Seks, drugs en en dubbele dosis drama
-
- Balpen
- Berichten: 213
- Lid geworden op: 03 mei 2012 10:27
Wow intens zeg!!! Benieuwd wat er gaat gebeuren!
Dank jullie wel voor de reacties en de PB's! 
_______________________________________________________________________________
Evert-Jan ging weer rechtop staan en sloeg zijn armen over elkaar.
‘Dat is jammer, want dat wil ik nou juist niet,’ zei hij. ‘Ik wil wel graag weten hoe het gegaan is, toen.
Was het lekker genoeg om er je hele leven aan vast te zitten?’ Hij liep om me heen en ik voelde iets langs mijn haar strijken. Ik wist niet of hij het was, maar ik bewoog niet omdat ik hem de lol van een reactie daarop niet gunde.
‘Rot op, Evert-Jan,’ zei ik alleen zonder naar hem om te kijken. Maar Evert-Jan ging door en bleef om me heen draaien.
‘Heb je hem gepijpt voor je je door hem liet neuken?’ vroeg hij. ‘Jammer dat je er niet beter je best op hebt gedaan. Als je zo slim was geweest het goed te doen, was je nu niet zwanger geweest.’ Nu voelde ik zijn hand duidelijk door mijn haar strijken. Zijn aanraking zond dezelfde schok door mijn ledematen als onverwachte aanrakingen dat de laatste tijd altijd deden en ondanks mijn woede, verscheen er kippenvel op mijn onderarmen. Ik probeerde mijn gezicht strak te houden en mijn lichaam onder controle te houden, maar Mel zag het toch.
‘Houd op, Evert-Jan!’ riep ze. ‘Kappen of ik haal de conciërge erbij!’
Maar Evert-Jan lachte alleen maar. Hij duwde Mel achteruit en liep om me heen. Er trok een hete sensatie door mijn lichaam toen ik zijn handen op mijn heupen voelde. Ik merkte dat hij zich naar me toeboog.
‘Of ging het anders,’ zei hij in mijn oor. ‘Heeft hij je met je gezicht in het kussen geduwd en je hard van achteren genaaid?’ Zijn greep om mijn heupen verstevigde en het volgende moment voelde ik hem tegen me aan. Zijn schaambeen raakte mijn billen een paar keer toen hij ritmisch tegen mijn lichaam aanbewoog, suggestieve bewegingen makend, en zijn handen hielden me stevig op mijn plek. Zijn vrienden lachten, maar door de grens die hij daarmee overschreed, ging hij voor mij te ver. Dit, wat hij nu deed, was te veel. Het bracht teveel herinneringen terug aan Cees en het enige wat ik nog dacht, was dat ik dat nooit meer zou laten gebeuren. Dat ik nooit meer zo over heen zou laten lopen.
In een reflex trok ik me dan ook los uit zijn greep. Met een ruk draaide ik me om. Mijn sigaret viel uit mijn handen, mijn hand schoot naar voren en het volgende moment gaf ik hem met vlakke hand een klap in zijn gezicht.
In één keer viel alles stil in het halletje. Het gelach verstomde en iedereen keek met open mond onze kant op. Ook Evert-Jan keek me aan, ietwat verbaasd, en ik keek naar hem terug, hijgend, met lichte verbazing die grotendeels overlopen werd door de adrenaline en de boosheid die ik in mijn binnenste voelde.
‘Blijf van me af,’ zei ik schor. ’Ik ben je hoer niet, dus blijf verdomme van me af.’
Evert-Jan keek me aan, maar toen fronste hij zijn wenkbrauwen wat. Hij hief zijn hand op en voelde aan zijn wang. Toen gingen zijn ogen terug naar mij.
‘Heb je me nou net geslagen?’ vroeg hij. ‘Serieus? Heb je me net in mijn gezicht geslagen, vuile trut?’ Zijn blik was boos en achter hem zei één van zijn vrienden: ‘Niet pikken, EJ. Pak haar terug.’ En ook één van de anderen zei: ‘Ja, geef haar een knal.’
EJ keek me aan. Ik zag dat zijn neusvleugels trilden van woede en zijn ogen schoten vuur. Naast zijn lichaam balde zijn hand zich tot een vuist en ik merkte dat Mel mijn arm vastpakte. Precies op het moment dat Evert-Jan echter een stap naar voren wilde zetten, werd er ingegrepen. Het was de stem van Simmons die scherp en met nauwelijks verholen woede zei: ‘Evert-Jan van den Heuvel!’
Evert-Jan draaide met een ruk zijn hoofd om. Ook ik keek opzij en inderdaad zag ik daar Simmons staan. Haar ogen waren groot en donker van verontwaardiging en ik zag dat ze woedend was. Met een scherp gebaar hief ze haar arm op en wees met priemende vinger de school in.
‘Naar de rector,’ zei ze. ‘Nu onmiddellijk.’
Evert-Jan leek even geschrokken, maar hij herstelde zich snel. Hij wierp een blik naar zijn vriendjes en zette toen zijn grootste player-lach op.
‘Maar mevrouw-’ begon hij, maar Simmons keek hem gigantisch kwaad aan en gebaarde opnieuw woest de school in.
‘Ik zei onmiddellijk,’ zei ze kwaad. ‘Geen gemaar en opschieten, jij.’
De grijns gleed van EJ’s gezicht. Hij aarzelde, maar zette toen koers naar de deuren van de school. Simmons keek hem boos aan.
‘En je wisselt geen woord met hem tot ik erbij ben,’ zei ze toen hij langs haar liep. ‘Wacht buiten tot ik er ben.’
Evert-Jan reageerde niet, maar ik zag aan zijn houding dat hij zou doen wat ze zei. Hij wierp nog één pissige blik op mij, maar toen verdween hij door de deuren de school in.
Simmons keek om naar Evert-Jans vrienden toen hij verdwenen was. Ze wees zo ruw naar hen dat één van hen achteruit deinsde. Het lachen was het al lang en breed vergaan.
‘Jij, jij en jij,’ zei Simmons terwijl ze naar de vrienden van Evert-Jan wees die net meegedaan hadden aan zijn pesterijtje.‘Jullie gaan nu naar mijn kamer. Jullie krijgen volgende week een vierkant rooster. En geen gemaar, anders maak ik er twee weken van,’ zei ze toen ze aanstalten maakten om te protesteren. Ze stapte opzij en hield de deur voor hen open. ‘Naar boven, jullie.’
Eén van de jongens slikte even, maar toen kwam hij in beweging. Toen hij ging, volgden zijn vriendjes hem ook. Ze zeiden niets meer en liepen langs ons heen. Simmons keek hen pissig aan toen ze haar passeerden en maakte toen aanstalten ze achterna te gaan. Ze bleef nog even staan in de opening en keek me aan.
‘Goed gedaan, hoor,’ zei ze. ‘Ze krijgen de rekening wel. Je zult geen last meer van ze hebben.’
Ik knikte en Simmons klopte even bemoedigend op mijn schouder. Toen verdween ze met de jongens de deur door.
Toen ze weg was, zwol het geroezemoes in het halletje weer aan. De overgebleven vrienden van Evert-Jan pakten hun spullen en verlieten het halletje. Mel en ik keken ze na en toen ze weg waren, legde Mel haar hand op mijn arm.
‘Mijn god, Star,’ zei ze. ‘Je hebt hem geslagen. Dat was zó cool.’
Ik wierp nog een blik op de vrienden van EJ en keek toen naar mijn hand.
‘Het deed wel pijn,’ zei ik. ‘Mijn hand staat in de fik.’
Mel schudde haar hoofd.
‘Wat maakt het uit,’ zei ze. ‘Je hebt hem geslagen! Snap je wat dat betekent? Dat is had je vroeger ook gedaan als hij zoiets gezegd had!’
Ik keek naar haar om.
‘Hoe bedoel je?’ vroeg ik.
Mel stuiterde bijna van opwinding.
‘Voordat je paars werd,’ zei ze opgewonden. ‘Voordat alles veranderde. Het maakt niet uit hoe of wat, maar dit was echt een rode actie, Star!’
Ik keek haar aan. Toen wendde ik mijn blik weer af en keek naar mijn rand, die rood was door zijn aanvaring met EJ-s gezicht. Ik keek er nog even naar, maar toen verscheen er een glimlach op mijn gezicht.

_______________________________________________________________________________
Evert-Jan ging weer rechtop staan en sloeg zijn armen over elkaar.
‘Dat is jammer, want dat wil ik nou juist niet,’ zei hij. ‘Ik wil wel graag weten hoe het gegaan is, toen.
Was het lekker genoeg om er je hele leven aan vast te zitten?’ Hij liep om me heen en ik voelde iets langs mijn haar strijken. Ik wist niet of hij het was, maar ik bewoog niet omdat ik hem de lol van een reactie daarop niet gunde.
‘Rot op, Evert-Jan,’ zei ik alleen zonder naar hem om te kijken. Maar Evert-Jan ging door en bleef om me heen draaien.
‘Heb je hem gepijpt voor je je door hem liet neuken?’ vroeg hij. ‘Jammer dat je er niet beter je best op hebt gedaan. Als je zo slim was geweest het goed te doen, was je nu niet zwanger geweest.’ Nu voelde ik zijn hand duidelijk door mijn haar strijken. Zijn aanraking zond dezelfde schok door mijn ledematen als onverwachte aanrakingen dat de laatste tijd altijd deden en ondanks mijn woede, verscheen er kippenvel op mijn onderarmen. Ik probeerde mijn gezicht strak te houden en mijn lichaam onder controle te houden, maar Mel zag het toch.
‘Houd op, Evert-Jan!’ riep ze. ‘Kappen of ik haal de conciërge erbij!’
Maar Evert-Jan lachte alleen maar. Hij duwde Mel achteruit en liep om me heen. Er trok een hete sensatie door mijn lichaam toen ik zijn handen op mijn heupen voelde. Ik merkte dat hij zich naar me toeboog.
‘Of ging het anders,’ zei hij in mijn oor. ‘Heeft hij je met je gezicht in het kussen geduwd en je hard van achteren genaaid?’ Zijn greep om mijn heupen verstevigde en het volgende moment voelde ik hem tegen me aan. Zijn schaambeen raakte mijn billen een paar keer toen hij ritmisch tegen mijn lichaam aanbewoog, suggestieve bewegingen makend, en zijn handen hielden me stevig op mijn plek. Zijn vrienden lachten, maar door de grens die hij daarmee overschreed, ging hij voor mij te ver. Dit, wat hij nu deed, was te veel. Het bracht teveel herinneringen terug aan Cees en het enige wat ik nog dacht, was dat ik dat nooit meer zou laten gebeuren. Dat ik nooit meer zo over heen zou laten lopen.
In een reflex trok ik me dan ook los uit zijn greep. Met een ruk draaide ik me om. Mijn sigaret viel uit mijn handen, mijn hand schoot naar voren en het volgende moment gaf ik hem met vlakke hand een klap in zijn gezicht.
In één keer viel alles stil in het halletje. Het gelach verstomde en iedereen keek met open mond onze kant op. Ook Evert-Jan keek me aan, ietwat verbaasd, en ik keek naar hem terug, hijgend, met lichte verbazing die grotendeels overlopen werd door de adrenaline en de boosheid die ik in mijn binnenste voelde.
‘Blijf van me af,’ zei ik schor. ’Ik ben je hoer niet, dus blijf verdomme van me af.’
Evert-Jan keek me aan, maar toen fronste hij zijn wenkbrauwen wat. Hij hief zijn hand op en voelde aan zijn wang. Toen gingen zijn ogen terug naar mij.
‘Heb je me nou net geslagen?’ vroeg hij. ‘Serieus? Heb je me net in mijn gezicht geslagen, vuile trut?’ Zijn blik was boos en achter hem zei één van zijn vrienden: ‘Niet pikken, EJ. Pak haar terug.’ En ook één van de anderen zei: ‘Ja, geef haar een knal.’
EJ keek me aan. Ik zag dat zijn neusvleugels trilden van woede en zijn ogen schoten vuur. Naast zijn lichaam balde zijn hand zich tot een vuist en ik merkte dat Mel mijn arm vastpakte. Precies op het moment dat Evert-Jan echter een stap naar voren wilde zetten, werd er ingegrepen. Het was de stem van Simmons die scherp en met nauwelijks verholen woede zei: ‘Evert-Jan van den Heuvel!’
Evert-Jan draaide met een ruk zijn hoofd om. Ook ik keek opzij en inderdaad zag ik daar Simmons staan. Haar ogen waren groot en donker van verontwaardiging en ik zag dat ze woedend was. Met een scherp gebaar hief ze haar arm op en wees met priemende vinger de school in.
‘Naar de rector,’ zei ze. ‘Nu onmiddellijk.’
Evert-Jan leek even geschrokken, maar hij herstelde zich snel. Hij wierp een blik naar zijn vriendjes en zette toen zijn grootste player-lach op.
‘Maar mevrouw-’ begon hij, maar Simmons keek hem gigantisch kwaad aan en gebaarde opnieuw woest de school in.
‘Ik zei onmiddellijk,’ zei ze kwaad. ‘Geen gemaar en opschieten, jij.’
De grijns gleed van EJ’s gezicht. Hij aarzelde, maar zette toen koers naar de deuren van de school. Simmons keek hem boos aan.
‘En je wisselt geen woord met hem tot ik erbij ben,’ zei ze toen hij langs haar liep. ‘Wacht buiten tot ik er ben.’
Evert-Jan reageerde niet, maar ik zag aan zijn houding dat hij zou doen wat ze zei. Hij wierp nog één pissige blik op mij, maar toen verdween hij door de deuren de school in.
Simmons keek om naar Evert-Jans vrienden toen hij verdwenen was. Ze wees zo ruw naar hen dat één van hen achteruit deinsde. Het lachen was het al lang en breed vergaan.
‘Jij, jij en jij,’ zei Simmons terwijl ze naar de vrienden van Evert-Jan wees die net meegedaan hadden aan zijn pesterijtje.‘Jullie gaan nu naar mijn kamer. Jullie krijgen volgende week een vierkant rooster. En geen gemaar, anders maak ik er twee weken van,’ zei ze toen ze aanstalten maakten om te protesteren. Ze stapte opzij en hield de deur voor hen open. ‘Naar boven, jullie.’
Eén van de jongens slikte even, maar toen kwam hij in beweging. Toen hij ging, volgden zijn vriendjes hem ook. Ze zeiden niets meer en liepen langs ons heen. Simmons keek hen pissig aan toen ze haar passeerden en maakte toen aanstalten ze achterna te gaan. Ze bleef nog even staan in de opening en keek me aan.
‘Goed gedaan, hoor,’ zei ze. ‘Ze krijgen de rekening wel. Je zult geen last meer van ze hebben.’
Ik knikte en Simmons klopte even bemoedigend op mijn schouder. Toen verdween ze met de jongens de deur door.
Toen ze weg was, zwol het geroezemoes in het halletje weer aan. De overgebleven vrienden van Evert-Jan pakten hun spullen en verlieten het halletje. Mel en ik keken ze na en toen ze weg waren, legde Mel haar hand op mijn arm.
‘Mijn god, Star,’ zei ze. ‘Je hebt hem geslagen. Dat was zó cool.’
Ik wierp nog een blik op de vrienden van EJ en keek toen naar mijn hand.
‘Het deed wel pijn,’ zei ik. ‘Mijn hand staat in de fik.’
Mel schudde haar hoofd.
‘Wat maakt het uit,’ zei ze. ‘Je hebt hem geslagen! Snap je wat dat betekent? Dat is had je vroeger ook gedaan als hij zoiets gezegd had!’
Ik keek naar haar om.
‘Hoe bedoel je?’ vroeg ik.
Mel stuiterde bijna van opwinding.
‘Voordat je paars werd,’ zei ze opgewonden. ‘Voordat alles veranderde. Het maakt niet uit hoe of wat, maar dit was echt een rode actie, Star!’
Ik keek haar aan. Toen wendde ik mijn blik weer af en keek naar mijn rand, die rood was door zijn aanvaring met EJ-s gezicht. Ik keek er nog even naar, maar toen verscheen er een glimlach op mijn gezicht.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Mooi stukje, had ik maar zo'n hulp als Simmons, dat had me dan een hoop ellende bespaard!
Alleen deze zin viel me op:
Dat is had je vroeger ook gedaan als hij zoiets gezegd had!’
Snap hem even niet. Ben benieuwd naar een vervolg!

Dat is had je vroeger ook gedaan als hij zoiets gezegd had!’
Snap hem even niet. Ben benieuwd naar een vervolg!

Het laatste contact is altijd het zwaarste.
-
- Puntenslijper
- Berichten: 12
- Lid geworden op: 09 mei 2013 18:44
En toen had ik alles van begin tot eind gelezen en moet ik wachten totdat jij weer gaat posten
Maar wat een ge-wel-dig goed geschreven verhaal
Hoop dat je snel weer verder gaat

Maar wat een ge-wel-dig goed geschreven verhaal


Hoop dat je snel weer verder gaat

Supergaaf Lovereading dat je alles gelezen hebt, respect!
En ben heel blij dat je het leuk vond natuurlijk
En Blieje ook bedankt! Als je uit die zin 'is' weghaalt, moet hij in principe kloppen, foutje haha 
Nieuw stukje erbij! Apotheose begint te naderen
________________________________________________________________________________
Na mijn aanvaring met Evert-Jan en Simmons redding had ik geen enkele keer last meer van hem en zijn vriendjes. Simmons was schijnbaar nogal boos geworden en had samen met de rector een hartig woordje met Evert-Jan gesproken. De schade: een week vierkant rooster voor zijn vriendjes, twee weken voor Evert-Jan en iedere dag nablijven om strafwerk te maken in Simmons kamer. Naar horen zeggen maakte ze handig gebruik van zijn aanwezigheid door hem allemaal vervelende klusjes op te laten knappen in de tijd dat hij tot strafwerk veroordeeld was. Bovendien zou hij geschorst worden als hij nog één keer vervelend deed tegen andere leerlingen, wat in deze tijd van het jaar waarschijnlijk zou betekenen dat hij essentiële stof voor het eindexamen zou missen en zijn diploma dus wel op zijn buik zou kunnen schrijven.
Dat maakte indruk, blijkbaar, want ik had geen last meer van Evert-Jan. Zijn vriendjes keken me nauwelijks nog aan en Evert-Jan keek naar me als ik voorbij kwam, maar hij deed niet meer vervelend en zei ook niets meer tegen me. Simmons had hem blijkbaar goed op zijn kop gegeven. Zijn vriendinnetjes deden nog wel een beetje vervelend, door te fluisteren en te giechelen als ik langs kwam, maar van dat stelletje domme dozen trok ik me niet al te veel aan.
Een mooie bijkomstigheid was ook dat ik me goed voelde door de klap die ik Evert-Jan gegeven had. Dat kwam vooral door de achterliggende gedachte daarbij en door wat Melanie had gezegd, waarschijnlijk. Ze had gelijk gehad, toen in de gang: ik had van me afgebeten, net als vroeger. Er was heel wat voor nodig geweest en het was niet zonder vrees, maar ik had het wel gedaan. Ik had niet meer over me heen laten lopen, zoals de vorige keer, maar had hem net als de jongens toen in het restaurant, voor alles met Cees, op zijn lazer gegeven. Het was inderdaad een actie van de oude Starla en dat gaf me ontzettend veel moed, en hoop, hoop waar ik eerst eigenlijk niet eens van had durven dromen. Misschien was het niet zo dat paars voor altijd alleen paars kon blijven. Misschien werkten mensen wel anders dan kleuren. Misschien was er van paars wel weer rood te maken, als je maar lang genoeg wachtte.
Dat idee, die hoop, stemde me optimistisch. De dagen na Evert-jans pesterijtje was ik zowaar vrolijk. Ik ging fluitend naar school en naar mijn werk. Door mijn vrolijkheid ging het ook op andere vlakken weer beter: ik deed veel leuke dingen met Mel en hing soms weer een beetje met Bobby rond, gewoon als vrienden, maar wel pratend en lachend zoals het vroeger was geweest. Ook met Gio ging het fantastisch: na het gesprek tussen ons over de drugs en Cees, was alle lucht tussen ons geklaard en ik kon overal met hem over praten. We voerden veel lange gesprekken, over serieuze dingen, over minder serieuze dingen, en we deden regelmatig leuke dingen samen. Door mijn vrolijkheid en opgekrikte zelfvertrouwen en daardoor ging het bovendien ook in bed weer beter tussen ons: we gingen nog niet all the way, maar we kwamen steeds dichterbij en ik kreeg er steeds meer plezier in, nog meer dan ik me van vroeger kon herinneren.
Al die positieve verandering, de switch in mijn hele gevoel en meer optimistische toekomstvisie deden me goed. Het maakte dat alles lichter was en ook nog steeds lichter begon te worden. Misschien was dat ook de reden dat ik er niet meer bij nadacht dat niet alles nog koek en ei was. Op het gebied van Cees niet, voornamelijk.
Achteraf was het stom dat ik mijn andere problemen een beetje liet ondersneeuwen door de dingen die wel goed gingen. Ik dacht er niet aan dat er ook nog dingen onopgelost waren, mis konden gaan, dat het risico bestond dat de stijgende lijn vroeg of laat tegen een obstakel op zou kunnen botsen. Misschien zat ik een beetje te goed in mijn vel. Zo goed dat ik zelfs de aankondiging die dat in het restaurant voorspelde eigenlijk te makkelijk naast mee neerlegde.
Niet alleen kondigde dat gebeuren op school eigenlijk al aan wat er later zou gebeuren, ook bewees het dat Simmons waarschuwingssysteem wat betreft plotselinge verschijningen van Cees wel degelijk van pas kwam. Ik had het zelf niet eens door, namelijk, toen het gebeurde. Het ene moment zat ik nog rustig bij wiskunde naar Wisknuddemans verhaal te luisteren en het volgende moment kwam de conciërge ineens middenin dat betreffende verhaal met een rood hoofd het lokaal binnen stormen. Hij verklaarde zich niet, maar keek alleen mij rechtstreeks aan en zei zonder uitleg: ‘Starla? Je moet even met mij meekomen. Snel, alsjeblieft.’
Simmons hele waarschuwingssysteem wat betreft Cees was me een beetje ontgaan omdat het al een tijd niet meer te sprake was geweest, dus eerst begreep ik niet wat hij kwam doen, maar toen ik het lokaal uit kwam en er zich naast de conciërge ook nog één van zijn collega’s en Engelsman zich bij ons voegden, begon er iets te dagen. De sfeer was een beetje hectisch en gehaast en toen ze me naar de docentenkamer brachten en ze de deur daar achter ons dichtdeden, begreep ik wat er aan de hand moest zijn. Iemand had Cees gesignaleerd en ze waren allemaal zo snel mogelijk in actie gekomen om me in veiligheid te brengen voor het geval hij de school in zou komen om me te zoeken.
Door dat besef waren het zenuwslopende minuten in die docentenkamer. Er werd nauwelijks gesproken, door mij, maar ook niet door de docenten en conciërges die bij me bleven, terwijl we wachtten op nieuws van buitenaf. Het voelde of ik in één of andere machtsfiguur was die in veiligheid gebracht moest worden omdat activisten hem om wilde brengen en dat was alles behalve prettig. Het leek een eeuwigheid te duren voor er iets gebeurde, maar gelukkig kwam Simmons na verloop van tijd naar de docentenkamer, met de derde conciërge, de rector en Gymleraar op sleeptouw. Ze vertelde dat één van de conciërges had herkend naar aanleiding van de foto op zijn bord, die Bobby voor me uit een fotoreportage van een feest gehaald, en dat hij het inderdaad bij het rechte eind had gehad. Het was Cees geweest die het terrein opgekomen was. Ze hadden gelijk actie ondernomen, mij apart gezet en waren daarna naar buiten gegaan om hem staande te houden op het schoolplein. Simmons vertelde me dat ze hem gezegd had dat ze niet wilden dat hij zich op het terrein van de school vertoonde en dat ze de politie zouden bellen als hij het nog een keer zou proberen. Ze had hem laten herhalen wat ze had gezegd en dat had hij gedaan, zei het met tegenzin. Toen was hij weggegaan.
Ik voelde me raar, toen dat gebeurd was. Het leek wel een droom, een of ander vaag hersenspinsel, omdat het zich allemaal buiten mij had afgespeeld. Het was verontrustend, dat hij nu ook al naar school kwam om me te spreken te krijgen, en het was een hele geruststelling dat Simmons dat systeem had ingesteld en dat het gewerkt had. Het leek het beoogde effect te hebben, ook: na die ene keer dat hij het probeerde, kwam Cees niet meer terug om een tweede poging te wagen. Ik was bang, in het begin, maar toen een tweede bezoek van zijn kant uitbleef, zakte die angst langzaam weer wat weg. Jammer achteraf, net zoals dat het jammer was dat ik het niet aan Gio vertelde omdat ik niet wilde dat hij zich zorgen zou maken. Ik hoopte dat het niet nodig zou zijn, dat hij zijn lesje nu wel geleerd zou hebben. Ik probeerde mezelf wijs te maken dat hij zich er zo langzamerhand wel bij neer zou leggen en dat lukte me zo goed dat ik me die dag dat het gebeurde in het restaurant zo ongeveer nog drukker maakte om de vrouw die de hele tijd probeerde Gio te versieren.



Nieuw stukje erbij! Apotheose begint te naderen

________________________________________________________________________________
Na mijn aanvaring met Evert-Jan en Simmons redding had ik geen enkele keer last meer van hem en zijn vriendjes. Simmons was schijnbaar nogal boos geworden en had samen met de rector een hartig woordje met Evert-Jan gesproken. De schade: een week vierkant rooster voor zijn vriendjes, twee weken voor Evert-Jan en iedere dag nablijven om strafwerk te maken in Simmons kamer. Naar horen zeggen maakte ze handig gebruik van zijn aanwezigheid door hem allemaal vervelende klusjes op te laten knappen in de tijd dat hij tot strafwerk veroordeeld was. Bovendien zou hij geschorst worden als hij nog één keer vervelend deed tegen andere leerlingen, wat in deze tijd van het jaar waarschijnlijk zou betekenen dat hij essentiële stof voor het eindexamen zou missen en zijn diploma dus wel op zijn buik zou kunnen schrijven.
Dat maakte indruk, blijkbaar, want ik had geen last meer van Evert-Jan. Zijn vriendjes keken me nauwelijks nog aan en Evert-Jan keek naar me als ik voorbij kwam, maar hij deed niet meer vervelend en zei ook niets meer tegen me. Simmons had hem blijkbaar goed op zijn kop gegeven. Zijn vriendinnetjes deden nog wel een beetje vervelend, door te fluisteren en te giechelen als ik langs kwam, maar van dat stelletje domme dozen trok ik me niet al te veel aan.
Een mooie bijkomstigheid was ook dat ik me goed voelde door de klap die ik Evert-Jan gegeven had. Dat kwam vooral door de achterliggende gedachte daarbij en door wat Melanie had gezegd, waarschijnlijk. Ze had gelijk gehad, toen in de gang: ik had van me afgebeten, net als vroeger. Er was heel wat voor nodig geweest en het was niet zonder vrees, maar ik had het wel gedaan. Ik had niet meer over me heen laten lopen, zoals de vorige keer, maar had hem net als de jongens toen in het restaurant, voor alles met Cees, op zijn lazer gegeven. Het was inderdaad een actie van de oude Starla en dat gaf me ontzettend veel moed, en hoop, hoop waar ik eerst eigenlijk niet eens van had durven dromen. Misschien was het niet zo dat paars voor altijd alleen paars kon blijven. Misschien werkten mensen wel anders dan kleuren. Misschien was er van paars wel weer rood te maken, als je maar lang genoeg wachtte.
Dat idee, die hoop, stemde me optimistisch. De dagen na Evert-jans pesterijtje was ik zowaar vrolijk. Ik ging fluitend naar school en naar mijn werk. Door mijn vrolijkheid ging het ook op andere vlakken weer beter: ik deed veel leuke dingen met Mel en hing soms weer een beetje met Bobby rond, gewoon als vrienden, maar wel pratend en lachend zoals het vroeger was geweest. Ook met Gio ging het fantastisch: na het gesprek tussen ons over de drugs en Cees, was alle lucht tussen ons geklaard en ik kon overal met hem over praten. We voerden veel lange gesprekken, over serieuze dingen, over minder serieuze dingen, en we deden regelmatig leuke dingen samen. Door mijn vrolijkheid en opgekrikte zelfvertrouwen en daardoor ging het bovendien ook in bed weer beter tussen ons: we gingen nog niet all the way, maar we kwamen steeds dichterbij en ik kreeg er steeds meer plezier in, nog meer dan ik me van vroeger kon herinneren.
Al die positieve verandering, de switch in mijn hele gevoel en meer optimistische toekomstvisie deden me goed. Het maakte dat alles lichter was en ook nog steeds lichter begon te worden. Misschien was dat ook de reden dat ik er niet meer bij nadacht dat niet alles nog koek en ei was. Op het gebied van Cees niet, voornamelijk.
Achteraf was het stom dat ik mijn andere problemen een beetje liet ondersneeuwen door de dingen die wel goed gingen. Ik dacht er niet aan dat er ook nog dingen onopgelost waren, mis konden gaan, dat het risico bestond dat de stijgende lijn vroeg of laat tegen een obstakel op zou kunnen botsen. Misschien zat ik een beetje te goed in mijn vel. Zo goed dat ik zelfs de aankondiging die dat in het restaurant voorspelde eigenlijk te makkelijk naast mee neerlegde.
Niet alleen kondigde dat gebeuren op school eigenlijk al aan wat er later zou gebeuren, ook bewees het dat Simmons waarschuwingssysteem wat betreft plotselinge verschijningen van Cees wel degelijk van pas kwam. Ik had het zelf niet eens door, namelijk, toen het gebeurde. Het ene moment zat ik nog rustig bij wiskunde naar Wisknuddemans verhaal te luisteren en het volgende moment kwam de conciërge ineens middenin dat betreffende verhaal met een rood hoofd het lokaal binnen stormen. Hij verklaarde zich niet, maar keek alleen mij rechtstreeks aan en zei zonder uitleg: ‘Starla? Je moet even met mij meekomen. Snel, alsjeblieft.’
Simmons hele waarschuwingssysteem wat betreft Cees was me een beetje ontgaan omdat het al een tijd niet meer te sprake was geweest, dus eerst begreep ik niet wat hij kwam doen, maar toen ik het lokaal uit kwam en er zich naast de conciërge ook nog één van zijn collega’s en Engelsman zich bij ons voegden, begon er iets te dagen. De sfeer was een beetje hectisch en gehaast en toen ze me naar de docentenkamer brachten en ze de deur daar achter ons dichtdeden, begreep ik wat er aan de hand moest zijn. Iemand had Cees gesignaleerd en ze waren allemaal zo snel mogelijk in actie gekomen om me in veiligheid te brengen voor het geval hij de school in zou komen om me te zoeken.
Door dat besef waren het zenuwslopende minuten in die docentenkamer. Er werd nauwelijks gesproken, door mij, maar ook niet door de docenten en conciërges die bij me bleven, terwijl we wachtten op nieuws van buitenaf. Het voelde of ik in één of andere machtsfiguur was die in veiligheid gebracht moest worden omdat activisten hem om wilde brengen en dat was alles behalve prettig. Het leek een eeuwigheid te duren voor er iets gebeurde, maar gelukkig kwam Simmons na verloop van tijd naar de docentenkamer, met de derde conciërge, de rector en Gymleraar op sleeptouw. Ze vertelde dat één van de conciërges had herkend naar aanleiding van de foto op zijn bord, die Bobby voor me uit een fotoreportage van een feest gehaald, en dat hij het inderdaad bij het rechte eind had gehad. Het was Cees geweest die het terrein opgekomen was. Ze hadden gelijk actie ondernomen, mij apart gezet en waren daarna naar buiten gegaan om hem staande te houden op het schoolplein. Simmons vertelde me dat ze hem gezegd had dat ze niet wilden dat hij zich op het terrein van de school vertoonde en dat ze de politie zouden bellen als hij het nog een keer zou proberen. Ze had hem laten herhalen wat ze had gezegd en dat had hij gedaan, zei het met tegenzin. Toen was hij weggegaan.
Ik voelde me raar, toen dat gebeurd was. Het leek wel een droom, een of ander vaag hersenspinsel, omdat het zich allemaal buiten mij had afgespeeld. Het was verontrustend, dat hij nu ook al naar school kwam om me te spreken te krijgen, en het was een hele geruststelling dat Simmons dat systeem had ingesteld en dat het gewerkt had. Het leek het beoogde effect te hebben, ook: na die ene keer dat hij het probeerde, kwam Cees niet meer terug om een tweede poging te wagen. Ik was bang, in het begin, maar toen een tweede bezoek van zijn kant uitbleef, zakte die angst langzaam weer wat weg. Jammer achteraf, net zoals dat het jammer was dat ik het niet aan Gio vertelde omdat ik niet wilde dat hij zich zorgen zou maken. Ik hoopte dat het niet nodig zou zijn, dat hij zijn lesje nu wel geleerd zou hebben. Ik probeerde mezelf wijs te maken dat hij zich er zo langzamerhand wel bij neer zou leggen en dat lukte me zo goed dat ik me die dag dat het gebeurde in het restaurant zo ongeveer nog drukker maakte om de vrouw die de hele tijd probeerde Gio te versieren.
Laatst gewijzigd door Jeetje op 07 jun 2013 10:24, 2 keer totaal gewijzigd.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Ja, leuk weer!
Een paar dingetjes:
ik kon overal met hem over praatten. = praten
al the way, = all
en dat de politie zouden bellen als hij het nog een keer zou proberen. = dat ze de politie zou bellen
dat ik me die dag dat het gebeurde in het restaurant zo ongeveer nog drukker maakte de vrouw die de hele tijd probeerde Gio te versieren. = voor 'de vrouw' moet nog een woord staan, om of dan denk ik.
Ben benieuwd naar een vervolg (zoals vaker
)
Groetjes Blieje

ik kon overal met hem over praatten. = praten
al the way, = all
en dat de politie zouden bellen als hij het nog een keer zou proberen. = dat ze de politie zou bellen
dat ik me die dag dat het gebeurde in het restaurant zo ongeveer nog drukker maakte de vrouw die de hele tijd probeerde Gio te versieren. = voor 'de vrouw' moet nog een woord staan, om of dan denk ik.
Ben benieuwd naar een vervolg (zoals vaker

Groetjes Blieje

Het laatste contact is altijd het zwaarste.
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Welke ‘haar’? Je verwijst óf naar Cees (in dat geval ‘hem’) of naar de locatie van het ophangen (in dat geval ‘daar’). Haar is volgens niet goed iigIk zal die informatie aan de conciërges geven en haar ophangen op het bord in de docentenkamer
In het stuk waarin Cees plotseling opdook. Ik vind het wat opmerkelijk dat een conciërge van stuur is omdat er iemand op ‘zijn’ schoolplein staat. Ook gezien de situatie lijkt het mij waarschijnlijker dat de conciërge Starla ‘gewoon’ ophaalt uit het lokaal. Hij weet immers niet wat er aan de hand is. Daarnaast lijkt het mij onwaarschijnlijk dat er docenten uit hun les worden gehaald. Misschien kan je een klein kort gesprekje in de docenten kamer doen tussen Engelsman en Starla of tussen de docenten, of iets beschrijven waaruit blijkt dat de Engelsman en de andere een uur geen les gaven, maar aan het nakijken waren oid. Zodoende hadden zij tijd over om Starla te beschermen en haar het gevoel te geven
te zijnéén of andere machtsfiguur
Overigens precies wat ik dacht, prachtig joh:Pdie in veiligheid gebracht moest worden omdat activisten hem om wilde brengen
Haha thanks voor de feedback Masterbreel! Het stuk waarin Cees opduikt heb ik pas recentelijk toegevoegd en daardoor is het nog niet zo vaak nagekeken als de rest (as you can see haha), dus dat heeft misschien nog wat werk nodig (als ik het er inlaat, dat moet ik nog even bekijken). Ik zal er met een volgende nakijkronde nog eens naar kijken, dus bedankt voor de tips daarvoor alvast! Ik heb volgens mij alleen nergens staan dat Engelsman en Gymleraar uit de les zijn gehaald om de situatie met Cees af te handelen toch? Gedachte erachter was dat die gewoon inderdaad een vrij uur hadden en toevallig in de buurt waren om te helpen, maar ik zal kijken of ik dat nog wat explicieter kan maken
Hoop verder dat je het wel een beetje leuk vond!


~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Het was zeker leuk! Ook die opbouw er naar toe! Goed goed goed!
Whoa, ik was ondergesneeuwd in werk voor de uni en heb geen berichtjes gekregen dat je nieuwe stukken had geplaatst, dus ik had even een hoop gemist! Nu kon ik wel lekker lang lezen, hehe. 't Heeft ook zijn voordelen. :)
Ik vond het stuk met Evert-Jan (zowel het eerste stuk in mijn inbox als de stukken hier) heel erg goed uitgewerkt en mooi geschreven, ik voelde de intensiteit helemaal en de opbouw naar het moment dat Starla hem punchte - deed me trouwens even denken aan Hermelien die Malfidus mept, randomly.
Heb ik al eens gezegd dat ik Mels theorie van de kleuren heel erg mooi vind? Niet alleen omdat het bij haar karakter past, maar ik vind het van jou mooi gevonden, een hele goede manier om de verandering in Starla's binnenwereldje weer te geven zonder het eigenlijk expliciet te benoemen. Dat is zo'n metafoor waarvan ik zou willen dat ik hem had bedacht, omdat het zo meesterlijk is.
De laatste zin van het laatste stuk maakte me weer ondraaglijk nieuwsgierig! Ik ben weer bijgelezen en niet langer ondergesneeuwd, dus snel meer? :)
Liefs!
Ik vond het stuk met Evert-Jan (zowel het eerste stuk in mijn inbox als de stukken hier) heel erg goed uitgewerkt en mooi geschreven, ik voelde de intensiteit helemaal en de opbouw naar het moment dat Starla hem punchte - deed me trouwens even denken aan Hermelien die Malfidus mept, randomly.
Heb ik al eens gezegd dat ik Mels theorie van de kleuren heel erg mooi vind? Niet alleen omdat het bij haar karakter past, maar ik vind het van jou mooi gevonden, een hele goede manier om de verandering in Starla's binnenwereldje weer te geven zonder het eigenlijk expliciet te benoemen. Dat is zo'n metafoor waarvan ik zou willen dat ik hem had bedacht, omdat het zo meesterlijk is.
De laatste zin van het laatste stuk maakte me weer ondraaglijk nieuwsgierig! Ik ben weer bijgelezen en niet langer ondergesneeuwd, dus snel meer? :)
Liefs!
Dank je wel Masterbreel en jij ook Melian! Dank je wel voor je leuke complimenten, echt leuk om te horen dat je zulke dingen leuk vindt
thanks, doet me goed!
Beetje laat op de avond maar toch nog even een stukje erbij
hopelijk vinden jullie het een beetje spannend!
__________________________________________________________________________________
Ik was om vier uur begonnen, die dag. Het was tot dan toe een rustige dag geweest. Het was weekend, zaterdag, en ik had tot een uur of drie met Melanie in Gio’s appartement zitten leren voor ik rond half vier naar het restaurant was gegaan om te gaan werken. Gio was er al, hij was begonnen om twaalf uur, en hij was net klaar met in de kantine iets met Kimberley bespreken toen ik aangekomen was. Kimberley bleef even hangen toen ik me bij hen voegde en we praatten een tijdje met elkaar, met zijn drieën, lachend en over leuke, zorgeloze onderwerpen. Na een tijdje, toen Gio werd weggeroepen wegens iets in de keuken, kleedde ik me om terwijl ik tussendoor met Kimberley kletste en ging daarna ook aan het werk.
Omdat het binnen niet zo druk was, was de sfeer ook daar fijn en relaxed. Ik had veel tijd om tussen het werk door in de keuken wat met Kimberley te praten terwijl we wachten op gerechten van Nando en de klanten waren aardig en vriendelijk. Er zaten twee mannen van een jaar of vijftig die een beetje jolig waren en iedere keer vroegen of ik fotomodel was en een paar oude vrouwtjes praatten aan een tafeltje verderop met me over alles en nog wat. Gio kwam langslopen toen ik met een dienblad in mijn armen naar hun verhaal over hun vroegere fietstochten naar school met windkracht acht stond te luisteren en ik zag dat hij glimlachte toen hij me zag staan. Hij was prachtig als hij zo keek en gelijk voelde ik me nog drie keer beter. Ik had behoefte aan hem en kon niet wachten tot we die avond allebei klaar waren om terug naar huis te gaan.
Het enige wat tot dan toe een beetje minder was, was dat ik niet de enige was die had opgemerkt dat Gio er goed uitzag. Later in de avond, toen het wat drukker begon te worden, kwam er ook een vrouwelijke klant in haar eentje aan een tafeltje bij het raam zitten. Ze was ik denk een jaar of veertig, had lang blond haar en droeg een truitje met een veel te laag decolleté. Haar tafel stond in wat die avond Gio’s gedeelte van het restaurant was, dus het duurde niet lang voor ze hem opmerkte. Ik geloof dat ze hem wel leuk vond (understatement) en dus maakte ze dankbaar gebruik van het feit dat hij haar moest bedienen. Echt, ze klampte zich aan hem vast en liet hem niet meer los. Ze bleef hem maar bij zich roepen, om ieder wissewasje: ze wilde hem dingen vragen, drankjes bestellen, hem uithoren over de ingrediënten van haar maaltijd, iets weten over de zin van het leven, weet ik veel wat ze allemaal van hem wilde, maar ze verzon iedere keer wel iets nieuws. Na verloop van tijd begon ze hem nog aan te raken ook: als hij iets zei waar ze om moest lachen, legde ze haar hand op zijn arm en als hij borden of bestek af kwam ruimen, gaf ze het telkens op zo’n manier aan dat haar hand net even die de zijne raakte.
Kort samengevat begon het dus met het kwartier irritanter te worden. In het begin kon ik er nog wel om lachen, maar op een gegeven oment begon ik me er aan te ergeren. Daardoor ergerde ik me vervolgens ook weer aan mezelf, want ik wist dat het nergens voor nodig was dat ik me zo druk maakte. Gio was beleefd tegen haar zonder op haar avances in te gaan en ik wist dat hij dat ook ook niet zou doen, en ik was nooit bezitterig of jaloers geweest en had een hekel aan mensen die dat wel waren, en bovendien kon Gio het allemaal best zelf afhandelen. Dat wist ik allemaal wel, maar toch kon ik het niet laten af en toe even stiekem hun kant op te kijken om te zien wat er gebeurde. Ik hoopte stiekem de hele tijd dat ze binnen nu en niet al te afzienbare tijd zou besluiten weg te gaan.
Gezien ze dat echter voorlopig niet op korte termijn van plan leek, was ik nog steeds bezig haar zo subtiel mogelijk in de gaten aan het houden toen het gebeurde. De vrouw had Gio rond het betreffende tijdstip net voor de miljoenste keer naar zich toegeroepen en dat leidde ertoe dat Gio inmiddels al een paar minuten met een leeg dienblad onder zijn arm bij haar tafel haar verhaal stond aan te horen. Volgens mij had hij wel betere dingen te doen, maar zoals altijd bleef hij netjes: hij luisterde naar haar en zei af en toe iets als ze hem om feedback vroeg. De vrouw zelf had haar elleboog op tafel gezet en gaf hem (en de rest van het restaurant) zo ongegeneerd diepe inkijk in haar decolleté.
Ik was intussen aan de andere kant van het restaurant bezig met wat klanten die net binnen waren gekomen. Het was een jong stel, een blond meisje en een knappe, lichtgetinte jongen met een glimmende diamant in zijn oor. Ik stond precies aan de goede kant van de tafel en kon zo over hun hoofden heen af en toe stiekem naar Gio en die vervelende vrouw kijken terwijl ik mijn praatje over de soep van de dag afdraaide. Het was echter best een kunst dat onopvallend te doen, dus ik had al mijn concentratie nodig om én dat mens in de gaten te houden én tegelijkertijd over soep door te praten of er niets in de hand was.
Waarschijnlijk was dat de reden dat ik het eerst niet in de gaten had. Het ene gedeelte van mijn bewustzijn was immers voornamelijk op mijn verhaal gericht en het andere op Gio en mijn moordplannen richting die vrouw, dus daar werd ik zo door in beslag genomen dat er niet veel over bleef voor andere dingen. Het duurde dus even voor ik uit mijn concentratie werd opgeschrikt omdat ik me plotseling realiseerde dat er iets veranderde in mijn omgeving.
Het eerste waar ik me bewust van werd, was dat het licht plotseling gedeeltelijk wegviel. Het gebeurde plotseling en het duurde even voor ik doorkreeg dat die verandering veroorzaakt werd doordat er een schaduw over me heenviel. Toen ik me dat realiseerde, werd ik me ook bewust van een aanwezigheid die er net nog niet geweest was. Er stond iemand vlak bij me, nog geen meter van me vandaan.
Eén, één enkele heerlijke seconde lang dacht ik dat het een collega was. Een parttimer die iets moest weten, Kimberey die wilde vragen of ik een tafeltje over kon nemen, een klant die me ergens voor nodig had. Die hoop vervloog echter al gauw weer toen er een sterke hand zich in een ijzeren greep om mijn arm sloot. Ik wist vrijwel direct dat de greep te ruw en te dwingend was om van een collega te komen.

Beetje laat op de avond maar toch nog even een stukje erbij

__________________________________________________________________________________
Ik was om vier uur begonnen, die dag. Het was tot dan toe een rustige dag geweest. Het was weekend, zaterdag, en ik had tot een uur of drie met Melanie in Gio’s appartement zitten leren voor ik rond half vier naar het restaurant was gegaan om te gaan werken. Gio was er al, hij was begonnen om twaalf uur, en hij was net klaar met in de kantine iets met Kimberley bespreken toen ik aangekomen was. Kimberley bleef even hangen toen ik me bij hen voegde en we praatten een tijdje met elkaar, met zijn drieën, lachend en over leuke, zorgeloze onderwerpen. Na een tijdje, toen Gio werd weggeroepen wegens iets in de keuken, kleedde ik me om terwijl ik tussendoor met Kimberley kletste en ging daarna ook aan het werk.
Omdat het binnen niet zo druk was, was de sfeer ook daar fijn en relaxed. Ik had veel tijd om tussen het werk door in de keuken wat met Kimberley te praten terwijl we wachten op gerechten van Nando en de klanten waren aardig en vriendelijk. Er zaten twee mannen van een jaar of vijftig die een beetje jolig waren en iedere keer vroegen of ik fotomodel was en een paar oude vrouwtjes praatten aan een tafeltje verderop met me over alles en nog wat. Gio kwam langslopen toen ik met een dienblad in mijn armen naar hun verhaal over hun vroegere fietstochten naar school met windkracht acht stond te luisteren en ik zag dat hij glimlachte toen hij me zag staan. Hij was prachtig als hij zo keek en gelijk voelde ik me nog drie keer beter. Ik had behoefte aan hem en kon niet wachten tot we die avond allebei klaar waren om terug naar huis te gaan.
Het enige wat tot dan toe een beetje minder was, was dat ik niet de enige was die had opgemerkt dat Gio er goed uitzag. Later in de avond, toen het wat drukker begon te worden, kwam er ook een vrouwelijke klant in haar eentje aan een tafeltje bij het raam zitten. Ze was ik denk een jaar of veertig, had lang blond haar en droeg een truitje met een veel te laag decolleté. Haar tafel stond in wat die avond Gio’s gedeelte van het restaurant was, dus het duurde niet lang voor ze hem opmerkte. Ik geloof dat ze hem wel leuk vond (understatement) en dus maakte ze dankbaar gebruik van het feit dat hij haar moest bedienen. Echt, ze klampte zich aan hem vast en liet hem niet meer los. Ze bleef hem maar bij zich roepen, om ieder wissewasje: ze wilde hem dingen vragen, drankjes bestellen, hem uithoren over de ingrediënten van haar maaltijd, iets weten over de zin van het leven, weet ik veel wat ze allemaal van hem wilde, maar ze verzon iedere keer wel iets nieuws. Na verloop van tijd begon ze hem nog aan te raken ook: als hij iets zei waar ze om moest lachen, legde ze haar hand op zijn arm en als hij borden of bestek af kwam ruimen, gaf ze het telkens op zo’n manier aan dat haar hand net even die de zijne raakte.
Kort samengevat begon het dus met het kwartier irritanter te worden. In het begin kon ik er nog wel om lachen, maar op een gegeven oment begon ik me er aan te ergeren. Daardoor ergerde ik me vervolgens ook weer aan mezelf, want ik wist dat het nergens voor nodig was dat ik me zo druk maakte. Gio was beleefd tegen haar zonder op haar avances in te gaan en ik wist dat hij dat ook ook niet zou doen, en ik was nooit bezitterig of jaloers geweest en had een hekel aan mensen die dat wel waren, en bovendien kon Gio het allemaal best zelf afhandelen. Dat wist ik allemaal wel, maar toch kon ik het niet laten af en toe even stiekem hun kant op te kijken om te zien wat er gebeurde. Ik hoopte stiekem de hele tijd dat ze binnen nu en niet al te afzienbare tijd zou besluiten weg te gaan.
Gezien ze dat echter voorlopig niet op korte termijn van plan leek, was ik nog steeds bezig haar zo subtiel mogelijk in de gaten aan het houden toen het gebeurde. De vrouw had Gio rond het betreffende tijdstip net voor de miljoenste keer naar zich toegeroepen en dat leidde ertoe dat Gio inmiddels al een paar minuten met een leeg dienblad onder zijn arm bij haar tafel haar verhaal stond aan te horen. Volgens mij had hij wel betere dingen te doen, maar zoals altijd bleef hij netjes: hij luisterde naar haar en zei af en toe iets als ze hem om feedback vroeg. De vrouw zelf had haar elleboog op tafel gezet en gaf hem (en de rest van het restaurant) zo ongegeneerd diepe inkijk in haar decolleté.
Ik was intussen aan de andere kant van het restaurant bezig met wat klanten die net binnen waren gekomen. Het was een jong stel, een blond meisje en een knappe, lichtgetinte jongen met een glimmende diamant in zijn oor. Ik stond precies aan de goede kant van de tafel en kon zo over hun hoofden heen af en toe stiekem naar Gio en die vervelende vrouw kijken terwijl ik mijn praatje over de soep van de dag afdraaide. Het was echter best een kunst dat onopvallend te doen, dus ik had al mijn concentratie nodig om én dat mens in de gaten te houden én tegelijkertijd over soep door te praten of er niets in de hand was.
Waarschijnlijk was dat de reden dat ik het eerst niet in de gaten had. Het ene gedeelte van mijn bewustzijn was immers voornamelijk op mijn verhaal gericht en het andere op Gio en mijn moordplannen richting die vrouw, dus daar werd ik zo door in beslag genomen dat er niet veel over bleef voor andere dingen. Het duurde dus even voor ik uit mijn concentratie werd opgeschrikt omdat ik me plotseling realiseerde dat er iets veranderde in mijn omgeving.
Het eerste waar ik me bewust van werd, was dat het licht plotseling gedeeltelijk wegviel. Het gebeurde plotseling en het duurde even voor ik doorkreeg dat die verandering veroorzaakt werd doordat er een schaduw over me heenviel. Toen ik me dat realiseerde, werd ik me ook bewust van een aanwezigheid die er net nog niet geweest was. Er stond iemand vlak bij me, nog geen meter van me vandaan.
Eén, één enkele heerlijke seconde lang dacht ik dat het een collega was. Een parttimer die iets moest weten, Kimberey die wilde vragen of ik een tafeltje over kon nemen, een klant die me ergens voor nodig had. Die hoop vervloog echter al gauw weer toen er een sterke hand zich in een ijzeren greep om mijn arm sloot. Ik wist vrijwel direct dat de greep te ruw en te dwingend was om van een collega te komen.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Wat ik hier leuk aan vind, zijn die subtiele hints. Ze vertelt het natuurlijk op een moment dat het al gebeurd is, dus ze verwijst steeds naar wat er gaat gebeuren, en als lezer weet je het eigenlijk ook wel, maar je maakt het niet expliciet. Dat werkt, het voert de spanning op. Bij de zin
Ik ben een beetje moe, dus ik ga het hierbij laten, maar ik vond het een leuke verrassing zo laat op de avond! Mag je vaker doen. :P
Liefs!
voelde ik echt, toen hapte ik even naar adem, omdat dat zo'n filmisch beeld is, die schaduw die over iemand heen valt. Heel goed gevonden. :)Jeetje schreef:Het eerste waar ik me bewust van werd, was dat het licht plotseling gedeeltelijk wegviel.
Ik ben een beetje moe, dus ik ga het hierbij laten, maar ik vond het een leuke verrassing zo laat op de avond! Mag je vaker doen. :P
Liefs!
Ik zou in bed moeten liggen en toen zag ik je verhaal voorbij komen, dacht toch even lezen! Ben benieuwd wie de persoon is die Starla vastpakt. Bobby? Cees?
Een paar foutjes:
op een gegeven oment = moment
Gio was beleefd tegen haar zonder op haar avances in te gaan en ik wist dat hij dat ook ook niet zou doen, en ik was nooit bezitterig of jaloers geweest en had een hekel aan mensen die dat wel waren, en bovendien kon Gio het allemaal best zelf afhandelen. = erg lange zin, misschien kun je deze zin in meerdere zinnen opdelen.
zo ongegeneerd diepe inkijk in haar decolleté. = een diepe inkijk
Groetjes Blieje
Een paar foutjes:
op een gegeven oment = moment
Gio was beleefd tegen haar zonder op haar avances in te gaan en ik wist dat hij dat ook ook niet zou doen, en ik was nooit bezitterig of jaloers geweest en had een hekel aan mensen die dat wel waren, en bovendien kon Gio het allemaal best zelf afhandelen. = erg lange zin, misschien kun je deze zin in meerdere zinnen opdelen.
zo ongegeneerd diepe inkijk in haar decolleté. = een diepe inkijk
Groetjes Blieje

Het laatste contact is altijd het zwaarste.
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Dat is Cees natuurlijk! Snel weer posten Jeetje! Spannend!
Niet eerlijk om daar te stoppen, écht niet.
Haha, okee, ookal reageer ik niet vaak, ik lees ook nog altijd mee :p
fijn stukje weer en ik hoop snel vervolgje te lezen!
Haha, okee, ookal reageer ik niet vaak, ik lees ook nog altijd mee :p
fijn stukje weer en ik hoop snel vervolgje te lezen!
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~
Nano: 6670/50 000
Dank jullie wel voor de leuke reacties! Echt top dat jullie allemaal nog meelezen!
hopelijk is iedereen bij, alleen arenda lijkt van de aardbodem verdwenen, arenda, waar ben je? 
__________________________________________________________________________________________
De zinnen over soep vielen uit elkaar in mijn hoofd uit elkaar toen de vingers zich ruw om mijn arm sloten. Ik werd me bewust van een vage lucht van sigarettenrook en leer, vlak bij me, en ik liet mijn blik van Gio en de vrouw afdwalen. Mijn ogen gleden opzij en toen stierven mijn woorden weg. Ik keek midden in het gezicht van Cees.
Even kon ik me niet bewegen toen ik hem daar zag staan. Alles wat er in mijn hoofd was geweest, loste op in het niets en mijn adem bleef in mijn keel steken. Het duurde even voor ik helemaal kon bevatten dat hij ineens naast me stond, dat hij me vasthield, dat hij er echt was, dat ik het me niet verbeeldde. Toen, na een paar seconden, toen mijn lichaam doorkreeg wat er gebeurde, dat het echt was, sloeg alles binnenin me volledig op tilt. Ik kreeg het warm, in één keer bloedheet, en de haartjes op mijn onderarmen gingen recht overeind staan. Mijn hart begon te bonzen als een gek en alle kracht trok uit mijn benen weg. Mijn knieën knikten en ik kreeg het benauwd door de duistere blik in zijn ogen.
Cees keek me donker aan.
‘Wij gaan praten,’ zei hij. ‘Nu. Onder vier ogen.’
Mijn hart bonkte luid in mijn borst. Zijn greep om mijn arm was zo stevig dat het pijn deed en ik rook alcohol in zijn adem. Ik wist niet of hij dronken was, maar zijn pupillen waren twee keer zo groot als normaal. Ik vreesde voor wat er zou gebeuren als ik nu stennis zou gaan schoppen of ik liet blijken dat ik bang was.
Terwijl ik paniekerig probeerde te bedenken wat ik moest doen, begon Cees begon aan mijn arm te trekken in een poging me mee te krijgen. Hij trok hard, maar ik zette mijn hakken in de grond. Uit alle macht probeerde ik te blijven staan.
‘Niet nu, Cees,’ snauwde ik met alle moed die ik nog in me had. ‘Ik ben aan het werk. Rot op.’
Maar Cees gaf een ferme ruk aan mijn arm.
‘Kop houden, hoer,’ zei hij, en het stel aan de tafel voor ons keek ons met grote ogen aan. ‘Meelopen, verdomme, nu.’
Zijn greep werd steviger en opnieuw zette hij druk op mijn arm. Hij was sterker dan ik en nu lukte het hem me mee te krijgen. Hij trok me van mijn plek, gaf me niet de tijd om nog iets tegen mijn klanten te zeggen en sleepte me zonder pardon het restaurant door. Zo subtiel mogelijk probeerde ik mijn arm los te trekken, maar hij hield me stevig vast. Mijn benen begaven het zowat.
‘Laat me los, Cees’ siste ik tegen hem terwijl ik probeerde zijn vingers van mijn arm te wrikken. ‘Ik kan zelf ook wel lopen.’
Maar daar trapte hij niet in, natuurlijk. Hij hield me vast, sleepte me verder het restaurant door en liep om de tafeltjes met me naar de uitgang. De deur kwam vervaarlijk dichterbij en mijn hart schoot naar mijn keel toen ik zag hoe dichtbij we waren. Ik wist niet wat hij in deze toestand onder praten verstond, maar ik was bang dat ik daar ook beter niet achter kon komen.
Als laatste redmiddel keek ik nog één keer achterom, zoekend naar Gio. Die werd echter nog steeds vastgehouden door de vervelende vrouw: hij stond met zijn rug naar ons toe terwijl ze tegen hem praatte en had niets in de gaten. Ik besefte dat ik moeilijk dwars door het volle restaurant heen naar hem kon gaan schreeuwen en de moed zakte me in de schoenen. Ik slikte, wendde mijn blik weer af en liet me door Cees mee naar buiten trekken.
Cees sleepte me door de deuren van het restaurant mee de koude buitenlucht in. Hij hield mijn arm vast en nam me mee naar het einde van het blok. We liepen langs de laatste winkels op het rijtje heen en gingen daarna de hoek om, een steegje in. Het was smal en doodlopend, een meter of drie breed, met alleen muren rondom en wat zilveren containers tegen de achterkant. Het was er donker door de schaduw van de omliggende gebouwen en het rook er naar vocht en kartonafval.
Aan het einde van de steeg bleef Cees zo prompt staan dat ik bijna tegen hem opbotste. Hij draaide zich om en liet toen eindelijk mijn arm los. Het voelde of de afdruk van zijn vingers diep in mijn vlees stond. Ik wreef er met mijn hand overheen en keek hem zo gepikeerd mogelijk aan.
‘Wat wil je nou, man?’ vroeg ik met een onzekere ondertoon in mijn stem die ik niet voor mezelf kon verbergen.
Cees keek langs me heen naar het einde van de steeg en wiebelde een beetje neurotisch heen en weer op zijn voeten.
‘Er zit een kliniek aan de andere kant van de stad,’ zei hij. ‘Vlak bij het station, richting het ziekenhuis. Ze zijn iedere doordeweekse dag open. Daar moet je heen om je abortus te regelen.’
Ik staarde hem aan. Het duurde even voor zijn woorden tot me doordrongen, maar toen realiseerde ik wat hij zei. Aan zijn gezicht te zien, was hij nog serieus ook. Ik kon het bijna niet geloven. Wat dacht hij wel niet? Dacht hij echt dat ik naar de andere kant van de stad ging afreizen omdat ik van hem een abortus ‘moest’ regelen?
Ik was nog altijd bang voor Cees, maar mijn verontwaardiging won het nu van mijn angst. Als ik dit deed, als ik toegaf, was het hek van de dam. Dan dacht hij misschien dat hij nog veel meer van me kon gaan eisen, dan ging het straks van kwaad tot erger als dat gebeurde, was het einde zoek. Ik mocht niet zwichten, hoe dan ook. Ik mocht niet eens doen alsof.
Ik fronste mijn wenkbrauwen en zette een stap opzij.
‘Nee,’ zei ik. ‘Rot op en laat me met rust. Ik doe helemaal niets voor jou en ik bepaal zelf wel wat ik met mijn lichaam doe.’
Ik wilde langs hem heen lopen, maar mijn agressieve reactie had het averechtse effect. Ik had nog geen twee stappen gezet toen hij me blokkeerde. Hij sneed me de pas af en voor ik wist wat er gebeurde, had hij me bij mijn keel gegrepen. Hij duwde me naar achteren en de lucht werd uit mijn longen geperst toen ik mijn rug tegen de muur klapte. Ik snakte naar adem en greep naar zijn hand, maar Cees hield me stevig vast en boog naar me toe.
‘Kijk wie er ineens praatjes heeft gekregen,’ siste hij naast mijn oor en terwijl ik met krampachtig dichtgeknepen ogen naar lucht snakte. ‘Heel dapper, maar je mooie Italiaanse neukertje is nu even niet in de buurt, dus als ik zeg dat jij naar me luistert, dan doe je dat, stomme hoer. Jij gaat naar die kliniek, je maakt een afspraak en je laat dat kutkind uit je halen. Je gaat er naartoe, ook al moet ik je er aan je haren naartoe slepen. Het interesseert me niet wat voor kronkel jij in je hoofd hebt die je vertelt dat je mij ergens voor moet straffen, want ik ga mijn leven niet laten verpesten door dat ene kwartiertje dat ik met jou heb doorgebracht.’


__________________________________________________________________________________________
De zinnen over soep vielen uit elkaar in mijn hoofd uit elkaar toen de vingers zich ruw om mijn arm sloten. Ik werd me bewust van een vage lucht van sigarettenrook en leer, vlak bij me, en ik liet mijn blik van Gio en de vrouw afdwalen. Mijn ogen gleden opzij en toen stierven mijn woorden weg. Ik keek midden in het gezicht van Cees.
Even kon ik me niet bewegen toen ik hem daar zag staan. Alles wat er in mijn hoofd was geweest, loste op in het niets en mijn adem bleef in mijn keel steken. Het duurde even voor ik helemaal kon bevatten dat hij ineens naast me stond, dat hij me vasthield, dat hij er echt was, dat ik het me niet verbeeldde. Toen, na een paar seconden, toen mijn lichaam doorkreeg wat er gebeurde, dat het echt was, sloeg alles binnenin me volledig op tilt. Ik kreeg het warm, in één keer bloedheet, en de haartjes op mijn onderarmen gingen recht overeind staan. Mijn hart begon te bonzen als een gek en alle kracht trok uit mijn benen weg. Mijn knieën knikten en ik kreeg het benauwd door de duistere blik in zijn ogen.
Cees keek me donker aan.
‘Wij gaan praten,’ zei hij. ‘Nu. Onder vier ogen.’
Mijn hart bonkte luid in mijn borst. Zijn greep om mijn arm was zo stevig dat het pijn deed en ik rook alcohol in zijn adem. Ik wist niet of hij dronken was, maar zijn pupillen waren twee keer zo groot als normaal. Ik vreesde voor wat er zou gebeuren als ik nu stennis zou gaan schoppen of ik liet blijken dat ik bang was.
Terwijl ik paniekerig probeerde te bedenken wat ik moest doen, begon Cees begon aan mijn arm te trekken in een poging me mee te krijgen. Hij trok hard, maar ik zette mijn hakken in de grond. Uit alle macht probeerde ik te blijven staan.
‘Niet nu, Cees,’ snauwde ik met alle moed die ik nog in me had. ‘Ik ben aan het werk. Rot op.’
Maar Cees gaf een ferme ruk aan mijn arm.
‘Kop houden, hoer,’ zei hij, en het stel aan de tafel voor ons keek ons met grote ogen aan. ‘Meelopen, verdomme, nu.’
Zijn greep werd steviger en opnieuw zette hij druk op mijn arm. Hij was sterker dan ik en nu lukte het hem me mee te krijgen. Hij trok me van mijn plek, gaf me niet de tijd om nog iets tegen mijn klanten te zeggen en sleepte me zonder pardon het restaurant door. Zo subtiel mogelijk probeerde ik mijn arm los te trekken, maar hij hield me stevig vast. Mijn benen begaven het zowat.
‘Laat me los, Cees’ siste ik tegen hem terwijl ik probeerde zijn vingers van mijn arm te wrikken. ‘Ik kan zelf ook wel lopen.’
Maar daar trapte hij niet in, natuurlijk. Hij hield me vast, sleepte me verder het restaurant door en liep om de tafeltjes met me naar de uitgang. De deur kwam vervaarlijk dichterbij en mijn hart schoot naar mijn keel toen ik zag hoe dichtbij we waren. Ik wist niet wat hij in deze toestand onder praten verstond, maar ik was bang dat ik daar ook beter niet achter kon komen.
Als laatste redmiddel keek ik nog één keer achterom, zoekend naar Gio. Die werd echter nog steeds vastgehouden door de vervelende vrouw: hij stond met zijn rug naar ons toe terwijl ze tegen hem praatte en had niets in de gaten. Ik besefte dat ik moeilijk dwars door het volle restaurant heen naar hem kon gaan schreeuwen en de moed zakte me in de schoenen. Ik slikte, wendde mijn blik weer af en liet me door Cees mee naar buiten trekken.
Cees sleepte me door de deuren van het restaurant mee de koude buitenlucht in. Hij hield mijn arm vast en nam me mee naar het einde van het blok. We liepen langs de laatste winkels op het rijtje heen en gingen daarna de hoek om, een steegje in. Het was smal en doodlopend, een meter of drie breed, met alleen muren rondom en wat zilveren containers tegen de achterkant. Het was er donker door de schaduw van de omliggende gebouwen en het rook er naar vocht en kartonafval.
Aan het einde van de steeg bleef Cees zo prompt staan dat ik bijna tegen hem opbotste. Hij draaide zich om en liet toen eindelijk mijn arm los. Het voelde of de afdruk van zijn vingers diep in mijn vlees stond. Ik wreef er met mijn hand overheen en keek hem zo gepikeerd mogelijk aan.
‘Wat wil je nou, man?’ vroeg ik met een onzekere ondertoon in mijn stem die ik niet voor mezelf kon verbergen.
Cees keek langs me heen naar het einde van de steeg en wiebelde een beetje neurotisch heen en weer op zijn voeten.
‘Er zit een kliniek aan de andere kant van de stad,’ zei hij. ‘Vlak bij het station, richting het ziekenhuis. Ze zijn iedere doordeweekse dag open. Daar moet je heen om je abortus te regelen.’
Ik staarde hem aan. Het duurde even voor zijn woorden tot me doordrongen, maar toen realiseerde ik wat hij zei. Aan zijn gezicht te zien, was hij nog serieus ook. Ik kon het bijna niet geloven. Wat dacht hij wel niet? Dacht hij echt dat ik naar de andere kant van de stad ging afreizen omdat ik van hem een abortus ‘moest’ regelen?
Ik was nog altijd bang voor Cees, maar mijn verontwaardiging won het nu van mijn angst. Als ik dit deed, als ik toegaf, was het hek van de dam. Dan dacht hij misschien dat hij nog veel meer van me kon gaan eisen, dan ging het straks van kwaad tot erger als dat gebeurde, was het einde zoek. Ik mocht niet zwichten, hoe dan ook. Ik mocht niet eens doen alsof.
Ik fronste mijn wenkbrauwen en zette een stap opzij.
‘Nee,’ zei ik. ‘Rot op en laat me met rust. Ik doe helemaal niets voor jou en ik bepaal zelf wel wat ik met mijn lichaam doe.’
Ik wilde langs hem heen lopen, maar mijn agressieve reactie had het averechtse effect. Ik had nog geen twee stappen gezet toen hij me blokkeerde. Hij sneed me de pas af en voor ik wist wat er gebeurde, had hij me bij mijn keel gegrepen. Hij duwde me naar achteren en de lucht werd uit mijn longen geperst toen ik mijn rug tegen de muur klapte. Ik snakte naar adem en greep naar zijn hand, maar Cees hield me stevig vast en boog naar me toe.
‘Kijk wie er ineens praatjes heeft gekregen,’ siste hij naast mijn oor en terwijl ik met krampachtig dichtgeknepen ogen naar lucht snakte. ‘Heel dapper, maar je mooie Italiaanse neukertje is nu even niet in de buurt, dus als ik zeg dat jij naar me luistert, dan doe je dat, stomme hoer. Jij gaat naar die kliniek, je maakt een afspraak en je laat dat kutkind uit je halen. Je gaat er naartoe, ook al moet ik je er aan je haren naartoe slepen. Het interesseert me niet wat voor kronkel jij in je hoofd hebt die je vertelt dat je mij ergens voor moet straffen, want ik ga mijn leven niet laten verpesten door dat ene kwartiertje dat ik met jou heb doorgebracht.’

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Waarom denkt Cees dat dit zijn leven gaat verpesten? Hij hoeft Starla toch nooit meer te zien, laat staan het kind, en sowieso is zij niet van plan om hem aan te klagen, right? Dat heeft ze hem misschien niet expliciet gezegd, maar dat zou hij kunnen raden; als ze het nu nog niet gedaan heeft, dan zal ze het wel niet gaan doen, of niet?
Dat is overigens geen kritiek op je verhaal, maar meer een vraag die ik mij op dit moment stel en waarvan ik denk dat er nog wel een antwoord gaat komen. :)
Goed stuk! Vooral het begin, de beschrijving van Starla's reactie op zijn plotselinge opduiken, dat pakte me echt, en het einde. Ik vind Cees' taalgebruik heel goed weergegeven, zo enigszins ruw en met die scheldwoorden en zo. Ja. I like.
Liefs!
Dat is overigens geen kritiek op je verhaal, maar meer een vraag die ik mij op dit moment stel en waarvan ik denk dat er nog wel een antwoord gaat komen. :)
Goed stuk! Vooral het begin, de beschrijving van Starla's reactie op zijn plotselinge opduiken, dat pakte me echt, en het einde. Ik vind Cees' taalgebruik heel goed weergegeven, zo enigszins ruw en met die scheldwoorden en zo. Ja. I like.
Liefs!
Zoo, die laatste zin van Cees: ik ga mijn leven niet laten verpesten door dat ene kwartiertje dat ik met jou heb doorgebracht.’
Cees heeft haar leven verpest, zij niet het zijne...
Weer mooi verwoord, schrijf snel verder!
Cees heeft haar leven verpest, zij niet het zijne...

Weer mooi verwoord, schrijf snel verder!

Het laatste contact is altijd het zwaarste.
-
- Puntenslijper
- Berichten: 12
- Lid geworden op: 09 mei 2013 18:44
Je mag rustig verder schrijven hoor 

-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Ze "mag" helemaal niets, ze MOET doorschrijven!:PLovereading schreef:Je mag rustig verder schrijven hoor
Wat een leuke afleiding voor de examens
Was weer een heel fijn stukje, spannend, ik ben het bovenstaande eens dat je maar heel snel weer een stukje moet plaatsen :p

~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~
Nano: 6670/50 000
Wat onwijs leuk, zo veel en zulke leuke reacties!
Onwijs bedankt allemaal, ik had geen idee dat er nog zoveel mensen meelazen, thanks! 
Edit: haha alleen maar goed toch Blieje, beter zo dan andersom dus doe er weer een stukje bij!
________________________________________________________________________________
Ik haalde paniekerig adem, te snel, te kort, en hield mijn ogen stijf dicht. Mijn hart sloeg als een bezetene en mijn spieren stonden zo gespannen dat mijn hele lichaam trilde.
‘Laat me los,’ probeerde ik, maar Cees’ hand sloot zich steviger om mijn hals.
‘Ik zweer het je, Starla,’ zei hij. ‘Als je het niet doet, trim ik je zo in elkaar dat niemand je ooit nog zal willen neuken.’
Ik kokhalsde. Zijn hand was verstikkend om mijn hals en ik voelde zijn vingers in mijn nek, iedere vinger afzonderlijk, brandend en tintelend, alsof ze elektrisch geladen waren. Mijn lichaam begon te gloeien en de angst baande zich een weg door mijn lichaam, steeds krachtiger, steeds paniekeriger. Ik worstelde, maar toen zijn hand bleef branden, toen ik nog steeds geen lucht kreeg, stroomde er iets over. Ik hield ik het niet meer.
‘Laat me los!’ gilde ik met de laatste lucht die ik nog in mijn longen had. Met mijn laatste kracht, het laatste restje adrenaline gaf ik hem een duw, zo hard als ik kon. Er verscheen een rode waas voor mijn ogen en ik wrong me uit zijn greep, wurmde mijn lichaam langs dat van hem en probeerde van hem weg te komen. Cees greep me bij mijn arm om me tegen te houden, maar ik dacht alleen nog maar aan wegkomen en in een reflex draaide ik mijn hoofd om. Mijn ogen vonden hem in één keer en het volgende moment spuugde ik hem vol in zijn gezicht.
Ik raakte hem precies goed, midden in zijn oog. Schijnbaar was het te goed, want Cees flipte. Ik weet niet wat er gebeurde, maar hij werd helemaal gek. Hij wankelde achteruit, vloekend en tierend, en begon als een wilde over zijn gezicht te wrijven. Zijn stem scheurde door de lucht en galmde in mijn hoofd en mijn hart kwam bijna door mijn borst heen naar buiten. Ik moest wegrennen, ik wist het, maar mijn benen leken wel van rubber. Mijn voeten waren zwaar en ik probeerde ze uit alle macht in beweging te krijgen, maar ze wogen een ton en kwamen tergend langzaam van de grond. Het lukte me, één voet, de volgende, maar had nog nauwelijks een stap gezet toen Cees zich herstelde. Ik hoorde hem bewegen en toen sloot zijn vuist zich plotseling om mijn haar.
Ik slaakte een kreet toen mijn haar met een ruk strak kwam te staan. Ik greep naar zijn handen, probeerde zijn vingers los te krijgen, maar het had geen enkele zin. Hij sleurde me aan mijn haren naar achteren en kwakte me tegen de muur. Mijn hoofd bonkte tegen de bakstenen achter me en er trok een witte, hete flits voor mijn ogen langs. Ik knipperde verdwaasd met mijn ogen en keek opzij toen ik geluid hoorde. Ik was nog net op tijd om te zien hoe Cees’ vuist recht op mijn gezicht afkwam.
Hij raakte me tegen de zijkant van mijn hoofd. Het was hard, echt hard. De wereld draaide en ik zag, ik voelde, even werd alles zwart. Door de kracht van de klap viel ik op de grond en de tegels schaafden de palmen van mijn handen. Er trok een pijnlijke sensatie trok door mijn enkel toen mijn voet dubbel klapte, maar Cees gaf me niet de tijd om bij te komen. Hij pakte me bij mijn haren, sleurde me hardhandig overeind en gaf me met al zijn kracht een schop onder mijn ribben. De neus van zijn schoen drong diep in mijn buik en de inhoud van mijn maag baande zich een weg terug naar boven.
Ik kokhalsde, maar Cees hees me verder overeind. Nog voor ik goed en wel op mijn benen stond, sloeg hij me opnieuw. Er sneed iets in mijn wenkbrauw en het voelde of mijn oog explodeerde, maar zijn vuist schoot gelijk weer naar voren en nog een keer sloeg hij me, en nog een keer, en nog een keer, en nog een keer. Volgens mij had hij zichzelf niet meer onder controle, was er ergens iets bij hem geknapt. Hij raakte me overal, in mijn gezicht, in mijn buik, in mijn zij, en ik voelde op zoveel plekken pijn dat ik geen onderscheid meer kon maken. Wanhopig hief ik mijn armen op in een poging mezelf te beschermen, maar het had geen enkele zin. Nog nauwelijks was de ene klap uitgedoofd voor de andere me alweer trof. Hij ging maar door, stompte in mijn zij, sloeg me in mijn gezicht, gaf me klappen in mijn buik en rammelde me door elkaar. Ik proefde bloed in mijn mond, mijn haren plakten aan mijn wangen, zelfs dat deed zeer, en ik probeerde wanhopig geluid te maken, om hulp te roepen, maar de klappen volgden elkaar in zo’n rap tempo op dat het me maar één keer lukte.
Die ene keer was echter genoeg. Net toen ik dacht dat het nooit meer op zou houden, dat hij me dood zou slaan, verdween hij plotseling. De klappen hielden op en ineens was hij weg. Ik zakte in elkaar als een lappenpop, op mijn knieën op de vochtige stenen, en hoestend keek ik op. Door mijn betraande ogen en alle pijn heen zag ik Gio, of iemand die ooit Gio geweest was. Ik herkende hem bijna niet. Zijn gezicht was furieus, keihard en onherkenbaar, met vlammende woede in zijn ogen en scherpe lijnen die zijn gezicht tekenden. Het enige wat ik dacht, op dat moment, was dat hij hem zou vermoorden.
Gio sleurde Cees aan zijn kraag bij me uit de buurt, naar de andere kant van de steeg. Hij trok hem hardhandig overeind en met een doffe bonk duwde hij hem met zijn rug tegen de muur. Zijn gezicht was vertrokken van woede en het volgende moment haalde hij uit. Hij gaf Cees zo’n ontzaggelijke klap in zijn gezicht dat ik dacht dat ik iets hoorde kraken. Cees greep naar zijn mond en zijn achterhoofd stuiterde tegen de muur.
‘Gio, nee!’ gilde ik schor, maar Gio hoorde me niet meer. Hij haalde nog een keer uit en raakte Cees dit keer tegen de zijkant van zijn hoofd, en daarna in zijn gezicht, en toen midden in zijn buik. Zijn gezicht, hij was zo kwaad, ik herkende hem niet meer, hij leek in niets meer op de Gio die ik kende. Volgens mij kwam al zijn frustratie tegenover Cees eruit, al zijn emoties over wat ik hem verteld had, al zijn woede over wat hij gedaan had. Hij bleef hem maar slaan, met zijn vuisten in zijn gezicht, en al gauw zag ik bloed uit Cees’ neus en mond komen. Eén keer miste Gio en toen zag Cees kans hem een klap terug te geven, maar volgens mij was Gio zo over de rooie dat hij het niet eens meer voelde. Hij haalde met al zijn kracht uit en sloeg Cees tegen de grond.
‘Gio!’ gilde ik weer met overslaande stem.
Ik hoorde rennende voetstappen en keek om. Ik zag Nando, Kimberley en wat andere mensen uit het restaurant de hoek om komen rennen. Gio schopte Cees net tussen zijn benen en wilde nog een keer naar hem uithalen, maar hij werd tegengehouden toen Nando en de parttimer uit het restaurant hem bij zijn armen grepen en hem achteruit probeerden te trekken. Gio schreeuwde iets tegen ze in het Italiaans, waarschijnlijk dat ze hem los moesten laten, en hij worstelde en probeerde zijn armen los te rukken om weer bij Cees in de buurt te kunnen komen. Zijn woede gaf hem kracht, en het kostte Nando en de parttimer moeite hem in bedwang te houden. Pas toen ook een afwasscholier te hulp schoot, lukte het hen hem achteruit te trekken.


Edit: haha alleen maar goed toch Blieje, beter zo dan andersom dus doe er weer een stukje bij!
________________________________________________________________________________
Ik haalde paniekerig adem, te snel, te kort, en hield mijn ogen stijf dicht. Mijn hart sloeg als een bezetene en mijn spieren stonden zo gespannen dat mijn hele lichaam trilde.
‘Laat me los,’ probeerde ik, maar Cees’ hand sloot zich steviger om mijn hals.
‘Ik zweer het je, Starla,’ zei hij. ‘Als je het niet doet, trim ik je zo in elkaar dat niemand je ooit nog zal willen neuken.’
Ik kokhalsde. Zijn hand was verstikkend om mijn hals en ik voelde zijn vingers in mijn nek, iedere vinger afzonderlijk, brandend en tintelend, alsof ze elektrisch geladen waren. Mijn lichaam begon te gloeien en de angst baande zich een weg door mijn lichaam, steeds krachtiger, steeds paniekeriger. Ik worstelde, maar toen zijn hand bleef branden, toen ik nog steeds geen lucht kreeg, stroomde er iets over. Ik hield ik het niet meer.
‘Laat me los!’ gilde ik met de laatste lucht die ik nog in mijn longen had. Met mijn laatste kracht, het laatste restje adrenaline gaf ik hem een duw, zo hard als ik kon. Er verscheen een rode waas voor mijn ogen en ik wrong me uit zijn greep, wurmde mijn lichaam langs dat van hem en probeerde van hem weg te komen. Cees greep me bij mijn arm om me tegen te houden, maar ik dacht alleen nog maar aan wegkomen en in een reflex draaide ik mijn hoofd om. Mijn ogen vonden hem in één keer en het volgende moment spuugde ik hem vol in zijn gezicht.
Ik raakte hem precies goed, midden in zijn oog. Schijnbaar was het te goed, want Cees flipte. Ik weet niet wat er gebeurde, maar hij werd helemaal gek. Hij wankelde achteruit, vloekend en tierend, en begon als een wilde over zijn gezicht te wrijven. Zijn stem scheurde door de lucht en galmde in mijn hoofd en mijn hart kwam bijna door mijn borst heen naar buiten. Ik moest wegrennen, ik wist het, maar mijn benen leken wel van rubber. Mijn voeten waren zwaar en ik probeerde ze uit alle macht in beweging te krijgen, maar ze wogen een ton en kwamen tergend langzaam van de grond. Het lukte me, één voet, de volgende, maar had nog nauwelijks een stap gezet toen Cees zich herstelde. Ik hoorde hem bewegen en toen sloot zijn vuist zich plotseling om mijn haar.
Ik slaakte een kreet toen mijn haar met een ruk strak kwam te staan. Ik greep naar zijn handen, probeerde zijn vingers los te krijgen, maar het had geen enkele zin. Hij sleurde me aan mijn haren naar achteren en kwakte me tegen de muur. Mijn hoofd bonkte tegen de bakstenen achter me en er trok een witte, hete flits voor mijn ogen langs. Ik knipperde verdwaasd met mijn ogen en keek opzij toen ik geluid hoorde. Ik was nog net op tijd om te zien hoe Cees’ vuist recht op mijn gezicht afkwam.
Hij raakte me tegen de zijkant van mijn hoofd. Het was hard, echt hard. De wereld draaide en ik zag, ik voelde, even werd alles zwart. Door de kracht van de klap viel ik op de grond en de tegels schaafden de palmen van mijn handen. Er trok een pijnlijke sensatie trok door mijn enkel toen mijn voet dubbel klapte, maar Cees gaf me niet de tijd om bij te komen. Hij pakte me bij mijn haren, sleurde me hardhandig overeind en gaf me met al zijn kracht een schop onder mijn ribben. De neus van zijn schoen drong diep in mijn buik en de inhoud van mijn maag baande zich een weg terug naar boven.
Ik kokhalsde, maar Cees hees me verder overeind. Nog voor ik goed en wel op mijn benen stond, sloeg hij me opnieuw. Er sneed iets in mijn wenkbrauw en het voelde of mijn oog explodeerde, maar zijn vuist schoot gelijk weer naar voren en nog een keer sloeg hij me, en nog een keer, en nog een keer, en nog een keer. Volgens mij had hij zichzelf niet meer onder controle, was er ergens iets bij hem geknapt. Hij raakte me overal, in mijn gezicht, in mijn buik, in mijn zij, en ik voelde op zoveel plekken pijn dat ik geen onderscheid meer kon maken. Wanhopig hief ik mijn armen op in een poging mezelf te beschermen, maar het had geen enkele zin. Nog nauwelijks was de ene klap uitgedoofd voor de andere me alweer trof. Hij ging maar door, stompte in mijn zij, sloeg me in mijn gezicht, gaf me klappen in mijn buik en rammelde me door elkaar. Ik proefde bloed in mijn mond, mijn haren plakten aan mijn wangen, zelfs dat deed zeer, en ik probeerde wanhopig geluid te maken, om hulp te roepen, maar de klappen volgden elkaar in zo’n rap tempo op dat het me maar één keer lukte.
Die ene keer was echter genoeg. Net toen ik dacht dat het nooit meer op zou houden, dat hij me dood zou slaan, verdween hij plotseling. De klappen hielden op en ineens was hij weg. Ik zakte in elkaar als een lappenpop, op mijn knieën op de vochtige stenen, en hoestend keek ik op. Door mijn betraande ogen en alle pijn heen zag ik Gio, of iemand die ooit Gio geweest was. Ik herkende hem bijna niet. Zijn gezicht was furieus, keihard en onherkenbaar, met vlammende woede in zijn ogen en scherpe lijnen die zijn gezicht tekenden. Het enige wat ik dacht, op dat moment, was dat hij hem zou vermoorden.
Gio sleurde Cees aan zijn kraag bij me uit de buurt, naar de andere kant van de steeg. Hij trok hem hardhandig overeind en met een doffe bonk duwde hij hem met zijn rug tegen de muur. Zijn gezicht was vertrokken van woede en het volgende moment haalde hij uit. Hij gaf Cees zo’n ontzaggelijke klap in zijn gezicht dat ik dacht dat ik iets hoorde kraken. Cees greep naar zijn mond en zijn achterhoofd stuiterde tegen de muur.
‘Gio, nee!’ gilde ik schor, maar Gio hoorde me niet meer. Hij haalde nog een keer uit en raakte Cees dit keer tegen de zijkant van zijn hoofd, en daarna in zijn gezicht, en toen midden in zijn buik. Zijn gezicht, hij was zo kwaad, ik herkende hem niet meer, hij leek in niets meer op de Gio die ik kende. Volgens mij kwam al zijn frustratie tegenover Cees eruit, al zijn emoties over wat ik hem verteld had, al zijn woede over wat hij gedaan had. Hij bleef hem maar slaan, met zijn vuisten in zijn gezicht, en al gauw zag ik bloed uit Cees’ neus en mond komen. Eén keer miste Gio en toen zag Cees kans hem een klap terug te geven, maar volgens mij was Gio zo over de rooie dat hij het niet eens meer voelde. Hij haalde met al zijn kracht uit en sloeg Cees tegen de grond.
‘Gio!’ gilde ik weer met overslaande stem.
Ik hoorde rennende voetstappen en keek om. Ik zag Nando, Kimberley en wat andere mensen uit het restaurant de hoek om komen rennen. Gio schopte Cees net tussen zijn benen en wilde nog een keer naar hem uithalen, maar hij werd tegengehouden toen Nando en de parttimer uit het restaurant hem bij zijn armen grepen en hem achteruit probeerden te trekken. Gio schreeuwde iets tegen ze in het Italiaans, waarschijnlijk dat ze hem los moesten laten, en hij worstelde en probeerde zijn armen los te rukken om weer bij Cees in de buurt te kunnen komen. Zijn woede gaf hem kracht, en het kostte Nando en de parttimer moeite hem in bedwang te houden. Pas toen ook een afwasscholier te hulp schoot, lukte het hen hem achteruit te trekken.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Waarom laat Starla het niet toe dat Gio Cees in elkaar slaat? De gek heeft het toch dubbel en dwars verdiend? Raar van Starla hoor...
Maar wel een heftig stukje, pfff... mooi gedaan!
En ja, het is zeker mooi dat allemaal die mensen meelezen, je kunt zo met je verhaal naar een uitgeverij!

Maar wel een heftig stukje, pfff... mooi gedaan!

En ja, het is zeker mooi dat allemaal die mensen meelezen, je kunt zo met je verhaal naar een uitgeverij!

Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Waarschijnlijk omdat Star bang is dat Gio Cees om zeep helpt/hem iets anders ergs aandoet en ze bang is dat ze hem ten gevolgde daarvan ook kwijtraakt
en ook omdat Cees best wel eens terug kan slaan en ze wss niet wil dat Gio gewond raakt oid
beetje logisch? 




~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
En Cees heeft de verdiende klappen gehad, nog niet lang genoeg, maar ik begrijp Star haar reactie wel. Weer een zeer leuk stukje en zo als altijd ga ik aan jou voetjes trouw liggen wachten, al kwijlend, op een vervolgje!
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~
Nano: 6670/50 000
Ik denk dat het voor Starla ook best confronterend is om Gio zo over de rooie te zien. Hij is altijd zo de rustige factor in haar leven en om te moeten zien dat hij flipt en volledig de controle verliest... Dat lijkt me best moeilijk voor haar.
Verder: WAT EEN SCÈNE! Vechtscènes zijn zo verschrikkelijk moeilijk om goed te krijgen, om de vaart erin te houden en het geloofwaardig te maken, en wat heb je dát voor elkaar gekregen! Jemig, mijn handen trillen helemaal terwijl ik dit typ. Wauw. Ik voelde de adrenaline gewoon en ik was bij het einde voordat ik het doorhad. Ontzettend goed gedaan.
Liefs!
Verder: WAT EEN SCÈNE! Vechtscènes zijn zo verschrikkelijk moeilijk om goed te krijgen, om de vaart erin te houden en het geloofwaardig te maken, en wat heb je dát voor elkaar gekregen! Jemig, mijn handen trillen helemaal terwijl ik dit typ. Wauw. Ik voelde de adrenaline gewoon en ik was bij het einde voordat ik het doorhad. Ontzettend goed gedaan.
Liefs!
Yes, allemaal leuke reacties en 10.000+ views! Thanks allemaal!
En Melian, mooie redenatie over Stara's reactie op Gio's reactie op Cees, thanks! 
___________________________________________________________________________
Verderop was Cees inmiddels overeind gekrabbeld, steun zoekend tegen de muur. Hij hield zijn hand tegen zijn neus en mond en er liep bloed langs zijn pols omlaag. Ook langs zijn nek sijpelden straaltjes zijn kraag in en er liep een lelijke snee in zijn wenkbrauw. Hij keek naar Gio, die naar hem terugkeek terwijl hij zich nog steeds driftig probeerde los te trekken uit de greep van Nando en de anderen. Hij was nog steeds buiten zichzelf van woede en hij schreeuwde met een stem die ik niet herkende: ‘Verdomde klootzak! Als je haar ooit nog aanraakt, maak ik je verdomme af, hoor je me? Als je ooit nog bij haar in de buurt komt, sla ik al je het ziekenhuis in! Ik vermoord je!’
Hij was echt des duivels, alles aan hem straalde haat en woede uit, en Cees keek naar hem en aan zijn gezicht zag ik dat hij het ook zag. Wankelend begon hij langs de muur zijn weg het steegje uit te zoeken, achteruit, met onregelmatige passen en zijn andere hand tegen zijn bloedende gezicht gedrukt. Aan het einde van de steeg draaide hij zich om: hij ramde één van de afwasscholieren met zijn schouder, herstelde zijn evenwicht en rende toen met zijn hand tegen zijn gezicht gedrukt de hoek om.
In de steeg werd Gio woedend omdat hij het hazenpad koos. Hij riep iets wat heel erg kwaad klonk en probeerde zich uit alle macht los te trekken om achter hem aan te gaan. Nando en de anderen hielden hem echter stevig vast en Nando zei dingen tegen hem die niemand anders verstond. Toen Gio niet kalmeerde, richtte hij zich tot de parrtimer en de afwasscholier die hem hielpen Gio in bedwang te houden.
‘Inside’ zei hij met een zwaar Mediterraans accent tegen hen. ‘We take him inside, now. Kimberley, you help Starla, please, you get her inside, yes? Giovanni needs to cool down.’
Kimberley knikte. Ze draafde de steeg in en kwam snel naar me toe. Ik zat nog steeds op de grond, met mijn hand tegen mijn pijnlijke buik gedrukt, en Kim knielde bij me neer en legde haar hand op mijn rug. ‘Star, gaat het?’ vroeg ze.
Ik kneep mijn ogen even dicht toen mijn poging om iets te zeggen een stekende pijn in mijn buik veroorzaakte, maar deed ze weer open toen ik Gio’s stem hoorde. Ik keek op en zag dat Nando, de parttimer en de afwasscholier bezig waren hem mee het steegje uit te nemen. Gio probeerde achterom te kijken, terwijl hij dingen tegen Nando zei in het Italiaans. Ik hoorde mijn naam vallen, maar Nando liet hem niet gaan.
‘No, no, calmare, calmare,’ probeerde hij, maar Gio probeerde zich om te draaien en riep mijn naam, één keer, twee keer, schel en galmend in het steegje. Ik probeerde iets terug te roepen, maar mijn gezicht en mijn buik deden te veel pijn en ik kneep mijn ogen dicht. Ik drukte mijn hand tegen mijn buik zei tegen Kimberley: ‘Ik ben oké, zeg dat ik oké ben.’
Kimberley deed wat ik vroeg: ze keek om, duwde zich wat overeind en riep richting Gio en het groepje: ‘Het is goed, Starla is oké!’
Gio riep nog iets, maar we hoorden niet meer wat omdat ze al te ver van ons vandaan waren. Het volgende moment liepen ze de steeg uit, verdwenen de hoek om en toen stierf het geluid van hun stemmen en voetstappen langzaam weg.
Ik kneep mijn ogen dicht toen ze uit het zicht verdwenen waren. Ik voelde me raar, onwerkelijk: ik was slap en alles deed pijn, mijn hele lichaam. Zelfs ademhalen voelde naar. De smaak van bloed in mijn mond maakte me misselijk en mijn maag protesteerde hevig.
‘Starla, gaat het?’ hoorde ik Kimberley weer vragen. ‘Kun je staan?’
Nog even bleef ik zitten in een poging de misselijkheid de baas te worden, maar toen knikte ik. Met Kimberley’s hulp krabbelde ik overeind. Een paar andere collega’s snelden te hulp en hielpen me op te staan. Het deed zeer, iedere plek die ze aanraakten voelde gekneusd en beurs, maar het luke me overeind te komen. Toen ik eenmaal stond, voelde ik me echter nog beroerder: de misselijkheid nam toe en ik had een heel onprettig gevoel aan de achterkant van mijn hoofd.
‘Laat maar, het lukt wel,’ zei Kim tegen de anderen en terwijl ze me voorzichtig bij mijn arm pakte. ‘Ga maar terug naar binnen, ik help haar wel.’
De anderen knikten en er werd wat instemmend gemompeld. Kim hield mijn arm vast en keek naar me terwijl ze het steegje uitliepen.
‘Gaat het nog?’ vroeg ze. ‘Zullen we naar binnen gaan?’
Ik knikte wat. Kim pakte me zo stevig mogelijk vast en voorzichtig begon ze me terug naar het restaurant te begeleiden. Goddank liep ze om, zodat we door dienstingang naar binnen konden en ik niet in deze staat heel het restaurant door hoefde.
Het enige nadeel was dat de weg naar de dienstingang wel langer was. Omdat ik me zo beroerd voelde, duurde het even voor we er waren. Tegen de tijd dat we de deur bereikt hadden, voelde mijn enkel zo pijnlijk dat Kim me moest helpen het trapje op te komen. Het lukte haar echter en ze deed de deur voor me open terwijl ze me met haar andere hand ondersteunde.
‘Kom maar,’ zei ze. ‘Rustig aan.’ Ze leidde me de deur door en liep met me mee naar binnen. Daar zette ze me even tegen de muur, zodat ze zich om kon draaien om de deur achter zich dicht te doen, en liet me los. Ik deed mijn ogen dicht en leunde trillend tegen de muur terwijl ik op haar wachtte. Ik merkte dat mijn achterhoofd zeer deed en moeizaam hief ik mijn arm op om eraan te voelen. Mijn haren waren vochtig en er trok een raar gevoel door mijn buik toen ik een pijnlijke, natte plek onder mijn haar voelde. Toen ik mijn hand weghaalde en ernaar keek, zag ik dat er bloed aan zat.
Mijn maag draaide zich om. Ik kokhalsde en Kim kwam snel weer naar me toe. Ik ging zowat van mijn stokje, maar ze was net op tijd om me op te vangen.
‘Star, gaat het nog?’ vroeg ze. ‘Moet je zitten?’
Ik kon haar geen antwoord geven. Ik kokhalsde opnieuw en begon toen te hinkelen, de keuken uit. Kimberley probeerde me zo goed als het ging te ondersteunen en volgde me struikelend naar de wc. Ik klapte tegen de deur en duwde hem open, wat pijn deed aan mijn handen, zonder de tijd te nemen het licht aan te doen. Ik liep het donker in, zakte voor de pot op de grond en ging toen vol over mijn nek.


___________________________________________________________________________
Verderop was Cees inmiddels overeind gekrabbeld, steun zoekend tegen de muur. Hij hield zijn hand tegen zijn neus en mond en er liep bloed langs zijn pols omlaag. Ook langs zijn nek sijpelden straaltjes zijn kraag in en er liep een lelijke snee in zijn wenkbrauw. Hij keek naar Gio, die naar hem terugkeek terwijl hij zich nog steeds driftig probeerde los te trekken uit de greep van Nando en de anderen. Hij was nog steeds buiten zichzelf van woede en hij schreeuwde met een stem die ik niet herkende: ‘Verdomde klootzak! Als je haar ooit nog aanraakt, maak ik je verdomme af, hoor je me? Als je ooit nog bij haar in de buurt komt, sla ik al je het ziekenhuis in! Ik vermoord je!’
Hij was echt des duivels, alles aan hem straalde haat en woede uit, en Cees keek naar hem en aan zijn gezicht zag ik dat hij het ook zag. Wankelend begon hij langs de muur zijn weg het steegje uit te zoeken, achteruit, met onregelmatige passen en zijn andere hand tegen zijn bloedende gezicht gedrukt. Aan het einde van de steeg draaide hij zich om: hij ramde één van de afwasscholieren met zijn schouder, herstelde zijn evenwicht en rende toen met zijn hand tegen zijn gezicht gedrukt de hoek om.
In de steeg werd Gio woedend omdat hij het hazenpad koos. Hij riep iets wat heel erg kwaad klonk en probeerde zich uit alle macht los te trekken om achter hem aan te gaan. Nando en de anderen hielden hem echter stevig vast en Nando zei dingen tegen hem die niemand anders verstond. Toen Gio niet kalmeerde, richtte hij zich tot de parrtimer en de afwasscholier die hem hielpen Gio in bedwang te houden.
‘Inside’ zei hij met een zwaar Mediterraans accent tegen hen. ‘We take him inside, now. Kimberley, you help Starla, please, you get her inside, yes? Giovanni needs to cool down.’
Kimberley knikte. Ze draafde de steeg in en kwam snel naar me toe. Ik zat nog steeds op de grond, met mijn hand tegen mijn pijnlijke buik gedrukt, en Kim knielde bij me neer en legde haar hand op mijn rug. ‘Star, gaat het?’ vroeg ze.
Ik kneep mijn ogen even dicht toen mijn poging om iets te zeggen een stekende pijn in mijn buik veroorzaakte, maar deed ze weer open toen ik Gio’s stem hoorde. Ik keek op en zag dat Nando, de parttimer en de afwasscholier bezig waren hem mee het steegje uit te nemen. Gio probeerde achterom te kijken, terwijl hij dingen tegen Nando zei in het Italiaans. Ik hoorde mijn naam vallen, maar Nando liet hem niet gaan.
‘No, no, calmare, calmare,’ probeerde hij, maar Gio probeerde zich om te draaien en riep mijn naam, één keer, twee keer, schel en galmend in het steegje. Ik probeerde iets terug te roepen, maar mijn gezicht en mijn buik deden te veel pijn en ik kneep mijn ogen dicht. Ik drukte mijn hand tegen mijn buik zei tegen Kimberley: ‘Ik ben oké, zeg dat ik oké ben.’
Kimberley deed wat ik vroeg: ze keek om, duwde zich wat overeind en riep richting Gio en het groepje: ‘Het is goed, Starla is oké!’
Gio riep nog iets, maar we hoorden niet meer wat omdat ze al te ver van ons vandaan waren. Het volgende moment liepen ze de steeg uit, verdwenen de hoek om en toen stierf het geluid van hun stemmen en voetstappen langzaam weg.
Ik kneep mijn ogen dicht toen ze uit het zicht verdwenen waren. Ik voelde me raar, onwerkelijk: ik was slap en alles deed pijn, mijn hele lichaam. Zelfs ademhalen voelde naar. De smaak van bloed in mijn mond maakte me misselijk en mijn maag protesteerde hevig.
‘Starla, gaat het?’ hoorde ik Kimberley weer vragen. ‘Kun je staan?’
Nog even bleef ik zitten in een poging de misselijkheid de baas te worden, maar toen knikte ik. Met Kimberley’s hulp krabbelde ik overeind. Een paar andere collega’s snelden te hulp en hielpen me op te staan. Het deed zeer, iedere plek die ze aanraakten voelde gekneusd en beurs, maar het luke me overeind te komen. Toen ik eenmaal stond, voelde ik me echter nog beroerder: de misselijkheid nam toe en ik had een heel onprettig gevoel aan de achterkant van mijn hoofd.
‘Laat maar, het lukt wel,’ zei Kim tegen de anderen en terwijl ze me voorzichtig bij mijn arm pakte. ‘Ga maar terug naar binnen, ik help haar wel.’
De anderen knikten en er werd wat instemmend gemompeld. Kim hield mijn arm vast en keek naar me terwijl ze het steegje uitliepen.
‘Gaat het nog?’ vroeg ze. ‘Zullen we naar binnen gaan?’
Ik knikte wat. Kim pakte me zo stevig mogelijk vast en voorzichtig begon ze me terug naar het restaurant te begeleiden. Goddank liep ze om, zodat we door dienstingang naar binnen konden en ik niet in deze staat heel het restaurant door hoefde.
Het enige nadeel was dat de weg naar de dienstingang wel langer was. Omdat ik me zo beroerd voelde, duurde het even voor we er waren. Tegen de tijd dat we de deur bereikt hadden, voelde mijn enkel zo pijnlijk dat Kim me moest helpen het trapje op te komen. Het lukte haar echter en ze deed de deur voor me open terwijl ze me met haar andere hand ondersteunde.
‘Kom maar,’ zei ze. ‘Rustig aan.’ Ze leidde me de deur door en liep met me mee naar binnen. Daar zette ze me even tegen de muur, zodat ze zich om kon draaien om de deur achter zich dicht te doen, en liet me los. Ik deed mijn ogen dicht en leunde trillend tegen de muur terwijl ik op haar wachtte. Ik merkte dat mijn achterhoofd zeer deed en moeizaam hief ik mijn arm op om eraan te voelen. Mijn haren waren vochtig en er trok een raar gevoel door mijn buik toen ik een pijnlijke, natte plek onder mijn haar voelde. Toen ik mijn hand weghaalde en ernaar keek, zag ik dat er bloed aan zat.
Mijn maag draaide zich om. Ik kokhalsde en Kim kwam snel weer naar me toe. Ik ging zowat van mijn stokje, maar ze was net op tijd om me op te vangen.
‘Star, gaat het nog?’ vroeg ze. ‘Moet je zitten?’
Ik kon haar geen antwoord geven. Ik kokhalsde opnieuw en begon toen te hinkelen, de keuken uit. Kimberley probeerde me zo goed als het ging te ondersteunen en volgde me struikelend naar de wc. Ik klapte tegen de deur en duwde hem open, wat pijn deed aan mijn handen, zonder de tijd te nemen het licht aan te doen. Ik liep het donker in, zakte voor de pot op de grond en ging toen vol over mijn nek.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-
- Fijnschrijver
- Berichten: 724
- Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
- Locatie: Mars
Ik heb alleen de drie laatste stukken gelezen, stiekem, per ongeluk enzo. Omdat ik gewoon de puf niet had om het hele verhaal te lezen - ik ben behoorlijk lui. Maar jeetje mineetje zeg. Wat kun jij enorm schrijven. ;o Heb je ooit al iets uitgebracht? Als dat het geval is vlieg ik meteen naar de boekwinkel om het te halen.
Als ik zomervakantie krijg, ga ik het hele verhaal lezen, that's a promise. (:
Als ik zomervakantie krijg, ga ik het hele verhaal lezen, that's a promise. (:
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
Oh man, ik hoop dat ze nu geen miskraam krijgt of iets o.o Ik dacht dat al toen ik las dat Cees haar in haar buik raakt, oh man. Meer dan "Oh man" komt er op het moment niet uit mij, ben ik bang. Lichtelijk onder de indruk van de spanning in dit stuk! Ik ben benieuwd hoe Starla en Gio op elkaar reageren nu deze situatie voorbij is...
Liefs!
Liefs!
Dank jullie wel allemaal, superleuke reacties weer! LMP, gaaf dat je ok alles wilt gaan lezen, thanks! 
Ben vandaag de rest van de dag weg dus nu alvast weer een stukje, als het te snel gaat voor mensen hoor ik het wel
____________________________________________________________
24.
Toen mijn maag weer een beetje tot rust gekomen was, bleef ik nog een tijdlang naast de wc op de grond zitten. Ik hield mijn ogen dicht en leunde met mijn bonkende hoofd tegen de koele tegels van de muur. Ik kon niet anders dan zitten. Mijn hele lichaam deed pijn, eindeloos veel pijn. Niet alleen in mijn hoofd, maar ook in mijn buik en mijn borst, mijn maag en mijn keel. Alles klopte, brandde en dreunde op de maat van mijn hartslag. Ik had nog nooit op zoveel plekken pijn gehad. Ik voelde me een zak met botten, letterlijk, die eindeloos door elkaar was geschud, net zo lang tot de hele inhoud beurs en gebroken was.
Kimberley had eerst een tijd naast me gezeten. Ze streek zachtjes over mijn haar en hield mijn hand vast, tot ze was opgestaan om een glaasje water voor me te halen. Ze gaf me kauwgom, die ik niet kon kauwen omdat mijn kaak en gezicht te zeer deden, en ze deed het licht om mijn gezicht een beetje schoon te maken. Ze depte mijn gezicht met een natte doek en was lief voor me, heel voorzichtig en zacht. Na een tijdje, toen ik naar de doek die ze gebruikte keek en hij weer scherp werd, zag ik dat er bloed aan zat.
De aanblik van de rode vegen op de stof veroorzaakte een vreemd gevoel in mijn maag. Er hing een spiegel achter me, boven mijn hoofd, maar ik durfde me er niet naar om te draaien.
Ik slikte moeizaam.
‘Is het erg?’ vroeg ik Kim.
Kimberley, die net de doek aan het uitspoelen was bij het fonteintje, keek vragend mijn kant op.
‘Wat?’ vroeg ze.
Ik gebaarde moeizaam wat naar mijn hoofd.
‘Mijn gezicht,’ zei ik.
Ze keek me aan. Haar ogen gingen heen en weer over die van mij, even, alsof ze iets inschatte. Toen glimlachte ze een beetje en zei: ‘Het valt wel mee.’ Aan haar stem hoorde ik dag ze loog.
Ze draaide zich weer om om de doek verder uit te spoelen en even deed ik mijn ogen dicht. Toen begon ik mezelf langzaam overeind te duwen, wat veel nieuwe misselijkheid, hoofdpijn en duizeligheid tot gevolg had. Ik zocht steun tegen de wand, klauterde omhoog en probeerde mijn evenwicht te hervinden. Even bleef ik zo staan, terwijl ik wachtte tot de duizeligheid wat afnam. Toen draaide me om naar de spiegel. Ik deed mijn ogen weer open en keek op.
Ik slikte toen ik mijn reflectie in de spiegel zag. Ik had het goed gehoord: Kim loog. Het zag er vreselijk uit, mijn hele gezicht lag in puin. Mijn linkeroog was dik en mijn ooglid begon al blauw te worden. De huid eromheen kleurde donkerrood en mijn oog zelf was bloeddoorlopen. Boven mijn andere oog liep een snee door mijn wenkbrauw, temidden van een rode, beschadigde schaafplek die paars begon te worden. Er liep nog een andere snee liep door mijn onderlip, vlak bij mijn mondhoek, en mijn jukbeen was bont en blauw en geschaafd. Er zat bloed bij mijn haargrens en er zaten nog opgedroogde sporen die Kim niet weggekregen had bij mijn slaap en mijn lippen. Ik zag er echt niet uit. Het was zo erg dat ik wilde dat ik mezelf op dat moment niet herkend had.
Ik keek om toen Kimberley me bij mijn pols pakte. Ze draaide me naar zich toe en tilde mijn handen op. Voorzichtig begon ze mijn geschaafde handpalmen te deppen met de natte doek. Het prikte en ik probeerde mijn handen weg te trekken, maar Kim hield ze op hun plek.
‘Sorry,’ zei ze. ‘Er zit jodium op, het moet even. Ik doe het snel.’
Ik hield mijn handen stil en keek de andere kant op. Mijn kaken deden zo’n pijn dat ik ze niet eens op elkaar kon klemmen om het prikkende gevoel van de jodium te verbijten, maar gelukkig hield Kimberley haar woord en was ze snel klaar.
‘Zo,’ zei ze en toen ze de kraan weer opendraaide om de doek uit te spoelen. ‘Het kan even zo, maar je moet echt naar de EHBO. Ik denk dat je wenkbrauw gehecht moet worden.’
Ik reageerde niet. In plaats daarvan draaide ik me om en begon moeizaam te lopen, naar de deur. Mijn draaierige hoofd en mijn enkel protesteerden, maar dat negeerde ik.
‘Ik wil naar Gio,’ zei ik.
Kimberley legde snel de doek op het fonteintje en pakte me vast. ‘Nee, Star, je… nou, oké, maar niet alleen. Ik help je. Ze zijn in de kantine.’
Ze ondersteunde me en we strompelden de gang door, langs de keuken en de doorgang naar het gastgedeelte van het restaurant. Er kwamen geluiden van binnen, getik van bestek, geklink van glazen, gepraat en gelach, alsof er niets gebeurd was. Alles was daar gewoon doorgegaan, realiseerde ik me. Het was raar, om me dat te bedenken. Binnen had niemand iets gemerkt had van wat er net in dat steegje gebeurd was. Het was of die mensen en ik het afgelopen halfuur in een andere wereld hadden geleefd.

Ben vandaag de rest van de dag weg dus nu alvast weer een stukje, als het te snel gaat voor mensen hoor ik het wel

____________________________________________________________
24.
Toen mijn maag weer een beetje tot rust gekomen was, bleef ik nog een tijdlang naast de wc op de grond zitten. Ik hield mijn ogen dicht en leunde met mijn bonkende hoofd tegen de koele tegels van de muur. Ik kon niet anders dan zitten. Mijn hele lichaam deed pijn, eindeloos veel pijn. Niet alleen in mijn hoofd, maar ook in mijn buik en mijn borst, mijn maag en mijn keel. Alles klopte, brandde en dreunde op de maat van mijn hartslag. Ik had nog nooit op zoveel plekken pijn gehad. Ik voelde me een zak met botten, letterlijk, die eindeloos door elkaar was geschud, net zo lang tot de hele inhoud beurs en gebroken was.
Kimberley had eerst een tijd naast me gezeten. Ze streek zachtjes over mijn haar en hield mijn hand vast, tot ze was opgestaan om een glaasje water voor me te halen. Ze gaf me kauwgom, die ik niet kon kauwen omdat mijn kaak en gezicht te zeer deden, en ze deed het licht om mijn gezicht een beetje schoon te maken. Ze depte mijn gezicht met een natte doek en was lief voor me, heel voorzichtig en zacht. Na een tijdje, toen ik naar de doek die ze gebruikte keek en hij weer scherp werd, zag ik dat er bloed aan zat.
De aanblik van de rode vegen op de stof veroorzaakte een vreemd gevoel in mijn maag. Er hing een spiegel achter me, boven mijn hoofd, maar ik durfde me er niet naar om te draaien.
Ik slikte moeizaam.
‘Is het erg?’ vroeg ik Kim.
Kimberley, die net de doek aan het uitspoelen was bij het fonteintje, keek vragend mijn kant op.
‘Wat?’ vroeg ze.
Ik gebaarde moeizaam wat naar mijn hoofd.
‘Mijn gezicht,’ zei ik.
Ze keek me aan. Haar ogen gingen heen en weer over die van mij, even, alsof ze iets inschatte. Toen glimlachte ze een beetje en zei: ‘Het valt wel mee.’ Aan haar stem hoorde ik dag ze loog.
Ze draaide zich weer om om de doek verder uit te spoelen en even deed ik mijn ogen dicht. Toen begon ik mezelf langzaam overeind te duwen, wat veel nieuwe misselijkheid, hoofdpijn en duizeligheid tot gevolg had. Ik zocht steun tegen de wand, klauterde omhoog en probeerde mijn evenwicht te hervinden. Even bleef ik zo staan, terwijl ik wachtte tot de duizeligheid wat afnam. Toen draaide me om naar de spiegel. Ik deed mijn ogen weer open en keek op.
Ik slikte toen ik mijn reflectie in de spiegel zag. Ik had het goed gehoord: Kim loog. Het zag er vreselijk uit, mijn hele gezicht lag in puin. Mijn linkeroog was dik en mijn ooglid begon al blauw te worden. De huid eromheen kleurde donkerrood en mijn oog zelf was bloeddoorlopen. Boven mijn andere oog liep een snee door mijn wenkbrauw, temidden van een rode, beschadigde schaafplek die paars begon te worden. Er liep nog een andere snee liep door mijn onderlip, vlak bij mijn mondhoek, en mijn jukbeen was bont en blauw en geschaafd. Er zat bloed bij mijn haargrens en er zaten nog opgedroogde sporen die Kim niet weggekregen had bij mijn slaap en mijn lippen. Ik zag er echt niet uit. Het was zo erg dat ik wilde dat ik mezelf op dat moment niet herkend had.
Ik keek om toen Kimberley me bij mijn pols pakte. Ze draaide me naar zich toe en tilde mijn handen op. Voorzichtig begon ze mijn geschaafde handpalmen te deppen met de natte doek. Het prikte en ik probeerde mijn handen weg te trekken, maar Kim hield ze op hun plek.
‘Sorry,’ zei ze. ‘Er zit jodium op, het moet even. Ik doe het snel.’
Ik hield mijn handen stil en keek de andere kant op. Mijn kaken deden zo’n pijn dat ik ze niet eens op elkaar kon klemmen om het prikkende gevoel van de jodium te verbijten, maar gelukkig hield Kimberley haar woord en was ze snel klaar.
‘Zo,’ zei ze en toen ze de kraan weer opendraaide om de doek uit te spoelen. ‘Het kan even zo, maar je moet echt naar de EHBO. Ik denk dat je wenkbrauw gehecht moet worden.’
Ik reageerde niet. In plaats daarvan draaide ik me om en begon moeizaam te lopen, naar de deur. Mijn draaierige hoofd en mijn enkel protesteerden, maar dat negeerde ik.
‘Ik wil naar Gio,’ zei ik.
Kimberley legde snel de doek op het fonteintje en pakte me vast. ‘Nee, Star, je… nou, oké, maar niet alleen. Ik help je. Ze zijn in de kantine.’
Ze ondersteunde me en we strompelden de gang door, langs de keuken en de doorgang naar het gastgedeelte van het restaurant. Er kwamen geluiden van binnen, getik van bestek, geklink van glazen, gepraat en gelach, alsof er niets gebeurd was. Alles was daar gewoon doorgegaan, realiseerde ik me. Het was raar, om me dat te bedenken. Binnen had niemand iets gemerkt had van wat er net in dat steegje gebeurd was. Het was of die mensen en ik het afgelopen halfuur in een andere wereld hadden geleefd.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-
- Fijnschrijver
- Berichten: 724
- Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
- Locatie: Mars
Ik ontdekte wel wat typfoutjes maar ik denk dat als je het zelf leest, dat je die er dan wel uit kan filteren. (: Ga snel verder, ik ben ook onwijs benieuwd. ;o
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3