De goochelaar

Hier vind je alle voltooide fantasieverhalen!
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hoi :)

Dit is mijn tweede verhaal, deze keer in het fantasie genre.

Tips en feedback, zijn meer dan welkom :) Daarnaast als iemand suggesties heeft voor de titel...

Ik wens jullie veel leesplezier :)

--------------------------------------------------------------------------

Fatale avond

Het is een late kille avond. De eindeloze regen maakt de kinderkopjes glimmend in het licht van de lantaarns. Er ontstaan diepe plassen in verzakte delen van het verlaten steegje. Ver weg is een kerkklok te horen, terwijl de deuren van het oude circustheater krakend opengaan. Tevreden bezoekers verspreiden zich in de eens verlaten straat, ver buiten het centrum. De voorstelling was als een betoverd magisch sprookje, maar het grillige weer brengt de gasten met beide benen weer op de grond. De droom die zich in hun hoofd heeft geplant lost langzaam op terwijl het gewone leven hen omarmt. Jassen worden haastig dichtgetrokken, kragen worden omhoog gestoken en paraplu’s worden opengeklapt. Stemmen vol ongeloof echoën samen met voetstappen van hen die op weg zijn naar het drukke centrum van de stad. Niets vermoedend verlaten de gasten de onheilspellende plek waar niemand alleen wil lopen en het ongedierte ongemerkt zijn gang gaat. Terwijl zij huiswaarts gaan en de leegte het straatbeeld overneemt, creëren de gasten ongemerkt een doemscenario voor de goochelaar.

Tijdens de voorstelling gebeurde er iets ongewoons. Iets wat tegen alle regels van freakcircus directeur Zoladius in gaat. Een van zijn beste artiesten is verdwenen in duisternis van de achterstandswijk. De grote directeur laat geen van zijn artiesten buiten het oude theaterpand, laat staan een van zijn topacts. Maar zij, zijn tegendraadse goochelaar, is zonder toestemming vertrokken! Wanneer eenmaal het contract is getekend, zal deze nooit meer beëindigd worden. Ondanks de ergernis en irritatie bij de man, maakt hij zich geen grote zorgen. De jonge vrouw zal nooit ver komen in de wirwar van de lege steegjes. Ze kent de weg er na al die jaren niet meer, dankzij Zoladius. Daarnaast zitten zijn beste oogappeltjes haar op de hielen, zij zullen haar terugbrengen. Zo als hij hen heeft opgedragen.

De straatstenen zijn glad door de eeuwige regen van die avond. Er verschijnen ademwolkjes uit haar mond en af en toe ze slaakt een zachte kreet als ze bijna haar evenwicht verliest. Haar hoge hakken, de gladde ondergrond en de onbekende omgeving belemmeren haar om hard te rennen.
Bij de zoveelste bocht glijdt ze bijna uit, nog net op tijd kan ze steun zoeken bij de muur naast haar. Die even nat en glad is als de kinderkopjes. Veel tijd om op adem te komen geeft ze zichzelf niet. Haar kleding is doorweekt en het is alles wat ze mee kon nemen. Het ene steegje na de andere rent ze in. De achterstandswijk is een haast uitgestorven labyrint. Haar moed die ze bij elkaar had geschraapt om weg te vluchten begint te vervagen en ze begint door de kou en inspanning buiten adem te raken. De angst begint haar te omarmen terwijl ze verder rent. De adem van haar achtervolgers kan ze in haar nek voelen. Na elke bocht die ze neemt, wordt het terrein onbekender.
Jaren geleden, voordat ze het contract in het oude theaterpand ondertekende, heeft ze hier gelopen. De goochelaar kende haar weg op haar duimpje en in die tijd dacht ze hier nooit te kunnen verdwalen, maar de directeur heeft haar herinneringen afgepakt.
De geluiden van haar achtervolgers die ze zo graag wil kwijtraken, komen dichterbij. Haar benen beginnen op elastiekjes te lijken waar de rek al tijden uit is. De jonge vrouw probeert een laatste wanhopige sprint te nemen, voordat de energie wegvloeit uit haar lichaam. Tranen beginnen zich te mengen met het regenwater dat langs haar gezicht druipt. Ze moet een schuilplaats vinden! Het mag niet zo zijn dat ze faalt. Een goochelaar zal nooit falen, nooit! Voor haar doemt een drukke straat op. Hoe graag was ze vroeger niet alleen geweest, maar nu zijn al deze mensen op dit late tijdstip haar redding. Ongemerkt begint ze te glimlachen en voelt ze hoop en kracht door haar aderen stromen. Vanavond zal de goochelaar niet falen. Zonder aan het verkeer te denken steekt ze de straat over, auto’s toeteren geëerd terwijl de jonge vrouw zich laat oplossen in de mensen massa.

Vier gedaantes komen bij de achterdeur van het circus aan. Ze zijn tot op het bot verkleumd. Hun natte haren plakken tegen hun gezicht, hun broeken voelen zwaar en in hun schoenen sopt het regenwater terwijl ze lopen. Ze hebben verloren van een goochelaar in een gebied waar zij de baas zouden moeten zijn. Het doolhof van straatjes wat alle circusartiesten weerhoudt om weg te lopen, had zich tegen hen gekeerd. Nu hangt het noodlot hen boven het hoofd als ze het ronde circustheater binnenstappen.
Zoladius staat hen al op te wachten in het midden van het ronde podium. Heel even blijft het viertal boven aan de trappen staan. Ze verzamelen moed voordat ze tree voor tree dichter naar de grote circusdirecteur toelopen. De rode fluwelen stoelen voor het publiek, trekken langzaam aan hen voorbij. Op het houten podium staat de circusdirecteur op hen te wachten. De ogen van Zoladius vernauwen zich tot smalle streepjes als hij ziet dat er maar vier mensen zijn die trap de afkomen. Hij maakt een bestraffend geluid. Het viertal gaat voor de directeur staan, op de rand van het ronde houten podium. Het water wat van hun kleding druipt wordt opgenomen in het zand waar ze opstaan, het zand dat de circusdirecteur had laten plaatsen om zijn circusgevoel in het oude theaterpand te doen herleven. Zoladius draagt zijn gebruikelijke zwarte pak en leunt op zijn directeursstok.
‘Wel wel. Een, twee, drie en vier. Waar is nummer vijf?’
‘W-we zijn haar kwijt geraakt, mijnheer Zoladius,’ zegt Mowark. Hij probeert zijn angst voor de directeur te verbergen. ‘Ze loste op in de grote straat.’
‘Zijn jullie wellicht vergeten welke waarde onze zeer gewaardeerde goochelaar in dit circus heeft?’
‘N-nee, natuurlijk niet, mijnheer Zoladius. We hadden haar bijna,’ zegt Mowark, het lukt hem nauwelijks om zijn angst voor de man te verbergen. Ze weten immers alle vier wat hen te wachten staat. ‘Tot ze in de stegen kwam, waar meer mensen waren. En uiteindelijk kwam ze bij het kruispunt.’
‘Leugens!’ schreeuwt de directeur. ‘In geen twee jaar is zij buiten geweest. Ik heb haar herinneringen afgenomen! Hoe kon zij überhaupt bij de drukke straat komen, als ze niet eens wist waar ze was?’ Geen van het viertal geeft antwoord. ‘Jullie hebben gefaald!’ De directeur ziet er angstaanjagend uit. De knokkels van zijn hand die de stok vasthoudt worden wit, zijn gezicht loopt rood aan en zijn wenkbrauwen vormen een kwaadaardige v. ‘En jullie weten wat ik met hen die falen doe, niet waar?’ vraagt de directeur ongewoon kalm.
Het viertal knikt langzaam, dit betekent dat ze geen oogappeltje van de directeur meer zullen zijn. Ze zullen weer die gewone circusartiesten worden waar ze van walgen en het ergste van alles is, dat ze naar de kelders toe zullen moeten. Alle moeite die ze gedaan hebben om het oogappeltje van Zoladius te worden, zal in een klap verdwijnen. Want iedereen weet wat er in de kelders gebeurd als de zielenkijker zijn kunsten zal vertonen.
Op een dag zal de goochelaar terugkomen, het viertal zal haar laten boeten. Dankzij haar zijn ze hun geliefde rang binnen het circus kwijt. Zullen ze weer moeten optreden voor mensen alsof ze dieren zijn, ongewoon veel acts achterelkaar en altijd maar blijven glimlachen. Iedereen weet dat er niet te ontsnappen valt aan directeur Zoladius, de goochelaar zal hoe dan ook op een dag weer op de planken staan. Ze zal willen dat ze nooit zonder toestemming vertrokken was. Niets zal het viertal heel aan haar laten.

-Feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 20 sep 2012 09:55, 8 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Leuk dat je nu ook aan fantasy begint^^
Er is één ding wat me opvalt, je zinnen zijn aan het begin heel kort. Het kan zijn dat je dat doet om een soort onrustig, haastig gevoel te creëren, als dat je bedoeling was, is dat gelukt ^^ maar het staat over het algemeen mooier als je lange en korte zinnen afwisselt. Nu lijkt voor mij het gedeelte als het viertal terugkomt meer een opsomming dan een goedlopend verhaal. Met een voegwoord( zo heten die dingen geloof ik), kun je het combineren. Dus door en, maar, daarom etc te gebruiken. Kijk zelf maar wat je ermee doet, maar persoonlijk vind ik het mooier staan.
En nog een klein dingetje:
‘W-we zijn haar kwijt geraakt, mijneer Zoladius,’ zegt Mowark. Zijn stem klinkt helder en dapper.
Dit spreekt elkaar voor mijn gevoel een beetje tegen. Hij zegt het dapper, maar stottert wel van angst. Het kan natuurlijk zijn dat hij altijd stottert, maar dan moet je dat of ergens bij zetten, of een paar ander letters ook laten stotteren. En het is trouwens mijnheer, viel me net op xD kwam een mooi rood kringeltje onder :P
Voor de rest is het heel mooi beschreven, je spanning zit er ook goed in, veel details. Super! Je proloog (als het dat is) is wat mij betreft goed geslaagd :D ik ben benieuwd wat de goochelaar precies gaat doen, dus schrijf maar snel verder^^
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Xatham
Banned
Banned
Berichten: 1503
Lid geworden op: 14 mei 2011 12:44

Volgens mij had ik nog nooit eerder een verhaal van jou gelezen. Dus bij deze, doe ik dan maar eens een poging.

Als ik heel eerlijk moet zijn is het niet de meest uitgebreide schrijfstijl die ik ooit gelezen heb. Details missen een klein beetje en ook bijzinnen zijn nauwelijks te vinden. Maar dat wil niet zeggen dat ik het verhaal niet leuk vind. Integendeel. Wat ik tot zover heb gelezen is prachtig! Je hebt een hele interessante fantasie en dat je dat met korte zinnetjes beschrijft... ach... iedereen is anders laten we maar zeggen. Ook grammaticafouten heb ik niet kunnen vinden en zelfs Saskia betrap ik er nog wel eens op eentje. Ik ga dit verhaal zeker volgen. Schrijf snel verder! :D
As the phoenix arises from his ashes...
remi
Nieuw
Nieuw
Berichten: 2
Lid geworden op: 28 jun 2011 07:52

Ik zou de eerste en de tweede alinea omdraaien.
Verder weet ik niet of je bij een circus (tent neem ik aan) van een deur kan spreken. Ik zou kiezen voor "uitgang".
Ik ben benieuwd naar je volgende hoofdstuk.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Dank jullie voor de feedback! :D
Ik heb geprobeerd wat meer voegwoorden en wat meer details toe te passen. :) Daardoor is (inderdaad de proloog) een stuk langer geworden ^_^

@Xatham:
Mijn andere verhaal is inmiddels afgerond :) Je kunt het in Het Stille Mausoleum lezen, als je wilt :)
http://www.onlineverhalen.nl/forum/view ... f=5&t=5906

@remi:
Het circus is in een gebouw. Ik heb geprobeerd het wat meer vorm te geven in mijn gewijzigde stuk, zodat het wat duidelijker is :)
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Tijd om te gaan

Met haar hand veegt ze de condens van de spiegel. Lena kijkt naar haar bleke gezicht in de spiegel. Twee jaar later en ze is terug bij af. De hoop is vervaagd. De machtige circusdirecteur zal haar nooit zomaar los laten.
‘Hoe had je ooit kunnen denk dat hij je zou laten gaan,’ mompelt ze tegen haar spiegelbeeld.
De rillingen lopen over haar rug als ze de secondewijzer in haar ooghoeken ziet bewegen. Haastig pakt ze haar klokje op en staart een tijdje naar de wijzerplaat. De beweging is bevroren en Lena haalt opgelucht adem.
‘Dichtbij, maar nog ver genoeg om te blijven rennen,’ vervolgt ze.
Terwijl ze zich verder aankleedt hoort ze de deur van haar appartement open gaan en zachtjes gesloten worden. Er klinken voetstappen in de hal en weer focust ze zich op haar horloge. De secondewijze houdt ze stil. Lena glimlacht even. Snel trekt ze haar goochelaarsjasje aan, doet het horloge om en hangt haar ketting met een beruchte kogel om haar nek. Ze haalt haar hand door haar haar en stapt de badkamer uit.
‘Ben je er klaar voor?’
Lena knikt. Matt staat met zijn handen in zijn zakken en kijkt naar het lege appartement. Weer heeft hij gefaald om een goed en vooral veilig en onvindbaar thuis voor zijn lieve goochelaar te vinden.
‘Weet je zeker dat je hier weg wil? Ik bedoel, niemand heeft hem gezien.’
‘Hij weet het,’ antwoordt Lena. ‘Ik heb geen keuze.’
‘Oké. Ik neem je tassen wel,’ zegt Matt.
Lena kijkt toe hoe Matt de tassen oppakt. Alleen bij hem voelt ze zich veilig. Hij is geen artiest zoals zij, hij is een menselijke artiest die zijn brood verdient met messen werpen, maar hij had haar die avond beschermt. En iedere dag die daarop volgde had hij haar geholpen uit de buurt te blijven van Zoladius.
Ze gaat hem voor naar de deur. Als ze buiten staan gooit ze de sleutels door de brievenbus. Haar hakken tikken zachtjes op de betonnen vloer van het appartementencomplex. Weer een thuis dat eenzaam en leeg achterblijft. Intussen heeft Lena iedere wijk van de stad wel gehad en het wordt tijd om haar heil ergens anders te zoeken.
Binnen de grenzen van de stad heerst Zoladius. Vroeger dacht Lena altijd dat alleen de steegjes zijn domein waren, maar hij heerst in de hele stad. Overal weet hij haar in de gaten te houden, haar horloge tikte al die tijd niet voor niets. Hij wacht op het juiste moment om haar terug te slepen naar zijn beruchte circus. Lena weet bijna zeker dat als ze daar terug is, haar geheugen voorgoed gewist zal worden. En er zal niemand zijn die hem tegen zal houden, want niemand heeft ooit zijn praktijken doorgehad. Zij ook niet, totdat dat ene moment dat de stemmen haar dwongen te vluchten, had ze het zelf ook nooit geweten. Wie zou er ook een circus verdenken van duistere praktijken, als iedereen die er is geweest er zo enthousiast over is?
Het is een wonder dat ze twee jaar uit zijn handen heeft kunnen blijven, terwijl hij altijd zo dichtbij is. En nu ze dat eindelijk door heeft, weet Lena dat zolang hij op jacht is, ze hier niet kan blijven. Nu, na twee jaar is dat feit door gedrongen, al wil ze er niet aan toegeven. Al begrijpt ze niet hoe ze al die dagen aan Zoladius is ontkomen, sinds ze beschoten is is het de laatste waarschuwing om te vertrekken. Maar, weg gaan uit de stad betekent het leven wat ze heeft opgebouwd verliezen. En het ergste is nog wel dat ze Matt, haar beschermengel, moet achterlaten.

‘Ik heb een nieuw hulpje,’ zegt Matt om de gespannen stilte te doorbreken.
‘En is deze niet bang voor je messen?’
‘Nee,’ grijnst Matt. ‘En hij vindt het ook niet erg om veel te reizen. Dus nadat we bij heer Jorim zijn geweest en de markt hebben gezien, kunnen we gelijk op pad. Enig idee waar je heen wil?’
Lena schudt haar hoofd, als het maar heel, heel ver weg.
‘Misschien naar de meester,’ mompelt ze na een tijdje. ‘Dat lijkt me ver genoeg van de stad vandaan.’
‘En de meester kan ons vast helpen,’ zegt Matt, ‘Daarvoor is ze een meester.’
Lena knikt.
‘En je hulpje wil mee?’
‘Zover ik hem heb ingelicht wel. Ik denk dat ik in de buurt van de meester ook wel wat optredens kan doen, niet waar? We kunnen het weer als vanouds combineren.’
Lena moet even lachen. Soms is Matt net zo naïef als zij dat is geweest; alles is mogelijk en er zijn geen gevaren. Als hij eens wist van de waarschuwingen die haar horloge steeds opnieuw uitschreeuwde. En de stemmen die in haar hoofd fluisteren over oplossingen die ze niet begrijpt, achtergelaten door zielenkijkers die haar geheugen door de war hebben geschopt.
Ze voelt zich opgelucht dat hij met haar mee wil, dat hij voor haar alles wil achterlaten.

- feedback verwerkt / herschreven
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 23 feb 2012 20:57, 7 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Om eerlijk te zijn vind ik dit stukje een beetje langdradig, wat komt omdat je uitgebreid beschrijft wat ze aan haar make-up en uiterlijk doet. Dat vind ik persoonlijk niet echt interessant om te lezen. Vooral het begin kan iets minder uitgebreid, daarna wordt het weer wat leuker om te lezen omdat ze er ook bij praat en je andere informatie geeft dan alleen haar uiterlijk. Dat ze over dat kettinkje iets zegt.
Kijk maar wat je hiermee doet, het is slechts de mening van één persoon. Ik blijf wel meelezen, om een wat minder interessant stukje keur ik een verhaal niet af. Waarschijnlijk wordt het hierna een stuk leuker^^
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Xatham
Banned
Banned
Berichten: 1503
Lid geworden op: 14 mei 2011 12:44

Ze pakt haar beautycase erbij. Haalt er een tandenborstel en een tube tandpasta uit en poetst haar tanden.
Ik zou die eerste punt in een komma veranderen en dan geen hoofdletter bij 'haalt'.
Vervolgens gooit ze de tandpasta terug in de beautycase, rommelt er in en haalt er een volgend potje uit.
Een volgend potje. Wat was de vorige dan? De tandpasta zat toch in een tube?
Als haar gezicht is ingesmeerd gooit ze het potje terug in de beautycase.
Probeer je woordkeuze te variëren. De tandpasta werd ook al gegooid. Je mag ook best iets 'terugleggen', 'terugstoppen', 'op de rand van het wastafeltje zetten', etc.
als ze uit haar beautycase een tube haalt.
Hetzelfde geldt voor 'halen'. 'Pakken', 'nemen', 'grijpen' etc. zijn eventueel goede alternatieven.
Ze haalt de handdoek los en haar donkere haar valt naar beneden.
Daar vind ik 'haalt' zelfs niet kunnen. Wat dacht je van 'maakt'?
Ze haalt een borstel er voorzicht doorheen
Achter 'voorzicht' moet nog 'ig' komen. En ik zou 'er voorzichtig' voor 'een borstel' plaatsen.
Een groen glinsterend balletje.
Dit zou ik verwerken in de zin ervoor.
Matt zucht hard, zodat Lena het kan horen. ‘Vrouwen,’ bromt hij.
'Zucht', 'hard', 'bromt' en het 'roepen' uit vorige zinnen gaat voor mijn gevoel niet samen. Of je zucht en bromt of je roept hard, maar een combinatie ervan is vreemd.

Ik vind het ook een beetje langdradig maar het had nog veel langdradiger gekund als je geen stukjes tussendoor had gedaan waarin je de gedachtegang van de vrouw beschrijft. Let vooral op het werkwoord 'haalt' en haal dat er zoveel mogelijk uit/vervang het door andere werkwoorden. Misschien kun je ook eventueel een paar dingetjes weglaten of korter omschrijven om het wat minder langdradig te maken.
As the phoenix arises from his ashes...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Het was wellicht, inderdaad een beetje te veel van het goede. Ik heb het aangepast :)

Ik heb geprobeerd om meer voegwoorden te gebruiken, leest het beter dan eerst? Vond het nog wel knap lastig, want ik was nogal geneigd veel 'en' te gaan gebruiken...

Bedankt voor de feedback! :D
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Als ze bij de auto aan komen staat er een jongen tegen het voertuig aan te leunen. Nonchalant staat hij te wachten. Hij werpt een blik op Lena en Matt. De goochelaar voelt gelijk hoe hij zijn talent op haar uitprobeert. Ze slaat haar ogen neer.
‘Is hij een zielenkijker, Matt?’
‘Jillo dit is Lena. Lena dit Jillo, mijn hulpje.’
‘Matt, is hij een zielenkijker,’ herhaalt Lena, haar stem trilt een beetje.
‘Ja, dat ben ik. Want?’ vraagt Jillo vijandig. ‘Heb je daar iets tegen?’
Lena kijkt verschrikt naar Matt.
‘Eh, Lena heeft wat slechte ervaringen met zielenkijkers,’ zegt Matt snel. ‘Maar je hoeft je geen zorgen te maken, Jillo zal je niets doen.’
Ze zwijgt een hele tijd en staart naar Jillo. Zijn zielenkijkers ooit te vertrouwen? Er is altijd een zwak moment en dan kruipen ze naar binnen. Halen ze al haar herinneren overhoop en planten ze gedachten die Lena nooit beleefd heeft, maar heel echt lijken.
Een beetje ongemakkelijk zet Matt de tassen van Lena in de auto en stapt samen met Jillo in. Lena blijft als versteend staan.
‘Lena, stap in. Hij doet je niets. Dat beloof ik.’
‘Alsof jouw hoofd interessant is,’ bromt Jillo.
Heel even blijft de jonge vrouw staan en stapt dan in. Ze gaat naast Matt zitten en kijkt star voor haar uit. Geconcentreerd op ieder geluidje. Matt werpt haar een blik toe, maar ze negeert hem.
‘Heer Jorim wil dat je ook even bij hem langs gaat,’ zegt Matt in een poging de akelige stilte te verbreken.
‘Waarom?’
‘Nou, je bent een redelijke tijd in het ziekenhuis geweest en het is zeer ongewoon om beschoten te worden.’
‘Maar niet speciaal genoeg om de baas te spreken,’ antwoordt Lena bot.
‘Kennelijk wel,’ zegt Matt. ‘Hij wil Jillo ook ontmoeten. Dus je kunt met mij mee.’
‘Ik ga niet naar heer Jorim,’ zegt Lena. ‘Ik wil alleen afscheid van vrienden nemen en dan de stad verlaten.’
‘Maar,’ begint Matt.
‘Je hoeft niet mee,’ zegt Lena zacht. ‘Je hoeft niets voor mij alles op te offeren en daarna misschien altijd te moeten vluchten.’ Ze werpt hem een steelse blik toe. ‘Waarom zou je dat doen?’
‘Omdat,’ begint Matt, ‘ik dat beloofd heb, Lena. We gaan gewoon even heer Jorim gedag zeggen, bezoeken de markt en gaan op pad. Zoladius komt echt niet bij de bijeenkomst. Je hoeft je vandaag niet te haasten of je te verstoppen. Geniet van deze, uh … laatste …’
‘Laatste dag in de stad,’ zegt Lena vlug. Ze werpt hem een glimlach toe. ‘Goed, ik zal wel gaan.’
Lena kijkt naar buiten, terwijl ze naar de bijeenkomst rijden. De wijk flitst aan haar voorbij samen met de herinneringen die ze er de laatste drie maanden heeft gekoesterd.
De stemmen in haar hoofd fluisteren nog altijd onverstaanbare woorden en de kogel van het schietincident hangt als een fonkelende diamant om haar nek. Hoe lang gaat ze dit vluchten nog volhouden? Wat als ze geen veilige, Zoladiusloze plaats vindt? Waarom had ze vier jaar geleden dat contract ook getekend?
Als artiest weet de goochelaar als geen ander, dat er krachten bestaan, die speciaal zijn. Toen er een achtjarige jongen haar waarschuwde, wilde ze het niet geloven. Terwijl ze toen al gehoord had van toekomstkijkers en artiestenjagers, had ze het genegeerd en blindelings het contract getekend. Zo slecht kon een circus dat verscholen lag in de steegjes van een mooie grote stad toch niet zijn? De goochelaar was zo naïef geweest.

- Feedback verwerkt / herschreven
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 23 feb 2012 20:58, 4 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ze wisten het

De auto komt tot stilstand op een achteraf gelegen parkeerplaats, dat lang geleden snel gecreëerd is door betonplaten, maar verwaarloosd achtergelaten is met hoog gras als afscheiding tussen de vakken. Naast de parkeerplaats, de fabrieksgebouwen en verschillende loodsen ligt een rivier. Het water glinstert door de brandende zon en kabbelt zachtjes heen en weer. Er is hier in geen tijden meer een boot gezien. Heer Jorim zoekt altijd verlaten plekken voor zijn bijeenkomsten. Hoe goed hij ook voor evenwicht zorgt, bijeenkomsten zijn voor Artiesten alleen, met hier en daar wat uitzonderingen zoals Matt, de eenvoudige menselijke messenwerper.
Er klikt rumoer uit de loods waar de parkeerplaats aan grenst. De bijeenkomst wordt al druk bezocht, zoals altijd. Lena zucht even. Het is tijd om afscheid te nemen, voor goed deze keer en niet een vaarwel tot de volgende bijeenkomst. Matt legt zijn hand op Lena’s been en glimlacht naar haar.
‘Het komt goed, echt waar.’
‘Wat als hij hier komt?’
‘Dat doet hij niet, hij is wreed maar niet gek.’
‘Nee,’ mompelt Lena. ‘Hij is de jager en ik de prooi.’
Lena hoort dat Jillo iets wil zeggen en vlucht snel de auto uit. Ze laat Matt met Jillo achter en haast zich de loods in, mengt zich in de drukte van mensen zoals zij, Artiesten. Zij die net een beetje anders zijn, die dingen verplaatsen zonder het aanraken, vlammeneters die met het vuur praten, zielenkijkers die je geheugen door de war halen en goochelaar zoals zij. Die geen konijnen uit hoeden kunnen toveren, maar wel dingen laten verschijnen die er nooit zijn geweest. Zoals de keer dat ze ontdekte dat, de balletjes die aan haar oorbellen hangen licht kunnen geven. Ze heeft er die dag onbewust tegen geblazen. Nog altijd is de goochelaar trots op haar ontdekkingen. Er zijn op dagen als deze veel talenten bijeen, en het Lena iedere keer weer verbazen als ze een nieuw talent ontdekt. Soms vraagt ze zich af waar ze vandaan komen. Waarom maar zo weinig gezegend zijn met een ongewoon talent.
Deze plek, tussen alle Artiesten, is haar thuis. Een veilige haven voor als het buiten stormt, zoals nu. Alleen is de veilige haven niet meer veilig genoeg om te schuilen tot de storm gaat liggen.
Op de een of andere manier mengt Zoladius zich niet tussen de Artiesten die naar de bijeenkomsten komen. Alsof de Artiesten hier van zijn slechtheid weten en hem onschadelijk kunnen maken. Waarschijnlijk is het veel te opvallend onder het alziende oog van heer Jorim om hier nieuwe aanwinsten te halen voor zijn circus. Het zou de goochelaar niets verbazen als zijn oogappeltjes zich tussen de menigte bevinden, maar ze houden zich gedeisd. Dit is het terrein van heer Jorim en de meester staat aan zijn kant. Daar kan Zoladius niet tegen op. De meester heeft nog meer macht en respect dan dat heer Jorim dat heeft. De meester zorgt net zoals heer Jorim voor balans.
De gedachte besluipt Lena dat dat de reden moet zijn geweest, waarom Zoladius zich gedeisd heeft gehouden. Alleen, waarom is dat veranderd?
‘Lena!’
Met een glimlach draait ze zich om, haar kleine vriendje die zo graag goochelaar wil worden maar het is hem niet gegund. Zijn gezicht straalt, hij wil net iets zeggen als Matt opduikt.
‘Eerst naar heer Jorim, daarna is er tijd voor de bijeenkomst,’ zegt hij terwijl hij haar arm pakt en haar meetrekt. ‘Sorry, knul. Je moet wachten, ze heeft straks tijd voor je.’
Lena maakt snel een het-spijt-me gebaar naar de jongen voordat hij uit het zicht verdwijnt.

- Feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 09 feb 2012 11:52, 5 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Matt neemt haar mee naar het kantoor van heer Jorim. Een ruimte die over de loods uitkijkt, vanwaar hij al het overzicht heeft en blijk geeft dat hij de baas is. Heer Jorim zorgt voor het evenwicht tussen de Artiesten en mensen. Er is altijd onenigheid, de angst dat iemand beter is dan de ander. Heer Jorim heeft zo zijn manieren om conflicten te sussen, al is hij zelf helemaal geen artiest. En is hij bij conflicten van Artiesten zelfs nergens te bekennen. Zijn rechterhand neemt het met plezier van hem over. Iedereen weet dat de blondine op een dag de taak van heer Jorim zal overnemen.
Jillo en Matt gaan de stalen trap op en Lena blijft even staan. Ze haalt diep adem en volgt hen dan. De grote man die boven alle artiesten staat spreken, is niet de meest normale gang van zaken. Al heeft ze al vaker met hem gesproken, ze blijft het nare gesprekken vinden.
In het kantoor is Jillo al op een stoel voor het bureau van heer Jorim gaan zitten. Hij kijkt gelukkig naar de man. Het blonde korte haar van Jillo heeft een kuifje van voor en zijn bruine ogen stralen dat hij voor de baas zit.
Er is nog een stoel vrij. De rechterhand van heer Jorim staat tegen de muur geleund. De blondine werpt Lea een warme glimlach toe. Meer dan drie stoelen en een bureau zullen er nooit te vinden zijn in de kantoren van heer Jorim. Hij laat niet graag bewijs achter dat hij ergens is geweest, daarnaast duren bijeenkomsten maar een dag. Hij heeft op dit soort dagen niets nodig, behalve zijn stoel en bureau eigenlijk.
‘Ga maar zitten,’ zegt Matt tegen Lena.
‘Nee, dat hoeft niet.’
Met de angst in haar hart, dat Zoladius ook hier zomaar kan opduiken, staat ze liever in de startblokken om weg te kunnen rennen. Al maakt ze daar geen schijn van kans mee. Ze kan niet voorzichtig genoeg zijn, na bijna twee jaar onbezonnen te zijn geweest.
‘Je bent net uit het ziekenhuis. Ze zeiden niet voor niets dat je rust moest houden. Je kunt dan beter rusten op momenten dat het ook kan, zoals nu!’
Lena slaakt een zucht. Matt weet wel vaker uit een hoek te komen, dat weerwoorden onmogelijk zijn. Ze gaat in de stoel zitten, en legt haar arm zo neer dat ze de secondewijzer ten alle tijden zal zien slaan.
‘Het is goed om te zien dat je weer beter bent,’ opent heer Jorim het gesprek. Ondanks zijn poging voor vriendelijkheid en warmte, blijft het een zakenman. ‘Weet je waarom je beschoten bent die avond?’
En zijn manier van zakendoen is eerst een ander uithoren over de hoeveelheid kennis en pas daarna uitleg geven.
‘Nee,’ antwoord Lena. ‘Verkeerde tijd, plaats en persoon principe, gok ik.’
Diep van binnen weet Lena beter. Haar horloge had haar niet voor niets gewaarschuwd, maar ze negeerde het. De rest van haar leven zal ze eraan herinnert worden, door het litteken dat op haar borstkast is achtergebleven en net haar hart gemist heeft.

- feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 10 dec 2011 14:55, 4 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

‘Waarom was je daar?’
Lena kijkt de kalende man met haar heldere ogen even aan. Ze duwt haar bruine haren achter haar oor. De stemmen in haar hoofd dwongen haar.
‘Zo maar.’ Ze slaat haar ogen neer. ‘Ik wilde iets checken.’
‘Weet je wie daar die avond was?’
Lena voelt dat Matt zijn hand op haar schouder legt. Het antwoord gaat haar niet bevallen, ze weet het al op het moment dat ze haar hoofd schudt.
‘Zoladius,’ zegt Matt.
Haar gezicht trekt wit weg. De bevestiging die ze niet wil horen en al helemaal niet van Matt. Hij wist dat ze naar die oude fabriek ging. Ze had het hem verteld en ook van de stemmen in haar hoofd die haar dwongen. Hij had haar moeten waarschuwen.
‘Waarom zou hij me neer schieten?’
‘Om je mee naar huis te kunnen nemen,’ zegt heer Jorim. ‘Je zou niet instaat zijn geweest om weg te komen, als je alleen was. Het is een wonder dat je bij het ziekenhuis bent gekomen op eigen houtje.’
‘Was hij alleen?’
‘Nee, daarom is het ook zo verbazingwekkend dat je weg kon komen.’
‘Dus dan hoeft hij het niet te zijn geweest,’ denkt Lena hardop.
‘We hebben hem gezien, Lena,’ zegt Matt met spijt in zijn hart.
‘De kogel komt van hem en is nog altijd gevaarlijk,’ zegt Jitske, de rechterhand van heer Jorim, met een knikje naar de kogel die Lena’s hals siert. ‘Het is het is beste om hem weg te doen.’
‘Nee. Het is een houvast dat ik niet meer in het circus ben,’ zegt Lena koud.
‘Het zal je er eerder naar terug brengen,’ zegt Jitske. ‘Zoladius kan het gebruiken om je te vinden.’
‘Daar heeft hij de kogel niet voor nodig,’ werpt Lena tegen. ‘Waarom zou hij na twee jaar een voorwerp nodig hebben, terwijl hij dat anders niet nodig had om dichtbij te komen.’
‘Omdat hij daardoor wellicht denkt, dat het kan voorkomen dat je aan hem ontsnapt, zoals je tot nu toe iedere keer hebt gedaan.’
Lena kijkt een lange tijd bedenkelijk naar Jitske dan schudt ze haar hoofd.
‘Nee, ik houd mijn kogel. Het een paar weken geleden, hij had gemakkelijk kunnen toeslaan in het ziekenhuis. De kogel is niet gevaarlijk.’
‘Dus je wordt gezocht?’ vraagt Jillo. Hij wisselt een blik met Matt en weet dat hij zich op glad ijs begeeft. ‘Alleen halve nep artiesten worden gezocht,’ grijnst hij.

- feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 10 dec 2011 14:56, 5 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Als iemand tips of feedback heeft, graag! :D

Lena kijkt hem zwijgend aan. Waar heeft Matt deze jongen gevonden? En wat weet hij van haar en Zoladius? Waarom is hij zo kwaadaardig ingesteld naar haar toe?
‘Dat,’ begint Lena, als ze in haar ooghoek ziet dat de secondewijzer een slag maakt. Ze moet hier weg en wel nu!
‘Gaat je niets aan!’ zegt ze terwijl ze op springt en het kantoor uit haast.
De verbaasde mensen achterlatend in het kantoor, springt ze haastig de stalen trap af. De goochelaar heeft geen truck nodig om te verdwijnen, in deze mensenmassa is het kwestie van een paar seconden en iemand is al opgelost en haast onvindbaar.
Er lopen tranen over wangen, terwijl ze zich een weg naar buiten waant. De realiteit breekt door de zorgvuldig opgebouwde muren heen. Vluchten is de enige optie, aangezien er geen manier is om het ooit getekende contract op te heffen. Lena zal moeten hopen op het wonder dat Zoladius haar zal vergeten.
Moedeloos zakt de goochelaar op de rand van de parkeerplaats neer. Ze laat haar benen over de kade hangen. Een heel lange tijd staart ze naar de parelmoeren wijzerplaat. Ze vervloekt het ding dat haar leven zo beheerst, maar waar ze zo dankbaar voor is dat ze het heeft gevonden. Het ding laat haar hoofd nog meer op hol slaan, dan goed voor haar is. Dankzij het oude ding wist ze dat ze uit het circus moest zien te komen, al staat ze met een been nog altijd in die duistere wereld. Een been dat is vastgeketend aan een eens getekend contract dat nooit uit zichzelf opgeheven zal worden.
Een geïrriteerde zucht ontsnapt uit haar keel, een paar ogen van een zielenkijker dringen zich wat onzeker bij zich op. Voor Matt staat ze toe, dat ze bij haar binnen kijken, zodat hij haar kan vinden. Het resultaat ervan is, dat er een nieuwe stem in haar hoofd een plekje voor zichzelf wint. Het zijn de bijwerkingen die slechte zielenkijkers als een spoor van vernieling achterlaten. Een fluistering voor ieder bezoekje dat ze afleggen en de zielenkijker van Zoladius had er genoeg achter gelaten om haar hoofd bijna te laten ontploffen. Er moet een oplossing zijn, een uitweg. Een manier om het contract te verbreken.

- feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 10 dec 2011 14:57, 4 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Zo, ik heb eindelijk weer tijd om te reageren, ik was even een weekendje weg^^
Het verhaal begint zich langzaam te ontrollen! Ik vind trouwens je magische mensen heel leuk bedacht. Je namen trouwens ook, Zielenkijker, je weet meteen wat het ongeveer inhoudt zonder iets uit te leggen.
Haha, die directeur is trouwens ook maar een klein beetje obsessief bezig :P ik zie hem voor me als een man met zo'n dun zwart snorretje die altijd boos kijkt. Het zal vast niet kloppen :P
Verder heb ik eigenlijk niet veel te zeggen. Ow, trouwens vergeten te vertellen, bij de meeste ervarenere schrijvers is het moeilijk om echt iets te vinden wat ze kunnen verbeteren, dus eigenlijk moet je het als een compliment zien als je bijna geen feedback krijgt :P
Ik zal trouwens proberen bij elk stukje te reageren (hoewel ik niet altijd tijd heb), je verhaal is gewoon heel leuk! Dus schrijf snel verder :D
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Mm, zo had ik het nog de manier van geen feedback krijgen niet gezien, kan me namelijk niet voorstellen dat het helemaal perfect is. :) Bedankt voor de eye-opener ^_^ :)

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Niet veel later zakt Matt naast haar neer op de stoeprand. Hij slaat zijn armen om haar heen en trekt Lena dicht tegen zich aan. Ze duwt haar hoofd tegen zijn borstkast en luister naar de slagen van zijn hart. Kan ze hier maar altijd naast hem zitten, zonder dat de tijd verstrijkt. Zonder gehaaste vluchtpogingen. Zonder verleden of toekomst, gewoon voor een korte eeuwigheid, tot ze genoeg moed heeft om op te staan en Zoladius aan te kunnen.
‘Waarom zei je het niet?’ vraagt ze na een tijdje.
‘Ik wist niet dat hij er in eigen persoon zou zijn.’
‘Maar wel zijn oogappeltjes?’
‘Ja.’
‘Voor mij?’
‘Om jou te vinden en terug te brengen.’
‘Je had het moeten zeggen,’ zegt Lena zacht.
‘Weet ik. Ik wilde je geen angst aan jagen.’
‘Zelfs als je dat zou willen, zou het je nog niet lukken,’ glimlacht Lena.
Ze zwijgen een hele tijd. Zacht getik laat Lena bevriezen. De klok is gaan lopen! Geen ongecontroleerde eenmalige tik, maar een contante langzame tik, tak, tik, tak. Al die keren heeft ze zich zelf niet gek gemaakt, haar horloge waarschuwde haar al die tijd al.
Ze duwt de armen van Matt weg en staart naar de wijzerplaat. Het is nu menens, hij is in de buurt, dat moet.
‘We… ik moet gaan.’
Matt staat op, hij is alles behalve in paniek en onrustig. Lena dwingt haar benen naar de auto te lopen. Jillo blijft buiten beschouwing. Lena heeft nog nooit zo gebotst met iemand, helemaal niet in de eerste paar minuten. Misschien is hij bang Matt te verliezen in de korte tijd dat Jillo de messenwerper kent.
Ze zijn al snel op de snelweg en is de stad achter hen gelaten. De hoge wolkenkrabbers glanzen in het zonlicht, vliegtuigen stijgen op of beginnen aan hun landing. Lena kijkt in de zijspiegel naar de laatste trekjes van haar oude thuis. Ze zwijgt tot ze de stad niet meer kan zien en het daarmee een afgesloten hoofdstuk van haar is.
‘Hij zal me vinden,’ fluistert Lena, die nog altijd haar horloge hoort tikken. ‘Ik kan zijn adem bijna voelen.’
‘Maar hij zal je nooit vinden. De meester zal je beschermen,’ zegt Matt hoopvol. ‘Je zal vrij zijn.’
Lena kijkt naar het voorbij flitsende landschap. Niets zal meer hetzelfde zijn. Twee jaar zijn voorbij getrokken, waarom heeft ze toen geen actie ondernomen? Nu is het bijna te laat. Als Zoaldius haar nu vindt en haar dwingt in het circus te werken, zijn dit haar laatste minuten in halve vrijheid. Ze werpt een blik naar Matt. Hem zal ze nooit meer zien, zelfs niet als hij op de tribune zit. De zielenkijker van Zoladius zal haar alles doen vergeten. De goochelaar zal zelfs de wilskracht verliezen om een nieuwe poging te ondernemen om te ontsnappen.
“Laat de meester me alsjeblieft helpen,” denkt Lena vermoeid. “Wie kan het anders tegen Zoladius opnemen?”
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 10 dec 2011 14:57, 3 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Oh-owww, Zoladius komt steeds dichterbij :O spannend!!!
Hmm, verder heb ik niet zoveel op te merken :P dus ga maar snel verder^^
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

De jacht is geopend

De dagen zijn veranderd. De dreigende sfeer die er altijd hangt is naar een dodelijke graad gestegen. Al sinds de dag dat de goochelaar was verdwenen, wordt iedereen dagelijks gecontroleerd door een zielenkijker. Het gebouw wat meer een fort is op zich, waar niemand uit kan zonder toestemming, heeft ergens een opening gekregen. De dappere onder de circusartiesten doen hun best om het te vinden en steeds verdwijnen er meer van hen. Gehersenspoeld komen ze terug, onbetrouwbaar en gebroken. Het is een raadsel hoe de goochelaar de deur naar buiten heeft geopend, hoe ze ontsnapt is aan de oogappeltjes van Zoladius. Een mysterie hoe ze buiten de muren van het circus weet te overleven, terwijl de jonge vrouw de hete adem van satan in haar nek voelt.

Zonder al te veel stil staan zijn Matt en Lena naar het grondgebied van de meester gereden. Er zijn er maar weinig die de naam van het gebied weten. De meester is een mysterie en beheerst vele vormen van de verschillende kunsten. Zij die potentie hebben om in de absurde wereld te overleven lijft de meester in. De meester kent iedereen, zo ook directeur Zoladius. Het is de enige manier waarvan Lena weet dat er een kans bestaat dat het haar van haar slavenbanden kan ontdoen, het is haar enige hoop.
Het grondgebied van de meester is voor het gewone oog onherkenbaar. Het lijkt een gewoon natuurgebied van een rijk iemand met ergens in dat natuurgebied een verscholen landgoed. De geasfalteerde weg gaat langzaam over in een zandpad dat tussen het bos en grasvelden kronkelt.
‘We zijn verkeerd gereden,’ zegt Lena na een tijdje. ‘We hadden het landgoed allang moeten zien.’
‘Het is een groot landgoed,’ zegt Matt. ‘Het is de bedoeling dat we verkeerd denken te rijden.’
Lena knikt langzaam en houdt haar horloge bij haar oor. Stilte. Ze glimlacht zelfverzekerd, al weet de jonge vrouw dat het geen zekerheid is dat hij niet dichtbij is. Nu is Zoladius dat niet, maar het is een kwestie van tijd voordat hij voor de deur staat. Aanklopt, beleefd groet en haar dwingt mee te gaan als een marionetpop.
‘Zie, daar is het al.’
Lena gaat rechtop zitten. Het is een vervallen gebouw, klimop groeit langs de eens spierwitte muren. Hier en daar zijn planken schots en scheef voor de ramen gespijkerd. De oprit is overwoekerd met onkruid en het meeste grind is verdwenen, het overgebleven grind knarst onder de banden van Matt’s auto.
De auto komt tot stilstand, Lena stapt uit. Van dichtbij is het nog erger, er zitten scheuren in de muren en het portaaltje dat voor de grote voordeur is gebouwd is het onderkomen geworden van vele spinnen, het dak is niet meer terug te vinden door alle spinnenwebben. Lena stapt het kleine trapje op en klopt op de deur.
‘Een bel is kennelijk niet nodig bij zo’n groot landhuis,’ zegt Lena tegen de deur. ‘En een fatsoenlijke deurklopper ook niet.’
Matt loopt naar haar toe. De deur wordt langzaam door de meester in eigen persoon geopend. Een tedere glimlach verschijnt op haar gezicht als ze haar bezoekers ziet. De deur gaat verder open daarna zet de meester een stap opzij zodat Lena en Matt naar binnen kunnen.
‘Zoals verwacht netjes op tijd,’ zegt de vrouw met een glimlach.
Lena en Matt stappen langs de vrouw heen. De hal van het grote landhuis is net zo vervallen als de buitenkant, onbewoond en verlaten. Het behang laat langzaam los van de muren en er zijn barsten in de tegels. De meester gaat hen voor, de gang door en ze maakt een deur open aan het einde van de gang, ze stapt naar binnen met het tweetal dat haar volgt. Ze komen uit in een serre, overwoekerd en verwoest. Te midden van de groen geworden tegels, de klimop die overal groeit, het gras wat tussen de tegels uitkomt en de andere planten die overal staan, staat een kleine tafel met een paar gietijzeren stoeltjes. Lena kijkt naar het glazen plafond. De ruiten die er nog in zitten zijn gebarsten, het is een armoedige bedoening. De laatste keer dat ze hier was geweest, kon ze zich niet herinneren dat het zo vervallen was geweest.
‘Ga toch zitten,’ zegt de meester uitnodigend.
Lena gaat voorzichtig op een van de stoelen zitten. Wellicht zijn ze net zo vervallen als de rest van het huis. Door de glazen muren, waar veel ruiten missen, kijkt Lena naar buiten. De tuin is een kleine jungle vol met bloemen, hoog gras en mooie bomen. Te midden van die jungle ligt een kleine groen geworden vijver met een bruggetje. Idyllisch en het is zonde dat het er zo vergeten bij ligt.
‘Lena, deze vervallen staat is slechts een dekmantel.’
Lena kijkt de meester afwachtend aan. Wanneer zou het decor opgetild worden en zouden ze in een mooie serre zitten? Er gebeurt niets.
‘Dit is slechts het huis. Beneden is het zoals je het je nu voorstelt.’
De goochelaar hoort de stemmen in haar hoofd fluisteren, onverstaanbaar zoals eigenlijk altijd. De wijze meester leest haar. Lena slaat haar ogen neer, altijd komt er nieuwe stem bij als iemand bij haar naar binnenkruipt en kijkt naar de schade die is achtergebleven na de circusjaren.

- feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 10 jul 2011 13:28, 3 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

‘Is iemand jullie gevolgd?’ Matt schudt zijn hoofd. ‘Mooi zo. Wil er iemand thee?’
De meester schenkt thee in kleine porseleinen theekopjes. De vrouw draagt vele ringen en kettingen, haar lange zwarte vlecht valt over haar schouder. Lena kijkt naar het gezicht van de meester. Ondanks de rimpels ziet ze er lang niet zo oud uit, de ogen van de meester glimmen. Zou de vrouw haar echt kunnen helpen? Een tijd lang wordt er niets gezegd. Zou ze bij Matt ook kijken? Of is het een sport voor zielenkijkers om juist bij haar naar binnen te gluren en stemmen achter te laten?
‘Vroeg of laat zal hij voor de deur staan, waar je ook gaat. En je zult de deur zelf voor hem opendoen.’
‘Heeft u dat gezien?’ vraagt Lena.
‘Nee, waarzeggerij laat ik aan anderen over, dat is een vak apart. Ik heb me laten informeren.’
‘Waar zal dat zijn?’ vraagt Matt.
‘Het is een houten deur, kan overal zijn. Eerlijk gezegd denk ik aan een appartement. Hij staat in een gang. De directeur zal niet alleen zijn.’
Lena knikt langzaam. Zoladius zal nooit alleen komen, zijn oogappeltjes zijn namelijk zijn schild. Hijzelf is de laatste troef die hij in handen heeft. Als al zijn jongens falen, zal hij het zelf proberen. In de steegjes had ze geluk gehad, Zoladius was er niet geweest toen zijn oogappeltjes faalden.
‘Weet u hoe ik weg kan komen? Hoe ik …’
‘Verdwijntrucs zijn voor hen die er mee geboren worden. Ik kan niet zeggen of je dat talent hebt. Je zou het al geweten moeten hebben.’
‘Hoe werkt het?’
‘Sommige denken aan een plaats en verdwijnen. Anderen openen een deur. Er zijn verschillende manieren.’
‘Kunnen we hier een tijdje blijven?’ vraagt Matt.
De meester knikt.
‘Een tijdje. Maar als hij in de buurt komt, moeten jullie al vertrokken zijn.’
Lena houdt haar horloge bij haar oor. Stilte. Ze laat haar arm zakken.
‘Bij de eerste secondeslag, vertrek je, duidelijk?’
Lena knikt.
‘Goed. Beneden zijn wellicht anderen die je kunnen helpen. Als ik Zoladius buiten wil houden, kan ik je niet helpen. Mijn verdediging is waardeloos als je de deur opent.’

De meester kijkt het tweetal afwachtend aan. Matt staat op en Lena volgt zijn voorbeeld. Ze verlaten de serre en staan weer in de gang met vele deuren. Matt gaat haar voor naar een deur en opent deze. Hoe kan hij weten waar de keldertrap is? Voor hen is een zwart gat waarin een koude stenen trap verdwijnt. Er is geen lichtknopje. Lena haalt een klein balletje te voorschijn en blaast tegen het balletje terwijl het in haar handpalm ligt. Het balletje licht op en straalt een blauwige gloed uit. Matt laat haar voorgaan naar beneden, de duisternis in. Lena houdt het balletje voor haar terwijl ze zich laten opslokken door het donker. De deur valt zachtjes dicht als ze naar beneden lopen. Het is een wenteltrap die eindeloos lijkt af te dalen. Haar hand glijdt over de stenen muur naast haar. De laatste tree is bereikt, Lena blaast nog eens tegen het balletje. Het geeft wat meer licht, er is een lege gang voor hen. Het herinnert haar aan de steegjes. Zwijgend blijft ze staan.
‘Zullen we verder lopen,’ vraagt Matt na een tijdje te hebben gewacht.
‘Als hij hier is,’ zegt Lena, ‘hoe moet ik dan ooit wegkomen?’
‘We vinden wel iets,’ zegt Matt opbeurend.
Lena loopt verder de gang in. Het is een enkele gang met bochten en zo nu en dan een paar treden naar beneden. Ze weten beiden dat ze allang niet meer in de buurt zijn van het grote landhuis.
‘Het is gewoon een hopeloze verlaten gang,’ zegt Lena afwezig. ‘Er zijn wel tien stemmen die het oneens zijn met wat ik nu doe.’
‘Zijn ze het niet altijd oneens met je?’ vraagt Matt.
Lena geeft geen antwoord, hoogst waarschijnlijk heeft ze hem niet eens gehoord. Ze blaast nog eens tegen het balletje, wat harder en langer. De gang wordt lichter en aan het einde van de gang is een deur te zien. Lena gaat sneller lopen. Voor de deur blijft ze staan, tot haar grote schrik is het een houten deur. Automatisch brengt ze haar horloge bij haar oor. Ze concentreert zich in de stilte, er komt geen geluid van het horloge af. Lena pakt de klink van de deur en duwt hem open. Een kleine ronde kamer met een trap naar boven, hoog boven hen is een lichtpuntje te zien. Lena loopt naar het midden van de kamer en staart omhoog. De wenteltrap brengt hen waarschijnlijk naar buiten. Ze bergt haar balletje op dat dooft zodra het haar handpalm niet meer aanraakt.
Matt begint de wenteltrap op te klimmen. Lena blijft even staan. Waarom herinnert ze zich dit niet? Voordat ze bij Zoladius kwam was ze hier ook geweest, het landhuis was toen zo mooi geweest. Tijdens haar verblijf hier, was ze ook een keldertrap afgelopen, maar nooit was ze in een gang terechtgekomen als deze. Ze was in een mooie warm aangeklede zaal terecht gekomen met mensen als zijzelf en zoals Matt.
‘Kom je nog?’ vraagt Matt.
Zijn stem klinkt ver weg. Waarom was ze hier weggegaan? Waarom had ze zo graag terug gewild naar de stad?
‘De stilte maakte me gek,’ mompelt Lena tegen de ronde muren van de kamer. Ze duwt de houten deur dicht. ‘En nu wens ik die stilte terug te krijgen in mijn hoofd.’
Ze begint aan de klim. Matt staat halverwege op haar te wachten. Tijdens het lopen houdt ze haar hand tegen de muur aangedrukt, er is geen armleuning, geen hek aan de buitenkant van de trap. Als je valt, dan val je naar beneden. Af en toe kijkt Lena naar boven, het lichtpuntje wordt steeds iets groter.
Eenmaal boven staan ze in een kleine open kamer, midden in een niemandsland. De kamer heeft geen muren, alleen een paar pilaren en een dakje. Voordat Lena langs Matt heen stapt moet ze even op adem komen. Met haar handen in haar zij kijkt ze om zich heen en ziet alleen maar weiland met hoog gras dat zijn gang kan gaan. En in de verte, kan ze de zee zien. Verbaasd kijkt ze naar Matt. Gelijk brengt ze haar horloge weer naar oor, nog altijd staat het stil.
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 10 jul 2011 13:32, 2 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Op haar hakken stapt ze het veld in. Het gras kriebelt aan haar benen, af en toe zwikken haar enkels op de onverharde hobbelige ondergrond. Lena focust haar blik op de zee, nergens heeft ze oog voor behalve voor de zee.
‘Waar ga je heen?’ vraagt Matt die haar haastig achterna loopt.
Lena haalt haar schouders op. In elk geval weg van die tunnel, het benauwde haar en bracht haar terug naar de avond die ze probeerde te vergeten.
‘De meester kan me niet beschermen. Waarom zou ik dan teruglopen door die gang opzoek naar de juiste kelder?’
‘Maar iemand anders die daar woont misschien wel.’
Lena schudt koppig haar hoofd.
‘Als de wijzers in beweging komen, moet ik daar weg. Wie weet is hij allang onderweg en straks sta ik in die hal als hij aanbelt. Waar moet ik dan nog heen?’
‘Wanneer gaan ze precies tikken? Hoever is hij dan weg?’
Lena stopt met lopen en denkt na. Niemand heeft het haar ooit verteld. Ze had het horloge ooit op een oude rommelmarkt gevonden. De verkoper bleef maar zeggen dat het ding magisch was. Haar ogen konden niet van de parelmoeren wijzerplaat met zijn zwarte wijzers wegkijken. Lena had nauwelijks gehoord wat de verkoper haar vertelde over het horloge. Toen ze van het kraampje wegliep met het horloge om haar pols had hij geroepen dat het horloge zou gaan tikken op het moment dat er gevaar dreigde.
‘De eerste keer dat hij tikte was in het winkelcentrum. Ik deed een paar kaarttrucjes voor kinderen. Het viel me in een glimp op, dat het een andere tijd aangaf. Drie dagen later was ik ingelijfd in het freakcircus. De eerste weken gingen de wijzers heel langzaam. Zelfs als ik vlak voor hem stond.’ Lena kijkt naar Matt. ‘Nadat zijn zielenkijker met grof geweld in mij had gekeken sloegen de wijzers zo nu en dan op tilt. Midden in de nacht wekten ze me. Nooit heb ik hem gezien maar hij was er wel. Als Zoladius langs liep hoorde ik de wijzers steeds sneller gaan.’
‘Tikte hij dan niet altijd toen je daar was?’
Lena schudt haar hoofd. Alleen als er gevaar dreigt tikken de wijzers precies als de verkoper haar had nageschreeuwd over de markt. Ze begint weer met lopen richting de zee, Matt volgt de goochelaar. De kogel rond haar nek glinstert in het zonlicht, Matt probeert te bedenken wat er op de kogel is gegraveerd. De grasweide is vredig, nergens lijkt gevaar op de loer te liggen. Lena weet wel beter, als ze hem het minst verwacht zal hij haar groeten.
De zee lijkt niet dichterbij te komen. De zon brandt, moe laat Lena zich in het hoge gras zakken. Ze gaat lang uit liggen en sluit haar ogen, heel even wil ze van de rust genieten nu die haar nog gegund is. Haar horloge legt ze vlakbij haar oor. De meester had dan wel gezegd dat Lena de deur voor Zoladius zou openen, maar tot nu toe was dat niet bewezen, hij kan overal opduiken.
Matt gaat naast haar zitten. Ze zwijgen. Zou hij haar kunnen beschermen? Hij is een messenwerper, een van de beste die er is. Ongemerkt draagt hij zoveel scherps met zich mee, maar is het genoeg tegen een van de machtigste mensen die nu op zijn vriendinnetje jaagt?
‘Ze zoeken ons,’ fluistert Lena.
‘Je bedoelt Jillo?’ Lena knikt. ‘Ze zullen ons wel missen.’
‘Jorim en Jitske kennen zoveel meer zielenkijkers en die zijn zoveel beter dan Jillo. Hij mist ons niet, misschien jou maar mij niet. En ze wisten dat we zouden verplaatsen.’
Matt weet dat hij haar niet kan dwingen Jillo toe te laten. Net zo min hij haar kan dwingen door de tunnel terug te gaan. Matt wil niet bijdragen aan de vernietiging van de tere ziel die naast hem languit in het gras ligt. Hij kijkt toe hoe ze haar horloge omdoet en opstaat.
‘Tijd om te gaan. Ik heb al zo lang geen zee meer gezien.’
Matt glimlacht en volgt haar voorbeeld. Ze lopen verder naar de zee. Ongemerkt gaat haar horloge langzaamaan tikken.

Als hongerige dieren die bloed ruiken snellen ze dichterbij. Geluidloos en onopgemerkt sluipen ze naar het tweetal toe. Ze blijven op een afstandje terwijl ze haar gade slaan. Het in onmogelijk haar niet te herkennen. Als iemand haar al heeft gemist op de planken van het circus dan moest die wel blind zijn om de foto’s niet gezien te hebben. Er is een grote prijs voor hem of haar die de goochelaar terug brengt naar haar eigenaar. Zolang de vrouw nog steeds gebonden is aan de directeur, zal ze altijd terug gebracht worden naar haar eigenaar, altijd.
Lena stopt met lopen. De zee is niet ver meer, ze kan het strand al zien. De golven zijn te horen, aanlokkelijk roepen ze haar, overstemmen de vredige geluiden van de grasweide. En zelfs de stemmen in haar hoofd worden rustig van de golven. Ze kijkt achterom. Haar donkere haren waaien in haar gezicht, als ze ze wegduwt hoort ze het getik van haar horloge. Er is niemand in de hele weide te zien. De uitstrekte vlakte is leeg op de twee artiesten na. Toch begint haar horloge steeds harder te tikken. Haar hart bonkt krampachtig in haar boezem. Ondanks de warme brandende zon heeft ze het koud.
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 07 mar 2012 10:55, 4 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Tussen het hoge gras door sluipen ze steeds dichterbij. Hun prooi staat als versteend stil, haar metgezel is ook blijven staan. Haar angst kunnen ze voelen. Links en rechts van haar komen ze uit het hoge gras te voorschijn, achter en voor haar omsingelen ze het tweetal. Matt trekt Lena beschermend achter zich. De messenwerper realiseert zich dat hij geen kans maakt tegen de mensen die tegenover hen staan, oud circusartiesten die nergens voor terugdeinzen. Het lijkt of de tijd heeft stil gestaan sinds het moment dat ze het circus verlieten, nog altijd dragen ze de kleding van toen. Alsof ze net zo als Lena gevlucht zijn maar nooit de kans hebben gehad om zich fatsoenlijk te kleden. De kostuum zijn verkleurd en er zitten gaten in, desondanks is het de magie niet verloren. Lena staat nog altijd versteend achter Matt. Ze weet wie dit zijn en voelt hoe de wijzers van haar horloge overuren maken. Het zijn de circusartiesten die op vergeten plaatsen wonen, daar waar niemand ze zal vinden en ze in rust leven. Het is een soort familie van de betere talenten. Over deze mensen gaan oude verhalen de ronde. In het circus van Zoladius waren er naast de dromen om te ontsnappen, dromen over een circuswereld te midden van deze onvindbare artiesten. Artiesten van wereldklasse, die altijd als mythe werden gezien, ondanks dat Zoladius er ook een paar in zijn circus heeft weten te krijgen. Omdat het eigenlijk onmogelijk is om uit het circus te ontsnappen, weet Lena precies wat deze mensen van haar willen.
‘Matt,’ fluistert ze zacht, ‘ik ben vergeten te vertellen dat sommigen voor de beloning jagen.’
‘Welke beloning?’ vraagt Matt.
‘Hij geeft eenmalig wat de vinder maar wil hebben,’ zegt Lena zacht. ‘Ook als het daarmee een uitwisseling wordt.’
De wind blaast de stem van Lena weg. Matt kan even niet meer goed nadenken. Wat zei ze zojuist? Dat betekende dat niemand meer te vertrouwen was, dat zelfs de meester zich tegen Lena kon keren!
De circusartiesten komen dichterbij. Matt haalt een van zijn messen te voorschijn, die in het niet lijkt te vallen bij zijn tegenstanders die magie en hun acts beheersen op een niveau waar hij alleen maar kan dromen. Zijn messen zullen tot stof vergaan als hij alleen al probeert uithalen.
‘We zullen je geen pijn doen als je meewerkt,’ zegt een van hen. De vrouw die heeft gesproken draagt een strak pakje waar de glitters afgesleten zijn, wellicht deed ze ooit trapeze acts. Lena kijkt diep in haar ogen. ‘Je bent een goochelaar, geen zielenkijker. We hebben geen angst voor je.’
Lena gaat alle mogelijkheden na. Rennen heeft geen zin, al zou ze haar hakken uitrekken dan zijn ze waarschijnlijk alsnog sneller op dit terrein. Matts messen zullen in een oogwenk oplossen, als een van hen een verdwijntruc uitvoert. Ze zoekt in de zakken van haar jasje en daarna in haar kleine handtasje. Ze vist er een paar kleine balletjes uit. Ze hebben verschillende kleuren en geven licht zoals de blauwe in de tunnel wanneer Lena er tegen blaast. Het is haar enige kans en zal haar slechts enkele seconden voorsprong geven. Ze blaast heel hard en gooit ze dan in de lucht. De zonnestralen geven de balletjes nog meer licht. Er zijn vier kleine lichtballen in de lucht te zien. Lena begint te rennen, tussen de verbaasde artiesten door, die geen tegenactie hadden verwacht. Onderweg trekt ze half struikelend haar hakken uit en houdt ze stevig in haar handen. Matt staat verbaasd toe te kijken, het duurt even voordat hij zijn blik losmaakt van de balletjes en haar achterna rent. De balletjes zullen niet heel lang de aandacht afwenden. Na enkele seconden zullen ze oplossen en dan dwarrelen er kleine glitters neer, kinderen houden er van.
‘Niet achterom kijken,’ zegt Lena terwijl ze door de grasweide rent. ‘Ze zijn vast sneller dan de oogappeltjes.’
Het gras begint zich te vermengen met zand. Haar voeten zakken een beetje weg in de zachte ondergrond. De golven gooien zich aanlokkelijk op het strand. Zouden de artiesten de zee in springen als zij daarin zou rennen? Heeft ze een andere keuze?
Lena laat haar hakken in het zand vallen, werpt een blik achterom. Matt ziet ze nergens meer. De circusmensen wel, ze komen steeds dichterbij. Het koude zeewater stroomt over haar voeten. Ondanks de kou dwingt Lena zichzelf door te lopen, tegen de stroom in tot ze geen zand meer onder haar voeten voelt. De goochelaar durft niet achterom te kijken en wacht af tot handen haar onderwater zullen duwen. Er gebeurt niets, er is geen geschreeuw en ook geen geluiden dat iemand het water inspringt. Lena draait zich om. Ze kijkt zoekend naar het strand, er is niemand. Matt is nog altijd verdwenen en haar aanvallers nu ook. Met haar benen trapt Lena tegen het zeewater. Ze moet terug, ze moet Matt vinden. Hij zal haar altijd beschermen. Ze kan hem niet achterlaten, hij is haar maatje.
Druipend van het zeewater loopt Lena het strand op. Ze blijft even met haar voeten in het water staan. Haar hakken liggen er verlaten bij in het zand. Lena voelt hoe iemand langzaam haar hoofd in wil kruipen. Iemand die er nog nooit eerder is geweest, wellicht iemand van Zoladius. Ze dwingt zichzelf af te sluiten van alles om haar heen.
Het wordt stil, doodstil. Lena hoort de golven niet meer ruisen, het zeewater voelt ze niet tegen haar enkels aan slaan en ze ziet niets meer. De duisternis sluit zich om haar heen terwijl ze een schild probeert te creëren tegen de onbekende zielenkijker.
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 10 jul 2011 14:10, 2 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Zo, eindelijk weer een reactie van mijn kant^^ mijn vakantie is over (boehoe :() dus mijn tijd wordt een beetje opgeslokt door werk. Maar ik doe mijn best om je verhaal bij te houden ;)
De dappere onder de circusartiesten doe hun best om het te vinden en steeds verdwijnen er meer van hen.
Volgens mij is het dapperen (maar dat weet ik niet zeker), maar het is iig wel doen
Het is een raadsel hoe de goochelaar de deur naar buiten had geopend, hoe ze ontsnapt was aan de oogappeltjes van de Zoladius.
Omdat je de rest van je verhaal in de tt schrijft, leest het raar als dit in de vt staat. Het staat mooier als je het omzet, dan klopt de zin nog steeds =)
Nu is Zoladius dat niet, het is een kwestie van tijd voordat hij voor de deur staat.
Je mist hier een 'maar'
Een tedere glimlach op haar gezicht als ze haar bezoekers ziet.
Je mist hier een woord, ik weet niet welke je hier neer wilt zetten, maar ik denk iets als, verschijnt.
Wellicht zijn ze net vervallen als de rest van het huis.
Wellicht zijn ze net zovervallen als de rest van het huis.
Het is een enkele gang met bochten en zo nu een dan een paar treden naar beneden.
een=en.
Ze weten beide dat ze allang niet meer in de buurt zijn van het grote landhuis.
beide=beiden
Wat ik bij dit stukje een beetje mis, is het buiten adem zijn van Lena en Matt. Of ze moeten wel een hele goede conditie hebben als ze zo'n lange trap op kunnen lopen zonder erdoor geraakt te worden.
De verkoper had ze nauwelijks gehoord.
Ik zou de zin iets anders opstellen, Lena naar voren halen. Nu las ik het de eerste keer dat de verkoper nauwelijks hoort van het horloge, wat eigenlijk heel vreemd is :P
Haar donkere haren waaien in haar gezicht, als ze wegduwt hoort ze het getik van haar horloge.
Je mist hier een 'ze' van haar haren als ze ze wegduwt
‘ik ben vergeten te vertellen dat sommige voor de beloning jagen.’
sommige=sommigen
Hopelijk heb je hier iets aan ;) oeh, wat een spannend einde! Die balletjes zijn trouwens heel leuk gevonden^^ schrijf maar snel verder!
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Dank je voor de feedback! Ik heb het verwerkt op de dapperen na, dat moet gewoon dappere zijn ;) Toch bedankt! :D

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Al hoestend en naar adem happend komt ze bij. Haar zicht is wazig, zoals altijd als ze zich probeert te verzetten tegen de ogen die stemmen achterlaten, die het laatste beetje rust in haar hoofd voor altijd laten verdwijnen.
Langzaam komt er scherpte in haar omgeving. Ze zit op haar knieën op het witte zand. Het bekende gezicht van Jitske kijkt haar aan. Ze kijkt zoekend om zich heen, op zoek naar Matt. Voor haar is de lege grasweide en achter haar zijn nog altijd de golven die aanlokkelijk roepen.
‘Waar zijn de circusartiesten?’ vraagt Lena een beetje rillerig van het koude water.
‘Gevlucht. Er is een voordeel aan Zoladius, iedereen vlucht als ze lucht van hem krijgen,’ antwoordt Jitske. ‘Maar in dit geval, waren wij het en niet Zoladius.’
‘En waar is Matt?’
‘Hij is veilig,’ zegt Jitske.
‘Waar is Matt?’ herhaalt Lena haar vraag.
Jitske kijkt langs Lena heen. Ze draait zich om en kijkt nogmaals naar de zee. Wat verder op zee ligt een kleine boot. De boot wordt steeds kleiner terwijl hij wegvaart.
‘Waar gaat hij heen?’
‘Hij kan je niet beschermen,’ zegt Jitske.
‘Jij ook niet,’ zegt Lena kil.
Jitske knikt terwijl ze opstaat. Lena blijft zitten, er rolt een traan over haar wang. Zou het goed gaan met Matt? Wat zal er met hem gebeurt zijn? Hij is de man die ze het meeste vertrouwt, degene die het meeste van haar weet en ondanks alles begrijpt.
‘Ik weet wie je kan beschermen,’ zegt Jitske. Lena kijkt haar zwijgend aan. Wie is gek genoeg? Nog gekker dan Matt en zijzelf. ‘Hij is jong en kan zich verplaatsen door middel van deuren.’ Het komt als een donderslag binnen. ‘Hij schijnt je te kennen van lang geleden en zegt te weten wat je doormaakt.’
Lena kijkt nogmaals om naar de zee, de boot is nauwelijks nog te zien. Het gaat harder waaien en er vallen regendruppels. Kan ze haar leven in de handen leggen van een twaalfjarige jongen? Iemand die tegen haar opkeek in het winkelcentrum en haar toefluisterde dat er gevaar zou zijn als ze het contract zou tekenen. Ze brengt haar pols naar haar oor en luistert naar haar horloge. Hij tikt zachtjes. Zolang ze nog geen plan heeft om het contract te verbreken zal ze geen andere keuze hebben, nu het tikken weer als vanouds is begonnen.

De verplaatser
Terwijl hij op zijn handen staat duwt hij de bladzijde van zijn leesboek om, het staat op zijn kop tegen de muur. Er verschijnt een glimlach op zijn jonge gezicht terwijl hij leest. Er gaat een deur open, de jongen laat zich achterover vallen en komt soepel overeind. Daar staat ze dan, zijn grote voorbeeld. Hij slaat zijn armen om haar heen.
‘Ik word ook een goochelaar,’ zegt hij als hij haar los laat. ‘Nu jij niet meer in het winkelcentrum staat zal iemand anders het moeten doen.’
Ze glimlacht gevleid. Het oranje haar van de jongen staat alle kanten op. Met een groen en een blauw oog neemt hij haar in zich op.
‘Ik moet ook zo’n pakje hebben,’ zegt hij dan, ‘wel wat minder gekreukt. Ga zitten.’
De jongen maakt een wijds gebaar met zijn armen, richting een bank. Het enige meubelstuk in de kamer. Er is een klein raampje, bijna tegen het plafond waar licht door naar binnen straalt. Lena gaat zitten. De jongen ploft naast haar op de bank en trekt zijn benen op.
‘Je gaat toch niet in het winkelcentrum werken nu je uit het circus bent, hè?’ Lena schudt haar hoofd. ‘Goed zo, ik kan geen concurrentie als jij gebruiken, hoor!’ gaat de jongen verder.
‘Wil je me echt helpen, Benji?’
Benji knikt langzaam en overdreven.
‘Dat is het minste wat ik kan doen om het winkelcentrum voor mijzelf te houden.’
‘Alleen daarom?’ vraagt Lena lachend.
‘Ja,’ zegt de twaalfjarige jongen. ‘Tenzij je samen wilt werken. Dan heb ik twee redenen.’
‘Hoe wil je me beschermen?’
‘Ik weet dat de geweldige messenwerper faalde,’ zegt Benji. Lena kijkt hem twijfelend aan. Zou Jitske dat hem verteld hebebn? ‘Ik kan je alvast vertellen dat hij zo meteen aan zal kloppen.’
Lena kijkt naar de deur waar ze zojuist door naar binnen was gekomen. Een houten deur met daar achter een gang. Ze krijgt het benauwd. Is het doorgestoken kaart? Wil Jitske de beloning ook hebben? Zou Benji het willen?
De jongen kijkt haar met een glimlach aan. Er wordt op de deur geklopt. Hij pakt haar hand en staat op en trekt haar mee naar de deur.
‘Maak hem open en denk nergens aan. Vertrouw me.’
Lena hoort haar horloge tikken. Tiktak, tiktak, tiktak, tiktak. Steeds sneller. De stemmen in haar hoofd nemen het getik over. De goochelaar bijt op haar lip. Benji houdt nog altijd haar hand vast. Er wordt nogmaals geklopt, dringender dan ervoor. Hoe moet ze haar hoofd leeg maken, nu alles door elkaar begint te lopen. Ze voelt hoe er ogen in haar hoofd proberen te kijken.
‘Lena, je moet nu de deur openen,’ hoort ze Benji in de verte zeggen.
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 10 jul 2011 14:37, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
remi
Nieuw
Nieuw
Berichten: 2
Lid geworden op: 28 jun 2011 07:52

Hoi Maaike,

Hier weer wat kleine opmerkingen. Verder vind ik het verhaal goed lopen.
Al hoestend en naar ademhappend
Je mist hier een spatie: Al hoestend en naar adem happend
Ze kijkt zoekend om haar heen
Ze kijkt zoekend om zich heen
Ze brengt haar pols naar arm
Ze brengt haar pols naar haar arm
nu het tikken weer vanouds is begonnen
nu het tikken weer als vanouds is begonnen
geen concurrentie als jou
Volgens mij is het: geen concurrentie als jij
Tenzij je samen wil werken
Tenzij je samen wilt werken

Groetjes,

Remi
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Dank je, Remi. Ik heb de feedback verwerkt :)

----------------------------------------------------------------------------------------------------

Haar hart bonst in haar keel. Langzaam tilt ze haar hand op. Ze pakt de deurklink vast en duwt hem langzaam naar beneden. Ze knijpt haar ogen dicht en doet haar uiterste best om nergens aan te denken. Ze hoort de deur opengaan. Benji laat haar hand los, ze hoort hem weglopen. Geen gelach, zoals Zoladius altijd doet als hij een overwinning heeft. Heel langzaam doet ze haar ogen open. Er valt een deur dicht, verschrikt kijkt ze achterom. De houten deur die ze zojuist heeft geopend is dicht gevallen, maar Zoladius is er niet. Lena kijkt weer voor haar, dit is niet de gang waar de kamer van Benji op uitkomt. Dit is een kinderkamer, maar dan eentje waar ieder kind stiekem van droomt. Met overal al het speelgoed wat je maar kunt bedenken, een hoogslaper met een spiraalvormige glijbaan en overal heerlijk zachte kussens. Een hoog koepelplafond met ramen en daarboven hangen kleine vliegtuigjes en vliegers. Er staan een grote boekenkast vol met allemaal boeken, een bankje en een klein tafeltje met tekenspullen. Lena loopt naar een van de ramen toe. En kijkt naar buiten, ze kijkt naar een mooi berglandschap. Waar zijn ze?
‘Er is geen buiten,’ zegt Benji. ‘Dat zijn plakplaatjes. Anders voel ik me zo opgesloten.’
Lena draait zich om en kijkt naar de twaalfjarige jongen.
‘Waar ben ik?’
‘In mijn slaapkamer,’ zegt Benji. ‘Ik neem maar zelden iemand mee, dus je mag het niet verder vertellen.’
‘Waar is Zoladius?’
‘Hij zal nu wel de kamerdeur openbreken. Wil je het zien?’
Benji wacht niet op antwoord en loopt naar een kast toe en pakt er een schaal en een fles uit. Op het tafeltje dat voor de bank staat zet hij de schaal en de fles neer. Benji gaat op zijn hurken zitten en laat het water uit de fles in de schaal lopen. Hij raakt zachtjes het water met zijn vinger aan, er komen kleine golfjes in het water. Benji kijkt vrolijk naar het schouwspel dat langzaam zichtbaar wordt in het wateroppervlak. Lena kijkt verbijstert toe. Ze houdt haar horloge dichtbij haar oor, hij staat stil en toch ziet ze hem daar vlak voor haar. Zojuist had de vreselijk man aan de andere kant van een deur gestaan. Het horloge had zoals vroeger overuren gemaakt, de stemmen waren net zoals altijd het getik gaan overnemen. De goochelaar kijkt toe hoe hij de kamer binnenloopt waar ze zojuist had gestaan met Benji. Ze ziet zijn kwade gezicht als hij merkt dat ze niet in de kamer is. Lena knijpt haar ogen dicht, dat gezicht wil ze nooit meer zien! Dankzij hem waren er stemmen in haar hoofd gekomen. Benji laat het water vlug weer in de fles lopen en zet het terug in de kast.
‘Hij is weg,’ zegt Benji. ‘We kunnen hier niet blijven. Het is wel veilig, maar voor jou zal dit een gevangenis zijn. Open de deur maar eens.’
Lena staat op en loopt naar de kamer deur. Als ze hem opent kijkt ze tegen een stenen muur aan. Verbaasd kijkt ze even naar Benji. Ze legt haar hand op de koude stenen.
‘Ik moest iets,’ zegt hij schouder ophalend. ‘Ook mij wil hij inlijven. Maar met altijd deuren in de buurt, ben ik tot nu toe vogelvrij. Hier kan hij niet naar binnen zolang hij niet weet dat het bestaat.’
‘Houdt dat hem echt tegen?’
Benji knikt. De gemetselde muur is tot nu toe altijd voldoende geweest. Lena draait zich om en gaat op de bank zitten. Benji gaat op zijn knieën tegenover Lena zitten.
‘En nu?’
‘Hoe bedoel je? Nu zijn we hem even kwijt.’
‘Nee,’ zegt Lena. ‘Wat is je plan? Ik kan niet blijven rennen.’
‘Oh,’ zegt Benji. ‘Wil je niet alle markten af en kinderen blij maken? Het liet je altijd stralen.’
Lena kijkt somber. Oh, wat zou ze graag onbezonnen op de markten staan. De balletjes laten zweven tot er glitters overbleven, wensen in vervulling brengen met kleine diamantjes. En daarmee de magische sfeer weer leven in blazen, ze mist het vreselijk. Tijdens de optredens was er ook wel die magie die elke goochelaar hoort uit te stralen, maar er miste iets. Het voelde nep aan, ondanks ze dat bijna precies hetzelfde deed als dat ze voor de kinderen in het winkelcentrum had gedaan.
‘Zolang het contract er is,’ zegt ze zacht, ‘is dat onmogelijk.’
‘Dan gaan we naar zijn kantoor, pakken het contract. Vernietigen het en daarna gaan we de markten af!’ zegt Benji helemaal enthousiast.
‘Ik weet niet waar het contract is. Al wist ik het, in zijn kamer komen is onmogelijk.’
‘Ik kan alle deuren openen,’ zegt Benji. ‘Een afleiding zou perfect zijn. Is hij niet tijdens de voorstellingen aanwezig?’
‘Nee. Niet in eigen persoon.’
‘Jitske zei, dat als we hulp nodig hadden, we konden komen. We kunnen naar haar toe. Geen probleem!’ zegt Benji vrolijk.
‘Kun je me ook naar Matt brengen?’ vraagt Lena zacht.
Benji twijfelt even. Hij kan het wel, maar hij had Jitkse moeten beloven dat niet te doen. Het belangrijkste was dat Lena veilig was en dat ze een manier bedacht om aan Zoladius te ontkomen. Benji zou haar daarbij kunnen helpen. Matt moest hoe dan ook buiten beeld blijven. Jitkse was heel raadselachtig geweest.
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 14 aug 2011 20:31, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

‘Ik mag niet,’ zegt hij zacht. ‘Overal mag ik je naar toe brengen, maar niet naar Matt.’
Haar heldere ogen staren Benji aan. Als ze niet naar Matt toe mag, hoe moet ze dan weten dat het goed met hem gaat? Hoe kan ze helder nadenken als hij te ver weg is om haar te beschermen? Hij zal haar altijd beschermen. Wat als ze vanavond gillend wakker wordt van de stemmen en de herinneringen, bij wie moet ze dan in de armen kruipen? Wie kan ze dan wakker maken om haar te troosten? Lena voelt steken in haar hart. Ze moet weten hoe het met Matt gaat en dat wil ze in hoogst eigen persoon zien.
‘Ik moet naar hem toe,’ zegt Lena. ‘Dan breng je me maar vlakbij. Dat is dan niet bij Matt. Dat is anders.’
Benji glimlacht even. En altijd zal ze de regels proberen te ontwijken. Dat deed ze ook altijd in het winkelcentrum. Circus- en zigeunervolk werd er niet toegelaten en toch wist ze altijd de beveiliging om te praten. Met haar trucjes en lieve gezicht. En datzelfde lieve gezicht keek hem nu aan. De goochelaar waar hij zo tegen op kijkt.
‘Goed dan,’ zegt Benji. ‘Maar als het allemaal tot een veilig einde komt, gaan wij samen optreden!’
Lena glimlacht. Die belofte wil ze wel maken. Benji is geen goede goochelaar maar hij trekt wel altijd de aandacht.
‘Beloofd. Als je me nu naar Matt brengt.’
Benji staat op en steekt zijn hand uit.
‘Goed,’ zegt hij. ‘Als je heel hard aan Matt denkt als je deur opent moet het lukken.’

Er heerst een gespannen stilte in het circus. De grote directeur met zijn angstaanjagende postuur was zonder goochelaar teruggekeerd. Als de man ergens om bekend staat, is het wel dat hij nooit faalt. Zelfs zijn zielenkijker kon haar niet vinden op het moment dat ze zo dichtbij was geweest. Hij was bijna bij haar binnen geweest, toen ze plotseling verdwenen was. De zielenkijker moet weten waar ze is, anders kan hij niet bij haar naar binnen kruipen. Hij was zo dichtbij geweest om haar alles te laten geloven en te laten zien, en toen … was ze weg, opgelost. De kamer waar ze in moest zijn was leeg op een bank en een boek dat op zijn kop stond na. De goochelaar had hem gewoon moeten toelaten in haar hoofd. Hij was er immers eerder geweest, daarmee was haar schild waardeloos.
Zoladius had gesnoven als een wild dier. Iemand moest haar hebben geholpen, de goochelaar heeft geen potentie om zichzelf te verplaatsen. Zij die zich kunnen verplaatsen zijn zeldzaam. En als hij Lena in zijn handen krijgt, zal hij niet alleen haar naar zijn kelders brengen maar ook haar helper. Zoladius zal hoe dan ook haar terug krijgen. Eens een contract getekend, dan zit je er altijd aan vast. Voor altijd zal ze van hem zijn.

Hij loopt gewoon rond, alsof er nooit iets is gebeurt. Alleen de wat lege blik in zijn ogen maakt haar bezorgt. Op een afstandje kijken ze samen toe. Benji had voet bij stuk gehouden dat ze niet naar hem toe mocht.
Matt is bij de meester, in het keldercomplex wat ze zich van vroeger herinnert. Een grote zaal met rode gordijnen tegen de muren. Een aantal banken van donkerbruin leer. Wat eettafels en wat stoelen. Een gezellige leefkelder voor anderen zoals zij, die onderduiken voor gevaar. Die uit de drukte van de wereld willen blijven. Nu is alleen Matt in de kamer. Zwijgend blijft ze hem volgen met haar ogen. Waarom was hij verdwenen in de grasweide? Waarom was hij hier en niet bij haar? Hij had beloofd bij haar te blijven.
‘We moeten gaan,’ fluistert Benji. ‘Als de meester weet dat we hier zijn, zal het er niet al te best uitzien.’
‘Dat weet ze al,’ zegt Lena. ‘Dat weet ze altijd.’
Ze maakt zich los uit de schaduw van de gordijnen en loopt de ruimte door. Matt kijkt verbaasd op. Hij trekt de goochelaar in zijn armen en houdt haar stevig vast. Lena voelt een last van haar schouders af vallen als zijn sterke armen zich omhaar heen sluiten.
‘Ze zeiden dat je veilig was maar dat je niet zou komen.’
‘Benji mocht me niet naar je toe brengen,’ zegt Lena. ‘Je was plotseling verdwenen.’
‘Iets verlamde al mijn spieren,’ zegt Matt. ‘Jitske heeft het weer in orde gemaakt. Hebben ze je pijn gedaan?’
Lena schudt haar hoofd. Benji kijkt zwijgend toe. Ze moeten hier weg, hij voelt het. De machtige directeur vindt nieuwe manieren om zijn goochelaar te vinden. Hij zal steeds sneller worden. Ieder kruimelspoor zal hij volgen, nu de tweede keer is gepasseerd dat ze is ontkomen. Hij heeft geen mensen die zich kunnen verplaatsen, dat heeft Zoladius ook niet nodig. Hij weet snel genoeg te reizen en Benji weet dat hij ieder moment zijn auto tot stilstand kan brengen voor de deur van het landhuis.
‘Lena, we moeten echt gaan.’
Lena maakt zich los uit de veilige omhelzing van Matt. Ze houdt zijn hand vast als ze zich omdraait.
‘Waar moet ik heen, Benji? Als hij het landhuis zo snel weet te vinden en er zo snel weet te komen, waar moet ik dan nog heen?’
‘Wat is Benji’s geheime talent?’ vraagt Matt.
‘Verplaatsen,’ zegt Lena.
Benji maakt een kleine buiging naar Matt.
‘En ik doe aan waterpoelen lezen,’ zegt de jongen. ‘We moeten nu écht gaan.’
‘Waar ga je naar toe?’ vraagt Matt.
Ze houdt de kogel tussen twee vingers. En denkt na. De woorden waren wellicht niet door Zoladius gemaakt. Ze laat de kogel los en luistert naar haar horloge. Heel langzaam tikt het.
‘We moeten inderdaad gaan, ik heb de meester beloofd bij de eerste seconde slag weg te zijn.’
Matt houdt haar hand vast en kijkt haar vragend aan. Lena kijkt naar Benji.
‘Alsjeblieft?’ vraagt ze smekend.
Benji zucht even.
‘Ik wil hem niet op het podium hebben, hoor,’ zegt hij terwijl hij naar Lena en Matt loopt. ‘Ik wil hem niet bij de act hebben!’
‘Nee, natuurlijk niet,’ zegt Lena met een glimlach. ‘Alleen wij twee als goochelaars.’
‘Goed dan,’ zegt Benji, ‘houdt zijn hand vast. Waar wil je heen?’
Lena kijkt even naar Matt. Er is maar een kleine kans van slagen als ze naar de plaats gaat die de woorden op haar kogel aanduiden. Als het mislukt, dan is ze zelf niet alleen verloren, ze dwingt Benji en Matt ook tot een bestaan als marionetpop. Zoladius zal de twee nooit vertrouwen omdat ze de goochelaar hebben geholpen. Maar welke andere keuze heeft ze nu nog? Ze kan niet met Benji de hele wereld overgaan als haar horloge begint te tikken. Daar heeft ze het recht niet toe. Daarnaast is ze veels te moe van binnen. Hoeveel appartementen heeft ze in het afgelopen twee jaar betreden? En al die woningen moest ze achterlaten want haar horloge begon met tikken. Als ze deze kans niet pakt, zal het aantal appartementen wellicht verdubbelen en dan haalt ze niet alleen haar eigen leven overhoop, ook dat van Benji en Matt. Matt zal nooit toestaan dat ze in haar eentje steeds verhuist. Het contract moet en zal ongeldig verklaard worden. Dan zal ze vrij zijn en kan Zoladius haar niet meer dwingen op de planken van zijn circus te gaan staan.
De toen achtjarige Benji had haar nog zo gewaarschuwd het niet tekenen. Zelf was ze twee en twintig geweest, onbezonnen en het klonk zo leuk. Hoe kon een achtjarig dakloos kind beter weten dan haar dat er gevaar zou zijn? Omdat hij net op tijd de deur kon openen toen de nood het hoogst was en daarmee kon verdwijnen, fluistert een stem zachtjes.
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 14 aug 2011 20:43, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

In vuur en vlam

Daar staat ze dan, tegenover de gruwelijke man. Zijn zwarte haren netjes naar achteren gekamd. Ze glimmen in het licht van de schijnwerpers. Ze voelt de onzichtbare touwen aan haar armen. Zoladius houdt het contract vlak voor haar gezicht. Beweegt het heen en weer, haar ogen volgen langzaam.
‘Dit is slechts het begin,’ fluisteren de stemmen in haar hoofd. ‘Na vanavond zal er een andere goochelaar op het toneel verschijnen. In jouw lichaam.’
De directeur hoeft niets te zeggen, te schreeuwen of duidelijk te maken. De situatie is meer dan duidelijk. Ze heeft gefaald en de zielenkijker zal in haar kijken en daarmee zal haar wereld veranderen, er zal een bevroren glimlach op haar gezicht geplakt worden en de zielenkijker is niet bang voor wat hij in haar zal aantreffen, ze hebben het zelf gecreëerd, hij en Zoladius.
Uit de schaduw stapt een lange kale man. Lena kijkt naar hem. Zielenkijker en plaatsvervangend directeur. Hij draagt zijn showpakje, een typische circusdirecteur: een lange doffe witte broek met hoge zwarte laarzen en daarboven een bloedrood jasje met gouden knopen. Een hoge zwarte hoed heeft hij in zijn ene hand en zijn staf in zijn andere hand. Hij komt naast de directeur staan en glimlacht.
‘Oude recept?’ vraagt hij vriendelijk.
Lena probeert hem niet aan te kijken, ze probeert naar het contract te kijken. Als het zou oplossen, verkruimelen of tot stof zou vergaan dan is ze verlost van de onzichtbare ketens die haar hier houden. De directeur geeft een instemmend knikje.
‘Oude recept,’ herhaalt hij, ‘en zorg dat ze alles vergeet wat ze ooit wist van buiten.’
De lange man knikt. Hij zet zijn hoge hoed op en pakt de kin van Lena vast. Duwt haar hoofd iets omhoog zodat ze hem aankijkt. Ze knijpt haar ogen dicht en dwingt zichzelf af te sluiten.
‘Ik heb geleerd,’ fluistert een stem in haar, ‘en gezocht. Ik kan je met zekerheid vertellen, dat ik een klein gaatje heb gevonden.’
Lena rilt, haar verdediging zakt hoe hard ze ook probeert het in stand te houden. Niets houdt de zielenkijker tegen nu hij in haar hoofd zit, de stemmen beheerst en nog belangrijker haar herinneringen. Ze voelt hoe ze weggezogen worden. Uit alle macht probeert Lena de gedachten vast te houden. Ze probeert het gezicht van Matt in te beelden. Zijn mooie groene ogen, zijn rossige zwarte haar, zijn gespierde lijf, zijn beschermende armen en zijn stem, wanneer hij haar geruststelt. De goochelaar ziet hem vervagen terwijl ze zich er aan probeert vast te klampen, ze kan hem niet meer voor haar geest halen. Hij lost gewoon op. En Benji, de jongen met zijn oranje haar. Verder komt ze niet. Het is leeg en stil in haar hoofd.
Ze zakt door haar knieën en valt op het zand van het podium neer. De kale man glimlacht tevreden.
‘Nu zullen we de leegheid in je mooie hoofdje weer opvullen, niet waar liefje?’
Als een verloren ziel knikt ze, er is een lege blik in haar ogen. Ze voelt hoe iets van binnen uit haar dwingt te glimlachen, dat ze gelukkig is, met niets. Vreemde herinneringen en gelukkige momenten die niet van haar zijn vullen haar lege ziel. Een goedaardige heer Zoladius en een zielenkijker als haar beste vriend. Haar hart snakt naar de passie van het optreden met de goocheltrucs, waar ze zo goed in is.
Toch blijft er iets missen. De zielenkijker vult haar hele ziel op met niet-eigen herinneringen maar een deel blijft leeg, koud en verlaten. Lena probeert zich te herinneren wie ooit die plek heeft gevuld.
Lena kijkt omhoog naar de man in zijn directeurskledij, ze voelt zich tot hem aangetrokken. Er is rust in haar hoofd, de goochelaar weet dat ze daar ooit om smeekte, maar ze heeft geen idee meer waarom.
‘Het is tijd om ons klaar te maken voor de show. Alles moet tip top in orde zijn, liefje.’
Hij steekt zijn hand naar haar uit. De goochelaar pakt zijn hand en staat op. Aan zijn zijde, zoals een verliefd stel, lopen ze het podium af.
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 14 aug 2011 20:46, 2 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

In de spotlights, tegenover een geïnteresseerd publiek, staat de goochelaar in haar oude vertrouwde kostuum zoals ze de kleding het liefst heeft. Een zwart rokje en een zwart jasje met zwaluwstaart. Een groen hemd er onder en zwarte hakken. Groene balletjes aan haar lange oorbellen. De kogel die ooit om haar nek hing is vervangen voor een paar dobbelsteentjes. De ogen zijn er afgesleten. Haar horloge tikt ongewoon snel, maar Lena kan zich niet herinneren hoe ze het moet stoppen of waarom het zo snel tikt. Haar armband van touwen is verstopt onder de mouw van het jasje. Haar ogen zijn groen opgemaakt en haar nagels zijn in dezelfde kleur gelakt. Ze draagt een klein bolhoedje met een paar donkergroene veertjes.
Ze maakt een kleine buiging. Er wordt even geapplaudisseerd. Ze gaat de gezichten langs in het publiek met die glimlach die niet weg wil gaan. Er is geen bekende, maar hoe zou ze iemand moeten kennen als ze de wereld buiten het circus niet kent?
De lichten doven een beetje als ze in haar jaszak de balletjes te voorschijn haalt voor een klein trucje. Tussen haar duim- en wijsvinger laat ze het lege doorzichtige balletje zien. Ze begint er zachtjes tegen aan te blazen. Het balletje wordt wat groter en begint licht te geven. Het is de manier waarop ze blaast, dat ze elke keer anders maakt. Zo groot als een voetbal, maar zo licht als een veertje gooit ze zachtjes de bal in de lucht. Hij blijft zweven en krijgt een mooie paarse kleur. Ze gooit er nog een paar op. In blauw en groen. Omstebeurt lossen ze op in glittertjes.
Mowark komt naast Lena staan. Ze kan de haat tegen haar voelen, ze heeft geen idee waarom hij haar afkeurt. Hij heeft een glazen bak meegenomen die hij laat zweven. Lena haalt uit haar mouw een grote doek te voorschijn, die legt ze over de glazen zwevende bak heen. Heel even kijkt ze naar Mowark voordat ze de doek wegtrekt. De glazen bak is nu gevuld met water en vissen. Het publiek kijkt ademloos toe. Er sluipt langzaam een stem haar hoofd in. Hij lijkt de leegte en de stilte op te vullen. De stem duizelt haar en maakt haar gek met een nieuwe truc. Ergens lijkt de stem haar bekend in de oren te klinken, ze kan hem niet plaatsen er is niemand buiten het circus die ze kent en de stem komt zeker niet van iemand in het circus.
‘Maak er een vurig einde van,’ fluistert de stem. ‘Zet jezelf in vuur en vlam voor de zielenkijker..’
Lena kijkt even naar Mowark, hij concentreert zich op de glazen bak met vissen. Ze kijkt even naar de zielenkijker. Hij straalt, haar glimlach is een kopie van de zijne. Zijn ogen dwingen zich bij haar naar binnen, maken haar warm.
‘In vuur en vlam..’ fluistert de stem.
Haar vingertopjes beginnen te gloeien en haar ademhaling gaat sneller. Mowark kijkt verbaasd naar haar en neemt afstand van haar. De glazen bak valt naar beneden. De vissen en het water zijn verdwenen voordat de bak uit een spat. Overal zijn de kleine scherfjes in het zand te zien. Ze glinsteren in de spotlights. Er kruipen kleine vlammetjes over Lena’s armen en rondom haar vingers. Lena is bang, maar haar gezicht toont geen andere emotie dan de gedwongen gelukkigheid. Het publiek maakt angstige geluiden. Lena voelt hoe de vlammen aan haar likken maar haar niet verbranden of bezeren. Ze maakt een kleine buiging en de vlammen doven alsof ze er nooit zijn geweest. De zaal is doodstil geworden. Lena blijft gebogen staan en Mowark volgt haar voorbeeld. Pas als ze weglopen, klapt het publiek. Wat is er mis met haar? Waar komt de stem vandaan?
‘Hoe durf je!’ sist Mowark. ‘De show zomaar aan te passen!’
Lena kijkt hem zwijgend aan. Heeft ze hem echt aangepast? Ze kan zich niet bedenken wat ze anders had moeten doen. Haar hoofd voelt leeg aan, de stem is verdwenen. Mowark pakt pijnlijk haar bovenarm.
‘Je zult boeten voor wat je ons hebt aangedaan!’ sist hij terwijl hij haar meetrekt richting de kelders.
De goochelaar krijgt bijna geen lucht meer. Lena knijpt haar ogen dicht, haar mond hapt naar adem. Er verschijnen zweetdruppeltjes op haar gezicht. Kleine vlammetjes beginnen overal te ontstaan. Er wordt gegild, maar het is niet haar stem die gilt. De stevige greep verslapt. Overal voelt ze kou.
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 14 aug 2011 20:48, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

De goochelaar opent verschrikt haar ogen. Ze zit in bad met haar kleding aan. De kraan wordt dichtgedraaid. Matt staart haar met grote ogen aan, achter hem staat Benji. Als versteend staat hij daar tegen de deur.
‘Waar is de betoverende goochelaar heen?’ vraagt hij bang.
Een beetje versuft kijkt Lena naar het water.
‘Gaat het wel?’ vraagt Matt. ‘Je was heel druk in je slaap. Toen kreeg je plots nauwelijks meer lucht en toen ik je wilde wakker maken, vatte je opeens vlam.’
‘Sliep ik?’ vraagt Lena zacht.
‘Daar leek het wel op.’
‘Ik was daar. En jullie waren allemaal weg. Vergeten, opgelost. De leegte was opgevuld met hem. En toch was er een leegte en die stem,’ fluistert Lena. Ze kijkt Matt met grote ogen aan. Er verschijnen tranen. ‘Jij,’ zegt ze ademloos. ‘Dat was jij!’
Matt kijkt haar niet begrijpend aan.
‘Ik?’
‘Het was jouw stem! Jij zei in vuur en vlam!’
Matt kijkt even naar Benji. Maar die haalt zijn schouders op.
‘Matt heeft niets gezegd,’ zegt Benji. ‘Wellicht zat die zielenkijker in je tijdens het slapen.’
‘Je was in mijn hoofd,’ herhaalt Lena.
Lena haalt haar handen uit het water. Concentreert zich op haar vinger, langzaam verschijnen kleine vlammetjes. Ze kruipen over haar hand. Matt duwt haar handen onder het water oppervlak maar daarmee gaat het vuur niet uit.
‘Lena! Hou er mee op!’ roept Matt uit.
Het vuur verdwijnt langzaam.
‘Hij is bang voor vuur,’ zegt Lena afwezig. Ze staart naar haar witte benen. Matt houdt haar handen onderwater. ‘Hij was bang dat ik het uit zou vinden.’
Langzaam kijkt Lena naar Matt en dan naar Benji. Er is een glinstering in haar ogen te zien.
‘Waarom zou hij bang voor vuur zijn? Er zijn vuurspuwers in dat circus,’ zegt Benji. ‘Hij heeft ze ingelijfd en gedwongen hun kunsten aan hem te laten zien.’
‘En toch is hij er bang voor,’ zegt Lena koppig. ‘Ik voelde hoe de glimlach van mijn gezicht verdween. Zijn glimlach, toen ik wegliep van het podium. Hij is er bang voor.’
Matt staat op en pakt een handdoek en geeft hem aan Lena. Ze staat voorzichtig op en pakt hem aan. Droogt haar gezicht af. Haar make-up is een beetje uitgelopen.
‘Misschien moet we naar heer Jorim en Jitske. Dit gaat uit de hand lopen,’ zegt Matt.
‘Nee,’ zegt Lena. ‘Ze stuurden me weg, namen jou van me af. Waarom zouden ze me nu helpen?’
‘Je bent lid van de groep,’ zegt Matt.
‘Iedereen is er lid van,’ zegt Benji. ‘Nou bijna iedereen.’
‘Ze willen me toch niet helpen,’ zegt Lena somber. ‘Wie wil er nu een verloren goochelaar helpen? Die een horloge koestert die niet meer goed loopt. Die een kogel om haar nek draagt om zichzelf te herinneren dat er een contract is. Die vlam vat.’ Het laatste mompelt ze.
Matt en Benji geven er geen antwoord op.
‘Waar zijn we eigenlijk?’ vraagt Lena.
Haar hoofd voelt leeg aan. De laatste herinneringen en gebeurtenissen kan ze zich niet meer voor de geest halen. De droom had zo echt geleken. Ze had de ogen in haar gevoeld. Gevoeld hoe ze leeg gezogen werd. Was het echt alleen maar een droom geweest? Of was er iemand bij haar naar binnen gekropen toen ze even wegkeek?
‘Een leeg appartement in de stad,’ zegt Benji. ‘Staat al tijden te koop. Is een goede tijdelijke schuilplaats. Mijn eigen slaapkamer, is alleen voor mij. En een beetje voor jou natuurlijk!’
Lena knikt langzaam. ‘Er hangen nog kleren in de kast,’ gaat Benji verder. ‘De koper krijgt er alles bij. Wellicht hangt er iets droogs voor je bij.’ Lena knikt langzaam. ‘Het is in de kamer hiernaast. Wij wachten wel ergens anders, toch Matt?’
‘Ja, roep maar als je hulp nodig hebt. En doe alsjeblieft niet weer wat je net deed.’
‘Mm,’ knikt Lena instemmend.
Lena loopt op haar blote voeten naar de andere kamer. De waterdruppels druppen van haar rokje af, glijden langs haar benen en verdwijnen in het tapijt van een slaapkamer. Ze opent de deur van een grote imposante kledingkast gevuld met alleen herenkleding. Ze haalt er een afgetrapte spijkerbroek en een lange grote blouse uit. Ze zoekt even een riem en sloft dan terug naar de badkamer. Ze kijkt naar zichzelf in de spiegel.
‘Jeetje,’ mompelt ze, ‘nu ben ik echt een wrak geworden. Daar moet ik echt iets aan doen.’
Ze gaat op zoek naar een washand en boent de uitgelopen make-up met warm water weg.
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 07 mar 2012 10:55, 2 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Er wordt aangeklopt, zijn vluchtende prooi is hier geweest en ze zal hier weer terugkomen. Dat doen ze allemaal. Ze rennen de benen uit hun lijf, als ze kans zien de steegjes te verlaten. Maar altijd gaan ze terug naar waar ze gemaakt zijn. Waar ze ontstaan zijn.
Een vrouw doet open. Als ze ziet wie er voor haar deur staat, zet ze een stap opzij en opent de deur verder. Hij stapt glimlachend binnen. Nooit zal de dame iemand weigeren binnen te komen. En nooit zal ze hem kunnen tegenhouden, al heeft ze meer krachten verzameld dan wie dan ook.
Zachtjes doet de vrouw de voordeur dicht en gaat voor naar de serre en gaat zitten op dezelfde stoel als waar ze eerder met Matt en Lena heeft gezeten. Directeur Zoladius gaat tegenover haar zitten, zijn oogappeltjes blijven staan.
‘Thee?’ vraagt de meester beleefd.
Ze wacht niet op antwoord en schenkt in twee porseleinen kopjes heldere thee. Er zitten barstjes en scheurtjes in.
‘Wat kan ik voor u doen?’
‘De goochelaar,’ zegt hij kortaf.
‘Ze is hier niet,’ zegt de meester. ‘Bij de eerste seconde slag vertrokken.’
‘Ze zal terugkeren,’ zegt de directeur. ‘En ik zal voor die deur staan!’
‘Hoe weet u dat?’
De directeur glimlacht. Hij heeft het allemaal uitgedacht. Een plan zonder gaten, zonder valkuilen. Niets zal hem tegenhouden om zijn topact terug te krijgen. Er is niets wat de jonge goochelaar tegen hem kan beginnen. Zelfs de meester zal falen. Zijn zielenkijker is naar binnengekropen, toen ze even niet keek.
‘Omdat u te druk zult zijn met uw grootste angst,’ fluistert Zoladius.
‘Mijn angst is uw angst,’ zegt de meester.
Zoladius lijkt even een paar tellen uit het veld geslagen. Hij kijkt om naar zijn zielenkijker.
‘Oh, hij heeft het goed gezien,’ zegt de meester. ‘Maar mijn angst zal de uwe worden. Wist u dat dan niet? Heeft uw waarzegger dat u niet verteld?’
‘Nonsens!’ zegt Zoaldius, hij slaat met zijn vuist op het tafeltje. De kopjes rammelen en dreigen van tafel te vallen. Met een kleine beweging laat de meester de kopjes zweven, tot de tafel weer tot stilstand komt. ‘Zoiets zal nooit mijn angst worden! Ik ken geen angst! Ik ben angst!’ schreeuwt hij.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

De eenzame poging

Benji is een geweldige verplaatser. Hij hoeft de ruimte nog nooit gezien te hebben en toch kan hij er komen. De meesten van zijn soort moeten eerst een beeld vormen. Het was voor hem een koud kunstje om naar dit kantoor te gaan.
Benji gaat in een van de grote leren stoelen zitten. Matt geeft Lena een klein duwtje om ook te gaan zitten, maar deze keer blijft ze staan. Ergens is ze bang dat ze weer vlam zal vatten en dat de stoel ook vlam zal vatten. Dat de vlammen zich dan tegen haar keren en dat uiteindelijk de hele loods in lichterlaaie staat.
‘Ik blijf staan,’ zegt Lena terwijl ze hem aankijkt. ‘Echt waar.’
Jitske verschijnt samen met heer Jorim in het kantoor van de loods. Jitske heeft zichzelf het verplaatsen weten aan te leren, op een dag wil ze ook zoals de meester zijn. Jitske glimlacht naar het gezelschap. Ondanks de opknapbeurt die Lena zichzelf heeft gegeven, is te zien hoe haar energie vervaagt.
‘Ga toch zitten,’ zegt Jitske. ‘Het is nog steeds kort geleden dat je uit ziekenhuis ontslagen bent.’
‘Ik blijf staan,’ zegt Lena. ‘Hoe win ik van hem?’
Jitske kijkt naar heer Jorim en wacht af. Jorim gaat in zijn grote leren stoel achter het bureau zitten.
‘We zijn hier in een verlaten loods, Lena. Hij zal hier niet komen. De jacht is nu omgedraaid. Je jaagt nu op hem terwijl hij je opwacht. Zoladius kent je denkpatroon en weet dat je vanzelf naar hem toekomt.’ Lena kijkt achter zich door het raam van het kantoor, naar de lege loods die nog geen week geleden vol stond met mensen, anderen. Met podia en vol met vrolijkheid. ‘Hij zal het contract hebben. En je zult hoe dan ook naar hem toe moeten.’ Lena draait zich terug naar heer Jorim. ‘Je hebt ongemerkt een geheim wapen gecreëerd, maar tegelijkertijd draag je het noodlot om je nek.’ Lena’s hand gaat naar de kogel met de woorden. ‘Zover ik het kan overzien, zul je hem alleen een stap voor kunnen zijn als je geheime wapen zijn angst wordt.’
‘Ik kan je wel brengen,’ zegt Benji dapper. ‘Maar, ik kan je niet helpen in zijn hoofd te kruipen.’
‘Ik kan Jillo vragen,’ begint Matt.
‘Nee,’ zegt Lena. Ze kijkt naar Matt. ‘Ik weet dat je me beloofd hebt om me altijd te beschermen.’ Ze zwijgt even. Matt weet wat ze zal gaan zeggen. ‘Maar ik moet alleen gaan. Beloof me dat je me nooit zal vergeten?’
Matt trekt Lena in zijn armen. Heel stevig en veilig. Ze maakt zich na een tijdje los en doet zachtjes de deur open. Stapt het kantoor uit en laat de vier aanwezigen in stilte achter. De deur gaat dicht en haar stappen zijn hoorbaar op de stalen trap. Niemand doet of zegt iets. Er valt geen actie meer te ondernemen. De laatste hoop ligt in haar eigen handen.
‘Misschien kunnen we…’ begint Jitske.
‘Nee,’ zegt heer Jorim. ‘Deze strijd is haar strijd.’
‘Maar ze kan niet in iemands hoofd kruipen,’ zegt Jitkse.
‘Wij ook niet. Dat hoeft ook niet. Iedereen wil wat onmogelijk is om te hebben en verliezen wat je bijna hebt is onuitstaanbaar. En juist dat is de sleutel voor Lena om de ketens los te maken.’
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 07 mar 2012 10:57, 2 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Het zal haar een paar dagen kosten om bij het landhuis van de meester te komen. Met Benji aan haar zijde zou ze er in enkele luttele seconden zijn geweest. Als ze dan zou falen, zou de jongen worden ingelijfd, net zoals haar. Ze loopt de loods uit. Ze houdt haar horloge nauwlettend in de gaten. Zoladius wacht dan misschien wel op haar komst, maar er zijn zoveel anderen die haar maar al te graag aan hem uitleveren, in ruil voor de vrijlating van een ander. Ze wil niet weer zo verrast worden, zoals op de weide.
Op haar zwarte hakken loopt ze richting de snelweg. Wellicht stopt er iemand voor haar om haar een eind op weg te helpen, het zal haar niet verbazen als iedereen doorrijdt. De kleding uit het tijdelijke huis van Benji is niet bepaald geweldig maar ze heeft geen tijd om daar bij stil te staan. Net zo min dat ze tijd heeft om te bedenken dat de persoon die stopt haar wellicht wil ruilen. Aan de rand van de snelweg steekt ze haar duim op en wacht af. De meeste auto’s rijden door. De dag loopt teneinde als er een oude jeep stopt.
‘Waar moet je heen?’ vraagt de tiener die achter het stuur ziet. Het meisje kijkt over de zonnebril heen die ze op heeft.
‘Richting het zuiden,’ zegt Lena.
‘Stap maar in.’
Lena stapt in en heeft haar gordel nog niet vast zitten als de tiener wegscheurt. De radio staat aan en speelt oude nummers af. De goochelaar knijpt een beetje met haar ogen, tegen de laaghangende zon.
‘Er ligt denk ik nog wel een zonnebril in het handschoenvakje. Ik vergeet die dingen zo vaak, dat ik ze tegenwoordig overal laat rond slingeren.’
Lena buigt voorover en klikt het handschoenenvakje open. Er ligt inderdaad een zonnebril in.
‘Bedankt,’ zegt Lena.
Het meisje knikt. Tijdens het rijden kijkt het meisje steeds heel vluchtig even naar Lena.
‘Je komt me bekend voor,’ zegt het meisje uiteindelijk. ‘Hoe heet je?’
‘Lena.’
‘Ik ken ook een Lena van verhalen, niet persoonlijk. En ik zoek haar al heel lang. Je bent niet toevallig een goochelaar?’ lacht het meisje vriendelijk.
De goochelaar kijkt naar het meisje naast haar. Nietsvermoedend rijdt het meisje verder. Zou ze weten waar Zoladius is?
‘Eigenlijk wel,’ zegt Lena dan.
Het maakt eigenlijk niet uit of ze het verbergt, ze moet hoe dan ook bij Zoladius komen. Of ze zich nu laat brengen of dat ze er heen loopt. Hij heeft het contract en of ze nu geruild wordt voor een ander of niet, hij zal haar toch wel laten zien dat ze het nu ruim vier jaar geleden heeft getekend.
Het meisje werpt een vluchtige blik op Lena. Ze schudt haar hoofd en drukt het gaspedaal diep in, Lena ziet de snelheidsmeter omhoog schieten.
‘Geweldig!’ lacht het meisje vrolijk.
Ze glimlacht onafgebroken, Lena kan haar vrolijkheid bijna voelen. Wat heeft ze gedaan? Twee hele jaren is ze buiten bereik gebleven, wie weet waar ze zichzelf naar toe laat brengen?
Het meisje zegt helemaal niets meer tijdens de autorit, op haar gezicht blijft de glimlach. Ze kijkt niet meer op of om naar Lena. Ze gaan de snelweg af, de goochelaar herkent de weg. Dit is het grote landgoed waarvan ze dacht dat Matt en zij in verdwaalden. Ook nu denkt Lena dat ze verdwaalt zijn maar deze keer spreekt ze haar gedachte niet uit. Soms als ze zich heel goed concentreert kan ze het hardop denken binnenhouden, overwinnen haar gedachten een plekje in haar hoofd waar alle stemmen zich opstapelen.
De weg wordt een zandweg en de bomen worden steeds minder. Het landhuis staat in de buurt van bomen. Wellicht gaat het meisje helemaal niet naar de meester toe en daarmee ook niet naar Zoladius.
‘Waar gaan we heen?’ vraagt Lena.
Het meisje mindert vaart en gaat heel langzaam rijden. Ze kijkt een hele lange tijd naar Lena, af en toe werpt ze een vluchtige blik op het zandweggetje.
‘Iedereen wil je uitleveren, omruilen en inwisselen voor iemand waar ze van houden. Voor iemand die ze missen. Ik wil dat je alle contracten laat verdwijnen, dan is iedereen vrij en blij.’
‘Hoe?’
Het meisje haalt haar schouders op en concentreert zich weer op de weg.
‘Maakt mij niet uit, als het maar gebeurt.’
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 16 aug 2011 20:53, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Het meisje geeft weer een beetje meer gas. Lena kan in de verte de zee zien. Ze kijkt naar het graslandschap naast haar, hier had ze voor haar leven gerend. Ze was Matt hier kwijt geraakt en Jitske had zomaar op het strand gestaan. De circusartiesten waren hier geweest, wie weet waren ze hier nog.
‘Het heeft me heel wat moeite gekost, weet je, iedereen te overtuigen een poging te wagen. Sommige zeiden dat het wellicht tijd werd om het eens te proberen ook al zien ze het somber in.’
De jeep rijdt het strand op en lijkt geen enkele moeite te hebben met de zachte ondergrond. De golven werpen zich op het strand en trekken zich terug als de jeep langs rijdt. Uiteindelijk stopt de auto.
‘Ik ben Lor,’ zegt het meisje. Ze zet haar zonnebril af en kijkt weer naar Lena. Lena volgt haar voorbeeld en legt de zonnebril terug in het handschoenenvakje. ‘Twee jaar geleden heb ik een zandloper gekregen van een onbekende afzender. Er zat een briefje bij. Als het zand op zou zijn, zou ik te laat zijn. Het zand is bijna op, Lena. Ik heb heel veel goede artiesten zien gaan. In dat circus werd hun ziel gestolen. Iemand moet het stoppen!’
De goochelaar brengt haar horloge bij haar oor. Het staat stil.
‘Waar luister je naar?’
Lena laat haar arm zakken.
‘Als mijn horloge tikt,’ zegt ze zacht, ‘is er gevaar.’
‘Heb je die ook in een pakje gekregen van een onbekende afzender?’
Lena schudt haar hoofd. Nee, ze heeft het zelf gekocht vlak voordat ze bij Zoladius ging werken.
‘Ben je een artiest?’
‘Nee,’ zegt Lor terwijl ze uitstapt. ‘Ik kan geen magische trucs.'
Heel even blijft Lena zitten en kijkt naar haar horloge. Het staat echt stil, dan stapt ze ook uit. Haar hakken zakken een beetje weg in het zand, de golven begroeten de zwarte pumps. Lena loopt voor de auto langs naar Lor die op haar wacht voor de ingang van een grot. Lor duwt haar zwarte haren achter haar oor.
‘Wat er ook gebeurt, ik bescherm je,’ zegt Lor. ‘Voor mij ben je mijn enige hoop. Maar dat heb je vast al veel vaker gehoord.’
Lena antwoordt er niet op terwijl ze de grot binnen stapt. Haar ogen wennen snel aan de duisternis, uit gewoonte haalt Lena een balletje te voorschijn en blaast er tegen. De binnenkant van de grot wordt verlicht en ze kan zien dat ze naar beneden lopen, in de verte is een deur te zien.
Lor klopt op de houten deur, net zo lang tot er iemand open doet. Een smalle kleine jongen kijkt wantrouwend de twee bezoekers aan.
‘Ik heb haar gevonden,’ zegt Lor vrolijk.
‘Oh,’zegt de kleine jongen. ‘Hoe weet je dat zij het is?’
‘Daar heb ik zo mijn manieren voor.’
De kleine jongen knikt en opent de deur, Lor stapt vrolijk naar binnen, Lena volgt haar terwijl ze het balletje weer opbergt. De kleine jongen houdt de goochelaar in de gaten, ze voelt zich niet op haar gemak.
‘Ze wachten op je,’ zegt de jongen, ‘ik zou maar opschieten als ik jou was!’
Lor knikt en pakt Lena’s arm.
‘Kom.’

Ze stappen een grote ruimte binnen, het is er hoog en schemerig. De mensen in de grotkamer mompelen zachtjes met elkaar totdat ze Lor met haar bezoeker zien. Lor loopt glimlachend op de mensen af met Lena achter zich. Lena schrikt als ze ziet, dat het de circusmensen van de grasweide zijn.
‘Ik heb haar gevonden!’ zegt Lor trots.
‘Ze ziet er niet uit als een goochelaar,’ zegt een tienerjongen, hij wurmt zich tussen een paar andere door en gaat voor Lena staan. ‘Totaal niet. Eerder op een zwerver.’
Zijn stem galmt door de ruimte heen. Ze kijkt even naar de versleten spijkerbroek die ze draagt, het laat de magie niet tot leven komen.
‘Nou en,’ zegt Lor. ‘Wat maakt dat uit. Alsof jij er uitziet als een mimespeler. Eerder een als mislukte clown.’
‘Pf,’ zegt de jongen, ‘ik heb tenminste een reden.’
‘En zij niet dan?’ vraagt Lor. ‘Als je staat te liften langs de kant van de weg op weg naar het zuiden, lijkt me dat reden genoeg!’
Lena stapt tussen beiden in.
‘Wat is het plan?’ vraagt ze.
Het tweetal kijkt haar zwijgend aan.
‘Dat is nog in de maak,’ zegt iemand anders in de ruimte.
Lena kijkt even naar Lor die instemmend klinkt. Ze brengt haar horloge naar haar oor. Tik…..tak….tik…tak. Hij is onderweg of hij is er al.
‘Ik heb geen tijd,’ zegt ze dan. ‘Ik kan jullie alleen helpen als jullie nu een plan hebben.’
‘Hoe bedoel je geen tijd?’ vraagt Lor verbaasd. ‘Je bent al twee jaar op de vlucht.’ Haar vrolijkheid is verdwenen. ‘Een uurtje meer of minder maakt echt niet uit.’
‘En je zandloper dan?’ vraagt Lena een beetje somber. ‘Mijn horloge tikt als hij in de buurt is. Je zei dat je zandloper bijna leeg is. Ik heb maar een enkele kans om mijzelf van de ketens te ontdoen. Als je een plan hebt, help ik je graag. Maar zonder plan, wil ik niet mijn eigen kans verspillen.’
Lor loopt verder de ruimte in. Een aantal mensen stappen opzij. Lena blijft staan en kijkt haar na. Binnen een paar tellen komt Lor terug met een zandloper in haar handen, ze houdt hem vlak voor Lena’s neus.
‘Zoveel tijd is er nog,’ zegt Lor.
Er is nog maar heel klein beetje zand over in het bovenste deel van de zandloper, het valt heel langzaam naar benden.
‘Wat als je hem omdraait?’ vraagt Lena voorzichtig.
‘Probeer maar,’ zegt Lor. ‘Iedereen heeft het al geprobeerd. Zelfs zij die het niet hoeven aan te raken.’
Lena pakt de zandloper aan en probeert het uit alle macht om te draaien, iets werkt het tegen. Het is alsof ze een muur wil om duwen waarvan ze weet dat hij vast staat. De goochelaar ziet hoe de tijd tussen haar vingers doorglipt.
‘Bedenk een plan!’ roept ze uit. Ze raakt lichtelijk in paniek. ‘Als je gelooft dat ik iedereen kan redden dan moet je dat nu zeggen!’
Haar tijd om vrij te zijn lost op. Korrel voor korrel glijdt door de kleine hals van de zandloper. Ze kijkt naar Lor en de jongen. Vragend, bijna smeekend. Maar ze houden zich stil. Lena kan iedere zandkorrel bijna horen vallen. En met elke val verliest ze een beetje hoop.
‘Er is een manier,’ zegt een oude man opeens. Hij stapt naar voren. ‘Maar er moet een prijs voor betaald worden. Een hoge prijs.’

Feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 08 sep 2011 19:06, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Daar staan ze dan, drie jonge mannen, tegen de wil van de goochelaar. Ergens spreekt ze zichzelf vreselijk tegen, ze wil beschermd worden maar tegelijkertijd wil ze het allemaal alleen opknappen. Hij heeft beloofd haar altijd te beschermen. Volgens Matt is het meer dan alleen toeval geweest dat ze juist hem tegen het lijf liep. Benji is het er helemaal mee eens, iets had hem gedwongen het winkelcentrum in te gaan en de goochelaar te bewonderen. En Lena wist niet zomaar weg te komen uit het duivelsoord, het moet voorbestemd zijn. Jillo daarentegen volgt Matt als hulpje van de messengooier. En met het plan van Matt en Benji is dit zijn kans om door te breken op het gebied van zielen kijken.
‘Jillo, zeg als je zo ver bent,’ zegt Benji, ‘Ga je gang.’
De jongen klinkt een beetje nerveus, het zal de eerste keer zijn maar voor Lena heeft hij het over. Zij wordt al jaren lang gekweld door tientallen stemmen in haar hoofd. Over een klein stemmetje in zijn hoofd kan hij niet gaan klagen. Ook weet Matt voor het eerst hoe het voelt, wat Lena al die tijd al voelde. Hoe er rillingen over zijn rug lopen terwijl er ogen bij hem naar binnen kruipen en hoe er een stem zijn plaats inneemt alsof het nooit anders is geweest maar er toch niet hoort.
Jillo concentreert zich en prent een herinnering in hun geheugen die nooit meer weg zal gaan. Als een brandmerk kleeft het plan aan hen. Een lichtpuntje voor het moment dat de missie mislukt. Een aanknopingspunt die ze nooit hopen nodig te hebben, want falen is geen optie. Directeur Zoladius zal ze zonder moeite uit de weg ruimen.
Matt rilt even als de ogen zich terug trekken. Benji kijkt een beetje wazig voor zich uit, een afwezige blik die bij Lena thuis hoort. De messenwerper kucht even.
‘Nu komt jouw deel,’ zegt Matt zacht.
Benji knikt langzaam en pakt de handen van Jillo en Matt vast.
‘Een voor allen en allen voor een,’ fluistert de stem in het hoofd van Benji.
De jongen sluit zijn ogen en laat zich met de wind meegaan naar de onheilsbestemming. Hoe snel hij ook kan reizen, Benji weet hoe het plan zal aflopen. Hij heeft het gezien maar verzwegen. Net zoals hij zag dat Lena ingelijfd zou worden. Altijd een stap te laat, zou de tijd hem een kans geven om Zoladius een stap voor te zijn? Als hij zijn ogen opent, weet hij het antwoord.

Feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 08 sep 2011 19:11, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

Zo eindelijk reageer ik ook eens. Haha. Wel een goed verhaal hoor, maar je moet wel oppassen dat andere mensen het kunnen volgen. Sommige delen ontgaan me namelijk. Zoals dat stuk of zielenkijkers en gek maken. Dat stuk begrijp ik nog steeds niet, maar misschien komt dat nog.
‘Oh, ik ben zo trots dat ik jou heb gevonden in zo’n goedkope tweede handswinkel waar nooit geen mens komt,’ zegt Lena tegen het jasje
tweede handswinkel=tweedehandswinkel ik weet de computer rekent het fout, maar volgens het woordenboek is het correct. Nog in fout in deze zin 'nooit geen' dat is een dubbele ontkenning en dat is fout Nederlands. Je zegt dus nu dat er juist veel mensen komen in de tweedehandswinkel en ik denk niet dat, dat de bedoeling is.
‘Ja, dat kost ook tijd maar dan hoor je geen stemmen meer, dat is heel fijn,’ zegt Lena.
na 'tijd' een komma, bijna altijd een komma voor maar er is slechts één uitzondering, maar die zou ik zo snel niet kunnen noemen.
‘Ik maak mensen gek in hun hoofd als zij mij gek willen maken maar iemand is het onderweg gelukt toen ik even de andere kant op keek.’
Voor 'maar' een komma en ik zou hier ook voor 'toen' een komma zetten.
‘Ik zal je het laten zien, vandaag,’ neuriet Lena. ‘Alleen als je gelooft je ontrafel je de mysteries. Geloof me en alles is echt.’
Die tweede zin is een chaos ik heb geen idee wat je hier bedoelt. Dit stuk is slecht te volgen.

Ik hoop dat je iets aan deze reactie hebt. Gereageerd op het stuk van 30 Juni

Groetjes, Michael
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

‘Hij dacht telkens dat ik sliep, wat wil je dan om middernacht? Maar met een kogel in je borstkast heb je nu niet bepaald een fijne nachtrust. Hij heeft me vaak genoeg gezien en ook vaak genoeg begon hij met preken.’
Maar weglaten, er is geen sprake van een tegenstelling. Norstkast=borstkas
Overal staan kleine standjes en er zijn podia gemaakt waar mensen hun kunsten kunnen vertonen. Er zijn podia waar mensen alleen kunnen staan en er zijn podia waar mensen het tegen elkaar kunnen opnemen.
standjes neem ik aan zal wel stalletjes moeten zijn, want standjes heeft een hele andere betekenis dan wat jij hier bedoelt. De tweede zin zou ik de eerste podia veranderen in verhogingen, omdat je hier anders 3 keer podia achter elkaar hebt en dat staat niet erg mooi.
Het is heerlijk om er rond te lopen en oude bekenden weer eens na maanden te zien.
Beter: Het is heerlijk er rond te lopen en oude bekenden na maanden weer eens terug te zien. Zo loopt de zin lekkerder en leest hij fijner weg.

Ik hoop dat je er wat aan hebt. Reactie op 1 juli.

Groetjes, Michael
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

‘In dat gebouw waren een paar anderen zoals wij maar die geen respect hebben voor onze manier van leven.

Voor 'maar' een komma.
Er zijn heel wat kogels afgeschoten zoals je misschien hebt meegekregen. Maar die jij hebt opgevangen was zeer speciaal,’ zegt heer Josim.
De punt na meegekregen moet een komma worden. In dit geval kan je er beter één zin van maken.

Succes ermee. :P

Groetjes, Michael
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

Lena probeert op te staan maar Matt houdt haar schouder zo stevig vast dat ze niet kan opstaan. Jillo bekijkt het scenario geïnteresseerd.
Voor 'maar' een komma.

Dat was het meer heb ik niet kunnen in dit stuk, hoop dat je er iets aan hebt. Reactie op 3 Juli.

Groetjes, Michael
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

‘Hij vindt je niet,’ zegt Matt. ‘Ik weet dat hij wist dat je er was maar dat wist ik toen niet.
Voor 'maar' wat verrasend een komma.
‘Misschien is de kogel voor anderen gevaarlijk maar niet voor mij.
Je voelt het vast aankomen de komma voor 'maar'.
Jitske zucht. Als Lena zo koppig is is er geen land met haar te bezeilen.
Na de eerste 'is' een komma.

Succes ermee. Reactie op 4 Juli.
Groetjes, Michael
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

Oeh, spannend!
Ik ben helemaal bijgelezen en nu wil ik verder lezen :angel
Ik vind het een goed verhaal en ik vind ook de opbouw goed. Ook vond ik leuk hoe in het begin steeds meer duidelijk werd van de soort wereld waar Lena in leeft.
Ik heb voor nu eigenlijk niet zoveel aan te merken op het verhaal, dus ga zo door :super
Spreken is zilver, schrijven is goud
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Sorry, ik had een beetje een lees dip, dus las ik bijna niks meer hier. Maar nu ben ik weer helemaal bij :D en ik moet zeggen, het wordt steeds leuker en spannender! Al heb ik wel af en toe het gevoel alsof het heel vaag is, dat ik niet helemaal snap wat je bedoelt. Maar dat kan ook aan het late tijdstip liggen :P
Maar goed, schrijf maar snel verder! En deze keer zal ik proberen het beter bij te houden^^
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@ Michael: dank je voor de feedback daar kan ik zeker iets mee! Ik heb het verwerkt en zal in het vervolg op de ", maar" letten ^_^
@ Annelotte: Leuk dat je meeleest :D Hier is een nieuw stukje!
@ Saskjezwaard: Wellicht kan ik het nu spannend genoeg voor je houden :angel

Kunnen jullie iets specifieker zijn over mijn onduidelijk stukjes? :$ Ik weet zo 1, 2, 3 niet waar ik jullie de mist in stuur :$ Wat betreft het zielenkijken en het gek maken, dat zal ik in een van de volgende stukken wat duidelijker maken :D

-------------------------------------------------

Naar huis

Lena haalt diep adem. Er is in een korte tijd een plan bedacht. De grotbewoners zijn ervan overtuigd dat het een goed plan is. Het is veilig en de kans op slagen is voor hen heel groot. Lena twijfelt aan het plan, voor haar heeft het einde twee mogelijkheden. De goochelaar is bang dat het slecht voor haar zal uitpakken. De reden dat Lena het plan doorzet is alleen om het eens getekende contract. Zoladius heeft het altijd bij zich en zover Lena weet, is hij nu op haar aan het wachten in het landhuis bij de meester. De wijze vrouw heeft de circusdirecteur binnengelaten en juist de wijze meester op wie Lena altijd blind dacht te kunnen vertrouwen heeft geen enkele poging gedaan om de goochelaar te beschermen.
‘We gaan door de grasweide,’ zegt Lor, ‘via de ondergrondse gang, maar vanaf de hal moet je alleen verder.’
Behalve Benji en Matt weet nog niemand van de nieuwe vuurtruc, Lena heeft geen behoefte om de circusartiesten ervan op de hoogte te stellen. Zoladius kan er onmogelijk van weten en daarmee is het haar laatste troef, zoals Zoladius alleen zijn zielenkijker heeft om van de goochelaar een marionetpop te maken.
‘De zielenkijker zal er uiteraard ook zijn,’ gaat Lor verder. ‘Hij is al in je hoofd geweest en zal zo weer binnenkruipen, als iemand een manier weet om in zijn gedachte te komen…’
Niemand zal in het hoofd van de zielenkijker kruipen, want ze laten Lena alleen vanaf de gang. Net zo min dat iemand zich ontfermt over de oogappeltjes van de directeur. Eigenlijk is het plan van de grotbewoners niet veel anders dan haar eigen plan. De circusartiesten zijn te bang voor de directeur om echte hulp te bieden. Het enige wat ze voor haar doen is haar veilig bij de deur af zetten en de afloop zal zijn dat de artiesten vrij zijn. Als ze zichzelf aflevert kan ze vragen iedereen vrij te laten, als gunst dat ze weer terug is. Ze zal zichzelf er mee opofferen in de hoop dat Zoladius zijn circus opgeeft als hij alleen nog maar haar als act heeft. En dat is voor Lena het enige goede einde. Hoewel ze weet dat hij nooit al zijn artiesten zal weg geven, probeert ze toch hoop te vinden. En ze weet diep van binnen dat dit de laatste keer zal zijn, dat ze op vrije voeten zal staan.
Het liefst wil Lena haar eigen vertrouwde kleding aan, haar goochelaarskostuum, dan kan ze ten minste zelf in het sprookje van zichzelf geloven. Want wie gelooft er nu in een heldhaftige redding als de goochelaar er als een onverzorgde vrouw uitziet? Lena in elk geval niet, maar er zit niets anders op dan in dit vervallen kostuum het plan uit te werken.
‘Bestemd om te mislukken,’ fluisteren de stemmen, ‘niemand kan de directeur alleen aan. Niemand. Niemand!’

Lor gaat als eerste de wenteltrap af. Lena haalt nog eens diep adem en volgt Lor dan de duisternis in. Straks zal ze de keldergang in moeten, samen met Matt vond ze die gang al vreselijk, laat staan met iemand die ze niet kent. Ze haalt een balletje te voorschijn en blaast er tegen aan terwijl ze de trap afloopt. Een zacht licht vult de ronde ruimte.
Lor trekt de deur open en kijkt de donkere gang in. Lena gaat achter haar staan. Het is een gapend zwart gat voor hen. Oude verdrongen herinneringen komen tot leven en ze moet al haar moed en hoop bij elkaar schrapen.
‘Weet je zeker dat dit de goede weg is?’ vraagt Lor.
‘Ja,’ zegt Lena. ‘Daar ben ik vandaan gekomen.’
Ze stapt langs Lor heen en loopt de gang in. Lor volgt haar en laat de deur open. Lena werpt er even een blik naar, maar loopt door. Hoeveel kwaad kan het om een deur open te laten? Zelf doet ze uit gewoonte altijd de deur dicht. Een eens gesloten deur valt op als die open staat. Maar wie zal hen via deze vergeten gang volgen?
Na een hele tijd lopen, horen ze dat de deur in het slot valt. Ze kijken tegelijk verschrikt om, hier was Lena bang voor geweest toen ze met Matt hier was. Gevolgd en opgejaagd te worden in een enkele gang. Die zware deur kon niet uit zichzelf dicht vallen en er is niemand bij de trap geweest behalve Lor en Lena.

Feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 10 sep 2011 13:16, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Niemand zou met hen meekomen, alleen Lor, want zij heeft geen waarde voor directeur Zoladius en daarmee is zij de beste oplossing. De rest van de grotbewoners hebben allemaal wel iets van een act, waarmee ze interessant worden. En geen van hen wil hun eigen leven in gevaar brengen. De goochelaar is een perfecte oplossing voor hun gevaar. Maar nu de deur dicht is gevallen is duidelijk geworden dat alles en iedereen Lena en Lors kant op kan komen en dat het plan lang niet zo veilig is als het leek. Iemand heeft hen opgemerkt! Het plan kan elk moment in duigen vallen en dan zal niemand vrijkomen en wellicht worden zelfs de circusartiesten door Zoladius gevonden. Waarom had ze ook met iemand mee willen liften? Waarom heeft ze tegen Matt gezegd achter te blijven en heeft ze de circusartiesten niet gedwongen mee te gaan?
De stemmen in haar hoofd hebben gelijk, een enkele kleine ziel kan de grote machtige circusdirecteur Zoladius niet verslaan, hoe goed de trucs ook zijn.
‘Wat was dat?’ vraagt Lor zacht.
‘De deur die je open had laten staan,’ antwoordt Lena.
‘Denk je dat iemand ons gevolgd is?’
‘Tot de deur in elk geval wel.’
Ze luisteren of ze voetstappen horen maar hun concentratie wordt afgeleid door tikkende wijzers van een horloge. Lor kijkt angstig naar Lena.
‘Ga!’ zegt ze snel. ‘Ik zorg wel voor afleiding! Je bent de enige kans om iedereen vrij te krijgen.’ Lena wil blijven staan maar Lor geeft haar een duwtje in haar rug. ‘Ga,’ fluistert ze.
De goochelaar begint te rennen, zo goed als het gaat op haar hakken. Ze haast zich de wenteltrap op en blijft voor de dichte deur bovenaan de trap staan. Haar wijzers tikken nog steeds. Lena probeert andere geluiden op te vangen. Gegil van Lor of wellicht de stem van directeur Zoladius achter de deur. Ze hoort alleen het tikken van haar horloge en terwijl ze deur open doet voelt ze het tikken van de wijzers door het uurwerk heen. Ze voelt de vele kleine slagen in haar arm en het maakt haar ademhaling onrustig. Ze hoort voetstappen op de wenteltrap en ze komen dichterbij. Dan stapt ze de gang in, duwt de deur achter haar dicht en leunt er tegen aan. Lena geeft zichzelf twee seconden rust en loopt dan de vervallen hal van het landhuis door. Ze weet niet waar Zoladius is, maar iets trekt haar naar de serre toe. Een paar ogen, die de goochelaar maar al te goed kent, kruipen naar binnen. Het heeft voor Lena geen zin om zich tegen de ogen te verdedigen, want als een zielenkijker eenmaal binnen is geweest is een verdediging bijna altijd zinloos. En deze zielenkijker heeft al heel vaak bij Lena gekeken.
In de deuropening van de serre blijft Lena wat stijfjes staan. Daar zit hij, de man die ze al twee jaar heeft ontlopen, drinkt thee uit een fragiel kopje. Twee oogappeltjes staan naast hem en niet te vergeten de zielenkijker. Zoladius kijkt haar aan doordringend aan, heel zachtjes zet hij het kopje terug.
‘Wel, wel,’ zegt hij op een vriendelijke manier. ‘Als dat niet mijn verloren goochelaar is.’ Hij wenkt haar dichterbij, haar benen lopen naar hem toe zonder dat ze dat wil. Vlakbij de tafel blijft ze staan. ‘Heb je ons gemist?’
Lena schudt haar hoofd met tegenzin en moeite, hij zit in haar hoofd en probeert haar wil te verdraaien. Ze voelt het en kan er niets tegen doen. Een machteloze eenzame kleine ziel wil het opnemen tegen de machtige man voor haar.
‘Zoals je vast wel weet, vervul ik een wens van degene die je zou brengen. Wellicht kan ik dat ook wel voor jou doen, hm? Wat zou je graag willen?’
Ze denkt diep na met de ogen die meekijken. De enige wens die ze heeft is vrijheid en dat is nu juist wat ze nooit zal krijgen.
‘Stop!’ roept een onverwachte stem.
De goochelaar draait zich langzaam op.

Feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 10 sep 2011 14:41, 2 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

De goochelaar draait zich langzaam om. In de deuropening van de serre staat Matt. De tijd lijkt even stil te staan, ze heeft nog zo gezegd dat hij weg moet blijven. Hij stapt de binnentuin in, heel zelfverzekerd en dapper. Zou hij de oplossing hebben? Het laatste puzzelstukje? Het magische woord om wakker te worden en te beseffen dat het gewoon een nachtmerrie is?
‘Haar wens zult u nooit in vervulling laten gaan,’ zegt hij.
De goochelaar neemt hem in zich op. En probeert hem in haar hoofd te laten blijven; zijn mooie groene ogen, zijn rossige zwarte haar maar vooral zijn stem, voordat het te laat is en alles zal vervagen.
‘Oh, is dat zo? Ik ben een man van mijn woord.’
Matt schudt zijn hoofd.
‘Dan verliest u wat u wilt hebben.’
Zoladius begint te lachen.
‘Mijn goochelaar zal niet wensen om vrijheid. Ze zal eerder smeken terug te mogen komen.’
Matt kijkt niet begrijpend van Zoladius naar Lena. Waar heeft de man het over? De jonge vrouw die hij die vreselijke avond heeft laten onderduiken zal nooit terug willen naar de duivelse plek.
‘H-hij heeft gelijk, Matt. Je had niet moeten komen,’ zegt Lena zacht. Haar heldere ogen kijken hem aan. ‘Ga weg.’
‘Waarom vluchtte je dan? Waarom ren je al twee hele jaren weg van dat… dat gedrocht?’ vraagt Matt terwijl hij de herkenbare glans in haar ogen ziet oplossen.
‘Ga,’ fluistert Lena. ‘Ik ben een sprookje, ik hoor in het circus, nergens anders. Daar is mijn thuis.’
‘Breng hem weg,’ zegt directeur Zoladius.
De twee oogappeltjes lopen naar Matt toe en dwingen mee te gaan naar de hal die bij de voordeur uikomt. Matt weet dat hij heeft gefaald, als hij via de voordeur naar buiten stapt.
Lena staat zwijgend tegenover Zoladius. Ze hoort in de verte de voordeur opengaan en gesloten worden. Dit is vast de laatste keer geweest dat ze Matt ooit nog zal zien.
‘Sneu persoon,’ zegt Zoladius. ‘Dacht je echt dat ik die in mijn circus wilde?’
De goochelaar kijkt hem aan. Herinneringen beginnen te vervagen, nieuwe stemmen komen in de plaats. Bijna ongemerkt doet de zielenkijker zijn werk, terwijl hij haar herinneringen opslokt en nieuwe er voor in de plaats laat ontstaan. Wie was de man eigenlijk geweest en wat was zijn talent? Waarom heeft ze geprobeerd zijn gezicht te onthouden? Waarom wilde hij dat ze weg ging bij Zoladius? De goedaardige circusdirecteur die haar een thuis had gegeven.
‘Nee, natuurlijk niet,’ antwoordt de goochelaar.
‘Wat wil je graag hebben?’
‘Ik wil dat de stemmen uit mijn hoofd verdwijnen.’
Zoladius kijkt even naar zijn zielenkijker en knikt dan. Een hevige discussie breekt in haar hoofd los maar snel keert er rust en stilte terug alsof er nooit stemmen in haar hoofd zijn geweest.
De goochelaar glimlacht opgelucht, de rust die ze al zolang kwijt was. De ogen trekken zich uit haar terug, hij heeft zijn werk gedaan. De zielenkijker heeft diep gegraven en alles overhoop gehaald, met de intentie de goochelaar voor eens en altijd haar werkelijke zelf te laten vergeten, ze zal een brave slaaf zijn met onzichtbare ketens.
‘Tijd om te gaan,’ zegt de directeur.
Terwijl ze zich verwijderen van het landhuis houdt niemand hen tegen. Lena ziet ze wel, daar een paar meter van haar vandaan, maar het zijn vreemden. Vermoeide reizigers met een onbekende bestemming.

De meester kijkt hoe het groepje vertrekt en oplost in de verte. Matt zit verslagen op de grond, de wereld is voor hem ingestort. Ook Benji staat er wat verloren bij. Haar enige kans en die heeft ze verspeeld! Hij had het geweten en toch had hij nog hoop weten te vinden. Benji heeft naar dat water gestaard en het steeds opnieuw zien gebeuren. Het water loog nooit en ditmaal is het weer bewezen. Tweemaal heeft Benji het water willen bewijzen dat hij het beeld kon aanpassen en tweemaal heeft hij daarin gefaald. In het hele plaatje miste elke keer één persoon, de wijze meester die altijd plechtig beloofd heeft om iedere artiest te beschermen. Waarom had ze zelfs niet één poging gedaan?
‘Ze zei,’ zegt Jillo opeens, ‘dat ze een enkele kans had. Misschien was dit de kans niet?’
‘Hoe kon het niet dé kans zijn?’ vraagt Matt moedeloos.
‘Ze is een slimme vrouw, zelfs toen hij al haar herinneringen van haar af had genomen wist ze hen terug te vinden. Toen hij haar vertelde dat ze nooit zou wegkomen, vond ze een weg naar buiten,’ zegt de meester met een star gezicht. ‘Voor een jonge vrouw als haar, zullen er schijnbaar altijd kansen zijn.’
Benji en Matt kijken met hetzelfde idee naar Jillo. Zou de jongen het kunnen? Zou hij een angst aan Zoladius kunnen geven? Maar al kreeg Jillo het voor elkaar om in het hoofd te kruipen van de directeur en hem een angst te geven, hoe moet Lena dat ooit weten? Hoe kunnen ze haar bereiken als ze hen niet meer kent? Ze zal nooit toestaan dat Jillo weer in haar hoofd kruipt.
‘Zoladius heeft mij gelezen, via mij kun je wellicht bij hem komen,’ zegt de meester met een kleine glimlach. ‘Mijn angst kan zijn angst geworden.’
‘Het is een hele eer,’ glundert Jillo, ‘en daar zeg ik geen nee tegen.’
Hij sluit zijn ogen en begint zich te concentreren, hij weet al precies wat de vrouw voor angst zal geven.

Feedback verwerkt
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 10 sep 2011 15:06, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Oeeeeeh, spannend! Ik wil weten wat de angst is! Sorry, verder niet echt veel nuttigs te zeggen, het is veel te laat :P ik vergeet telkens te reageren, slecht van mij :angel
Maar schrijf snel verder!
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Plaats reactie

Terug naar “De Boekenplank”