten weten, dat ik een nieuwe poging doe, om het eerste hoofdstuk na de proloog spannender te maken :)

---------------------------------------

De avond begint in te vallen en het is tijd om een tijdelijk kamp op te slaan. Lena kijkt zwijgend toe hoe Mowark en Jitske met hun verplaatskracht de tenten opzetten. Matt probeert zijn steentje bij te dragen, wat bijna onmogelijk is. Uiteindelijk gaat hij op zoek naar brandhout. Lena blijft al die tijd zwijgend staan. Haar gedachten zijn ver weg. Er gebeuren rare dingen in haar hoofd. Het is alsof er iemand naar binnenkruipt. Een bekend iemand die een warboel aan beelden bij haar opdringt. Geen vreemde stemmen en ook geen herinneringen. Ze flitsen volgordeloos aan haar voorbij.
‘Lena?’
Hij had haar beloofd dat hij niet meer in haar hoofd zou verschijnen. De jongen had beloofd bij Jitske te verschijnen. Verstijft staart Lena voor zich uit. Als dit echt is wat hij ziet, zal het hele plan in duigen vallen. Als ze nu ziet wat de jongen ziet, waar is Benji dan?
‘Lena?’ herhaald Jitske haar vraag doordringend.
Ze schudt de goochelaar zachtjes heen en weer. Lena knippert met haar ogen en kijkt naar Jitske.
‘Ze weten het,’ mompelt ze.
Meer weet Lena niet uit te brengen. De nacht doet haar volle intrede, hult de vier mensen in duisternis. Ze kruipen dichter naar de warmte van het vuur toe. Lena staart afwezig naar het vuur. De vlammen laaien hoog op. Jitske weet nog niets van haar vuurtruc. Hij wel! Alles wat Jillo haar had laten zien, speelt zich als een doemscenario in haar hoofd af. Opnieuw en opnieuw. Waar is Benji in alle chaos? Waarom vindt de goochelaar hem in alle beelden van Jillo niet terug?
‘Lena?’
Jitske kucht even. Er verschijnen ademwolkjes. Zoals ervoor Zoladius geen falen is, bestaat dat ook niet voor de rechterhand van de baas.
‘We hebben een nieuw plan nodig,’ zegt Jitske met een strak gezicht. Ze is de leider van deze missie en zal niemand alleen laten. Niet zoals de grotbewoners dat gedaan hebben. ‘Vertel me over de truc. Matt heeft het me verteld en nu Zoladius alles weet, heeft het geen zin om iets achter te houden.’
Er zijn geen woorden voor de goochelaar om haar trucs uit te leggen. Lena kijkt naar de heldere hemel boven hen. Ze concentreert zich en roept de vlammen op. De warme, knetterende vlammen. Ze verspreiden zich over haar vingers, haar lichaam en glijden hongerig over de sneeuw maar ze blijven weg bij de metgezellen van de goochelaar.
‘Hij is er bang voor,’ zegt Mowark. ‘Bang voor het knetterende vuur. Daar was hij nooit bang voor tot Lena die avond voor hem stond, in vlammen gehuld.’
‘Wilde Jillo hem geen angst geven?’ vraagt Jitske aan Matt.
‘Ja, via de meester. Maar zij liet hem niet toe.’
‘Hij heeft dan toch een weg gevonden,’ glimlacht Jitske. ‘Er is nog hoop.’
‘En Zoladius heeft een weg naar ons gevonden,’ zegt Lena terwijl ze de vlammen laat oplossen. ‘Eerst was hij niet bang omdat het een illusie was. Hij maakte me boos.’ Lena kijkt naar Jitkse. ‘Er gebeuren altijd vreemde dingen als hij me boos of bang maakt.’
‘Zoals?’ vraagt Mowark verbaasd.
‘Iedere keer wist ik weg te komen. En elke keer was ik bang en boos. Niemand ontkomt aan Zoladius, maar op die momenten dat ik het probeerde lukte het altijd. Het horloge en de zandloper, die het gevaar en de overgebleven tijd aangeven. Ik kreeg ze pas toen ik bijna in de val van Zoladius zat. Het boek met alle herinneringen van iedereen die in de kelders lag, het illusie vuur dat meer is dan een slechts een illusie. En nu brengt Jillo me beelden. En altijd hebben hij en de meester het over een verborgen kant. Ik weet dat ze niet het vuur bedoelden,’ zegt Lena zacht. ‘Al die dingen gebeurde als hij me boos of bang maakte.’
‘Wat bedoelde ze dan wel?’
‘Iets wat ik vergeten ben. En het boek heeft het me niet terug gegeven.’
‘Iedereen mist herinneringen, de eerste keer is een fatale,’ legt Jitske uit. ‘Ik heb me verdiept in de gave van de zielenkijkers.’
‘Maar de zielenkijker van Zoladius was niet de eerste,’ valt Lena Jitske in de reden. ‘En ook niet de meester zelf. Ik was nog een kind en wist nog niets van de goochelaars of andere artiesten.’
‘Waarom zou iemand een kind van een herinnering beroven?’ mompelt Matt nadenkend.
‘Als iets vergeten moet worden,’ zegt Jitske, ‘dat doen Zoladius en de meester ook. Als in hun ogen iemand sterk is, willen ze die onschadelijk maken. Misschien wilde iemand je beschermen. Het verklaart wel waarom je nog steeds een stem hoort.’
Lena knikt. Ze wenst iedereen een goede nacht en trekt zich terug in een van de twee tentjes.
Terwijl ze luistert naar de zachte stemmen probeert ze het gezicht van haar eerste zielenkijker voor haar geeft te halen. Als een schim zwerft de gedaante door haar gedachte. Samen met de stem. De stem waarvan ze dacht die van Matt was. Maar Matt is geen zielen kijker, en zal nooit in haar hoofd kruipen.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Anna
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 24 nov 2011 00:11

Hey Maaike,

Ik ben vandaag begonnen met je verhaal te lezen, en tot nu toe vind ik het echt heel erg goed!
Er zit voldoende spanning in en ik hou van die mysterieuse sfeer die er omheen hangt.
Fantasy vind ik altijd leuk om te lezen en jij hebt een soort eigen fantasy genre uitgevonden =) echt heel origineel, vind ik.
Soms zijn er wel wat zinnen die ik niet helemaal begrijp, maar dat ligt waarschijnlijk aan mij ;)
Blijf vooral schrijven, zou ik zo zeggen xD

Groetjes,
Anna
Someday your prince charming will come. Mine just took a wrong turn, got lost, and is too stubborn to ask for directions.

Yesterday is history. Tomorrow is a mystery. Today is a gift. That’s why it’s called the present.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@Anna: wat leuk dat je meeleest :D En bedankt voor het compliment!

Ik heb hoofdstuk 1 inmiddels (Tijd om te gaan) herschreven en (naar mijn idee) wat beter op de proloog laten aansluiten :) Zou iemand er wat feedback op kunnen geven?
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Lang geleden
Benji is bovenaan de wenteltrap gekomen en bekijkt zwijgend de ronde verduisterde torenkamer. Het is klein en volgestouwd met kasten vol boeken, kleine doosjes en andere voorwerpen. Met het lichtgevende balletje loopt Benji naar een van de kasten toe en pakt er een voorzichtig een boek uit. Zouden dit dezelfde boeken zijn als het herinneringsboek dat herinneringen van Lena heeft bewaard?
Hij zakt op de stoffige grond neer en slaat het boek met zijn vrije hand open. Het balletje laat hij nog wat meer licht geven door er tegen te blazen. Herinneringen, gaat er door Benji heen. In het midden van de pagina staat een naam. De jongen neemt niet de tijd om de tekst er om heen te lezen. Angstig slaat hij het boek dicht. Verbijsterd kijkt hij voor zich uit. Wat nu? Zou Jillo zijn geheugen kwijt zijn en is hij daarom onvindbaar? Benji kan de moed niet vinden om het boek wat voor hem ligt nog een keer te openen. Voorzichtig zet hij het terug op de plank waar hij het gevonden heeft. Zijn ogen dwalen langs de planken, langs de kaften zonder titels, de gesloten doosjes en de voorwerpen. Opzoek naar iets met een antwoord.

Zoladius zit voor het grote haard vuur. Naast hem zit de meester en iets verder zit de zielenkijker. Zoals het hoort en het altijd is geweest. Zijn gedachten vliegen na vervlogen tijden, terwijl de circusdirecteur naar het vuur staart. Naar het begin waar alles begon. Om Zoladius wordt alles wazig terwijl oude tijden herbeleefd.
Een kleine jongen loopt door een klein dorpje heen. Oude klinkertjes bekleden de straten, huisjes staan scheef naast elkaar met kleine groentetuintjes er tussen. Hij loopt naar het grote plein, net zoals al zijn leeftijdsgenoten. Er gaat iets groots gebeuren, maar alleen voor de jeugd. Ze zijn uitverkoren! Niemand weet waarom, behalve dat het geheim moet blijven voor de onwetende volwassenen.
Hij loopt het grote plein op waar het raadshuis aan ligt. Statig steekt het boven de kleine werkerhuisjes en boerderijtjes uit. Het grote witte gebouw met zijn brede traptreden naar de voordeuren wenken de jongen uitnodigend. Haastig brengen zijn jonge benen hem naar de treden. Hoe dichter hij bij de voordeur is hoe meer kinderen hem vergezellen.
Eenmaal binnen in het grote huis, wemelt het er van de jonge kinderen. En Zoladius weet dat ze allemaal net zo als hem zijn. Zonder dat hij het ooit heeft gezien of gehoord, voelt hij het. Er gaat vandaag iets gebeuren wat zijn leven voor altijd zal veranderen.
De kinderen drommen samen in grote zaal waar allemaal stoelen staan. Netjes in rijen naast elkaar. De jongen haast zich naar voren om op de eerste rij te kunnen zitten. Iedereen mag dan wel zoals hem zijn, hij is er alsnog het beste in.
Terwijl er langzaam rust bij de nieuwsgierige kinderen komt, komt er een jonge vrouw te voorschijn. Voor elk kind voelt het of hun moeder daar voor aan staat. En zodra ze begint te spreken hangen ze aan lippen. Ze voelen de waarheid in ieder woord dat ze uitspreekt.
'Kinderen, ik ben hierheen gekomen speciaal voor jullie. Want jullie zijn gekozen!'
De kinderen blijven stil. Er wordt wat gewiebeld op de stoelen.
'Er wacht jullie een belangrijk lot, een taak die alleen door jullie uitgevoerd kan worden! Een, die wereld zal redden van de ondergang!'
Er stijgt een enthousiast gemompel op. De kinderen zijn verrukt. Een speciale opdracht? Kunnen ze echt de wereld redden van de ondergang. Een dapper kind steekt ietwat aarzelend zijn vinger op. De mooie vrouw met haar zwarte pijpenkrullen knikt vriendelijk naar hem.
'Van welk gevaar moet ik de wereld redden?'
'Van de onderkruipsels die tegen alle regels inleven! Boeven die moeten worden opgesloten door helden!'
Er klinkt gejuich uit het jonge publiek. Ieder kind voelt zich groots nu de vrouw hem of haar heeft uit gekozen om te helpen de wereld te beschermen.
De vrouw maant de groep tot stilte. Vreemd genoeg lijkt het voor de kinderen of hun mond niet meer open wil. En toch voelt het vertrouwt en ontstaat er geen paniek.
'Een van jullie mag met mij mee als leerling. De rest zal binnenkort een leraar vinden. Maar onthoud goed, niemand mag hiervan weten. Het is geheim! Een van ons alleen! '
De kinderen knikken begrijpend en wachten nieuwsgierig af wie er uit gekozen wordt om met de jonge vrouw mee te mogen. De vrouw steekt haar vinger uit en gaat langs haar publiek. Bij een jongen met gitzwart haar blijft haar vinger in de lucht hangen.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

'Hoe heet je?'
'Zoladius'
De vrouw knikt goedkeurend, dit is de jongen die ze al die tijd heeft gezocht. Hij zal het verschil gaan maken en ervoor zorgen dat alles wat ze heeft bedacht gaat gebeuren.
'Ik ben vanaf nu jouw meester, kom!'

Nog geen drie dagen later zijn hij en de meester onafscheidelijk. Zoladius ontdekt zijn talent om mensen naar zijn hand te buigen, daar heeft, de inmiddels tiener, geen speciale talenten voor nodig. Ze reizen de hele wereld over en beroven vele grote talenten van hun geheugen. De meester en hij hebben goede tijden, maar het plan om de wereld te ontdoen van sterke artiesten, rammelt aan alle kanten. Waar blijven de artiesten, nadat er van herinneringen is gesnoept? En herinneren ze zich echt niets van hun talent? De artiesten moeten in de gaten gehouden worden en zo ontstaat het landhuis en het circus.
Met een mooie valkuil, als de artiest bij het landhuis weg zou gaan, zou die naar het circus getrokken worden. Wat overbleef waren de nieuwe sterke artiesten onschadelijk te maken.
Jaren ging het goed, totdat de goochelaar stukjes van verloren geheugen wist te ontrafelen. Hoe heeft hij dit niet kunnen zien aankomen? Dankzij het wicht ging het grote plan in duigen vallen! Alle moeite voor niets geweest. Maar de strijd is nog niet voorbij, nog lang niet.
De meester kucht even en Zoladius kijkt verstoord op, ontwakend uit zijn herinneringen. Ze kijkt hem doordringend aan. Er is niets wat de oude vrouw ontgaat. En die blik spreekt boekdelen. Iemand is in de toren! Iemand, die van het boek der herinneringen weet en niet te vangen is zolang er deuren zijn!

Benji trekt een boek van een plank en legt hem op de grond. Met het lichtgevende balletje vlakbij de pagina's terwijl hij er doorheen. Hij doet een rare ontdekking, had hij eerder het herinneringsboek onder ogen gezien, nu kijkt hij naar pagina's vol foto's. Kleine kinderen, die steeds ouder worden. Haastig bladert Benji er doorheen, opzoek naar Lena maar ook naar zichzelf. De dag dat hij net ontkwam, staat in zijn geheugen gegrift. De jonge verplaatser komt zichzelf noch Lena tegen, welk boek hij ook van de plank pakt.
Benji zucht diep. Hij steunt op zijn ellebogen terwijl hij de bladzijden van het zoveelste boek bekijkt. Ergens ver weg wordt de stilte verstoord. Benji kijkt verschrikt naar het trappengat. Ergens valt een deur zacht in het slot. Haastig kijkt Benji om zich heen, pakt het laatste ongeopende boek van de plank. Hij loopt naar de trap. Luistert geconcentreerd opzoek naar geluiden. Er komt iemand aan! Benji laat het balletje doven, wacht even en denkt dan aan zijn meest geliefde plek waar hij beloofde nooit meer te komen.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Lena rekt zich stijfjes uit. Ondanks de warme slaapzak is de kou in haar lichaam gekropen. Ze rilt even en kijkt naar Jitske, die diep in haar slaapzak verscholen is. Er komt langzaam beweging in, ook zij rekt zich moeizaam uit.
'Goed geslapen?' vraagt Jitske slaperig terwijl ze gaat zitten.
Lena knikt. Na lang piekeren is ze uiteindelijk in een droomloze slaap gevallen. Het plan baart haar zorgen, maar is de enige oplossing op het moment. Matt en Mowark zijn het nog altijd niet eens met het plan.
'Mooi zo, vandaag zorgen we dat ze onschadelijk worden.' Jitske glimlacht even. 'Ik weet dat je het plan niets vindt, maar het is de enige mogelijkheid tot nu toe, tenzij je nog een geheime kracht blijkt te bezitten.' Jitske kijkt even bedachtzaam voor haar uit. 'Alles is te leren, weet je.'
Lena knikt. Jitske is er het bewijs van, hoe stuntelig ze zich ook verplaatst en hoe vaak ze op de verkeerde plek uitkomt, ze heeft het verplaatsen geleerd.
'Wie weet wat we je kunnen bijleren.'
Ze rekt zich uit, kleed zich snel om en kruipt de tent uit. Lena achterlatend met het vraagstuk, wat ze zou kunnen leren om Zoladius, de meester én de zielenkijker te verslaan.
'Zelfs als ik in zijn hoofd kan kruipen,' mompelt Lena voor zich uit, 'blijft hij onoverwinnelijk.'
Ze volgt het voorbeeld van Jitske en kleedt zich aan. Zucht eens diep voordat ze de tent uitkruipt en de koude morgen begroet. Frisse wind waait in haar gezicht, Lena ziet dat het gesneeuwd heeft. De hoge bergtoppen zijn bedekt met een ijzige laag en daar zal hun pad ook naar leiden. Ze rilt even. Gelukkig heeft Mowark al een kampvuur gemaakt. Hij werpt haar een glimlach toe, Matt daarentegen houdt zich afzijdig. Het plan staat hem totaal niet aan. Zijn goochelaar die zonder hem voor de tweede keer het gevaar tegemoet gaat. En hij? Hij mag van een afstand samen met Mowark toekijken, alleen maar omdat Jillo een rampscenario heeft laten zien! Dat zou juist een reden moeten zijn om mee te gaan.
'Jullie gaan te voet naar het kasteel,' zegt Jitske. 'Het is niet zo heel ver meer, je kunt het in de verte zien liggen. Ik zal Lena en mij tot in het kasteel verplaatsen.'
'En wat als dat niet goed gaat? Wat als je voor zijn stoel terecht komt?' vraagt Matt met een kwade ondertoon.
'Dat gebeurt niet,' zegt Jitske. 'Ik ga naar Benji toe en vanaf daar gaan we verder. Zoals eerder al gepland was. Daarna gaan we opzoek naar Jillo, want zonder hem hebben we geen schijn van kans. Jullie wachten buiten tot je het signaal krijgt en kloppen dan aan.'
Matt haalt zijn schouders op. Als de twee te lang zonder teken weg blijven, zal hij naar binnen stormen. Dat zorgt hij wel dat een van zijn messen te dicht bij Zoladius komt. Niemand komt aan zijn kleine vriendinnetje!
'Goed dan. Lena ben je er klaar voor?'
Lena knikt en concentreert zich terwijl ze de hand van Jitske vastpakt.

Jitske kijkt verbaasd om zich heen. Ze had een duistere kamer ingedachte toen ze aan het kasteel van Zoladius dacht, zoals het circus dat zich gevestigd had in het oude theaterpand. Maar dit gaat tegen al haar verwachtingen in, dit is een kinderkamer waar ieder kind van droomt. Met een hoogslaper waaraan een glijbaan zit. Kasten vol sprookjesboeken, blokken op de grond, een treintje dat overal tussen door rijdt en kleurige vliegers aan het plafond. Haar oog valt op de tafel vlakbij de bank met twee boeken die precies op die van Lena lijken.
'Waar zijn we?'
'Benji!'
Lena ziet haar kleine vriend in elkaar gedoken op de bank zitten. Hij heeft zijn knieën opgetrokken en zijn armen om zijn benen geslagen. Met grote ogen kijkt hij op.
'Lena,' zegt Benji met een schorre stem, die rauw lijkt door tranen.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Lena gaat naast hem zitten en legt haar armen om hem heen. Ze kruipt dicht tegen hem aan.
'Het komt allemaal goed,' fluister Lena, terwijl ze hem knuffelt.
'Wat doen die boeken hier? Waar zijn we?' vraagt Jitske verward.
'Dit is de slaapkamer van Benji. Hij is geheim. Waar die is weet ik niet, maar je kunt er alleen komen als je kunt verplaatsen.'
'En de boeken? Dat zijn toch de herinneringboeken?'
Lena laat Benji los en wil een boek pakken van de tafel pakken.
'Nee!'
Lena kijkt verschrikt naar Benji. Zijn ogen zijn wijd opengesperd. En bijna kan de goochelaar zien dat al zijn nekharen recht overeind staan.
'Niet openen?' De jongen schudt zijn hoofd.'Waarom niet, Benji?'
'Je staat er in. Ik sta er in.'
'Maar ik stond ook in het herinneringboek. Wat staat er in dat andere boek?'
Benji rilt. Hij weigert te geloven wat hij heeft gelezen. Het voelt of hij het leven van een ander heeft aangenomen, zonder er ooit toestemming voor te geven.
'Benji?'
Benji zwijgt. Hij kijkt met grote ogen naar het boek wat op tafel ligt. De goochelaar pakt het boek wat Benji in de toren heeft gevonden. Benji springt van de bank af en gaat angstig achter Jitske staan.
'Zeg dat ze het teruglegt!'
Jitske zegt niets, hoe hard Benji ook smeekt, de goochelaar opent het boek. De kaft kraakt van oudheid. Ze bladert er doorheen op zoek naar haar naam, op zoek naar Benji's naam.
Haar ogen schieten over de handgeschreven regels. Haar vingers trillen terwijl ze haastig op zoek gaat naar een derde naam. Misschien is hier het antwoord. Ze stopt met bladeren, haar ademhaling versnelt terwijl ze regels leest. Ze hebben bij hem het zelfde gedaan... Hij is net zo als hen, maar wie zal hem dat doen geloven?
Lena kijkt over het boek heen. Naar Jitske die haar nieuwsgierig aankijkt en Benji die zijn hand bij de deurknop heeft. Wie weet wat dat boek kan, wat het herinneringsboek niet kon? Deze deur is zijn enige uitweg, ook al had hij zichzelf uit de toren laten verdwijnen zonder deur. Dat was toeval, geluk dat vast niet nog eens gebeurt.
'Ik weet wat ze gestolen hebben,' zegt Lena, 'Maar ik snap het niet. Waarom zouden ze niet willen dat ik weet waar ik vandaan kom?'
'Waar kom je vandaan?'
Lena kijkt nog eens naar de bladzijde.
'Het dorp Meridna.'
'St!' roept Benji uit. Hij kijkt bang om zich heen. Wat zou er uit het boek tot leven komen? Hij heeft van alles over dat dorp gehoord. Lena mag daar niet vandaan komen, daar komt Zoladius vandaan! Hij heeft het zelf gelezen, in een van de vele boeken die hij terugzette, omdat het niet had wat hij zocht.
'Wat is er?'
'Er was een dagboek van de meester. Ze schreef dat ze Zoladius uitkoos om een rechterhand te hebben. Hij komt daar vandaan!'
Lena kijkt niet begrijpend naar Benji. Al is dat zo, waarom zou ze dat niet mogen weten? Wat is er met die plaats mis?
'Er stond dat, de artiesten in het begin alleen gehersenspoeld werden,' fluistert Benji.
'Als je niet weet waar je vandaan komt,' vult Jitske bedenkelijk aan, 'zul je niet snel je kracht ontdekken. En daarmee ben je niet interessant voor Zoladius en de meester!'
Lena knikt langzaam. Dat klinkt logisch. Ze speelt met de kogel om haar nek, waar woorden in gekrast staan.
‘Maar als ik weet waar ik vandaan kom, betekent dat niet dat ik gelijk weet dat ik iets kan. Het is toch een heel normaal dorp?’
‘Nee,’ zegt Jitske. ‘Meridna is van een van de dorpen waar artiesten vandaan komen. Sommige mensen geloven dat de artiesten gevallen engelen zijn. Vandaar dat de een van je houdt en koestert, terwijl andere je verafgoden. Gevallen engelen zijn nu eenmaal demonen.’
Lena kijkt zwijgend naar de pagina waar zijn naam staat. De kogel begint heet te worden, als de goochelaar haar vingers er omheen klemt. Is deze ontdekking een manier om de grootse man te verslaan, of zal het haar dwarsbomen, nu ze weet waar ze vandaan komt? Misschien moet de jonge vrouw naar haar afkomst om het antwoord te vinden. Ze haalt de zandloper met de sneeuwvlokjes tevoorschijn. Ze dwarrelen nog altijd, maar hoeveel tijd zal ze nog hebben, voordat Zoladius en de meester onverslaanbaar zijn? Want daar is die zandloper toch voor? Wat kan het ding anders aangeven, dan dat?
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yvette
Potlood
Potlood
Berichten: 48
Lid geworden op: 21 feb 2011 08:51

Eigenlijk heb ik niks aan te merken op je verhaal, ik vind het gewoon echt goed.
Ik weet dat je niet zoveel aan deze reactie hebt :P maar daar gaat het niet om!

Ik wil graaaaag verder lezen, de hele tijd :P

respect!
Who can you trust?
Tijgerlelie
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 362
Lid geworden op: 20 dec 2011 13:25

Hey Maaike,
Als goed begin van het jaar heb ik me even op het allereerste stuk van je verhaal gestort. Een hoop kleine dingetjes vielen me op (zie hieronder) maar het is een goed begin! Je weet goed de sfeer op te wekken en de omgeving te beschrijven zonder teveel of te weinig woorden. Ik ga zeker verder lezen! Wie weet kan ik ooit bijlopen ;)
Groetjes, Tijgerlelie


De droom die zich in hun hoofd heeft gepland lost langzaam op terwijl het gewone leven hen omarmd.
Volgens mij is ‘gepland’ van ‘plannen’, niet van planten. ‘Geplant’ denk ik.
Creëren zij ongemerkt een doemscenario voor haar, die uit alle macht de weg probeert te vinden in het labyrint der steegjes.
Misschien ligt het aan oud en nieuw gisteravond maar deze zin snap ik niet zo goed. Je beschrijft de theaterbezoekers die zich huiswaarts haasten. Erg goed gedaan trouwens. En dan opeens een zij en een haar, ik kwam er niet uit!
De gladde kinderkopjes zijn glad door de eeuwige regen van die avond.
Joh! ;) De vorige alinea begin je ook al met ‘kinderkopjes’. Voor mij is dat een vrij bijzonder woord dus persoonlijk vind ik het dan niet zo mooi hier weer met een zin te beginnen met dat woord. Maak er dan ‘kasseien’ of ‘kleine ronde straatstenen’ van (of iets in die richting).
Er verschijnen ademwolkjes uit haar mond en af en toe slaakt een zachte kreet als ze bijna haar evenwicht verliest.
... slaakt ze een zachte kreet...
Het onbekende terrein wordt na elke bocht die ze neemt groter.
Zo staat het er alsof het terrein daadwerkelijk groeit. ‘Na iedere bocht raakt ze verder in het onbekende.’ misschien?
Haar benen beginnen op elastiekjes te lijken waar de rek tijden uit is, waardoor ze begint te struikelen over bijna elke pas die ze zet.
...waar de rek al tijden uit is...
En persoonlijk vind ik de zin na de komma een beetje krom worden.
De jonge vrouw probeert een laatste wanhopige sprint te nemen, voordat de laatste energie wegvloeit uit haar lichaam.
Twee keer ‘laatste’ in een zin, zou de laatste weglaten of een ander woord voor verzinnen.
Het mag niet zo zijn dat ze faal.
...dat ze faalt.
Hoe graag was ze vroeg niet alleen geweest, maar nu zijn al deze mensen op dit late tijdstip haar redding.
...was ze vroeger... (denk ik tenminste)
De rode fluwelen stoelen die altijd bezet zijn door publiek, trekken langzaam aan hen voorbij.
Vast niet altijd toch?
De ogen van Zoladius vernauwen zich tot smalle streepjes als hij ziet dat er maar vier mensen zijn die trap afkomen.
...zijn die de trap afkomen.
Het water wat van hun kleding druipt wordt opgenomen in het zand waar ze opstaan.
Ik zat te denkenk, het podium is verhoogt en er ligt zand op... Dat lijkt mij tegenstrijdig. Je hebt een zandbak of een planken verhoging, maar een zandpodium heb ik nog nooit gezien!
Iedereen weet dat er niet te ontsnappen valt aan directeur Zoladius, de goochelaar zal hoe dan ook op een dag weer op de planken staan.
En nu zijn het toch planken?
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@ Yvette, ookal heb je geen inhoudelijk feedback, ik vind het erg leuk (en hecht er ook veel waarde aan) om te lezen dat je mijn verhaal goed vind :D Hier is een nieuw stukje!
@ Tijgerlelie, dank je wel voor de feedback! Ik heb het aangepast, op "gepland" na. Naar mijn idee is het namelijk wel met een D, want: de stam is 'plan' en in 't kofschip komt geen N voor dus is het met een D ;) (Lang leve ezelsbruggetjes! :D )

Geboortegrond
Echte mannen wachten niet tot ze te laat zijn, ze wachten niet tot het gevecht over is. Echte heren zorgen dat een vrouw niet in gevaar komt. Matt en Mowark zijn echte mannen. Ze hebben lang genoeg in de kou staan wachten, maar er is nog altijd geen teken gekomen. De zon begint al te zakken. En in tijden van nood is er een plan C nodig. A is allang gepasseerd en Matt heeft plan B als een fiasco bestempeld. Het is nu aan Mowark en hem. Hoe zeer het hem ook de kriebels geeft, hij moet en zal binnenkomen. Hun plan is absoluut niet waterdicht, maar ze zullen er mee binnen komen, hoe dan ook.
Mowark bonst op de grote poort. Bij iedere klap op het hout verstrakt zijn blik, verdwijnt de glans uit zijn ogen en ziet Matt alleen nog de man die hem in het landhuis naar buiten had gebracht. De man die een oogappeltje van Zoladius was. Is het wel een goed plan? De deuren gaan langzaam open. Zoladius kijkt verbaasd, zijn glimlach is verdwenen.
‘Wel, wel. Een verrader en een lafaard. Wat een genoegen.’
‘Hij heeft me verteld waar de goochelaar is,’ zegt Mowark vol haat.
De blik van Zoladius verstrakt en kijkt Matt met een doorborende blik aan. Niemand weet wat Zoladius voor talent heeft, ook niet of hij misschien een zielenkijker is. Matt voelt zich ongemakkelijk en twijfelt steeds meer aan het plan. Misschien schopt hij toch Lena’s plan door de war.
‘Waar is mijn geliefde goochelaar?’
‘Binnen,’ zegt Mowark terwijl hij langs de voormalige circusdirecteur wijst.
‘Onmogelijk!’ roept Zoladius uit.
Heel even staat de tijd voor de twee heren stil. Zijn Jitske en Lena ergens anders uitgekomen? Maar waar dan?
‘Meekomen!’ buldert Zoladius bijna gefrustreerd.
Hij stampt door een hoge gang. Er branden kaarsen aan de muren er ligt een donkerblauw smal kleed op de grond maar er zijn geen ramen. De vlammetjes werpen spookachtige schaduwen op de muur.
Zoladius leidt de twee heren naar een zitkamer waar een groot haardvuur brandt. Tot hun schrik zijn de zielenkijker en de meester er ook.
‘Ze is hier,’ bromt Zoladius. Hij ijsbeert voor het grote haardvuur. ‘Waarom heeft niemand dat gezegd?’
‘Omdat ze hier niet is,’ zegt de meester. ‘Net zoals de kleine verplaatser. Vroeg of laat zal ze komen.’ Ze kijkt al glimlachend naar de twee heren. ‘De messenwerper is een goed lokaal, al zal de goochelaar toch wel komen. Zijn gedachten zal je niet kunnen veranderen sinds er iemand al is langs geweest. Breng hem bij het andere vriendje van de goochelaar!’ De zielenkijker van Zoladius staat op en wil Matt meenemen. Even wil hij weigeren tot Mowark hem een bijna haast onzichtbaar knikje geeft. Veel meer keuze dan meegaan heeft Matt immers niet. Plan C is net zo’n fiasco als plan B ooit zou worden, als het niet een groter fiasco is.
‘Jij daarentegen bent nog uitermate geschikt.’ De meester glimlacht warm naar Mowark. ‘Als ze hier komt, verwelkomen we haar en ..’
Haar stem vult zijn hoofd, er lijkt geen plaats te zijn voor andere gedachten. Half verdoofd loopt hij de zitkamer uit. Hij weet wat hem te doen staat, de orders van de meester zijn in zijn hoofd geprent.
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 05 jan 2012 15:17, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Tijgerlelie
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 362
Lid geworden op: 20 dec 2011 13:25

Maar je bedoelt toch dat de droom geplant is? Van het werkwoord planten? Dan is de stam plant, ik plant een idee in iemands hoofd. De zit wel in 't kofschip...

-Ik plan- van plannen is van organiseren/regelen/schema's maken, niet van dromen in geesten planten.

Fijn dat je iets had aan de feedback! Ik zal binnenkort verder lezen :)
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ow.. ja.. *hersens kraken* Bedankt! Je hebt wel gelijk :angel
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Lena zwijgt een hele tijd. Als iedere artiest van een speciaal dorp komt, waarom is het dan nooit ter sprake gekomen?
‘Niemand weet waar hij of zij precies vandaan komt. We weten alleen dat het zo is,’ zegt Jitske alsof ze de vraag van Lena gehoord heeft. ‘Ik denk dat iedereen een bezoekje van een zielenkijker heeft gehad.’
‘Horen jullie dan ook stemmen?’
Lena kijkt Jitske en Benji met grote ogen aan. Is ze dan niet de enige die gek werd van stemmen? Fluisterende gedachten die niet van haar waren, die haar altijd uit haar slaap hielden.
‘Alleen mijn eigen gedachtestem, maar misschien heb ik die wel van een zielenkijker gekregen,’ zegt Jitske bedenkelijk.
‘Misschien moeten we naar het dorpje toe.’
‘Nee!’ roept Benji verschrikt uit. ‘Dat mag niet! Dat kan niet! Hij zal je terug halen! Je zult je belofte breken!’ De jonge stem klinkt schril en de paniek is zijn ogen te lezen. ‘Je mag niet gaan, Lena. Nooit niet! Het is gevaarlijk, voor een goochelaar als jij!’ Heel even zwijgt Benji en dan fluistert hij: ‘Ik heb het gezien.’
‘Gezien?’ vraagt Jitske.
‘Dat we in dat dorpje zijn?’ vraagt Lena.
Benji schudt zijn hoofd.
‘Dat ze alles afpakt, kapot maakt. Er zal geen Lena meer,’ snikt Benji en hij staart naar de grond. ‘Je zult niet meer bestaan. Hij verbrijzelt je ziel voor een laatste keer. Je mag niet gaan.’
‘Waar hebben jullie het over? Hoe kan Benji dat zien?’ vraagt Jitske.
‘Benji heeft naast zijn verplaatstalent nog een ander talent. Hij kan de toekomst in het water zien.’
Verbijsterd kijkt Jitske naar de twaalfjarige jongen vol bewondering. Nog nooit heeft ze van dat talent gehoord. Zou zij het ook kunnen leren? Welke talenten zijn er nog meer verborgen gebleven?
‘Misschien heeft het water ongelij..’
Woest schudt Benji zijn hoofd. Hij heeft de moed opgegeven. Het water heeft altijd gelijk. Lena mag niet gaan, ze moet blijven.
‘Niet!’ roept Benji bijna wanhopig. ‘Altijd heeft het gelijk gehad! Het bewees dat je gepakt zou worden, dat hij je zou zoeken, dat.. dat de meester slecht zou zijn en altijd faalde ik het tegen te werken.’
Zijn ogen vullen zich met tranen en laat zich op de grond zakken. Zijn schouders schokken. Het is over. Zoladius heeft gewonnen. Lena kan niet blijven rennen en de belofte die ze gemaakt hebben zal gebroken worden.
‘Je kan niet gaan,’ fluistert Benji. ‘Het is te gevaarlijk.’
Lena slaat haar ogen neer. Heeft ze nog wel een keuze? Is ze het niet verplicht aan al die onwetende artiesten die niets vermoedend het hol van gevaar betreden? Dat het monster hun leven opslokt en ze als marionetten opsluit. Waarom vond zij wel de kracht het te herinneren? Haar hand sluit zich om de kogel van die beruchte avond dat Zoladius haar bijna te pakken had gehad. De stemmen waren altijd op de achtergrond geweest, maar na die avond niet meer. Toen waren ze constant aanwezig.
De kogel wordt warm, alsof ze het met haar illusie vlammen in brand wil zetten. Waarom had alleen zij die stemmen in haar hoofd? Nadat ze het boek had gevonden en was verlost van alle valse gedachtes, was er nog altijd eentje daar gebleven. Fluisterend over vlammen en veren, over hoop en demonen. Wat wil het haar vertellen? En waarom is het een kopie van Matts stem? Zou hij in orde zijn? Matt zou toch niet ongerust en als een kip zonder kop naar binnen zijn gestormd?
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

‘Ik heb geen keuze,’ besluit Lena uiteindelijk. Ze kijkt op en loopt naar Benji toe, die nog altijd op de grond zit. ‘Je moet me helpen, Benji.’ Ze slaat haar armen om hem heen. ‘Alsjeblieft. Ik beloof je dat ik mijn belofte na zal komen.’
Benji antwoordt niet. De omgeving begint te veranderen. De kamer begint op te lossen en veranderd in een krater. Lena kijkt omhoog naar de blauwe lucht boven hen. Naar de zwarte aarde om haar heen. De wind speelt met haar haren.
De goochelaar begint om hoog te klimmen, de krater uit. Het benauwt haar, om daar in dat gat te staan. Als ze op de rand staat en uitkijkt over verdorde weilanden ziet ze pas hoe groot de krater is. Wat was hier gebeurd?
‘Hé, jullie daar!’ Het drietal draait zich verschrikt om. ‘Wat motten jullie op mijn land?’
Een oude man met een stok komt haastig aan gebeend. Hijgend en krom komt hij tot stilstand.
‘Nou? Vertel op?’
Ze zwijgen. Een beetje schoorvoetend zoeken ze naar een antwoord. Het hele verhaal zou hij nooit geloven.
‘Wacht ‘ns effe,’ begint de oude man. ‘Zijn jullie niet, nee dat kan niet!’
Lena kijkt naar Jitske.
‘Wat zijn we niet?’
‘Artiesten,’ fluistert de man. ‘Ze zou jullie hebben afgemaakt, daarvoor kwam ze.’
Het drietal kijkt de man verbaasd aan. Waar had hij het over? Wie had hen vermoord? Gehaast kijkt hij om zich heen en wenkt ze mee te komen naar zijn boerderij. Eenzaam staat het gebouw omringd door vervallen schuren in een niemandsland van landerijen en ver weg reizen bossen op. De verf bladert van de muren af, spinnenwebben versieren de kieren in de raamkozijnen. Er is een trapje dat hen naar de veranda leidt en kraakt protesterend terwijl ze hun voeten er opzetten maar de oude man lijkt zich er niet aan te storen. De deur naar binnen piept net zo lelijk, maar ook dat wordt genegeerd door de bewoner.
Hij leidt hen naar de keuken die groezelig is. De tafel ligt vol stof en vuil op een kleine hoek na, waar pas nog een beker en bord heeft gestaan. Op het fornuis staat een pan te pruttelen, er omheen zijn etensresten aangekoekt. En zelfs de zwarte kleur van het aanrecht is moeilijk terug te vinden.
‘Ga toch zitten!’
Benji neemt bijna gelijk plaats op een van de gammele rieten stoeltjes. Jiske blijft net zo lang als Lena twijfelend staan. Pas als de oude man hen dringend aan kijkt zakken ze op de stoelen neer. Waar de man de thee vandaan haalt is een raadsel, maar de schone mokken staan binnen een mum van tijd dampend voor hen.
‘Het is zo lang geleden dat ik iemand zoals jullie heb gezien. Niemand komt hier en al zeker geen artiesten. Ik dacht dat jullie uitgestorven zouden zijn.’
‘Kent u ons?’ vraagt Lena nieuwsgierig.
De oude man met zijn vlekkerige overal glimlacht warm. Zijn ogen glinsteren en hij blijft een tijdje zwijgend voor zich uitstaren.
‘Ja,’ zegt hij dan. ‘Niet persoonlijk maar ik ken jullie wel. Jou ken ik.’ Hij wijst naar Lena. ‘Jij kwam hier terecht, in de krater. Daar vond ik je. Een gezonde kleuter. Er waren je al zoveel voorgegaan. En elke keer werden jullie weggehaald.’
‘In de krater, maar hoe kwam ik daar?’
‘Je werd net zoals andere artiesten door boven gezonden. De eerste keer wisten mijn vrouw en ik niet wat ons overkwam. De prachtige blauwe lucht die een goede zomerse dag aankondigde sloeg om. Zo snel had ik het nog nooit meegemaakt. Duistere wolken pakten zich bij elkaar. De wind was enorm sterk en terwijl ik mij haastte de dieren binnen te halen, was er die gigantische knal. De aarde schudde en beefde voor minuten, erna waren we in stilte gehuld. Die vreselijke stilte waar zelfs de volgens niet meer durfde te fluiten en de hond niet meer van angst piepte. En terwijl de lucht langzaam weer opklaarde bleef er een zwarte streep in de lucht hangen. Alsof er iets was neergestort, uit het niets.
Mijn vrouw en ik gingen kijken en we vonden de krater. We verwachtten er brokstukken of brand, paniek, iets wat op chaos duidde. Het enige wat er was, was een tiener. In elkaar gedoken, ze graaide naar de veertjes die neer dwarrelende.
Ze merkte ons op en haar angstige houding veranderde naar iets kwaadaardigs. Ze rees uit de krater, liet de veertjes los. Ze liep naar ons toe en zei dat ze terug zou komen als er meer als haar zouden volgen. En we moesten het niet wagen ooit te denken dat we ze konden beschermen.’
‘Zijn hier veel artiesten gekomen?’ vraagt Jitske nieuwsgierig.
De oude man knikt.
‘Ja, soms veranderde het weer een paar keer per maand. Soms duurde het een jaar. Maar jij.’ De oude man wijst weer naar Lena. ‘We waren bijna vergeten dat jouw soort daar in die krater landde, tot jij kwam. We zijn niet altijd gaan kijken, maar jouw komst liet ons het herinneren. De jongste die we ooit gezien hadden, een kleine kleuter. Je bleef maar naar de lucht staren met je armpjes uitgestoken. Alsof je hoopte dat iemand je zou vastpakken.
Als versteend keken we toe hoe je volhield, tot we werden opgeschrikt door dat meisje. Dat allereerste meisje. Ondertussen was ze al een aantal jaar ouder geworden en ze nam je mee. Soms vergaten we je en soms als het stormde herinnerde we je ons weer.’
‘Ze nam me mee?’
‘Ja. Je huilde toen ze je meenam en we dachten dat ze je had vermoord want het geluid stopte vreselijk abrupt. Je was de laatste die hier neerkwam. Mijn vrouw voelde zich vreselijk schuldig. Kon ze maar zien dat alles in orde is.’
Lena glimlacht even. Dus ze is toch een gevallen engel en alle andere artiesten ook.
‘Waren er bij Lena ook veertjes?’ vraagt Benji nieuwsgierig.
De oude man knikt.
‘Mooie sneeuw witte donsveertje. Altijd waren er veren, soms zwart of wit dan weer grijs. Maar nog nooit hadden we ze zo wit gezien.’
‘En nu?’ vraagt Jitske. ‘Nu weten we dit, wat verandert dat aan de zaak?’
‘Kende u een jongen die zichzelf Zoladius noemt?’ vraagt Lena.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Benji en Jitske kijken haar verbijsterd aan.
‘Ja. Het was een eigenwijze jongen die veel kattenkwaad uithaalde. Wilde overal de beste in zijn.’
‘Is hij ook in de krater geland?’
De oude man schudt zijn hoofd.
‘Dan is hij geen artiest,’ zegt Lena resoluut. ‘Waarom zou de meester hem zo graag bij haar willen hebben?’
‘Er zijn meer dorpen, Lena. Hij kan overal vandaan komen.’
‘Nee, nee. Zijn ouders waren degelijke mensen en hij is hier als baby geboren. De hemel heeft hem niet geschonken. Geen ene mogelijkheid. Kennen jullie hem? Wat is er van hem geworden? Hij verdween op een dag, net zoals de meeste andere kinderen.’
‘Dat stond ook in zijn dagboek,’ zegt Benji. ‘De meester kwam hem halen, ze zocht hem uit als rechterhand.’
‘Hij is dus een mens, zonder krachten.’ Ze houdt de kogel vast, met dat ding zou ze er een einde aan maken. ‘Ik weet wat ik van de zielenkijker kan verwachten, maar niet de meester.’
De oude man glimlacht en loopt de keuken uit. Ze horen hem ergens rommelen. Als hij terug komt heeft hij een blikken doos bij zich.
‘Mijn vrouw heeft na jouw komst veel onderzoek gedaan. Ook over dat meisje wat ze meenam. Misschien vind je daar wat antwoorden?’
Lena pakt de doos aan en klapt hem open. Er liggen foto’s en krantenknipsels in. Met dezelfde vreemde weersverschijnselen waar de oude man het over had. Met foto’s over de zwarte streep in de lucht en de krater gevuld met lucht. Met tekeningen van het meisje dat Lena als geen ander herkent. De meester.

Een voor allen
Matt is in het duister achtergelaten en voor zijn gevoel is hij al uren opgesloten. Hoe had hij zo stom kunnen zijn? Natuurlijk is Lena niet in het kasteel, ze zou hem het teken hebben gegeven. En nu heeft hij alle kansen tegen haar gekeerd. Met alle krachten waar de meester, Zoladius en de zielenkijker over beschikken is het onmogelijk voor hem als gewone sterveling daar iets tegen te beginnen.
Hij schuift een beetje heen en weer, maar kan geen ontspannende houding vinden op de koude ondergrond. Zou hij hier alleen zijn? Hij zoekt in zijn zakken naar een van de lichtgevende balletjes van Lena. Zou ze die aan iedereen geven, of is het speciaal dat hij ze heeft gekregen? Matt blaast er tegen, maar er gebeurd niets. Het balletje rolt zelfs van zijn hand. Op de tast probeert hij het ding terug te vinden.
‘Wat zoek je?’
Matts hart maakt een sprongetje.
‘Jillo?’
Er verschijnt een beetje licht. Jillo weet het balletje wel licht te geven. Zijn gezicht staat somber.
‘Is Lena gevangen? Zijn we verslagen?’
‘Nee,’ zegt Matt, hij leunt weer tegen de muur. ‘Ze is hier niet. Wat doe jij hier?’
‘Oh. Ze sloten me hierop,’ mompelt Jillo, ‘omdat zielenkijkers niet het geheugen van zielenkijkers kunnen beïnvloeden of veranderen.’
‘Waarom liet je Lena dat niet weten? Je gaf haar alleen vreselijke beelden!’
Jillo laat het licht doven en slaakt een zucht.
‘Dat lukte niet. Ik kon Lena niet bereiken, ik moet iemand zien om in hun hoofd te kruipen. Ik heb haar geen beelden gegeven.’
‘Wie dan wel?’
‘De meester misschien? Misschien wilde ze Lena lokken. De meester was erg boos dat Benji en ik hier waren. Is Benji veilig?’
‘Hm, net zo veilig als Lena en Jitske.’
‘En Mowark?’
‘Geen idee. Ze konden hem nog wel gebruiken.’
‘Heeft Lena nog een plan?’
Matt haalt zijn schouders op in de schemerige ruimte. Het zag er slechter en slechter voor hen uit. Ze hadden weg moeten blijven. Zoladius en de meester zou hen uiteindelijk zijn vergeten, eind goed, al goed.
‘Dat is niet waar,’ zegt Jillo. ‘Ze azen op Lena. Ze schijnen haar speciaal te vinden’
‘Blijf uit mijn hoofd!’
‘Ze willen iets van haar, Matt. Benji weet wat ze van haar willen, hij heeft het gezien. Maar hij weigert het te vertellen. Hij is bang dat ze sterft.’
‘Wat?’ roept Matt uit.
‘Alleen Benji weet het.’
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Okej voordat ik begin met mijn reactie wil ik zeggen. OH MY GOSH!! Wat een superlang verhaal
Ik ben vandaag pas begonne met je verhaal en ik kan er eerlijk gezegd niet genoeg van krijgen. Gelukkig was het lang anders zou ik de hlee tijd gewacht moeten hebben tot dat er nog een stukje werd gepost.. :P Ik vond je verhaal in het begin niet zo interessant omdat het weer over een circustent enz ging. Geloof me heb meer dan genoeg boeken enz over circustenten gelezen. Maar toen ik een stukje doorlas begon je gelukkig over Lena. Met dat stukje over haar achtervolging, hoe ze zeg maar ontsnapte. Ik vond daar egt super spannend en vanaf dat moment kon ik egt niet meer stoppen met lezen. Je verhaal is egt zo verslavend. Ik ben benieuwd naar wat er komen zal. Trouwens heb geen fouten opgemerkt ;)
Jenna
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Tijgerlelie
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 362
Lid geworden op: 20 dec 2011 13:25

Hey Maaike,
Inmiddels heb ik het tweede stuk gelezen en het doet me een beetje denken aan de mallemolen van Alice in Wonderland. Een verwrongen wereld waarin gekken en dwazen de macht hebben en er constant aan je geestelijke gezondheid wordt gepeuterd. Lena komt op mij over als een voorzichtige maar sterke jonge vrouw die ernstig getekend is door haar traumatische verblijf bij de directeur. Wat mij een beetje een raadsel is, is waarom ze nog zo lang in de stad gebleven is? Twee jaar is een ontzettend lange tijd en ze lijkt er alles voor over te hebben om van deze man weg te komen. Ik zie het probleem niet van er weg trekken... En als ik de directeur was had ik op de hele markt mijn mensen staan, waarom zou ze naar zo'n openbare plek gaan?
Hieronder nog een hoop kleine foutjes die ik ontdekte in dit stuk, hopelijk heb je wat aan mijn observaties! Zeg het even als je er eigenlijk niet op zit te wachten, dan houd ik me voortaan bij het algemene commentaar en dan stop ik met uitpluizen. Ik ga zeker weer een keer verder met het volgende stuk!

Groetjes en succes met schrijven! Tijgerlelie


De hoop die ze had gelegd in het veilig wegkomen is vervaagd.
Deze zin is veel sterker als je ‘gelegd in het veilig wegkomen’ weglaat. Uit het eerste stuk is het duidelijk dat ze er alles voor over had om weg te komen, dat hoef je niet te herhalen.
De rilleningen lopen over haar rug als ze de secondewijzer in haar ooghoeken ziet bewegen.
Rilleningen? ;)
Haastig pakt ze het ding op en staart een tijdje naar de wijzerplaat.
Pakt ze nu de secondewijzer? Nu verwijst ‘het ding’ terug naar de secondewijzer namelijk...
Terwijl ze zich verder aankleed hoort ze de deur van haar appartement open gaan en zachtjes gesloten worden.
Aankleed = aankleedt denk ik... stam = aandkleed, ze = hij = +t = aankleedt.
Ze haalt haar hand door haar en stapt de badkamer uit.
‘Ze haalt haar hand door haar haar’ denk ik.
Hij is geen artiest zoals haar, hij is een menselijke artiest die zijn brood verdient met messen werpen, maar hij had haar die avond beschermt.
‘Hij is geen artiest zoals zij,’
Als ze buiten staan gooit ze de sleutels door brievenbus.
De brievenbus
Haar hakken tikken zachtjes op de betonnen vloer van het appartementencomplex. Weer een thuis dat eenzaam en leeg achterblijft... ...
‘En de meester kan ons vast helpen, als er iemand is,’ zegt Matt, ‘dan is het de meester van alle krachten. Ja toch?’
Lena knikt.
‘En je hulpje wil mee?’
‘Zover ik hem heb ingelicht wel. Ik denk dat ik in de buurt van de meester ook wel wat optredens kan doen, niet waar? We kunnen het weer als vanouds combineren.’
Dit stuk loopt niet zo lekker voor mijn gevoel. De uitleg van de macht van de circusdirecteur over de stad loopt niet zo vloeiend, ik zou daar nog eens goed naar kijken. De zin ‘En de meester ... Ja toch?’ heb ik vier keer moeten lezen voor ik hem begreep. Dat kan natuurlijk aan mij liggen :P Maar ik zou je aanraden er toch nog eens naar te kijken. Persoonlijk vind ik het jammer dat je hier al weggeeft waarin de meester een meester is.
Lena moet even lachen. Soms is Matt net zo naïef als haar; alles is mogelijk en er zijn geen gevaren.
‘Naïef als zij’
Lena komt me helemaal niet naief over maar juist uiterst waakzaam, op haar hoede en zich ter derge bewust van het gevaar waarin ze verkeert.
Als hij eens wist van de waarschuwingen die haar horloge steeds opnieuw uitschreeuwt.
Ik denk dat het ‘uitschreeuwde’ moet zijn. Het gaat over de waarschuwingen die haar horloge de afgelopen tijd heeft geuit tenslotte.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@ Jenna; leuk dat je meeleest! Dank je voor het compliment dat je het zo goed vind! Hier is een nieuw stukje :)

@ Tijgerlelie; ik stel je feedback zowel inhoudelijk als de spelling/grammatica heel erg op prijs ik leer er erg veel van! De wat inhoudelijkere punten moet ik nog even goed uitpluizen :angel
Ik snap alleen je feedback op het stukje van "de uitleg van dee macht van de circusdirecteur..." niet helemaal. Want het stukje dat je quote gaat over de meester. Kun je dat toelichten? :$

-----

Het schemert buiten, Lena zit op de vervallen veranda en staart naar de hemel vol fonkelende diamantjes. Haar hoofd voelt vol aan van alles wat ze de afgelopen uren heeft bekeken en gelezen. Heeft ze niet een heel gelukkige jeugd gehad? Met vriendelijke ouders die haar goochelaars talent bewonderden. Wat was er waar van die tijd en wat was een leugen? Als ze alle krantenartikelen en de oude man moet geloven is ze een wees. Een eenzame achtergelaten wees. Wat wil de meester van haar?
‘Gaat het?’ vraagt Jitske, die naast Lena op de kraken de trede gaat zitten.
‘Wat wil ze van mij, Jitske? Waarom ben ik zo speciaal? Ik ben gewoon een goochelaar die iets meer kan dan een andere goochelaar.’
‘Lena, je hebt haar hele plan in duigen laten vallen.’
‘Volgens die berichten zocht ze me al veel langer. Als kleuter heb ik dat niet gedaan, ik werk haar pas een paar weken tegen en ik geloof niet dat ze er zoveel last van heeft.’
‘Misschien wist ze het. Wellicht kan ze ook de toekomst zien.’
Lena schudt haar hoofd. Benji is de enige die ze kent, die dat kan. Ook al weet de meester altijd alles, ze kan niet de toekomst zien. Dat vertikt Lena om te geloven.
‘Waarom niet?’
‘Benji zegt dat artiesten met hetzelfde talent elkaar aanvoelen. En dat heeft hij niet met de meester. Hij voelt het wel bij jou als verplaatser.’
‘Hij kan het mis hebben.’
‘Maar dan nog, wat wil ze van mij?’
Jitske haalt haar schouders op.
‘Weet Benji het niet, hij kan de toekomst zien. Heeft hij dat niet gezien?’
‘Hij heeft me niets verteld.’
De deur gaat krakend open. De dames kijken achter hen. Benji staat in de deuropening. Hij heeft een schaal in zijn handen en kijkt schuldig.
‘Er is iets,’ zegt hij heel zacht, ‘dat ik je moet laten zien.’ Hij zwijgt heel even. ‘Het gaat om de meester.’

Er wordt een sleutel omgedraaid en de duisternis wordt weggejaagd door een kaars vergezeld met de glimlach van Mowark. Hij kijkt naar de twee gevangenen.
‘Ik heb niet veel tijd,’ zegt hij zacht, terwijl hij eten op de grond zet. Hij legt een sleutel naast het blad. ‘Ik denk dat Lena vanavond of morgenochtend hierheen zal komen.’
‘Hebben ze je niet..’ begint Matt verbaasd.
‘Nee. Eén keer is meer dan genoeg.’ Hij haalt een klein briefje uit zijn zak en laat het aan Matt zien. ‘Van Lena en Jitske.’
‘Tous pour un, un pour tous,’ leest Matt hardop voor. ‘Wat is dat?’
‘Lena dacht, dat als ze de woorden van de kogel aan mij doorgaf, ik me zou herinneren wie ik was. En dat ik mijn overgave kon acteren.’
‘En de meester geloofde je?’
Mowark knikt.
‘Ik doe netjes wat mij gevraagd wordt, ze koestert geen argwaan.’ Mowark glimlacht even. ‘Als Lena komt zal ze naar de zitkamer gaan. Zorg dat je op tijd bent. Misschien kunnen we ze nog verslaan.’
Matt knikt. De kaars wordt uitgeblazen en de deur gaat krakend dicht. Er wordt geen sleutel omgedraaid. De voetstappen van Mowark wordt steeds zachter.
‘Wat is het plan?’ vraagt Jillo.
‘Er is geen plan. Doe wat je denkt dat je moet doen,’ bromt Matt verslagen.

Vastberaden houdt Lena de hand van Benji en Jitske vast. Nu er geen deur meer nodig is, kan Benji hen overal heen brengen. Hij zal haar naar het hart van het kasteel brengen. Naar de plek waar de goochelaar denkt de meester te vinden. Met alles wat ze over Zoladius gevonden heeft, ziet ze hem niet meer als gevaar. Zelfs de zielenkijker is ze te baas. Alleen de meester niet met haar duistere plan. De missie van de vrouw gaat zoveel verder dan sterke artiesten tegenhouden en hen buitensluiten van de rest van de wereld. Lena gruwelt er van.
De lucht begint te verkleuren als de zon naar boven klimt. Een overvloed aan rode kleuren vult de hemel.
‘Ben je er klaar voor?’ vraagt Benji.
Lena knikt. Dit is het moment en er zal nooit een ander gepast moment komen. Ze is er klaar voor, meer dan ze ooit is geweest nu ze weet wat het monster van plan is. De omgeving begint om haar heen op te lossen. De schemering van de ochtend wordt ingeruild voor de schemering van een grote zaal die alleen verlicht wordt door een grote openhaard. Haar ogen gaan de schemerige ruimte door en blijven hangen op de enige meubelstukken in de grote kille ruimte. Twee stoelen met een hoge rugleuning maken lange schaduwen door het grote haardvuur.
De goochelaar haalt diep adem en zet haar eerste stap richting het duo, de spanning maakt de lucht in de ruimte zwaar.
‘Voor alle onschuldige artiesten,’ fluistert Lena en haalt de kogel van de ketting. Benji wil Lena tegenhouden maar staakt zijn poging. Diep van binnen hoopt hij dat het water liegt, ze moet dit doen. Dit is hun enige kans tegen de meester en Zoladius.
Jitske volgt Lena op de voet, klaar om toe te slaan. Dit is ook haar gevecht. Haar kans om de volgende meester te worden, die wel goed is en iedereen echt beschermd, die voor veiligheid zorgt.
Bijna is de goochelaar bij de stoelen als er een gedaante oprijst en vlak voor haar opdoemt. De ogen glinsteren donker en hongerig.
‘Eindelijk,’ fluistert de meester.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Nou wrm stop je nu, je bent egt wreed. Net bij het spannendste stukje ga je stoppen. Ik hoop dat ze niet weer wordt gehersenspoeld. Zijn we al bijna bij het einde vamm het verhaal of is dit pas het begin? .. :P
Jenna
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@ Jenna; we gaan richting het einde, zoals het er nu uitziet. Maar ik weet niet wat ik nog allemaal uit mijn duim kan zuigen :angel

------------------------------------

Ze steekt haar hand uit en streelt de wang van de goochelaar. Er trekt een ijzige kou door Lena heen. De warmte van haar illusie vlammen breekt in haar uit, zelfs de kogel in haar hand gloeit van hitte. Ze wrijft met haar duim over de gegrafeerde woorden.
‘Ik heb zolang naar je gezocht.’ De hand glijdt naar Lena’s keel. ‘Toen ik je had, verdween je en lieten ze je alles vergeten. Ze maakten een mens van je,’ fluistert de meester vol walging. ‘Maar nu ben je hier en alles zal anders worden. Nu ben je voor altijd van mij!’
De goochelaar slaat haar ogen neer. Die mensen waren haar ouders en waren goed voor haar geweest. Zij konden nooit geweten hebben dat Lena een artiest zou zijn, dat ze iets onmenselijks zou zijn.
De meester kijkt haar nog altijd hongerig aan. Voldaan lijkt de vrouw haar volgende stap af te wegen. Haar hand is nog altijd bij Lena’s keel, als haar ogen zich plots vernauwen tot spleetjes.
‘Waar is de kogel?’
‘Welke kogel?’ vraagt Lena, die haar handen tot vuisten balt.
‘Ben je hem weer verloren?’ vraagt de meester liefjes. ‘Het ding deed nog wel zo z’n best bij je terug te komen, hij doorboorde je borstkast.’
Lena zet haar meest onschuldige gezicht op en kijkt de meester niet begrijpend aan. En terwijl ze dat doet kruipt de meester met haar gave naar binnen. Doorzoekt ze iedere hoekje van de herinneringen van Lena, opzoek naar het antwoord.
‘Waar is die kogel?’ sist de meester.
Er lopen rillingen over haar rug en hoe graag ze ook in zichzelf keert, dit moet ze toestaan.
De meester lijkt het antwoord gevonden te hebben, want de ogen trekken zich terug. Lena’s hoofd voelt alsof er watten in zitten, maar ze mag het niet laten merken. De meester deinst achteruit. Lena kijkt op en steekt haar hand uit. Opent langzaam haar vuist, daar ligt de eens zo gevaarlijke kogel. Het ding dat haar doorboorde maar niet haar doodde. Het ding dat haar wakker schudde en dat haar herinnerde dat Zoladius haar helemaal niet vergeten is. Lena weet wel beter, de kogel is nog altijd gevaarlijk en de meester weet het ook.
‘Hemelzilver,’ zegt de meester vol afschuw en zet nog een stap naar achteren.
Zoladius is opgestaan van zijn stoel en kijkt naar zijn goochelaar. Altijd heeft ze nieuwe trucjes gehad. Zijn beste act van iedere avond, maar na vandaag zal er nooit meer een goochelaar als zij zijn, op de meester na. Maar die zal nooit in een circus als de zijne optreden.
‘Wat wil je er mee doen? Je hebt geen idee wat je er mee moet doen’ roept de meester uit. Ze probeert de angst voor de kogel te verbergen, maar de goochelaar heeft het allang gezien. ‘Denk maar niet dat je me met een beetje hemelzilver kan verslaan! Daar is het te laat voor!’
De vrouw steekt haar arm uit en beweegt haar vingers alsof ze Lena naar zich toe wenkt. Lena zegt niets. Er trekt iets aan haar van binnen uit. Ze roept de vlammen in zich op.
‘Die vlammen van je, zullen snel genoeg van mij zijn!’ roept de meester als Lena de kogel van hitte laat gloeien.
Alle hitte die ze maar kan creëren stopt ze in de kogel. De woorden vullen zich met lava en de vlammen omarmen de hand van de goochelaar. Lena weet precies wat ze met de kogel moet doen. De meester heeft haar blik nog altijd op de goochelaar gericht en Lena voelt hoe haar vlammen afnemen. Tussen de meester en Lena ontstaat een bol van vuur, haar vuur. De kogel gloeit minder en de goochelaar voelt haar krachten weggezogen worden.
‘Niemand stopt de meester, ook jij niet goochelaar,’ fluistert de meester als de bol langzaam naar de meester zweeft.
Ze pakt de bol vast en de vlammen beginnen op te lossen in de handen van de meester. Lena ziet hoe de warmte en het vuur uit de kogel vloeien. Voelt hoe haar eigen kracht wegvloeit en haar benen haar niet meer willen dragen. De meester kakelt van het lachen.
‘Te laat,’ kakelt de meester.
Ze hurkt voor Lena neer en pakt haar bij haar kin vast. De meester dwingt de goochelaar naar de meester te kijken.
‘Je bent van mij,’ grijnst de meester.
‘Tous pour un, un pour tous,’ zegt Lena met haar laatste kracht.
De kogel rolt van Lena’s hand af en laat een rode verbrande streep achter.
‘Oh goochelaar, je act komt veels te laat.’
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Zo eindelijk tijd gehad om dit verhaal te beginnne :D, en ooeh wat een lekker begin zeg :D, moet zeggen dat je ecvht een heel stuk vooruit bent gegaan als ik dit naast je andere verhaal leg :O Top :D

Ik heb zoals altijd natuurlijk wel een opmerking (dit gaat trouwens nog over je eerste post xD ik heb nog niet meer kunnen lezen :P )

Je tweede alinea vind ik wat saai, het is meer een samenvatting dan echt een verhaal stukje, vooral als ik het vergelijk met je andere alinea's die juist weer harstikke spannend zijn. Het was misschien leuker geweest om een scene ervan te maken waarin hij die mannen achter haar aan stuurt.

En een tweede opmerking is dat je heel vaak dolhof aan steegjes noemt ( of iets in die richting ) Dat mag wel iets minder :).

En dat was mijn gezeur weer :D ik ga dit keer niet snel verder zeggen xD want ik heb nog heeeeeeeeeeeeeeeel veeeel te lezen :PO ghehe
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Ohh ze was zooo dichtbij he, egt jammer. Ga snel verder :)
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Tijgerlelie
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 362
Lid geworden op: 20 dec 2011 13:25

-Maaike- schreef: @ Tijgerlelie; ik stel je feedback zowel inhoudelijk als de spelling/grammatica heel erg op prijs ik leer er erg veel van! De wat inhoudelijkere punten moet ik nog even goed uitpluizen :angel
Ik snap alleen je feedback op het stukje van "de uitleg van dee macht van de circusdirecteur..." niet helemaal. Want het stukje dat je quote gaat over de meester. Kun je dat toelichten? :$
:$ Oeps, ik zie je vraag nu pas. Ik denk dat ik per ongeluk twee commentaren in één gevoegd heb... Over de macht van de circusdirecteur gaat over het stuk uitleg eerder. Dat ze nu al twee jaar zich schuil houdt in een stad die volledig in de greep van die man schijnt te zijn.
Binnen de grenzen van de stad heerst Zoladius. ......... Maar, weg gaan uit de stad betekent het leven wat ze heeft opgebouwd verliezen. En het ergste is nog wel dat ze Matt, haar beschermengel, moet achterlaten.
Dat stuk dus. Er zitten wat lastige zinnen in en ik snap haar niet helemaal. Die man heeft haar leven verwoest, alles vernietigd wie en wat ze is. Waarom ze nog maar één dag langer zou blijven dan strikt noodzakelijk, terwijl ze weet dat ze vroeg of laat in zijn handen zal vallen, is me onduidelijk. Hoe lief Matt ook is...

Dan ga ik nu beginnen aan het volgende stuk!


Zo, het volgende stuk ook door gelezen. Ik ben heel benieuwd of ze het gaan redden! Hieronder weer mijn opmerkingen.

Als ze bij de auto aan komen staat er een jongen tegen het voertuig aan te leunen.
Grappig, ik had een nogal autoloze wereld voor ogen! Maar ik zag dat er inderdaad auto’s genoemd worden in haar wanhopige vlucht. Heb je dat zo veranderd sinds ik het gelezen heb of is mijn geheugen gewoon een drama? Is het steegjesstuk dan een soort medina zoals je dat in Oosterse steden ziet? Het oude stadscentrum met zulke smalle straatjes dat auto’s er niet door kunnen.
‘Heer Josim wil dat je ook even bij hem langs gaat,’ zegt Matt in een poging de herhalende akelige stilte te verbreken.
Herhalende stilte? Nog nooit van gehoord ;)
‘Ik ga niet,’ zegt Lena. ‘Ik wil alleen afscheid nemen en de stad verlaten.’
Maar om afscheid te nemen moet je toch gaan? Samen met de dialoog hiervoor over dat ze toch lang in het ziekenhuis gelegen heeft en beschoten is enzo roept het wel erg veel vragen op bij mij. En dan ook nog een baas, die blijkbaar niet heer Josim is... Ik miste hier een beetje context.

‘Omdat,’ begint Matt. ‘ik dat beloofd heb, Lena. We gaan gewoon even heer Josim gedag zeggen, bezoeken de markt en gaan op pad. Zoladius komt echt niet bij de bijeenkomst. Je hoeft je vandaag niet te haasten of je te verstoppen. Geniet van deze, uh … laatste …’
‘Omdat,’ begint Matt, ‘ik dat dat beloofd heb, Lena.’
(over interpunctie in dialogen, een website die ik zelf erg fijn vind doorlezen: http://fictionwriting.about.com/od/writ ... uation.htm
Lena kijkt naar buiten hoe de wijk van de laatste drie maanden haar thuis is geweest, aan haar voorbij flitst, terwijl ze naar de ontmoetingsplaats voor de bijeenkomst rijden.
Als je die zin goed leest zie je het denk ik wel ;)
Hoe lang gaat ze dit vluchten nog volhouden? Wat als ze geen veilige, Zoladiusloze plaats vindt? Waarom had ze twee jaar geleden dat contract ook getekend?
Is ze op dezelfde dag gevlucht als ze het contract getekend heeft? Ze is tenslotte ook twee jaar op de vlucht. En dan zijn ze wel snel geweest met haar tot topact bombaderen enzo...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@ Jodie; wat leuk dat je meeleest :D En ja, dit verhaal is inderdaad veel beter dan mijn eerste hier. Bedankt voor je feedback! Ik ga kijken wat ik er mee ga doen :)
@ Jenna; hier is het vervolg :P
@ Tijgerlelie; bedankt voor je uitgebreide feedback! De zinnetjes zien er nu inderdaad wat incompleet en typisch uit ... oeps :angel Ik ga het verbeteren! En ja, je moet die steegjes inderdaad zien als te smalle weggetjes voor auto's.

----

Terwijl de kogel valt, komen haar laatste gestolen herinneringen terug. Zelfs het moment dat ze hier op aarde kwam en met welke reden. Als een film herinnert de goochelaar het zich. In de verte hoort ze de meester schreeuwen en in haar hoofd lost de laatste stem zich al prevelend op. Lena glimlacht versuft, als een lichte flits haar op doet schrikken en hen allemaal weg blaast. Een hoge toon, als een fluitketel pijnigt hun oren. Benji rolt zich als een balletje op met zijn handen op zijn oren. Jitske ligt languit op de grond, bewusteloos. De goochelaar staart met grote ogen naar het licht dat van de kogel komt, haar kogel. Het straalt een hitte uit, waardoor ze zich voelt weg schroeien. Ze ziet de meester te midden van de hitte, ze schreeuwt het uit en lijkt in vuur en vlam te staan terwijl ze met het licht oplost. In een oogwenk is ze verdwenen, de kogel, het licht, de hitte en het gepiep zijn opgelost. Het enige wat overgebleven is, zijn veren.
Zwarte zachte donsveertjes dwarrelen naar beneden. Van de meester en Zoladius is geen spoor. Ook de zielenkijker is nergens te bekennen. Versuft kruipt Lena naar de veertjes en raapt er een op. Hij voelt zo zacht als dons. De goochelaar blaast het veertje de openhaard in, dat met uitslaande vlammen het veertje gulzig opeet. Wat heeft haar kogel gedaan? Wat heeft zij gedaan? Zou de meester nu voorgoed weg zijn, als een nieuwe verdwijntruck waar niemand van terugkeert?

‘Lena?’
Twee armen slaan zich om haar heen. Twee sterke, vertrouwde armen die ze heeft gemist. Matt trekt haar dicht tegen zich aan en kust teder haar haren.
‘Waar is Zoladius?’ vraagt ze na een tijdje.
Het knisperende vuur houdt zich stil, Matt geeft niet direct antwoord en Lena kan het wel raden. Ze maakt zich los uit Matts armen. Als hij nog vrij rondloopt, zonder iemand die hem in de gaten houdt kan alles weer opnieuw beginnen, zelfs zonder de meester.
‘Hij komt niet ver,’ antwoordt Matt. ‘Hij dacht snel weg te kunnen glippen maar Jillo en Mowark zijn hem te snel af.’
Lena helpt Jitske overeind en trekt haar mee. Benji en Matt blijven even verbaasd staan en haasten zich dan achter hen aan. Lena probeert vlammen uit haar hand te voorschijn te laten komen om klaar te staan voor als Zoladius voor haar neus staat, maar er gebeurt niets. Ze blijft staan. Probeert haar balletjes licht te laten geven en weer gebeurt er niets.
‘Jitske,’ fluistert ze. ‘Ik denk dat de meester mijn talent heeft weggenomen. Die bol..’ Er daalt een stilte neer. ‘Is dat hetzelfde als sterven, Benji?’
‘Nee,’ antwoord Matt. ‘Je leeft nog. Je hebt je krachten niet nodig om te leven, Lena.’
Lena kijkt naar Matt.
‘M.. maar,’ stamelt ze. ‘Mijn talent is mijn leven. Benji?’
Ze kijkt star voor zich uit terwijl ze op antwoord wacht, maar Benji geeft geen antwoord. Haar lichaam trilt. Zo dichtbij, maar het been dat nog altijd in het duistere wereldje staat heeft haar terug gesleurd naar de dieptes waar ze nog nooit van gehoord heeft.
Jitske legt haar hand op Lena’s schouder.
‘We krijgen je krachten wel terug.’
‘Heb jij ze nog?’ fluistert Lena schor. Lena kijkt Jitske met grote ogen aan. ‘Kun jij je nog verplaatsen.’
Jitske verplaatst niet, ze blijft staan. Er gebeurt niets.
‘Wat moeten we nu? Wat moeten we zonder ons talent? Misschien is de meester helemaal niet verslagen en wacht Zoladius ons nu op.’
‘Jillo en Mowark waren niet in de kamer, zij moeten hun krachten nog hebben. Zij kunnen hem verslaan.’
Langzaam knikt Lena. En dwingt haar benen verder te lopen, naar de poort van het kasteel. Als ze in de grote hal komen, waait bevroren wind hen tegemoet. De deuren staan wagenwijd open en de sneeuw heeft een blauwe gloed door de maan. Er zijn voetsporen in de sneeuw achtergebleven. Het teneergeslagen groepje besluit ze te volgen, verder de bergketen in, in de hoop Zoladius te vinden.
Rillend van de kou en op van de spanning zien ze uiteindelijk in de verte een paar mensen. Hun stemmen gaan verloren in de wind. Twee mensen rollen vechtend door de sneeuw.
Lena haast zich dichterbij. Mowark staat met zijn handen gestrekt en probeert iemand op de grond te houden.
‘Lena!’ roept Mowark uit. ‘Is het gelukt?’
Ze antwoordt niet en kijkt naar Jillo die boven Zoladius probeert te komen. Wat moet ze doen? Haar trukendoos is leeg, er zijn geen kunstjes meer over en de kogel die misschien hulp bood is verdwenen.
‘Lena?’ Benji trekt zachtjes aan Lena’s mouw. ‘Ik moet je iets zeggen.’
De jongen trekt haar mee, weg bij de andere. Hun voeten zakken dieper weg in de sneeuw als ze zich verwijderen van hun kameraden.
‘Hij wilde dat ik je dit gaf.’ Benji haalt een klein houten doosje te voorschijn. ‘Hij had het voor je bewaard.’
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 23 feb 2012 12:50, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Wat zit in die doosje?????? Schrijf alsjeblieft verder!!
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@Jenna; voilá hier is het antwoord. ^_^

--------------------------

Lena pakt het houten doosje aan en klapt de deksel open. Een paar krantenknipsels waaien uit het doosje samen met een paar witte veren. Benji kan nog net op tijd een wit veertje grijpen. Op de bodem ligt een amulet, voorzichtig pakt ze het van de bodem. Het is gemaakt van doorzichtig blauw glas in de vorm van twee vleugeltjes.
‘Wat moet ik er mee?’
Benji haalt zijn schouders op en glijdt met zijn vingers over het veertje.
‘Hij zei dat je het bij je had, toen je bij hem landde.’
‘Krijg ik mijn talent er door terug?’
‘Nee, we gaan dood, denk ik,’ zegt Benji somber. ‘Het water liegt nooit.’
‘Ik wil niet dood,’ zegt Lena met de vleugels in haar hand en staart naar boven. Naar de maan en de sterren. Ze steekt haar hand uit en houdt het amulet in het schijnsel van maan. Er gebeurt niets. De goochelaar kijkt naar Zoladius die Jillo van zich af heeft geduwd. De grootse directeur hijgt, de ademwolkjes blijven een tijdje hangen.
‘Niemand houdt de meester tegen,’ schreeuwt hij. Zijn stem weerkaatst tegen de berghellingen. ‘Ze heeft jullie krachten en niemand kan haar tegen houden!’
Half kakelend begint Zoladius te lachen, zelfs het gerommel dat ver weg ontstaat laat hem niet ophouden. Het groepje artiesten kijkt verschrikt naar de sneeuwtop niet heel ver van hen vandaan, waar beweging in komt. De sneeuw schuift hen tegemoet met veel geraas. Een lawine!
Lena kijkt in paniek naar Benji, maar de jongen kijkt bevroren naar het tafereel. Zonder zijn talent kan hij niemand weg krijgen en Jitske ook niet.
‘Benji!’ roept ze boven het denderende lawaai uit.
Haar arm wordt vastgepakt en ze wordt weggetrokken. Matt trekt haar en Benji half struikelend door de sneeuw mee. Terug naar het kasteel, het is beter daar ingesneeuwd te worden dan midden op de heuvel.
Met een klap worden de poortdeuren dicht geduwd, terwijl een paar seconden er na beukt de sneeuw tegen de poort aan. Al hijgend laten ze de situatie op zich inwerken. Zoladius is niet bij hen. Zou de sneeuw hem hebben opgeruimd? En de meester dan?
‘Ik denk,’ zegt Mowark. ‘Dat Zoladius voor eens en altijd is opgeruimd.’
Lena zakt op haar knieën en steunt met haar handen op de grond. Haar lichaam trilt.
‘Zijn ze echt weg?’ fluistert ze.
‘Ja,’ mompelt Jitske. ‘Ik denk het wel.’
‘Als ze onze krachten heeft kan ze zich verplaatsen.’
‘Ze is weg, Lena. Die kogel heeft haar doen oplossen. Dat kan niet anders,’ zegt Jitske zelfverzekerd.
‘Maar de kogel is ook weg.’
Bijna uit het niets haalt Benji de kogel te voorschijn. De woorden staan er nogal tijd in, maar er is ook een barst ingekomen, die door lava gestold lijk te zijn.
‘Ze is weg,’ herhaalt Jitske.
Lena pakt de kogel aan, hij voelt zwaarder dan toen ze hem om haar hals droeg. De glans is verdwenen, hij lijkt wat zwart geblakerd te zijn. Ze laat de kogel in haar zak glijden.
‘En nu?’
‘De artiesten vinden en naar huis gaan,’ zegt Jitske.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Plaats reactie

Terug naar “De Boekenplank”