De goochelaar

Hier vind je alle voltooide fantasieverhalen!
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Neej we zijn bijna aan het eind van je verhaal gekomen Maaike. ;( Was net zo leuk of is dit niet het eind?
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ja, we naderen wel het einde (: Al heb ik nog een klein zijspoortje ontdekt, dat het einde iets rekt. Voorlopig in elk geval.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Een nieuwe goochelaar

De herfstbladeren waaien door de stad heen. Het weer is onguur met veel harde wind. Het is een paar weken verder en heer Jorim heeft een nieuwe bijeenkomst georganiseerd. Deze keer heeft hij het voorzien op een oud en verlaten voetbalstadion, aan de rand van de stad, niet ver van de beruchte steegjes vandaan.
Lena zit eenzaam op een van de half verkleurde supporter stoeltjes. Ze kijkt naar de krioelende mensen op het veld. Het lijkt bijna drukker dan het normaal is.
Matt komt met twee bekers aangelopen en gaat naast haar zitten. Ze pakt de warme beker chocomelk aan. De weken zijn anders, sinds haar talent is opgeslokt. Lena voelt zich leeg en hulpeloos. De makkelijkste dingen lukken haar niet meer, ze struikelt over haar eigen benen, stoot tegen dingen aan en dingen vallen spontaan uit haar handen. Het ergste is nog wel dat het goochelen niet meer lukt.
‘Benji zegt dat het water loog, omdat we nog leven,’ zegt Lena. ‘En dat daarmee niets onmogelijk is.’
‘Je leeft ook nog.’
‘Maar ik ben niet meer wie was. Ik ben mijn halve ik verloren.’
Matt zwijgt even. Deze discussie voert hij al weken met haar en hij krijgt het niet uit haar hoofd dat ze voor hem nog altijd dezelfde is, ook al is ze er vreselijk onhandig door geworden.
Lena nipt aan de warme drank. Zoladius en de meester zijn in geen velden of wegen te bekennen. De zielenkijker werkt nu met Jitske samen. Hij had zich ergens in het kasteel verscholen, in het heftigste van de strijd. Mowark heeft een plekje gevonden in een circus samen met Jillo en Benji struint nog altijd de markten af, in zijn poging om ook een goochelaar te zijn. Alleen Lena is achtergebleven in de leegte zonder krachten en een oude belofte die ze nog niet heeft waargemaakt. Zonder haar goochelaarstalent blijft ze het Benji verschuldigd.
‘Wat moet ik doen, Matt? Ik ben een goochelaar, maar ik kan geen trucks meer.’
‘Je kan goochelaar artiesten helpen,’ glimlacht Matt.’Of je wordt mijn assistente worden.’
Er verschijnt een klein glimlachje op haar gezicht.
‘Je bent meer dan welkom. Jillo heeft een beter plekje dan bij mij gevonden. Ik heb ze bij me, we kunnen gelijk aan de slag.’
Matt staat resoluut op en loopt het gangpad af. Lena slaakt een zucht en drinkt haar beker eerst leeg voordat ze hem volgt. Ze pakt zijn hand vast als ze de trap naar het veld afloopt.
‘Waar wil je dan oefenen?’ vraagt Lena.
‘Ergens op een rustig plekje, waar niemand op je let, voor als ik mis gooi.’
Het tweetal mengt zich in de drukte. Hier en daar blijven ze even staan om naar talenten te kijken. Lena’s oog valt op een nieuwe goochelaar die ze nog niet eerder heeft gezien.
‘Hoog geëerd publiek!’ roept een klein meisje. ‘Ik heb een vrijwilliger nodig.’
Half verscholen achter een aantal mensen, kijkt Lena toe. Het gevoel bekruipt haar dat iemand haar talent heeft gekregen, misschien wel heeft gestolen. En die iemand, staat daar recht voor haar, met blonde haren en hemelblauwe ogen.
Het meisje wijst naar de mensen die naar haar kijken en blijven bij Lena hangen. De rillingen lopen over haar rug. Zou de meester van gedaante zijn gewisseld? En is dit haar nieuwe plan om haar uit de weg te ruimen? Maar nu Lena geen talent meer bezit, kan ze toch geen enkel gevaar voor de meester betekenen?
‘U! U bent gekozen om mijn vrijwilliger te zijn. Kom!’
De jonge goochelaar wenkt Lena enthousiast. Matt geeft Lena een zacht duwtje richting het podium. Een paar omstanders moedigen haar aan. Het is geen geheim dat ze haar krachten kwijt is, dat soort nieuwtjes zijn binnen no-time overal bekend. Met knikkende knieën stapt ze het trapje naar het podiumpje op. Goochelaars horen elkaar bij te staan, helemaal als ze nieuw zijn en ze act opvoeren met vrijwilligers. Normaal vindt Lena dat leuk, maar nu voelt ze zich bedreigd.
Het meisje pakt Lena’s hand vast en glimlacht breed. Met grote ogen kijkt ze stralend naar Lena en dan weer naar het publiek.
‘Ik heb u laten zien dat ik kan goochelen, konijnen komen uit hoeden en kaarten veranderen van soort. Maar dat is niet mijn talent,’ glundert het meisje en draait zich naar Lena toe. ‘Ik kan jouw droom uit laten komen,’ vervolgt ze zachtjes.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Ahh Als ik Lena was zou ik mijn krachten terug wensen dan kan het avontuur van voren af aan weer beginnen. Bedoelde je dit met een omweggetje? Slim bedacht :D Is spannend ga verder!!
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Laertes
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 21
Lid geworden op: 01 mar 2012 17:26

Hee maaike, ik heb alvast het eerste deel van je verhaal gelezen, ik ga het zeker helemaal lezen, alleen nu even geen tijd :P

Je begint erg spannend, de lezer valt in principe meteen in het verhaal, hierdoor is het heel moeilijk niet verder te lezen, en dat is goed. Ook laat je nog wat dingen aan de verbeelding over, iets wat mij betreft ook bijdraagt aan de spanning. Je woordgebruik komt hier en daar prachtig bij elkaar, probeer het echter niet te forceren

Ik heb nog een aantal foutjes ontdekt, misschien ben je er al op gewezen.
-Maaike- schreef: De droom die zich in hun hoofd heeft gepland lost langzaam op terwijl het gewone leven hen omarmd.
Volgens mij moet hier geplant en omarmt
-Maaike- schreef: De angst begint haar te om armen terwijl ze verder rent
hier moet omarmen aan elkaar :P


Je verhaal is naar mijn mening origineel, en ik ben benieuwd hoe het verder zal gaan.

Verder heb ik niet veel kunnen detecteren, ik zal de rest nog lezen, maar ik ben net nieuw op het forum, dus moet alles even bijlezen :P, ga zo door!
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@Jenna, zo ongeveer. Het eerste stukje had ik al, maar omdat je zo zielig klonk dat het einde al bijna kwam, ben ik daarna afgebogen :P Hihi.
@ Laertes, leuk dat je meeleest! Ugh, dat "geplant" daar heb ik met Tijgerlelie ook over gedimdamd, dat moest inderdaad met een 't' zijn, dacht dat ik het had aangepast :roll: Bedankt voor de feedback :D
---
‘M-mijn droom?’ stamelt Lena.
Het meisje knikt langzaam en overdreven. Ze zoekt met haar vrije hand in haar jaszak en haalt er een zandloper uit. Lena’s zandloper die zand en sneeuw liet wegzweven, die bevroor in de kelders van Zoladius. Nu lijkt er een zwarte drab weg te sijpelen.
‘Herken je het nog?’ vraagt het meisje. Langzaam knikt Lena. ‘Mooi! En weet je nog waar we vandaan komen?’ Weer knikt Lena. Het meisje zet de zandloper voor haar op de grond. Lena volgt de druppels zwarte drab die langzaam naar beneden glijden. ‘Heb je de kogel nog?’
Lena laat de hand van het meisje los en doe haar ketting af. Ondanks het gewicht heeft ze uiteindelijk toch gekozen om het als ketting te blijven dragen. Tegen het advies van Jitske in, alweer. Met lichte twijfel legt ze de kogel in de hand van het meisje.
‘Je maakt hem niet stuk, toch?’ vraagt Lena een beetje beduusd.
‘Nee, natuurlijk niet!’ Het meisje pakt de hand van Lena weer vast en in de andere hand houdt ze de kogel omhoog gestoken. ‘Ik zal je dromen uitlaten komen, goochelaar!’
Grijze wolken boven het voetbalstadion pakken zich samen, worden donkerder en grauwer. In de verte is gerommel van omweer te horen terwijl de wind aanzwelt. De regen trekt als een gordijn over het veld heen, vergezelt met flitsen. Mensen rennen gehaast weg op zoek naar een schuilplaats, het meisje blijft staan en houdt Lena’s hand stevig vast. De wind trekt aan hun haren en de regen doorweekt hun kleding, Matt kijkt verstijfd toe als enige overgebleven toeschouwer.
Een bliksemschicht slaat in de kogel. Lena knijpt haar ogen stijf dicht en wacht op een schok of een pijnscheut, maar er gebeurt niets. Voorzichtig opent Lena haar ogen en kijkt naar de kogel. De lichtbol die ze eerder bij de meester heeft gezien zweeft naast de zandloper terwijl de zwarte drab erna toe getrokken wordt. De bol groter en het goedje lijkt uit de zandloper te verdwijnen. Lena deinst verschrikt achteruit. Dat ding had haar krachten opgeslokt, in het kasteel in de bergen met de eeuwige sneeuw, dankzij de meester. Hoe kwam dit meisje er aan en wat is er mee van plan. Het meisje houdt Lena’s hand steviger vast.
‘Niet bang zijn!’ roept ze boven het geraas van de storm uit.
De bol zweeft langzaam naar Lena toe, ze voelt een brandende hitte op haar gezicht. Het licht dat het uitstraalt doet pijn aan haar ogen. Ze draait haar hoofd bij de bol weg en knijpt haar ogen weer dicht.

De gigantische klap komt niet geheel onverwacht. Ergens had Lena het al verwacht, in het kasteel was hij er ook geweest. Het had hen allemaal omvergeblazen, maar ze dacht dat het de kogel was.
Versuft komt Lena overeind, alles ziet er een beetje wazig uit. De zandloper ligt een paar meter van haar vandaan, hij is gebroken, iets verder ligt haar kogel die vreemd genoeg de storm had laten ontstaan. Matt krabbelt overeind en strompelt naar haar toe, het meisje is nergens te herkennen.
‘Gaat het?’
Matts stem is schor. Lena knikt, het gaat wel. Voorzichtig komt ze overeind en kijkt naar de chaos om haar heen. Het lijkt of er een orkaan over het voetbalstadion heen is geraasd. Het voetbalstadion was al vervallen, maar nu is het meer een ruïne. Een grauwe kleurloze plaats waar ooit triomf wedstrijden plaats vonden.
‘Waar is dat meisje heen?’ vraagt Lena.
‘Geen idee,’ stamelt Matt. ‘Waar is iedereen heen?’
Lena draait zich langzaam om. Er is helemaal niemand meer. Zelfs de podia zijn weg. Het veld is leeg, op de glasscherven van de zandloper na. Er lijkt nooit een bijeenkomst te zijn geweest.
‘Matt?’ vraagt Lena zacht. ‘We zijn toch niet dood?’
‘Nee,’ antwoordt Matt. ‘Dat zouden we wel weten, denk ik.’
Lena loopt naar de scherven toe en hurkt er bij neer. De zwarte drab is nergens te bekennen, maar het is overduidelijk dat het de zandloper moet zijn geweest.
‘Waar is iedereen dan?’
‘Naar binnen gevlucht, denk ik.’
Lena komt overeind en laat uit macht der gewoonte een paar scherven verdwijnen. Zonder er verder bij stil te staan, pakt ze de kogel op en gaat ze Matt voor naar de hal van het oude stadion. Matt kijkt verbaasd naar de goochelaar maar zegt niets. Hij heeft het vast verkeerd gezien.
In de hal is niemand. Er ligt een laag stof op de vloer, en er is in jaren niemand geweest. De score van een wedstrijd uit een lang vervlogen tijd prijkt aan de muur. De thuispartij heeft gewonnen met 2-0.
Hun voetstappen galmen zacht tegen de muren. Buiten is het weer nog altijd onguur, met donkere wolken en harde windvlagen. Lena blijft voor de glazen deuren naar buiten staan en kijkt naar de wereld voor haar. Het begint zachtjes te regenen. De steegjes beginnen aan het einde van de parkeerplaats. Met haar vinger duwt ze tegen het glas. Daar, in dat labyrint, was het begonnen. Als een vage kleurloze herinnering ligt het gevreesde domein van Zoladius voor haar.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Goed en spannend stukje!! Wel raar dat er opeens niemand meer is en dat het meisje zelf ook verdwenen is. Lekker mysterieus. :P Zijn ze terug in de tijd gegaan ofzo, of juist naar de toekomst.

Anyway schrijf snel verder!!
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@ Jenna; hihi :angel ik zal binnenkort onthullen in welke tijd ze belandt zijn, maar daar moet je nog even geduld voor hebben ;)
--
‘Lena?’
‘Hm?’ vraagt Lena afwezig.
‘Wat is je droom? Dat meisje zei dat ze je droom zou laten uitkomen.’
‘Ik wilde mijn talent terug,’ fluistert Lena.
‘En verder?’
‘Bij jou zijn,’ fluistert Lena nog zachter.
‘Misschien is dit hoe het is uitgekomen?’
Lena kijkt over haar schouder naar Matt.
‘Maar ik bedoelde niet dat de rest van de wereld zou verdwijnen! Straks was het gewoon de meester in een nieuwe gedaante. En heeft ze het gedaan om van me af te komen.’
‘Dat geloof ik niet, na alles wat je me verteld hebt. Over de krater en de veren, ik denk dat ze weg is.’
‘Waar is iedereen dan? Waarom zou iemand iedereen laten verdwijnen om een droom van mij uit te laten komen, terwijl dat mijn droom niet is?’
‘Misschien is ze er nog niet goed in? Jitske is ook geen ster in verplaatsen.’
Lena schudt haar hoofd. Dit schiet niet op. Ze duwt de deur open en stapt de parkeerplaats voor het stadion op. Matt pakt haar hand vast terwijl ze oversteken en richting de stegen lopen. Er is nergens iemand te zien en in de steegjes zal het daar niet beter op worden.
‘Wat is je plan?’
‘Ik heb geen plan,’ mompelt Lena. ‘Maar als het wel de meester is, dan wacht ze op me.’

Er lijkt geen einde aan de stegen te komen. De regen heeft doorgezet met dikke druppels. De plassen lijken op zichzelf staande meertjes te worden, in het smalle langgerekte oppervlakte. Matt begint te evenaren hoe Lena zich voelde, die beruchte avond.
‘Weet je de weg?’
Lena knikt. Sinds haar geheugen terug gekeerd is, weet ze heel goed de weg. Voor ze het weten staan ze voor de grote poort van het circus. De verf bladdert er vanaf. De goochelaar strekt haar arm naar de klopper en blijft er twijfelend boven hangen. Ze haalt diep adem en klopt aan.
Matt kijkt nerveus rond, dit is net zoals bij het kasteel. Toen Mowark en hij aanklopte. Zou Zoladius nu weer de deur opendoen? Niemand weet zeker of hij dood is. Wellicht is het de meester in eigen persoon.
Er gebeurt niets, helemaal niets. Behalve het getik van de regen is het helemaal stil en verlaten. Lena draait zich resoluut om, en gaat op weg naar de achterdeur van het theaterpand, waar het circus ooit in gevestigd was.

De deur is niet op slot. Zachtjes stapt Lena, gevolgd door Matt naar binnen. Het kleine halletje komt uit in een grote eetkeuken. Daarna is er de hoofdgang, waar kamers voor Artiesten aanliggen en die naar de grote zaal leidt. De brand die Lena er lang geleden had aangestoken, met haar eigen kracht, heeft geen sporen achter gelaten. En toch leek het zo echt. Het geluid van hun voetstappen wordt opgeslokt door het tapijt wat de vloer bedekt.
Als ze in de grote zaal komen, mijmert Lena weg naar het publiek dat eens de stoelen vulden. Dat juichte en lachte, glunderde en gilde. Elke act verbaasde ze en ze omarmde de magie met beide armen. Wie niet?
Pas als Lena halverwege is valt het haar op, dat er iemand onderaan op de tribune zit. Iemand met blond haar en een klein postuur. Heel langzaam vervolgt Lena haar weg naar beneden. Het moet de meester zijn! Wie anders zou in deze kleurloze wereld plaats nemen en haar met Matt er in opsluiten? Alleen de meester kan zoiets gruwelijks doen. Het hele circus met zijn kelders kwam bij de oude vrouw vandaan. Maar hoe had ze van gedaante kunnen verwisselen?
‘Wat wil je van me?’ vraagt Lena als ze onder aan de trap staat.
De gedaante op de tribune draait zich om en kijkt genietend naar Lena en Matt. Hun handen zijn verstrengeld.
‘Ben je niet blij?’
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Huh wie is dat?? Is dat de meester zelf? Het begint nog vager te worden. Egt zoveel vraagtekens, je houdt het wel heel erg spannend zeg! Je moet egt snel verder!!
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@Jenna; als het goed is, brengt dit stuk een heleboel verheldering mee :) Zo niet, moet je het even zeggen, dan zal ik het aanpassen :)
--
De stem van het meisje, de jonge goochelaar, die de truc uitvoerde past niet bij de leeftijd van het kind. Het klinkt oud en krakend. En hij is herkenbaar voor Lena op een manier dat het oude herinneringen oproept van een tijd dat ze dacht veilig te zijn in het landhuis.
‘Ik heb je altijd gegeven wat je wilde. En nooit heb ik er iets voor terug gevraagd.’
Niet begrijpend kijkt Lena het meisje aan. Het moet de meester zijn, het is haar stem. Maar waarom zou ze de gedaante van een kind aannemen? En hoe heeft ze dat voor elkaar gekregen?
Het meisje zucht en staat op.
‘Al die tijd,’ zegt ze zacht, terwijl ze naar het podium loopt, ‘al die tijd dacht ik dat je zoals mij zou zijn. Een verbannen ziel die zou vechten voor een terugkeer, maar je hoofd was vol van… mensen!’
‘Verbannen?’
Het meisje kijkt scherp naar Lena en knikt dan.
‘Snap je het dan niet? Waarom zouden ze een kind naar beneden gooien als ze er van hielden? Zouden we hier niet allemaal zijn, als het gewoon was?’
Lena kijkt zwijgend naar Matt, maar zijn gezicht straalt geen emotie uit. Hij lijkt meer wat bevroren.
‘Matt?’
‘Oh, maak je om hem maar geen zorgen. Mensen zijn niet gemaakt om in de Gesloten Tijd rond te dwalen. Wij artiesten wel. De Gesloten Tijd, is waar de magie ontstaat.’
‘Wat wil je van me?’
‘Jouw kracht is nodig om wraak te kunnen nemen!’
‘Ik wil geen wraak nemen.’
‘Dat weet ik, daarom nam ik je krachten. Met jouw krachten zou het allemaal lukken, maar jouw krachten zijn ontembaar! En daarom heb ik jou nodig.’
‘Waarom deze gedaante?’
‘Wat zou er gebeuren als ik daar op dat podium zou staan?’ Het meisje verandert terug naar de oude vrouw die Lena herkent. ‘Als het publiek me niet zou herkennen zou jij het wel zijn geweest, maar nu niet. Wie vertrouwt er een klein meisje nu niet?’
‘Maar het hemelzilver,’ begint Lena.
De meester lacht.
‘Dat kleine beetje? Laat me niet lachen! Het spul heeft nauwelijks kracht op aarde. Genoeg van deze theetijd praatjes, het is tijd voor het echte werk, wraak!’
‘Nee! Breng Matt en mij terug.’
‘Alleen in de Gesloten Tijd zal je je talent hebben. Je hoeft alleen de zandloper om te draaien.’ Lena haalt de scherven tevoorschijn. ‘Als je hem heel kunt maken.’
‘Als ik weg ga, wat doet u dan?’
De meester glimlacht.
‘Dat ding is de enige deur. Ik wacht rustig af.’
‘Waarom zou u me hierheen brengen om me vervolgens te laten gaan?’
‘Omdat, als je niet meewerkt, het een genoegen is je te zien wegkwijnen. Een eindeloze marteling.’
Lena kijkt naar Matt. Hij lijkt meer een standbeeld. Ze loopt haastig langs hem heen. Er moet een uitweg zijn! Waarom heeft ze niet alle scherven meegenomen?
‘Wat was de drab die in de zandloper zat?’ vraagt Lena voordat ze de zaal verlaat.
‘Jouw talent. En dat zal het vast en zeker nodig hebben om je te laten terug te keren.’
Lena beent haastig de zaal uit, Matt bevroren achterlatend. Ze vlucht het oude theaterpand uit, de steegjes in, waar de regen nog altijd met grote druppels naar beneden komt. Zonder er bij stil te staan loopt ze terug naar het stadion, naar de plek waar het begon. Waar de act van de meester getoond werd en de zandloper in stukken viel. Er liggen nog een paar kleine scherven, maar niet genoeg om een zandloper van te maken. Als ze al wist hoe ze een zandloper moet maken. Waarom wil de meester haar en zichzelf hier opsluiten? Als ze zo graag wraak wil, dan is dit er toch niet de plek voor?
Ze raapt de kleine scherfjes op en kijkt bedachtzaam om haar heen. Als dit de wereld is, zoals ze hem kent, maar alleen stil staat, dan moet de stad er ook zijn. En als de stad er is, is er vast een winkel met zandlopers.
Na een tijd door de steegjes gedwaald te hebben, komt ze bij het grote kruispunt uit. De eens door auto’s drukbezette kruising, is eenzaam en leeg. Ze steekt over en loopt langs haar eerste schuilplaats voor Zoladius. Een onopvallend gangetje tussen twee grote panden verleent de doorgang naar een stalen deur. Zonder enig probleem gaat hij open. Lena stapt de duisternis in en loopt op de tast door de vertrekken heen, tot ze bij haar oude slaapkamer is. Matt heeft de plek nooit verlaten, ook niet toen de goochelaar alsmaar verhuisde om zo voor Zoladius onnavolgbaar te zijn. Had ze na die eerste nacht hier de knoop doorgehakt om de stad verlaten, dan was er wellicht nu niets aan de hand geweest. Matt had erop aan gedrongen dat ze zou blijven, alsof Zoladius ooit buiten zijn theater zou komen en daarmee buiten zijn domein zou komen.
Lena zucht even terwijl ze op haar oude bed zakt. De zandloper had ze gehad van Lor, die samen met de artiesten ondergedoken zat in een grot vlakbij de kust. Lor had het als pakketje gekregen. Zou de meester al die tijd dit als plan hebben gehad?
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ondanks dat de tijd stil staat, valt de nacht in en begint het zachter te regenen. Teleurgesteld omdat Lena nog geen stap verder is, keert ze terug naar het theater. Matt staat nog op dezelfde plek, de meester echter, is verdwenen. Lena zakt op een stoel vlakbij Matt neer. Zijn ogen staren leeg voor zich uit. En de aanblik van het standbeeld bezorgt haar rillingen. De meester moet heel veel krachten bezitten om mensen naar een gesloten tijd te brengen. Want dat was het toch, wat de meester gedaan had? Lena haalt haar kogel met de gestolde lava tevoorschijn,. En bekijkt hem van alle kanten.
Zouden Jitske en Benji weten dat ze weg is? Of zou de goochelaar versteend op het veld in het stadion staan? Benji zou vast het water gelijk geven, dat ze nu echt dood is. Lena slaat haar ogen neer. Er moet een manier zijn, ze heeft de meester al te lang ontlopen om nu zich te laten verslaan door iets als een gesloten tijd. Als ze erin kan komen, kan ze er ook uit. Zonder de meester. Al piekerend valt ze in de stoel in slaap, met in haar ene hand de kogel en in haar andere hand Matts hand.

Verraad

De dagen kruipen voorbij. En waar Lena ook heen gaat, welke winkel ze ook uitkamt, er is nergens een zandloper die haar kan helpen. Matt lijkt er steeds grauwer van te worden, de bevroren glinstering in zijn ogen lost langzaam op en Lena voelt zichzelf met hem oplossen in de kleurloze stilstaande wereld. De meester is in geen velden of wegen te vinden, maar de goochelaar weet dat de meester toe kijkt hoe Lena wegkwijnt in de eenzaamheid.
Lena zit zwijgend op de rand van het podium. Ze haalt de kogel tevoorschijn in de hoop een idee te krijgen hoe ze terug moet. Het is al ruim een week verder, iedere winkel is bekeken en het hele theater heeft ze overhoop gehaald. Zelfs de ooit verboden kamer van Zoladius. Het heeft allemaal niets opgeleverd.
‘Wat zou jij doen, Matt?’ vraagt ze aan het standbeeld. ‘Hoe zou je jezelf weer ademend krijgen?’
Het standbeeld blijft bewegingloos staan. Lena zucht en staat op. De goochelaar geeft Matt een vluchtige kus op zijn wang en begint een nieuwe wandeling door het oude theaterpand heen, naar de kamer van Zoladius. Als er ergens een antwoord is, is het daar of in de kelders.
‘Ik ben zo terug,’ zegt Lena zacht.
Ze klimt de trap op, tussen de stoelen door, op weg naar de eens verboden kamer. De sloten, die er eens waren zijn verdwenen. Zachtjes doet ze de deur open. Het is een typisch directeurskantoor met een groot bureau en een paar simpele kasten. Eerder kon ze hier niets vinden, misschien als ze nog eens goed kijkt. La na la opent ze maar er is niets. Verslagen zakt ze op de stoel neer van de directeur. Ze laat haar hoofd op haar handen steunen. Haar ellenbogen voelen het koude hout onder zich.
‘Al een zandloper gevonden?’
Lena kijkt verschrikt naar de deuropening. Daar in eigen persoon staat de meester, die vast en zeker alles heeft gevolgd.
‘Aan je gezicht gezien niet,’ grijnst de meester.
‘Als ik u help,’ zegt Lena bedachtzaam, ‘hoe weet ik dat terug kom?’
‘Je komt niet terug. Als we klaar zijn, wonen we daar,’ antwoord de meester met een knikje naar boven.
‘En als ik dat niet wil?’
‘Het is dat, of hier in de Gesloten Tijd, alleen.’
‘En wat moet ik doen dan?’
‘We hebben het vuur nodig. Weet je nog, dat de illusie echt werd?’
Lena knikt langzaam. Zoladius was niet bang geweest, tot hij het geknisper en geknetter hoorde. Het was nep geweest, maar haar woede had het echt gemaakt. Daar had het in elk geval op geleken.
‘Jij laat ze weten dat je eindelijk de taak hebt volbracht, ze komen kijken en keuren of het echt zo is. Dan ga je mee naar huis. Je échte huis.’
‘Waar bent u dan?’ vraagt Lena die zich weer het kleine meisje begint te voelen dat een thuis zocht in de grote wereld. De eerste dag in het landhuis, was net zo geweest. Wat moest een kleine goochelaar doen om bij de alwetende meester te blijven? Goochelen en nooit weggaan. Dit nieuwe plan van de meester is net zo iets. Je goochelt dat een taak volbracht is en dan tover je het vuur tevoorschijn zodat de engelen boven sterven of verdwijnen. Lena weet niet zo goed of engelen wel kunnen sterven. In zekere zin zijn ze al dood, niet waar?
‘Ik zal je schaduw zijn en het afmaken,’ glimlacht de meester.
‘Maar Matt blijft hier opgesloten?’
‘Tot je je taak hebt volbracht.’
‘En dan gaat hij naar huis?’
De meester knikt.
‘En de andere artiesten?’
‘Alle verbannen artiesten zullen terugkeren.’
De goochelaar kan zich niet voorstellen dat iedereen van de artiesten verbannen is. Dat zijzelf verbannen is. Na de verhalen op de boerderij, voelde zich meer een uitverkorene die gefaald heeft. En misschien is dit de kans om haar fout recht te zetten, maar als ze met de meester meewerkt verliest ze alles wat ze lief heeft.
‘En mijn talent?’
‘Dat hou je. Dat maakt je een artiest, in de mensenmond. Dan ben je compleet, zoals je zelf vertelde.’
Lena slaat haar ogen neer. Het was een ware hel om zonder haar talent te moeten leven, maar als Matt er niet meer is, wat heeft ze dan nog? Is haar talent genoeg om te overleven?
‘Je vrienden zullen er zijn,’ glimlacht de meester. ‘Als ze echte artiesten zoals jij en ik zijn. Al kan ik dat niet garanderen.’
Daarna draait de meester zich om en loopt weg. Haar laatste zin blijft in Lena’s hoofd tollen. Haar vrienden buiten de Gesloten Tijd zijn geen echte artiesten. Niet volgens de meester. Want als ze dat wel waren, waren ze nu hier. En beraamden ze samen een wraakactie.
De goochelaar legt haar hoofd op het bureaublad en vouwt haar armen er omheen terwijl ze zachtjes snikt. Het maakt niet uit, of ze zit hier opgesloten, alleen. Of ze zit boven, alleen. Haar schouders schokken onder het besef en de zware last die zich onthult.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

‘Ik help u,’ zegt Lena als ze in de deuropening verschijnt van het theater. Ze balt haar vuisten om het trillen te stoppen. ‘Als u de artiesten en Matt buiten de Gesloten Tijd met rust laat.’
‘Goed.’
Dat is alles? Geen verweer? Geen gesputter dat het onmogelijk is, dat alle artiesten de wraak zullen voelen. Een beetje onzeker kijkt Lena naar de meester.
‘Zorg dat deze brief bij heer Escupior komt.’
Lena loopt de trap af, haar vingers strelen de arm van Matt bijna onzichtbaar in het passeren. Ze pakt de brief aan. Hij is verzegeld.
‘Wat staat er in?’
‘Dat je mij hebt vernietigd. Je kogel is al het bewijs wat je nodig zult hebben.’
Lena knikt langzaam. Het is eenzaam en alleen hier of eenzaam boven met kans op nieuwe vrienden. Ze bijt op haar lip, maar nooit zal ze een van haar vrienden op aarde zomaar laten vervangen door nieuwe herinneringen.
De goochelaar pakt de brief aan en twijfelt even. De ogen van de meester doorboren haar maar glijden niet naar binnen. Lena laat de brief verdwijnen, op datzelfde moment verdwijnt de meester.
‘Ik zal in je schaduw alles waarnemen,’ fluistert haar stem.
Zwijgend blijft Lena staan. Ze luistert naar de stilte en wacht. En wacht terwijl de avond invalt en de zon langzaam weer aan de hemel klimt. Lena blijft staan met haar blik gefocust op Matt. Er is geen beweging bij hem te vinden, noch een lichte ademhaling. Nog altijd is hij een standbeeld.

Er is een lichte trilling in de ruimte te voelen waar Lena staat. Alsof er ergens een deur geopend wordt en er een vreemde tocht naar binnen sijpelt.
Er verschijnen twee gedaantes voor haar. Een jongeman en een jong meisje. De gevederde vleugels die ze hebben imponeren de goochelaar, maar het valt Lena gelijk op dat ze niet zo wit zijn als de veren die de boer aan haar had gegeven. De sneeuwwitte zoals er in het doosje zaten. De veren die zij hebben een licht grijze tint. Onzuiver, gaat er door Lena heen.
‘We hebben uw brief ontvangen, uitverkorene.’
De ogen van het jonge meisje glijden voor Lena heen en kijken naar achterom naar Matt. Ze knikt langzaam.
‘Ze zeiden al dat u vermensterd was, maar dit hadden we niet verwacht.’
Lena kijkt naar Matt. Hij had haar juist beschermt! En zij waren nergens te vinden geweest!
‘Hoezo?’
‘Ayona,’ gebied de jongeman. ‘Dit is de uitverkorene. Onze wereld rustte op haar schouders. Wie zou haar hier vertrouwen als ze zich niet zou mengen?’
‘Maar nu hoeft ze zich er niet meer te mengen,’ begint het jonge meisje.
‘Neem het haar niet kwalijk,’ zegt de jongeman. ‘Ze heeft geen idee wat u doorstaan heeft.’
‘Kunnen jullie Matt terug brengen naar de echte tijd?’
Het tweetal werpt een blik op Matt en knikt dan. Zonder verder iets te bewegen lost Matt op. Diep van binnen had Lena gehoopt dat hij bij bewustzijn zou zijn en hij zou zien dat het goed met haar is. Misschien is dit beter.
‘Hij zal wakker worden waar hij verdween,’ zegt de jongeman. ‘Nu, waar heb je de duivel in opgesloten?’
Hij steekt zijn hand uit. Lena haalt de kogel van de ketting en met een lichte twijfeling overhandigt ze hem. Het ding voelt warm in haar hand en aan het gezicht van de jongeman te zien, brandt het hem in zijn huid. Haar kracht vlamt in haar op. Waren ze ook zonder de brief gekomen?
Voordat Lena de vraag kan stellen lossen ze op in het niets.
‘Ha..loo?’ stamelt Lena.
Geen antwoord. Verdwaasd zakt Lena op de voorste rij. Nerveus beweegt ze haar been en kijkt hoe de tijd verstrijkt.
‘Meester?’
Doodse stilte.
Er is niemand in het theater, behalve Lena. Niemand zal haar naar boven brengen en de meester al helemaal niet. De oude vrouw had een manier nodig om weg te komen en die heeft ze gebruikt, de goochelaar achterlatend.
Lena haalt diep adem. Betekent dit dat ze hier voor altijd vast zit? Maar hoe konden die twee engelen hier dan komen en weer gaan? Waar zou Matt nu zijn?
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

I like I like I like, je weet er op de een of andere manier steeds in te slagen mensen het idee te geven dat het verhaal klaar is, maar er dan weer een twist aan te geven.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

:O o.O Wat erg, ik heb nooit gezien dat je op mijn verhaal hebt gereageerd. Sorry! Ik vind het echt super leuk dat je meeleest :D En bedankt voor het compliment :D

De redding is nabij
Het is nacht en er hangen donkere wolken boven hem. De sterren en de maan houden zich verscholen alsof de hemel niet gezien wil worden. Stijf staat hij op, zijn handen glijden door het gras en glassplinters heen. Voorzichtig pakt hij wat splinters op. De ronde bolling komt hem vreemd bekend voor, maar hij kan zich niet herinneren waarvan. Verbijsterd kijkt hij om zich heen. De wereld is ondanks de duisternis vol kleur. Het voelt als tijden geleden dat hij zoveel kleur heeft gezien. Lena is nergens te vinden, het stadion is verlaten. Hij is verlaten.
‘Lena?’
Koude wind blaast hem tegemoet, maar er is niemand. Zijn hoofd voelt wazig en een vreemde droom kleeft nog aan hem. Lena was bij hem en ze waren in het circus van Zoladius, op zoek naar iets of iemand.
‘Lena?’ stamelt Matt nog een keer tegen de leegte.
Er komt geen antwoord. Wankelend begeeft hij zich naar de rand van het veld en laat het glas vallen. Het maakt niet uit waar hij het van kent, als hij Lena maar vindt. Hij zwerft langs de stoelen op de tribune, door de gangen van het stadion en zijn verschillende kleedkamers.
Lena is er niet, ze is weg. Moedeloos verlaat hij het stadion en vervolgt zijn weg naar huis. Het kleine pand dat zich in een steegje verstopt heeft. En dat een geheel andere betekenis kreeg toen Lena en hij elkaar ontmoette op het drukke kruispunt.
In de kamers voelt Matt de aanwezigheid van Lena, zoals hij die al tijden hier niet heeft gevoelt, maar ze is er niet. Ze is verdwenen en hij heeft geen idee waarheen. Waar zou ze heen zijn gegaan, nadat de storm opstak? Hoeveel tijd is er verstreken tussen de storm en dat hij wakker werd? Hij zakt op zijn bed neer en kijkt voor zich uit. Waarom is Lena weggegaan zonder iets te zeggen?
Er kucht iemand vlakbij. Verschrikt kijkt Matt naar de deuropening. Een kleine gedaante staat zwijgend met gebogen hoofd op de drempel.
‘Is ze bij jou?’
‘Wie?’
‘Lena,’ fluistert de gedaante.
Matt schudt zijn hoofd in het donker.
‘We moeten haar vinden.’
‘Wat gebeurde er na de storm, Benji?’
‘Ze loste op.’
‘En ik?’
‘Veranderde in steen,’ zegt Benji schoorvoetend.
De jongen loopt naar Matt toe en pakt hem bij zijn arm vast. Voordat Matt het doorheeft, heeft Benji hem verplaatst. Hij staat in een moderne slaapkamer. Met strakke meubels en schilderijen van verre oorden aan de muur. Benji loopt naar het bed toe en klikt een bedlampje aan. Degene die in bed ligt veert verschrikt overeind. Met grote ogen worden het tweetal aangestaard.
‘Wat doen jullie hier? Het is midden in de nacht!’
‘Matt is onsteend,’ zegt Benji.
Jitske knippert met haar ogen. Het dringt langzaam tot haar door wat Benji haar mededeelt.
‘En Lena?’
‘Weg, nog steeds.’
Matt kijkt van Benji naar Jitske. Versteend? Weg? Wat is er gebeurt na de storm? En wat weten zij meer dan dat hij weet. Hij probeert zijn droom voor zich tot leven te roepen. Het blijft een grauwe massa van het circustheater van Zoladius. Is het echt een droom geweest?
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

dat duurde lang, en het stukje is kort, wel leuk maar kort en kort kort kort.
(sorry ik ben gewoon een zeurder op elk stukje dat mij niet gegeven wordt wil altijd meer, als ik het goed vind in ieder geval)
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Geeft niet dat je zeurt om meer :P Hier is een wat langer stukje, ik hoop dat het de honger naar meer even stilt ;) En ik zal proberen de laatste stukken wat sneller te plaatsen :)

---

Jitske slaat de deken van haar af en stapt uit bed. Ze trekt haar badjas aan en gaat hen voor naar haar woonkamer.
‘Weet je wat er gebeurd is, Matt?’
‘Ik droomde over Lena en mij. We gingen naar het circus van Zoladius, geloof ik.’
‘Hoe zag de droom eruit? Het moet de meester zijn geweest, dat moet gewoon. Zij is er toe instaat.’
‘De meester leeft nog?’ Jitske maakt een instemmend geluid. ‘Het is een grauwe massa, behalve Lena. Alsof de alle kleur opgezogen was en het wenste tevoorschijn te komen, maar het niet kon. Behalve Lena,’ herhaalt Matt, ‘zij was zoals altijd, kleurrijk en ze paste niet in de omgeving.’
‘De Gesloten Tijd,’ bromt Jitske. ‘Benji had nog wat boeken gevonden nadat Lena spoorloos verdween en jij in een standbeeld bevroor. En daar kwam al zoiets in naar voren.’
‘Wat is dat?’
‘De Gesloten Tijd? Het wordt beschreven als een wereld naast de onze, waar magie ontstaat en waar alleen artiesten kunnen komen. Er is geen kleur, want dat schijnt de creativiteit te blokkeren.’ Matt zwijgt. ‘Lena moet daar nog zijn. Ze heeft je er vast uitgekregen. Dat is mijn enige verklaring. Enig idee hoe je erin kwam?’
‘Nee.’ Matt denkt even diep na. ‘We zijn rechtstreeks naar het oude circuspand gelopen. Ze wilde persé daarheen, nadat ze had uitgevonden dat er niemand meer was.’
‘Daarvoor nog,’ zegt Jitske. ‘Toen de storm nog niet losbarstte, toen je nog hier was.’
‘Oh, Lena deed mee aan een act van een meisje. Ze wilde de zandloper van Lena vasthouden en er zat een rare zwarte drab in.’ Heel even fronst Matt. ‘Ze hield hem in de lucht, waarna dat noodweer kwam opzetten met het onweer dat gelijk boven ons hing.’
‘Die drab was haar talent,’ mompelt Benji die op de bank gaat zitten. Hij trekt zijn benen op. ‘Het water had gelijk, Lena zou verdwijnen!’
‘Maar ze leeft nog,’ antwoordt Jitske. ‘En wij halen haar daar uit. Punt uit.’ Ze slaat het boek wat voor haar op tafel ligt open. ‘Als artiest moeten wij ook in de Gesloten Tijd kunnen, het is een kwestie van weten hoe het er uitziet. We hebben al geprobeerd om bij Lena te komen, we faalden daarin. Helaas.’
‘Als jij het omschrijft,’ mompelt Benji tegen Matt. ‘Kan het misschien wel.’
‘Het was grauw en grijs.’
‘Is dat alles wat je nog weet?’ vraagt Jitske. ‘Denk diep na!’ Ze bladert door het boek heen, op zoek naar iets waar ze haar vinger niet op kan leggen. ‘Waar waren jullie?’
Matt zucht en gaat naast Benji zitten. Buigt voorover en leunt met mijn ellenbogen op zijn knieën. Waar was hij in de droom die geen droom was? Matt sluit zijn ogen terwijl hij zijn gedachte pijnigt.
‘We gingen naar het circus van Zoladius. Ze was ervan overtuigd dat we daar heen moesten.’
‘Ben je binnen geweest?’
Matt huivert na die vraag.
‘Ja. We gingen naar de hoofdzaal. Het meisje was daar.’
‘De meester,’ mompelt Jitske. ‘Alles was hetzelfde?’
‘Weet ik niet, ik ben er nooit geweest toen het nog leefde met Zoladius. Waarom denk je niet aan de meester? Zij is toch bij Lena?’ vraagt Matt.
‘Geen idee,’ zegt Benji, ‘maar ik wil naar Lena en niet naar de meester. Als ze niet meer bij elkaar zijn, dan…’ maar hij maakt zijn zin niet af.
‘Denk aan Lena dan,’ zegt Matt.
‘Dat hebben we al geprobeerd! Maar we komen in het stadion uit, waar ze niet is. Het stadion in onze tijd.’
Benji leunt op zijn arm en kijkt naar het boek. Zijn vreemd gekleurde ogen staren strak voor zich uit.
‘Ik weet wel hoe het eruit zag,’ zegt Benji na een tijdje. ‘De grote zaal loopt rond af, met de stoelen die naar beneden keken en de rode gordijnen, die bij de deuren hingen. Het grote half ronde podium waar zand op ligt om de zaal een circus gevoel te geven.’
‘En nu in een grauwe grijze variant,’ fluistert Jitske hoopvol.
‘Alsof er jaren over heen zijn gegaan en de tijd met het gebouw heeft gespeeld,’ vult Matt aan.
Benji sluit zijn ogen en laat zijn herinneringen tot leven komen met een vleugje grauw en grijsheid. Hij weet nog goed dat hij naar binnenstapte om het contract te tekenen. Door de ogen van zijn jonge ik, loopt hij de route opnieuw, terwijl de omgeving veroudert. De mensen lopen gehaast langs hem heen en lossen op in het niets. De vlammen die hij om Lena had zien dansen, trekken aan hem voorbij terwijl hij naar de zaal loopt.
De omgeving trilt, alsof hij door een portaal stapt omgeven door de kou. De laatste kleuren lossen op en hij staat in de Gesloten Tijd. Het is zoals Matt beschreef. Grauw en kleurloos. Alles in dezelfde kleur grijs, alsof de dingen smeken om ondergedompeld te worden in kleur.
De zaal lijkt leeg te zijn, maar als Benji de trap afloopt ziet hij Lena zitten. Haastig gaat hij naar haar toe.
‘Lena!’
Verschrikt kijkt ze hem aan.
‘Benji!’ stamelt ze. ‘Hoe kom jij hier?’
‘Matt heeft geholpen de Gesloten Tijd te omschrijven.’
Nog altijd verbijsterd kijkt Lena haar kleine vriend aan. Matt heeft hem geholpen? Benji gaat naast Lena op een stoel zitten.
‘Matt kwam thuis en toen bracht ik hem naar Jitske, hij zei dat de Gesloten Tijd grauw en grijs was, maar verder hetzelfde. Dus toen heb ik geprobeerd hier te komen op zijn aanwijzingen.’
‘Kun je ook terug, met mij?’
Benji glimlacht.
‘Terug is vast makkelijker dan hierheen komen.’
‘Waar wachten we dan nog op!’ roept ze uit.
Ze springt op van haar stoel, klaar om te gaan, als ze zich bedenkt dat ze dan haar krachten niet zal hebben en zakt weer op haar stoel. De afgelopen weken waren dramatisch zonder haar krachten, als ze nu met Benji meegaat, dan zal ze nooit meer krijgen, wat verschrikkelijk zal zijn.
‘Wat is er?’ vraagt Benji bezorgd.
‘De meester zei dat ik alleen hier mijn talent heb. En niet in onze eigen tijd.’
‘Waar is de meester nu?’
Lena kijkt naar boven. Benji volgt haar blik en kijkt naar het plafond.
‘Ze is naar de hemel denk ik,’ zegt Lena. ‘Daar waar alle Engelen zijn. En ze zal ze allemaal vernietigen.’
Benji kijkt naar Lena.
‘Jij bent de goochelaar, Lena. Iemand die onverwachte dingen doet, wat als je ook naar boven gaat? En voor haar neus verschijnt?’
Lena denkt er over na. Nu Benji naar de Gesloten Tijd kan komen, kan hij zich waarschijnlijk ook naar de meester verplaatsen. Hij wordt er steeds beter in, nu hij geen deuren meer nodig heeft. En als Lena daarboven kan komen, bij al die andere Engelen dan kan ze hen waarschuwen.
‘Alleen, hoe verslaan we haar?’ vraagt Benji alsof hij haar hoort denken.
‘De andere Engelen,’ begint Lena.
Benji schudt zijn hoofd.
‘Jij bent de uitverkorene, weet je nog? Jij moet het doen. Heb je geen truc achter de hand? Eentje die de stemmen je toefluisterende?’
Lena kijkt de jonge verplaatser bedachtzaam aan. De stemmen zijn weg en al haar trucen zijn bekend. Als Lena de meester kan overrompelen en haar in de Gesloten Tijd zou kunnen opsluiten zonder krachten, zou dat de oplossing zijn. Dan zit de Meester voor altijd vast.
‘We kunnen een nieuwe truc oefenen,’ begint Benji. ‘Hier heb je alle krachten. Jitske vertelde me dat in de Gesloten Tijd artiesten nieuwe dingen vinden. We kunnen haar verrassen!’
Er verschijnt een glimlachje op Lena’s gezicht.
‘Benji, ik heb je hulp nodig. Ik weet de perfecte verrassing voor de meester. Samen zullen we optreden, zoals ik je beloofd heb. We gaan haar bewijzen dat we echte artiesten zijn.’
De ogen van Benji beginnen glinsteren bij het idee dat hij samen met de goochelaar op het podium zal staan. Vanaf het eerste moment dat hij haar zag in het winkelcentrum, verlangde hij naar dat moment.
Lena staat op en klopt haar kleding af. Ze glimlacht naar Benji en steekt haar hand.
‘Het is tijd om ons klaar te maken, assistent! We hebben een optreden voor te bereiden!’
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

De aanval

De dagen zijn voorbij geslopen tijdens het oefenen van de eenmalige oefening. Benji heeft zichzelf in een pak gestoken die matcht bij het goochelaars outfit van Lena. Zonder moeite weet hij de kaarten tevoorschijn te toveren, waarvan Lena alleen maar kan dromen. Menselijke goocheltrucs kan ze nog steeds niet onder de knie krijgen, met welke magie dan ook. Lena verbluft Benji daarentegen met haar balletjes, het verschijnen en verdwijnen van voorwerpen.
‘Ik denk dat je er klaar voor bent, om mijn assistent te zijn.’
Benji grijnst en maakt een nobele buiging.
‘Dan is het nu tijd,’ zegt Lena uiterst serieus, ‘om te gaan.’
Ze pakken elkaars hand en stappen het podium op. Lena sluit haar ogen, terwijl Benji zich concentreert op de Meester. Ieder klein detail roept hij op, totdat hij haar stem in zijn hoofd hoort.

Voorzichtig opent Lena haar ogen, ze heeft het ook gehoord. De verbaasde stem, waar een lichte toon van indruk in te horen is.
‘Wel, wel. Heb je je bedacht?’
Lena kijkt naar de vrouw. Alweer een andere gedaante. Een versie tussen het jonge meisje en de oude dame in. Rode haren krullen langs het jonge hoofd en blauwe ogen kijken verwonderd naar het duo. Het had eigenlijk ook niet anders gekund, iedereen zou haar herkend hebben. Ondanks de gedaanteverandering kon Benji toch bij haar komen. Ze is trots op haar kleine assistent, niets staat de jongen meer in de weg om zijn talent als verplaatsen toe te passen, waar en wanneer dan ook.
‘Ja. U had gelijk, het is niet aan de halve artiesten om zich hier te vertoeven.’
Benji knijpt even in de hand Lena en glimlacht dan naar de meester.
‘Hoe kom jij hier?’ wendt de meester zich naar Benji.
‘Ik ben de assistent van de goochelaar, ik ben overal waar zij gaat,’ antwoordt hij plechtig.
‘Aha, sinds?’
‘Sinds al heel lang,’ zegt Lena vlug. ‘Hoever bent u in uw plan, om …’
‘St! Niet hier. Waarom geef je vanavond niet een voorstelling, om je komst te vieren. Je naam zweeft door de wandelgangen en ondanks je menselijke gedrag kijken ze naar je op. Het zou een mooie afleiding zijn, daarna kunnen jullie me helpen met mijn plan!’

De meester, nu onder de schuilnaam Elonia, toont Lena en Benji het rijk waar Artiesten leven en wonen voordat ze naar aarde gaan. De wolken zijn ver onder hen als Lena over de rand kijkt van een grote witte brug. De aarde kan ze niet. Wat een duizelingwekkende val moet ze gemaakt hebben, toen ze naar beneden werd gestuurd. Misschien had ze tot halverwege nog vleugels gehad, waar anders zouden de veren vandaan gekomen zijn? De vleugels die ze nu niet meer heeft en wat haar bij ieder aanblik van andere Artiesten erin gewreven wordt. Gebroken wit, lichtgrijs, crème wit, Lena wist niet dat er zoveel verschillende tinten in wit en grijs zijn. De enige die ze niet tegen komt, zijn de witte veren die de oude man haar heeft gegeven. Hoe speciaal moeten die fragiele dingen wel niet zijn?
De gedachte besluipt haar dat, ze helemaal geen uitverkorene was, maar dat haar vleugels niet bij die van de rest pasten. Lena probeert de gedachte van haar af te schudden, toen ze de kogel overhandigde werd ze de uitverkorene genoemd. Het moet waar zijn, ook al heeft ze geen vleugels meer en kan ze alleen maar fantaseren over hoe het zou zijn als ze ze wel had.
De dag loopt ten einde en Elonia brengt het tweetal naar een kamer. Waar ze belooft hen ’s avonds op te halen. Lena zakt op het bed en kijkt omhoog. Het dak is een koepel en ze ziet de sterren eraan voorbij trekken. Ze fonkelen, alsof ze naar knipogen.
‘Benji, zag jij ze kijken?’
De jongen knikt.
‘Zelfs als het plan slaagt, zullen we er nooit bij horen. Zelfs Elonia heeft weer vleugels!’
Benji gaat naast Lena zitten en pakt haar hand vast.
‘We blijven hier niet voor eeuwig. Ik kan me toch verplaatsen? En als we wel eeuwig hier blijven, goochel jij toch een paar vleugels voor ons?’
Lena glimlacht zwakjes. Haar gedachten gaan naar Matt. Zou hij aan haar denken? Bezorgd zijn? Of is hij haar vergeten, nu ze hier boven is, maar dan zou iedereen de Meester ook vergeten zijn. Lena weet gewoon dat dat niet waar is. Het kan niet waar zijn, niemand vergeet die vreselijk vrouw.
‘Wat vind je het allermooiste van wat je hebt gezien?’ vraagt Benji.
‘De zaal waar we vanavond optreden. Heb je ooit in zo’n zaal een voorstelling gedaan? Al is het wel een kleine zaal.’
‘Ik vind die ook het mooist. De nachtblauwe fluwelen stoelen en de zwarte gordijnen die opgehesen worden, zodra het begint. En hetzelfde doek dat valt aan het einde. Heb je de schijnwerpers gezien? Ze volgen je over het podium. Ik geloof niet dat Zoladius die had.’ Lena denkt even aan het podium van Zoladius. Daar werd je als artiest bijna verblind door het licht, zolang de klanten alles maar zagen. Bijna alles dan. ‘Het geeft onze act iets heel luxe, alsof het alleen voor speciale mensen bedoeld is om naar te kijken. Het wordt ons moment.’
‘En jij zult ook uitverkorene zij, Benji.’
Lena kijkt naar Benji die naast haar op zijn rug ligt en naar de sterren boven hen staart.
‘Ja. We zullen het haar betaald zetten! Iedereen zal haar vergeten, omdat ze verbleekt in onze top act!’
Lena moet lachen. De meester zal zeker verbleken. Niets is ooit geweest wat het leek. En de oude dame in het jonge lichaam zal nooit op zoveel steun van Lena rekenen. Terwijl ze die wel nodig gaat hebben, dat weet Lena zeker.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

tudududum tududududum, (lees hier in zo'n de spanning stijgt liedje)
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Klaar voor nog meer spanning? :P
---
Het doek hangt gesloten voor haar. Stemmen klinken gedempt door het zwarte gordijn heen. De gasten worden welkom geheten, zij wordt aangekondigd. Lena slaat even haar ogen neer, dit zal de enige keer zijn dat ze in een theater zal staan. Dat mensen haar toe zullen juichen om wie ze denken dat ze is, in plaats dat ze zich eerst moet bewijzen. Zoals altijd het geval was bij Zoladius. Iedere avond opnieuw die nieuwsgierige blikken die gevoed moesten worden. Een armzalig applausje want het was in de ogen van het publiek oplichterij. Wat konden ze anders denken van een circus in een achteraf straatje? En toch, bleef ze er zolang. Duurde het zolang voordat ze zich echt los probeerde te breken van het contract. Ze haalt diep adem, dit is haar moment en dat van Benji.
Er wordt geapplaudisseerd, het doek schuift open en Lena stap naar voren. Ze maakt een sierlijke buiging. Tientallen ogen kijken haar nieuwsgierig aan, tientallen vleugels en zij is de enige zonder. Hoe heeft ze ooit kunnen denken dat als ze met de meester mee zou gaan, ze zich thuis zou voelen? Hier tussen alle perfectie van de Hemel?
‘Dames en heren, ik heet u welkom bij deze zeer speciale voorstelling der illusies. Ik wil u allereerst voorstellen aan mijn assistent Benji!’
Benji verschijnt op het podium, vlak naast Lena. Het publiek klapt kort en kijkt dan net zo nieuwsgierig als eerst naar hen.
‘Hij zal u kennis laten maken met de magie van Aarde.’ Lena glimlacht even naar Benji, haalt de kaarten uit het niets tevoorschijn en geeft ze aan hem, waarna ze een stap naar achteren zet. ‘Succes,’ fluistert ze.
Benji laat de ene kaart truc na de anderen zien. Hij laat kaarten veranderen, en weet er zelfs mee te jongleren. Alle ogen zijn op hem gericht en Lena benut de tijd om de meester te zoeken. Ze zit vlakbij. Op de derde rij, aan de zijkant. Precies waar Lena haar wil hebben.
Benji buigt bij zijn laatste truc en draait zich naar Lena toe.
Ze stapt naar voren en glimlacht. Ze haalt haar geheimzinnige balletjes tevoorschijn. Ze zijn te klein om te zien voor de Engelen verder dan de derde rij, daarom laat Lena ze groeien. Zo groot, dat er een mens in zou passen. Ze laat ze oplichten en zweven, tot ze uiteindelijk oplossen in sterretjes.
Daarna speelt ze met haar vuur, haar innerlijke vuur. Ze maakt sterren die langzaam doven als ze van haar handen loskomen en bloemen die zachtjes na smeulen op het hout van de vloer.
‘Het wordt tijd voor onze hoofd act. Daarvoor hebben we een dappere vrijwilliger nodig. Iemand die nergens voor terugdeinst.’
Lena laat haar ogen over het publiek glijden, alsof ze zoekt naar haar dappere hulp, maar die heeft ze allang gevonden. Benji stapt het podium af en langs de rijen, tot hij bij de meester blijft staan.
‘U, misschien?’
‘Nee, bedankt,’ zegt de meester haastig.
Benji werpt een paniekerige blik naar Lena.
‘Het zou een eer zijn, als u met ons wil meewerken. U hoeft nergens bang voor te zijn, ik zorg dat u heelhuids weer in uw stoel zal plaatsen nemen,’ glimlacht Lena.
Artiesten die vlakbij de meester zitten beginnen de vrouw aan te moedigen. Lena volgt haar met haar ogen als ze dichterbij komt. De meester voelt dat er iets gaat gebeuren maar, ze zal niets kunnen doen. Het zijn immers onschuldige goocheltrucs, die het duo heeft laten zien.
De meester gaat naast Lena staan en kijkt haar aan. Lena haalt uit het niets een lege glazen zandloper tevoorschijn. Er zitten breuklijnen verspreid op het glas, alsof het gevallen is, maar net niet gebroken is. Lena pakt met haar vrije hand de hand van de Meester vast.
‘Zoals u ziet, is de zandloper leeg.’
Benji loopt haastig naar toe, pakt de zandloper aan en laat hem aan de eerste rijen van het publiek zien. Sommige houden hem even vast. Er wordt hier en daar wat gemompeld.
De jongen overhandigt de zandloper aan de goochelaar.
‘Met uw hulp,’ zegt Lena tegen de meester, ‘zullen we hem vullen. Wilt u hem voor mij vast houden?’
De meester twijfelt even maar, pakt de zandloper aan. Als een vies voorwerp houdt ze hem met twee vingers ver van zich af.
‘Wat is uw lievelingskleur?’
‘Zee groen,’ antwoordt de meester.
Lena beweegt haar vrije hand op mysterieuze wijze bij de zandloper.
‘Spreek mij langzaam na,’ zegt ze zacht.
Het publiek kan woorden die de goochelaar zegt nauwelijks horen. Lena fluistert ze alsof ze een bezwering over de zandloper uitspreekt. Ze kijken met grote ogen toe, als er druppels zee groene vloeistof de onderste bolling van de zandloper indruppelen. Zelfs de Meester kijkt ietwat verschrikt, Lena kijkt voldaan. Zolang de Meester het glazen voorwerp blijft vasthouden, is haar truc gelukt. Dan zal ze geven wat ze van de goochelaar nam.
De vrouw trilt en Lena kan niet vaststellen of het woede, angst of de kracht die wegsijpelt is. Zelf had ze het gevoel gehad dat ze leeggezogen werd, of alles wegsijpelde. De goochelaar wendt haar blik af en kijkt de zaal in. Haar gedachten glijden weg, bij iedere druppel verlangt Lena naar de overwinning, naar het moment dat ze vrij is. Dat het vluchten definitief stopt. Ze wordt opgeschrokken door een plotselinge beweging in haar ooghoeken, de zandloper is nog maar half gevuld als Lena ziet dat hij valt. De Meester heeft hem losgelaten!
‘Benji!’ sist Lena.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

De afstand tussen haar en de Meester lijkt oneindig ver weg en de enige die het in een seconde kan overbruggen is een verplaatser. Het publiek hapt naar adem opgaand in de spanning. Benji lost bijna gelijk op, om vervolgens naast de Meester op te duiken. Zijn ene hand zwaait boven de zandloper langs, maar zijn andere hand weet hem nog net op te vangen. Het publiek laat een zucht ontsnappen van pure opluchting.
‘Dacht je nou echt, dat je mij kon verslaan!’ schreeuwt de Meester woest. ‘Het vergt heel wat concentratie en gaven om het te kunnen.’
Verbijsterd kijkt Lena de Meester aan. Zou het zee blauwe goedje in de zandloper voldoende zijn om haar af te zwakken? Om haar te dwingen het weer vast te houden>
‘Ik ben bang,’ begint Lena luid en duidelijk zodat het publiek er getuige van is, ‘dat u onze truc niet helemaal begrijpt. Onze truc zorgt er voor dat de vloeistof in de zandloper komt, u hoeft nergens bang voor te zijn.’
Ze geeft een knikje naar Benji, die de zandloper aan de Meester wil geven.
‘Wellicht heeft u een aanmoediging nodig?’ De stem van Lena trilt een beetje, dit gaat niet geheel volgens plan. De Meester moet de zandloper weer vasthouden, anders mislukt haar plan. En zal het waarschijnlijk nooit meer lukken om de Meester onverwachts aan te vallen. Benji volgt het voorbeeld van Lena en weet het publiek op te zwepen om bemoedigend te juichen. De Meester kijkt Lena fel aan.
‘Nooit zal het je lukken!’ sist ze. Toch pakt de Meester de zandloper aan, maar voordat Lena hem kan loslaten pakt de Meester ook haar hand vast. ‘Als je mijn krachten steelt, zal je ook die van jou stelen.’
Lena voelt hoe haar krachten uit haar sijpelen. De zeeblauwe kleur in de zandloper begint zich te vermengen met de zwarte drab die Lena had gezien in de zandloper in het stadion. Ze kijkt vluchtig naar de Meester en daarna naar haar hand. Als zij loslaat, zal de zandloper in duizenden stukjes vallen. Haar hand is direct op de zandloper en de hand van de Meester zit om die van haar en de zandloper gevouwen.
Benji kijkt als versteend naar Lena. Haar blik spreekt boekdelen, de Meester verslaan is belangrijker dan dat ze haar krachten houdt. Al is ze ongelukkig zonder dat deel en wordt ze er vreselijk onhandig van, ze is en blijft de uitverkorene en die maken offers, toch?
‘Je zult onhandig worden,’ fluistert de Meester, ‘zo vreselijk ongelukkig. Ze zullen je verbannen naar een plek zonder mensen en zonder Engelen.’
Lena slaat haar ogen neer. Het klinkt als een afgrijselijke tijd. Zonder Matt, is ze toch al, maar om ook Benji te verliezen. Zelfs met het licht van de zon, zou ze zich kil en verlaten voelen. Ze kijkt naar Benji die net zoals haar weet dat er niets te doen is. Als ze als uitverkorene gestuurd is om de Meester te verslaan, als ze op deze manier iedereen kan redden, wat is haar leven dan waard tegenover al die anderen.
Ze kijkt de Meester aan en houdt de zandloper vast. Het publiek is stil geworden.
‘Het is de Meester,’ fluistert Benji op een ongestelde vraag, het zachte gefluister gaat als een donderslag door de zaal. Lena laat nog altijd niet los, net zoals de Meester. Lena ziet dat Benji oplost. Waar gaat hij heen?
‘Als ik je macht niet krijg, dan krijgt niemand het!’ sist de Meester. ‘Je zal kapot gaan! Je kon niet eens een paar dagen alleen in het oude circus doorbrengen.’ De Meester grijnst gemeen. ‘Je hebt nog een heel leven voor je, dat wil je toch niet zo door brengen?’
‘Waarom zou u uw kracht opgeven om mij te dwarsbomen?’
Hun conversatie wordt abrupt verstoord als de dubbele toegangsdeur tot de zaal met een knal openvliegt. Er verspreid zich een doodse stilte tussen de toeschouwers die met elkaar in discussies verwikkeld waren, door het nieuws van de aanwezigheid van de Meester.
“In naam van de heilige engel!’ dondert een stem door de zaal.
Lena volgt de binnenstormende persoon met haar ogen en ziet tot haar verbazing dat Benji de heer volgt. Het is dezelfde jongeman die de kogel aannam in de Gesloten Tijd. De goochelaar kan op het moment wel hulp gebruiken, maar of hij de aangewezen persoon? Juist degene waar ze tegen loog om de Meester te helpen?

De Meester houdt nog altijd de zandloper en Lena’s hand vast. Ze glimlacht duister als de jongeman dichterbij komt.
‘Ik geef me over,’ zegt ze liefjes.
De rillingen lopen over de rug van Lena. Ze kijkt naar de zandloper, waar twee donkere kleuren zich gemengd hebben tot een nog zwarter goedje dan haar eigen drab was. Haar krachten en die van de Meester. Als de Meester het in handen krijgt, dan zal ze krijgen wat ze altijd wilde. Lena kijkt naar de vrouw naast haar. De Meester zal zich nooit overgeven. Nooit!
De jongeman loopt door naar voren, totdat hij voor het podium staat. Het publiek is nog steeds stil, bijna is het knipperen van ogen te horen.
‘Deze jongen hier naast mij, bracht mij uitermate teleurstellend nieuws, uitverkorene. Het was uw taak om deze verbannen dame uit te schakelen op aards terrein. Niet om mij in leugens en bedrog te wikkelen om haar vervolgens hierheen te brengen.’ Zijn ogen glijden over de zandloper. ‘Ook al geeft u op deze manier zowel uw krachten als die van haar op.’ Hij zwijgt even. ‘Onomkeerbaar.’
De Meester lijkt te schrikken, maar Lena pakt met haar vrije hand die van de Meester vast zodat ze niet kan loslaten en er een sprankje kracht over zal blijven.
‘Het spijt me, Lena. Ik wist niet dat…’ begint Benji.
‘Dames en heren, de show is voor vanavond voorbij!’ kondigt de jongeman aan. ‘Ga naar Vrouwe Marijna!’
Geruisloos staan de toeschouwers op en verdwijnen uit de zaal. Een voor een, wordt het leger.
‘Het geeft niet, Benji.’
‘Nu,’ wendt de jongeheer zich tot het drietal. ‘De truc is bijna volbracht, zie ik. Benji zorg dat je zandloper opvangt zodra die twee als levenloze puddingen op de grond zakken en verberg hem, daar waar nooit en te nimmer iemand komt. Begrepen?’
Benji knikt en werpt vluchtig een bezorgde blik op Lena. Daarna houdt hij de zandloper in de gaten, die zich nog altijd vult met het donkere goedje.
Lena voelt haar benen wankelen en haar zicht wordt wazig. Was dit de eerste keer ook? Toen ging het veel sneller. Toen ze haar krachten terug zou krijgen, was er dat noodweer waar ze op gelet had. In haar ooghoeken ziet ze dat de Meester er ook niet meer zo jofel uitziet. Nog voor ze iets kan uitbrengen, wordt het zwart voor haar ogen. Ze voelt hoe de zandloper tussen haar vingers uitglipt en de hand van de Meester verdwijnt. Ergens ver weg fluistert een stem iets onverstaanbaars.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

me likes still, ik ben niet echt goed in commentaar geven, ik lees een stuk in een ruk en dan zie ik alles wat ook maar fout kan zijn over het hoofd.
maar ik moet zeggen dat ik het niet leuk vind dat lena straks haar krachten kwijt is :S
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Sorry, Yociame, maar uitverkorene brengen de zwaarste offers. Ik hoop dat je het nog wel leuk vind om te lezen :) En we breken het laatste hoofdstuk aan.
----
De goochelaar
‘Zodra ze wakker wordt, kom je me halen,’ zegt een stem ver weg.
Ze probeert haar ogen open te doen, maar ze weigeren dienst. Er klinken voetstappen die steeds zachter woorden. Lena probeert zich op de geluiden om zich heen te concentreren.
‘Ben je wakker?’
Het is een fluistering die de stilte in haar omgeving doorbreekt. Lena twijfelt of ze wakker is. Haar ogen willen niet open, misschien droomt ze. Of is ze dood? Niemand weet wat er zou gebeuren als twee artiesten hun krachten afstaan aan de zandloper. Een nog nooit eerder uitgevoerde truc en hij is onomkeerbaar.
‘Lena?’
Iets streelt langs haar wang. Ze kan niet dood zijn als ze iets voelt, noch kan ze dromen. Dromen zijn gevoelloos.
Weer fluistert de stem haar naam. Ergens komt hij haar bekend van voor. Van iemand die altijd een lach bij iedereen tevoorschijn tovert, maar de naam kan ze zich niet voor de geest halen.
Haar gedachten dwalen af naar lang vervlogen tijden, de tijd dat ze nog klein was. En vleugels had. Nog een echte engel was.
De herinneringen zijn haar afgenomen door een zielenkijker, overhoop gehaald en vergeten. Maar de stem is altijd bij haar gebleven.

Een klein meisje in een rood jurkje huppelt aan de hand van een jonge vrouw. De wind waait hun haren door de war en het jurkje zwiept alle kanten op. Het meisje kijkt naar de grond. Een glimlach siert haar gezicht. Ze gaan eindelijk naar de wolkenweide, haar favoriete plekje in de hele Hemel.
De jonge vrouw naast haar kijkt somber en bijt op haar lip om tranen tegen te houden. Haar kleine meisje mag het niet merken. Als haar peuter haar plan doorziet, zal ze het nooit kunnen.
‘Mama, zullen we ons kasteel weer zien?’
‘Wie weet.’
‘En onze dappere draak?’ giechelt het meisje.
De jonge vrouw knikt haastig. ‘Die ook.’
Ze begint harder te lopen en het kleine meisje huppelt vrolijk mee. Ze brabbelt over de wolkenvormen die ze al een keer heeft gezien. Clowns, engelen, vogels en kastelen. Hele grote en op een dag zal ze er ook wonen, dat weet het meisje zeker. Haar moeder reageert nauwelijks op de dromen van haar dochtertje.
Grootse dromen die nooit uit zullen komen, dat weet haar moeder zeker. Maar er is geen andere keuze.
Ze komen bij het hek van de wolkenweide, ze opent het en laat haar dochter de wei betreden. Zachtjes doet ze het dicht en pakt de hand weer vast.
‘Zullen we daar gaan liggen,’ wijst het meisje.
‘Er iets verderop een mooiere plek. Dan kunnen we wolken onder ons zien zweven.’ De stem trilt.
‘Oké mama.’
Ze laat haar moeder los en rent met gespreide armen door de wei. Haar witte vleugels trillen door de wind die er doorheen jaagt. Een heerlijk gevoel, nog even en ze vliegt weg, maar dat vindt mama te gevaarlijk. Ze rent nog een rondje voordat ze naast haar moeder neerzakt, vlakbij de rand. Op haar knieën kruipt ze dichterbij en kijkt naar beneden. De wolken trekken traag voorbij wat daaronder is kan ze niet goed zien. Het is heel, heel ver weg. Het meisje weet dat Engelen die verbannen worden daar naar toe gaan. Het lijkt haar verschrikkelijk de wolken elke dag te moeten zien, zonder ze aan te kunnen raken en te weten dat je familie daarboven zit maar je ze niet kan zien.
‘Wat is er onder de wolken, mama?’
De jonge vrouw kijkt haar dochter zwijgend aan en daarna naar de wolken. Ze moet het doen, dit is haar enige kans, flitst er door haar gedachte heen. Zij is haar enige kans, hun enige kans.
‘Lieverd, je weet toch dat mama van je houdt?’
Het meisje knikt heftig en knuffelt de jonge vrouw. Ze duwt haar dochter zachtjes van haar af.
‘Soms,’ begint ze, ‘moeten de nobele daden gedaan worden door kleine wezens.’
Het meisje kijkt niet begrijpend naar haar moeder, maar ze voelt een dreiging in haar moeders stem die ze niet kan plaatsen.
‘Er is kwaad op komst, lieverd. En er is er maar één die dat kan tegen houden.’ Ze streelt de haren uit het gezicht van het kleine meisje. ‘Lena, lieverd. Je veren zo wit als wolken maar kunnen zijn. Zoals ze bij niemand zijn, het is een teken. Het spijt me zo, maar vergeet nooit dat ik van je houd. Van niemand meer, dan van jou.’
Ze tikt haar dochter zachtjes op haar neus. Nog steeds kijkt het meisje verbaasd.
‘Gaan we nu naar de wolken kijken?’ vraagt ze ongeduldig.
De jonge vrouw knikt en terwijl het meisje aanstalten maakt om te gaan liggen geeft de jonge vrouw haar een duw.
‘Ik houd van je, Lena!’
Het kleine meisje, nog een peuter, slaakt een hartverscheurende kreet terwijl ze achterover over de rand heen tuimelt. Ze steekt haar handjes omhoog uit naar haar moeder die zich uit de voeten maakt.
‘Mama!’
Haar lichaam verkrampt. Wat heeft ze gedaan? Tranen vloeien over haar wangen. Heel langzaam kruipt de vrouw naar de rand en kijkt de diepte in om te zien dat haar dochter op aarde is aangekomen. Ze verstijfd bij het aanzien haar dochter wordt meegenomen door de enige persoon die vernietigd moest worden. Ze heeft gefaald…


Lena’s ogen schieten open. Die stem! Ze heeft hem altijd al herkend. Het is nooit de liefkozende, sterke stem van Matt geweest maar de gebroken stem van haar moeder. Zij heeft haar naar Aarde gestuurd en een uitverkorene van haar gemaakt. En iedereen volgende dat idee en verlangde van Lena dat ze het goed zou doen. Waar zou haar moeder nu zijn? Verbannen omdat ze haar kind bijna vermoordde of ergens hier? Lena weet niet wat ze moet hopen en ze weet niet of ze haar moeder ooit zou willen ontmoeten. De herinnering bezorgt haar koude kriebels overal in haar lijf. Verbijsterd knippert Lena met haar ogen als ze Benji op haar voeten einde ziet zitten.
‘Je bent wakker!’ Zijn ogen stralen en er is grote glimlach op zijn gezicht. ‘Je hebt bijna drie dagen geslapen en dat is allemaal verspeelde tijd voor je belofte!’
‘Belofte?’ stamelt Lena.
Ze kijkt om haar heen. Alles is hemels wit, van de vloer tot aan de muren. Het bed en de roosjes in de vensterbank smelten bijna samen met de witte wolken die buiten te zien zijn. Ze zijn nog in de hemel. Ergens had Lena gehoopt dat als ze wakker zou worden ze op aarde zou zijn. Thuis, misschien. Al weet ze niet goed waar dat zou moeten zijn.
Benji ziet het teleurgestelde gezicht van Lena.
‘Elvoran vertelde dat je hier moest blijven totdat je wakker werd.’
Het verbijsterde gezicht van Lena veranderd in een nog verbaasder gezicht.
‘Die jongeman, waar je tegen gelogen had,’ giechelt Benji. ‘Hij heeft de Meester opgesloten. Ze heeft geen krachten meer en…’
‘Ik ook niet,’ maakt Lena zijn zin somber af.
‘Ze zitten nog in de zandloper, je kunt ze terug krijgen.’
‘De krachten van de Meester zitten daar ook in, die hoef ik niet. Die zijn kwaadaardig.’ Lena rilt bij het idee, om alsnog de Meester vlakbij zich te hebben na alle ellende die de vrouw veroorzaakt heeft.
‘Elvoran vertelde ook,’ gaat Benji onverstoord verder, ‘dat er misschien een manier is om ze te scheiden of te zuiveren. Hij praatte in zijn eigen gedachte, ik weet niet of hij echt een oplossing weet.’
‘Oh.’
‘Is dat alles?’ Benji springt van het bed af en peest heen en weer door de kleine witte kamer. ‘Ik weet zeker dat er een manier is en dan wordt het echt tijd om je belofte te verwittigen, hoor! Er komen steeds meer concurrenten op de markt. We moeten niet hebben dat ze beste plekjes weghalen!’
‘Nee, dat willen we zeker niet. Denk je dat we naar huis kunnen?’
‘We moeten terug naar aarde. Vleugelloze worden gezien als verbannen Engelen en zullen onder geen enkele omstandigheid weer geaccepteerd worden.’
Het gezicht van Lena klaart op.
‘Wanneer mogen we naar huis?’
‘Zodra Elvoran dat zegt. Hij is de baas. Maar we gaan eerst optreden en pas daarna naar Matt. Straks vergeet je nog wat je beloofd hebt,’ bromt Benji.
‘Nee, natuurlijk vergeet ik dat niet.’
Lena stapt wat onhandig uit bed en trekt Benji dicht tegen zich aan. Ze knuffelt de jongen uitbundig. Nog even ze gaat naar huis en dan zal haar leven worden, zoals het behoord te zijn.
Hun omhelzing wordt verstoord als de deur opengaat. Er wordt zachtjes gekucht. Lena laat Benji bijna gelijk los en strijkt haar kleren glad. Heeft ze drie dagen in haar eigen kleren in bed gelegen? Haar ogen ontmoeten die van Elvanor.
‘Heeft de jongeman verteld dat u hier niet kunt blijven?’ Lena knikt. ‘Mooi zo. Het is me een waar genoegen u nogmaals te ontmoeten, maar de omstandigheden staan niet toe dat u hier blijft.’
‘Ik snap het,’ zegt Lena bedeesd.
‘Er rest nog één ding, voordat ik u en uw kameraad terug naar aarde stuur en dat zijn uw krachten.’
Lena knikt. De ogen van de jongeman staan somber en ook zijn stem verraad geen positief nieuws. Of de smurrie in de zandloper wel of niet gescheiden kan worden van dat van de Meester, zolang ze haar voeten weer op aardse grond kan zetten zal ze heel gelukkig zijn. Als ze Matt in haar armen kan sluiten, zal ze haar onhandigheid voor lief nemen.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

eindelijk wordt alles gewoon goed.
of redelijk goed.
En ik vind Benji nog steeds helemaal geweldig.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Benji is inderdaad een schatje ^_^ En hier bij het állerlaatste stuk. Wel ietwat langer, maar anders zou er zo'n kort stukje overblijven. :)
Ik hoop dat degene die meegelezen hebben, het met plezier uitlezen.
--
Steeds meer mensen verzamelen bij het kleine podiumpje in het warenhuis. Er wordt nieuwsgierig gemompeld. Vanuit de schaduw worden ze gade geslagen. Een blauw oog en een groen oog kijken goedkeurend toe. Dit waren aantallen waar hij stiekem op hoopte. Geen eenzame voorbijganger maar moeders met kinderen en oude mensen die nog even snel een wandelingetje maken.
Als hij uit de schaduw treedt en op de pallets stapt die als zijn podium zal dienen, blijft het stil. In het straatleven dien je een applaus te verdienen en dankzij de hulp van zijn metgezel gaat hem dat zeker lukken.
‘Hoog geëerd publiek,’ zegt hij met een vrolijke glimlach. ‘Welkom bij mijn eerste optreden.’ Hier en daar klinkt al een mager applausje. Zonder nog verder woorden vuil te maken aan een intro, laat Benji kaarten uit zijn mouw glijden. Laat ze bewegen zonder ze aan te raken en een voor een verdwijnen ze.
Als hoofd act heeft hij de balletjes van zijn meest gewaardeerde vriend en lerares. Zijn ogen glijden door het publiek. Ze zal er toch wel zijn? Maar hij ziet haar nergens. Als ze in zichzelf gelooft, zonder de drab in de zandloper dan kan ze vast haar talent weer beheersen. De ex-goochelaar weigert nog enige vorm van haar oude trucs uit te voeren. Anderen, zoals hem, iets leren doet ze met liefde. Assisteren geeft haar een brok in haar keel. En met neergeslagen ogen zwijgt ze in alle talen als iemand haar vraagt een truc te doen. Het is weg, opgesloten in een zandloper en onomkeerbaar terug te geven.
Benji concentreert zich teleurgesteld op zijn optreden en haalt een hoge hoed aan het einde tevoorschijn om langs te gaan. Hij ontvangt een warm applaus en wat kleingeld. Als Lena het had gezien zou ze trots zijn, maar ze is er niet. Ze heeft haar belofte gebroken.
Het publiek lost tussen het andere winkelde publiek op, terwijl Benji zijn spullen opruimt en zijn podiumpallet tegen de muur zet. Hij baant zich een weg door de kleine straatjes tot hij bij het huis van Matt aankomt. Voorzichtig duwt hij de deur open en loopt de schemerige ruimte in. Als ze ergens zal zijn, is het hier.
‘Weet jij waar Lena is?’
Matt schudt zijn hoofd. Hij is zijn messen aan het slijpen, nu alle onrust verdwenen is kan hij zich weer op zijn eigen trucs concentreren. Ook hij is door Lena afgewezen, ze wil niet meer zijn messenwerpers assistente zijn. Voor haar verdwijning naar de Gesloten Tijd, had ze er in meegestemd. Maar nu niet meer, nu heeft het gemis toegeslagen.
‘Ze is sinds vanmorgen al de hort op,’ zegt Matt.
‘Zei ze niet waarheen?’
Matt schudt haar hoofd weer.
‘Ze zal met het avondeten wel terug zijn. Hoe ging je eerste optreden?’
Benji verteld verrukt over het aantal toeschouwers dat van zijn hand at en hoe zijn trucs verliepen. Zijn goochelaar meesteres heeft hem alle kneepjes van het vak geleerd. Benji voelt zich oprecht vereerd.

Een eenzame jonge vrouw staat in de verlaten make-up ruimte. De vrolijke stemmen zijn opgelost en de poederwalmen zijn weggedreven. Met een treurige blik kijkt ze naar zichzelf. Hier heeft ze dag in dag uit gezeten, zichzelf en andere mooi gemaakt. En nu is het allemaal weg. Nu is ze veilig en ze zou gelukkig moeten zijn. Zeker nu haar horloge geen rare tikbewegingen meer maakt. Toch lukt het haar niet een glimlach op haar gezicht te toveren als ze naar haar spiegelbeeld kijkt.
Uit haar jaszak haalt ze de zandloper. Elvoran heeft haar het ding toevertrouwd. Volgens hem is zij, als uitverkorene, het meest te vertrouwen. Wie anders dan degene die Meester verslagen heeft, kan met het ding te vertrouwen zijn? Ze zet het op de opmaaktafel voor haar en gaat op een van de krukjes zitten. Ze legt haar hoofd op haar armen op de tafel en staart naar het kolkende goedje. Zullen alle artiesten zoiets in zich hebben? Een rondkolkende drab in een vreemde kleur?
Er klinkt een zacht gekraak achter haar. Lena kijkt verschrikt in de spiegel naar de indringer.
‘Ik dacht wel dat je hier ergens zou zitten. Van alle plekken, is dit de enige logische.’
Lena volgt de persoon via de spiegel, tot die naast haar gaat zitten. Ze legt haar hoofd weer op de make-up tafel.
‘Kijk eens wat vrolijker, het is je gelukt!’
‘Ik weet het.’
‘Maar?’
Lena haalt haar schouders op. Maar wat? Ze zou gelukkig moeten zijn, Benji moeten assisteren zoals ze hem beloofd heeft en dichtbij Matt zijn zoals ze altijd heeft gewild.
‘Heb je de taken van heer Jorim overgenomen?’
‘Ja, hij leek het niet erg te vinden.’
‘Dan kunnen we stellen dat iedereen nu echt veilig is.’
Jitske lacht even.
‘Dankzij jou. Wist je dat Benji vandaag zijn eerste optreden deed?’
Lena knikt. Ze heeft hem zelf verteld dat deze dag erg druk zou zijn, veel kinderen in de vrije middag. Het perfecte moment.
‘Waarom ben je niet gaan kijken. Ik zag zijn zoekende ogen.’
Lena zucht diep en kijkt van Jitske naar de kolkende brei.
‘Het is niet mijn plaats.’
‘Omdat je je talent kwijt bent? Dat is de meest onzinnige onzin, die ik ooit gehoord heb. En gelukkig voor jou heb ik daar een medicijn tegen.’
Lena gaat rechtop zitten en kijkt Jitske verbaasd aan die een boek op de tafel legt. Ze tikt met haar vinger op de kaft.
‘Terwijl jij hier zit te sikkeneuren, heb ik wat onderzoek gedaan. Nu ik de ‘grote baas’ ben die de mensen en Artiesten goed met elkaar laat samen leven, heb ik de boeken van zowel Zoladius, de Meester als die van Jorim opengeslagen.’
‘Wat heb je gevonden?’
‘Vond je het niet vreemd dat je daarboven je talent er wel was, ook al had de meester die afgepakt?’ vraagt Jitske, de vraag van Lena totaal negerend.
Lena stamelt wat onverstaanbaars en kijkt de vrouw naast haar aan.
‘In de Gesloten Tijd was het er ook,’ begint Lena.
‘Daarboven is niet hetzelfde als de Gesloten Tijd. Je bent je kracht nooit kwijt geweest.’ Jitske slaat het boek open. ‘Zou je de Meester geloofd hebben als de zandloper leeg was gebleven?’
‘Nee,’ zegt Lena zacht.
‘Omdat ze de zandloper liet vullen dacht je dat ze krachten uit je zoog. En schijnbaar, als je dat gelooft ‘verdwijnen’ ze ook. Dan word je het tegenovergestelde dan je altijd bent geweest. In jouw geval onhandig en diep triest.’
‘Elvoran zei dat het onomkeerbaar was.’
‘Natuurlijk zei hij dat. Als de Meester zou weten dat het niet zo zou zijn, zou ze nooit haar plannen staken. Maar zonder krachten gaat dat niet zo makkelijk, dan zal ze zich gedeisd houden.’
‘Oh,’ zegt Lena zacht. ‘Ik ben ze niet kwijt?’
Jitske schudt haar hoofd.
‘Nooit geweest ook. Ik denk dat ze in een slaapstand zijn. Je geloofde de Meester dat in de Gesloten Tijd je talent er wel was. Daarom kon je daar wel je trucs doen. Toen je met Benji naar boven ging, heb je er nooit bij stilgestaan dat je ze daar niet zou hebben. En dat zou je nu ook moeten doen.’
Lena trekt het boek naar zich toe. En glijdt met haar vingers over de pagina’s.
‘En de drab dan?’
‘De Meester kan net zo als jij wat goocheltrucs. En daarboven heb jij het tevoorschijn gehaald, je deed eigenlijk dezelfde goocheltruc als haar. Alleen kon de Meester niet weten of jij echt krachten kon afnemen. Dus zal ze altijd denken dat de zandloper ze echt heeft opgeslurpt.’
‘Wat als het niet klopt en het wel weg is? Als ik ze echt heb opgesloten in de zandloper.’
Jitske schudt haar hoofd.
‘Geloof ik niets van. Kom, sta op. Je hebt precies genoeg tijd om een klein optreden te geven net voor de winkels sluiten.’
‘Wat als het…’
‘Geen gemaar, kom op.’
Jitske staat resoluut op en loopt de opmaakkamer uit. Lena volgt haar, nadenkend over de verschillende trucs die ze kan doen op het marktplein. De balletjes zijn haar meest vertrouwde en veilige trucs, maar misschien kan ze ook iets met het vuur doen? Als Jitske gelijk heeft, moet Lena zonder problemen een optreden kunnen geven. Het liefst maakt de goochelaar dan een optreden met zoveel mogelijk variatie. Laat ze de verbeelding spreken waar ieder alleen maar van droomt.

Niet veel later staan Lena en Jitske op het plein. De winkeliers manoeuvreren het winkelende publiek naar buiten, waardoor terrasjes vol raken. Ze willen nagenieten van de laatste zon. Lena zoekt een plekje buiten de wandelroute op, nog net in het zicht. Als ze faalt, is het ten minste niet te midden van iedereen.
Zonder het publiek te groeten of te wachten op toeschouwers begint ze met een simpele kaart truc. Er blijven wat mensen staan en kijken geïnteresseerd toe hoe de goochelaar een kaart toont en die in rook laat opgaan, om vervolgens uit de lucht te dwarrelen als een veertje. Elke truc geeft Lena meer moed dat ze haar talent dicht bij zich heeft. De balletjes veranderen van kleur, als ze omhoog zweven. Ze worden groter en barsten uiteindelijk uiteen in kleurrijk sterrenstof.
De zon begint van plek te wisselen met de maan. De avondschemering krijgt warme kleuren en de lage zon warmt de wangen van Lena. Ze slaat even haar ogen neer en laat haar armen langs haar lichaam hangen. Heel even houdt haar publiek zijn adem in. Was dat het? Komt er nog meer?
Dan komen er kleine vlammetjes uit de vingers van de Goochelaar. Ze draait een pirouette van geluk waarbij de vlammetjes vrolijk met haar meedansen om vervolgens geruisloos op te lossen als Lena een sierlijke buiging maakt. Ze wordt toegefloten en er klinkt applaus.

‘Geloof je me nu?’
Lena knikt als ze door stille straten van de stad lopen, die overdag bruisen van het leven.
‘Mooi zo. Dan heb ik die plicht in elk geval vervult. Elvoran zal trots op je zijn dat je niet alleen jouw taak als uitverkorene hebt vervuld, maar ook dat je je eigen talent hebt hervonden,’ glimlacht Jitske.
‘Bedankt, nu moet ik nog twee dingen recht zetten.’
‘Ja, de twee heren zullen blij verrast zijn,’ gaat Jitske verder. ‘Ze missen de oude Lena heel erg. Ze werden bijna net zo diep triest als jij.’
Lena blijft bij een winkelruit staan en kijkt naar haar spiegelbeeld. Ze knijpt haar ogen tot spleetjes. Ziet ze het goed? Ze kijkt om zich heen en over haar schouder. Er is niets te zien, maar daar in de weerspiegeling zijn ze duidelijk aanwezig. Witte gevederde vleugels, zoals alleen Engelen die hebben. Er speelt een glimlach op haar gezicht. Ze heeft haar taak volbracht, nu is haar uitverkorene rol volbracht. Een kleine traan vormt zich van ontroering, na al die tijd heeft ze zich van de ketens los gebroken en is ze eindelijk vrij.

Fin.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

YEAH,

Ik vind het echt een mooi en vooral ook orgineel verhaal, echt goed.
Ik heb het met veel plezier gevolgd
Plaats reactie

Terug naar “De Boekenplank”