Tijdmachine, terug naar de middeleeuwen (rp)

Hier vind je alle role play verhalen; van romantisch tot dramatisch!
Plaats reactie
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

Naam: Nana Komatsu
Leeftijd/geslacht: 18
Innerlijk: Blij, snel verliefd, aardig, enthousiast, kinderlijk
Uiterlijk:
http://www.nana-nana.net/images/nana/photobook/17.jpg
Waarom doet hij/zij mee? Het leek haar leuk om er aan mee te doen. Ze was altijd al benieuwd naar het verleden en hoopt zo meer over geschiedenis te leren.
Extra/
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Ik ben toch een kerel geworden xD

Naam: Demean
Leeftijd: 20
geslacht: Man
Innerlijk: kalm, ( althans probeert hij ) kan een vreselijke heethoofd worden als mensen dingen doen die hem niet aan staan. Niet echt enthousiast te krijgen, bijna altijd serieus
Uiterlijk: ( nog geen plaatje gevonden ) Kort grijsbruin haar, brede kaaklijn, donkerbruine ogen, breed gebouwd aardig lang.
Extra: Hij is een ex- millitaire ( sergeant ), om redenen geschorst en zoekt een iets waar hij geld mee kan binnen halen. ( ik had er nog een veel grotere achtergrond bij bedacht maar besefte me dat dat helemaal niet belangrijk was xD voor dit stuk haha ) misschien dat hier nog wat meer bijkomt.. maar dat zal later wel :)
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

Naam: Ezra
Leeftijd: 17
Geslacht: Vrouw
Lengte: 1.75m
Haar: bruin van kleur tot over haar schouders in laagjes geknipt met een schuine scheiding
Ogen: hazel
Verder uiterlijke: Normaal gesproken kleedt Ezra zich volgens de laatste mode, maar omdat ze wist dat ze mee zou gaan naar het verleden, heeft ze zich daar naar gekleed. Ze draagt een simpele aardkleuren rok, met een witkleurig shirtje en een bruin leren lijfje. De simpele schoenen die ze draagt, zijn van zacht leer.
Achtergrond: Ezra is de dochter van de directeur van de corporatie die de reis naar het verleden heeft opgezet. Zij behoort hierdoor tot één van de weinige families die rijk zijn. Toch toont Ezra dit liever niet. Ze houdt er niet van om uit de hoogte te doen. Veelal houdt ze zich op de achtergrond, maar als ze zich op haar gemak voelt bij mensen, dan kan ze een echte flapuit worden. Tevens is ze niet op haar mondje gevallen. Wanneer iemand haar of haar vrienden lastig valt, dan zal ze zeker van zich laten horen. Ezra doet mee aan dit experiment, omdat ze iets wilde doen. Enkel maar haar vader moeten aanhoren over hoe geweldig het apparaat het doet, werd vervelend dus besloot ze om zelf te ervaren wat het ding kan. Ze hoopt veel te kunnen leren van de reis.
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
Komo
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 31
Lid geworden op: 23 mei 2011 22:53

Naam: Yves
Leeftijd/geslacht: 18, man
Innerlijk:

- Yves is een jongen die veel moeite heeft, met alles, voornamelijk met zichzelf. Toch lijkt hij van de buitenkant een leuke, vrolijke jongen, met een eerlijke glimlach. Hij is niet sterk, qua ziel en qua lichaam, en zal nooit de typische held worden, maar zijn bedoelingen zijn goed.

- Humoristisch, verder. Omdat hij altijd grapjes maakt, maar vooral omdat hij zo'n sul is en alles altijd precies verkeerd weet te doen. Zijn onzekerheid springt niet van hem af, maar maskeert hij feilloos onder zijn grappige uiterlijk.

- Onhandig is hij ook. Met woorden, met zijn bewegingen. Een zwakke jongen die alles omstoot en iedereen op zijn tenen trapt - en niet alleen letterlijk. Maar hij bedoelt het goed, hoewel hij er vaak een nog grotere puinhoop van maakt als hij dingen probeert goed te maken.

Uiterlijk:

Yves zou ontzettend falen als landarbeider. Een magere, tengere jongen, klein van stuk. Met zijn halflange blonde haar en zijn blauwe ogen zal hij altijd de indruk wekken dat hij veel jonger is dan hij werkelijk is.

Afbeelding

Waarom doet hij/zij mee?

En nu komt het: Yves heeft al jaren het idee dat hij niet hetero is. Hij is echter niet iemand die dingen onder ogen ziet, en duwt het daarom van zich weg. En waardoor kan je nou beter escapistisch verdrag vertonen, dan te ontsnappen naar een tijd der fantastische ridders en jonkvrouwen?

Extra:

Een beetje jammer dat hij een gruwlijke hekel heeft aan viezigheid. Alhoewel hij blijer zou zijn geweest als de bestemming een eind 20e eeuws impressionistisch Italië was geweest, is hij allang blij dat hij kan vertrekken uit zijn problemen.
Althans. Dat denkt hij.


DUM DUM DUMMMM
Ik wou nog iets zeggen, maar ik weet niet meer, dan was het zeker niks
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Aangezien KokosNootje zei dat we alvast mochten beginnen, trap ik af ;)



Met een enorme hoofdpijn werd Alex wakker. Verdwaasd keek hij de ruimte rond waarin hij zat. De wanden waren grijs en glad, zonder enige bekleding. Een schermpje was het enige wat het grauwe van de muur onderbrak. Cijfers gloeiden rood op. 3:30, 3:29, 3:28... Er werd afgeteld, maar waarvoor?
Met moeite kwam hij overeind en zakte bijna weer in elkaar. Zwarte vlekken dansten voor zijn ogen en alle spieren in zijn lichaam leken wel te trillen. Wat was er gebeurd? Wat deed hij hier?
Vaag kon hij zich nog iets herinneren. Leonardo's grijnzende gezicht terwijl hij zijn hand uitstak. Eén wit pilletje lag erop.
"Kom op, het wordt leuk."
Alex had het niet kunnen afslaan, overmoedig zoals altijd. Hij had het pilletje uit Leo's hand gegrist en in zijn mond gestopt. Zonder ook maar iets te proeven had hij het doorgeslikt. Eerst werkte de drugs goed, verdween alles in een zachte waas van gelukzaligheid. Hij had het gevoel gehad dat hij zweefde. Maar al snel veranderde het compleet. Zijn gezicht had plotseling heel koud aangevoeld en hij was licht in zijn hoofd geworden. Daarna was het compleet zwart.
Alex streek met een hand door zijn haren. Wat was er gebeurd? Hij was niet gaan trippen, hij had dat zo vaak gedaan dat hij wist hoe het voelde. Dit was meer alsof het pilletje juist daarvoor bedoeld was, om hem knock-out te krijgen. Hadden Leonardo en Hubert hem soms ontvoerd? Hij wist wel dat hij die schijnheilige bekken van hen niet kon vertrouwen.
Woedend begon hij op de muren te bonken, maar er kwam geen geluid vanaf. Alsof hij tegen iets onbuigzaams stond te slaan. Het deed hem alleen maar zeer. Dan maar schreeuwen
"Laat me gaan!" bulderde hij razend. "Mijn vader gaat me zoeken en zal jullie in jullie broek laten schijten van angst."
Geen antwoord. Het schreeuwen had Alex uitgeput en vermoeid liet hij zich op de enige stoel in de kleine ruimte zakken. Was er wel iemand of hadden ze hem gewoon alleen gelaten?
"Wil iedereen plaatsnemen op zijn of haar stoel."
De holle stem joeg hem de stuipen op het lijf. Geschrokken sprong hij overeind en keek om zich heen. Waar kwam dat geluid vandaan? En de stem had het over iedereen gehad, dan waren er nog meer. Alex begon weer te roepen om hulp, maar opnieuw kreeg hij geen antwoord. Zijn blik viel op het schermpje met de steeds verspringende getallen. Ze waren nu al bij 0:15. Wat zou er gebeuren als de teller op 0 kwam?
“Jullie vertrekken over 10, 9, 8,” galmde de holle stem door de ruimte.
Alex begon weer op de muren te bonken. "Haal me eruit! Jullie krijgen hier zo veel problemen mee, daar zorg ik wel voor!"
Onaangetast telde de stem door. "3, 2, 1, nu.”
Een wit licht begon te schijnen en verblindde Alex. Wankelend stapte hij achteruit en viel op de stoel die nog altijd in de kamer stond. In paniek sloot hij zijn ogen en liet alles over hem heen komen. Het gesuis van een vreemd geluid, wit licht dat door zijn oogleden heen scheen, het trillen van de wereld. Zijn handen klemden zich zo stevig vast om de randen van de stoel dat zijn huid wit werd. Hij moest het gewoon overleven, dat kon niet anders. Hij zou een weg vinden om thuis te komen en dan zou hij Leonardo en Hubert eens laten zien dat er met hem niet te spotten viel!
Plotseling was er een klap tegen zijn hoofd en alles werd zwart om hem heen.

Zonlicht scheen op Alex' gezicht. Kreunend opende hij zijn ogen, klaar om de huishoudster uit te schelden. Ze wist toch dat de gordijnen 's ochtend nooit open mochten? Hij verdacht de meeste bedienden in zijn huis ervan dat ze dat soort dingen expres deden, om zijn leven tot een hel te maken.
Met moeite duwde hij zichzelf overeind en knipperde tegen de felle zon. Met open mond keek hij om zich heen. Dit waren niet de vertrouwde muren van zijn slaapkamer, dit was ergens buiten. Wat deed hij hier? Om hem heen was het groen, gras strekte zich uit tot zover hij kon kijken, af en toe onderbroken door een groepje bomen. De lucht was strak blauw, iets wat hij niet meer had gezien sinds hij vijf jaar was.
Het uitzicht was adembenemend en het viel Alex pas na een paar minuten op dat er ook nog andere mensen om hem heen lagen. De meesten hadden hun ogen nog gesloten, diep in slaap of bewusteloos. Wie waren zij?
Alex krabbelde overeind en bleef wat wankel staan. Door de snelle beweging verschenen er even zwarte vlekken voor zijn ogen, maar ze trokken snel weg. Gekreun trok zijn aandacht. Er werden meer mensen wakker. Ze zagen er allemaal arm uit, hun kleren gemaakt van een slechte kwaliteit. Zijn kleding was veel beter, dacht hij en wierp er een blik op. Verbijsterd bleef hij kijken. Iemand had hem andere kleren aangegeven, de bruine, leren broek en de donkergroene tuniek zou hij nooit van zijn leven hebben aangedaan, net zoals de leren laarzen.
Nu had hij er echt genoeg van. Hij had genoeg gepikt van iedereen hier om hem heen. Met zijn armen over elkaar geslagen en zijn wenkbrauwen woedend gefronst, zei hij op eisende toon:
"Wie zijn jullie en wat hebben jullie met mij gedaan?"
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

Nerveus stapte Ezra de tijdcapsule in. Daarin waren weer verschillende kamertjes. Voor ieder ander proefpersoon één. Ze keek er even naar, maar besloot om niet door de raampjes te gaan kijken. Ze zou de anderen later wel zien en leren kennen. Hoe dichter Ezra bij haar kamertje kwam, hoe meer opgelaten zij zich voelde.
Een hand kneep zachtjes, bemoedigend, in haar schouder. Ezra keek om. Haar vader keek met zorgelijke blik terug.
‘Weet je zeker dat je dit wilt?’, vroeg hij voor de tachtigste keer.
‘Ja, pap. Ik wil niet enkel de “dochter van” zijn. Sowieso, hier is niets te doen’, verzekerde ze haar vader.
‘Ja, maar je weet toch dat er risico’s met zich meekomen? Niet iedereen is geschikt voor een dergelijke reis’, protesteerde hij.
‘Oh, dus het is in orde om compleet vreemden te sturen, die al helemaal geen training hebben gehad, maar je twijfelt bij je eigen dochter die dat ding onderhand net zo goed kent als jijzelf’, sputterde Ezra tegen.
‘Dat ligt anders…’, begon haar vader weer.
‘Dat ligt het niet. Tot ziens, pap. Nu heb je nog meer motivatie om deze reis goed te laten verlopen.’
Ezra deed de deur dicht. De deur sloot luchtdicht vast en leek verdere geluid buiten te sluiten. Het gezicht van haar vader kwam nog even voor haar raampje, maar ze negeerde hem. Kalm ging Ezra zitten, maakte de gordel vast, en sloot haar ogen ter gemak.
Niet lang nadat ze zat, klonk er een computerstem door de luidsprekers. Het vertelde haar, en de andere kandidaten, dat de procedure was gestart. Ze zouden vertrekken over vijf minuten en aftellende.
De zenuwen gierden door Ezra haar lijf. Hopelijk zou ze deze reis overleven. Dat was eigenlijk het enige wat door haar gedachten schoot. De computer telde steeds verder af, en de knoop in Ezra haar buik leek hierdoor met de seconde te groeien.
‘Vertrek in tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee, één, nul.’
Ezra slikte en kneep haar ogen stevig dicht. Door het gevoel alsof haar ingewanden naar buiten zouden komen, kneep ze hard in de armleuningen. Haar knokkels werden er wit van.
Fel licht brandde op Ezra haar oogleden, maar ze wilde niet kijken. Nog niet. Het zien wegsmelten van de omgeving en licht zou enkel iets naars over zich hebben. De G-krachten bleven druk uitoefenen tot alles prompt stopte.

Vaag drong er geluid tot Ezra door. Het klonk als het ruizen van de wind door gras en wat verderop lieten vogels van zich horen. Langzaam, eerder voorzichtig, opende Ezra haar ogen. Wat ze zag overweldigde haar enigszins. Een straalblauwe lucht, iets wat ze enkel nog op plaatjes had mogen aanschouwen. Gras, zo groen dat het bijna leek alsof iemand met verf had geknoeid.
Was dit allemaal echt?, vroeg Ezra zich af.
Ze probeerde of ze haar vingers kon bewegen. Dat lukte. Nu nog de rest van haar lichaam. Langzaam kwam er gevoel in haar ledematen terug. Tevreden over het gevoel, kroop ze op haar knieën. Een zwaar gevoel viel over haar hoofd, waardoor Ezra nog even wachtte. Toen het gevoel weer zakte, kwam ze overeind en keek rond.
Gras zo ver het oog kon kijken. Her en der bomen. Vogels zag ze vliegen. Hoe uitzonderlijk en heerlijk tegelijk. Het was gelukt! Ze had de trip overleefd! Dit zou nog een geweldig avontuur worden. Met een grote grijns op haar gezicht liet Ezra zich achterover terug in het gras vallen. Zacht kwam ze terecht. Heerlijk.
Er klonken verschillende geluiden naast haar; gekreun, gezucht. Ezra keek voorzichtig opzij. Één van de andere gasten kwam vrijwel direct overeind. Het leek hem slecht te vallen, want hij wankelde kort. Te snel overeind gekomen, concludeerde Ezra. Ze bleef toekijken. Zo zag ze hoe het gezicht van de jongen veranderde. Eerst keek hij nog verward, maar zijn blik betrok steeds meer naar boos. Het was misschien zelfs woedend te noemen.
"Wie zijn jullie en wat hebben jullie met mij gedaan?", bulderde hij.
Ezra ging weer rechtop zitten en keek de jongen met een opgetrokken wenkbrauw aan.
‘Waaruit maak jij op dat wij jou ook maar met één vinger hebben willen aanraken?’, vroeg ze hem vinnig.
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

Nana stapte opgewekt de deur uit terwijl een meisje met zwart haar achter haar aan slenterde.
"We maakte maar een grapje, je bent van jezelf al heel stoer." Nana draaide zichzelf om en bekeek het andere meisje met een lach. In tegenstelling van haar schattige jurkje had het andere meisje stoerdere kleding aan.
Ook al had Nana een lach op haar gezicht, ze was ontzettend zenuwachtig. "Ik laat zien dat ik het kan, ik word nu net als jij beroemd." Nana draaide om en liep verder en het gebouw waar ze moest zijn kwam al in zicht. Zonder dat ze het zelf in de gaten had vertraagde haar pas, alsof haar lichaam zei dat hij niet daar naar binnen wou. Op de stoep van een grote kruising bleef ze staan, ze wou zoveel mogelijk in zich opnemen voordat ze vertrok. Als het echt werkte wou ze zo veel mogelijk willen herinneren van deze plek. Haar blik viel op een jongen die aan de overkant stond. "Nobu!" schreeuwde ze hard, maar ze sloeg gelijk haar hand voor haar mond. Nobu draaide zichzelf om met een treurige lach en liep richting de twee meiden. Zijn armen sloeg hij gelijk om Nana heen en hij gaf haar een kus op haar voorhoofd. "Doe het alsjeblieft niet." smeekte hij haar bijna. En hij voelde dat Nana nee schudde op zijn borst. Ze had met haar smalle vingers het stof van zijn shirt strak vast en haar hoofd leunde tegen zijn borst. Ze hoorde zijn hart kloppen en met een flauw glimlachje keek ze naar hem op. "Ik moet, jullie dachten dat ik niet stoer was. Nu moeten jullie me wel stoer vinden." Als Nana ergens vastberaden in was ging ze het ook doen, dus wisten haar vrienden dat ze Nana niet tegen konden houden.
Aan het einde van de straat stond het grote gebouw, hier ging ze dan ook afscheid van haar vrienden nemen. Ze had er nooit bij stilgestaan, nu het moest kreeg ze tranen in haar ogen. Er kwamen nog twee andere jongens bij, en met vier man sloten ze Nana in het midden. Ze kreeg iets in haar handen gedrukt, snel stopte ze het in haar zak omdat ze geen tijd meer had om ernaar te kijken.
Alle vier zwaaide ze haar uit, terwijl ze het grote gebouw naderde.

Binnen kwam ze in een grote ruimte die ze al vaker had gezien. Een vrouw met een dokters pak aan begeleide haar naar een andere ruimte met kleedhokjes. "Hier mag je jezelf omkleden, je mag niks van zilver of andere metalen meenemen." nana knikte en pakte een stapeltje aan van een man die het in haar handen duwde. Zo snel als ze kon kleedde ze zich om en haalde haar zakken leeg. Verbaasd keek ze naar drie stoffen armbandjes met de namen van haar vrienden. Het was enkel van draad gemaakt, en zo was er een naam in gezet. Ze rende naar de vrouw toe. "Mag ik dit wel meenemen?" vroeg ze hoopvol, toen de vrouw knikte was de lach op haar gezicht niet weg te slaan.
Ze werd begeleid naar de "hokken", zo had ze het voor zichzelf genoemd. Gelijk ging ze op de stoel zitten en begon de armbandjes goed vast te knopen.
Toen ze daarmee klaar was liet ze alles over zich heen komen.
Alles werd zwart.

Het eerste wat tot haar doorkwam was het geluid, menselijke geluiden. Met een ruk duwde ze zichzelf omhoog en met nog zwarte vlekken in haar ogen probeerde ze alles te onderscheiden. Ze legde een van haar handen op haar voorhoofd, ze was te snel overeind gekomen. Langzaam kwam haar zicht en leek het alsof ze in een droom terecht was gekomen, alles was zo vredig. Nana moest rustig ademhalen en ze keek naar haar hand. Ze bewoog hem rustig en met een lach zag ze de armbandjes nog zitten, alle herinneringen kwamen opeens terug en ze snapte nu wat ze hier deed.
"Het is gelukt!" schreeuwde ze verbaasd uit. Maar schrok op van iemand die boos klonk. Ze was zo verbaasd dat ze het niet had gehoord.
‘Waaruit maak jij op dat wij jou ook maar met één vinger hebben willen aanraken?’ zei een meisje en ze keek verbaasd naar de jongen. "Je hebt hier toch zelf voor gekozen?" vroeg ze rustig aan hem.
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Zeg maar als er iets niet klopt :)

Demean liet zichzelf neerzakken in de eenzame stoel. Hij besteedde amper aandacht aan zijn omgeving. Het maakte niet uit. Binnen nu en een paar tellen zou hij weg zijn uit dit hel hol om te landen in een nieuw hel hol, maar het was het waard. Daarna had hij genoeg geld om zijn schulden af te betalen en een rustig bestaan op te bouwen.
Even wreef hij met zijn handen over zijn hoofd. Hij kon ze horen aftellen. Nog een paar seconden. Ergens kwam een gedachten in hem op dat dit de grootste fout van zijn leven zou worden.
Hij schudde de gedachten van zich af. Nee, veel grotere fouten dan die hij al begaan had, bestonden niet.
Een fel licht klapte door zijn oogleden. Zijn maag tolde en hij voelde zijn lichaam vacuüm trekken. Even beten zijn tanden strak op elkaar en bolden al zijn spieren op. Daarna was er alleen nog leegte

De kracht die zijn lichaam in elkaar wrong en vasthield, was even plots verdwenen. Voorzichtig opende hij zijn ogen, een paar keer knipperde hij. Het felle witte licht had vlekken achtergelaten. Stemmen drongen tot hem door. Langzaam keek hij omhoog, en voor het eerst aanschouwde hij een strak blauwe hemel, waar was de kleur grijs toch gebleven. Kreunend rolde hij zich om, zodat hij op handen en knieën terecht kwam. ZIjn verkrampte spieren maakten poppende geluiden terwijl hij ze bewoog en hij kon zijn rug voelen kraken bij het uitstrekken. Een goede massage zou nu van pas komen. Zijn vingers kromden zich om het groene gras. Groen, dat was een kleur die hij allang niet meer zo helder als nu had aanschouwd.
Zijn ogen gleden over de rest van de groep. Ze bleven hangen op drie personen die al met elkaar in gesprek waren.
Een vrouw die zo te zien goed voorbereid was, in ouderwetse kleren die perfect bij de middeleeuwen hoorden, of althans dat nam Demean aan. Hij was niet zo weg van geschiedenis. Ze zag er nog erg jong uit om hier aan mee te doen. Eigenlijk had hij verwacht in eerste instantie dat hij de jongste zou zijn met zijn twintig jaar, maar nu hij de rest bekeek kon dat nog weleens totaal mis hebben. Er stond nog een meisje die niets ouder leek dan haar. Ergens wilde hij zich het liefst weer omdraaien en zijn ogen sluiten om terug te komen naar het heden. Hij had hier toch niet aan mee gedaan om met een paar hormonale tieners opgescheept te worden!
Zijn blik bleef op een jongen hangen die overeind stond en hooghartig van zich afstaarde. Ook hij was een tiener. Echt geweldig.
ALs laatste nam hij de nog bewusteloze mensen in zich op. De jongen, te jong. Het meisje al helemaal te jong!
Wat moest dit voor een expeditie zijn! maar ja, waarom was hij er eigenlijk verbaasd over. Toen hij zich inschreef werden er amper vragen aan hem gesteld voor registratie. Ze hadden amper opdrachten of wat dan ook gekregen. Als apen die de ruimte in werden gestuurd. Voor de wetenschappers was alleen de overdracht tussen heden en verleden van belang en niet hoe hun proefpersonen het zouden doen. Van hen part gingen ze allemaal dood.
Rustig duwde hij zichzelf overeind en rekte zijn spieren die krakend meegaven. Nu was aleeen de keuze nog maken, ging hij dit in zijn eentje doen of bleef hij bij de rest.
ZIjn ogen vielen weer op de tieners die daar stonden te kibbelen. Hoe graag hij ook direct was weggestapt, was het misschien handig om eerst te kijken wat hun konden of wat hun kennis was.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
annelotte
Balpen
Balpen
Berichten: 217
Lid geworden op: 15 mar 2011 15:13

Zittend in de kleine ronde ruimte, kijkt Ashling hoe de deur voor haar neus gesloten wordt. Terwijl de deur met een plof sluit, dringt het tot haar door dat ze nu echt niet meer terug kan. Niet meer terug naar het weeshuis en haar vrienden die ze daar had. Ze denkt terug hoe ze het weeshuis met betraande ogen verlaten had. Het afscheid was best wel heftig geweest. Ashling had die middag afscheid genomen in het weeshuis, ook van haar vrienden. Ze had besloten om alleen naar het laboratorium te gaan, zodat haar vrienden geen laatste poging zouden doen om haar tegen te houden.
En nu zit ze hier, op een stoeltje met de gordel strak om zich heen. Ze kijkt gespannen voor zich en ziet de rode cijfers die aftellen tot het vertrek. Nog dertig seconden. De kriebels in haar buik worden steeds heftiger. Ze besluit haar ogen dicht te doen zodat ze niet nog gestrester wordt van die cijfers. Na twintig seconden, die wel een eeuwigheid lijken te duren, begint een mannenstem met aftellen. Ashling probeert er niet naar te luisteren en knijpt haar ogen nog dichter dan ze al waren. Ze kijkt naar de duisternis achter haar oogleden totdat ook haar bewustzijn in totale duisternis raakt.

‘Wie zijn jullie en wat hebben jullie met mij gedaan?’
Ashling schrikt op vanuit een vreemde slaap. Waar kwam die boze stem vandaan? Waar is ze? Ze voelt de grassprieten prikken en voelt hoe een warme zon haar huid verwarmd. Ze besluit haar ogen nog even dicht te houden en blijft doodstil liggen.
‘Waaruit maak jij op dat wij jou ook maar met één vinger hebben willen aanraken?’ hoort ze een geïrriteerde meisjesstem zeggen.
Wie hebben er ruzie? En waarom? Ashling blijft nog steeds doodstil liggen. Ze ligt wel lekker hier in het zachte gras.
‘Je hebt hier toch zelf voor gekozen?’ hoort ze een andere meisjesstem zeggen.
Zelf voor gekozen? Ineens herinnert ze zich weer wat ze hier doet. Ze is ergens in de geschiedenis.
Ergens naast zich hoort ze iemand in het gras rommelen en besluit dat het tijd wordt om haar ogen open te doen. Ze doet haar ogen open en kijkt even naar de strakblauwe lucht, waarna ze voorzichtig gaat zitten. Ze kijkt om zich heen en ziet dat ze in een groot veld beland is. Her en der staan wat bomen, maar voor de rest is er alleen maar gras. Ze kijkt voor zich uit en ziet waar de stemmen vandaan kwamen. Er staat een jongen boos te kijken en er staan twee meisjes bij hem. Ze zien er ouder uit dan zijzelf. Ze schat ze iets onder de twintig.
Een wat oudere jongen zit naast haar haastig tussen zijn spullen te rommelen. Hij ziet er iets ouder uit dan de drie personen die voor haar staan. Naast haar liggen nog twee jongens. Alleen deze zijn nog buiten bewustzijn.
Ze besluit om naar het groepje voor haar te lopen. Ze staat op en loopt naar ze toe. Het leek alsof er net een misverstand was, dus besluit ze te vragen wat er aan de hand is. Terwijl ze haar mond open doet, bedenkt ze dat het handiger is om zichzelf even voor te stellen.
‘Hoi, ik ben Ashling,’ begint ze met een opgewekte, vrolijke stem. ‘Het leek net alsof jullie ruzie hadden, wat is het probleem?’
Spreken is zilver, schrijven is goud
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

In de hoop om ook deze RP weer wat leven in te blazen...
_____________________________

Ezra keek van de jongen weg. Hij was niet iemand die kennelijk snel reageerde en daar ergerde zij zich misschien nog meer aan, dan aan het feit dat hij zonder aanleiding hen beschuldigde. Achter zich hoorde ze een opgewektere stem. Ezra keek om. Het was een meisje, waarschijnlijk rond haar eigen leeftijd.
‘Er is geen probleem’, antwoordde Ezra iets botter dan ze had bedoeld. ‘Tenminste, er is geen echte ruzie. Meneer hier’, ze knikte met haar hoofd naar achteren, ‘denkt dat wij iets met hem hebben gedaan. Ik vroeg hem daarop waarom hij dat dacht.’
Ezra schudde even haar hoofd.
‘Het is niet belangrijk. Waarschijnlijk is hij iemand die niet vrijwillig is meegegaan’, vervolgde ze wat neutraler van toon.
Ze bekeek het meisje wat beter, en keek haar toen pas goed aan.
‘Ashling dus, heh? Ezra’, stelde ze zich voor aan Ashling. ‘Ik neem aan dat jij hier wel vrijwillig bent?’
Ezra knikte kort op het antwoord. Vervolgens liet ze haar blik glijden over de rest van de groep. Hier zouden ze het dus mee moeten doen. Dat zou toch niet al te moeilijk moeten zijn? Hoewel… Ze keek weer even naar de jongen die dacht dat zij hem wat hadden aangedaan. Misschien werd het moeilijker dan verwacht. Ze gokte erop dat alles wel zou bijdraaien. Als groepje zouden ze namelijk toch wel bij elkaar blijven?
Wat ze nu moesten doen, was een nederzetting vinden. Tenminste, om wat te kunnen leren van het verleden zouden ze in ieder geval mensen moeten ontmoeten. Ezra had echter geen idee welke kant op te gaan. Wie weet waren ze niet eens in de buurt van een dorp of stad. Dat zou op zijn zachtst gezegd vervelend zijn, want ze hadden geen proviand. In ieder geval niet veel.
Ezra bekeek de omgeving eens. Er waren bergen dichtbij, maar het veld waarop ze stonden zag groen. Vers, fris gras dat een plezante geur verspreidde. Kennelijk bevonden zij zich in een vallei. Tussen de twee bergen door kon Ezra vaag een pas opmaken. Er was dus in ieder geval een weg hier uit. Wat lag dan achter hen? Daar zouden ze toch ook langs kunnen?
Nieuwsgierig keek Ezra de andere kant op. Daar zag ze niet veel, want ze keek recht tegen een groene glooiing aan. Tegen de horizon zag ze daar geen bergen. Die kant was daarom meer uitnodigend om te gaan verkennen. Ze liet de groep maar even voor wat het was en “beklom” de heuvel. Eenmaal daar bovenop zakte haar hart. Ezra was enorm geschrokken van wat ze zag.
Voor haar strekte een veld uit, maar het was lang niet zo mooi als waar zij stonden. Dit veld was bezaaid met de dood. Honderden, misschien wel duizenden mannen in harnas lagen naast elkaar en over elkaar. Hun gezichten besmeurd met bloed. Sommigen keken vredig, anderen hadden een bevroren uitdrukking van afgrijzen.
Behoorden die gezichten niet te ontspannen, vroeg Ezra zichzelf af. Jawel, toch? Na de dood ontspant het lichaam, dat wist ze. Echter, eerst kwam rigor mortis, lijkstijfheid. Als dat zo was, dan waren deze lijken niet ouder dan een dag.
Ezra slikte kort. Het aanzicht was een griezelig iets en ze verwachtte dat ze het niet snel uit haar geheugen zou kunnen wissen. Toch had het ook iets fascinerends, waardoor ze bleef kijken. Het daagde haar zelfs uit om de heuvel af te lopen. Het nader te onderzoeken.
Uiteindelijk deed Ezra dat ook. Ze ging stapje voor stapje de glooiing af. De rand van lijken naderde. Nu ook kon ze sporen van paarden zien. Die waren haar eerst compleet ontgaan. Met haar ogen probeerde ze om enkele hoefafdrukken te volgen. Het liep echter zo erg door elkaar dat ze niet kon onderscheiden welke kwamen en welke gingen.
Wel drong er enig besef bij Ezra op dat ze ingesloten konden zijn. Omringd door twee legers die elkaar bevochten. Als dat zo was, dan moesten ze daar weg. En snel. Enkel kon het nog een probleem worden om dan langs een kant weg te sluipen van dit alles. Stel dat ze per ongeluk op een leger zouden stuiten… Wat konden de gevolgen dan zijn? Zouden ze gevangen worden genomen, of per direct geëxecuteerd worden?
Ezra was zo gefocust op de mogelijkheden dat ze pas merkte dat ze onderaan de heuvel was, toen ze over een gevallen ridder struikelde. Even dacht ze een gekreun te horen. Dat gaf haar de rillingen. Ze wist niet hoe snel ze overeind moest komen. Geschrokken slaakte ze een kreetje op het moment dat ze dacht te zijn vastgegrepen door één van de mannen. Na een korte worsteling waarbij ze haar shirt scheurde, zag ze pas dat ze enkel was blijven haken achter het gevest van een zwaard.
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

Toen de jongen niets zei besloot Nana om op te staan en zichzelf af te kloppen. Nana was klein en dun. Ze had bruin haar die ze nu los had hangen. Haar bruine ogen doorzochte het landschap. Door het groene landschap kreeg Nana een lachje op haar gezicht. Ze vond dat alles er zo mooi uit zag. Ze keek naar een meisje die zichzelf voorstelde als Ashling, ook een meisje stelde zich voor als Ezra.
“Ik ben Nana.” Zei ze toen ook maar.
Toen Nana Ezra weg zag lopen werd ze nieuwsgierig waar ze naartoe ging. Toen het meisje op de heuvel stond liep ze ook langzaam de heuvel op. Maar toen Nana op de helft was liep Ezra verder. Daardoor liep Nana iets sneller, er moest daar beneden iets zijn. Althans, dat dacht Nana. Een dorp, een rivier. Iets waar ze wat aan hadden.
Toen ze bijna boven was hoorde ze Ezra gillen, Nana wist niet of ze haar moest helpen of juist heel hard weg moest rennen. Nana besloot om Ezra te gaan helpen en dus rende ze snel naar de top van de heuvel.
Maar bij de aanblik van de ridders slaakte Nana een gil. “Wat is er gebeurt?” Nana liep naar Ezra toe en keek naar de ridders die op de grond lagen. Ze kon niet veel meer uitbrengen, ze wist alleen dat ze het moeilijk vond om naar te kijken. “Misschien moeten we weg, dadelijk komt de vijand terug.” Nana wist niks van het verleden, maar ze wist dat sommige gevechten lang konden duren. Ze liep naar de dichtstbijzijnde ridder en hurkte bij hem neer, met een vinger raakte ze het harnas aan waardoor een rilling over haar rug schoot. “Worden ze ooit weggehaald? Of blijven ze hier altijd liggen?” ze hoopte dat Ezra meer kon vertellen over de ridders die hier lagen. Zo was Nana, ze vroeg altijd alles. Maar soms wisten die mensen het ook niet.
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

‘Worden ze ooit weggehaald? Of blijven ze hier altijd liggen’, vroeg het tengere meisje met aarzelende stem.
Ezra keek opzij naar haar. Het meisje leek zo breekbaar dat ze twijfelde om te waarheid te vertellen of niet.
‘Als ze geluk hebben, dan worden ze weggehaald. Ik meen mij te herinneren dat vroeger legers elkaar een tijd van wapenstilstand gunden om de gevallen krijgers te ruimen.’ Ezra pauzeerde even.
Ze wende haar blik naar de lijken en dacht diep na.
‘Een ondiep graf misschien… Familie werd in ieder geval altijd pas ná de oorlog ingelicht. Mochten ze dat geluk hebben. Anders blijven ze denk ik liggen’, sprak Ezra langzaam. ‘Later werden de lijken als het goed is verbrand. Dit om ziektes tegen te gaan.’
Het onderwerp was wel erg grim voor zo kort na een ontmoeting. De sombere sfeer was haast te proeven. Ezra probeerde het van zich af te schudden. Ze moesten maar eens gaan. Dadelijk kwamen er inderdaad manschappen terug, zoals het meisje had gezegd.
‘Ik geloof trouwens dat wij ons nog niet aan elkaar hebben voorgesteld.’
Ezra gaf het een poging om de sfeer wat luchtiger te maken. Ze stak haar hand naar het tengere kind uit. Een zwak glimlachje werd op Ezra haar gezicht geforceerd. Dit was niet vanwege het meisje, maar vanwege het –letterlijk– grafveld waarop ze stonden.
‘Ik heet Ezra. Ik ben hier omdat ik het verleden interessant vind. Plus dat het mij beter leek dan alleen maar thuis te hangen.’
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

"Wat een vervelende dood. Dan doe je je best voor het land. Dat krijg je nog geen fijne begrafenis." Nana keek naar de lijken. De mannen zaten onder het bloed en ze zagen er treurig uit. Ze lagen in de meest vreemde posities, het zag er akelig uit. Normaal was ze al lang weggerend, maar ze probeerde zich groot te houden, ze kon niet zomaar in het rond rennen. Ze vond het een vreemd verhaal wat Ezra vertelde, maar ze kon het zich voorstellen. Ze had natuurlijk veel gelezen in boeken voordat ze ging. Ze was bang geworden door al de verhalen, maar ze besloot om toch te gaan, ze moest laten zien dat ze wel zelfstandig was.
‘Ik geloof trouwens dat wij ons nog niet aan elkaar hebben voorgesteld.’ Toen Ezra dat zei kreeg Nana een lach op haar gezicht. Nana pakte de hand van Ezra vast en schudde deze.
"Ik ben Nana, ik ben hier om te laten zien aan mijn vrienden dat ik wel stoer ben. Natuurlijk vind ik het ook leuk." Ze had de hand van Ezra alweer los gelaten en keerde de gevallen ridders de rug toe. Ze zocht waar ze naartoe konden gaan en wees in de verte, het leek alsof daar huizen stonden.
"Ezra, misschien kunnen we daar heen gaan?" Ze glimlachte blij en huppelde een paar passen naar voren. Ze stond met een ruk stil en draaide zichzelf weer om. "In welk jaartal zijn we eigenlijk?" Ze had geen idee en ze hoopte dat Ezra het wel wist.
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

'Om eerlijk te zijn weet ik het jaartal niet meer precies', antwoordde Ezra.
Met nog wat aarzelende stappen volgde ze Nana.
'Ik geloof rond veertienhonderd zevenenvijftig', peinsde ze.
Hoe dieper ze nadacht over waar ze vandaan kwamen, uit welk jaar en naar welk jaar ze waren gegaan, hoe meer Ezra erover leek te vergeten. Ze kwam naast Nana te staan en pakte haar hand beet zoals een oudere zus zou doen. Hoewel ze waarschijnlijk van dezelfde leeftijd waren.
'Voor het geval dat', zei ze met een flauw glimlachje ter uitleg.
Afhankelijk van Nana haar reactie liepen de twee vervolgens verder richting de "huisjes" die Nana eerder had aangewezen.

Richting "beschaving" gaan, was wellicht niet het beste idee tot dusver. De silhouetten die voor huisjes doorgingen in de horizon, waren bij nader inzicht tenten. Een heel kamp aan tenten. Er was een provisorische omheining rondom opgezet met twee "poorten". Met grote ogen keek Ezra er naar op.
'Ik denk niet dat we hier moeten zijn', fluisterde ze tegen Nana.
Bij de ingang wapperden twee vaandels. Ze waren blauw met geel en een zwarte leeuw in het midden. Ezra herkende de kleuren als één van de legers die ze op het veld hadden gezien. Het was nooit goed om ten tijden van strijd bij welk leger dan ook te belanden. Net toen zij op het punt stond om Nana mee weg te trekken, klonk er een schreeuw.
Ezra keek ernaar op. Net over één van de heuvels, vlakbij de omheining, stonden ineens drie soldaten. Waarschijnlijk een patrouille. Eentje wees hun kant op en een tweede nam iets ter hand wat blonk in de late zon. Even was Ezra bang dat het een zwaard was, en dat ze zomaar aangevallen zouden worden. Er klonk echter ineens trompetgeschal. Geen wapen dus, maar een alarm. Dat maakte het enkel erger.
In een fase van totale verstandsverbijstering greep Ezra Nana stevig beet en zette het op een lopen. De reactie daarop was dat de achtervolging werd ingezet door de soldaat die het lichtst bepakt was. Al snel klonken er meerdere voetstappen achter de twee meisjes, inclusief het getrappel van paarden.
Ze werden ingehaald door een paard, bruin van kleur. Pardoes werd het dier tot een halt geroepen. Het steigerde vlak voor hen en Ezra slaakte een geschrokken kreetje. Er klonk metaal langs metaal, waarna het punt van een zwaard op hen werd gericht. Dat moest zij al helemaal niet hebben. In een moedige poging weerstand te bieden, trok Ezra een dolk die zij aan haar riem droeg. Ze tikte er de punt van het zwaard mee opzij, terwijl ze naar achteren stapte en haar arm beschermend voor Nana hield.
Dat mocht echter niet baten. Ze waren omsingeld en een achttal mannenogen keken naar hen.
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Naam: Boidin
Leeftijd: 15
Geslacht: Man
Innerlijk: Zolang je nog niet bewezen hebt dat je zijn vijand bent zal hij er alles aan doen om je te redden en heeft hij mededogen met iedereen. Wat hem soms niet goed uitkomt en zijn eigen leven vaak voor dat van een ander in gevaar komt. Maar als je zijn vijand bent kan hij meedogenloos toeslaan, vaak nog zonder dat je hem ziet.
Uiterlijk: Kort, pezig, draagt vaak een groene mantel, blauwe ogen, halflang blond haar. Heeft altijd zijn boog, kruisboog en blaaspijp bij.
zie plaatje: [img=http://www5.picturepush.com/photo/a/7273313/img/7273313.jpg]
Waarom doet hij mee?: Hij doet niet mee, hij komt uit deze tijd
Extra: Hij is een wees, weggelopen uit zijn weeshuis (bestonden die in deze tijd al?) en daarna in het bos op zichzelf gaan leven van de jacht (of zoals dat genoemd wordt: stroperij). Hier heeft hij zich goed leren verstoppen, leren boogschieten en giffen/genezende dranken te mengen van kruiden. Kortom, alles wat nodig was om zichzelf van de natuur in leven te houden en uit de handen van de koning en andere vijanden te blijven.
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Lang stukje, ik weet het


Boidin liep door het bos waar zijn hutje stond. Het was vol zomer en de vogels floten vrolijk, zij waren na die drie jaar die hij hier al leefde al wel gewend aan hem. Hij kwam net met twee emmers water terug van het meertje waar hij altijd water haalde en ging even zitten uitrusten aan de voet van een grote beuk. Boidin keek om zich heen, tot zover was alles rustig. Die ochtend was heel erg meegevallen, hij was geen van de legers tegengekomen. Ja, één verkenner, maar die had hem niet gezien. Hij was in de bosjes gesprongen, had de ruiter hem laten passeren en hem daarna een pijltje met slaapmiddel in zijn rug geschoten. Die zou vanmiddag wakker worden met een flinke hoofdpijn, dacht Boidin met een glimlach. Hij was verder gelopen en was zijn strikken gaan controleren. Het was een goede vangst geworden; twee konijnen en een eekhoorn. Zo goed was het lang niet altijd. Hij was bessen en kruiden gaan plukken en toen hij daar mee klaar was geweest was het al middag, hij was water gaan halen en was nu op de weg terug naar zijn hutje.
Boidin zat een beetje weg te doezelen toen hij overeind schrok van een geroep. Waarschijnlijk nog geen driehonderd meter verderop stonden mensen tegen elkaar te schreeuwen. Dit was niet echt verstandig in tijden van oorlog aangezien je makkelijk opgemerkt kon worden door één van de legers, of meerdere. Boidin concentreerde zich erop en kon nu ongeveer verstaan wat er gezegd werd, blijkbaar wisten ze niet wie ze waren en dacht één van hun dat de anderen hem iets hadden aangedaan. Aangemoedigd door zijn liep hij richting het geroep. Hij zag bijna op de bodem van het dal een aantal mensen, zij stonden tegen elkaar te roepen. Sommigen lagen nog te slapen. Opeens stopte het geroep en praatten ze op een rustigere toon verder. Één meisje liep de heuvel op richting hem, maar bleek naar het slagveld van gisteren te lopen. Een ander meisje volgde haar, misschien waren hun vaders gestorven op het slagveld en kwamen ze de lijken halen? Uit nieuwsgierigheid volgde hij ze, hij verschool zich achter een steen in de buurt van het kamp van één van de legers om een oogje in het zeil te houden. In deze tijden gunde je zelfs de raarste vreemdeling niet om in hun armen te lopen.
Blijkbaar wisten ze niet dat ze op een slagveld afliepen, ze schrokken namelijk erg van de lijken. Ze bleven even staan om te overleggen, op dit moment wilde Boidin op hen aflopen om hen te waarschuwen voor het legerkamp waar ze zo dichtbij waren. Maar dat zou te gevaarlijk zijn, als een bewaker hem zou zien zou hij ook de meisjes zien en was er al helemaal geen kans dat ze het overleefden. Het veiligste was nu af te wachten en te hopen dat ze weg zouden lopen. “Shit!” fluisterde Boidin in zichzelf, één van de meisjes wees naar het kamp en ze liepen erheen. Het leek wel of ze écht niets van deze oorlog afwisten, maar dan nog. Je staat op een veld van afgeslachte mannen. Dan kan je je toch wel voorstellen dat er een oorlog gaande is en dat je niet naar één van de legerkampen moet gaan om daar even aan te kloppen en je te laten informeren? Dat is niet het verstandigste om in tijden van oorlog te doen…
De meisjes liepen nu misschien tien meter langs de steen waar hij achter zat. Hij had naar voren willen sluipen en ze achter de steen willen trekken om ze te vertellen dat je in tijden van oorlog beter niet bij één van de legerkampen langs kon gaan en ze in veiligheid willen brengen. Maar uiteraard moesten ze juist op dàt moment ontdekt worden. Er klonk trompetgeschal en de meisjes renden weg, heel verstandig, maar werden ingehaald door de ruiters. Één van hen richtte zijn zwaard op hen, waarna één van de meisjes haar dolk trok en het zwaard wegtikte terwijl ze haar arm beschermend voor het andere meisje hield. Ze waren dapper, dat moest hij toegeven. Misschien een beetje te dapper, maar wel dapper. Des te meer reden om ze te redden. Na een klein overleg van de acht mannen die om hen heen stonden werden ze meegenomen naar het kamp. Hier had Boidin op gewacht, hij legde een pijl met een briefje waarop stond “Het zou een verstandige keuze zijn om deze meisjes vrij te laten…” op zijn kruisboogje en schoot het recht in de rug van één van de ridders, die kreunend op de grond viel. Twee van zijn maten liepen snel naar hem toe terwijl de anderen de meisjes nog vasthielden. Ze lazen het briefje en keken om zich heen, maar zagen Boidin niet. Na nog een kort overleg leidden ze de meisjes toch maar het kamp binnen, Terwijl dit gebeurde blies Boidin met zijn blaaspijp nog een pijltje in de broekzak van één van de meisjes, op dit pijltje stond “Houd jullie koest, ik kom vanavond. Houd dit pijltje geheim voor de wachters. Als je dit begrijpt leg dan je hand op de schouder van het meisje naast je”. Boidin wachtte tot de meisjes het kamp in waren en verborg zich daarna in het bos. “Nu nog op de nacht wachten” , dacht hij.
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

Nana keek met een lach naar Ezra toen ze haar hand vast pakte. Ze vond het enigszins vreemd, maar een vriendin van haar deed het ook vaak, dus ze was het gewend. Onderweg zag Nana geen probleem, maar Ezra dacht daar blijkbaar anders over. Ze schrok toen ze opeens werd meegesleurd, maar probeerde het toch bij te houden. Ze had ook niet heel veel keus, aangezien Ezra haar vast had.
Toen ze omsingeld werden boog Nana naar voren, zoals ze altijd in Japan deden. Ze keek naar de grond terwijl ze sprak, met een accent.
"We zijn verdwaald, we zoeken enkel onderdak." sprak ze wat hysterisch. Ze schrok toen een bewaker vreemde geluiden begon te maken en Nana keek geschrokken toen hij op de grond viel, ze wilde bij hem neerknielen. Door een andere bewaker werd ze ruw weggetrokken en Nana kreeg tranen in haar ogen.
"Dat is gemeen." zei ze en snikte. De bewaker wist niet goed hoe hij hier mee om moest gaan, dus liet haar los. De soldaat mengde zich in het gesprek met de andere en Nana hield langzaam op met snikken.
Ze hadden een briefje in hun hand, maar wat er op stond kon ze niet zien. Het leek alsof ze nu te erg waren afgeleid door wat er allemaal gebeurde, enkel de mannen die hun vast hielden leken zich nog met hun taak bezig te houden.
Het leek erop dat ze toch mee moesten komen naar het kamp en Nana liep netjes mee.
"Au!" schreeuwde ze hard en kreeg tranen in haar ogen terwijl ze naar haar hand keek. Er was een pijltje in gekomen en ze keek verbaasd naar een briefje wat er aan hing.
'Houd jullie koest, ik kom vanavond. Houd dit pijltje geheim voor de wachters. Als je dit begrijpt leg dan je hand op de schouder van het meisje naast je'
Nana keek geschrokken en stopte het briefje snel in haar zak, terwijl ze het pijltje aan een van de bewakers liet zien. Deze leek het niet interessant te vinden en liep stug door. Met een twijfeling legde Nana haar hand op de schouder van Ezra, maar Nana werd snel teruggetrokken. Alsof ze bang was dat ze iets gingen doen.
"Waarom moet ik dat dan ook doen!" schreeuwde ze hard. Ze vond zoiets helemaal niks voor haar en ze wilde enkel rustig in een mooi kasteel wonen, met een mooie jurk en een mooie prins.
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

Ezra vertrouwde het niet. Het hele gebeuren niet. De soldaat die neerviel, de kreet die Nana slaakte. Het klopte gewoon niet. Het pijltje was misplaatst voor deze tijd. Zeker voor de omgeving, Middeleeuws Europa.
Was er nog iemand die niet thuishoorde in deze tijd?
Door al het tumult, kon Ezra haar dolk weer bij haar steken, zonder dat het werd afgenomen. Ze keek nors. Dit moment had heel anders moeten lopen. Een gevecht tegen de soldaten misschien. Het was in ieder geval niet handig geweest om te vertrouwen op het enthousiaste meisje. Toen Nana een arm om haar schouder plaatste, trok ze die onder de arm weg.
Het bleek nog niet eens nodig te zijn geweest, want één van de soldaten trok Nana al opzij.
'Waarom moet ik dat dan ook doen?!', riep Nana uit.
Ezra keek met een frons opzij. Waar had zij last van? Hysterie? Waarschijnlijk. Al viel het nog mee dat er geen complete aanval was, inclusief schoppen en slaan. Als resultaat van Nana haar uitbarsting, werden de twee jongedames in aparte tenten gezet. Hun polsen werden aan elkaar gebonden, maar verder mochten ze nog bewegen. Om weglopen te voorkomen, werden er wel twee soldaten voor elke tent gezet.
Ezra liet zich op een zak stro, die moest doorgaan voor een slaapplek, neerzakken en slaakte een diepe zucht. Dit was een heel slecht begin geweest. Ze had de omgeving willen verkennen. Een stad intrekken en daar werk vinden. Om dan te gaan onderzoeken hoe je een economie kan laten opbloeien. Of wat juist de ondergang ervan was geweest.
Nu zat ze gevangen en ze had nog niet eens wat misdaan! Geschrokken keek ze op toen ze geritsel hoorde van de tent. Een praalhans in harnas kwam de tent binnen. Je kon zien dat hij belangrijk was door de netheid van zijn uiterlijk, zeer verzorgd. Een haast minachtende blik werd haar toegeworpen.
'Wie ben jij? Uit welk rijk kom je? Ben je een spion?' De vragen werden op Ezra afgevuurd. Enkel het laatste bleef bij haar hangen.
'Ik ben geen spion!', protesteerde ze.
Een moment later brandde haar wang. Met tranen in haar ogen wreef ze over de geraakte wang.
'Enkel een schuldig persoon spreekt zo', sprak de man. 'Voor wie spioneer je? Voor Lotharius?!'
Ezra wist niet waar de man over sprak. Al had ze geen zin meer om te spreken. Ze schudde daarom enkel verwoed haar hoofd. De praalhans leek nog chagrijniger te worden.
'Nog voor de volgende ochtend, zal je spreken', sneerde hij.
De man verliet de tent, maar in plaats van hem kwamen er twee anderen naar binnen.
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Edit: Commentaar van CN verwerkt, zo beter?

Boidin bleef voor de meisjes naar binnen werden gebracht kijken of het meisje dat hij het briefje had gestuurd het had begrepen, even leek het meisje te aarzelen, maar daarna legde ze toch haar hand op de schouder van het meisje naast haar. Het meisje naast haar trok haar schouder er onder weg en één van de bewakers haalde haar ruw bij de ander weg. "Waarom moet ik dat dan ook doen!", hoorde hij het meisje roepen. Hoe moeilijk kon het zijn? Sinds wanneer werd er ook al zo ruw gereageerd als je je hand op de schouder van een ander legt? Hij had écht te lang alleen geleefd in het bos. Het enige wat hij had gewild was een bevestiging dat ze het begreep, dat ze niet een andere taal sprak of zelfs niet kon lezen en het gewoon een stel rare tekentjes voor haar waren. Maar nee, alles moest uiteraard niet zoals verwacht lopen en daardoor werd het nog moeilijker om ze te helpen, waarom was alles zo moeilijk?
Waarom wilde hij ze eigenlijk redden? Hij kende ze niet eens. Hij had geen enkele reden om de meisjes te redden, het enige wat hij ermee voor elkaar kreeg was dat hij zijn leven in gevaar bracht. Voor het zelfde geld waren ze spionnen van een ander leger en hielp hij er ook nog eens een leger mee, één van de vele legers die iedere kans aangrepen om iemand van het andere leger, of zelfs van het volk van de leider van een ander leger, te vermoorden, dus ook hem. Maar op de een of andere manier moest hij wel, toen hij gevangen had gezeten toen hij uit zijn weeshuis was weggelopen had ook niemand hem geholpen. Dat zou hem veel ondervragingen en pijn bespaard hebben en als de meisjes dus geen spionnen waren en hij hielp ze niet, zou hij ervoor zorgen dat hen hetzelfde overkwam als hem overkomen was. Dat zou hij nooit over zijn hart kunnen verkrijgen, al helemaal omdat niemand medelijden met hèm had gehad wilde hij dat wel tegenover hen hebben. Hij wilde niet dat ook maar één ander onschuldig iemand de martelingen die hij had moeten doorstaan ook moest doorstaan. Daarbij, wat had hij nou helemaal in zijn leven bereikt? Ja, oké hij had uitgevonden dat je met een holle rietstengel goed pijltjes kan schieten en kon op zichzelf leven, maar als hij iemand gered had, dan had hij tenminste iets écht goeds gedaan in zijn leven. Ook had hij het briefje nu toch al gestuurd, dus hij kon ze moeilijk laten stikken.
Die avond maakte Boidin zich klaar voor de reddingsactie. Dit is gekkenwerk, dacht hij, zo’n soort reddingsactie slaagde zelden tot nooit. Maar hij moest het toch proberen, dus deed hij zijn mantel om, schoof nog een laatste stuk brood naar binnen, pakte zijn blaaspijp, een potje gif en een potje slaapmiddel, en een klein dolkje dat hij ooit van een van zijn paard gevallene krijger had gejat en ging op weg.
Tegen het schemerdonker was hij aangekomen bij de drie meter hoge houten palissade, opgebouwd van tegen elkaar gezette, in de grond gestokene gevilde boomstammen met een scherpe punt bovenop. Hiervoor stond een gracht en bij de palissade liepen wachters, bij de ingang in de palissade stonden er nog vier. Boidin hield zich schuil op zo’n twintig meter van de palissade, hij wachtte tot er twee wachters langsliepen en schoot een gifpijltje in de nek van één van hen. Uiteraard riep de ander om bescherming waarna de ingang nog maar door één iemand bewaakt werd, ook hem schoot hij een gifpijltje in zijn nek. Boidin sloop verder, verborg zich in nissen, achter tenten en waar hij maar kon, hij schoot hier en daar nog een wachter neer waardoor overal om versterking geroepen werd en wachters in enorme verwarring door elkaar renden. Hij gluurde in verscheidene tenten even naar binnen, maar nergens was ook maar één van de meisjes te bekennen. Uiteindelijk zag hij twee tenten waar nog bewakers voor stonden, hij schoot er één een pijltje in zijn nek en stak een ander neer. 'Het is gelukt!', dacht hij, 'Ik ben binnen!'. Hij keek een tent binnen, ja hoor, daar zat één van de meisjes. "Ik kom jullie helpen, kom snel mee!", zei Boidin, waarna hij naar de andere tent liep, zijn hoofd naar binnenstak en zei "Kom mee, misschien kan ik jullie hier wegkrijgen!". Hij kreeg een naar gevoel, alsof hij bekeken werd. Hij draaide zich om en keek recht in een stel boze mannenogen. 'Oh, oh... Dit is niet de bedoeling', dacht hij. Hij stond even te twijfelen, wegwezen? En de meisjes hier achterlaten? Nee... Dat nooit. Hij trok zijn dolkje, hij zou er tegen de grote, gespierde man niets mee uithalen, maar misschien kon hij de man een tijdje tegenhouden. "Ren weg! Ga het kamp uit en zorg dat je niet gezien word, ren naar het bos en zoek een vijver, daar zal je een gestippelde hond tegenkomen. Ga op je kniën zitten en zeg: Leven en vuur. Hij zal je naar mijn hut geleiden. Hier, neem mijn blaaspijp mee en gooi hem in het vuur, dan hebben ze geen bewijzen!" Hij gooide zijn blaaspijp naar het dichtstbijzijnde meisje en begon het tegen de bewaker op te nemen.
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

Nana keek geschrokken naar een jongen die zijn hoofd de tent in had gestoken. Het was een vreemd gezicht, normaal zou ze heel hard hebben gelachen. Dit was enkel een van de momenten dat ze daar totaal niet aan dacht.
Ze wurmde zichzelf uit het touw dat om haar polsen zat, waardoor haar polsen pijn deden en er rode striemen op kwamen. De jongen was al weg en met tranen in haar ogen kwam ze los. Ze rende naar de tent die hetzelfde was als die van haar en dook er meteen in. Ze maakte de knoop los bij Ezra en Nana luisterde naar wat de jongen zei, het was heel vreemd en haast een leugen te noemen. Ze moesten gaan rennen? Door al de bewakers heen rennen en hopen dat ze zullen aankomen....
Nana schrok van de blaaspijp, maar gelukkig werd deze langs haar af gegooid.
"Demon Lord, zit me voor deze ene keer eens mee." zei ze met een strenge blik in het niks. Ze stapte uit de tent en zocht naar de uitgang, ze zag een open gat in het hek. Nana begon te rennen, ze hoopte dat Ezra haar volgde, of althans, ook weg was gerend. Ze bleef rennen, ze lette niet op de pijn die haar voeten deden.
Ze moest oppassen voor de bewakers, die roekeloos alle kanten op rende. Ze viel op de grond door een bewaker die voor haar neus kwam te staan.
"Wat stom om dat te doen!" De bewaker leek haar niet geheel te begrijpen, maar toen ze begon te huilen, wist hij niet meer wat te doen. Hij besloot zijn rug naar haar te keren en deed alsof hij haar niet had gezien. Met vieze kleren stond ze op en veegde haar tranen weg. 'Jullie zijn allemaal stom!' dacht ze boos in zichzelf en begon opnieuw met rennen, ze moest zien weg te komen. Toen ze dacht dat ze bijna niet meer kon, was ze eindelijk bij de poort aangekomen. Al dat heen-en-weer rennen en ontwijken, deed haar geen goed. Ze rende richting de bomen en vertraagde haar pas, ze negeerde haar voeten, die onder de kleine sneetjes zaten. Ze wist niet hoe lang ze had gelopen, maar toen ze een vijver zag, begon ze gelijk te zoeken.
"Een gespikkelde hond." mompelde ze zachtjes in zichzelf. Toen zag ze dat er iets bewoog, er kwam inderdaad een hond aan.
"Wat ben je schattig!" schreeuwde Nana blij naar de hond, maar deze liet een kleine blaf horen. Dat wilde hij blijkbaar niet graag horen. Nana dacht na, ze moest iets zeggen.
"Leven... en vuur? Leven, vuur?" Ze wist niet of ze de 'en' ook moest zeggen, maar de hond draaide gelijk om en Nana liep er snel achteraan. Nana zag een hutje in de verte verschijnen en was opgelucht, dat wilde zeggen dat ze er bijna waren. De hond keek af en toe achterom, alsof hij bang was dat Nana opeens weg zou zijn. Hij kwam zelfs soms naast haar lopen, alsof hij haar wilde ondersteunen.
"Hachiko, jij bent schattig." Ze had de hond zelf maar even een naam gegeven, want ze wist niet hoe deze heette.
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

Er klonk tumult door het gehele kamp, maar de geluiden drongen nauwelijks tot Ezra door. Ze hing slap in haar touwen met haar blik op oneindig naar de grond gericht. Eerder die dag had Praalhans geen grapje gemaakt. Hij was zeer vastbesloten om haar te laten praten. Dat bleek wel uit hoe de soldaten haar na zijn bezoek hadden behandeld. Ze was geschopt, geslagen en er waren eenvoudige martelmethoden gebruikt. Dingen waar ze enkel over had gelezen in musea.
Het tentdoek bewoog.
'Kom mee, misschien kan ik jullie hier wegkrijgen!', riep een onbekende stem.
Het was luid genoeg om Ezra haar oren te bereiken. Vermoeid opende ze haar ogen en keek tussen enkele plukken door. Een jongen keek naar haar. Zijn eerder wat zelfverzekerde blik veranderde vrij snel naar één van uiterste verbazing. Ondanks dat ze niet veel zag, gokte Ezra erop dat de jongen nu pas de soldaat in de tent zag.
Een vrij flinke man was al sinds de vroege avond bij haar gekomen. Het was een soort wissel van de wacht geweest. Helaas niet om enkel te staan en te staren. De man was verder gegaan waar de middagdienst wat opgehouden. Toch bleef Ezra stug bij haar antwoorden. Ze wist niks over ene Lotharius. En ze was geen spion!
Opnieuw ritselde er wat, waarschijnlijk het tentdoek. Het ruisen van een rok klonk nabij. Terwijl de soldaat zich had geconcentreerd op de jongeman, voelde Ezra trekjes aan de touwen. Dat moest Nana wel zijn. Maar hoe kwam zij zo snel vrij? De jongen had haar vast geholpen. Echter, waar wilden ze naartoe vluchten? Ze zaten in een kamp vol met soldaten. Verderop lag een veldslag. Er was dus nog een tweede partij. Wat als ze hen tegen het lijf liepen?
‘Ren weg! Ga het kamp uit en zorg dat je niet gezien wordt, ren naar het bos en zoek een vijver, daar zal je een gestippelde hond tegenkomen. Ga op je knieën zitten en zeg: Leven en vuur. Hij zal je naar mijn hut leiden. Hier, neem mijn blaaspijp mee en gooi hem in het vuur, dan hebben ze geen bewijzen!’, riep de jongen.
Iets plofte kort daarna op de grond. Het had geklonken alsof iemand een potlood had laten vallen.
‘Demon Lord, zit me voor deze ene keer eens mee’, hoorde Ezra zeggen.
Dat was Nana die sprak. Maar waarom zou zij zoiets zeggen? Demon Lord? Wat voor een religie hing zij aan? Het kostte Ezra moeite om goed op te kunnen kijken. Nog net kon ze de witte rok van Nana zien verdwijnen. Zelf was ze echter in geen staat om net zo snel te zijn. Het was al heel wat om überhaupt een andere houding aan te nemen.
Ze deed haar best om overeind te komen. Rondom haar vocht de jongeman tegen de flinke soldaat. Al haar ledematen sputterden tegen door de pijn die er doorheen schoot. Buiten hoorde ze bevelen worden geroepen. Er kwam langzaam aan een einde aan het tumult. Een diepe, norse stem uitte daarbij nog enkele vervloekingen.
Toch gokte Ezra het erop. Ze zou proberen om alsnog te ontsnappen. Met bijeen geschraapte kracht wankelde ze naar de tentflap. Deze werd net bruusk opzij geslagen en de Praalhans stond daar in vol ornaat.
‘Probeerden wij ergens heen te gaan?’, vroeg hij chagrijnig.
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Lang stukje, ik weet het...


Boidin probeerde met zijn dolk te steken, maar hij haalde niets uit. Achter zich langs hoorde hij lichte rennende voetstappen die zich van hem verwijderden. Dat moesten de meisjes wel zijn, Boidin was opgelucht, misschien was dit toch niet voor niets geweest. De grote bewaker zag zijn kans en maakte een korte beweging met zijn zwaard. Boidins dolk viel op de grond. Een vet en grijnzend gezicht en een zwaard op hem gericht was het laatste wat Boidin zag.

Zwart

Boidin werd wakker in een tent, hij probeerde zich te bewegen maar merkte dat hij goed vastgebonden zat, zowel aan zijn armen, als aan zijn benen, als aan zijn nek, als aan zijn middel. Boidin moest even een beetje glimlachen. ‘Ze zijn mijn reputatie van toen ik bij het dievengilde zat toen ik nog in het weeshuis woonde nog steeds niet vergeten.’, dacht hij. Het verbaasde hem dat zoiets zo lang in het geheugen van de regering bleef hangen en… zelfs nog meer dat ze hem na al die jaren in het bos hadden herkend. Maarja, hij had ook wel bedacht dat je met riet gifpijltjes af kon schieten. Dit had het dievengilde een stuk effectiever gemaakt, maar de regering had dat hem nou niet bepaald in dank afgenomen. Bij de gedachte moest hij even glimlachen. Hij zat dan wel op vier plaatsen vastgebonden, maar lachen was als je gevangen was een van de weinige dingen waar je gevangennemers geen volledige controle over hadden, je moest de hoop nooit laten zakken. Hij hoorde een gil. Ineens was hij een stuk minder hoopvol, als dat een van de meisjes was dan was het hem nog niet eens gelukt om ze vrij te krijgen en stond hij hier voor niets. Hij hoopte dus maar dat het niet een van hen was. Blijkbaar had hij geluid gemaakt, want er klonk van buiten de tent “Hij is wakker.”, waarna er een grote, sterke bewaker binnen kwam lopen. Boidin zuchtte, hadden ze hier nou alleen maar grote en sterke wachters? Geen gewoon normaal formaat? Met achter hem een belangrijk persoon, wat Boidin zag aan zijn kleding. ‘Heb je nou écht een bewaker nodig?’, dacht Boidin, ‘Ze hebben me nu niet bepaald slecht vastgebonden ofzo.’, verstandiger wijs zei hij dit niet. “Zo, Boidin,”, de belangrijke persoon spuugde de naam zowat uit, “Eindelijk hebben we je te pakken. Zeg op! Voor wie spioneren jij en die meisjes? Aan wiens kant staan jullie? Als jullie niet aan dezelfde kant stonden was je ze niet komen redden hè? Ik heb je wel door, zeg op!”, brulde hij van woede. Boidin antwoordde heel kalm en met een vleugje van zijn gebruikelijke sarcasme “Ik spioneer niet, wie zegt trouwens dat ik die meisjes kwam bevrijden? Voor hetzelfde geld kwam ik vragen hoe het weer invloed heeft gehad op jullie vorige veldslagen.” “Hij liegt!”, brulde de belangrijke persoon “Hij moest wel hebben willen spioneren en die meisjes bevrijden!”. Boidin bedacht weer iets sarcastisch om terug te zeggen, dat was een van zijn weinige kansen, de bewakers of anderen boos maken zodat ze niet goed nadachten en hij ze kon manipuleren. “Zo mijn beste,”, zei hij met zijn beste bekakte accent, “En waarom denk jij dat dit interessante argument mogelijkerwijs zou kloppen?”. De belangrijke persoon begon nu boos te worden en haalde zijn troef uit de kast. Hij haalde de blaaspijp tevoorschijn en vroeg “En als jij ze dan al niet kwam bevrijden en mijn wachters niet kwam aanvallen, wat is dit dan?”, een tevreden grijns verscheen op zijn gezicht, alleen zou die er niet lang staan. “Hmm… ik zal eens kijken, als u zo vriendelijk wilt zijn hem mij te geven?”, de belangrijke persoon, nog helemaal in zijn overwinnaarsgevoel beval de bewaker de touwen rond Boidins polsen los te maken. Boidin wreef met zijn handen over zijn polsen. “Ah… dat is beter, waar waren we? Oh ja, het voorwerp waarvan u wilde weten wat het was.”, hij pakte de blaaspijp aan, bestudeerde hem even, keek door het gat binnenin als door een verrekijker, woog hem in zijn hand en zei met het grootste sarcasme dat je maar kon hebben “Als je het mij vraagt is dit… lijkt dit wel een beetje op een… Hoe zeg je dat? Een… Ah, ik weet het al, dit zou best eens een stuk riet kunnen zijn, denkt u niet?”. De belangrijke persoon kookte zowat van woede en riep “Geen grapjes! Dit zal je niet eeuwig volhouden, eens zal je spreken! En ik zorg er wel voor dat het snel is.”. Hij beende naar buiten, de touwen rond Boidins polsen vergetend en Boidin tevreden achterlatend. ‘Dit gaat best goed, een belangrijk persoon boos gemaakt en wat de touwen betreft… Eén eraf, nog drie te gaan.', dacht hij.
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

"Waar blijven ze nou!" schreeuwde Nana hard. Hier had ze niks aan, Nana had al meer dan vijf minuten gewacht. Ze stond snel op en beende terug, ze had geen idee wat ze anders moest doen. Haar voeten zorgde ervoor dat ze weer bij de vijver aankwam, iets wat veel te lang duurde.
"Waarom kunnen ze dat niet gewoon? Demon lord, waarom doe je dit?" Met een zucht stond ze stil, het had hier ergens moeten zijn. Dat wist ze zeker, dat dacht ze.
Nana kneep haar ogen samen, het moest haar lukken om die muur te zien. Ze maakte een sprongetje toen ze de muur zag en tippelde er snel naartoe.
Eenmaal aangekomen kon ze enkel verschrikt kijken, deze mannen zagen er anders uit. Ze hadden andere kleuren en andere helmen op. Nana deed een paar stapjes achteruit en draaide om toen ze iets tegen haar rug aan voelde. Het was een grote man, die haar serieus aankeek, het was zelfs boos te noemen.
Zonder dat ze het zelf in de gaten had begon ze te huilen, waarom was ze dan ook terug gelopen? De man keek haar vragend aan, ze moest wel een kind hebben geleken. Hij gebaarde dat de poort moest worden geopend en sleurde de huilende Nana aan haar arm mee.
"Ik ben verdwaald!" snikte ze en de man leek er niet op te reageren, hij bracht haar naar een grote tent. Hier stond een grote stoel, met daarin een nog grotere man. Nana slikte en kon enkel angstig naar de man kijken.
"Wat hebben we hier?" vroeg hij grijnzend en stond op, Nana keek naar de grond, ze durfde de man niet aan te kijken. Hij pakte haar kin stevig beet en duwde haar gezicht enkele kanten op, zodat hij haar goed kon bekijken.
"Ze stond voor de poort." de man achter haar leek toch een stem te hebben. Maar het maakte allemaal niks uit, ze zou er toch niet uitkomen zonder een redder.
"Als er goederen gehaald worden... Neem haar dan mee naar de stad, sluit haar op." Door die zin brak Nana in huilen uit. Ze wilde niet naar de gevangenis, ze had helemaal niks gedaan en ze was hier pas net.
"Waarom huil je?" De man was weer terug op zijn stoel gaan zitten en keek haar minachtend aan.
"Ik ben hier net! Ik ben verdwaald en wil niet in de gevangenis. Dat vind ik eng!" De tranen van Nana vielen op de grond en vanuit de stoel schudde de man zijn hoofd.
"Wat is je naam?" bromde hij.
"Nana." Het lukte haar nog net om het tussen haar snikken door te zeggen. De man keek haar vreemd aan, die naam was hier niet bekend. De man wist niet wat hij met haar moest, het was een vreemd meisje en ze was ook nog aan het huilen.
"Breng haar onder in het dorp, ze kan helpen met de wapens en het eten maken." De man zette haar in een tent en liet er twee bewakers voor staan. Nana werd niet vastgezet, maar ze durfde toch niet te ontsnappen.
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
Plaats reactie

Terug naar “Roleplay Verhalen”