
@Nele, leuk je bent er nog


@Maaike, gheheh bijna, bijna wordt het mysterie ontrafeld

@Romeh, zoo das een hele theorie.. na in min verhalen zul je niet snel vampiers tegenkomen gheeheh xD
@Saskia, wat fijn dat je weer tegen me praat

Heheh and now, the annoying bastard!
( oh en nog even een disclaimer die ik het vorige stukje was vergeten)
Disclaimer!: De gehele familie Ryna'she is bedacht door Saskia, aka Saskjezwaard, vandaar dat de annoying bastard erbij zit

Hierbij vermeld ik ook heel trots dat ik volgens mij nog nooit zo lang een verhaal volgehouden heb xD Jeeeh pagina 3

"Heer Torak, wat een genoegen om je weer te zien." De man naast de vrouw was met een enorme glimlach overeind gekomen om Torak uitgebreid te begroeten. Hoe ze elkaar ooit konden kennen, was voor haar een raadsel. Ze was nog meer verbaasd dat Torak datzelfde deed als die zwijgzame begeleider. Hij knikte zijn bovenlijf een klein beetje in wat Shanara veronderstelde dat een buiging was.
Het beeld was volslagen idioot, ging tegen alle natuur in. Torak boog niet. Jij ging door je knieën voor hem, maar hij zou je nooit meer geven dan een knikje geven voor erkenning. Het klopte hier allemaal van geen kant.
Dat had ze misschien al moeten beseffen toen ze in Eldor aankwamen toen Torak haar de opdracht gaf te doen alsof ze zijn dochter was. Ze had er zelfs een hele achtergrond bijgekregen. Op dat moment was ze dolgelukkig dat Torak haar als zijn dochter zag, maar in werkelijkheid moest dat natuurlijk een reden hebben. Er was een reden voor nodig waarom ze deze mensen om de tuin moesten leiden.
Een naar gevoel knaagde aan haar maag. "Welkom bij de moordenaars, prinsesje." De woorden waren altijd ergens in haar achterhoofd blijven spoken, maar nog steeds wilde ze ze niet geloven.
Ze was bijna blij met de afleiding die het kleine meisje gaf dat in de kamer had gezeten. Dan hoefde ze er niet verder over na te denken. Het betekende alleen wel dat ze moest doen alsof ze sociaal was, dat ze wist hoe ze met gewone kinderen om moest gaan. Kinderen die vrijuit lachten en met speelgoed speelden. Geen kinderen die op elkaar insloegen met stokken. "Hoi, ik ben Eila. Wie ben jij."
Shanara durfde het popje, zo zag ze eruit met haar gouden krullen en grote blauwe ogen, niet rechtstreeks aan te kijken.
"Shanara.” Haar stem was niet meer dan een fluistering.
Het meisje, Eila, gaf haar een glimlach die haar hele wezen deed stralen. Het was waarschijnlijk bemoedigend bedoeld, maar het maakte Shanara alleen maar ongemakkelijker. Hoe moest ze met een ander meisje omgaan? Een gewoon meisje.
"Je hebt een mooie jurk." Deze Eila deed in ieder geval moeite om het ijs te breken, en Shanara wist niet hoe ze erop moest reageren. Zeggen dat het meisje ook een mooie jurk had? Het blauwe glimmende spul dat zij droeg was vele malen mooier dan haar pluisjurk. Of moest ze over poppen beginnen? Ze bedacht zich dat ze zelf altijd een pop had gehad toen ze jonger was. Ze wilde er net over beginnen toen ze het meisje nog eens bekeek. Tot haar verbazing moest ze omhoog kijken om die grote blauwe ogen te vinden. Ze had gedacht dat het meisje jonger dan haar was, maar dat bleek nu niets minder waar. Ze was een halve kop groter en moest zeker dezelfde leeftijd als Shanara hebben.
De jongen, die duidelijk wel ouder dan haar was, kwam langs hen heen lopen en voorkwam dat ze een reactie moest geven. Ondanks dat Shanara niets van hem hoefde, kon ze het niet helpen haar ogen te vernauwen toen hij langs haar heen liep zonder haar ook maar een blik waardig te keuren. Er hing een sfeer om hem heen. Een nare sfeer die haar bloed al snel deed borrelen. Het duurde het even voor ze het herkende, bij wie ze dat nog meer voelde. Hij had iets weg van de straatjongens die haar meer dan eens met stokken van hun terrein verjaagden. Die vreselijke arrogantie alsof ze koning van de wereld waren. Ja, zo kwam deze jongen ook over. Als een heiligheid met zijn witte haar om het af te maken.
Hij was precies het tegenovergestelde van zijn zusje.
“Finnin, ga je mee spelen?"
Spelen? Dat was al het eerste deel van de vraag die haar niet beviel, dat deze Finnin daar ook nog bij werd uitgenodigd, maakte het geenszins verleidelijker. De jongen leek er al even blij mee te zijn. Zijn lichtgroene ogen vernauwden tot dunne spleetjes, maar voor hij een weerwoord kon inbrengen, viel de moeder bij.
"Dat is een goed idee, Eila. Ga allemaal maar naar boven en rustig spelen, dan kunnen wij wat zaken bespreken."
Shanara was niet van plan mee te gaan. Torak had haar hier waarschijnlijk voor iets belangrijks mee genomen, spelen was niets belangrijks. Haar zogenaamde vader had helaas een ander idee. Dwingend keek hij op haar neer en wenkte toen dat ze de twee kinderen moest volgen. Niet begrijpend wat de bedoeling van dit alles is, sloot Shanara zich bij Eila aan. Haar broer sjokte er duidelijk verveeld achteraan.
Ze liepen naar de lattenberg. Eila ging haar voor om hem te beklimmen. Voorzichtig zette Shanara haar voeten erop, testend of het hout sterk genoeg was. Tot haar grote verbazing veerde het niet eens onder haar gewicht. Wat sneller liep ze de anderen treden op tot ze op de boven vloer was. Het was alsof ze een tweede huisje was ingestapt. Ze stond weer een brede gang waar verscheidene deuren zich aansloten. Een prachtig tapijt nam het tikkende geluid van haar hakken weg. Gefascineerd liet ze haar ogen erover glijden en daarna naar het plafond waar een enorm kristallen bolwerk aan hing. Als het licht erop viel kon ze allerlei kleurtjes op de muren zien verschijnen. Het was zoals alles hier in het huis, alweer prachtig.
"Wat voor spelletje wil je doen, Shanara?"
"Spelletje?" Oh ja, ze was hier niet om te kijken naar al het pracht en praal maar om een spelletje te doen. Kon ze zich nou maar herinneren wat voor spelletjes ze ooit andere kinderen had zien spelen.
Een honende lach klonk achter haar op. Eindelijk had ze eindelijk de aandacht van Finnin weten te trekken. "Je weet toch wel wat een spelletje is?"
Shanara vernauwde haar ogen. "Natuurlijk weet ik wat een spelletje is." Ze zou er geen één weten op te noemen, maar het concept was haar wel bekend. Niet dat ze dat aan Finnin zou laten weten. Ze wilde alleen dolgraag die arrogante grijns van zijn smoel vegen. Jammer dat hier geweld waarschijnlijk niet zo werd gewaardeerd. Ze had grotere jongens dan hem een bloedneus geslagen. "Ik ben alleen niet meer zo kinderachtig om nog spelletjes te spelen."
De jongen leek uit het veld geslagen. Zijn mond viel eerst open van verbazing voor zijn gezicht rood aan begon te lopen. Er waren duidelijk niet veel kinderen die hem een weerwoord gaven. "Wel ik.." Hij haperde. "Ik heb geen rare kattenogen."
Shanara voelde meteen de woede weer bij haar omhoog vliegen. Hij had waarschijnlijk nauwelijks door wat die woorden bij Shanara aanwakkerden.
Finnin blies, gelukkig voor hem, de aftocht voor Shanara iets kon terugdoen. Iets dat waarschijnlijk met haar vuisten zou gebeuren.
"Jij mag met haar spelen, Eila. Ik ga naar mijn kamer."
Terwijl de jongen door een van de deuren verdween , klonk achter haar een verstomd gegiechel op. Verbaasd draaide Shanara zich om naar Eila die achter haar vuist stond te grinniken. Het duurde een paar seconde voor het meisje genoeg adem had gevonden om te spreken. "Mama zegt dat als een jongen en een meisje ruzie maken ze verliefd op elkaar zijn."
Verliefd? Verliefd, ze liet die term door haar hoofd glijden en zette hem uiteindelijk op haar lijstje van dingen die ze moest uitzoeken. Ze had geen idee wat verliefd inhield. Haar grootste hint naar de betekenis was dat Eila het lachwekkend had gevonden. Shanara snapte het komische er niet van.