Thanks meiden!

Het duurt nog wel even maar ik weet nog niet of ik alles erin laat, dus dat hangt er een beetje vanaf!
_____________________________________________________________
Mel was even stil. Ik hoorde haar ademhaling door de telefoon heen.
‘Je bedoelt… één keer?’ vroeg ze toen. ‘In je gezicht?’
Het was een logische vraag, maar aan haar stem hoorde ik dat ze het al begreep, dat ze al wist dat het anders was geweest.
Ik slikte.
‘Nee,’ zei ik. ‘Ik heb een hersenschudding en de dokter heeft mijn wenkbrauw geplakt. En… mijn oog zit dicht en mijn hele lichaam doet pijn.’
Weer hoorde ik alleen Mels ademhaling even. Toen zei ze: ‘God, Star, wat erg. Is de politie gekomen?’
Ik frunnikte wat aan het dekbed. ‘Nee, niet. Gio heeft hem in elkaar geramd en toen is hij weggegaan.’
‘Je moet hem echt aangeven, Star,’ zei Mel. ‘Je kunt niet afwachten tot hij je een volgende keer op zoekt en… te ver gaat.’
Ik keek naar mijn dekbed en pielde er wat aan.
‘Ja,’ mompelde ik. ‘Misschien.’
‘Toe, Star. Wees alsjeblieft voorzichtig.’
‘Ja. Ik weet het. Maar voorlopig kan ik nauwelijks van de ene naar de andere kant van het appartement lopen, dus ver kom ik op het moment toch nog niet.’
‘Lig je de hele dag in bed?’
‘Ja, ik moet wel. Ik word gelijk draaierig als ik iets anders probeer te doen. Ik verveel me dood.’
‘Dat snap ik. Zal ik anders vanavond even bij je langskomen? Of morgen?’
Er trok een naar gevoel door mijn buik. Ik wendde mijn blik af en keek naar mijn gepiel aan het dekbed. ‘Dat is lief van je, Mel, maar nee, dank je. Ik… ik zie er vreselijk uit.’
Mel maakte een verontwaardigd geluidje. ‘Dat maakt toch niet uit? Daar kun jij ook niets aan doen.’
Ik slikte. ‘Misschien, maar doe maar niet, Mel.’
‘Ach joh, zo erg kan het toch niet zijn?’
Ik dacht aan het gezicht van de buurvrouw.
‘Jawel,’ mompelde ik. ‘Ik ben bang van wel.’
Daar was zelfs Mel even stil van. Ook ik wist niet wat te zeggen, dus ik zweeg en keek met brandende ogen naar het dekbed terwijl ik aan de rand van de stof frunnikte. De woorden van de buurvrouw galmden door mijn hoofd en even dacht ik aan de blik in Gio’s ogen toen ze dat over mijn gezicht had gezegd. Ik slikte weer.
‘Mel?’ zei ik toen zacht.
Mel was gelijk weer alert. ‘Ja?’
Ik wierp even een blik naar de dichte deur en slikte. Ik dempte mijn stem wat en zei: ‘Ik ben bang… Gio… ik bedoel… hoe kan hij me ooit nog leuk vinden, als hij me zo heeft gezien? Als hij de hele tijd alleen maar voor me moet zorgen en ik er… zo uitzie?’
Ik had verwacht dat Mel niet zou weten wat daarop te zeggen, maar dat was niet zo. Haar stem was juist rustig toen ze weer praatte, zeker.
‘Nee joh, daar moet je je geen zorgen om maken,’ zei ze. ‘Dat is echt niet zo. Dat is toch liefde, om er voor elkaar te zijn in goede en slechte tijden?’
Ondanks haar geruststellende woorden, kon ik het niet tegenhouden dat mijn zicht wazig werd.
‘Misschien wel,’ zei ik. ‘Maar de verhoudingen tussen ons zijn iedere keer dat ik het zwakke, beschadigde slachtoffer ben en hij degene die voor me moet zorgen. Dat is toch niet aantrekkelijk? Zo kan hij me toch niet leuk vinden?’
Mel hoorde blijkbaar aan mijn stem dat ik het moeilijk vond en ze maakte een geruststellend geluidje.
‘Dat verbeeld je je maar, Star,’ zei ze. ‘Dat is echt niet zo.’
Maar ik schudde mijn hoofd. ‘Niet, Mel. Je had het gezicht van de buurvrouw moeten zien toen ze mijn gezicht zag vandaag. Ik zie er verschrikkelijk uit.’
Mijn stem werd een beetje schor en Mel suste me opnieuw. Ze klonk nog altijd rustig en overtuigd.
‘Je ziet er niet verschrikkelijk uit, Star,’ zei ze. ‘Echt niet. Geloof me nou maar, je hebt een veel te slecht beeld van jezelf.’ Er rommelde iets aan haar kant van de lijn en ik hoorde dat ze verschoof op wat het dan ook was waar ze op zat.
‘Weet je, zal ik eens iets vertellen?’ zei ze. ‘Ik ken je goed, toch? Ik bedoel, we gaan al een eeuwigheid met elkaar om en we gaan vaak samen weg, uit eten of naar de stad of naar feestjes van mensen van school en zo. Nou, en zo vaak, en ik zeg dit zonder de intentie te hebben om lullig te zijn, zie ik je aankomen voor we weggaan en dan zie je er zo mooi uit dat het bijna irritant is. En dan dacht ik vroeger altijd: waarom ziet ze er zo mooi uit? Dat is helemaal niet nodig hiervoor, het is helemaal geen bijzondere gelegenheid. Waarom moet je er dan toch uit zien als een filmster?’
Ik lachte een beetje om de manier waarop Mel zichzelf nadeed. Aan de andere kant van de lijn ging Mel verder: ‘Maar na verloop van tijd realiseerde ik me dat je het niet expres deed. Je kunt er niets aan doen, je bent gewoon zo mooi. Je hebt gewoon van jezelf die uitstraling waardoor iedereen naar je kijkt, ook als je er niet je best voor doet. Ik bedoel, je kunt moeilijk iedere keer dat we naar iets niet-bijzonders gaan je hoofd afschroeven omdat je er anders te mooi uitziet.’
Ik lachte opnieuw. ‘Hou op, Mel. Mijn buik is te pijnlijk om te moeten lachen.’
Mel lachte nu ook. ‘Nee, maar het is zo, Star. Je hoeft je echt geen zorgen te maken. Je bent veel te mooi om niet aantrekkelijk te kunnen zijn, wat er ook met je gebeurt. Ik bedoel, ik weet niet of je je er bewust van bent, maar Giovanni ziet eruit als een soort superster. Waarschijnlijk zou hij iedereen kunnen krijgen zonder er zijn best voor te doen, van Megan Fox tot Doutzen Kroes. Maar hij heeft Doutzen Kroes niet gekozen, hij heeft jou gekozen. Niet alleen omdat je jaloersmakend mooi bent, maar ook omdat je gewoon een geweldige meid bent.’
Er deed iets zeer in mijn rug van het lachen en ik probeerde wat overeind te komen om mijn rug te ontlasten. Er stak iets in mijn buik en ik kneep een oog dicht, maar Mels woorden waren geruststellend genoeg omdat gevoel teniet te doen.
‘Ik geloof dat je lichtelijk overdrijft,’ zei ik. ‘Niemand heeft het uiterlijk van Doutzen Kroes én het karakter van Moeder Theresa. Behalve Doetzen Kroes.’
Ik kon bijna horen dat Mel haar hoofd schudde.
‘Jij maakt er een grapje van, maar het is echt waar, Star,’ zei ze. ‘Echt, je hebt een veel te slecht beeld van jezelf. Je moet niet zo slecht over jezelf denken.’
Ik boog wat naar voren en ging in kleermakerszit op het matras zitten. Ik kon wel merken dat ik twee dagen alleen maar gelegen had: mijn rug deed zeer nu ik eindelijk weer eens overeind ging zitten.
‘Misschien heb ik wel een realistisch beeld van mezelf en jij een verkeerd beeld,’ zei ik. ‘Net als een ouder met een kind. Die vinden hun eigen kinderen ook altijd mooi, ook als ze er voor anderen uitzien als de klokkenluider van de Notre Dame.’
Mel klakte met haar tong. ‘Zelfs als dat zo is, als ik maar voor een tiende gelijk heb, dan nog zal Giovanni je nooit niet aantrekkelijk vinden. Hij is niet voor niets zo bezorgd om je, Star. Ik zie het toch ook aan hoe hij met je omgaat? Hij is echt gek op je, en dat is hij niet alleen omdat je mooi bent en dat gaat ook echt niet zomaar weg. En al helemaal niet door een paar plekken in je gezicht.’
Ik glimlachte licht. Even dacht ik aan gisternacht, aan toen ik tegen Gio had gezegd dat ik van hem hield, toen hij me ‘s nachts wakker had gemaakt. Ik hoorde zijn stem terugzeggen dat hij ook van mij hield, en dat hij dat gemeend had, niet veel later. Misschien was het echt zo. Misschien had Mel gelijk. Misschien hield hij echt van me, zoals ik ook echt van hem hield.
Ik glimlachte en ging wat rechterop in bed zitten. Ik wilde nog iets tegen Mel zeggen, opgebeurd door haar woorden, maar ik kreeg er de kans niet meer toe toen er plotseling iets gebeurde. Mijn adem stokte in mijn keel: ik verstijfde toen er ineens een heftige steek door mijn buik trok.
De glimlach gleed van mijn gezicht. Mijn lichaam werd razendsnel warm en in één keer had ik het heet. Mijn lichaam gloeide en ik bracht mijn hand naar mijn buik. Voor ik erop kon reageren, voor ik ook maar iets kon doen, was het echter alweer verdwenen.
Even bleef ik zo zitten, geschrokken, terwijl ik met grote ogen voor me uitkeek. Ik staarde nietszienend het donker in en bewoog niet, er niet zeker van of ik het wel echt gevoeld had. Net toen ik me realiseerde dat het te plotseling was geweest, dat ik het me verbeeld moest hebben, gebeurde het echter opnieuw. Er trok iets in mijn buik en ik kneep krampachtig mijn ogen dicht toen er een stekende pijn door mijn onderlichaam schoot. Het was zo heftig dat ik dubbel klapte op bed en de tranen in mijn ogen sprongen.
Ik klemde mijn kaken op elkaar en drukte mijn hand tegen mijn buik.
‘Mel,’ kreeg ik met moeite over mijn lippen. ‘Ik moet even hangen, ja? Ik krijg even erge pijn, ineens.’
Mels stem was ineens een stuk minder kalm dan daarnet.
‘O jeetje,’ zei ze bezorgd. ‘Waarzo? Wat is er? Wat voel je?’